NOTULEN van het verhandelde in de openbare raadsvergadering, gehouden ten raadhuize op woensdag 25 april 2007 om uur. Nr. 07it00348.

Transcriptie

1 NOTULEN van het verhandelde in de openbare raadsvergadering, gehouden ten raadhuize op woensdag april 07 om uur. Nr. 07it A G E N D A : 1 Opening 2 Vaststelling van de raadsagenda 3 Onderzoek geloofsbrieven tijdelijk raadslid Lijst Coumans 4 Beëdiging tijdelijk raadslid Lijst Coumans 5 Goedkeuring van de notulen van de raadsvergadering van 28 maart 07 6 Ingekomen stukken AKKOORDSTUKKEN 7 Ontwerpbesluit inzake onderzoek jaarrekening 06 door rekenkamercommissie 8 Ontwerpbesluit inzake verhoging gemeentelijke bijdrage Parkstad Limburg 9 Ontwerpbesluit inzake vaststelling Bestemmingsplan Grachterheide Ontwerpbesluit inzake vaststelling Bestemmingsplan Laethof 11 Ontwerpbesluit inzake intrekking raadsbesluit 06Rb057 d.d. 29 november 06 betreffende het ontwerp bestemmingsplan buitengebied 1 e herziening met uitzondering van deelgebied 2 BESPREEKSTUKKEN 12 Ontwerpbesluit inzake vaststelling bestemmingsplan buitengebied 1 e herziening. 13 Ontwerpbesluit inzake vaststelling van de rapportage Eindverantwoording Brede School Kerkrade-Oost 14 Ontwerpbesluit inzake vaststelling van de rapportage Eindverantwoording Campus Kerkrade Initiatiefvoorstel SP Kerkrade, VVD Kerkrade en GroenLinks Kerkrade inzake gemeentelijke dwangsommen 16 Adhesiebetuiging GroenLinks inzake mijnwerkerspensioenen 17 Sluiting. Aanwezig de leden: Afwezig de leden: M.A.H. van Aken, P.A.A. Bell, J.G. Bok, A.H.M. Brauers, L.J.M. Crombach, J.L.P. Hanssen, W.J. Heijltjes, H.G. Housen, H.J.G.M. Jacobs, M.H. de Jong-Bisschops, L.A. Jongen, P.H.L. Kockelkorn, N. Krasovec, W.M. Muller, A.J.F. Persoon, W.A.S.M. Ploum, M.S.A. Ribbink-Pieters, J. Roland, M.P.P. Ruiters, D.W.J. Schneider, J.J.M. Snijders, M.J.L. Stevens, R.J.W. Sulmann, C.J.A. Szalata-Thomas, A.M.J. Von Kann, T.W. Weijers en P.J. Wöltgens. A.M.J.N. Fischer-Otten en G.H.W. Smeijsters, met kennisgeving. Pagina 1 van 14

2 Mede-aanwezig: Voorzitter: Griffier: OPENING J.G. Bosch (weth.), F. Krasovec (weth.) en P.J.B.C. Thomas (weth.) en H. Engelen (Sector Stad) de heer J.J.M. Som, burgemeester. H.J.W. Jacobs-van Dongen, griffier. PUNT 1 De voorzitter wil zoals gebruikelijk beginnen met een stichtende tekst ter bezinning. Voor het th ema wil hij zich deze keer richten op de naderende dodenherdenking op 4 mei. Hij is op 13 april jl. met de locoburgemeester naar de begrafenis van de militair Robert Donkers geweest, die omgekomen is in het buitenland. Er waren heel veel mensen, heel veel vrienden en mensen van alle rangen en standen binnen de militaire organisatie gekomen om hem heel terecht de laatste eer te bewijzen; ook zijn ouders, zijn familie en zijn echtgenote, die zes maanden zwanger was. De emoties tijdens die begrafenis en de wijze waarop die begrafenis geregeld was, gingen hem door merg en been. Wanneer iemand omkomt bij een missie, is het ook belangrijk, dat ook daar van tevoren over is nagedacht. Mensen worden uitgezonden naar landen waar de vrede gewaarborgd moet blijven. Vee l landen dragen daar een steentje aan bij. Het was in elk geval een hele bijzondere begrafenis. Daarom haalt hij dit hier ook aan. Tijdens de afscheidsdienst werd ingegaan op datgene wat de persoon in kwestie had meegemaakt en waarover gesproken werd. Vroeger werden militairen uitgezonden naar Libanon of waar dan ook en dat was het dan. Fysiek werden ze flink klaargestoomd, maar mentaal gebeurde er weinig of niets. Gedurende de afscheidsdienst van Robert Donkers bleek, dat er voor zijn vertrek gesproken is over de mogelijkheid, dat men niet meer terug zou keren; over zijn wensen als hij zou komen te overlijden, hoe hij zich zijn afscheid zou wensen, welke muziek er gedraaid zou moeten worden en wat al niet meer. En het was heel mooi en ook heel emotioneel om te zien hoe zijn vrienden de kist binnendroegen en eigenlijk hun kameraad de laatste eer bewezen door hem zelf weg te brengen. Dat is een manier om zaken mentaal te verwerken en dat brengt uiteraard de nodige emoties met zich mee. Ook de aalmoezenier sprak over wat er kan gebeuren en over hoe dicht leven en dood bij elkaar liggen. Dat is ook zo. Zonder dood geen leven en zonder leven geen dood. Zo n afscheid versterkt het besef, dat het denken en herdenken van de vele doden op 4 mei iets is wat men samen moet doen; inhoud geven aan vrede. Phil Bosmans heeft daar een heel mooi verhaal van gemaakt. Hij zegt: Vergiffenis is de ontwapening van het hart! De mooiste gave is vergiffenis. Het verleden dichtdoen. Op je deur, waarmee je het verleden dichtdoet, staat maar één woord en dat is vergiffenis. Na alles wat mensen hebben meegemaakt en van elkaar hebben moeten verdragen, kan alleen vergiffenis nog vrede groeien en elk woord en elk gebaar dat vergiffenis schenkt, is een bijdrage tot vrede. En vergeven kost meer dan geven, dus vergeef. En in vrede rusten is gemakkelijk, maar in vrede leven... Hij spreekt de wens uit, dat dat iets zou moeten zijn wat een ieder in zijn achterhoofd houdt als men op 4 mei herdenkt en gedenkt. Vervolgens opent hij de vergadering en heet alle aanwezigen en de kijkers thuis welkom. Hij meldt, dat mevrouw Fischer en de heer Smeijsters vanavond afgemeld zijn. Mevrouw Fischer komt morgen uit het ziekenhuis. Zij is geopereerd en de operatie is goed verlopen. Hij wenst haar in elk geval veel beterschap. Hij heet de wethouders Bosch en Krasovec welkom. Dat geldt zeker voor de heer Krasovec, die na een kortstondige ziekte vanavond weer aanwezig is. PUNT 2 VASTSTELLING VAN DE RAADSAGENDA De heer Jongen verzoekt namens zijn fractie om het bespreekstuk onder punt, het initiatiefvoorstel van de fracties van de SP, de VVD en GroenLinks inzake gemeentelijke dwangsommen van de agenda af te voeren. Zijn fractie stelt voor om dat eerst commissoriaal te behandelen. De heer Van Aken merkt op, da t zijn fractie geen problemen heeft met commissoriale behandeling. Pagina 2 van 14

