PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL. ^ Regnr. f %\<2&\L \ ^7^

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL. ^ Regnr. f %\<2&\L \ ^7^"

Transcriptie

1 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL. ^ Regnr. f %\<2&\L \ ^7^ Dat. ontv.: Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax overljssel.nl postbus@overljssel.nl RABO Zwolle Provinciale Staten van Overijssei Inlichtingen bij dhr. B. Zinger telefoon B.Zinger@overljssel.nl Aangepast Statenvoorstel Perspectiefnota 2013 '. Datum Kenmerk 2012/ Pagina 1 Toezending aan Provinciale Staten met oogmerk: [X] ter informatie [ ] anders, en wel: Bijlagen I. Aangepast Statenvoorstel Perspectiefnota 2013 (te raadplegen via In de vergadering van 11 juli 2012 is de Perspectiefnota 2013 vastgesteld. In de brief van 26 juni 2012 met als onderwerp 'erratum Perspectiefnota 2013' (kenmerk 2012/016414) is toegezegd om na de PS-vergadering een aangepast Statenvoorstel aan u te verzenden. In de bijlage is het aangepaste Statenvoorstel Perspectiefnota 2013 opgenomen, waarin de technische reparatie is verwerkt. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, &^Sß{^^<^^-^ secretaris, V oniccd Cl II3DCI j

2 Statenvoorstel nr. PS/2012/275 (2 e versie) Perspectiefnota 2013 Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 29 mei / dhr. B. Zinger, telefoon B.Zinger@overijssel.nl Aan Provinciale Staten Onderwerp Perspectiefnota 2013; 18 e wijziging van de Kerntakenbegroting Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS (bijgevoegd) II. Overzicht budgettaire gevolgen van de 18e wijziging van de Kerntakenbegroting 2012 (bijgevoegd) III. Meerjarenramingen reserves, voorzieningen en doeluitkeringen (bijgevoegd) Inleiding en probleemstelling Samen met de Overijsselse samenleving en de partijen in de Staten, is in 2011 gestart met de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord 'de Kracht van Overijssel. Een majeure investeringsimpuls met daarbij de opdracht om vanuit een andere, compactere provincie te focussen op kerntaken. Tegelijkertijd zien wij enkele externe ontwikkelingen die van (negatieve) invloed kunnen zijn op de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord. De wereldwijde economie verkeert al langere tijd in zwaar weer. Ook op Nederland en daarbinnen Overijssel heeft dit zijn uitwerking. Waar de decemberraming 2011 van het Centraal Plan Bureau (CPB) voor het eerst sprak van een recessie in Nederland, wordt in de maartraming 2012 aangegeven dat deze recessie voortduurt tot de tweede helft van dit jaar. Voor 2012 wordt een krimp verwacht van 0,75% bbp. In de jaren daarna volgt naar verwachting licht herstel. In het Stabiliteitsprogramma geeft het demissionaire kabinet tegelijk aan dat desalniettemin de vooruitzichten onzeker zijn en er sprake blijft van stijgende risico s. In deze Perspectiefnota geven wij aan hoe wij het komende jaar een vervolg geven aan de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord: focus op opgaven en focus op kerntaken. We zijn goed op koers, waarbij we inspelen op een veranderende omgeving en realiteit. Niet alleen in ons beleid en investeringen, maar ook in de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie. Tegelijk krijgen de eerste bezuinigingen in 2012 concreet vorm. Daarnaast is gestart met de reorganisatie van de ambtelijke organisatie, die gepaard gaat met bezuinigingen op personeel. Gegeven het economische tij en de schaarste die dreigt, moeten we de broekriem aanhalen. Door de val van het kabinet is het mogelijk dat een aantal onderwerpen dat in deze Perspectiefnota is opgenomen, controversieel wordt verklaard. Ook zal het Stabiliteitsprogramma effect hebben op de provinciale Begroting en die van onze medeoverheden. Dit kan gevolgen hebben voor co-financieringsafspraken: van ons richting het Rijk, maar ook van gemeenten bij gezamenlijke (provinciale) opgaven. Wij lopen de risico s bij de verschillende lopende projecten na, zodat we hier tijdig op kunnen inspelen. Ten tijde van het opstellen van deze Perspectiefnota zijn nog niet alle gevolgen bekend van de Rijksbezuinigingen. De doorrekening van het CPB is nog niet beschikbaar en de juni-circulaire volgt spoedig. Voor zover op dit moment mogelijk is, zijn de (mogelijke) gevolgen benoemd. De gevolgen kunnen verstrekkend zijn, zie bijvoorbeeld hierna over Wet Houdbare

3 overheidsfinanciën (HOF) of Schatkistbankieren. In de Kerntakenbegroting 2013 wordt de laatste stand opgenomen, waardoor de Begroting in 2013 actueel is. Voor de volledigheid melden wij u dat wij dit jaar geen separate Perspectiefnota hebben opgesteld. Alle informatie en voorstellen vindt u terug in dit Statenvoorstel. U kunt dit Statenvoorstel dus beschouwen als de Perspectiefnota Inleiding Perspectiefnota 1.1. Uitvoering Hoofdlijnenakkoord Focus op opgaven Het Hoofdlijnenakkoord 'de Kracht van Overijssel' is in de steigers gezet. 68 ( later toegevoegde) opgaven zijn gedefinieerd. Het geheel omvat een agenda die getuigt van ambitie. De investeringsimpuls krijgt nu verder vorm via de investeringsbesluiten die reeds aan Provinciale Staten zijn voorgelegd of nog worden voorgelegd. De gebruikte methodiek van investeringsbesluiten, waarin planvorming en realisatie samenkomen, sluit aan bij de wenselijkheid naar versnelling en versterking van de realisatiekracht. Overigens moet hierbij wel bedacht worden dat de verschillende opgaven zich op dit moment nog in verschillende fases bevinden. Waar Ruimte voor de Vecht een vervolg is op de eerste fase en deze nu uitvoeringsgereed is, bevindt de gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente zich nog in de verkenningsfase. In hoofdstuk 2 van deze perspectiefnota wordt per kerntaak de voortgang van het Hoofdlijnenakkoord besproken. Tevens is per kerntaak een tabel gegeven met daarin de gegevens per relevante opgave. Hoewel veel opgaven goed in de steigers staan, het projectmatig werken binnen de provincie verder toeneemt en de noodzakelijke investeringsbesluiten worden voorbereid dan wel genomen, zien we risico s in de uitvoering. Niet alleen de reguliere risico s die de uitvoering van grote projecten met zich meebrengt, maar meer in het bijzonder risico s die samenhangen met het huidige economische tij. Het absorptievermogen van de Overijsselse samenleving kent zijn grenzen en de cofinanciering van medeoverheden staat onder druk. Ook zij hebben te maken met de gevolgen van Rijksbezuinigingen, waar hun financiële uitgangspositie in sommige gevallen al minder rooskleurig was dan die van de provincie. Deze risico s worden nu veelal benoemd en beheerst binnen de opgaven en zullen in de komende jaren kunnen resulteren in een temporisering van de beoogde prestaties. Focus op kerntaken Het is van belang te beseffen dat het leveren van deze investeringsprestaties naast de reguliere prestaties moet plaatsvinden. Reguliere prestaties zijn niet expliciet verbonden aan de 68 opgaven. Ze hebben betrekking op uiteenlopende beheertaken waarvoor de provincie verantwoordelijk is, en / of zijn verbonden aan opgaven uit de periode voor het Hoofdlijnenakkoord. Focus op kerntaken voert hierbij de boventoon en de eerste bezuinigingen krijgen concreet vorm. Dit betekent niets anders dan dat de activiteiten die de provincie Overijssel uitvoert, zich moeten (gaan) beperken tot de taken die wij als het domein van de provincie zien. In het Hoofdlijnenakkoord zijn de kerntaken voor de provincie gedefinieerd: - Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer. - Milieu en Energie. - Inrichting landelijk gebied. - Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer. - Regionale economie. - Culturele infrastructuur en monumentenzorg. - Kwaliteit openbaar bestuur. - Gebiedsontwikkelingen. Door alle kerntaken loopt een rode draad die wordt gevormd door de begrippen duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit en sociale kwaliteit. Op basis hiervan werkt onze provincie aan de kwalitatieve groei van Overijssel. Hoewel onderdeel en criterium binnen de geformuleerde kerntaken liggen, ligt de uitvoering van taken op sociaal gebied nadrukkelijk bij anderen. De taak van de provincie op sociaal gebied concentreert zich op het periodiek signaleren en agenderen van vraagstukken en tekortkomingen. De focus op kerntaken weerklinkt niet alleen in ons beleid, maar komt ook tot uitdrukking in de ontwikkeling ervan, gecombineerd met bezuinigingen in personeel van de organisatie (zie paragraaf 1.6). 2 Statenvoorstel nr. PS/2012/275

4 Geen ruimte voor nieuwe investeringsinitiatieven Reeds bij de besluitvorming over de eerste tranche investeringsbesluiten voor de Kracht van Overijssel (KvO) in december 2011, hebben wij aangegeven dat er, behoudens de reeds benoemde p.m.-posten, geen ruimte is voor nieuwe investeringsinitiatieven. In deze Perspectiefnota bestendigen we deze lijn: naar ons oordeel is er buiten de p.m.-posten geen ruimte voor nieuwe investeringsinitiatieven. Integendeel, eventuele meevallers bij investeringen moeten worden benut om het weerstandsvermogen te versterken om de mogelijke risico s in de uitvoering af te kunnen dekken. Bovendien vraagt de investeringsimpuls KvO niet alleen het uiterste van de (krimpende) provinciale organisatie, maar bereikt deze ook het absorptievermogen van onze partners die met grote (bezuinigings)opgaven worden geconfronteerd. Waarbij zoals gezegd de financiële uitgangspositie van onze partners soms al minder rooskleurig was. We zetten daarom het accent op het afronden van reeds gestarte initiatieven in plaats van nieuw te starten initiatieven. Daarenboven worden wij geconfronteerd met grote onzekerheden. Niet alleen vanwege grote Rijksbezuinigingen, schatkistbankieren en de wijze waarop die hun vertaling krijgen richting provinciale begroting, maar ook op het terrein van het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur en PAS. Deze onzekerheden kunnen pas in de periode worden weggenomen. Investeren betekent ook exploiteren, onderhouden en beheren Samenhangend met het ambitieuze investeringsprogramma Kracht van Overijssel, moet worden nagedacht over de gevolgen hiervan voor de exploitatie, het beheer en het (vervangings)onderhoud. Bijdragen aan investeringen of activiteiten van derden hebben in beginsel geen beheer of exploitatie component die drukt op de provinciale begroting. Voor investeringen, in bijvoorbeeld weginfrastructuur, openbaar vervoer en natuur, geldt echter dat ook de exploitatie-, beheer- en onderhoudslasten (grotendeels) bij de provincie terechtkomen. Omdat dit gaat om lasten met een meerjarig terugkerend karakter, zijn dit structurele lasten die op deze wijze in de begroting moeten worden verwerkt. Dit is nu al het geval en bij nieuwe investeringen wordt deze component ook direct meegenomen en in beeld gebracht ten behoeve van uw besluitvorming. Er zijn echter drie belangrijke ontwikkelingen die van grote betekenis kunnen zijn voor de ontwikkeling van de omvang van deze lasten: - Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur. - Ontwikkeling BDU mobiliteit. - Vervangingsonderhoud / investeringen weg- en waterinfrastructuur. 1.2 Inspelen op onze omgeving: ontwikkelingen in beleid Onze omgeving verandert. Hier spelen we actief op in met de implementatie van het Hoofdlijnenakkoord en in het samenspel met andere overheden. Het vervolg op het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur, Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en de mogelijke afschaffing van de Wgr-plus, brengen veranderingen voor 2013 met zich mee, in ontwikkeling van beleid en financieel. Tegelijk zijn zoals gezegd de (financiële) vooruitzichten onzeker en dreigt schaarste. Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur Medio februari 2012 hebben alle provincies aangegeven mee te zullen werken aan de uitvoering van de afspraken in het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur, ook de provincies die niet met het Onderhandelingsakkoord hebben ingestemd. Dat betekent dat provincies aan de slag kunnen. Ook in IPO-verband zal de komende twee jaar (tot uiterlijk 31 december 2013) worden gewerkt aan de uitwerking en implementatie van de afspraken. Het gaat daarbij om: 1. De afrekening van de ILG-bestuursovereenkomsten De verdeling van de uit het Onderhandelingsakkoord voortkomende opgaven en middelen over de provincies. 3. De herijking en realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur en daarmee samenhangende internationale verplichtingen. 4. De decentralisatie van het natuurbeleid in wetgeving en uitvoering. Ten aanzien van punt 1 zullen de juridische verplichtingen volgens PEIL 1/1/2011 in euro s worden afgerekend. De resterende ILG-middelen worden ingezet ten behoeve van het beheer tot Voor de indicatieve verdeling van het budget inrichting landelijk gebied uit de Kracht van Overijssel, hebben wij een voorstel gedaan voor inzet van middelen om de te verwachten tekorten tot 2014 in te vullen. Vanaf 2014 wordt voor het beheer jaarlijks landelijk 105 miljoen aan het Provinciefonds toegevoegd. De afspraak is dat provincies bijdragen aan het Statenvoorstel nr. PS/2012/275 3

