ZORGBELEID. De zorgcoördinator wordt steeds gesteund en bijgestaan door het zorgteam.

Transcriptie

1 ZORGBELEID Dit document is een samenvatting van alle zorginitiatieven die op schoolniveau genomen worden om kinderen die extra aandacht vragen, om welke reden ook, met de beste zorgen te omringen. Het zorgbeleid is een opdracht van het hele team. Communicatie is een sleutelwoord. De betrokkenheid van alle partners vergroot als de verantwoordelijkheid gedeeld kan worden. Leerlingen dagen ons uit om te differentiëren, willen we ieder kind een kans geven om bij te leren, dan moeten we ons aanbod aanpassen aan hun noden en mogelijkheden. We aanvaarden verschillen tussen leerlingen, elk kind is immers uniek in zijn leerproces. Het zorgbeleid krijgt vorm door acties binnen de drie terreinen van zorg : het coördineren van zorginitiatieven op schoolniveau, het ondersteunen van de leerkrachten en het begeleiden van leerlingen. Deze drie taken zijn nauw met mekaar verbonden. We streven ernaar deze samenhang bewust te stimuleren en waar te maken. De zorgcoördinator wordt steeds gesteund en bijgestaan door het zorgteam. Als zorgcoördinator vorm je ook een brug tussen de leerlingen, leerkrachten, directie, ouders en externen. Ouders hebben op elk niveau een belangrijke plaats. We houden de ouders op de hoogte van het leren van hun kind en we verwachten dat ze actief meewerken als hun bijdrage noodzakelijk is. We zien de ouders als volwaardige partners, zowel in formele als informele contacten. Bij de start van het schooljaar hebben alle klassen een infomoment. Binnen onze GOK-werking kozen we ook voor het thema ouderbetrokkenheid. Voor de rest van onze acties : zie map ouderbetrokkenheid en ouderwerking. (open-klas-dagen, specifieke info s per leerjaar, gezinsleren, overstap, schoolrijpheid, )

2 Het (vernieuwde) continuüm van zorg. We vertrekken van een zorgcontinuüm. - Eerst en vooral niet om leerlingen een etiket op te kleven, we willen kinderen niet vastzetten in één fase. - Om als school stil te staan bij onze zorg. - De zorg op schoolniveau organiseren en structureren. - Om na te gaan of we geen stappen hebben overgeslagen. Zodat we kinderen niet te snel doorverwijzen. - Om leerkrachten bewust te maken : Wat heb ik te doen in mijn klas als leerkracht? De zorgvisie van de school staat rondom alle leerlingen = een verankering. - Fase 0 : brede basiszorg (vroegere stap 1 én 2 : zorg IN de klas) - Fase 1 : verhoogde zorg (vroegere stap 3) - Fase 2 : uitbreiding van zorg (vroegere stap 4) - Fase 3 : overstap naar een school op maat (vroegere stap 5) Handelingsgericht werken = 7 kwaliteitsindicatoren : de behoeften van onze kinderen, afstemming en wisselwerking tussen de betrokkenen, de klasleerkracht is de spilfiguur, een positieve benadering van het kind, een constructieve samenwerking, doelgericht werken, planmatig en transparant werken. = kapstokken om goed aan zorg te doen binnen onze school = uitgangspunten die steeds in ons achterhoofd zitten = De manier van werken levert een bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs voor de gewone leerlingen en tegelijkertijd ook voor de leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. Fase 0 = brede basiszorg = voor al onze leerlingen - Een veilig, pedagogisch klasklimaat.

3 - Een krachtige leeromgeving. - Een gestructureerde basisaanpak. - Een eerste spontane signalisering door de klasleerkracht. - De klasleerkracht als eerstelijnshulp. - Hanteren van een flexibele klasorganisatie. - Alle leerlingen intensief opvolgen. - Vanuit gedeelde deskundigheid oplossingen zoeken. - Zorg binnen fase 0 : werkt als een trechtermodel (beeldvorming - signaleren en hypothese - doelen en plannen - uitvoeren en evalueren) Kleuteronderwijs : wekelijks overleg tussen de leerkracht en de ZC/Gokleerkracht. Lager onderwijs : Wekelijks een overleg, samen met de ZC of met de ondersteuner. Alle leerlingen worden zo heel snel opgevolgd. We bespreken dan ook samen de differentiatie en de inhoud van de lessen. Een verticaal overleg houden we op de PV. Wekelijks hebben we ook een overleg met het zorgteam : directeur en zorgcoördinatoren. De differentiatie gebeurt zowel klasextern als klasintern. Elke klas heeft een vaste persoon die komt ondersteunen. Bij de kleuters zijn er 2 leerkrachten die ondersteuning bieden. De klasleerkracht bepaalt de inhoud van de ondersteuning. Ze werkt handelingsgericht, ze kiest activiteiten op basis van observaties, resultaten, We doen aan tempodifferentiatie en curriculumdifferentiatie. Voor sommige leerlingen passen we ook compenserende maatregelen toe. De ondersteuners houden ook van alle leerlingen observaties en evaluaties bij. K.O. : 3 maal per jaar een klasscreening welbevinden, betrokkenheid en competenties (cego), voor zorgleerlingen volgen ze dan een individueel spoor. L.O. : 2 maal per jaar klasscreening van welbevinden en betrokkenheid. We geven scores, maar geven ook een toelichting. We zoeken naar acties op klasniveau om de BTH en het WBV te verhogen. Nadien volgen we voor enkele leerlingen ook een individueel spoor. Schooljaar : start screenings in schoolonline.

4 Oudercontacten : kleuters : 2x/schooljaar voor de 5-jarige kleuters, 1x/schooljaar voor de andere kleuters en tussentijds op vraag (van de school/ouder/andere partner); lagere school : 3x/schooljaar en tussentijds op vraag. Beeldvorming : BREED We observeren zeker ook waar leerlingen GOED in zijn! We proberen het kind te beschermen tegen een éénzijdig negatief beeld. We kijken ook door de bril van meervoudige intelligentie. We trachten vanuit de talenten van kinderen de moeilijkheden aan te pakken. 1. Gegevens verzamelen over : - leerprestaties - werkhouding - welbevinden - betrokkenheid - concentratie - afleidbaarheid - taal- en communicatievaardigheid - probleemoplossend gedrag 2. Welke informatiebronnen gebruiken we? - leerlingdossier - CLB-gegevens - gesprekken met leerling, ouders, collega s - specifieke onderzoeksgegevens - toetsen, rapporten - observaties 3. Gerichte beeldvorming. (bij problemen) = al fase 1 - de gegevens verfijnen (foutenanalyses, gerichte observaties, gesprekken, )

5 - de verkregen gegevens analyseren. (wat zegt mij dit nu over deze leerling?) - de zorgvraag uitzuiveren 4. Wat na de beeldvorming? - Actie ondernemen in de klas : klasniveau en leerlingniveau Fase 1 = verhoogde zorg - We werken heel nauw samen met onze ankerpersoon van het CLB. - Signaliseren en analyseren van de zorg samen met de ZC - Het diagnostisch onderzoek door het CLB (= einde van fase 1) - Plannen in het MDO. - Het handelingsplan = doelgericht, kleine en haalbare stappen op korte termijn, concrete acties noteren voor alle betrokkenen. Een HP ontstaat op een MDO : wie, wat, wanneer, hoe? Fase 2 : uitbreiding van zorg - Extra ondersteuning om het gemeenschappelijk curriculum te kunnen blijven volgen : compenseren, dispenseren. - Aanpassingen uitvoeren op het gemeenschappelijk curriculum. - Leerproblemen, leerstoornissen en ontwikkelingsstoornissen. (en het verband ertussen) - Een juiste diagnose door het CLB. - We hebben een vlotte samenwerking met verschillende externe begeleiders. Voorbeelden van additionele hulp : GON : 3x/jaar een overleg, wekelijks overleg met de leerkracht, heen-enweer-schriftje LOGO : heen-en-weer-formulieren, contact via mail KINE : overleg met de leerkracht

6 Fase 3 : overstap naar een school op maat. We passen de regelgeving m.b.t. het M-decreet correct toe. Soms overstijgt de zorgbehoefte van de leerling de mogelijkheden van onze school. Er moet een gezond evenwicht zijn voor alle partners. We hebben respect voor de keuze van de ouders en weten dat een overstap naar een school op maat veel tijd vraagt. Als de ouders er klaar voor zijn, begeleiden we hen naar een gepaste school. We gaan mee op bezoek of we plannen een afspraak. Dit gebeurt ook steeds met de ankerpersoon van het CLB. Kinderen die na ons advies de overstap naar het BO niet maken : we doen proportionele aanpassingen binnen een individueel aangepast curriculum. Dit gebeurt wel steeds in overleg met de ouders. Technisch gezien belanden deze kinderen opnieuw in fase 2. Zonder drastische impact te hebben op de behoeften van de andere leerlingen van de klas en van de school. MDO Kleuteronderwijs : 3 x per jaar en tussentijds op aanvraag Lager onderwijs : 4 x per jaar voor elk rapport + tussentijds op aanvraag 1. Doel van een efficiënt MDO? - de kinderen helpen - een constructieve samenwerking van alle betrokkenen - de zorg vastleggen - een streefdoel bepalen - start van een handelingsplan : concrete afspraken maken 2. Voor wie is een MDO bestemd? - leerlingen met specifieke zorg (al de andere leerlingen worden besproken op een klassenraad, tijdens een overlegmoment) 3. Wie doet de melding voor een MDO?

7 - dat kunnen alle betrokkenen zijn 4. Voorbereiding van een MDO. - inventariseren van de zorgvragen op het voorgaand overleg - het leerlingdossier bekijken - de signaleringsformulieren worden digitaal ingevuld in schoolonline door de klasleerkracht voor de zorgleerlingen 5. Verloop van het MDO. - handelingsgerichte afspraken maken op school-, klas- en/of leerlingniveau - doelgerichte, haalbare, kleine stappen op korte termijn 6. Na een MDO. - uitvoeren van de acties - actieve opvolging tussen 2 MDO s - tussentijdse besprekingen op het wekelijks overleg