3 De raadsagenda wordt vervolgens conform vastgesteld, met dien verstande, dat agendapunt van de agenda wordt afgevoerd in afwachting van commissoriale behandeling. 5 PUNT 3 ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN TIJDELIJK RAADSLID LIJST COUMANS. De voorzitter legt uit, dat de heer Coumans ziek was en in die periode vervangen is door de heer Ploum. De heer Coumans is nog steeds ziek en heeft verzocht om de heer Ploum wederom te benoemen als tijdelijk raadslid. Een raadslid kan een aantal keren een beroep doen op deze regeling. Verlenging is alleen mogelijk door opnieuw de geloofsbrieven te onderzoeken en het raadslid ook opnieuw tijdelijk te benoemen onder voorwaarde dat diens geloofsbrieven wederom in orde bevonden worden. Hij verzoekt de heren Kockelkorn, Crombach en Persoon om samen met de griffier zitting te nemen in de onderzoekscommissie ter beoordeling van de geloofsbrieven. Vervolgens schorst hij de vergadering. Hij heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Kockelkorn. De heer Kockelkorn deelt mede, dat de commissie uit de raad van de gemeente Kerkrade, in wier handen werd gesteld de geloofsbrief en verdere bij de Kieswet gevorderde stukken, ingezonden door Ploum, W.A.S.M., op 2 april 07 benoemd tot tijdelijk lid van de raad van de gemeente Kerkrade de raad van de gemeente Kerkrade rapporteert, dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde bevonden. Gebleken is, dat de benoemde aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoet. De commissie adviseert tot zijn toelating als tijdelijk lid van de raad van de gemeente Kerkrade. PUNT 4 BEËDIGING TIJDELIJK RAADSLID LIJST COUMANS De voorzitter deelt mede, dat de heer Ploum kenbaar heeft gemaakt, dat hij de eed wenst af te leggen. Hij zal de eed voorlezen en daarna zal de heer Ploum antwoorden met Zo waarlijk helpe mij God almach tig.. Hij verzoekt de heer Ploum om te gaan staan. Op het moment dat hij antwoordt, dient hij zijn rechterhand op te steken. Hij leest vervolgens de eed voor: Ik zweer, dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of onder welk voorwendsel dan ook enige gift of enige gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer, dat ik om iets in dit ambt te doen of te la ten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer, dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. De heer Ploum: Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De voorzitter feliciteert de heer Ploum met zijn benoeming. Hij spreekt de hoop uit, dat de heer Ploum in de komende periode zijn werk zal vervullen met hetzelfde elan als waarmee hij dat de afgelopen periode heeft gedaan. Hij wenst de heer Ploum heel veel succes toe. Vervolgens trekt hij een lootje ter bepaling van de spreekvolgorde. Hij trekt nr. 3, hetgeen correspondeert met de heer Snijders. Dat betekent, dat de fractie van BBK Lokaal vanavond het eerste recht van spreken heeft. PUNT 5 GOEDKEURING VAN DE NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING VAN 28 MAART 07. De heer Van Aken merkt naar aanleiding van de notulen op, dat op pagina 21, regel 51, staat een week of 6. Spreker dacht, dat een termijn van 6 weken was afgesproken. Wellicht dat dit iets geconcretiseerd kan worden. De voorzitter meent, dat afgesproken is, dat getracht zou worden om dat in een periode van 6 weken te doen, maar dat het niet zeker was of dat zou lukken. Maar zodra de intentieverklaring klaar zou zijn, zou men die ook direct aan de commissie voorleggen. De heer Krasovec (weth.) licht toe, dat het concept gereed is en a.s. dinsdag in de collegevergadering besproken zal worden. Dan kan Metroprop dat per omgaande ter becommentariëring ontvangen. Pagina 3 van 14

4 De voorzitter zegt toe, dat nieuwe ontwikkelingen in dezen in elk geval zo snel mogelijk met de commissie c.q. de raad gecommuniceerd zullen worden. Dat is ook zo afgesproken. 5 De notulen worden vervolgens conform vastgesteld. PUNT 6 INGEK OMEN STUKKEN. 1. Schrijven d.d. 29 januari 07 (07i ) van de fractie PvdA Kerkrade met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake fusieplannen Hestia. Uw raad wordt verzocht kennis te nemen van bijgesloten antwoordschrijven aan de fractie PvdA Kerkrade. Conform het verzoek wordt besloten. 2. Schrijven d.d. 11 februari 07 (07i ) van de fractie CDA Kerkrade met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake verenigingslokaal Van der Heijden. Uw raad wordt verzocht kennis te nemen van het bijgesloten uitstelschrijven aan de fractie CDA Kerkrade. Conform het verzoek wordt besloten. 3. Schrijven d.d. 7 maart 07 (07i ) van de fractie VVD Kerkrade met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake status centrumplan. Om pre-advies aan college. 4. Schrijven d.d. 27 februari 07 (07i00043) van PvdA Kerkrade met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake ontslaggolf in thuiszorg. Uw raad wordt verzocht kennis te nemen van het schrijven aan de PvdA Kerkrade dat beantwoording van de vragen mondeling zal plaatsvinden tijdens de commissievergadering van commissie Burgers en Samenleving van mei 07. Conform het verzoek wordt besloten. 5. Schrijven d.d. 12 maart 07 (07i ) van PvdA Kerkrade met vragen ex art. RvO Raad inzake gratis vertoning film An inconvenient truth van Al Gore. Om pre-advies aan college. 6. Schrijven d.d. maart 07 (07i ) van fractie Burgerbelangen met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake mijnwaterproject. Om pre-advies aan college. Uw raad wordt verzocht kennis te nemen van het uitstelschrijven aan fractie Bur gerbelangen. 7. Begroting HALT Zuid-Limburg 07. Uw raad wordt verzocht het advies van de commissie Algemene Zaken en Middelen te volgen en in te stemmen met de begroting HALT Zuid -Limburg 07. Pagina 4 van 14