5 beheer en nog een stevige efficiencyslag voeren ten aanzien van de uitvoering. De provinciale bijdrage per provincie is daardoor nog niet scherp. Op basis van eerste, tentatieve berekeningen en onder voorbehoud van de uitkomsten herijking EHS, het advies van de externe IPO-commissie, de verdeling van bovengenoemde 105 miljoen en de wijze en aard van het beheer, schatten wij vooralsnog het volgende in: naarmate de uitvoering van het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur vordert, moet er op dit moment gerekend worden met additionele inzet van autonome provinciale middelen van 9 miljoen in 2014, oplopend tot 15 miljoen in Dit is een zeer substantiële last die nog met vele onzekerheden is omgeven. Solide begrotingsbeleid vraagt naar ons oordeel desalniettemin dat deze nu wel moet worden verwerkt in het meerjarig budgettair perspectief. Deze ruimte is er overigens ook, omdat vanaf 2014 de autonome co-financieringsmiddelen ten behoeve van het ILG-II vrijvallen. Wij stellen u voor op basis van huidige kennis en inzichten voorlopig een structurele reeks voor beheer en onderhoud herijkte EHS in het budgettair perspectief op te nemen van 9 miljoen in 2014, oplopend naar 15 miljoen in 2018 en verder. Het voorstel is opgenomen in paragraaf 3.5 Beleidsintensiveringen. In vervolg op het Onderhandelingsakkoord is voor de verdeling van de ontwikkelopgave en de Rijksmiddelen over de provincies de externe commissie Ontwikkelopgave Natuur ingesteld. Deze zal op 1 september 2012 een zwaarwegend (in principe bindend) advies uitbrengen. De verdeling wordt op 11 oktober 2012 op basis van het advies van de externe commissie vastgesteld door het IPO-bestuur. De verdeling van de ontwikkelopgave en middelen is een belangrijke, bepalende factor voor de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur. Het is op dit moment nog geheel onduidelijk op welke wijze de in het Lenteakkoord voorgenomen terugdraaiing van een bezuiniging van 200 miljoen op natuur vertaald gaat worden. Provincies hechten vanuit het risico van een financieel tekort groot belang aan de in het Onderhandelingsakkoord afgesproken evaluatie in Eerder nog, bij het uitbrengen van het advies van de externe commissie op 1 september 2012, zal meer zicht ontstaan welke autonome provinciale middelen nodig zijn om de in het Onderhandelingsakkoord afgesproken doelen te halen. Conform het Onderhandelingsakkoord moet de herijkte EHS uiterlijk 1 juli 2013 planologisch zijn vastgelegd en in 2021 zijn gerealiseerd. Inmiddels zijn wij gestart met de herijking van de EHS. Wij streven ernaar de herijkte EHS uiterlijk voorjaar 2013, vast te leggen bij de actualisering van de Omgevingsvisie. Daarbij verwerken wij de resultaten van de evaluatie van het reconstructiebeleid, waaronder de beleidsopties voor Landbouwontwikkelingsgebieden. We houden daarbij vooralsnog vast aan realisatie van de EHS in Echter deze opgave wordt mede bepaald door de PAS- en Kaderrichtlijn Water opgaven (KRW). Voor de PAS-opgave nemen we tijd tot 2022 (10 jaar na invoering PAS) of zo veel eerder als mogelijk. Naar het zich laat aanzien leidt een snellere realisatie tot aanzienlijk hogere kosten voor de provincie, omdat dan minder kan worden geoptimaliseerd in het verwervings- en inrichtingsproces. Dit is daarnaast natuurlijk in hoge mate afhankelijk van de uitkomsten van punt 2, de verdeling van de ontwikkelopgave en middelen over de provincies. Beleid: aanpassingen en efficiencytaakstellingen Vooruitlopend op de verdeling van de ontwikkelopgave en middelen hebben wij u een indicatieve verdeling voorgelegd van het budget inrichting landelijk gebied uit de Kracht van Overijssel (PS/2012/437). Deze indicatieve verdeling is uitgangspunt voor deze Perspectiefnota en hiermee geven wij invulling aan het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur (herijking EHS, beheer Groen Blauwe Diensten, Natura 2000/PAS, grond-voor-grond etc.). Daarnaast is ook het verbeteren van de verkaveling één van de onderwerpen waarvoor wij investeringsmiddelen willen inzetten. Wij zullen het resultaat van een verkenning van het toekomstige landbouwstructuurbeleid hierbij betrekken. Wij verwachten u eind 2012 een meer definitieve verdeling van het voor Inrichting Landelijk Gebied beschikbare budget uit de Kracht van Overijssel voor te kunnen leggen. Dan zal er meer helderheid bestaan over de wijze van uitvoeren van het Onderhandelingsakkoord Decentralisatie natuur en de verdeling van middelen voor de ontwikkelopgave natuur. Natura 2000 en PAS Medio april hebben wij u met een feitenbrief (kenmerk 2012/ ) geïnformeerd over de voortgang van het N2000/PAS-dossier. In de feitenbrief hebben wij u aangekondigd in de Perspectiefnota 2013 te bezien hoe wij met de geschetste financiële onzekerheden rond de uitvoering van de Natura 2000/PAS kunnen omgaan. 4 Statenvoorstel nr. PS/2012/275

6 Van meet af aan delen provincies het standpunt dat de vanuit het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur beschikbaar gestelde middelen onvoldoende zijn om de internationale verplichtingen te realiseren. Na verdeling van de middelen tussen provincies moet blijken wat de onder het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur liggende gronden opleveren. Daarnaast zijn Rijk en provincies nog in onderhandeling over de PAS en de daarmee samenhangende afronding van de beheerplannen van de Natura 2000-gebieden. De rek en ruimte in de regelgeving lijkt door demissionaire Staatssecretaris Bleker te zijn gezocht en benut met de recente review naar de mogelijkheden. Binnen deze context houden wij vast aan onze eis van een haalbare PAS. We realiseren ons tegelijkertijd dat diverse projecten vanuit de Kracht van Overijssel het risico lopen niet te kunnen worden uitgevoerd als er onvoldoende middelen voor de PAS beschikbaar komen (zie hierna). Zoals in de recente feitenbrief aan uw Staten is gemeld, worden momenteel de totale kosten van het PAS-deel van Natura 2000 geschat op circa 260 miljoen. Deze kosten bepalen in hoge en overheersende mate de kosten van de herijking EHS. Op basis van de bij het Hoofdlijnenakkoord gealloceerde middelen voor PAS/Natura in de investering inrichting landelijk gebied (zie PS/2012/437 indicatieve verdeling budget inrichting landelijk gebied), de gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente, de bestuurlijke en juridische verplichtingen en de eerste tentatieve inschatting van het Overijsselse deel van de grond-voor-grondopbrengst, resteert een financiële opgave die nu wordt geschat op circa 150 miljoen tot 160 miljoen 1. De omvang van deze opgave kan op basis van het advies van de externe commissie en de huidige parallel aan het traject van herijking uitgevoerde verfijningsslag in de maatregelpakketten voor natura 2000 nader worden bepaald, maar zal ook afhangen van de uiteindelijke wijze waarop de PAS wordt vastgesteld. Pas na de evaluatie van het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur in 2016, kan definitief worden vastgesteld hoe groot deze financiële last is en welk deel daarvan daadwerkelijk door het Rijk gedragen wordt. Omdat de PAS vraagt om zekerstelling van de gehele realisatie, zal tot dat moment de provincie de financiële zekerheid hiervoor moeten afdekken. Wij stellen uw Staten voor langs drie wegen dekking te zoeken: De resterende structurele ILG-II middelen in te zetten voor de PAS. Dit levert een reeks van 15 miljoen in 2014 aflopend naar 7 miljoen in 2018 en verder. In totaal levert dit voor de periode 2014 tot en met 2022 circa 71 miljoen op. (Het voorstel is opgenomen in paragraaf 3.5 Beleidsintensiveringen). Vanuit de ADR vooralsnog circa 69 miljoen beschikbaar te stellen (Het voorstel is opgenomen in paragraaf 3.5 Beleidsintensiveringen). Hiermee resteert een dekkingstekort van circa 10 miljoen tot 20 miljoen [2] ( 160 miljoen -/- 71 miljoen -/- 69 miljoen). Gezien de onzekerheden en looptijd van de PAS-opgave ( ) is een dergelijk tekort in dit stadium aanvaardbaar. In uiterlijk de Perspectiefnota 2014, of zoveel eerder als mogelijk, zullen wij hiervoor de dekking aangeven. Daarbij zijn de uitkomsten van het Lenteakkoord, de externe IPOcommissie en de uiteindelijk implementatie van de PAS van groot belang. Dit biedt de ruimte om PAS-maatregelen vanaf 2013 tot uitvoering te brengen en tegelijkertijd in 2016 definitief de benodigde dekking te bepalen en daarin (in tussentijd) te voorzien. Afschaffing Wgr-plus Op 29 februari 2012 hebben de ministers van Infrastructuur en Milieu en Binnenlandse Zaken de betrokken provincies en stadsregio s geïnformeerd over het kabinetsvoorstel tot afschaffing van de Wgr-plus per 1 januari Vooral op het terrein van mobiliteit hebben de Wgr-plus regio s gelijke taken als de provincies (met uitzondering van het wegbeheerderschap). In totaal gaat het om zeven van de acht Wgr-plus regio s, waaronder in Oost-Nederland Regio Twente en Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Alleen Parkstad Limburg ontvangt geen BDUmiddelen. 1 Met het oog op de onderhandelingspositie van de provincie in relatie tot de verdeling van grond-voor-grond middelen wordt hier de nadere opbouw van dit bedrag niet getoond. 2 Voor de goede orde merken wij hier nog op dat de middelen voor het door u bepleite provinciale stimuleringsbeleid voor de emissiebeperking van de veehouderij inmiddels zijn besteed. In het kader van de Perspectiefnota 2014 zullen wij bezien hoe de middelen die zijn geraamd voor ná 2013 ( 8,5 miljoen) kunnen worden ingezet, waarbij wij denken aan koppeling aan de PAS-maatregelen. Statenvoorstel nr. PS/2012/275 5

7 Op het moment van het demissionair worden van het kabinet Rutte, lag hiervoor een wetsvoorstel ter advisering voor aan de Raad van State. Bij het schrijven van deze Perspectiefnota is de inschatting dat de betreffende beleidsnota controversieel verklaard zal worden. Gevolg is dat het wetsvoorstel niet door de huidige Tweede en Eerste Kamer wordt behandeld. Het vervolgtraject is afhankelijk van het resultaat van de Tweede Kamerverkiezingen in Wanneer de wetgeving na verkiezingen wel in behandeling wordt genomen en wordt vastgesteld, worden taken en bevoegdheden overgenomen van de Regio Twente. Het gaat daarbij om de verantwoordelijkheid voor het regionaal mobiliteitsbeleid, de verantwoordelijkheid voor het regionaal openbaar vervoer in Twente en de taak van verdeling van het huidige Twentse deel van de Brede Doeluitkering. Daarnaast wordt het toezicht op de huisvesting van statushouders binnen Twente overgedragen. Aan de uitvoering van deze taken is op dit moment bij Regio Twente circa 12 à 15 fte vast personeel gekoppeld. Daarnaast is sprake van structurele BDU-inkomsten van circa 42 miljoen per jaar en is er een opgebouwde BDU-reservering (circa 123 miljoen). Aansluitend hierop was voorzien in een aanpassing van de BDU. De huidige doeluitkering zou worden afgeschaft. De gecombineerde BDU zal als decentralisatie-uitkering opgaan in het Provinciefonds. Hiermee wordt het vaststellen van de jaarlijkse bestedingen (bijvoorbeeld voor exploitatie openbaar vervoer) een verantwoordelijkheid van Provinciale Staten. Ook de rechtmatigheidstoetsing van het Rijk (bij zowel het voorlopige als het definitieve bestedingsplan) vervalt. In voorbereiding op het eerder aangekondigde wetsvoorstel waren Regio Twente en provincie Overijssel in gesprek om te komen tot een warme overdracht van taken, bevoegdheden en personeel. Dit gesprek zal weer worden opgepakt op het moment dat het Rijk de voorbereiding op besluitvorming hervat. 1.3 Financiële ontwikkelingen De wereldwijde economie verkeert sinds 2007 in zwaar weer. Het begon met de instorting van de huizenmarkt in de Verenigde Staten, eind Gebeurtenissen volgden elkaar snel op. Sinds december 2011 verkeert Nederland in een recessie die voortduurt tot de tweede helft van Daarna wordt een licht herstel verwacht. Deze economische ontwikkelingen hebben gevolgen voor de overheidsfinanciën en nopen tot stevige afspraken binnen Europa. Mogelijk volgen nieuwe Rijksbezuinigingen, die doorwerken richting provincies. Vorig jaar is al een korting op het provinciefonds doorgevoerd, wat voor ons aanleiding was tot flinke bezuinigingen. Ook de wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) en het aangekondigde schatkistbankieren hebben vergaande consequenties voor provincies en andere overheden. De gevolgen van deze ontwikkelingen voor Overijssel zijn op dit moment nog grotendeels ongewis. Er kunnen consequenties zijn voor zowel de structurele begroting, als het investeringsprogramma: de broekriem moet aan. Zodra hier meer duidelijkheid over is, zullen wij uw Staten informeren met daarbij voorstellen voor hoe wij om willen gaan met de gevolgen. Dit kan overigens niet los worden gezien van de ontwikkeling in de Algemene Dekkingsreserve en het weerstandsvermogen (zie hierna). Gelet op de mogelijk vergaande consequenties, kan een extra overleg met de Staten noodzakelijk blijken om te komen tot een meerjarig structureel sluitende begroting door enerzijds extra bezuinigingen en anderzijds aanpassingen in de investeringsimpuls KvO. Mogelijke Rijksbezuinigingen en verplicht schatkistbankieren In het tijdsbestek van het opstellen van de Perspectiefnota hebben wij nog geen duidelijkheid over de concrete Rijksbezuinigingen. De gevolgen van de eerdere korting op het Provinciefonds leidden al tot bezuinigingen, die in 2012 concreet vorm krijgen. In deze Perspectiefnota kunnen wij daarom nog geen concrete voorstellen voorleggen om deze te verwerken. De gevolgen van deze bezuinigingen zullen naar verwachting op zijn vroegst in de meicirculaire (publicatie juni) worden aangekondigd. Met een significante verlaging van het Provinciefonds conform het principe trap op, trap af, zal in ieder geval rekening moeten worden gehouden. Indien de inkomsten uit het Provinciefonds dalen, heeft dit consequenties voor onze structurele begroting. Nieuwe (structurele) bezuinigingen doemen op. Dit is des te nijpender daar de mogelijkheden voor co-financiering door partners, of mogelijkheden van slimme publiekprivate samenwerkingsverbanden sterk worden beperkt onder deze economische omstandigheden. Dit kan ertoe leiden dat onze ambities zullen moeten worden bijgesteld. In het Stabiliteitsprogramma is het verplicht schatkistbankieren opgenomen. Ons college ziet dit als een grote aantasting van de provinciale autonomie. Op zichzelf vinden wij het niet vreemd dat er kritisch wordt gekeken naar de situatie waarbij het Rijk middelen moet lenen, deze vervolgens overdraagt aan bestuursorganen en (andere) uitvoerende partijen en - als deze middelen niet onmiddellijk tot besteding komen - vervolgens door betreffende partijen de 6 Statenvoorstel nr. PS/2012/275