5 Conform het verzoek wordt besloten Verzoeken aan de gemeen teraad van Kerkrade om zijn gevoelens kenbaar te maken over de liquidatie van de GGD O.Z.L. en de eenmalige storting risicoreserve GGD Z.L.. Uw raad wordt verzocht het advies van de commissie Burgers en Samenleving van 3 april jl. te volgen en de uitgaande brieven aan de GGD O.Z.L. en de GGD Z.L. te accorderen. Conform het verzoek wordt besloten. 9. Schrijven d.d. 6 april 07 (07i ) van fractie Burgerbelangen Kerkrade met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake informatiebijeenkomsten m.b.t. vervoer gevaarlijke stoffen. Om pre-advies aan college.. Raadsinformatiebrief inzake zwerfvuil en hondenpoep. Uw raad wordt verzocht het bijgesloten advies van de commissies Algemene Zaken en Middelen en Burgers en Samenleving van 2 en 3 april jl. te volgen en de raadsinformatiebrief voor kennisgeving aan te nemen. Conform het verzoek wordt besloten. PUNT 7 ONTWERPBESLUIT INZAKE ONDERZOEK JAARREKENING 06 DOOR REKENKAMERCOMMISSIE. De heer Snijders merkt op, dat de omschrijving tekstueel niet helemaal zuiver is. D e jaarrekening is niet onderzocht door de rekenkamercommissie, maar door de raadsleden uit de rekenkamercommissie. Het ontwerpbesluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming geaccordeerd, met dien verstande, dat dit tekstueel zal worden aangepast. PUNT 8 ONTWERPBESLUIT INZAKE VERHOGING GEMEENTELIJKE BIJDRAGE PARKSTAD LIMBURG. Het ontwerpbesluit wordt zonder hoofdelijke stemming geaccordeerd. PUNT 9 ONTWERPBESLUIT INZAKE VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN GRACHTERHEIDE. De heer Bell geeft namens de fractie van de SP aan, dat zij tegen het bestemmingsplan Grachterheide is. De fractie van de SP vindt het jammer, dat daar een heel stuk natuur wordt opgeofferd, terwijl het belang van de huizenbouw niet erg duidelijk is. De heer Brauers deelt mede, dat d e fractie van GroenLinks de zaak nog eens goed bestudeerd heeft en het resultaat daarvan is voor zijn fractie aanleiding om tegen het onderhavige ontwerpbesluit te stemmen. Zijn fractie is er niet meer van overtuigd, dat het nog zinvol is, mede gezien de discussies in Parkstad Limburg, om daar op zo grote schaal woningen te gaan bouwen. Temeer gezien de hoeveelheid natuur die daardoor vernietigd wordt. Pagina 5 van 14

6 Het ontwerpbesluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming geaccordeerd, met dien verstande, dat de fracties van de SP en GroenLinks geacht worden tegen het ontwerpbesluit gestemd te hebben. 5 PUNT ONTWERPBESLUIT INZAKE VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN LAETHOF Het ontwerpbesluit wordt zonder hoofdelijke stemming geaccordeerd. PUNT 11 ONTWERPBESLUIT INZAKE INTREKKING RAADSBESLUIT 06RB057 D.D. 29 NOVEMBER 06 BETREFFENDE HET ONTWERP BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED 1 E HERZIENING MET UITZONDERING VAN DEELGEBIED 2. Het ontwerpbesluit wordt zonder hoofdelijke stemming geaccordeerd. PUNT 12 ONTWERPBESLUIT INZAKE VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED 1 E HERZIENING. De heer Schneider geeft aan, dat zijn fractie in november heeft gewezen op de mogelijke consequenties van het bestempelen van de tweede deelkaart als zijnde natuurgebied. Hierbij werd de mogelijkheid tot het verhalen van financiële schade als gevolg van vertragingen bij de aanleg van de buitenring bedoeld. Deze visie werd destijds door de provincie onderstreept. De verdere ontwikkelingen zal hij even buiten beschouwing laten en hij zal zich richten op hetgeen uiteindelijk bekend is. Zoals men ook kan lezen in de nota van toelichting heeft de gemeente Kerkrade mede in de persoon van wethouder Krasovec diverse gesprekken gevoerd met de provincie. De conclusie van het college is, dat deze gesprekken ertoe hebben geleid, dat het voorstel van november 06 gewoon doorgang kan vinden, omdat de door sprekers aangegeven mogelijke consequenties niet van toepassing zouden zijn. Echter na overleg tussen vertegenwoordigers van sprekers fractie en de wethouder is gebleken, dat geen enkele medewerker van de provincie schriftelijk durft te verklaren, dat de gemeente Kerkrade is gevrijwaard van alle verhaalprocedures, zoals omschreven in het convenant uit 04. Sterker nog, de verantwoordelijke deputé heeft schriftelijk bevestigd, dat de zienswijze van sprekers fractie de enige juiste is. Het verbaast zijn fractie trouwens, dat deze brief niet ter informatie is doorgestuurd naar de commissie en de raadsleden. Dit wordt door het college afgedaan als zijnde een brief op persoonlijke titel en niet als zijnde een brief namens de provincie. Voor de fractie van de VVD staat dan ook als een paal boven water dat er op zijn minst sprake is van een tweevoudige uitleg van het betreffende artikel in de convenant en zijn spreker wenst derhalve niet de verantwoording te dragen, die het college wel wil dragen. Om die reden stemt zijn fractie dan ook tegen het voorliggende ontwerpbesluit. De heer Jongen heeft toch moeite met de gevolgde procesgang. Hij onderkent hier een bilateraal tussen enerzijds een gedeputeerde van de provincie en anderzijds de fractie van de VVD. Het bevreemdt hem, dat er dan geen rechtstreekse mededeling vanuit de provincie komt naar de gemeente. Hij is dan ook van mening, dat enige opheldering hier wel op zijn plaats is. De heer Bok moet correctheidshalve wel opmerken, dat in de commissievergadering duidelijk gewag is gemaakt van de brief van de deputé. De commissie en daarmee ook de raad weten dus wel van het bestaan van de brief af. Maar in de commissie is geconcludeerd, dat het gaat om een brief van deputé Vestjens en dus niet om een brief van het college van Gedeputeerde Staten. En daar heeft de commissie haar eigen conclusies uit getrokken. De heer Jongen vindt het nog steeds vreemd. Begrijpt hij het dan goed, dat de brief geschreven is door de heer Vestjens op persoonlijke titel en dat die dus niet officieel aan het college gericht is? De heer Bok licht toe, dat de brief wel gestuurd is naar het college, maar niet afkomstig is van het college van Gedeputeerde Staten. De heer Krasovec (weth.) antwoordt, dat er heel wat werk is verricht. Intern hebben twee juristen, die zich bezighouden met planologie, zich in de materie verdiept. Er zijn diverse gesprekken gevoerd; ook met de Pagina 6 van 14