8 op dat moment overtollige financiële middelen ten behoeve van een financieel rendement aan de geldmarkt beschikbaar stellen. Echter schatkistbankieren lijkt zich te richten op alle financiële middelen, ook die niet door overdrachten van het Rijk verkregen zijn. Daarnaast richt schatkistbankieren zich niet op alle partijen die (onder andere) door overdrachten van Rijksmiddelen in stand worden gehouden maar uitsluitend op medeoverheden. Terwijl deze medeoverheden juist onder de wet Fido (financiering decentrale overheden) al aan strenge voorwaarden verbonden zijn. Mocht deze maatregel wordt doorgevoerd, dan zal het rendement op de financiële middelen afnemen met naar huidige inschatting 1% tot 1,5%. Dit betekent dat bij de huidige stand van de financiële middelen het rendement van circa 3% naar 1,5% daalt, een daling dus van circa 15 miljoen per jaar. Dit zal een negatief effect hebben op het incidenteel budgettair perspectief, maar mogelijk ook op de structurele begroting. In het Hoofdlijnenakkoord Kracht van Overijssel is afgesproken dat wij de eerdere korting op het Provinciefonds van circa 30 miljoen per jaar deels dekken vanuit de opbrengst van een beklemde reserve. De beoogde opbrengst is 12,6 miljoen per jaar. Met een mogelijk verminderde renteopbrengst op deze beklemde reserve, staan wij op dat moment voor een nieuwe keuze: de beklemde reserve verhogen om de begrote opbrengst te realiseren gepaard met minder ruimte voor investeringen, of extra bezuinigen op de structurele begroting. Een combinatie van deze twee is ook mogelijk. Daarnaast zal schatkistbankieren ook een effect hebben op het incidentele budgettaire perspectief: dit kan de investeringsruimte voor KvO en/of ADR verkleinen. Als de huidige portefeuille voortijdig moet worden geliquideerd om geforceerd te worden omgezet naar schatkistbankieren, kan dit ten slotte leiden tot (extra) verliezen / kosten die de opbrengst verlagen. Dit hangt af het overgangsregime dat aan de wet wordt gekoppeld. Echter om verplicht schatkistbankieren op te kunnen leggen is een wetswijziging noodzakelijk. Een wetswijziging die naar verwachting niet voor 1/1/2013 van kracht zal worden. Daarnaast zijn aan de wetswijziging diverse (EU-)juridische consequenties verbonden zodat daadwerkelijke effectuering van de wet op korte termijn niet door ons wordt verwacht. Als wij meer duidelijkheid hebben over de invoering van het verplicht schatkistbankieren, wordt u hierover geïnformeerd en ontvangt u tevens een procesvoorstel hoe wij willen omgaan met de daadwerkelijk gevolgen voor de begroting. Gevolgen Wet HOF De huidige situatie in Europa laat zien dat door het ontbreken van begrotingsdiscipline in een aantal landen in de eurozone, serieuze risico s voor de economische groei en de financiële stabiliteit zijn opgetreden voor alle Europese lidstaten. Een van de belangrijke elementen om in de toekomst dergelijke situaties te voorkomen, is strengere maatregelen treffen tegen landen die het Stabiliteitspact en Groeipact (SGP) niet of onvoldoende naleven en het begrotingsdiscipline steviger te verankeren op nationaal niveau. Met het oog daarop heeft de Europese Raad in maart 2011 afgesproken om de vereisten uit het SGP te verankeren in nationale wetgeving. In de huidige Nederlandse situatie ontbreekt op dit moment nationale wetgeving over de Europese en nationale begrotingsregels. Met de Wet Houdbare Overheidsfinanciën gaat Nederland in deze lacune voorzien en worden de recente Europese afspraken ten aanzien van begrotingsdiscipline verankerd in de nationale regelgeving. Ook de belangrijkste uitgangspunten en randvoorwaarden van het Nederlandse budgettaire beleid zoals de begrotingsregels zijn onderdeel van het wetsvoorstel. Omdat ook gemeenten, provincies en waterschappen bijdragen aan het begrotingstekort van de collectieve sector, bepaalt het wetvoorstel dat niet alleen het Rijk maar ook de decentrale overheden zich moeten houden aan de doelstellingen uit het aangescherpte Stabiliteitspact en Groeipact. De wet HOF gebiedt decentrale overheden om een gelijkwaardige inspanning te leveren aan de EU-normen door het treffen van adequate maatregelen. In de wet HOF wordt het budgettaire beleid van provincies, gemeenten en waterschappen genormeerd. Dat gebeurt door aan het begin van elke kabinetsperiode normen op te leggen voor het maximum aandeel in het EMU-tekort, het aandeel in het terugbrengen van het totale EMU-tekort tot de middellangetermijndoelstelling én het maximum aandeel in de EMU-schuld van 60% bbp. Hoewel Overijssel een sluitende structurele begroting kent op basis van het batenlastenstelsel, hebben wij toch een EMU-tekort. Dit komt met name door de reserve die is gevormd bij de verkoop van de Essent-aandelen. De dekking uit de reserve wordt in de EMUregels niet aan de inkomstenkant meegerekend, maar de bestedingen hieruit tellen wel mee aan de uitgavenkant. Hierdoor ontstaat een hoog (negatief) EMU-saldo. Om aan de EMU-norm te voldoen, zullen wij onder deze wet moeten gaan sturen op de investeringen (versnellen, uitstellen of afstellen) en de uitgaven (verlagen of verhogen). Daarnaast is ook de wijze van investeren en de manier waarop dat wordt georganiseerd van invloed op het EMU-saldo. Statenvoorstel nr. PS/2012/275 7

9 Subsidies belasten het EMU-saldo op een andere wijze dan bijvoorbeeld participaties en revolverende fondsen. Al eerder heeft de ministerraad ingestemd met het wetsvoorstel. De Wet HOF is ter consultatie voorgelegd aan de decentrale overheden. Dat gebeurt via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW). Eind mei is in gezamenlijkheid met het VNG en de UvW een bestuurlijke reactie aan de minister verstuurd. De reactie van de Raad van State op het wetsvoorstel was bij het schrijven van dit stuk nog niet bekend. Ook is op dit moment nog niet duidelijk of de wet HOF nog door het huidige kabinet aan de kamer zal worden aangeboden. Zeer waarschijnlijk zal dit worden overgelaten aan het nieuwe kabinet. De gevolgen van de EMU-normering zijn naar verwachting groot voor de Kerntakenbegroting Bij daadwerkelijke inwerkingtreding van de wet zoals nu is voorgesteld, ligt een heroverweging van het investeringsprogramma KvO voor de hand. Ook kan dit gevolgen hebben voor de projecten die wij samen met de gemeenten en het Rijk via co-financiering uitvoeren. Als wij meer duidelijkheid hebben over de Wet HOF en mogelijke mitigerende maatregelen, dan wordt u hierover geïnformeerd en ontvangt u tevens een procesvoorstel over hoe wij willen omgaan met de daadwerkelijke gevolgen van deze wet. 1.4 Huidige stand van de ADR De meerjarige ruimte in de Algemene Dekkingsreserve (ADR) zal richting het einde van deze coalitieperiode zeer beperkt zijn (zie tabel op bladzijde 9). Gezien deze beperkte ruimte in de ADR en de verwachte financiële ontwikkelingen, in combinatie met de ontwikkeling van het weerstandsvermogen, wordt in deze Perspectiefnota zeer terughoudend omgegaan met nieuwe beleidsvoorstellen- en intensiveringen. Ook vangen wij autonome ontwikkelingen zo veel mogelijk op binnen de huidige Kerntakenbegroting. In de stand van de ADR zijn alle onderwerpen uit het Investeringsprogramma verwerkt, inclusief de eerder aangekondigde p.m.-posten. Wij stellen voor al deze p.m.-posten nu toe te voegen aan de Investeringsimpuls en de budgetten toe te voegen aan de reserve Kracht van Overijssel. De eventueel vrijvallende middelen worden toegevoegd aan de Algemene Dekkingsreserve ter versterking van het weerstandsvermogen (zie hierna). Het voorstel tot het toevoegen van de p.m.-posten en de overige claims aan de Investeringsimpuls is opgenomen in paragraaf 3.5 (Beleidsintensiveringen). 8 Statenvoorstel nr. PS/2012/275

10 BUDGETTAIR PERSPECTIEF - STAND VAN DE ADR (Bedragen * 1.000) Stand Algemene Dekkingsreserve 1. Vrije ruimte ADR per eind 2015 conform Kerntakenbegroting Besluitvorming nog niet opgenomen in begroting 2a. Door PS vastgesteld: - Jaarstukken Uitwerking Energiefonds Overijssel Najaarsnota 2011, bestaande uit: - Opcenten MRB volumeontwikkeling Voorziening grondexploitatie RBT Vermogensbeheer Vrijval investeringsprogramma's DIA en IIO Overige posten Najaarsnota Investeren met Gemeenten; aanvullingen na 3 e ronde Investeringsimpuls Nederlands Symfonie Orkest / Orkest van het Oosten (dec. 2011) - Investeren met gemeenten; Derde diverse postenwijziging 2011, bestaande uit: - Brutering rentebaten langlopende geldleningen Financiën Ruimte voor Ruimte Interim-dividenden PBE en CBL Wegvallen dividend PBE Overige posten 3 e DPW Mutatie vrije ruimte e DPW Subsidie Sociaal Flankerend Beleid steunfuncties 2e helft Vrijval reserve sanering Asbest Wonen Pact van Twickel [KvO] Transitie en transformatie Jeugdzorg [KvO] Jaarrekening 2011 (waaronder EHS 22,3 miljoen en 1000 jongerenplan 0,75 miljoen) Vervolg onderzoek randen arbeidsmarkt en regionale bureau's toerisme [KvO] jongerenplan [KvO] Subtotaal 2a b. Begrotingswijziging door GS aan PS voorgelegd / nog te leggen: - Bestuurlijke verplichtingen Landinrichting (PS besluit 26/10/11) Mutatie vrije ruimte ADR (zie budgettair perspectief vd Perspectiefnota 2013) Subtotaal 2b c. p.m.-posten opgenomen in Hoofdlijnenakkoord - Spoor nachttrein Spoor Zwolle-Enschede (Erratum bij Kerntakenbegroting 2012) Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente Subtotaal 2c d. Nagekomen p.m.-posten - Breedband Cultuurparticipatie Orkest van het Oosten ( 5 miljoen reeds toegekend) Subtotaal 2d e. Overige claims op de ADR - ADT Risico reservering algemeen Risico reservering grond p.m. - Voorlopige reservering voor PAS Subtotaal 2e Vrije ruimte ADR per eind Statenvoorstel nr. PS/2012/275 9

11 1.5 Weerstandsvermogen De investeringsimpuls doet een stevig beroep op ons eigen vermogen. Gecombineerd met de risico s die dergelijke investeringen met zich meebrengen, alsook de onzekere financiële ontwikkelingen (zie paragraaf 1.3), dwingen ons tot een nadere blik op ons weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de provincie Overijssel in staat is om financiële tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen wordt berekend door de benodigde weerstandscapaciteit (de risico s) af te zetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit (de middelen). De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang en impact van de risico s. Onder beschikbare weerstandscapaciteit verstaan wij die middelen en mogelijkheden waarover de provincie beschikt om risico s te kunnen dekken. De hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de reserves van de provincie, zoals de saldireserve en diverse bestemmingsreserves. In het beleid rondom risicomanagement (juni 2009) is de norm voor weerstandsvermogen vastgesteld op 1, wat staat voor voldoende weerstandsvermogen. Dat wil zeggen dat de omvang van de financiële risico s gelijk is aan de aangehouden reserves. Wanneer het weerstandsvermogen onder deze norm komt, is aanzuivering van de reservepositie vereist. Eens per vier jaar dient volgens BBV vaststelling van deze norm plaats te vinden. In 2013 is vaststelling wederom aan de orde. Landelijk wordt voor het weerstandsvermogen de volgende tabel gehanteerd: Norm Weerstandsvermogen Weerstandsvermogen (>1) > 2,0 Uitstekend 1,4 < x < 2,0 Ruim voldoende 1,0 < x < 1,4 Voldoende 0,8 < x < 1,0 Matig 0,6 < x < 0,8 Onvoldoende x < 0,6 Ruim onvoldoende In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het weerstandsvermogen over de afgelopen jaren in kaart gebracht. Jaarverslag Weerstandsvermogen (norm: >1) Uit deze tabel blijkt dat het weerstandsvermogen de afgelopen drie jaar kleiner is geworden, door de inzet van de ADR voor de Kracht van Overijssel. De komende jaren zet deze trend zich hoogstwaarschijnlijk nog sterker door. De benodigde weerstandscapaciteit zal sterk groter worden door de risico s die de investeringsopgaven uit de Kracht van Overijssel met zich meebrengen. De beschikbare weerstandscapaciteit zal daarentegen fors kleiner worden door de gedane investeringen. De vrije ruimte in de ADR zal dalen. Gegeven de geplande investeringen met bijbehorende risico s behoort een daling tot onder de 1 (huidige norm weerstandsvermogen) binnen deze coalitieperiode tot de mogelijkheden, indien niet tijdig preventieve maatregelen worden getroffen. De benodigde weerstandscapaciteit is op dit moment 66 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit risico s die voortkomen uit het reguliere proces en uit de opgaven uit de Kracht van Overijssel. De benodigde weerstandscapaciteit zal verder stijgen door het vaststellen van de overige opgaven uit de KvO. Ook zal aanscherping van het beeld dat de organisatie heeft op de uitvoeringsfase van projecten invloed hebben op de benodigde weerstandscapaciteit. De omvang van de risico s kunnen namelijk beter bepaald worden naarmate de realisatiefase dichterbij komt. Gedurende de realisatiefase worden risico s verminderd of komen ze tot uiting. Op dit moment bevinden een groot aantal opgaven zich in de plannings- en voorbereidingsfase. 10 Statenvoorstel nr. PS/2012/275

12 Bij de vaststelling van de norm van 1 is destijds uitgegaan van regulier structureel beleid. Incidenteel hebben we echter de komende jaren te maken met meer risicovolle activiteiten met een grotere financiële omvang dan voorheen. Dit in ogenschouw nemende geeft de norm van 1 weinig tot geen ruimte tussen het moment dat de norm overschreden wordt en het moment dat risico s daadwerkelijk niet meer afgedekt kunnen worden (met de daarvoor beschikbare risicoreservering). Dit achten wij onwenselijk. Er is meer ruimte nodig om te anticiperen op grootschalige risico s. Wij stellen ook voor om gedurende de looptijd van KvO het weerstandsvermogen te verhogen naar 1,6. Wanneer het weerstandsvermogen gedurende deze looptijd onder de 1,6 komt, volgt een voorstel tot aanzuivering van de saldireserve (risicoreserve). Het weerstandsvermogen blijft daardoor boven de 1,6. Risico s veranderen in de tijd. Het weerstandsvermogen is daardoor dynamisch. Effecten van veranderende risico s worden meegenomen in het weerstandsvermogen en geactualiseerd in de paragraaf weerstandsvermogen van de Planning & Controldocumenten. Tot nu toe werden de risico s afgedekt door de vrije ruimte in de ADR, de saldireserve en diverse bestemmingsreserves. Dit was toereikend voor het opvangen van de risico s. Dit gaat echter veranderen. De vrije ruimte in de ADR wordt namelijk fors kleiner. Om in de toekomst de risico s ruim voldoende te kunnen afdekken is het noodzakelijk een bedrag af te zonderen. Daarvoor kan naast de bestemmingsreserves de saldireserve gebruikt worden. Deze bevat op dit moment 7 miljoen. In de volgende tabel wordt het beeld gegeven wat het aanhouden van een weerstandsvermogen van 1,6 betekent voor de saldireserve. Voor het Energiefonds wordt een specifieke risicoreservering aangehouden, daarom wordt het Energiefonds afzonderlijk in het overzicht opgenomen. Tabel 1: Aanvulling saldi reserve door verhogen weerstandsvermogen Benodigde weerstandscapaciteit (* 1 miljoen) Weerstands -vermogen Weerstands-capaciteit die beschikbaar dient te zijn (=benodigde weerstandscapaciteit * weerstandsvermogen) (* 1 miljoen) Reeds afgedekt (* 1 miljoen) Aanvulling saldireserve (* 1 miljoen) Algemeen 35 1, Energiefonds 31 1, Nihil Totaal Uitgaande van een weerstandsvermogen norm van 1,6 dient een weerstandscapaciteit beschikbaar te zijn van 106 miljoen. Hiervan is reeds 76 miljoen afgedekt in de saldireserve ( 7 miljoen), diverse bestemmingsreserves ( 3 miljoen), risico reserveringen die binnen de projecten worden aangehouden ( 16 miljoen) en binnen de reserve Energiefonds (circa 50 miljoen). Om een beschikbare weerstandscapaciteit te bereiken van 106 miljoen zal de saldireserve aangevuld moeten worden met 30 miljoen. Voorgesteld wordt om 30 miljoen over te hevelen van de ADR naar de saldireserve, zodat de saldireserve 37 miljoen zal bedragen. Het voorstel is opgenomen onder 3.5 Beleidsintensiveringen. Gezien de eerder geschetste ontwikkelingen zal het bedrag dat nodig is voor de weerstandscapaciteit de komende tijd toenemen. Bij de behandeling van de Kerntakenbegroting 2013 wordt een beeld gegeven van de benodigde stand van de saldireserve voor de komende jaren. Vooralsnog stellen wij voor om ter versterking van het weerstandsvermogen alle vrijvallende incidentele middelen ten gunste te laten komen van de Algemene Dekkingsreserve en deze middelen afhankelijk van de benodigde stand van de saldireserve voor de komende jaren bij de Kerntakenbegroting 2013 toe te voegen aan de saldireserve. Statenvoorstel nr. PS/2012/275 11

13 Voorstel: 1. Gedurende de looptijd van het investeringsprogramma Kracht van Overijssel een weerstandsvermogen aan te houden van 1,6. 2. Op basis van de huidige inzichten een benodigde weerstandscapaciteit van 106 miljoen aan te houden via: a. 3 miljoen diverse bestemmingsreserves. b. 16 miljoen risicoreserveringen binnen projecten. c. 50 miljoen risicoreservering in Energiefonds. d. 7 miljoen Saldireserve. e. 30 miljoen van de ADR over te hevelen naar de Saldireserve (Zie ook 3.5 Beleidsintensiveringen). 3. Alle vrijvallende incidentele middelen ten gunste te laten komen van de Algemene Dekkingsreserve in eerste instantie ter versterking van het weerstandsvermogen en daarna voor de financiering van de PAS en het beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur. 1.6 Organisatieontwikkeling Doorontwikkeling organisatie In de Perspectiefnota 2012 is aangegeven dat de Directie een veranderplan opstelt om de provinciale organisatie in te richten naar de ambities van het College, zoals verwoord in het Hoofdlijnenakkoord Hierbij wordt, conform de opgave uit de Kerntakenbegroting 2012, invulling gegeven aan de opdracht om de formatie te verkleinen van 831 fte naar 738 fte (exclusief 15 fte van incidenteel naar structureel ten laste van OV-bureau, Europaloket en NB-wet, in totaal 753 fte 3 ) aan het eind van deze Statenperiode (exclusief toevoegingen als gevolg van verder decentralisaties en overdracht mobiliteitstaken regio Twente). In de Kerntakenbegroting 2012 hebben wij aangegeven welke veranderstrategie we nastreven; het realiseren van de opgaven vanuit het Hoofdlijnenakkoord en tegelijkertijd het incrementeel veranderen van de organisatie. Onze veranderopgave vindt zijn weerslag in de volgende doelen: - Het versterken van de focus op de kerntaken. - Het verbeteren van het opgavengericht werken. - Het bevorderen van collectief bestuurlijk-ambtelijk leiderschap. - Het verbeteren van de inhoudelijke, strategische sturing. - Het verkleinen van de omvang van de ambtelijke organisatie. - Het verbeteren van de match tussen opgaven en personeel. - Het bevorderen van het gewenste gedrag van bestuur en medewerkers. - Het optimaliseren van de bedrijfsvoering. Om bovengenoemde veranderdoelen te realiseren zijn inmiddels de nodige stappen gezet. Zo is de nieuwe Hoofdstructuur operationeel, is er een nieuw besturings- en managementconcept vastgesteld, zijn de nieuwe hoofden eenheid en adjunct hoofden eenheid benoemd, heeft de Directie een voorgenomen reorganisatiebesluit genomen en is er een bedrijfsplan voor de organisatie vastgesteld. In dit bedrijfsplan is beschreven hoe de realisatie van de opgaven uit het Hoofdlijnenakkoord is geborgd, op welke wijze de verkleining van de ambtelijke organisatie wordt gerealiseerd en hoe tegelijkertijd een kwaliteitsimpuls aan de organisatie kan worden gegeven. Het bedrijfsplan kent een scope van tien jaar zodat de ambtelijke organisatie ook voor de langere termijn voldoende robuust is. Uiterlijk 1 november zijn de personele consequenties van het bedrijfsplan bekend en zal er gestart worden met de implementatie van het bedrijfsplan. 3 Cijfers conform Kerntakenbegroting 2012, p Statenvoorstel nr. PS/2012/275

14 Kansen voor Partnerschap De provincie Overijssel zoekt nadrukkelijk mogelijkheden tot samenwerking met andere overheden. Dit om de realisatie van onze ambities zo effectief en efficiënt mogelijk te bewerkstelligen. Kansen voor partnerschap vormt hiervan een voorbeeld. Dit is een samenwerkingsvorm met de gemeenten Zwolle en Kampen rondom bedrijfsvoering. Personeelsadministratie en salarisadministratie, ICT en inkoop worden samengevoegd in een Shared Service Centrum (SCC). Begin 2012 is door de drie partners de intentie uitgesproken om per 1 januari 2013 met het SCC van start te gaan. 2. Kerntaken Per kerntaak wordt aangegeven welke specifiekere externe ontwikkelingen, naast de ontwikkeling die in de voorgaande paragraaf reeds zijn benoemd, invloed hebben op het werken aan de betreffende kerntaak. Daarnaast geven wij inzicht in wat we komend jaar willen bereiken op de betreffende kerntaak. 2.1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer Ruimtelijke ontwikkeling vraagt om een samenhangende afweging van opgaven op het (boven)regionale niveau. De provincie is verantwoordelijk voor deze afweging en voor een integrale aanpak van de ruimtelijke ontwikkeling in de regio. De provincie legt de koppelingen tussen fysieke, sociaaleconomische en sociaal-culturele activiteiten. De ruimtelijke ontwikkeling is in kerntaak 1 nauw verbonden met het waterbeheer en het beheer van de ondergrond. Externe ontwikkelingen De invulling van provinciale taken in de ruimtelijke ontwikkeling en het waterbeheer is mede afhankelijk van een aantal externe ontwikkelingen. Het Rijk heeft met de vaststelling van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte zich grotendeels teruggetrokken uit de ruimtelijke ordening. Het aantal nationale belangen is teruggebracht naar dertien en deze belangen worden in principe alleen nog sectoraal behartigd. Het zal aan de provincies zijn om van hun rol als gebiedsregisseur en gebiedsontwikkelaar sectoroverstijgend te blijven denken. Bij onze provincie komt dit onder meer tot uiting in de actualisering van de Omgevingsvisie, de uitwerking van de Gebiedsagenda en de gebiedsontwikkelingen. Het Rijk werkt aan een nieuwe Omgevingswet waarin toetsingskaders voor ontwikkelingen in het fysieke domein worden geïntegreerd. Dit moet niet alleen procedurele winst opleveren, maar ook meer afwegingsruimte op lokaal en regionaal niveau. Overijssel beschikt met de Omgevingsvisie over een geïntegreerd beleidskader. De nieuwe Omgevingswet moet voor de provincie het instrumentarium opleveren om invulling te kunnen geven aan haar rol als gebiedsregisseur. Bij de vormgeving van de Omgevingswet vraagt de doorwerking van het Bestuursakkoord Water (april 2011) om afgestemde besluitvorming in IPO-verband. Vertrekpunt van het IPO is het kunnen realiseren van provinciale doelen via een programmatische aanpak. Onze inzet is dat de Omgevingswet en onze provinciale kaderstelling van omgevingsactiviteiten (ruimte, water en ondergrond) op elkaar aan blijven sluiten. Het Deltaprogramma bestudeert op nationale schaal de gevolgen van de klimaatverandering op te veel water (waterveiligheid) en te weinig water (droogte). De dynamiek en methodeontwikkeling van het Deltaprogramma zijn op onderdelen mede tempobepalend voor de uitvoering van het programma gebiedsontwikkeling IJssel-Vechtdelta. Vanuit dit programma leveren we inbreng in het Deltaprogramma en bijbehorende deltabeslissingen die in 2015 worden genomen door de Tweede Kamer (zie verder bij kerntaak 9). De toename van het aantal aanvragen voor boringen naar schalie- en steenkoolgas loopt vooruit op een nog door ons op te stellen beleidskader in de Omgevingsvisie en om een inbreng in de Rijksstructuurvisie diepe ondergrond. Onze inzet is om de wettelijke mogelijkheid te versterken tot provinciale advisering over activiteiten in de diepe ondergrond (bijvoorbeeld via een koppeling van Omgevingswet en Mijnbouwwet). Statenvoorstel nr. PS/2012/275 13