7 deputé. En op een gegeven moment kreeg de gemeente bezoek van een delegatie van de provincie, bestaande uit de heer Thijssen van de afdeling Groen, iemand van de afdeling Mobiliteit en een juriste, die zij hadden meegebracht. Toen spreker die juriste op de vrouw af vroeg waar de gemeente dan verkeerd zat, kon ze daar geen antwoord op geven. Vandaar dat hij heeft gekoerst op de mening van de beide gemeentelijke juristen, die zich in deze materie verdiept hebben. Dat was voor hem de enige juiste weg. Hij denkt zelfs, dat de wijziging van het bestemmingsplan gunstiger is voor de ontwikkelingen rondom de corridor van de buitenring. Het maakt niet uit of de grond nou bestempeld wordt als agrarische grond of als natuurgrond; een procedure zal toch gevolgd moeten worden. Het voorliggende bestemmingsplan is niet meer en niet minder dan het formeel vastleggen van een reeds bestaande toestand; een bevestiging van die bestaande toestand. Het natuurgebied is er immers al. Alleen lag dat nog niet vast in het bestemmingsplan en vandaar dan ook die herziening. Het gaat dus helemaal niet om een nieuwe ontwikkeling. Het is immers al natuur. En als de bestemming agrarische grond zou blijven, zou men mogelijk in de toekomst nog te maken kunnen krijgen met de Pachtwet en dergelijke. Dus voor wat dat betreft komt de gemeente Kerkrade de provincie misschien nog wel tegemoet. Alleen worden er strengere criteria gehanteerd bij natuurgronden. Maar daar is volgens hem niets mis mee. De formele wijziging van de bestemming heeft geen consequenties. Dat heeft hij zowel de juriste van de provincie als ook de heer Vestjens verteld. Hij heeft de heer Vestjens ook verteld, dat drie mensen van de provincie hier zijn geweest, waaronder een juriste, en dat die juriste hem niet klip en klaar kon vertellen hoe de gemeente dat nu het beste kon aanpakken. Zijdens de provincie zijn er twee verschillende meningen van twee verschillende afdelingen. Dan rest hem niets anders dan te varen op de eigen juristen, die deskundig zijn op dat gebied. De heer Schneider is van menin g, dat deze hele discussie op zich eigenlijk heel simpel kan verlopen. Als de gemeente de provincie de concrete vraag stelt of zij een eventuele verhaalschade tegemoet kan zien of dat die mogelijkheid is uitgesloten, dan begrijpt hij niet dat er in zo veel gesprekken met de provincie niet het signaal vanuit de provincie kan komen, dat dat niet het geval is. Daar gaat het zijn fractie om. Het gaat zijn fractie niet zo zeer om wat de juristen van de gemeente Kerkrade vinden, maar als het antwoord zo simpel zou zijn, dan zou dat toch ook door de provincie moeten worden gegeven en dat begrijpt hij niet. De heer Bok wil daar toch even op reageren. Hij heeft dat ook al in de commissievergadering aangegeven. De heer Schneider is lid van de gemeenteraad van Kerkrade en de raad heeft een gemeentelijk apparaat in dienst. Spreker is van mening, dat de raad moet kunnen varen op zijn eigen ambtelijke adviseurs. Dan gaat men als raadslid toch geen adviezen inwinnen bij de provincie? De raadsleden zijn lid van de raad van d e gemeente Kerkrade. Dat geldt ook voor het college. Het college geeft een advies af en hij vindt, dat de raad dan moet kunnen varen op het advies van het college en niet op wat een deputé vindt. De heer Schneider vraagt of de heer Bok het niet vanzelfsprekend vindt om een gesignaleerd gevaar ook als zodanig te beschouwen en te proberen om dat onder ogen te zien. En dat het fijn is als vervolgens bevestigd wordt, dat het gevaar overbodig is. De heer Bok merkt op, dat hij in de commissievergadering ook al heeft aangegeven, dat als er werkelijk zo n groot gevaar schuilt in deze wijziging, de provincie altijd nog de mogelijkheid heeft om het bestemmingsplan af te keuren. Die mogelijkheid heeft de provincie immers. Zo simpel is dat. De heer Krasovec (weth.) vult aan, dat de heer Bok gelijk heeft. Nadat de raad het bestemmingsplan heeft vastgesteld, zal het ter goedkeuring worden voorgelegd aan de provincie. De provincie heeft dus het laatste woord. Als de provincie denkt dat het verkeerd is, dan regelt ze het maar. De heer Schneider vindt het niet correct om een besluit te nemen in de hoop, dat de provincie de boel corrigeert als het niet goed blijkt te zijn. Dan doet men zijn eigen werk niet goed. De heer Krasovec (weth.) wil tot slot even van de gelegenheid gebruik maken om zijn dank uit te spreken voor de vele telefoontjes, bloemen en kaarten, die hij tijdens zijn ziekte heeft mogen ontvangen. Het ontwerpbesluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming geaccordeerd, met dien verstande, dat de fractie van de VVD geacht wordt tegen het ontwerpbesluit gestemd te hebben. Pagina 7 van 14

8 PUNT 13 5 ONTWERPBESLUIT INZAKE VASTSTELLING VAN DE RAPPORTAGE EINDVERANTWOORDING BREDE SCHOOL KERKRADE-OOST De heer Van Aken merkt op, dat zijn fractie over deze kwestie nog een vraag heeft open staan, die zij ook al eens in de commissie gesteld heeft. Hoe zit het nou eigenlijk met de uitspraak van de Raad van State? Kan die uitspraak geen kwaad in relatie tot de voorliggende eindverantwoording? De heer Bosch (weth.) antwoordt, dat de uitspraak van de Raad van State betrekking had op het gegeven, dat bezwaar is aangetekend op grond van de getroffen parkeervoorzieningen. De Raad van State heeft in zijn eind oordeel uiteindelijk een ander argument van stal gehaald, namelijk de fijnstofproblematiek en de Nederlandse regelgeving. Dat betekent kortweg, dat de gemeente het besluit zal moeten herzien en de fijnstofproblematiek rondom het gebouw in kaart zal moeten brengen. Hij heeft zich echter laten vertellen, dat de gemeente zich daar geen al te grote zorgen over hoeft te maken. In het uiterste geval zou dat overigens hoogstens betekenen, dat mogelijk aanvullende maatregelen getroffen moeten worden. Het kan er in elk geval niet toe leiden, dat het gebouw gesloopt zou moeten worden of zo. Dat zal dus absoluut niet het geval zijn. De heer Van Aken doelde ook niet op het slopen van het gebouw, maar meer op de financiële afwikkeling. Het ontwerpbesluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming geaccordeerd. PUNT 14 ONTWERPBESLUIT INZAKE VASTSTELLING VAN DE RAPPORTAGE EINDVERANTWOORDING CAMPUS KERKRADE De heer Sulmann merkt op, dat voorligt het bespreekstuk eindverantwoording Campus Kerkrade. Het project Campus is één van de grotere projecten van de gemeente Kerkrade, wellicht zelfs het grootste. Ondanks dat er tijdens de bouwfase schade werd opgelopen, is het door de wethouder en het college adequaat afgehandeld, zodat er nu volgens de fractie van de Partij van de Arbeid een hoogwaardig gebouwencomplex staat, dat door vele gebruikers zeer gewaardeerd wordt. Op dit moment is er nog een proces gaande met betrekking tot de afhandeling van de schade in financiële zin, hetgeen door arbitrage beslist zal worden. Wat hier de uitkomst van zal worden, zal de toekomst moeten uitwijzen. Wanneer men naar h et door de raad vastgestelde financiële kader kijkt en het schadeverhaal weglaat, kan men wel stellen, dat het project Campus binnen het financiële kader is gebleven. Is er synergie tussen de gebruikers tot stand gekomen? Volgens zijn fractie is er een begin gemaakt. Maar zoals de wethouder al in de commissievergadering heeft aangegeven, is er nog een lange weg te gaan. Zijn fractie wil deze weg samen met de wethouder gaan bewandelen. Intussen heeft zijn fractie uit de krant moeten vernemen, dat er weer nieuwe ontwikkelingen zijn op het gebied van de huisvesting van het voortgezet onderwijs in Kerkrade. Gemeld werd, dat het bestuur van de onderwijsstichting St. Bernardinus kiest voor het onttrekken van de locatie Elbereveldstraat aan het onderwijs. Graag w il zijn fractie op korte termijn door het college worden geïnformeerd. De fractie van de Partij van de Arbeid gaat akkoord met de voorliggende eindrapportage van het project Campus Kerkrade. Zijn fractie is tevreden over de manier waarop dit project tot stand is gebracht, maar realiseert zich ook, dat het pas echt af is wanneer ook de schadeprocedure is afgerond. De heer Bosch (weth.) denkt, dat de heer Sulmann terecht een voorbehoud maakt met betrekking tot de afhandeling van de schade. Dat zal uiteindelijk toch het financiële resultaat van het totale project mede bepalen. Hij heeft in de commissievergadering al uitgelegd hoe de cijfers daaromtrent geïnterpreteerd moeten worden voor dit moment. Maar hij heeft ook duidelijk aangegeven, dat hij noch d e overige collega s binnen het college voor wat dat betreft helderziende zijn. De uitkomst van de arbitrage zal hoe dan ook moeten worden afgewacht alvorens de eindbalans kan worden opgemaakt. Met betrekking tot de synergie-effecten denkt hij dat de gemeente structureel overleg moet gaan voeren met de gebruikers om daar wat meer sturing op te gaan uitoefenen ofschoon het natuurlijk moeilijk blijft om die rol op zich te nemen in een situatie waarin men als gemeente niet heeft voorzien. En tot slot voor wat betreft het persbericht heeft hij al eerder aangegeven, dat bij de start van het project Campus met het voortgezet onderwijs is afgesproken, dat er op dat moment geen integraal huisvestingsplan zou worden gemaakt totdat de Campus klaar zou zijn. Wat men nu moet Pagina 8 van 14