15 Voortgang realisatie Hoofdlijnenakkoord Kerntaak 1, Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer, kent de volgende opgaven uit het Hoofdlijnenakkoord: Nummer Omschrijving GS lid PS planning Fase 1 Wonen - starterleningen Bakker R 2 Leefbaarheid, stadsrandzones, groene omgeving Boerman R 3 Ruimtelijke kwaliteit Boerman Samen met 2 R 4 Woonomgeving Bakker R 5 Uiterwaarden Olst Boerman N.v.t. R 6 Actualisatie Omgevingsvisie Boerman 3e kwartaal 2012 P 7 Invulling waterkwaliteit en -kwantiteit Boerman N.n.b. N.v.t. 8 Samenwerking uitvoeringskracht waterschappen Boerman N.n.b. N.v.t. 12 Project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON) Boerman R 60 Netwerksteden inclusief spoorzone Zwolle GS P Opgave 1 en 4: Wonen starterleningen en woonomgeving Het programma Wonen wordt voortgezet in In 2013 zetten we vooral in op het verbeteren van de regionale samenwerking. Wij hebben de gemeenten gestimuleerd om de starterleningen voor de komende bestuursperiode opnieuw in te dienen. Door de stagnatie op de woningbouwmarkt worden de woningbouwafspraken neerwaarts bijgesteld. Hierdoor voorzien wij een verschuiving in de inzet van de stedelijke vernieuwingsgelden die nu gekoppeld zijn aan de gerealiseerde woningen binnenstedelijk. De middelen die voor stedelijke vernieuwing bestemd zijn, blijven wij inzetten voor stedelijke vernieuwing. De subsidieregeling wordt reeds in 2012 aangepast, om beter te kunnen inspelen op de veranderende woningmarkt. Opgaven 2 en 3: Stadsrandzones en de groene omgeving met Kwaliteit In het Hoofdlijnenakkoord is de investeringsimpuls Leefbaarheid, stadsrandzones en groene omgeving opgenomen. Daarnaast is de opgave Ruimtelijke Kwaliteit benoemd. In het investeringsbesluit van 16 mei 2012 zijn beide opgaven geïntegreerd. Conform dit besluit werken we aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit en investeren we in 2013 met name in stadsrandzones, de groenblauwe hoofdstructuur en energielandschappen. Opgave 5: Uiterwaarden Olst Het project vormt onderdeel van de Nadere Uitwerking Rivierengebied (NURG-programma) van het Rijk. Het op basis van de m.e.r. uit te werken planalternatief omvat een minder ingrijpende (kleiner van omvang) herinrichting van het plangebied dan oorspronkelijk gepland. De investering vanuit de provincie Overijssel in recreatie en ruimtelijke kwaliteit neemt door de minder ingrijpende herinrichting af van 6,7 miljoen naar 2,2 miljoen. De vrijkomende middelen worden overgeheveld naar de Algemene Dekkingsreserve. Het voorstel voor de vrijval is opgenomen in paragraaf 3.4 Actualisering bestaand beleid. Voor het overige wordt het project conform eerdere besluitvorming uitgevoerd. Opgave 6: Actualisatie Omgevingsvisie In 2009 hebben uw Staten de Omgevingsvisie vastgesteld. Deze visie is het centrale provinciale beleidsplan voor het fysieke leefmilieu in Overijssel en heeft ook de status van structuurvisie op grond van de Wro. In het Hoofdlijnenakkoord Kracht van Overijssel is een aantal onderwerpen opgenomen die aanleiding geeft tot een actualisering van de Omgevingsvisie. Vervolgens zijn op 8 november 2011 de kaders opgesteld voor de actualisering / verduidelijking van de Omgevingsvisie en verordening. Deze aanpak is erop gericht om de Omgevingsvisie en verordening om het zo te zeggen Hoofdlijnenakkoord-proof te maken. De actualisering is daarom beperkt tot de volgende onderwerpen: 1. Herijking EHS. 2. Wegencategorisering. 3. Windenergie (rol provincie). 4. Agrarische bouwpercelen / LOG s. 5. Kantorenbeleid. 6. Lokaal gewortelde bedrijvigheid. 14 Statenvoorstel nr. PS/2012/275

16 7. Geluidscontour gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. 8. Aanpassing verordening op basis van eerder uitgevoerde evaluatie. Het betreft voor de meeste onderwerpen kleine aanpassingen en verduidelijkingen. De herijking van de EHS en de begrenzing van LOG s zijn onderwerpen met een diepgaander karakter. Hiervoor hebben wij dan ook aparte trajecten opgestart. De werkzaamheden voor de aanpassingen worden in 2012 uitgevoerd. Vooralsnog willen wij de actualisering in december 2012 aan u aanbieden. Vanwege de voortgang van de herijking EHS kan het echter nodig zijn de planning aan te passen. In 2013 starten we het proces voor de evaluatie / Midterm Review en de brede herziening van de Omgevingsvisie. Hierbij gebruiken we de uitgevoerde planm.e.r. uit 2009 als nulmeting. Deze eerste brede herziening van de Omgevingsvisie is eind 2014 afgerond. Door de herijking EHS zullen de provinciale ambities voor delen van de Groen-Blauwe Hoofdstructuur met private middelen, nieuwe verdienmodellen en nieuwe vormen van samenwerking gerealiseerd gaan worden. Deze nieuwe uitvoeringsstrategie zal vanaf 2013 verder vorm krijgen. Opgave 7: Invulling waterkwaliteit en -kwantiteit In 2012 en 2013 worden de voorbereidingen getroffen voor de Stroomgebiedbeheerplannen Kaderrichtlijn water (KRW) en de Overstromingsrisicobeheerplannen (ROR) die in 2015 op stroomgebiedsniveau (i.c. Rijn-Oost) gereed moeten zijn. Het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur en de herijking van de EHS zet financiële druk op de uitvoering van maatregelen door de waterschappen. Verder wordt realisatie van KRW-maatregelen bemoeilijkt wanneer gronden niet langer een EHS-functie hebben. De geactualiseerde doelstellingen en maatregelen voor de KRW worden in 2014 geïntegreerd in de ontwerp Omgevingsvisie naar aanleiding van de brede herziening van de Omgevingsvisie. Opgave 12: Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON) In het Hoofdlijnenakkoord is onder de oude benaming Klimaat en Droogte geld beschikbaar gesteld voor dit project. In december 2011 heeft u middels een investeringsbesluit ingestemd met de richting en uitvoering. In 2013 wordt conform besluit gewerkt aan de inbreng in het deelprogramma Zoetwater (van het Deltaprogramma), de selectie van kansrijke strategieën en maatregelen, de inpassing in het huidige waterbeheer en intensivering van de benodigde communicatie en het overleg met regionale bestuurders over de te maken keuzes. Opgave 60: Netwerksteden inclusief spoorzone Zwolle Binnen deze opgave ontwikkelen wij voor elke netwerkstad (en provincie) een gezamenlijke toekomstbestendige ontwikkelagenda, een provinciaal afwegingskader en een uitvoeringsprogramma met een doorkijk naar de langere termijn. Hier wordt duidelijk wat gezamenlijke projecten en programma s van provincie en netwerkstad zijn, wie welke rol daarin heeft en wat de bijdrage (instrumenten, geld) van de provincie en/of de netwerkstad in kwestie is. Op basis van het eindresultaat van de strategische verkenning 'Schaalsprong in de IJssel- Vechtdelta' is in Zwolle Kampen Netwerkstad-verband (ZKN) gewerkt aan een uitvoeringsprogramma (werkprogramma Sterke Steden ZKN ). Dit werkprogramma met ZKN en provinciale bijdragen voor besluitvorming worden nog in 2012 voorgelegd aan uw Staten. In het uitvoeringsprogramma wordt onder andere voorgesteld welke bijdrage (instrumenten, investeringsimpuls netwerksteden) de provincie en de netwerkstad leveren aan welke projecten. Hieraan wordt in 2013 uitvoering gegeven. De integrale gebiedsontwikkeling Spoorzone Zwolle krijgt in dit uitvoeringsprogramma Zwolle Kampen Netwerkstad een prominente plek. Gedeputeerde Staten en de burgemeester en wethouders van Zwolle hebben afgesproken om gezamenlijk te werken aan een integrale visie waarin de ruimtelijk-economische ontwikkeling van dit gebied centraal staat. Deze visie wordt vertaald in een uitvoeringsprogramma voor Voor de Spoorzone Zwolle wordt aan uw Staten een separaat investeringsbesluit voorgelegd. De uitvoeringsprogramma s van de Netwerkstad Twente en Stedendriehoek-Deventer, beide onderdeel van het programma De kracht van de netwerksteden, worden in het voorjaar van 2013 voorgelegd aan de Staten. In deze programma s wordt voorgesteld welke bijdragen (inzet instrumenten en investeringsimpuls netwerksteden) wij als provincie aan de projecten in de netwerksteden leveren. Statenvoorstel nr. PS/2012/275 15

17 2.2. Milieu en Energie Bij de uitvoering van deze kerntaak hebben wij te maken met externe ontwikkelingen in wetgeving, zoals de m.e.r. in de Omgevingswet en vergunningverlening en handhaving in de natuurwetten. De uitvoering van de kerntaak op het gebied van energie, bodem en het programma Gezond en Veilig Leefmilieu verloopt volgens planning. Externe ontwikkelingen m.e.r.-regelgeving in de Omgevingswet In de nieuwe Omgevingswet wordt de m.e.r.-regelgeving opgenomen. Tegelijk wil de landelijke commissie voor de milieueffectrapportage via proefprojecten de m.e.r. meer inzetten als procesinstrument in plaats van toetsinstrument. Binnen Overijssel doen we aan deze vernieuwing mee met de inzet van het instrument m.e.r. en maken we gebruik van nieuwe systematieken (zoals de ervaring bij de digitale kansenkaart bij de A1-zone) teneinde het proces aanzienlijk te versnellen. Belangrijke resultaten van deze vernieuwing die van belang zijn voor Overijssel zijn: het proces van m.e.r. versnellen, integrale beoordeling van kwaliteiten en toegevoegde waarde zichtbaar maken. Vergunningverlening en nieuwe regelgeving Voor de uitvoering van de wettelijk verplichte taak van vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet) gaan wij voor 2013 voorlopig uit van de aantallen die in 2011 zijn verwerkt: 440 vergunningaanvragen en 120 verklaringen van geen bedenkingen. Totaal waren er 560 aanvragen waarvan 440 tot een beschikking hebben geleid. Eind 2012 verwachten wij PAS. Onder de PAS zal de toetsing van de agrarische vergunningaanvragen worden aangepast. Mede met het oog op het in werking treden van de nieuwe Wet Natuur in 2013, zullen wij een nieuwe inschatting maken van de benodigde inzet voor de vergunningverlening en behandeling van bezwaarschriften. De stikstofgerelateerde activiteiten (zoals agrarische bedrijven) blijven onverminderd vergunningplichtig. Hetzelfde geldt voor de Flora en Faunawet en de Boswet. Wij zullen eerst een analyse maken van de gevolgen van de decentralisatie, om een goede inschatting te kunnen maken van de benodigde inzet voor de nieuwe bevoegdheden en het beleid dat hiervoor ingezet moet worden. Tot die tijd gaan wij ervan uit dat de inzet uit bestaande middelen kan worden gedekt. Handhaving Op basis van het nalevingbeleid leunt het toezicht en de handhaving binnen deze provincie op drie sporen. Het eerste spoor is het opleveren van alle beschikkingen die worden afgegeven. Het tweede spoor is het periodiek controleren van alle vergunde locaties. Het derde spoor is het zoeken naar illegaliteiten c.q. onvergunde locaties. In het kader van de Nb-wet betreft dit een doelgroep van ongeveer agrariërs in Overijssel. Per jaar worden ongeveer 440 vergunningen aangevraagd en door de provincie verleend. Tot nog toe werd het werk dat hieruit voortkomt in het kader van handhaving bekostigd vanuit bestaande (incidentele) middelen. In lijn met de hiervoor beschreven werkwijze bij vergunningverlening maken wij eerst een analyse van de gevolgen van de decentralisatie en nieuwe regelgeving om een goede inschatting te kunnen maken van de benodigde inzet vanuit de nieuwe bevoegdheden, het beleid dat hiervoor ingezet moet worden en de behandeling van mogelijke bezwaarschriften. Tot die tijd gaan wij ervan uit dat de benodigde inzet uit bestaande middelen kan worden gedekt. Energie De doelstelling om in % hernieuwbare energie te hebben, krijgt toenemende steun uit de markt. De prijzen voor fossiele energie blijven stijgen. De omzet in duurzame energie stijgt met dubbele cijfers en zowel consumenten als bedrijven hebben een toenemende belangstelling. Tegelijkertijd hebben nieuwe projecten voor hernieuwbare energie het moeilijk, omdat het investeringsklimaat in Nederland als weinig stabiel wordt gezien. Met name de fiscale behandeling van groene energie is daarbij een knelpunt. 16 Statenvoorstel nr. PS/2012/275

18 Voortgang realisatie Hoofdlijnenakkoord Kerntaak 2, Milieu en Energie, kent de volgende opgaven uit het Hoofdlijnenakkoord: Nummer Omschrijving GS lid PS planning Fase 9 Sanering bodem en asbest Bakker R 10 Gezond en Veilig Leefmilieu Bakker R 11 Programma duurzame leefomgeving Bakker R 13 Doorgaan verbeteren luchtkwaliteit Bakker R 14 2e tranche uitvoeringsprojecten geluid langs provinciale wegen Bakker R 42 Energiefonds Rietkerk R 43 Energiepact Rietkerk N.v.t. R Opgave 9: Sanering - bodem en asbest Het projectplan van de investeringsprestatie Sanering asbest en bodem heeft u in december 2011 vastgesteld inclusief de financiering van 13 miljoen. Op dit moment worden de werkzaamheden voorbereid voor de sanerings- en onderzoeksopgaven voor de met asbest verontreinigde bodemlocaties. De aanpak van de spoedlocaties is gestart in 2009 en loopt conform planning door. Hiervoor zal een deel van de 13 miljoen zowel voor de sanering van de met asbest verontreinigde locaties als voor de spoedlocaties worden ingezet. Opgave 10, 11, 13 en 14: Gezond en Veilig Leefmilieu In het Hoofdlijnenakkoord is voor Gezond en Veilig Leefmilieu een bedrag van 8 miljoen en voor Duurzame Ontwikkeling een bedrag van 2 miljoen opgenomen. Voor uitvoering van de twee ontwikkelingen is een gezamenlijk programmaplan opgesteld. De uitvoeringsstrategie en activiteiten zijn in april 2012 vastgesteld door uw Staten, waarbij een totaal budget van 10 miljoen beschikbaar is gesteld. In 2013 zal de uitvoering conform het besluit van uw Staten worden doorgezet. Opgave 42 en 43: Energie De doelstelling om in % hernieuwbare energie te hebben, krijgt toenemende steun uit de markt. De prijzen voor fossiele energie blijven stijgen. De omzet in duurzame energie stijgt met dubbele cijfers en zowel consumenten als bedrijven hebben een toenemende belangstelling. Tegelijkertijd hebben nieuwe projecten voor hernieuwbare energie het moeilijk, omdat het investeringsklimaat in Nederland als weinig stabiel wordt gezien. Met name de fiscale behandeling van groene energie is daarbij een knelpunt. Met het Energiefonds Overijssel, dat naar verwachting in de tweede helft van 2012 operationeel zal zijn, willen wij voor projecten in Overijssel een gunstiger investeringsklimaat bereiken. Projecten voor bio-energie hebben daarnaast echter te kampen met stijgende prijzen voor biomassa en regelgeving (t.a.v. co-substraten en digistaat) die achterloopt bij de ontwikkelingen. De realisatie van zonne-, bodem- en windenergie verloopt volgens planning of beter. Voor energiebesparing bij bedrijven en woningeigenaren zijn nieuwe uitvoeringsmaatregelen vormgegeven, waarvan het effect in de loop van het jaar duidelijk zal worden. Lokale initiatieven van bedrijven en inwoners zijn in opkomst, bijvoorbeeld energiecoöperaties in Nieuwleusen, Hellendoorn en Hoonhorst. Wij hebben bij de landelijke wetgever gevraagd regelgeving zodanig aan te passen, dat deze stimulerend is voor dergelijke initiatieven (motie Van der Werf). In 2013 wordt de uitvoering conform het eerdere besluit doorgezet. 2.3 Inrichting landelijk gebied Externe ontwikkelingen die van invloed zijn op het uitvoeren van de kerntaak inrichting landelijk gebied zijn het gemeenschappelijk landbouwbeleid, ontwikkelingen in gelijkberechtiging van particulieren en terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties. Externe ontwikkelingen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid In het najaar van 2011 heeft de Europese Commissie haar voorstellen voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) inclusief het Plattelandsontwikkelingsbeleid (POP) voor de periode gepresenteerd. De voorstellen voor het markt- en prijsbeleid, de eerste pijler van het GLB, behelzen een wijziging van het stelsel van directe betalingen Statenvoorstel nr. PS/2012/275 17

19 (inkomenssubsidies) aan agrariërs en de afschaffing van het melkquotum in De voorstellen voorzien in een (op termijn) afbouw van generieke inkomensubsidies en een omvorming naar doelgerichte betalingen. In de voorstellen krijgen de agrariërs voortaan een basissubsidie per hectare, aangevuld met een subsidie voor vergroeningsmaatregelen. Verder voorzien de voorstellen erin dat het totale budget voor de directe betalingen voor Nederland met 8% verlaagd wordt. 30% hiervan dient te worden aangewend voor vergroeningsmaatregelen. De voorstellen hebben grote gevolgen voor de landbouw en het landelijk gebied. In totaal ontvangt de Overijsselse landbouw jaarlijks een bedrag van circa. 113 miljoen aan directe betalingen ( ), oftewel gemiddeld 495 per ha per jaar bij een Nederlandse gemiddelde van 425 per ha per jaar. Het aandeel van de directe betalingen in de agrarische inkomens in Overijssel is hoog: in van gemiddeld 30% in de melkveehouderij tot 50% - 100% in de akkerbouw en de kalverhouderij. Met deze voorstellen van de Europese Commissie (EC) zullen de directe betalingen aan agrariërs in Overijssel gemiddeld met 20 tot 35% afnemen. Dit leidt waarschijnlijk tot versnelling van het aantal bedrijfsbeëindigingen, verdere schaalvergroting van de blijvende bedrijven en intensivering van de productie. Deze laatste ontwikkeling krijgt ook een impuls door het voorstel van de EC het melkquotum in 2015 af te schaffen. Hierdoor zou de melkproductie in Overijssel kunnen uitbreiden. In de komende periode zullen wij de ontwikkelingen omtrent het GLB nauwgezet blijven volgen om te bepalen of, en zo ja op welke wijze wij op het gewijzigde GLB dienen in te spelen. De voorstellen voor het POP, de tweede pijler van het GLB, zijn veel minder ingrijpend en sluiten inhoudelijk aan op het huidige POP. In IPO-verband bereiden wij met de andere provincies en het Rijk de komende periode het POP-3 voor de periode voor. Naar verwachting vindt de besluitvorming over de voorstellen van de EC voor het GLB (inclusief POP) eind 2012-voorjaar 2013 plaats, waarna de uitvoering in 2014 aanvangt. Gelijkberechtiging De Verenging Gelijkberechtiging Grondbezitters (VGG) heeft in 2009 met succes een staatssteunklacht ingediend. Er is beroep gedaan bij de Europese Commissie voor gelijkberechtiging van particulieren en terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties (TBO s) bij doorlevering van gronden en subsidieverlening voor realisatie van de EHS. De essentie was dat TBO s de gronden voor realisatie van de EHS met 100% subsidie verkregen (gratis), terwijl particulieren de waardedaling van deze grond gesubsidieerd krijgen (landbouwgrondprijs minus de natuurgrondprijs). Als reactie hierop is door het Rijk, in overleg met de provincies, een nieuwe subsidieregeling ontwikkeld, waarbij gelijkberechtiging van TBO s en particulieren een belangrijk uitgangspunt is. Deze modelregeling is medio 2011 door de Europese Commissie goedgekeurd. De klacht van de VGG loopt nog bij de Europese Commissie. Het gevolg is dat particulieren gelijk behandeld moeten worden als terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties (TBO s). TBO s krijgen gronden voor realisatie van de EHS met 100% financiering, terwijl particulieren alleen de waardedaling van deze grond gesubsidieerd kregen (landbouwgrondprijs minus de natuurgrondprijs). Dit heeft ertoe geleid dat wij eind vorig jaar onze subsidieregeling grondverwerving realisatie nieuwe natuur hebben ingetrokken (zie PS-brief 2011/ dd ). Na de herijking van de EHS zullen wij een nieuwe subsidieregeling voor grondaankopen EHS vaststellen. In de nieuwe regeling worden particulieren en TBO s gelijkgesteld. Omgevingswet Evenals bij de twee voorgaande kerntaken, is de Omgevingswet ook van belang bij de kerntaak Inrichting Landelijk Gebied. Bepalingen in alle wetten die gevolgen (kunnen) hebben voor de fysieke leefomgeving worden gebundeld in de Omgevingswet. Dit betreft in elk geval de Wet Natuurbescherming, de Reconstructiewet en de Wet Ammoniak en Veehouderij. Uitgangspunten zijn integraal en doelgericht, decentraal, tenzij en aansluiten bij Europa. De planning is dat de wet in 2014 in werking zal treden. De wet heeft gevolgen voor de wijze van uitvoering van de prestaties inrichting landelijk gebied. Zodra hier meer duidelijkheid over is, zullen wij uw Staten informeren. Nieuwe natuurwet Op basis van een evaluatie van de werking van de drie groene wetten, (Natuurbeschermingswet, Flora- en Faunawet en Boswet) heeft het kabinet besloten de wetten te herzien en te integreren in één Natuurwet, de wet Natuurbescherming (die op termijn opgenomen zal worden in de nieuwe Omgevingswet). Naast het samenvoegen van de drie groene wetten, regelt de wet ook de verdeling van bevoegdheden zoals overeengekomen in het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur. In de planning wordt uitgegaan van 18 Statenvoorstel nr. PS/2012/275

20 inwerkingtreding van de wet op 1 januari Naar verwachting gaat het wetvoorstel deze zomer ter instemming naar de Tweede en de Eerste Kamer. In het wetsvoorstel staan nog een aantal bestuurlijke bespreekpunten over de juiste implementatie van het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur en de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de wet. De provincies blijven zich inzetten in IPO-verband om de bespreekpunten op te lossen. Voor de nieuwe wet Natuurbescherming in Overijssel in werking kan treden zullen wij naast het opstellen van beleidskaders ook een aangepast instrumentarium opstellen en onze handhavingstrategie op de nakoming van de groene wetten herzien. Wij komen hier bij u op terug. De nog vast te stellen nieuwe wet Natuur is tevens de basis voor de in het Onderhandelingsakkoord opgenomen nog te decentraliseren taken. Daarbij moet op basis van de Financiële verhoudingswet worden getoetst of er voldoende Rijksmiddelen worden overgeheveld om de taken te kunnen uitvoeren of dat er aanvullende maatregelen nodig zijn. De diverse bij de uitvoering van het natuurbeleid betrokken uitvoeringsorganisaties worden (deels) overgeheveld naar de provincies. Het tijdstip waarop varieert. De Dienst Landelijk Gebied komt per 1 januari 2015 over naar de provincies, de delen van de Dienst Regelingen en de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit de komende jaren. Als gevolg van deze decentralisatie (en het vervroegd afrekenen van de ILG-bestuursovereenkomsten, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2011) zijn frictiekosten voorzien. Zodra de uitwerking en financiële consequenties beschikbaar zijn, zullen uw Staten nader worden geïnformeerd. Nieuwe WILG De Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) wordt aangepast. De nieuwe wet is grotendeels een uitwerking van het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur. Het wetsvoorstel betreft de volgende wijzigingen: het schrappen van de programmeringsystematiek van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), de afrekening van de ILGbestuursovereenkomsten en een kleine aanpassing van het landinrichtingsinstrumentarium. In de planning wordt uitgegaan van inwerkingtreding van de wet op 1 januari Het is van groot belang dat de afspraken uit het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur goed in de WILG komen. De provincies zullen zich in IPO-verband hiervoor inzetten. Prestatieafspraken Naar aanleiding van het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur en het Coalitieakkoord hebben wij besloten de meerjarige prestatieafspraken met Landschap Overijssel te beëindigen. In het traject van de verdeling en invulling van het KvO-budget wordt bezien of het noodzakelijk is om prestaties uit de beëindigde prestatieafspraken op enige manier te laten continueren. Voortgang realisatie Hoofdlijnenakkoord Kerntaak 3, inrichting landelijk gebied, kent de volgende opgaven uit het Hoofdlijnenakkoord: Nummer Omschrijving GS lid PS planning Fase 15A Investeringen natuur en landschap (best verpl. pmjp) Maij R 15B Frictiekosten decentralisatie natuurbeleid Maij R 16 Investeringen landbouw (herverkaveling) Maij P 17A Beheer natuur Maij P 17B Nationaal Landschap IJsseldelta Rietkerk P 17C Nationaal Landschap Noordoost-Twente Bakker P 18 Groen Blauwe diensten Maij P 19 Natura 2000 / PAS (incl. herijking EHS) Maij P Voor de voortgang van de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord wordt kortheidshalve verwezen naar de inleiding van deze Perspectiefnota, waar uitgebreid is stilgestaan bij het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur. Statenvoorstel nr. PS/2012/275 19

Statenvoorstel nr. PS/2012/275 (2 e versie)

Statenvoorstel nr. PS/2012/275 (2 e versie) Statenvoorstel nr. PS/2012/275 (2 e versie) Perspectiefnota 2013 Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 29 mei 2012 2012/0144730 dhr. B. Zinger, telefoon 038 499 82 13 e-mail B.Zinger@overijssel.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012 Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Provinciale Staten Datum: woensdag 14 november 2012 Aanvang: 10:00 uur (de vergadering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2013 33 400 C Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel,

Provinciale Staten van Overijssel, Besluit PS/2016/400 Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 24 mei 2016 - kenmerk 2016/0164733 en zoals door Provinciale Staten bij amendement gewijzigd op

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting.

Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting. Bijlage bij Statenbrief Natuurpact en Bestuursovereenkomst grond Zaaknummer 2013-013508 Toelichting op het Natuurpact 1. Inleiding Aanleiding In de vergadering van uw Staten op 7 november 2012 heeft ons

Nadere informatie

Weerstandsvermogen. Begroting Actueel weerstandsvermogen op concernniveau

Weerstandsvermogen. Begroting Actueel weerstandsvermogen op concernniveau Weerstandsvermogen Begroting 2017 De uitvoering van provinciale activiteiten brengt risico's met zich mee. Een actief risicomanagementbeleid helpt bij het beheersen van deze risico's. Uw Staten stellen

Nadere informatie

2 6 MRT 2009. Twee Voor mogelijke risico's in de diverse gebiedsontwikkelingen wordt zo nodig een buffer aangehouden.

2 6 MRT 2009. Twee Voor mogelijke risico's in de diverse gebiedsontwikkelingen wordt zo nodig een buffer aangehouden. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincje.overijssel.nl postbus@overijssel. nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Provinciale Staten van Overijssel VAN Reg.nr.

Nadere informatie

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting Actueel financieel beeld voor de jaren 2018-2022 Met dit overzicht schetsen wij het actuele financiële beeld voor de gemeente Gooise Meren voor de komende jaren. Dit overzicht dient meerdere doelen. Ten

Nadere informatie

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS 2013-37 Aan : Raadsleden gemeente Boxmeer Van : College van Burgemeester en Wethouders Kopie : Datum : 23 januari 2013 Onderwerp : Decembercirculaire 2012 Bijlage(n) :

Nadere informatie

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

Bijlagen 1 Voorjaarsnota Raadsvoorstel Agendapunt: Onderwerp Voorjaarsnota 2012 Datum voorstel 10 april 2012 Datum raadsvergadering 15 mei 2012 Bijlagen 1 Voorjaarsnota Ter inzage Aan de gemeenteraad, 0. Samenvatting De voorjaarsnota

Nadere informatie

De Begrotingscyclus. Planning en Control in Gelderland

De Begrotingscyclus. Planning en Control in Gelderland De Begrotingscyclus Planning en Control in Gelderland Wettelijk kader (verslaggevingsregels) Provinciewet Planning en Control documenten opstellen conform BBV BBV = Besluit begroting en verantwoording

Nadere informatie

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels Gemeente Albrandswaard Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels Gemeente Albrandswaard Datum: 18 mei 2012 Afdeling: Bestuur, team ontwikkeling Afdelingshoofd:

Nadere informatie

Financiële begroting 2015 samengevat

Financiële begroting 2015 samengevat Financiële begroting 2015 samengevat Begrotingscyclus Het beleid en de financiën van de provincie komen op een aantal momenten in het jaar provinciebreed aan de orde. Dit wordt ook wel de begrotings- of

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5 2017MME151 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 26 september 2017 NUMMER PS AFDELING Managementondersteuning COMMISSIE Alle STELLER Alex van der Weij DOORKIESNUMMER 3992 DOCUMENTUMNUMMER

Nadere informatie

Investeringsbesluit Nederlands Symfonie Orkest/het Orkest van het Oosten

Investeringsbesluit Nederlands Symfonie Orkest/het Orkest van het Oosten Statenvoorstel nr. PS/2011/886 Investeringsbesluit Nederlands Symfonie Orkest/het Orkest van het Oosten Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 15 november 2011 2011/0224060 dhr. W.RJ. de Haas, telefoon 038499

Nadere informatie

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen 2012-2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding a. Aanleiding en kader b. Proces 2. Risicomanagement a. Risico's en risicomanagement b. Invoering van risicomanagement

Nadere informatie

Begroting 2017 Samenvatting van het voorgestelde besluit Inleiding en probleemstelling Overwegingen 1.

Begroting 2017 Samenvatting van het voorgestelde besluit Inleiding en probleemstelling Overwegingen 1. Statenvoorstel nr. PS/2016/824 Begroting 2017 Datum 27.09.2016 GS-kenmerk 2016/0378992 Inlichtingen bij dhr. R. Küpper, telefoon 038 499 8959 e-mail R.Kupper@Overijssel.nl Aan Provinciale Staten Onderwerp

Nadere informatie

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget INFORMATIENOTITIE AAN VAN ONDERWERP De leden van de Gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget DATUM 7 maart 2019 BIJLAGE - REGISTRATIENUMMER

Nadere informatie

Aan Provinciale Staten

Aan Provinciale Staten www.prv-overijssel.nl Aan Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 85 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum PS/2003/872 d.d.

Nadere informatie

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr 19 mei 2015 Corr.nr. 2015-20.867, FC Nummer 36/2015 Zaaknr. 574002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Voorjaarsnota 2015 en de daarin opgenomen

Nadere informatie

Financiële vertaling Profiel provincies

Financiële vertaling Profiel provincies Financiële vertaling Profiel provincies De provincies leveren al een forse bijdrage aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën. In de periode 2008-2011 wordt jaarlijks 200 miljoen euro bijgedragen

Nadere informatie

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1 Bijlage 4 Stresstest Kadernota 2018 10 mei 2017 Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1 1. Aanleiding 3. Uitwerking stappen stresstest Op verzoek van Provinciale Staten wordt sinds 2013 jaarlijks een stresstest

Nadere informatie

Mededeling. Dotum. Onderwerp P3-samenwerking. Registratienummer 1405330. 9 Oktober 2012 Auteur mr. E.M. Straling Afdelingl Bureau KBJZ

Mededeling. Dotum. Onderwerp P3-samenwerking. Registratienummer 1405330. 9 Oktober 2012 Auteur mr. E.M. Straling Afdelingl Bureau KBJZ PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp P3-samenwerking Doel van deze mededeling: Ter informatie. Toezegging/ motie/ amendement: Niet van toepassing. Inleiding: Deze mededeling is een vervolg op de mededeling

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 13-9-2016 NUMMER PS PS2016PS17 AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Leo Donker DOORKIESNUMMER 0646994683 DOCUMENTUMNUMMER 818ACAEO PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Statenvoorstel. Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergadering November 2017 Nummer 7048 Onderwerp Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur 2018-2047 Vergaderdatum GS: 2 oktober 2017 Portefeuillehouder: Vermeulen, F Uiterlijke beslistermijn:

Nadere informatie

Aanleiding en probleemstelling

Aanleiding en probleemstelling No.: Portefeuillehouder: Wethouder Harmsen Afdeling: Welzijn en Onderwijs Behandelaar: C.H.A.M. Weterings De raad van de gemeente Tholen Tholen, 16 juni 2015 Onderwerp: voorstel om in te stemmen met de

Nadere informatie

Agenda van de openbare Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn van 23 januari 2013

Agenda van de openbare Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn van 23 januari 2013 Agenda van de openbare Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn van 23 januari 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn

Nadere informatie

Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten

Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten Toelichting sleutelprojecten programma Stad en Regio 2012-2015/17 1 1 Inlichtingen bij dhr. A.J.H.P. Elferink, (026) 3599756, e-mailadres a.elferink@gelderland.nl

Nadere informatie

Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting

Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting 1. Algemene reserve (gelabeld deel) Het gelabelde deel van de algemene reserve neemt toe van 3.3 miljoen naar 5,2

Nadere informatie

Investeren in (frisse) scholen en svz rijksregelgeving

Investeren in (frisse) scholen en svz rijksregelgeving Investeren in (frisse) scholen en svz rijksregelgeving Joop Pennings Directie Woon- en Leefomgeving DG Wonen en Bouwen 20 maart 2013 Inhoud 1. Wet hof 2. Schatkistbankieren 3. BTW-compensatiefonds 4. Ten

Nadere informatie

Voor het evenementenbeleid stellen wij voor ,-- beschikbaar te stellen.

Voor het evenementenbeleid stellen wij voor ,-- beschikbaar te stellen. Staten voorstel nr. PS/2016/380 Investeringsvoorstel Evenementenbeleid 2017-2019 Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 31.05.2016 2016/0180465 mw. H.AJ. Meelissen, telefoon 038 499 74 88 e-mail H.Meelissen@overijssel.nl

Nadere informatie

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS 20170512 1. INLEIDING In 2016 hebben we met u en met de samenleving intensief gesproken over de toekomst van Zutphen. Gezamenlijk hebben we vastgesteld

Nadere informatie

Nota risicomanagement 2014

Nota risicomanagement 2014 Nota risicomanagement 2014 Opgesteld door: Afdeling concerncontrol D.d.: Februari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Wettelijk kader en doelstellingen... 6 2.1 BBV... 6 2.2 Doelstellingen... 6 3 Risicomanagement...

Nadere informatie

Statenvoorstel 27/11 A

Statenvoorstel 27/11 A Statenvoorstel 27/11 A Voorgestelde behandeling: PS-vergadering : 1 juli 2011 Statencommissie : Commissie voor Economische Zaken en Bestuur, 17 juni 2011 Onderwerp Bestuursakkoord 2011-2015 Rijk - Interprovinciaal

Nadere informatie

Rekenkamerbrief betreffende vertaling coalitieakkoord 2007-2011 Vertrouwen verbinden versnellen in programmabegroting 2008

Rekenkamerbrief betreffende vertaling coalitieakkoord 2007-2011 Vertrouwen verbinden versnellen in programmabegroting 2008 Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 8012 EE Zwolle Aan: Provinciale Staten van Overijssel In kopie aan: Commissaris van de Koningin, dhr. G. Jansen Gedeputeerde Staten van Gelderland Betreft: Rekenkamerbrief

Nadere informatie

Kennisnemen van Het overzicht met de programmering van projecten voor de portefeuille Mobiliteit.

Kennisnemen van Het overzicht met de programmering van projecten voor de portefeuille Mobiliteit. Statenmededeling Onderwerp Programmering Mobiliteit in Brabant (2018-2023). Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Het overzicht met de programmering van projecten voor de portefeuille

Nadere informatie

Memo. Geachte leden van Provinciale Staten.

Memo. Geachte leden van Provinciale Staten. Memo Datum 21 september 2011 Aan Registratienummer: 1216943 Afdeling Van Gedeputeerden Appelman en Witteman Doorkiesnummer Betreft Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur Afschrift Opmerkingen Geachte

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provincie Flevoland (FL) t.a.v. de Provinciale Staten Postbus 55 8200 AB LELYSTAD DGBK/Bestuur, Democratie

Nadere informatie

Prestatie I/S Omschrijving Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten

Prestatie I/S Omschrijving Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Actualisering bestedingen ten laste van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel 1 Leefbaarheid kleine kernen 1 1.1 Zorgvuldige afweging van de ruimtelijke belangen 1.1.2 I - programmakosten 300-300

Nadere informatie

Tabel 3-1 bedragen x 1.000

Tabel 3-1 bedragen x 1.000 3 Ruimte en Wonen Wat mag het kosten Tabel 3-1 bedragen x 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 actualisatie perspectief energie hoofdinfrastructuur -0,1 actualisatie Wabo 1,0 0,3 0,3 0,3 0,3 kavelwinkel ICT

Nadere informatie

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 22 september 2015 Vragen nr. 87 Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel

Provinciale Staten van Overijssel www.prv-overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 48 20 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum MI/2004/1381

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Overijssel Postbus 10078 8000 GB ZWOLLE PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr.

Nadere informatie

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013 Begroting 2014 Aanbieding Gemeenteraad ember Laatste begroting deze raadsperiode Sluitende begroting 2014 Meerjarenperspectief moeilijk Bezuinigingsplan Strategische investeringen Ambities Stadsvisie Belastingen

Nadere informatie

Onderwerp Meicirculaire 2009 Gemeentefonds en aanpassingen begroting 2009

Onderwerp Meicirculaire 2009 Gemeentefonds en aanpassingen begroting 2009 Gemeente Appingedam Raadsvoorstel Raadsagenda d.d.: 17 september 2009 Voorstel nummer : 9 Behandelend ambtenaar : A. Schuur Telefoonnummer : 0596 691241 E-mailadres : a.schuur@appingedam.nl Portefeuillehouder

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen RMH

Nota Reserves en Voorzieningen RMH Nota Reserves en Voorzieningen RMH 1. Inleiding De reserves en voorzieningen vormen een belangrijk onderdeel van de vermogenspositie van de Regio Midden Holland (RMH). Zowel vanuit bestuurlijk als bedrijfseconomisch

Nadere informatie

1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder: mevrouw J.A. de Vries Baten en lasten Bedragen x 1.000 Realisatie 2011 2012 2013 2014 2015 2016 - Baten 10.1 Provinciefonds

Nadere informatie

resen ati tie Onderhandelaarsakkoord

resen ati tie Onderhandelaarsakkoord Presentatie ti Onderhandelaarsakkoord Hoofdlijnen Akkoord Focus op: Decentralisatie operaties (principes en proces) Financiële verhoudingen Bestuurlijke verhoudingen en omgangsvormen Daarnaast beperkt

Nadere informatie

De financiële begroting. In één oogopslag. Maastricht, 7 november 2014

De financiële begroting. In één oogopslag. Maastricht, 7 november 2014 De financiële begroting 2015 In één oogopslag Maastricht, 7 november 2014 Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 BEGROTING 2015-2018... 4 3 LASTEN BEGROTING 2015... 5 4 NIEUW BELEID 2015-2018... 6 5 BATEN BEGROTING

Nadere informatie

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen.