9 constateren, zijn twee dingen. Enerzijds dat de leerlingenstromen anders lopen dan oorspronkelijk bij het project bedoeld was en anderzijds dat de leerlingenaantallen nopen om op korte termijn afspraken te maken met het verantwoordelijk schoolbestu ur. Het is dan ook geen toeval dat beiden op hele korte termijn met elkaar aan tafel zullen gaan. En hij zal de commissie daar ook over informeren zodra dat heeft geleid tot een duidelijke lijn. Het ontwerpbesluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming geaccordeerd. PUNT INITIATIEFVOORSTEL SP KERKRADE, VVD KERKRADE EN GROENLINKS KERKRADE INZAKE GEMEENTELIJKE DWANGSOMMEN. Het initiatiefvoorstel is bij de behandeling van agendapunt 2 staande de vergadering op verzoek van de fractie van de Partij van de Arbeid van de agenda afgevoerd in afwachting van commissoriale behandeling. PUNT 16 ADHESIEBETUIGING GROENLINKS INZAKE MIJNWERKERSPENSIOENEN De heer Brauers merkt op, dat andere gemeenten in de omgeving de gemeente Kerkrade reeds zijn voorgegaan met betrekking tot het nemen van een raadsbesluit; een raadsbesluit zoals het nu hier voorligt. Ondanks het feit, dat het CDA nog een ander voorstel heeft ingediend, zou hij het dan ook zeer op prijs stellen als men het bij dit voorstel zou willen laten. Hij heeft namelijk toch mogen ervaren, dat mensen erkenning in de vorm van een financiële tegemoetkoming al is dat waarschijnlijk geen bedrag waar men rijk van zal worden als een positief signaal ervaren. Hij zal meteen ook even ingaan op het voorstel van het CDA. Het CDA stelt, dat het goed zou zijn om te investeren in een blijvend aandenken. Hij is van mening, dat Kerkrade al een blijvend aandenken aan het mijnverleden heeft. D r Joep op de Markt is echt het standbeeld van de mijnwerkers en daarmee ook een eerbetoon aan de mijnwerkers. In een andere gemeente in de omgeving en dat heeft het CDA zelf aangegeven is een kapelletje gerealiseerd ter nagedachtenis aan de mijnwerkers. Volgens hem is dat de gemeente Landgraaf. Hij vindt, dat iedere gemeente, die een mijnzetel heeft gehad en dus een mijn binnen haar gemeentegrenzen heeft gehad, er zelf goed aan doet om te kijken of ze zo n herinnering heeft. En als een gemeente dat nog niet heeft, dan zou ze een eigen initiatief daartoe kunnen ontwikkelen. Want als meerdere gemeenten straks moeten gaan kiezen voor een gezamenlijk standbeeld dan resulteert dat enkel en alleen in gekissebis over wat het moet worden en waar het moet komen te staan enzovoorts. Op dat soort discussies staat niemand te wachten, niet de oud-mijnwerkers en zeker niet de weduwen, die er nog zijn. Dan heeft het CDA voorgesteld om het aan een bedrijf te laten toekomen. Hij heeft zelf een mijnverleden en heeft persoonlijk meegemaakt hoe hij van bedrijf naar bedrijf is moeten gaan om aan het werk te kunnen blijven. Dus mijnwerkers hebben niet zo n goede herinneringen aan bedrijven, die opgestart zijn in welke periode dan ook. Ook in Kerkrade zijn diverse bedrijven bij naam te noemen, die begonnen zijn en waar mijnwerkers geen goede herinneringen aan hebben. Dus voor wat dat betreft lijkt het hem niet zinvol om nu met een voorstel te komen richting mijnwerkers om als erkenning van het mijnverleden bijvoorbeeld de firma Scheuten of welke firma dan ook gelden te doen toekomen. De mijnwerkers hebben ooit al eens meebetaald om hier bedrijven te vestigen en ze hoeven daar niet nog een tweede keer aan bij te dragen. Hij wil er dan ook voor pleiten om het voorstel van GroenLinks zo te laten zoals het is. Laat de weduwen van exmijnwerkers en de mijnwerkers, die nog in leven zijn en met pensioen zijn, in elk geval nog een beetje het gevoel krijgen, dat ze gewaardeerd worden. De heer Ruiters stelt voor om eerst het voorstel van het CDA toe te lichten alvorens de raad het woord te geven. De voorzitter stemt daar mee in. De heer Ruiters geeft aan, dat hij afgelopen maandag een ieder het voorstel heeft doen toekomen, zodat men al van tevoren de gelegenheid had om het te bestuderen. Volgens hem ligt het voorstel van het CDA niet ver van het voorstel van GroenLinks. De gedachte is hetzelfde, namelijk het erkennen van het mijnverleden. Voor Pagina 9 van 14

10 wat dat betreft zitten beide partijen op één lijn. In het voorstel van het CDA staat niet, dat het CDA niet wil, dat er gelden naar de mijnwerkers gaan. Er zou bijvoorbeeld een afweging gemaakt kunnen worden, waarbij een morele claim wordt gelegd op het AZL in die zin, dat voorgesteld wordt om een deel van die miljoenen naar de mijnwerkers te laten gaan, maar niet het hele bedrag, zodat er toch iets overblijft om iets anders mee te doen. Het CDA stelt niet voor om de mijnwerkers niets te geven, maar stelt voor om in gesprek te gaan over een juiste besteding van die gelden. Hij geeft toe, dat in het voorstel van het CDA bedrijven worden genoemd en dat had hij misschien beter niet kunnen doen. Het ging hem meer om het idee van de nieuwe energie, waar Parkstad Limburg in wil investeren. Dat heeft immers eigenlijk ook met het mijnverleden te maken. Ook de kompels van vroeger hebben gewerkt in de energiesector; het winnen van kolen. Wellicht dat een dergelijke investering iets kan betekenen voor de nieuwe energie. Dat bedoelt hij met een blijvend aandenken, waar de heer Brauers het over had. Met een blijvend aandenken bedoelt hij dus zeer zeker geen standbeeld, maar veel meer een aandenken in de sfeer van de herdenking. Hij denkt dat hij daarmee eigenlijk heel kort heeft samengevat wat de bedoeling is. Het is min of meer een aanvulling op het voorstel van Groen- Links, eigenlijk een wat bredere opzet dan het voorstel van GroenLinks. De heer Bok deelt mede, dat de fractie van BBK Lokaal zich graag zou willen aansluiten bij het voorstel van het CDA. In het derde item van het voorstel van het CDA ziet zijn fractie inderdaad ook de mogelijkheid om het gesprek met de oud-mijnwerkers aan te gaan en in elk geval een deel van het geld al is het dan niet het hele bedrag vanuit een morele verplichting in de vorm van bijvoorbeeld een eenmalige uitkering aan de mijnwerkers te doen toekomen. Zijn fractie beschouwt het voorstel van het CDA als een uitbreiding van het voorstel van GroenLinks. Hij hoopt eigenlijk dat beiden tot elkaar komen, zodat het een gezamenlijk standpunt van de hele raad kan worden. De heer Roland merkt op, dat Burgerbelangen zijn roots in het kleine mijnstadje Eygelshoven heeft liggen. In de zeventiger jaren hebben veel Eygelshovenaren hun stem uitgebracht op Burgerbelangen. Daar waren heel wat oud-kompels en hun nabestaanden bij. Zijn fractie heeft dan ook begrip voor de zienswijze van veel van haar leden, dat er sprake is van een morele schuld en dat er zeker moet worden gezocht naar een mogelijkheid om een deel van het bedrag ten goede te laten komen aan de mensen of nabestaanden, die het geld hebben ingelegd. Burgerbelangen heeft dit al per brief aan het AZL kenbaar gemaakt en natuurlijk steunt Burgerbelangen de adhesieverklaring door het CDA. De heer Jongen geeft aan, dat de PvdA Kerkrade haar roots in Kerkrade heeft. Zijn partij heeft jaar geleden al d r Joep in Kerkrade gesticht. Dus voor wat dat betreft heeft zijn partij al een tijd geleden zich sterk gemaakt om de mijnwerkers in Kerkrade te eren. Hij is het met de heer Bok eens, dat in de voorstellen van zowel GroenLinks als het CDA bepaalde overlappingen te zien zijn. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen, dat maar een klein gedeelte van het geld wat het AZL beheert en dat overgaat naar ING in feite ten laste komt van het AMF en het beambtenfonds. Zo reëel moet men zijn. De bestuurders van het AZL hebben na breedvoerige overwegingen gezegd, dat zij veel meer zien in een economische structuurversterking van de regio. Dat is op zich natuurlijk ook heel goed en ook heel positief. Aan de andere kant is zijn fractie van mening, dat ook die mijnwerkers en hun nabestaanden niet vergeten moeten worden. Dus als het even kan, vindt zijn fractie dat er in ieder geval gelden ten goede moeten komen van de mijnwerkers en dat er daarnaast in voorkomende situaties zeker ook aan die structuurversterking moet worden gedacht. Hij sluit zich dan ook aan bij de mening van de heer Bok, dat het wellicht het meest zinvol is om gelden te doen toekomen aan de mijnwerkers en hun nabestaanden én aan de structuurversterking van de regio. Hij is het ook met de heer Bok eens, dat gestreefd moet worden naar een raadsbreed standpunt in dezen. De heer Bell geeft aan, dat de SP geen roots in het mijnverleden heeft. Zijn fractie is echter wel van mening, dat het mijnverleden erkend moet worden. Zijn fractie vindt, dat er gelden beschikbaar moeten zijn om de vervuiling, die in het verleden heeft plaatsgevonden, om te zetten in groen. Verder vindt zijn fractie ook, dat er gesprekken moeten worden aangegaan met mijnwerkers om te kijken wat er met de gelden moet c.q. kan gebeuren. De voorzitter vraagt of de fractie van de SP dan meer inzet op de strekking van het voorstel van GroenLinks of van het voorstel van het CDA. De heer Bell antwoordt, dat zijn fractie meer neigt naar het voorstel van GroenLinks. De heer Schneider wil voorop stellen, dat zijn fractie onvoldoende geïnformeerd is over de wijze waarop de verkoopwaarde van 65 miljoen voor het AZL precies tot stand is gekomen. Tevens weet zijn fractie ook niet en dat vindt hij ook essentieel hoe de kwaliteit van de pensioenregelingen van de mijnwerkers destijds zich verhield ten opzichte van de overige sectoren uit deze periode waardoor een waardeoordeel hierover moei- Pagina van 14

11 lijk te geven is. Dat geldt dus ook voor de tussentijds uitgevoerde indexaties van die opgebouwde pensioenrechten. Tevens kan de huidige generatie althans die van hem slechts een gevoel hebben bij wat de werkomstandigheden voor diezelfde mijnwerkers zijn geweest, aangezien zij dat niet zelf aan den lijve hebben ondervonden. Dan komt hij bij de feiten. Feit is wel, dat AZL per definitie en dat heeft de heer Jongen zojuist ook al aangegeven niet gelijk is aan het AMF. Feit is daardoor ook, dat de verkoopwaarde tot stand is gekomen door het rendement van alle door het AZL beheerde pensioenfondsen, waardoor een claim op de volledige 65 miljoen euro in elk geval niet op zijn plaats is. Feit is ook, dat veel ex-mijnwerkers en ook hun weduwen met een karig pensioen dit mede te danken hebben aan het feit, dat zij te weinig opbouwjaren hebben gekend in diezelfde pensioenregeling, omdat ze destijds geen mogelijkheid hebben gehad op een andere baan en vanzelf afgegleden zijn in de WAO. Hier zit volgens zijn fractie dan ook de pijn van veel exmijnwerkers en hun nabestaanden en de basis voor de nu nog steeds aanwezige achterstand in deze regio. Na jaren van werken onder zware omstandigheden werden er veel te weinig alternatieve werkplekken gecreëerd, waardoor deze mensen zich van de ene op de andere dag nutteloos gingen voelen met als bijkomende consequentie een pensioengat van hier tot Tokio. En dat terwijl ze de jaren ervoor de motor waren van de Limburgse en wellicht ook Nederlandse economie. Nu rijst de vraag wat er met het te besteden geld moet gaan gebeuren. Vanuit de eerder genoemde motieven pleit zijn fractie dan ook voor een investering in deze regio. Zijn fractie denkt dan ook aan een investering waardoor de werkgelegenheid in de mijnstreek een impuls krijgt. Er moet volgens zijn fractie wel voor worden gewaakt dat deze investering een blijvende en herkenbare investering is. En het door de heer Brauers genoemde gevaar moet daarbij nadrukkelijk in de gaten worden gehouden. Het voorstel om het geld naar de universiteit in Maastricht te laten vloeien, vindt zijn fractie dan ook onacceptabel, maar ook het voorstel om de gelden te laten versnipperen door een eenmalige uitkering aan de nog levende mijnwerkers of diens weduwen dekt de lading van het betoog van zijn fractie niet. De fractie van de VVD is dan ook tegen de tweede eis van het actiecomité, maar onderstreept wel de eerste eis. Deze zal door de door zijn fractie genoemde investeringen kunnen worden bewerkstelligd. De voorzitter vraagt of de heer Schneider dat laatste nog eens kan herhalen. De heer Schneider licht toe, dat de eerste eis de morele verplichting richting mijnwerkers verwoordt en de tweede eis betreft de uitkering richting ex-mijnwerkers en hun nabestaanden. En die tweede eis onderstreept zijn fractie helaas niet, omdat zij van mening is, dat dat op een andere manier moet worden ingevuld. De morele verplichting erkent zijn fractie wel. De heer Ploum geeft aan, dat hij zich eigenlijk wel kan vinden in de punten 1 en 3 van het voorstel van het CDA. Punt 2 van dat voorstel zou hij eigenlijk willen weglaten. Met het oprichten van een monument heeft men in het verleden slechte ervaringen gehad in Kerkrade. Het lijkt hem het meest zinvol om in overleg met vertegenwoordigers van de oud-mijnwerkers een zinvolle besteding te bedenken voor de gelden. Bij het voorstel van het CDA om bijvoorbeeld gelden te doen toekomen aan Scheuten heeft hij geen goed gevoel. Hij heeft de indruk, dat dat bedrijf nog meer geld nodig heeft om te komen tot de beslissing om zich hier te vestigen. Die concrete voorstellen zou hij het liefst allemaal weglaten. Hij kan zich heel goed vinden in de punten 1 en 3 van het voorstel van het CDA. Hij denkt, dat zelfs de heer Brauers zich daar goed in kan vinden. De voorzitter vat de standpunten van de sprekers samen. Hij proeft bij iedereen, dat een economische versterking van de regio op zich heel welkom is. In welke vorm dat gegoten zou moeten worden, is een andere zaak. Maar hij proeft wel consensus op dat gebied. Wat heel sterk naar voren komt, is de morele steun die wordt gegeven aan het mijnverleden en de mijnwerker. De waardering, die men uitspreekt, zou vertaald kunnen worden in een eenmalige actie, waaruit wel duidelijk moet blijken, dat men de zaak serieus neemt. Op welke wijze dat moet gebeuren, is een zaak van overleg. Het ene voorstel gaat iets verder dan het andere. In één van de voorstellen worden voorbeelden genoemd. Het zou hem welkom zijn wanneer de raad vanavond tot een unaniem standpunt zou kunnen komen. Hij zou de initiatiefnemers dan ook met klem willen vragen om nog eens heel goed na te denken over de beide voorstellen en te proberen om op de een of andere manier nader tot elkaar te komen. De heer Brauers deelt mede, dat het comité in principe twee eisen heeft neergelegd. De eerste eis, de erkenning van het mijnverleden, staat niet ter discussie. Dat is volgens hem ook de meest essentiële eis; ook voor de ex-mijnwerkers en hun nabestaanden. Dat is dus heel belangrijk. Over de tweede eis is het comité wat concreter. Het comité stelt gewoon voor om die gelden te claimen. Dat lijkt hem ook heel verstandig, want men moet hoog inzetten om ook maar iets te krijgen. Die teneur bespeurt hij vanavond ook bij zijn collega s. Men moet dus voorzichtig zijn met het doen van uitspraken over geheel of gedeeltelijk of een beetje. Pagina 11 van 14

12 Hij denkt, dat men met een aanpassing van de tekst een heel eind komt. In het voorstel van het CDA staat bij punt 3, overleg te voeren met vertegenwoordigers van oud-mijnwerkers over de zinvolle besteding van de gelden. Als men daarmee alle opties open houdt, die uiteindelijk het resultaat kunnen zijn van zo n zinvol gesprek met die vertegenwoordigers, dan doet men recht aan het geheel. Hij vindt echter, dat alle tekst waarin concrete voorbeelden genoemd worden, geschrapt moet worden, want als één partij recht van spreken heeft, dan zijn het de vertegenwoordigers van de oud-mijnwerkers. Hij vindt, dat daar het meeste belang aan gehecht moet w orden en dat men niet zelf met voorbeelden moet komen. De voorzitter merkt op, dat de heer Brauers eigenlijk zijn eerder verwoorde standpunt zojuist herhaald heeft. De heer Brauers heeft uit de reacties van de overige raadsleden geproefd, dat het verdelen van het hele bedrag onder de oud -mijnwerkers en hun nabestaanden niet reëel wordt geacht. Hij is van mening, dat het voorstel van de heer Brauers om zo hoog mogelijk in te zetten nooit de meerderheid van deze raad zal halen. De heer Brauers interrumpeert d e voorzitter met de opmerking, dat deze wellicht niet goed geluisterd heeft. Hij heeft gezegd dat door het vertalen van punt 2 naar punt 3 open wordt gelaten wat die vertegenwoordigers uiteindelijk naar buiten brengen. En dat zou volgens hem de essentie van het verhaal wel goed weergeven. Hij kan natuurlijk niet in een glazen bol kijken welke vertegenwoordigers straks welke eisen gaan stellen. Stel nou dat een meerderheid van de vertegenwoordigers zich aansluit bij punt 2 van degene die hier dit voorstel uiteindelijk hebben ingediend bij het AZL. Dan moet deze raad dat ook onder ogen zien. Maar hij kan geen koffiedik kijken. Dus in principe kan hij zich vinden in punt 3 mits dat ruim wordt geïnterpreteerd en mits de uitkomsten van het overleg met de vertegenwoordigers ook serieus genomen worden. Mevrouw Ribbink-Pieters wil de heer Brauers graag een vraag stellen ter verduidelijking. Betekent dat, dat de heer Brauers voorstelt om punt b uit het voorstel van GroenLinks te schrappen? De heer Brauers ontkent dat. Zijn voorstel houdt in om punt 3 van het CDA te gebruiken onder de voorwaarde, dat dit item zo wordt uitgelegd zoals de heer Ruiters dat zojuist heeft toegelicht. In feite is dat dus hetzelfde als eerst in het voorstel van GroenLinks, alleen wat afgezwakt. Het laat echter wel de mogelijkheid open om de gelden onder de oud-mijnwerkers te verdelen. De heer Ruiters denkt dat hij met het door zijn fractie ingediende tekstvoorstel een heel eind kan komen. Bij punt 2 staat: recht te doen aan het mijnwerkersverleden door een substantiële bijdrage te leveren aan de economische structuurversterking van de voormalige mijnstreek. Hij stelt voor om achter het woordje door de woorden onder andere te plaatsen en de rest van punt 2 weg te laten. Op die manier worden er geen voorbeelden genoemd, maar wordt wel de economische structuurversterking genoemd en dan niet alleen, maar onder andere. Het toevoegen van onder andere houdt ook in, dat de mogelijkheid overeind blijft om gelden aan de ex-mijnwerkers zelf te laten toekomen als antwoord op de morele claim. Punt 2 wordt dan: recht te doen aan het mijnwerkersverleden door onder andere een substantiële bijdrage te leveren aan de economische structuurversterking van de voormalige mijnstreek. De heer Bok wil er vooraf even op wijzen, dat deze raad hier geen enkele zeggenschap over heeft, net zomin als het college. De uitkomst is geheel afhankelijk van de wijsheid van de eigenaren van de miljoenen. Daarom vindt hij het veel verstandiger om het voorstel van het CDA te volgen, omdat dat voorstel toch een stuk genuanceerder is dan dat van de heer Brauers. De heer Brauers pleit ervoor om eerst eens het gesprek aan te gaan. De inzet van het gesprek van de oud -mijnwerkers is, dat de centen van het AZL pensioencenten zijn. Dat betekent, dat de insteek van het gesprek erg hoog is, maar helaas niet realistisch. En zijn fractie vindt het aangaan van niet -realistische gesprekken onverstandig. Zijn fractie kiest dan ook heel nadrukkelijk voor het voorstel van het CDA. In dat voorstel komt de structuurversterking aan de orde, maar wordt ook de mogelijkheid open gehouden om de morele verantwoording ten opzichte van de mijnwerkers op de een of andere manier tot uitdrukking te brengen. De heer Brauers merkt op, dat de fractie van het CD A haar voorstel zojuist heeft genuanceerd. Wat bedoelt de heer Bok nu? De voorzitter licht toe, dat de heer Bok bedoelt, dat zijn fractie achter het voorstel staat, zoals dat zojuist door de heer Ruiters is genuanceerd. De heer Bok bevestigt dat. Met name de structuurversterking spreekt hem in dat voorstel aan. De heer Roland deelt mede, dat ook zijn fractie het gewijzigde voorstel van het CDA ondersteunt. Dat biedt uiteindelijk toch weer wat meer mogelijkheden. De heer Jongen deelt mede, dat zijn fractie eveneens van mening is, dat het gewijzigde voorstel van het CDA het meest realistische is. De heer Bell geeft aan, dat ook zijn fractie het voorstel van het CDA ondersteunt. Pagina 12 van 14

13 De heer Schneider deelt mede, dat ook de VVD het gewijzigde voorstel van het CDA ondersteunt. De heer Ploum blijft erbij, dat de economische versterking van de regio er voor wat hem betreft zelfs nog uit zou kunnen. Maar aangezien dat een minderheidsstandpunt is, sluit hij zich toch aan bij de meerderheid. De heer Brauers heeft het ontze ttend moeilijk met de voorgestelde wijziging. Hij heeft daarnet ook aangegeven waarom hij daar moeite mee heeft. Hij heeft in het verleden zelf gezien hoe het mis gegaan is. Hij heeft gezien hoe met mijnwerkers gesold is en welke gevoelens dat heeft losgemaakt. Hij heeft zelf drie pensioenbreuken opgelopen door het niet goed functioneren van allerlei zaken. Heel wat zaken waren destijds niet goed geregeld. Hij denkt, dat men menige oud-mijnwerker op zijn ziel trapt als daar geen aandacht aan wordt geschonken. Het kan voor wat hem betreft wel indirect als het in de gesprekken met de oud-mijnwerkers niet tot problemen leidt. Maar als hij zelf als oud-mijnwerker deel zou uitmaken van de betreffende groep zou zijn antwoord zeker negatief zijn. De heer Bok wijst erop, dat de heer Brauers beslist geen patent heeft op het meemaken van die mijnperiode. Er zijn genoeg mensen, die dat ook hebben meegemaakt en wellicht nog in heviger mate. En het aantal opgelopen pensioenbreuken doet voor wat hem betreft niet ter zake. Hij heeft zelf vier pensioenbreuken opgelopen, maar daar is het AZL niet debet aan. De voorzitter stelt voor, dat de heer Ruiters het voorstel van het CDA nog eens herhaalt en hij zou de heer Brauers willen vragen of het mogelijk is om te komen tot een unaniem standpunt. Vervolgens zou hij graag willen weten waar het initiatiefvoorstel naar toe moet. Hij hoopt op een eenduidig voorstel van de raad van de gemeente Kerkrade ter ondersteuning van. Misschien dat u dat samen kunt vatten en dat we daar met zijn allen ook trots op kunnen zijn. De heer Ruiters vat het voorstel even concreet samen vanaf de tweede alinea: Roept het AZL op: 1. het mijnverleden te erkennen; 2. recht te doen aan het mijnwerkersverleden door onder andere een substantiële bijdrage te leveren aan de economische structuurversterking van de voormalige mijnstreek; 3. overleg te voeren met vertegenwoordigers van oud-mijnwerkers over de zinvolle besteding van de gelden en gaat over tot de orde van de dag.. De voorzitter vraagt teneinde te komen tot een unaniem standpunt van deze raad of ook de heer Brauers hiermee in kan stemmen. De heer Brauers merkt op, dat de voorzitter zojuist terecht heeft gevraagd waar het initiatiefvoorstel naar toe moet. In het voorstel van GroenLinks staat dat verwoord. Daar staat: spreekt als gemeenteraad uit kenbaar te maken aan de verantwoordelijken van AZL NV. Iemand moet kennis nemen van het standpunt van de raad. De voorzitter stelt voor om die zinsnede dan nog toe te voegen aan het voorstel van het CDA. De resultante zou dan een initiatiefvoorstel moeten zijn, dat unaniem gedragen wordt door deze hele raad. De heer Brauers wil wel nog gezegd hebben, dat hij grote moeite met de wijzigingen heeft, maar zich desondanks schikt in het meerderheidsstandpunt van de raad. Het initiatiefvoorstel wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. PUNT 13 SLUITING. De voorzitter merkt op, dat hij toe is aan de sluiting van de vergadering. Maar alvorens hij dat doet, wil hij de aanwezigen en de kijkers thuis even attenderen op de uitzendingen van Buurt TV en Kerkrade in Beeld. Buurt TV gaat op de koffie bij vier dames in de Heilust, die allerlei herinneringen en anekdotes ophalen uit het verleden. Zij wonen al jaren bij elkaar in het gedeelte van de Heilust, dat nu op de lijst staat voor herstructurering. Mensen moeten dus verhuizen, maar willen eigenlijk ook wel graag bij elkaar blijven wonen. Het is een hele mooie uitzending. Een ander gedeelte van Buurt TV gaat over het Kloosterpark Pannesheide en laat zien hoe bewoners via een site op een heel hedendaagse manier contact en kennis met elkaar maken. Kerkrade in Beeld besteedt deze maand aandacht aan allerlei regelingen via de gemeente waar mensen gebruik van kunnen maken, die het moeilijk hebben. Dat geldt trouwens niet alleen voor mensen in de bijstand, maar ook andere mensen met een laag inkomen. Het is belangrijk om mensen te attenderen op de mogelijkheid om gebruik te maken van die regelingen, zodat ze alsnog een uitstapje kunnen maken of van andere faciliteiten gebruik kunnen maken. Inkomensvoorzieningen zijn immers bedoeld om er ook gebruik van te maken. Vervolgens sluit hij de vergadering om.00 uur. Pagina 13 van 14

14 Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering van april De raad voornoemd, De voorzitter, De griffier, Pagina 14 van 14