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen. Onderhandelingsakkoord tussen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het dagelijks bestuur van het Korpsbeheerdersberaad i.o. inzake het pakket aan maatregelen en afspraken in het

Nadere informatie

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) BOB 14/001 BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) Aan de raad, Voorgeschiedenis / aanleiding Per 1 januari 2015 worden de volgende taken vanuit het rijk naar de gemeenten gedecentraliseerd:

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5 2018MME22 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 19 december 2017 NUMMER PS AFDELING Domein Mobiliteit COMMISSIE MME STELLER Pauline Bredt DOORKIESNUMMER 06-22161118 DOCUMENTUMNUMMER 81C592AA

Nadere informatie

Begroting Aanbieding Raad

Begroting Aanbieding Raad Begroting 2013 Aanbieding Raad Agenda Financieel meerjarenperspectief 2013 e.v. Onzekerheden en risico s Bezuinigingen IVP en strategische investeringen Traject behandeling Presentatie begroting 2013 2

Nadere informatie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 13 juni 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Behandeld ambtenaar : mw L.G.J van Westbroek E-mailadres: lgj.van.westbroek@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.0848 B.17.0848 Landgraaf, 4 mei 2017 ONDERWERP: Zienswijze raad op de ontwerpbegroting 2018 stadsregio Parkstad Limburg PROGRAMMA

Nadere informatie

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting De begroting van de provincie Utrecht voor 2012 Een samenvatting Hoeveel gaat de provincie Utrecht in 2012 uitgeven? Waaraan en waarom? Dat leest u in deze samenvatting. U zult zien dat wij voor 2012 duidelijke

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 10 mei 2012 Agendapuntnummer : VIII, punt 6 Besluitnummer : 389 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Programma Decentralisaties.

Nadere informatie

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling Statenvoorstel P r o v i n c i e F l e v o l a n d Statenvoorstel *450788* Aan: Provinciale Staten Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

Nadere informatie

Uitgangspunten Programma De Uitgangspunten Programma geven de richting aan de op te stellen conceptbegrotingen.

Uitgangspunten Programma De Uitgangspunten Programma geven de richting aan de op te stellen conceptbegrotingen. Adviescommissie 7 oktober 2013 agendapunt 8 Dagelijks bestuur 17 oktober 2013 Algemeen bestuur 21 november 2013 Bijlagen 1 Uitgangspunten Programma 2014-2015 De Uitgangspunten Programma 2014 2015 geven

Nadere informatie

*ZEA006D8E93* Raadsvergadering d.d. 30 juni 2015

*ZEA006D8E93* Raadsvergadering d.d. 30 juni 2015 *ZEA006D8E93* Raadsvergadering d.d. 30 juni 2015 Agendanr. 13. Aan de Raad No.ZA.15-33292/DV.15-498, afdeling Samenleving. Sellingen, 18 juni 2015 Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2014, Actualisatie

Nadere informatie

Bijlage: wijzigingen ten opzichte van oude uitgangspunten

Bijlage: wijzigingen ten opzichte van oude uitgangspunten Bijlage: wijzigingen ten opzichte van oude uitgangspunten 1 1. Indexering loon en prijs 1. Methodiek indexatie 1.1. Voor de loonontwikkeling wordt uitgegaan van de CAO gemeenten (CAR-UWO). Zolang er geen

Nadere informatie

VMLJ Sweelssen. Telefoonnummer:

VMLJ Sweelssen. Telefoonnummer: Raadsvergadering 01-12-2015 Volgnummer 113-2015 Onderwerp Wijziging beleidsnota Reserves, voorzieningen, weerstandsvermogen en risicomanagement Programmanummer - Registratienummer Collegevergadering 29-09-2015

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Portefeuillehouder: mw. A.A.C. Groot Kenmerk: 247735 /

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen 2015-2018

Nota reserves en voorzieningen 2015-2018 Nota reserves en voorzieningen 2015-2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Beleidslijnen reserves en voorzieningen... 4 2.1 Definities en regelgeving... 4 2.2 Toerekening van rente... 5 3. Huidige standen

Nadere informatie

Bestedingsplan mobiliteit 2017

Bestedingsplan mobiliteit 2017 Bestedingsplan mobiliteit 2017 Provincie Zuid-Holland Status: Definitief Datum: 11 oktober 2016 BESTEDINGSPLAN MOBILITEIT 3 TOELICHTING BESTEDINGEN 5 A. OPENBAAR VERVOER...5 B. INFRASTRUCTUUR...6 C. GEDRAGSBEÏNVLOEDING

Nadere informatie

Betreft vergadering Provinciale Staten 14 november Commissiegriffier Margreeth Trimpe

Betreft vergadering Provinciale Staten 14 november Commissiegriffier Margreeth Trimpe Griffier van de Staten Geleidebrief Kaderstellend Naam voorstel Statenvoorstel 11 e wijziging begroting 2014 Nummer SERV174 Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn 17 oktober 2014 Betreft vergadering Provinciale

Nadere informatie

Toekomst Riegmeer: 3 e sessie werkgroep Raad 5 juli. 1. Inleiding

Toekomst Riegmeer: 3 e sessie werkgroep Raad 5 juli. 1. Inleiding Toekomst Riegmeer: 3 e sessie werkgroep Raad 5 juli 1. Inleiding Met een commissie vanuit de raad is de afgelopen maanden gekeken welke opties en scenario s denkbaar zijn als het gaat om de toekomst van

Nadere informatie

HOLLAND. Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten

HOLLAND. Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten Voordracht aan Provinciale Staten HOLLAND van Gedeputeerde Staten Onderwerp Meerjarenprogramma Provinciale Infrastructuur (MP!) 2015 t/m 2029 en Meerjarenprogramma Onderhoud Infrastructuur (MPO) 2015 t/m

Nadere informatie

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag.

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag. STATENVOORSTEL Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle Registratienummer : 2005cgc000636i Rapporteur : J.G.P. van Bergen Titel : Programmabegroting 2006 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030 Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030 Gemeente Bussum Vaststellen Perspectiefnota 2015 Brinklaan 35 Postbus 6000 1400 HA Bussum Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

1. Mutaties Themabegroting 2017

1. Mutaties Themabegroting 2017 1. Mutaties Themabegroting 2017 Totaal per thema Mutaties Omschrijving thema Bedrag afwijking 1 Financiën en Bedrijfsvoering 17.200 2 Sociaal Domein 0 3 Onderwijs en Sport (accommodaties) -92.000 4 Eigen

Nadere informatie

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter Aan Gemeenteraad Datum Betreft Contactpersoon 23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter Doorkiesnummer Email Bijlage(n) Ons kenmerk Uw kenmerk CC 1 592113 Hofhoek 5

Nadere informatie

Provinciale Staten. Vergadering 6 november 2013.

Provinciale Staten. Vergadering 6 november 2013. Provinciale Staten Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Inlichtingen bij dhr. J.J. Wezenberg

Nadere informatie

VERGADERING VAN DE REGIORAAD. Van de Regioraad wordt gevraagd: Samenvatting CONCEPT. Dhr. Reneman

VERGADERING VAN DE REGIORAAD. Van de Regioraad wordt gevraagd: Samenvatting CONCEPT. Dhr. Reneman Vergaderdatum Regioraad (16-10-2018) Agendapunt CONCEPT Onderwerp Programmabegroting 2019-2022 Portefeuillehouder Dhr. Reneman Van de Regioraad wordt gevraagd: 1 Kennis te nemen van de ontvangen zienswijzen

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 15 februari 2018 U Lbr. 18/004. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 15 februari 2018 U Lbr. 18/004. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 15 februari 2018 Ons kenmerk COS/U201800112 Lbr. 18/004 Telefoon 070 373 83 93 Bijlage(n) 1 Onderwerp Stand van zaken Interbestuurlijk Programma Samenvatting

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823 Raadsstuk Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823 1. Inleiding De gemeenteraad stelt kaders vast o.a. in de vorm van gemeentelijke verordeningen. De financiële beheersverordening

Nadere informatie

Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 discussiememo p&c cyclus

Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 discussiememo p&c cyclus Postregistratienummer: 2009i01003 Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 Onderwerp: discussiememo p&c cyclus Naam auteur: Yvonne van Halem Memo Postregistratienummer: 2009i00628

Nadere informatie

*1518441* Statenvoorstel

*1518441* Statenvoorstel Statenvoorstel ** Aan Provinciale Staten Onderwerp Zomernota 2013 Besluitvormingsronde Statendag 25 september 2013 (ov) / 16 oktober 2013 Agendapunt 1. Beslispunten 1. De Zomernota 2013 vast te stellen;

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven Nr. 628 6 november 2017 Beleidsregels reserves en voorzieningen 2018 1. Inleiding Binnen de

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2015/867

Statenvoorstel nr. PS/2015/867 Gebruik van de diepe ondergrond Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 17.11.2015 2015/0361062 mw. ME. Sicco Smit, telefoon 038 4997838 e-mail me.siccosmit@overijssel.nl hr. F. Stam, telefoon 038 4997853 e-mail:

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen: agendapunt B.05 1046082 Aan Verenigde Vergadering ONTWERP NOTA RISICOMANAGEMENT DELFLAND Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 05-06-2014 I. De Nota risico's en weerstandsvermogen Delfland, vastgesteld

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER 2016 Programmabegroting 2017 Te besluiten om: 1. De programmabegroting 2017 vast te stellen, waarmee tevens wordt besloten om: 2. Voor de financiën

Nadere informatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend

Datum: Informerend. Datum: Adviserend Oplegvel 1. Onderwerp Concept jaarrekening 2018 2. Rol van het Basistaak samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Een financieel gezond samenwerkingsverband 4. Behandelschema: Datum: Informerend

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 6

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 6 2018BEM55 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 12 juni 2018 NUMMER PS AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Arjan Vermeeren DOORKIESNUMMER 3321 DOCUMENTUMNUMMER 81D3E4D8 PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/11979 Datum : 3 juni 2013 Programma : Economie, Werk en Inkomen Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder

Nadere informatie

: dhr. J.L.M. Vlaar : drs M F C. Gadella-van Gils

: dhr. J.L.M. Vlaar : drs M F C. Gadella-van Gils RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 27 oktober 2016 Zaaknummer : 376584 Datum Raadsvergadering : 7 november 2016 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum;

Nadere informatie

PS2008WMC Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

PS2008WMC Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5 PS2008WMC19-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 30 september 2008 Nummer PS : PS2008WMC19 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2008INT229290 Portefeuillehouder : Raven

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

Advisering Bestuurscommissie Zuid-Holland Noord (BC ZHN)

Advisering Bestuurscommissie Zuid-Holland Noord (BC ZHN) Memo Postregistratienummer: 2013I01488 Aan: Kees Wassenaar CC: Wim van Poelgeest Van: Simone Berk Datum: 11 oktober 2013 Betreft: Advisering BC en AB RDOG 16 oktober 2013 Advisering Bestuurscommissie Zuid-Holland

Nadere informatie

Registratienr.: BP

Registratienr.: BP Registratienr.: BP16.00160 Openbaar Onderwerp Dienstenpakket 2016 en (gewijzigde) subsidie 2016 ContourdeTwern Samenvatting De gemeente Boxtel heeft verschillende diensten op het gebied van hulpverlening,

Nadere informatie

7) Kwaliteit van het openbaar bestuur

7) Kwaliteit van het openbaar bestuur 7) Kwaliteit van het openbaar bestuur Toelichting mutatie plandoel Samen met de bijstelling van budgetten stellen wij uw Staten voor om t.a.v. deze kerntaak een wijziging m.b.t. de plandoelen te accorderen.

Nadere informatie

Voorstellen waarover geen consensus bestaat (categorie 1) Onderwerp Standpunten Reactie dagelijks bestuur 1 Vorming frictiekostenreserve (voorstel 20) 1.1 De hoogte van de standpunten te zien als een geoormerkte

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013 VERGADERDATUM 23 april 2013 SSO SECTOR/AFDELING STUKDATUM NAAM STELLER 3 april 2013 R.J.E. Peeters ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 12 Voorstel Kennisnemen van het projectplan voor Waterbeheerplan 3 waarin

Nadere informatie

^Zeeland. llll lllllll lllll lllll llll llll 30 MEI viva Provincie. Gedeputeerde Staten

^Zeeland. llll lllllll lllll lllll llll llll 30 MEI viva Provincie. Gedeputeerde Staten Gedeputeerde Staten 180 ' 3428 viva Provincie ^Zeeland Voorzitter Provinciale Staten van Zeeland t.a.v. de statengriffier onderwerp Voorjaarsnota 2018, gewijzigd meerjarenperspectief en begrotingwijziging

Nadere informatie

RECREATIESCHAP HET TWISKE Adviescommissie 5 november 2012 agendapunt 9 Dagelijks bestuur 15 november 2012 Algemeen bestuur 5 december 2012

RECREATIESCHAP HET TWISKE Adviescommissie 5 november 2012 agendapunt 9 Dagelijks bestuur 15 november 2012 Algemeen bestuur 5 december 2012 RECREATIESCHAP HET TWISKE Adviescommissie 5 november 2012 agendapunt 9 Dagelijks bestuur 15 november 2012 Algemeen bestuur 5 december 2012 Aantal bijlagen 1 Onderwerp Meerjarenperspectief en financiële

Nadere informatie

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie