De schakers centraal. -Wat verwachten de clubspelers van de schaakbond- FM Richard R.M. Duijn Haarlem, augustus, 2008 MBA, LOI University

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De schakers centraal. -Wat verwachten de clubspelers van de schaakbond- FM Richard R.M. Duijn Haarlem, augustus, 2008 MBA, LOI University"

Transcriptie

1 De schakers centraal -Wat verwachten de clubspelers van de schaakbond- FM Richard R.M. Duijn Haarlem, augustus, 2008 MBA, LOI University

2 Voorwoord Deze scriptie is geschreven als afstudeeropdracht voor de MBA opleiding aan de LOI University in Leiden. Het onderwerp van de scriptie kwam voort uit een behoefte om een bijdrage te leveren aan de Nederlandse Schaakbond die te maken heeft met een dalend ledenaantal. Voor het tot stand komen van deze scriptie wil ik in de eerste plaats mijn scriptiebegeleider Gerard Minnaar bedanken. Hij gaf de ruimte om een onderwerp te behandelen buiten mijn dagelijkse werk. Een onderwerp dat mij zeer na aan het hart is. Dank ook aan Martien Schriemer, medeclubgenoot bij de Kennemer Combinatie en partner bij marktonderzoekbureau ITHAKA voor het spontane aanbod om de scriptie te sponsoren. Zijn assistentie en de vele sessies die we samen hadden waren intensief en zeer waardevol. Juist zijn inbreng heeft ervoor gezorgd dat het leeronderzoek voor mij veel kennis heeft opgeleverd. Dank ook aan de Koninklijke Nederlandse Schaakbond. In het bijzonder aan Eric van Breugel die voor elke vraag beschikbaar was en met een antwoord kwam en tevens de gehele verzending aan de leden verzorgde. In augustus 2003 begon ik aan de opleiding. 5 jaar lang liep de studie als een rode draad door mijn gezinsleven dat ik deel met mijn vrouw Anja en drie zonen, Maurice, Guido en Tristan. De ruimte en steun die zij me gaven waren van onschatbare waarde. Na 5 jaar hebben we de klus geklaard! Richard Duijn Haarlem, augustus

3 Samenvatting Deze scriptie is geschreven als afronding van mijn MBA-studie aan de LOI University in Leiden. In de scriptie staan de huidige leden van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond (KNSB) centraal. Er wordt inzicht verschaft wat de schakers vinden van het aanbod van de schaakbond en hoe zij over de beoefening van hun spel denken. Het ledenaantal van de schaakbond, momenteel ruim is sinds de opkomst van internet eind jaren negentig voortdurend dalende. De centrale vraag die uit de doelstelling kan worden afgeleid is: Welke organisatie mogelijkheden kan de schaakbond bieden om te voldoen aan de wensen van de huidige doelgroepen en ze te binden als lid. De beantwoording van deze vraagstelling is verfijnd in 3 onderzoekvragen: 1) Wat zijn de ontwikkelingen van individualisering in de (schaak)sport? 2) Wat is de invloed van internet chess clubs op de (schaak)sport? 3) Wat zijn de wensen van de clubspelers op het gebied van georganiseerd schaken? De eerste twee vragen worden beantwoord aan de hand van een literatuuronderzoek. Bij de individualisering valt op dat de schaakbond met zijn huidige aanbod en profilering hier niet van weet te profiteren. Door de individualisering zijn de verplichting toegenomen en is de vrije tijd juist afgenomen. Mensen zijn vaker thuis en de vrije tijd is verspreid over minder aaneengesloten uren. De conclusie is dat de individualisering voor een sport als het schaken geen extra mogelijkheden biedt voor het traditionele aanbod van het clubschaak zoals de schaakbond dat nu aanbiedt. De tweede onderzoekvraag naar de invloed van internet chess clubs op de (schaak)sport laat zien dat er veel gebeurd in de schaakwereld op het internet. In Nederland is 1 op elke 680 internet gebruikers lid van een internet schaakclub. Bij de schaakbond en zijn clubs is op dit moment 1 op de 850 Nederlanders lid. Er is meer schaakactiviteit op internet dan schaakactiviteit met het traditionele aanbod. De aanbeveling is om duidelijk veel meer met internet te doen en internetleden te werven. De derde onderzoekvraag betreft de wensen van de clubspelers op het gebied van georganiseerd schaken. De gehouden enquête biedt veel nieuwe inzichten. Een greep uit de meest opvallende conclusies is: 1800 leden hebben interesse om doordeweeks in de middaguren te schaken leden vinden het spelen van rapid schaak leuk tot zeer leuk en 7800 leden vindt dat er ook een externe competitie moet komen van de huidige leden werd voor het eerst lid in de leeftijd van jaar leden zijn geworven door een advertentie of andere publiciteit en ruim leden volgen live partijen via internet De ruwe data bevatten een schat aan informatie. De lezer zal in deze scriptie vragen die hij zelf heeft over wat er aan de hand is beantwoord zien. De antwoorden zullen nieuwe vragen oproepen. De schrijver juicht dit toe en heeft met deze scriptie een eerste analyse gemaakt. Nieuwe kruisingen zullen in verder onderzoek uitgediept moeten worden om bruikbare informatie te verkrijgen. Richt je op het behoud van je huidige leden en maak het hen naar de zin. Ga hierna pas op zoek naar nieuwe leden! 3

4 Inhoudsopgave Blz Voorwoord 2 Samenvatting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 6 Hoofdstuk 2 Plan van aanpak Probleemstelling Doelstelling Vraagstelling 9 Hoofdstuk 3 Onderzoeksonderwerp 10 Hoofdstuk 4 Organisatie Schaakbond Organisatie Schaakclubs 14 Hoofdstuk 5 Theoretisch kader Literatuuronderzoek Praktijkonderzoek Keuze van het onderzoekstype Keuze van de Onderzoekmethode Onderzoekspopulatie, steekproef en validiteit 18 Hoofdstuk 6 Resultaten en analyse Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag 3 37 Hoofdstuk 7 Conclusies en aanbevelingen Conclusie Aanbevelingen 75 4

5 Bijlagen 1 Literatuurlijst 77 5

6 Hoofdstuk 1 Inleiding Het woord schaak komt van het Perzische woord sjah en dat betekent koning. Oorspronkelijk heette het spel asha en dat wil zeggen: kosmische ordening. Dat is iets als totale rust en orde in het leven. Het schaakspel was dus niet zomaar een spel. Het was een soort voorbeeld van hoe het leven er moest uitzien. Het bekendste verhaal over het ontstaan van het schaakspel vertelt de legende van Sissa, een soort geleerde (brahmaan) aan het hof van de Indische radja (soort koning) Balhait. De koning had de geleerde gevraagd om een spel te bedenken dat belangrijke waarden in het leven bijeenbracht: voorzichtigheid, toewijding, vooruitziendheid en kennis. Het resultaat van het spel mocht niet afhankelijk zijn van geluk, zoals bij veel andere spellen. Sissa bedacht het schaakbord en een reeks stukken. Balhait was heel erg blij met het spel en besliste dat het in de tempels zou worden aangeleerd en gespeeld. Omdat in de tempels alle dingen over het recht werden geleerd. De koning drong er bij Sissa op aan om een beloning te vragen. Om het even wat. 'Wel', zei Sissa, 'ik wil op het eerste vakje van het schaakbord één graankorrel, op het tweede vakje twee korrels, op het derde vakje vier, op het vierde vakje acht, enz. Tot alle vakjes zijn gevuld.' De koning vond het een domme vraag. Want Sissa had ook veel goud kunnen vragen. Maar toen de koning het aantal graankorrels liet berekenen, stelde hij vast dat het onmogelijk was. Er waren zoveel graankorrels nodig dat je er de hele aardbol twee centimeter dik mee kon bedekken... (Kits Magazine) De regels van het spel De Fédération Internationale des Échecs (FIDE) heeft in een handboek de spelregels voor het schaakspel vastgelegd. Deze zijn wereldwijd leidend voor alle aangesloten schaakbonden. BASIC RULES OF PLAY Article 1: The nature and objectives of the game of chess 1.1 The game of chess is played between two opponents who move their pieces alternately on a square board called a `chessboard`. The player with the white pieces commences the game. A player is said to `have the move`, when his opponent s move has been made. 1.2 The objective of each player is to place the opponent s king `under attack` in such a way that the opponent has no legal move. The player who achieves this goal is said to have `checkmated` the opponent s king and to have won the game. Leaving one s own king under attack, exposing one s own king to attack and also capturing the opponent s king are not allowed. The opponent whose king has been checkmated has lost the game. 1.3 If the position is such that neither player can possibly checkmate, the game is drawn. ( Nederland Het schaken in Nederland kende periodes van grote populariteit. De eerste hype barste los in De Nederlander Max Euwe speelde om het wereldkampioenschap een match tegen regerend wereldkampioen Alexander Aljechin en won op 15 december 1935 na 80 dagen en 30 partijen. De wereldtitel van Euwe maakte nationaal veel enthousiasme voor het schaken los. Vele Nederlandse schaakclubs hebben als oprichtingsjaar 1935 ( 6

7 De tweede hype vond plaats in 1972 toen de Amerikaan Bobby Fischer 1 wereldkampioen werd in Reykjavik (IJsland). Fischer speelde de "Match van de Eeuw" tegen de toenmalige kampioen, Boris Spasski uit de Sovjet-Unie. Het betrof niet zomaar een match tussen twee schakers, maar een prestigestrijd tussen de Sovjetideologie en die van de Verenigde Staten, uiteraard sterk onder invloed van de koude oorlog. De match veroorzaakte een grote schaakhausse in het westen. Ook de Koninklijke Nederlandse Schaakbond (KNSB) kreeg hierdoor veel nieuwe leden. Vraag en aanbod De schaakbond biedt vooral wedstrijd sport aan. Biedt de bond wel de diensten aan die de schakers willen? Dit onderzoek wil inzicht verschaffen in wat de leden van de schaakbond verwachten. Het achterhalen van de wensen van alle miljoenen schaakliefhebbers in ons land gaat voor 1 onderzoek te ver. Dit onderzoek concentreert zich daarom op de huidige leden van de KNSB. Via literatuur onderzoek en een schriftelijke online enquête zijn de wensen van deze groep zo goed mogelijk in kaart te gebracht. De uitkomsten van de enquête in het voorjaar 2008 zijn representatief. In deze scriptie staan de clubschakers centraal. De scriptie biedt inzicht in wat de schakers verwachten van de schaakbond. In hoofdstuk 2 vindt u het plan van aanpak voor het uitgevoerde onderzoek. De probleemstelling, doelstelling en vraagstelling wordt in dit hoofdstuk duidelijk toegelicht. Hoofdstuk 3 behandelt het onderzoeksonderwerp. Hoofdstuk 4 gaat in op de organisatie en bespreekt hierbij de schaakbond en de schaakclubs. Hoofdstuk 5 geeft het theoretisch kader van het literatuuronderzoek en het praktijkonderzoek. Hoofdstuk 6 geeft de resultaten en een analyse van de trends en ontwikkelingen, de behoeftes van de doelgroepen en de verschillende opties. In hoofdstuk 7 worden er conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. 1 Bobby Fischer was Wereld kampioen van Hij werd door velen gezien als de sterkste schaker ooit en overleed op 18 januari 2008 op de symbolische leeftijd van 64 jaar (het schaakbord telt 64 velden). Fischer is bedenker van het in populariteit groeiende Random chess, waarbij de begin opstelling niet vast staat maar wordt bepaald door een computer. 7

8 Hoofdstuk 2 Plan van aanpak In dit hoofdstuk worden de probleemstelling, doelstelling en vraagstelling behandeld. 2.1 Probleemstelling Uit cijfers van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond (KNSB) blijkt dat een kwart (ca ) van de Nederlandse bevolking de denksport beoefent. De drie grotere denksportbonden, te weten bridge, schaken en dammen hebben gezamenlijk nog geen leden geregistreerd staan. Dit is slechts 3,75% van het totaal aantal denksporters. Het ledenaantal, momenteel ruim is sinds de opkomst van internet eind jaren negentig dalende. 2.2 Doelstelling Zoals Baarda en De Goede (2006) aangeven is doelstelling het vergaren van kennis en inzichten die mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van het probleem. In de doelstelling wordt beschreven wat je met het onderzoek wilt bereiken. Verschuren (1994: 41-56) geeft aan dat er drie verschillende soorten doelen van onderzoek zijn waaraan een drietal onderscheiden onderzoekstypen verbonden is. Achtereenvolgens zijn dat (a) handelingsonderzoek, (b) theoretisch onderzoek en (c) leeronderzoek. a) Handelingsonderzoek ook wel aangeduid als praktijkonderzoek heeft, zoals de naam al zegt, tot doel de verbetering van het menselijk handelen. Het gaat om de oplossing van een probleem of het creëren van vernieuwing op maatschappelijk of technisch terrein. b) theoretisch onderzoek is niet zozeer de verbetering van praktisch handelen, al kan dit wél op de achtergrond meespelen. Het gaat hier veeleer om kennis om de kennis. Andere gebruikte termen zijn fundamenteel onderzoek en zuiver wetenschappelijk onderzoek. c) Een minder pretentieus, maar qua karakter in meerdere opzichten met het theoretisch onderzoek overeenkomend type onderzoek is het leeronderzoek. Bedoeld zijn activiteiten als het schrijven van werkstukken en scripties. Het belangrijkste doel is leren onderzoeken. Dat wil zeggen, meer dan de resultaten staat het proces centraal. De vorm is belangrijker dan de inhoud. Omdat dit onderzoek wordt geschreven in de vorm van een scriptie, is het karakter van dit onderzoek een leeronderzoek. Binnen een leeronderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen een leerdoel en een kennisdoel. Het leerdoel is de verwerving van vaardigheden in het opzetten en uitvoeren van een onderzoek. Daarnaast is er natuurlijk een kennisdoel zoals in elk normaal onderzoek, i.c. de oplossing van een knelpunt in de schaaksport. Binnen dit onderzoek staat de oplossing van een organisatorisch knelpunt centraal, waarbij het doel is te kijken naar andere mogelijkheden om de doelgroepen te bereiken. Dit onderzoek heeft als doel: het aanbieden van inzicht hoe geïnteresseerden*1 in het schaakspel behouden kunnen worden om het denkspel georganiseerd te beoefenen. 8

9 *1 Geïnteresseerden - Individueel (mens tegen mens of mens tegen een computer) - Teamverband - Veel spelers of incidentele spelers - Amateur of wedstrijdspeler - Ongeorganiseerd of georganiseerd 2.3 Vraagstelling Schaken, hoewel ook in teamverband gespeeld, is primair een individuele sport. Door de opkomst van de computer en internet kan de sport beoefend worden zonder menselijke of fysieke tegenstander. De mogelijkheid van sport on demand ; op zondagochtend, woensdagnacht, een paar uur of een paar minuten lang heeft veel concurrentie opgeleverd voor de georganiseerde schaakclubs, die op een vaste avond, door de week en competitie al dan niet in het weekend spelen. De centrale vraag die uit de doelstelling kan worden afgeleid is: Welke organisatie mogelijkheden kan de schaakbond bieden om te voldoen aan de wensen van de huidige doelgroepen en ze te binden als lid. Deze centrale vraagstelling kan worden uitgewerkt in een aantal onderzoeksvragen: 1) Wat zijn de ontwikkelingen van individualisering in de (schaak)sport? 2) Wat is de invloed van internet chess clubs op de (schaak)sport? 3) Wat zijn de wensen van de clubspelers op het gebied van georganiseerd schaken? 9

10 Hoofdstuk 3 Onderzoeksonderwerp Uit literatuuronderzoek en gesprekken met deskundigen blijkt dat er veel informatie voorhanden is over vraag 1 en 2. Deze vragen zullen behandeld worden aan de hand van een literatuuronderzoek. Voor vraag 3 is geen of weinig informatie voorhanden of het is te gedateerd. Voor deze vraag is gekozen voor een schriftelijke enquête omdat de doelgroep toegankelijk is en goed te motiveren om deze uit te voeren. Onderzoeksvragen Onderzoekmethode Steekproef Hoofdstuk Vraag 1 Literatuur - 6 Vraag 2 Literatuur - 6 Vraag 3 Online enquête Tabel 1 Overzicht van onderzoeksvragen en onderzoeksmethode In hoofdstuk 5 wordt in paragraaf 5.1 het literatuur onderzoek toegelicht en in paragraaf 5.2 de online enquête. 10

11 Hoofdstuk 4 De organisatie en doelgroepen In dit hoofdstuk zal in paragraaf 4.1 de organisatie van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond behandeld worden. Dit zal gebeuren aan de hand van de statuten, bondsverslagen en informatie van de schaakbond homepage ( In paragraaf 4.2 zal de organisatie van de schaakclubs kort belicht worden. 4.1 Schaakbond De Koninklijke Nederlandse Schaakbond is opgericht op 23 mei 1873 als Nederlandsche Schaakbond en is daarmee één van de oudste sportbonden van Nederland. Eddy Schuyer is bestuursvoorzitter. Het bondsbureau onder leiding van directeur IM Mark van der Werf, de uitvoerende organisatie is gevestigd in Haarlem. Geschiedenis De Koninklijke Nederlandse Schaakbond is een van de oudste sportbonden van Nederland. De bond werd op 23 mei 1873 opgericht onder de naam Nederlandsche Schaakbond. Er werd in die jaren in Nederland her en der wel geschaakt, maar actief kan het schaakleven niet genoemd worden. Om de activiteiten meer leven in te blazen en ook om iets meer structuur aan te brengen, besloten enkele leden van de Haagse schaakvereniging Discendo Discimus tot het oprichten van een bond, die als opdracht kreeg om jaarlijks een nationale wedstrijd uit te schrijven. De beginnende bond telde bij zijn oprichting een kleine honderd leden, waaronder twee dames. De meeste waren afkomstig uit de betere kringen. De Nederlandsche Schaakbond kende in de eerste 25 jaar een geleidelijke groei, maar spectaculair kan de ledenwinst niet genoemd worden. Aan het begin van deze eeuw waren er ongeveer vijfhonderd leden. Belangrijk was wel dat de bond sinds 1893 over een eigen tijdschrift beschikte, wat een positieve invloed had op de onderlinge band. Doordat bijna alle Nederlandse topschakers vanaf het begin aan dit blad meewerkten, had het vanaf het ontstaan een goed niveau. De bond hield zich aan de opdracht van de beginjaren tot het organiseren van een jaarlijkse wedstrijd. Vaak kwamen er maar enkele tientallen leden op zo'n wedstrijd af, maar toch, er was sprake van continuïteit. Bovendien waren onder de deelnemers vaak sterke spelers te vinden, zodat de winnaar van de bondswedstrijden, niet ten onrechte, officieus als Nederlands kampioen werd beschouwd. Pas in 1909 kreeg de Nederlandsche Schaakbond haar eerste officiële kampioen, in de persoon van A.G. Olland. Pas vanaf 1969 wordt er jaarlijks om de Nederlandse titel gespeeld. Ondertussen bleven de jaarlijkse bondswedstrijden tot op de dag van heden bestaan. Twee gebeurtenissen hebben er in de 135-jarige geschiedenis van de bond voor gezorgd dat het ledenaantal een flinke sprong voorwaarts maakte. In 1935 veroverde Max Euwe in een tweekamp tegen Alexander Aljechin de wereldtitel schaken. Het leidde in Nederland tot een ware schaakeuforie en de nieuwe leden stroomden toe. Heel wat schaakclubs werden in deze periode opgericht. Ook in het begin van de jaren zeventig zien we een forse toename van het aantal leden. Toen was het de tweekamp tussen de Amerikaan Bobby Fischer en de Rus Boris Spasski die voor grote publiciteit zorgde. De schaakclubs konden hun zegeningen tellen. 11

12 In dezelfde periode begon de KNSB zich ook voor het eerst systematisch op de jeugd te richten. Door middel van het boek Jeugdschaak werden vele tienduizenden kinderen met het schaakspel in aanraking gebracht. Het betekende een wezenlijke verandering voor de KNSB. Was de schaakbond voorheen een organisatie die merendeels bestond uit mannen van middelbare of hogere leeftijd, nu veranderde het in een sportbond waarin de jeugd ongeveer een derde van het ledental uitmaakte. Dat ledental groeide in die jaren bovendien fors. Begin jaren zeventig schaakten er zo'n twintigduizend mensen in georganiseerd verband, halverwege de jaren tachtig waren dat er meer dan dertigduizend. De laatste jaren zien we een geleidelijke terugval, een verschijnsel waarmee vrijwel alle sportbonden te maken hebben. Medio 2008 zijn er ruim twintigduizend mensen lid van de KNSB. 4.2 Organisatie De opbouw van de KNSB-organisatie is in de loop der jaren grondig veranderd. In de beginperiode kende de organisatie vrijwel alleen persoonlijke leden. Tegenwoordig is de georganiseerde schaker op getrapte wijze lid van de KNSB. Iedere schaker die lid is van een aangesloten vereniging is tevens lid van de regionale bond waaronder deze vereniging valt. De regionale bonden zijn op hun beurt weer aangesloten bij de KNSB. Bestuur Bondsraad bijzondere bonden regionale bonden persoonlijke leden leden verenigingen Figuur 1 Organigram KNSB leden De leden van de KNSB kunnen in drie groepen worden onderverdeeld: De leden van de dertien regionale bonden. Regionale bonden zijn, bij de vereniging aangesloten, in Nederland gevestigde verenigingen, waarbij schaakverenigingen binnen nader omschreven geografische grenzen zijn aangesloten. Onder schaakverenigingen worden mede verstaan de schaakafdelingen van verenigingen met meervoudige doelstellingen. 12

13 01 FSB Friese Schaakbond 02 NOSBO Noordelijke Schaakbond 03 SBO Schaakbond Overijssel 04 OSBO Oostelijke Schaakbond 06 SGS Stichts-Gooise Schaakbond 08 SGA Schaakbond Groot-Amsterdam 09 NHSB Noord-Hollandse Schaakbond 11 LeiSB Leidse Schaakbond 12 HSB Haagse Schaakbond 14 RSB Rotterdamse Schaakbond 16 ZSB Zeeuwse Schaakbond 17 NBSB Noord-Brabantse Schaakbond 19 LiSB Limburgse Schaakbond Tabel 2 Overzicht van regionale bonden De leden van de bijzondere bonden. Dat zijn bonden die zich met een bepaald aspect van het schaken bezig houden. Deze bonden zijn: o Nederlandse Bond van Schaakprobleemvrienden o Nederlandse Bond van Correspondentieschakers o Computer Schaakvereniging Nederland o Alexander Ruebvereniging voor Schaakeindspelstudie o Nederlandse Schaakvereniging van Visueel Gehandicapten 13

14 De persoonlijke leden van de KNSB Individuele leden, zijn de anderen dan de hiervoor genoemden. Activiteiten De KNSB organiseert voor haar leden landelijke competities en kampioenschappen, zendt vertegenwoordigers uit naar internationale wedstrijden, zorgt voor kaderopleidingen en talentontwikkeling, onderhoudt contacten met belangrijke subsidiegevers als het ministerie van VWS en NOC*NSF en maakt waar mogelijk propaganda voor het schaken. Alle leden ontvangen zes maal per jaar het tijdschrift SCHAAKMagazine en hebben toegang tot de internetsite van de bond. 4.3 Schaakclubs De meeste clubs kennen een platte organisatie met in het bestuur een voorzitter, secretaris, penningmeester, jeugdleider, wedstrijdleider interne en een wedstrijdleider externe competitie. De laatste twee spelen een belangrijke rol hoe de leden hun spel kunnen beoefenen. De wedstrijdleider externe competitie stelt de externe teams van een vereniging samen. Vaak gaat dit aan de hand van plaatsingslijsten of op advies van een plaatsing commissie. Er is een landelijke competitie die door de KNSB wordt georganiseerd en een regionale competitie die door de regionale bonden wordt georganiseerd. De teams bestaan uit 8 of 10 spelers en spelen bij de landelijke competities 9 wedstrijden in een poule van 10 teams en bij de regionale bonden 7 wedstrijden in een poule van 8 teams. De interne competities worden in poules gespeeld of volgens het Zwitsers systeem. De basis van het systeem is dat men een aantal punten krijgt (1 voor een overwinning, 1/2 voor een remise, en een 0 bij verlies), en dat in elke ronde zoveel mogelijk de spelers met hetzelfde aantal punten tegen elkaar worden ingedeeld, maar dezelfde spelers spelen nooit tweemaal tegen elkaar. Hierdoor worden dus in het verloop van het toernooi de sterkere spelers tegen elkaar geloot evenals de zwakkere. Aan het eind bepaalt het aantal punten dat elke speler heeft behaald de uitslag van het toernooi. Wanneer die gelijk zijn, worden vaak de zogenaamde weerstandspunten gebruikt om een uitslag te bepalen. Dit is het aantal punten behaald door de tegenstanders van een speler. Het idee daarachter is dat een speler met veel weerstandspunten relatief zware tegenstanders heeft gehad. Voordeel van het Zwitserse systeem is dat het gegeven het aantal ronden een betere kans geeft de sterkste spelers ook bovenaan in de uitslag tegen te komen dan de meeste andere systemen, en dat het ook voor spelers die al uitgeschakeld zijn nog interessante partijen biedt. Een nadeel is dat er geen beslissende finalepartij in de laatste ronde is, wat het toernooi wellicht minder interessant maakt voor publiek. (nl.wikipedia.org/wiki/zwitsers_systeem) 14

15 Hoofdstuk 5 Theoretisch kader In dit hoofdstuk zal het theoretisch kader waarbinnen het onderzoek is uitgevoerd worden behandeld. In paragraaf 1 vind u alle informatie over het literatuuronderzoek en in paragraaf 2 het praktijk onderzoek. 5.1 Literatuuronderzoek Voor de beantwoording van onderzoeksvragen 1 en 2 is gebruik gemaakt van literatuuronderzoek. Dit onderzoek vindt plaats aan de hand van de methode van Vorst (1982: ). Literatuuronderzoek wordt door Vorst omschreven als: een reeks op elkaar afgestemde activiteiten die het mogelijk maakt betrouwbaar en zuiver vast te stellen wat er in de vakliteratuur gezegd of bekend is over een bepaald onderwerp. Vorst (1982: 139) onderscheidt een vijftal vormen van literatuuronderzoek: 1. Theoretisch literatuuronderzoek: Hierbij gaat het voornamelijk om als algemeen geldig bedoelde, verklarende uitspraken in de vakliteratuur over een verschijnsel, bijvoorbeeld de vergelijking van theorieën over een verschijnsel. 2. Interpretatief literatuuronderzoek: Dit onderzoek is gericht op verklaring van een specifiek verschijnsel, geval of eenmalige gebeurtenis. In vergelijking met theoretisch onderzoek ontbreekt bij interpretatief onderzoek de aanspraak op algemene geldigheid. 3. Explorerend literatuuronderzoek: Hierbij is de onderzoeker geïnteresseerd in wat er over een onderwerp aan theoretisch en empirisch materiaal in de vakliteratuur voor handen is. 4. Beschrijvend literatuuronderzoek: Dit type onderzoek is een inventarisatie van resultaten van onderzoeken betreffende een onderwerp. Er is vooral aandacht voor empirische informatie. 5. Toetsend literatuuronderzoek: Dit onderzoek is vooral gericht op toetsing van een specifieke stelling aan onderzoeksresultaten. Er wordt nagegaan hoe vaak en in welke mate een gerichte vraagstelling door de onderzoeksresultaten gesteund wordt. Binnen dit onderzoek zal de nadruk liggen op explorerend literatuuronderzoek. Met het verzamelen van bestaand materiaal binnen de schaakbond, maar zeker ook van andere bronnen wordt getracht een antwoord te geven op de onderzoeksvragen. Om te komen tot een planmatige aanpak wordt literatuuronderzoek door Vorst (1982: ) in zeven fasen opgesplitst. Het literatuuronderzoek binnen dit onderzoek is uitgevoerd aan de hand van deze onderstaande fasen: 15

16 (1) Voorbereiding In de eerste fase wordt het literatuuronderzoek materieel en inhoudelijk voorbereid en in de tijd gepland. De vaststelling van het onderwerp is het belangrijkste aspect. De keuze van het onderwerp is tot stand gekomen op basis van eigen interesse en bezorgdheid dat het ledenaantal van de KNSB terugloopt. Na de keuze van het onderwerp is aan de hand van beschikbare kennis over titels en auteurs een eerste inventarisatie gemaakt van relevante literatuur. Het resultaat van deze eerste fase was een voorlopige planning. (2) Verkenning De wetenschappelijke literatuur wordt verkend naar wat er over het onderwerp zoal geschreven is, in welke bronnen dat voornamelijk is weergegeven en waar deze te vinden zijn. In deze fase heb ik aan de hand van o.a. de volgende trefwoorden verder gezocht naar literatuur: behoeftes van schaker, schaakcompetitie, vrije tijd besteding, trends en ontwikkelingen binnen de sport, individuele vs teamsport, ledenbehoud binnen de sportbond, denksportcentra en vrijwilligers organisaties. Voor deze nadere verkenning is gebruik gemaakt van de documentatie van het Max Euwe centrum te Amsterdam, publicaties en onderzoeken van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond te Haarlem en het internet. (3) Zoekplan De opzet van het literatuuronderzoek wordt zo precies mogelijk opgetekend in een zoekplan. Hierin is de vraagstelling opgenomen, de manier waarop in welke naslagwerken gezocht zal worden en de eisen die aan publicaties gesteld worden. In deze fase is een eerste opzet voor de centrale vraagstelling ontwikkeld met de daarbij behorende onderzoeksvragen. Per onderzoeksvraag is weer verder gezocht naar relevante literatuur op basis van eerder genoemde trefwoorden. Daarbij was het doel zo veel mogelijk literatuur te verzamelen op het gebied van behoefte bij (schaak) sporters en de andere bovengenoemde trefwoorden. (4) Systematisch zoeken Het zoekplan is uitgevoerd door systematisch zoeken in beschikbare artikelen. Op vastgestelde wijze is bij de KNSB en het Max Euwe centrum naar geschikte publicaties gezocht. Deze fase is afgesloten met het sorteren van de gevonden titels naar belang voor het literatuuronderzoek. (5) Verzamelen van documenten In deze fase zijn de documenten verzameld die voldoen aan de gestelde eisen. Alle beschikbare titels zijn nagelopen en nader geselecteerd op basis van inhoud. Literatuur die op één of meerdere punten aansloot bij de centrale vraagstelling en/of de onderzoeksvragen is (indien mogelijk) direct meegenomen. Werken die niet direct beschikbaar waren zijn gereserveerd of gekopieerd. Literatuur die al bij deze eerste selectie afviel is van de lijst gehaald. 16

17 (6) Doornemen, beoordelen en samenvatten De gevonden documenten zijn globaal doorgenomen en op belang voor het onderzoek beoordeeld. Geschikt beoordeelde werken zijn zorgvuldig bestudeerd en de inhoud ervan is samengevat. De gevonden literatuur is in deze fase gelezen en beoordeeld op basis van de opzet van dit onderzoek. Ongeschikte boeken en/of artikelen zijn van de lijst gehaald. Eventuele gaten in de literatuur zijn in deze fase opgevuld door op basis van de gevonden documenten en hun literatuurlijsten aanvullende literatuur te verzamelen. Deze literatuur werd vervolgens eveneens gelezen en beoordeeld. (7) Rapporteren De resultaten van het literatuuronderzoek zijn in samenhangend geheel in dit onderzoek gerapporteerd. Tijdens de rapportage is de tekst regelmatig beoordeeld door bevriende schakers. 5.2 Praktijkonderzoek In deze paragraaf zullen achtereenvolgens de keuze van het onderzoekstype (5.2.1), de Keuze van de onderzoekmethode (5.2.2) en Onderzoekspopulatie, steekproef en Validiteit (5.2.3) behandeld worden Keuze van het onderzoekstype Het praktijkonderzoek naar wat de schakers van de schaakbond verwachten kent voor zover bekend 1 voorganger. Het onderzoek van Tobias Wulffraat die in 1999 een onderzoek deed naar de 'fans en ex-fans van het schaken' heeft raakvlakken. In dit onderzoek De schakers centraal gaat het echter om de nieuwe situatie. De individualisering en zeker internet schaken zijn in 2008 van een significante invloed. Daarom zal dit onderzoek in de eerste plaats een verkennend of exploratief onderzoek zijn met de bedoeling inzicht te krijgen wat de schakers van de KNSB verwachten. Het exploratief onderzoek is een tussenvorm tussen een beschrijvend en een toetsingsonderzoek. Het gaat in dit onderzoek niet alleen om het verkennen van de situatie of om het registreren en beschrijven van verschijnselen. Het is nog te vroeg om een nieuwe theorie of een bestaande theorie toe te passen en in het verlengde daarvan scherpe hypothesen te formuleren (Baarda en De Goede, 2006). Wel is het zo dat ik als onderzoeker interesse heb in bepaalde verbanden tussen kenmerken van de onderzoekseenheden. Bijvoorbeeld of het de schaakbond leden kost dat mensen op internet schaken of dat dit juist gunstig is om nieuwe leden te werven. Tevens wordt er bijvoorbeeld verwacht dat mensen snellere partijen willen spelen, dus met een kortere speelduur per partij dan thans gebruikelijk. De verwachtingen zijn echter niet verder uitgewerkt en onderbouwd. De werkwijze is niet helemaal van te voren vastgelegd zoals bij een toetsingsonderzoek wel het geval is. Verschillende (mogelijke) verbanden zijn nagegaan. Er is hierbij kritisch te werk 17

18 gegaan en ook rekening gehouden met eventuele toevallige samenhangen. Het onderzoek probeert antwoord te geven op wat de schakers van de schaakbond verwachten. Zelf ben ik 1 van de schakers en ik was benieuwd of mijn wensen gedeeld worden door de meerderheid van de leden Keuze van de onderzoekmethode Dit onderzoek is kwantitatief omdat het zich richt op het geven van cijfermatig inzicht en antwoorden geeft op vragen die in termen van hoeveelheid kunnen worden uitgedrukt. Het is ook kwalitatief, omdat het zich richt op wat de schakers willen en ze ook de mogelijkheid krijgen om antwoorden indien nodig toe te lichten. Het onderzoek is daarbij ook een beschrijvend onderzoek. Beschrijvend onderzoek geeft de stand van zaken over een onderwerp op een bepaald moment (juni 2008) weer. Bij dit onderzoek is begonnen met een lijst van aandachtspunten. De lijst met aandachtspunten is eerst naar eigen inzicht opgezet en daarna na meerdere sessies met marktonderzoekbureau ITHAKA aangepast en gewijzigd. Pas hierna is contact opgenomen met de KNSB om op te treden als opdrachtgever. Op basis van de input van de KNSB is de lijst van aandachtspunten nog meerdere malen aangepast. Nadat de lijst definitief was is deze gebruikt als basis voor de uiteindelijke vragenlijst. De lijst kreeg na meerdere sessies een afgebakend aantal onderwerpen waarover informatie verzameld is. Om er zeker van te zijn dat de vragenlijst naar de kennis en behoefte van de schaker alle alternatieven bevatte is hij meermaals getest Onderzoekspopulatie, steekproef en validiteit Een reden om kwantitatief onderzoek uit te voeren is het kunnen doen van uitspraken die een representatief beeld van de werkelijkheid geven. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van een steekproef. Een steekproef is een selectie uit een totale populatie ten behoeve van een meting van bepaalde eigenschappen van die populatie. Grafisch ziet dat er als volgt uit: Figuur 2 Populatie Steekproeven worden door marktonderzoekbureaus gehanteerd, omdat het praktisch gezien vaak niet haalbaar is om iedereen uit de doelgroep (populatie) te ondervragen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee verschillende steekproeven, de aselecte steekproef en de selecte steekproef (Right Marktonderzoek Het aantal leden van de bond kan per week variëren omdat er constant mutaties plaatsvinden. Het huidige aantal leden schommelt in 2008 tussen de en leden. Er is gekozen 18

19 om niet de gehele populatie te benaderen omdat niet alle adressen bekend zijn. Bovendien waren er juridische bezwaren om de leden onder de 16 jaar te benaderen. Om jongeren van onder de 16 jaar een enquête te laten invullen is toestemming van een ouder of voogd nodig. De adressen van de ouder of voogd waren niet bekend. De aanlevering van adressen aan de schaakbond verloopt via de secretarissen van de aangesloten verenigingen. Op dit moment gebeurt dit nog niet structureel en worden de adressen willekeurig verzameld. We gaan er in het onderzoek daarom vanuit dat alle eenheden in de omschreven populatie een gelijke kans hebben om in de steekproef terecht te komen en dat leden zonder adres geen afwijkende meningen hebben t.o.v. de gemiddelde populatie. Deze aselecte steekproef geeft de mogelijkheid om bij de analyse van de onderzoeksgegevens gebruik te maken van de inductieve statistiek. Met deze vorm van statistiek kun je analyseren in hoeverre resultaten die gevonden worden met een steekproef, met een zeker fouten marge ook gelden voor de gehele onderzoekspopulatie waaruit de steekproef is getrokken. Een goede streekproef calculator is te vinden op Hoe groot is de steekproefmarge die u wilt toelaten? (%) Een steekproefmarge van 5% is gangbaar bij marktonderzoek 5% Welk betrouwbaarheidspercentage wilt u hanteren? (%) Vaak wordt een betrouwbaarheidspercentage van 95% gehanteerd. 99% Wat is de omvang van de populatie? Welke uitkomst verwacht u in het onderzoek? (%) Wanneer dit vooraf niet is in te schatten, vult u dan 50 in. 50% Steekproefgrootte: 643 Tabel 3 Steekproefcalculatie Uitkomsten van dit soort (kwantitatieve) onderzoeken zijn nooit voor 100% betrouwbaar. Betrouwbaarheid wil zeggen dat de onderzoeksresultaten zo min mogelijk afhankelijk zijn van toeval. Hiervoor is het van belang dat er voldoende personen meedoen aan het onderzoek. Hoe groter de respons, hoe kleiner de kans op toeval, en hoe groter de kans dat de resultaten overeenkomen met de mening van alle leden van de schaakbond. 19

20 De enquête bevatte twee kleine fouten. In de vraag over het opleidingsniveau was de mogelijkheid Havo/Vwo niet opgenomen. Tevens werden door een routing fout aan respondenten die aangegeven hadden geen partijen op internet te spelen toch vragen hierover gesteld. Omdat dit alleen extra vragen waren en deze aan het einde van het onderzoek werden gesteld zullen weinig mensen hier op afgehaakt zijn. Het antwoord van deze respondenten op de laatste vragen zal niet significant beïnvloed zijn. Tevens zijn bij de analyse de antwoorden op deze vragen niet meegenomen waardoor een normale respons ontstond. Wat betreft de betrouwbaarheid van dit onderzoek kunnen we stellen dat de respons van 1799 volledig ingevulde enquêtes voldoende groot is om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Dat het onderzoek betrouwbaar is garandeert niet dat het onderzoek ook valide is. Het gaat bij validiteit dat je meet wat je oogt te bemeten. Aangezien voor mij de validiteit zeer belangrijk was ben ik hier dieper op in gegaan. Het essay van drs. C. van der Werf over de zin en onzin van het gebruik van internetenquêtes geeft een goede onderbouwing van de validiteit: Wat zijn de voor- en nadelen van internetenquêtes? Het goede nieuws is dat dataverzameling met behulp van internet-enquêtes een aantal belangrijke voordelen kent. Om te beginnen is het in vergelijking tot andere vormen van dataverzameling aanzienlijk goedkoper (afgezien van een eventuele vooraankondiging, geen druk-, porto- en data-entrykosten en geen inzet van interviewers/enquêteurs). Ten tweede de snelheid. De gemiddelde responstijd is aanzienlijk korter dan bij schriftelijke enquêtes, en soms vergelijkbaar met telefonisch enquêteren. Onafhankelijk van tijd en plaats. De respondent bepaalt zelf wanneer en waar hij/zij de vragenlijst invult (vergelijkbaar met schriftelijke enquêtes). De vragenlijst is 'customized'. Net als bij telefonische en laptop gestuurde enquêtes (CATI en CAPI) is de routing door de vragenlijst geautomatiseerd (gebaseerd op eerder gegeven antwoorden). De respondent wordt niet afgeleid door vragen die niet voor hem bestemd zijn. Verder is het mogelijk om 'toonmateriaal' zoals foto's, logo's of zelfs kleine filmpjes aan de vragenlijst toe te voegen. Open vragen in een internetenquête leveren doorgaans uitgebreidere en beter leesbare antwoorden op dan bij schriftelijk of telefonisch onderzoek. Er is aanzienlijk minder kans op invoerfouten. De respondent doet immers zelf de invoer, waardoor geen kostbare 'dubbel-ponsing' nodig is. En tenslotte heeft een internet-enquête een moderne uitstraling die past bij een eigentijdse opdrachtgever van onderzoek. Er zijn vanzelfsprekend ook nadelen verbonden aan het online-onderzoek. Zo kunnen er vraagtekens gesteld worden bij de representativiteit van internet-enquêtes. Mat name als het gaat om publieksonderzoek waarbij geen steekproefkader beschikbaar Als de steekproef getrokken wordt uit een accespanel, bestaat het risico van bias (vertekening). Het belangrijkste nadeel en bezwaar van accespanels is namelijk dat niet duidelijk is of en in welke mate sprake is van een 'paneleffect' (vertekening doordat respondenten regelmatig aan onderzoek deelnemen, en daardoor niet meer representatief zijn). Verder zijn er de nodige technische vereisten waaraan voldaan moet worden, die roet in het eten kunnen gooien. Niet alle computers kunnen overweg met HTML-vragenlijsten, er komen steeds meer firewalls die s met elektronische vragenlijsten of toegang tot bepaalde sites tegenhouden, en niet alle Pc s zijn 'coockie-enabled' waardoor controle op het meer dan 1 keer invullen lastiger wordt. 20

21 Anders dan bij een schriftelijke vragenlijst, mag de respondent doorgaans geen vragen overslaan (overigens is dit technisch wel mogelijk). Dit 'gedwongen' invullen leidt enerzijds tot een geringere partiële non-respons, maar het kan ook leiden tot irritatie bij de respondenten die daardoor afhaken. Het blijkt dat bij internet-enquêtes na elke vraag mensen afhaken. Dat zal bij schriftelijke vragenlijsten wellicht ook het geval zijn, maar dat is niet te monitoren. En tenslotte zijn sommige respondenten achterdochtig over de privacy. Wat gebeurt er met mijn gegevens als ik op "verzenden" klik? Om hieraan tegemoet te komen is het raadzaam een schriftelijke vooraankondiging te sturen en eventueel een telefonische helpdesk in te stellen. Met de nadelen van online onderzoek is duidelijk rekening gehouden. De privacy die bij schakers hoog in het vaandel staat is in de aankondiging duidelijk gewaarborgd. Het feit dat de mail afkomstig was van schaakbond.nl en niet van een marktonderzoek bureau heeft dit nog eens herbevestigd. Het enige punt dat overigens beperkte invloed gehad kan hebben is het gedwongen moeten invullen van vragen. Tabel 4 kwantitatieve dataverzameling Voor een goede validiteit is een goede vragenlijst nodig die voldoet aan de volgende basis beginselen: Bedenk vooraf wat je wilt weten en meten. Formuleer de vragen neutraal en eenduidig (er is geen interviewer beschikbaar voor uitleg). Hanteer uitsluitende antwoordcategorieën. Baken de periode waar de vragen betrekking op hebben duidelijk af. Houd zowel de vragen als de totale vragenlijst kort. Met een zeer to the point vragenlijst van 45 vragen die binnen 8 minuten geheel neutraal in te vullen was is aan alle voorwaarden voldaan. Er kan daarom gesteld worden dat het onderzoek valide is. Hoofdstuk 6 Resultaten en analyse In dit hoofdstuk zullen de onderzoeksvragen worden behandeld. In paragraaf 6.1 wordt de vraag: Wat zijn de ontwikkelingen van individualisering in de (schaak)sport? behandeld. In 21

22 paragraaf 6.2 wordt de vraag: Wat is de invloed van internet chess clubs op de (schaak)sport? behandeld. Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 6.3 waarin uitvoerig de resultaten uit de online enquête worden besproken. Deze paragraaf zal antwoord geven op de vraag: Wat zijn de wensen van de clubspelers op het gebied van georganiseerd schaken? 6.1 Individualisering in de sport Indien we niet-schakers zouden vragen of schaken een individuele of teamsport is dan zullen ze een onderzoeker vreemd aankijken. Het antwoord lijkt namelijk logisch; het is individualistisch. Het spel zelf is dit inderdaad en toch bestaat een groot deel van de competities zoals de schaakbond ze nu organiseert uit teamsport. De ruim leden van de schaakbond zijn aangesloten bij een schaakclub. De hoofdactiviteit van een schaakclub is de organisatie van een interne competitie. Hierin speelt men individueel. De externe competitie bestaat echter uit wedstrijden tegen een andere club in teamverband bestaande uit 8 of 10 teamleden. De onderbonden organiseren dit in 5 klasses, te weten 4 e,3 e, 2 e,1 e - en promotieklasse. De overkoepelende schaakbond zelf organiseert de landelijke competities verdeeld in 3 e,2 e,1 e, en meesterklasse. Bij een wedstrijd met 8 spelers en een stand in de wedstrijd van 4-3 ontstaat er een interessante situatie. Als de resterende partij remise staat - wat goed is voor een half punt - zal het team dat achter staat met 4½-3½ verliezen. Wat moet een speler dan doen? Kiest hij voor zichzelf of speelt hij op barsten en buigen? Dit zou eens bekeken kunnen worden in een geheel ander onderzoek, maar de vraagstelling zelf geeft al aan dat schaken wel degelijk een teamsport kan zijn. Rapportage sport 2006 In 2006 is er een coproductie van het Sociaal en Cultureel Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Mulier Instituut (mi), NOC*NSF en TNO Kwaliteit van Leven geweest onder de naam Rapportage sport Hierin zijn de belangrijkste cijfermatige ontwikkelingen in de sport van de afgelopen jaren bijeengezet. Dit rapport is bestudeerd op ontwikkelingen die belangrijk zijn voor de schaaksport samen met andere bronnen die steeds vermeld zullen worden. Steeds minder mensen zijn lid van een vereniging of organisatie. In 2003 was 54% van de bevolking van 6 jaar en ouder lid (1999: 57%). De deelname aan vrijwilligerswerk is de afgelopen jaren stabiel gebleven. In 2003 besloot het ministerie van VWS om een einde te maken aan instellingssubsidies, waaronder veel subsidies aan sportorganisaties. Daarnaast werd de breedtesportimpuls stopgezet. Bij de schaakbond is vooralsnog de daling ook niet te stoppen. Van leden in januari 2003 naar leden op 1 januari

23 jan jul jan jul jan jul jan jul jan totaal aantal leden zonder dubbelleden Figuur 3 Ledenverloop per maand (jaarverslag KNSB) Hoewel het aantal leden van een vereniging of organisatie is gedaald is wel de afgelopen decennia de sportdeelname met enkele procentpunten gestegen. Momenteel doet 64% van de bevolking van jaar aan sport in de vrije tijd. De meest beoefende sporten zijn sporten die goed recreatief en alleen kunnen worden beoefend, zoals zwemmen, fitness, fietsen, hardlopen en wandelen. De meest beoefende teamsport is voetbal. Sporten die duidelijk populairder zijn geworden de afgelopen jaren zijn hockey, golf en hardlopen. (Koen Breedveld en Annet Tiessen-Raaphorst, Rapportage sport 2006) De schaakbond profiteert duidelijk niet van het populairder worden van de individuele sporten. Terwijl het aantal individuele sporters toeneemt, neemt het aantal leden van de schaakbond juist af. Het rapport vermeldt dat juist sporten die als recreatief en als gezond gezien worden populairder zijn. Volgens bepaalde stellingsnames is schaken goed als hersentraining en zou het zelfs de ziekte van Alzheimer zou kunnen afremmen of uitstellen. Zoals blijkt uit een studie van het Amerikaanse Rush University Medical Center dat is gepubliceerd in Neurology van 27 juni 2007 vertraagt hersenactiviteit de ontwikkeling van Alzheimer. Onder hersenactiviteit wordt o.a. verstaan het lezen van kranten, puzzelen, schaken, enz.. De studie werd uitgevoerd bij 700 mensen van 80 jaar en ouder die gedurende 5 jaar werden opgevolgd. Van hen kregen 90 Alzheimer, bij 102 personen die overleden werd een hersenautopsie uitgevoerd. Personen die mentaal actief bleven bleken 2,6 keer minder kans te hebben op Alzheimer en dementie dan niet mentaal actieve personen, ongeacht hun sociale en fysieke activiteiten en vroegere sociaal-economische of intellectuele status. (David A. Bennett, How to prevent Alzheimer s) Het is echter moeilijk om de verschillende doelgroepen hiervan te overtuigen. Belangrijke rol speelt hierbij het imago van het schaken. In 2004 is door het NOC*NSF onderzoek voor twintig sportbonden gedaan naar het imago. Er werden 15 vragen gesteld en 1 van de vragen aan de respondenten was om aan de hand van een vijfpuntsschaal aan te gegeven hoe (on)aantrekkelijk ze het (zouden) vinden om (op televisie of als toeschouwer) naar deze 20 sporten te kijken. 23

24 Aantrekkelijk om naar zeer onaantrekkelijk niet onaantrekkelijk aantrekkelijk zeer gemiddelde niet aantrekkelijk aantrekkelijk op te kijken onaantrekkelijk Nederlandse bevolking (12 jaar e.o.) % % % % % (1) (2) (3) (4) (5) 5-puntssch. Tennis ,14 Atletiek ,14 Zwemsport ,12 Wielrennen ,11 Voetbal ,95 Gymnastiek ,92 Volleybal ,89 Paardrijden ,67 Basketbal ,61 Hockey ,54 Roeien ,41 Toerfietsen ,37 Badminton ,37 Judo ,35 Skaten/skeeleren ,19 Korfbal ,03 Handboogschieten ,02 Tafeltennis ,02 Fitness ,96 Schaken ,55 Tabel 5 Aantrekkelijk om naar te kijken(motivatie- en imago-onderzoek voor twintig sportbonden, NOC/NSF) Een andere vraag was de reden om te sporten. Hierbij gaven de respondenten aan dat ontspannen en gezondheid ruimschoots de belangrijkste motieven waren om te sporten. In samenhang met deze vraag mochten de respondenten 3 sporten noemen die het beste aansluiten bij deze motieven. Ditmaal komt schaken beter uit de verf. De sport eindigt in de achterhoede, maar blijft uit de buurt van de rode lantaarn. Onder de denksporten komt het na het bridgen en voor het dammen. Sporten die het beste aansluiten bij de redenen om te sporten Nederlandse bevolking (12 jaar e.o.): Sporters (n=1391) % Wielrennen/mountainbiken/toerfietsen Fitness 20,7 Zwemsport 20,6 Veldvoetbal 12,5 Tennis 11,8 Wandelsport 11,1 Hardlopen/joggen/trimmen 10,3 Volleybal 7,2 Aerobics/steps 5,0 24

25 Danssport 5,0 Paardensport 3,8 Badminton 3,7 Gymnastiek/turnen 3,6 Squash 3,3 Vecht- verdedigingssporten 3,2 Skeeleren/skaten 3,1 Atletiek 2,1 Golf 2,1 Skiën/langlaufen/snowboarden 2,1 Handbal 1,9 Schaatsen 1,9 Basketbal 1,8 Hockey 1,7 Klimsporten/bergwandelen 1,6 Biljart/poolbiljart/snooker 1,4 Bowling 1,3 Watersport/zeilen/surfen 1,3 Korfbal 1,2 Tafeltennis 1,2 Bridge 1,1 Zaalvoetbal 1 Roeien 0,8 Schietsport 0,8 Schaken 0,7 Duiksport 0,6 Kano 0,6 Motorsport 0,6 Darts 0,5 Honkbal/softbal 0,5 Dammen 0,2 Jeu de boules 0,2 Karting 0,1 Midgetgolf 0,1 Andere sport 3,7 Tabel 6 Sporten die het beste aansluiten bij de redenen om te sporten (Motivatie- en imago-onderzoek voor twintig sportbonden, NOC*NSF) De trend is om individueler te gaan sporten en te kiezen voor sporten die gezond zijn en voor ontspanning zorgen. Relatief gezien krijgt de schaaksport hiervoor een goed rapport cijfer hetgeen doet veronderstellen dat men schaken toch enigszins een gezonde sport vindt. Naar het schaken kijken vindt men met afstand het saaist van alle sporten en dit doet het imago van het schaken geen goed. Het benutten van andere media kanalen lijkt de aangewezen route om het imago te verbeteren en de sporters te interesseren voor de schaaksport. Het maatschappelijk aanzien van sport is gestegen. Bewegen en gezond leven zijn belangrijke waarden geworden die (weer) actief worden gepropageerd. Individualisering en de opkomst van een beleveniseconomie bieden kansen en uitdagingen voor de (georganiseerde) sport. Segmentering en professionalisering zijn belangrijke thema s. De schaakbond richtte zich tot voor kort voornamelijk op de wedstrijd schaker; de schakers die in competitie verband spelen 25

26 met een klok en voor de rating en waar de uitslag zeer belangrijk is. Voor de recreatieve schakers, en ouderen was weinig aandacht. De laatste twee jaar is hier verandering in gekomen en is de schaakbond andere doelgroepen gaan benaderen. Hieronder een aantal van deze projecten. Belangrijk bij de segmentatie is de laagdrempeligheid. Een lid van de KNSB betaalt gemiddeld Euro 27,10 aan contributie. In een economie die niet op volle toeren draait vragen veel leden zich af wat ze hiervoor krijgen. In de nieuwe segmenten zijn er lagere instapkosten en is men dus op zoek naar een soort tientjes leden. KNSB mastersproject De schaakbond probeert in het 50-plus segment een nieuwe groep mensen voor het schaken te winnen. Het project richt zich in het bijzonder op de vijftigplusser die geen lid is van een schaakvereniging maar die wel belangstelling heeft voor het schaken. Op tien plaatsen in het land wordt een masterclub opgericht. Belangstellenden betalen een klein bedrag en worden daarmee lid van de masterclub. Als tegenprestatie ontvangen zij een welkomstpakket. De leden van een masterclub kunnen vervolgens inschrijven op diverse activiteiten. Zij betalen per activiteit. Een masterclub kan onder andere de volgende activiteiten organiseren: - Vrij schaken in een buurthuis of zorginstelling, bijvoorbeeld overdag - Een simultaanseance tegen een plaatselijke of landelijke coryfee - Een lezing over een schaakonderwerp - Een bezoek brengen aan een groot toernooi - Een bezoek brengen aan het Max Euwe Centrum - Een bezoek brengen aan een tentoonstelling met schaakkunst - Zelf schaakkunst maken in een workshop van een kunstenaar - Schaaklessen voor beginnende schakers - Een schaakquiz Afbeelding 1 links Hans Böhm en rechts een bezoek aan het Max Euwe centrum SpeelZ SpeelZ richt zich op het segment schoolgaande kinderen. SpeelZ is voor iedereen (docent, ouder, schoolbestuurder) die denksport in groepsverband wil introduceren aan kinderen. SpeelZ biedt begeleiding aan docenten en een digitaal speelveld voor de kinderen via de website Het project is gestart in januari Bij het project wordt klassikaal geschaakt en is er een speciaal lesprogramma beschikbaar voor groepen 5 t/m 8 vanaf ca. 10 lessen. Een schaakles duurt van 30 tot 60 minuten. Het bijzondere van dit project is dat ook de computer kan worden ingezet. Er is een CD rom beschikbaar waarop een geheel lesprogramma staat. Snelle leerlingen hoeven dus niet af te wachten. De computer bepaalt het tempo. De leerkracht 26

27 heeft daarnaast vele mogelijkheden om de klassikale lessen boeiend te houden voor alle leerlingen. Afbeelding 2 Schakende kinderen op school De doelgroep wordt vervolgens overgehaald om examen te doen: Afbeelding 3 Diploma's Opstapje 1 en 2 Er zijn verschillende lespakketten te verkrijgen in veelvouden van 10 deelnemers. De kosten hiervoor zijn 125 Euro of wel 12,50 per kind. De kinderen kunnen ook individueel lid worden. Het lidmaatschap is voor 1 jaar en momenteel zijn al meer dan 500 kinderen op deze manier lid van de schaakbond. Het belang van vrije tijd De snelle technologische ontwikkelingen en productiviteitsstijgingen gaven in het midden van de 20ste eeuw voeding aan de gedachte dat de westerse maatschappij op weg was zich te ontwikkelen tot een vrijetijdsmaatschappij. De werkdag zou nog maar slechts 3 tot 4 uur beslaan en vrije tijd zou de voornaamste levensvervulling vormen. In het begin van de 21ste eeuw zullen slechts weinigen het idee hebben inderdaad in een dergelijke vrijetijdsmaatschappij te leven. Vanwege de vermeerderde inschakeling van vrouwen in het arbeidsproces en van mannen in het huishouden, is er eerder sprake van een gemobiliseerde samenleving. De hoeveelheid beschikbare vrije tijd daalde. Niettemin is er in een drietal opzichten sprake van een vrijetijdsmaatschappij. Ten eerste kwam er een vrijetijdsmarkt tot ontwikkeling, die inmiddels tot de grootste takken van bedrijvigheid behoort. Het vrijetijdsaanbod groeide uit tot een speerpunt van menig stadbestuur, in de hoop hiermee zowel toerisme als bedrijfsleven en de dubbelmodale middenklasse aan de stad te binden. In de openbare ruimte tussen de steden werden leisurefuncties gerealiseerd. Ten tweede groeide de betekenis van de vrije tijd voor de individuele identiteit. Er is geen ontwikkeling naar een vrijetijdssamenleving in de zin dat vrije tijd in uren gemeten de voornaamste levensvervulling geworden is, maar wel in de zin dat men de identiteit meer dan voorheen aan het vrijetijdsrepertoire is gaan ontlenen. Mensen spreken niet zozeer meer over wat voor werk en geloof ze aanhangen, maar meer over welke interesses, hobby s en liefhebberijen ze hebben. De identificatie met zelfgekozen bezigheden in de vrije tijd groeide. 27

28 Ten derde verzelfstandigde het domein van de vrije tijd. Die verzelfstandiging, waardoor de vrije tijd losser kwam te staan van de normering in de andere maatschappelijke domeinen, past in een veel langere ontwikkeling van maatschappelijke differentiatie en functionele specialisatie. Nadat de vrije tijd in het weekend en de avond, een gevolg van de vrije zaterdag en achturendag, in eerste instantie in groep- en verenigingsverband werd door gebracht, luidde de groeide afstand tussen geloof en maatschappij de verzelfstandiging van de vrije tijd in. De invloed van religie, gezin en overheid op de vrije tijd is verminderd. In de hoogtijdagen van de kerk beïnvloedde levenbeschouwing ook de vrije tijd. Die invloed betrof deels wat men deed, maar vooral in welke context men iets deed. Tal van activiteiten en liefhebberijen werden voornamelijk binnen de eigen kring ondernomen. Dat men enerzijds vaker thuis is en anderzijds minder tijd besteedt aan huiselijke contacten past binnen het beeld van de individualisering. Huishoudens worden algemeen genomen steeds kleiner, hetgeen de kans om thuis een huisgenoot te treffen negatief beïnvloedt. Voorts is de individualisering binnen de muren van het eigen huis verder voortgeschreden. De tijd dat de gemeenschappelijke woonkamer slechts één lichtpunt telde, boven de centraal opgestelde huistafel en in de enige verwarmde ruimte, ligt ver achter ons. Dat geldt inmiddels ook voor de tijd dat een huis met slechts één televisie, en één computer was uitgerust. Verschillende vertrekken zijn gerieflijk voorzien van alle gemakken, zodat ieder zich binnen de muren van de gezinswoning op activiteiten van eigen voorkeur kan richten. Zo bezien onttrekken de arbeidsmarkt en de vrijetijdsmarkt tijd aan het gezinsleven. In een somberder visie staat de intocht van tv en pc op de tienerkamer zelfs gelijk met het gedeeltelijk verwezen van die kinderen, doordat de aantrekkingskracht van formats en rolmodellen uit de vermaaksindustrie ten koste gaat van de rol van de ouders. Dat ter relativering kan worden opgemerkt dat de romantische visie op het gezin historisch gezien eerder uitzondering dan regel is, zeker in de praktijk, laat onverlet dat een goed gezinsleven hier en nu als een voorname waarde in het leven gezien wordt. Gezin en vrienden worden, in die volgorde, als de twee belangrijkste zaken in het leven beschouwd, belangrijker dan, in die volgorde, vrije tijd, werk, godsdienst en politiek. (Robert Haarbosch, Onderzoek vrije tijd) De gedachte achter de onderzoeksvraag naar de ontwikkelingen van individualiseringen in de schaaksport was dat deze individualisering mogelijk kansen zouden leveren voor het winnen van clubleden. Schaken is echter een vrije tijdsbesteding en uit meerder artikelen is gebleken dat door individualisering de verplichting zijn toegenomen en de vrije tijd is afgenomen. Mensen zijn vaker thuis en de vrije tijd is verspreid over minder aaneengesloten uren. De individualisering lijkt dus geen kans op te leveren voor het traditionele aanbod van het clubschaak zoals de schaakbond dat nu aanbiedt. Dit sterkt de gedachte dat aanbod via internet waarbij een lid zelf het moment van deelname kan bepalen mogelijkheden zou kunnen bieden. In paragraaf 6.2 zal hier uitvoeriger op worden ingegaan. 28

29 6.2 invloed van internet chess clubs op de (schaak)sport De invloed van informatie technologie en internet op de schaaksport is de laatste jaren enorm. De ICT wereld werd decennia lang geregeerd door bits and bytes en brute force van de megaframes. De laatste 20 jaar gaat de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie met een sneltreinvaart. Het schaakspel leende zich bij uitstek voor de programmeurs om aan te tonen dat kunstmatige intelligentie toe te passen is op het schaakspel. Een spel dat zich door zijn oneindige mogelijkheid aan zetten niet laat uitrekenen door brute force. Over deze materie is veel literatuur aanwezig en het heeft veel media aandacht gekregen tijdens de matches tussen de menselijke wereldkampioen Gary Kasparov en de schaakcomputer Deep Blue. In 1996 was Kasparov de computer nog de baas, maar in 1997 moest Kasparov zijn meerdere in de computer erkennen. De versie van Deep Blue kon toen al 200 miljoen zetten berekenen in 1 seconde. In de vraag wordt echter op zoek gegaan naar het volgende: Wat is de invloed van internet chess clubs op de schaaksport? Door dit zo specifiek af te bakenen werd tijdens het literatuuronderzoek al snel duidelijk dat er niet veel materiaal voorhanden was. Dit maakte de uitdaging om aan informatie te komen alleen maar groter. Geïnteresseerden in het schaakspel gebruiken internet om actualiteiten te volgen, analyses te bekijken, live partijen te volgen of online te schaken. Media, Internet en sport gaan in 2008 hand in hand en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Sport is commercie en veel sportbonden genereren door de media veel aandacht en sponsorgelden. De media aandacht genereert vaak veel leden of zorgt voor het behoud van leden terwijl de sponsorgelden de kwaliteit van het aanbod ondersteunt en verbetert. Ook op de Nederlandse universiteiten wordt steeds meer aandacht besteed aan sport en commercie, public relations en sponsoring. Een tweetal scripties geven een goed kader voor de verdere beantwoording van de onderzoeksvraag. Topspeler en schaakgrootmeester Dennis de Vreugt schreef in 2005 een scriptie genaamd Werfschaak over Public Relations en Sponsoring bij de Koninklijke Nederlandse Schaakbond. Top speelster en schaakmeester bij de vrouwen Arlette van Weersel schreef in 2008 een scriptie over media exposure in de schaaksport. De belangrijke positie die internet inneemt ten opzichte van de overige media kanalen zoals radio en TV wordt door beiden onderschreven. Radio Presentator en schaker Hans Böhm besteedt één keer in de maand een paar minuten aandacht aan het schaken in het NOS-radioprogramma Langs de Lijn. Zo doet hij onder andere verslag van het Nederlands Kampioenschap (NK). In verband met de afwezigheid van Jan Timman op het NK was het voor Böhm moeilijker om zendtijd te krijgen, tijdens dit evenement. Door de afwezigheid van Jan Timman was de belangstelling minder. Het programma wordt niet aangekondigd door de KNSB aan haar leden en daardoor bestaat de indruk dat veel schakers deze uitzending missen. 29

30 Vroeger trok Hans Böhm samen met Jos Timmer en enkele anderen ongeveer honderdduizend luisteraars per uitzending met het programma Man en Paard. Dit was een wekelijks radioprogramma dat uitsluitend over schaken ging. In het begin kreeg het programma tien minuten zendtijd, later werd dit opgevoerd naar een half uur. Volgens Böhm was het programma zo n succes doordat zij een grote groep mensen wisten te interesseren met speciale activiteiten. Voorbeelden van ludieke activiteiten waren schaken in de gevangenissen van Nederland en schaken op het Binnenhof in Den Haag, waaraan een interview met een politicus gekoppeld werd. Voor de makers van het programma was het belangrijk om het schaken zelf verder in tact te laten, dus zonder speciale spelregels of combinaties met andere sporten. (Werfschaak, Dennis de Vreugt) TV De NOS is verplicht om jaarlijks vijf minuten uit te zenden over schaken. Het item dient overlegd te worden met de KNSB. Indien het item in het sportjournaal doordeweeks wordt uitgezonden dan is de NOS verplicht om twee en een halve minuut uit te zenden. NOC*NSF onderhandelt eens in de vier jaar met de NOS over de televisierechten. De NOS is over het algemeen niet geïnteresseerd in schaken, aangezien het relatief lage kijkcijfers trekt. In de vorm van een pakketaanbod weet NOC*NSF dus vijf minuten voor schaken vrij te maken bij de NOS. Op jaarbasis zijn deze vijf minuten zendtijd erg gering. De vijf minuten gaan normaalgesproken over het NK. In het verleden heeft Hans Böhm verschillende schaakcursussen gepresenteerd voor Teleac en de AVRO. De laatste schaakcursus op tv was: Graaf Schakula. Jaarlijks werden er ongeveer vijftigduizend schaakpakketten verkocht via deze cursussen. Helaas heeft dit niet geleid tot veel nieuwe leden bij de KNSB. (Werfschaak, Dennis de Vreugt). Het aanbieden van schaken op TV is zeer moeilijk. Belangrijkste hobbel hierbij is dat de kijker basiskennis moet hebben van het schaakspel. Het gaat hierbij dan niet eens alleen om de regels van het spel, maar tevens is enig begrip in de strategie en tactische mogelijkheden nodig om van een TV uizending wat te maken. Oud-toproeier en socioloog Ruud Stokvis verbonden aan de universiteit van Amsterdam deed onderzoek in de Verenigde Staten en schreef in zijn boek Sport, Media en Publiek dat alles draait om de belangstelling van het publiek. Volgens de theorie van Stokvis is het voor de schaakbond niet mogelijk zich te mediatiseren, doordat de bond grofweg te klein is. Ook onderzoeker van Weersel onderstreept dit in haar scriptie over media exposure in de schaaksport. Zoals van Weersel verder aangeeft kan echter het bekijken van een schaakwedstrijd in vergelijking met andere sporten goed via Internet. Ook daar is het mogelijk reclame te maken. Het voordeel van het gebruik van Internet is dat de partijen na te spelen zijn op een eigen tempo op elk willekeurig tijdstip van de dag. Bovendien heeft men niet de beperking dat er maar een wedstrijd gevolgd kan worden. Door de opkomst van schaak websites is het voor het publiek zelfs mogelijk live commentaar te krijgen bij de verschillende wedstrijden. Dit commentaar wordt vaak gegeven door gerenommeerde schaakspelers en maakten de wedstrijd begrijpelijker voor het normale publiek. 30

31 Als er voor een medium gekozen moet worden is volgens de kenners internet dus uitermate geschikt voor de schaaksport. De vraag is dan natuurlijk of internet in de schaaksport ondertussen groot genoeg is om leden en sponsoren te trekken. Internet schaken Veel schaakliefhebbers willen het spel beoefenen op het moment dat hen het beste uitkomt. Schaken leent zich hier prima voor. Al in de jaren 70 van de vorige eeuw kochten veel mensen een schaakcomputer om tegen te spelen. Een nadeel was echter het ontbreken van emotie. Een klein nadeel leidde tegen de computer steevast tot verlies van de partij. Dit in tegenstelling tot tegenstanders van vlees en bloed die nog wel eens een fout maken. Internet bracht een nieuwe mogelijkheid; spelen op de computer via internet wanneer je maar wilt tegen een menselijke tegenstander. Internetschaakclubs bieden deze dienst betaald en onbetaald aan via hun schaakservers. Ook de opkomst van het digitale schaakbord heeft veel bijgedragen in de ontwikkeling van de schaaksport. Het digitale schaakbord kan gebruikt worden op elk schaaktoernooi. Dit schaakbord geeft de gespeelde zetten gelijk door naar de computer. Deze computer kan de gespeelde partij door middel van sofware gelijk op Internet zetten. Het is voor publiek mogelijk om live de schaakpartijen te volgen en deze na te spelen. Zo kan over de hele wereld gratis het toernooi gevolgd worden. Schaakservers spelen tijdens belangrijke grote evenementen hier handig op in, door commentaar te geven op de gespeelde zetten. Zo wordt het spel toegankelijker voor de amateur schaker. (Media exposure in de schaaksport, Arlette van Weersel) Internet wordt niet alleen gebruikt voor het online schaken, maar ook voor actualiteiten, analyses en live wedstrijden. Om een indruk te krijgen van de betekenis is contact opgenomen met de Internet Chess Club, de grootste online chessclub in de USA, Playchess onderdeel van Chessbase en grootste online schaakclub in Europa, de schaakbond en hun website, schakers.info een initiatief van Jan Bey en schaakclub.nl de website van schaakclub Bloemendaal. Arlette van Weersel zocht voor haar onderzoek contact met andere websites en vooral toernooi sites. Het belangrijkste schaaktoernooi in Nederland is het Corus toernooi. Het aantal bezoekers van gedurende het gehele toernooi geeft aan dat de mogelijkheden ongekend zijn. Het merendeel maakte gebruik van de mogelijkheid om online partijen te bekijken. Dat echter niet alleen de partijen mensen trekken blijkt wel uit het aantal bezoekers op De site bood tijdens het Corus toernooi 2008 hoofdzakelijk achtergrond informatie en de interviews en persconferenties, die via de website werden gebroadcast. Ook dit was goed voor bezoekers. Kleinere toernooien die vaak met eenvoudige middelen een website bijhouden trekken toch nog gemiddeld tussen de bezoekers per toernooi. Van de benaderde 5 websites wenste alleen de Chessclub.com niet mee te werken. In diverse s werden de mogelijkheden uitgewisseld om met geïndexeerde cijfers te komen. Dit 100% commerciële bedrijf vond echter elke vorm van informatie te gevoelig. Een aantal kengetallen geeft echter wel de importantie aan van deze online chessclub. Men heeft ruim betalende leden en er worden meer dan partijen per dag op de server gespeeld. De geschatte inkomsten aan contributies en reclames ligt tussen de 1,5 en 2 miljoen USD. 31

32 Chessbase Afbeelding 4 Chessbase logo en Rainer Woisin, directeur Chessbase De Chessbase GmbH gevestigd in Hamburg, Duitsland behoort al jaren tot de top als het gaat om allerlei vormen van informatie verstrekking op schaakgebied. Het commercieel geleide bedrijf heeft ruim 20 medewerkers en honderden agenten wereldwijd om hun producten af te zetten. Actualiteiten, boeken, het schaakprogramma Fritz, spelers database, partijen database en alles wat met schaken te maken heeft wordt door hen verzorgd. In het contact met Rainer Woisin is geconcentreerd op de cijfers van de schaakserver Playchess. In september 2001 is de schaakserver waar alle leden wereldwijd online partijen kunnen spelen de lucht in gegaan. Ondertussen heeft men in juni 2008 nu leden wereldwijd die tezamen accounts vertegenwoordigen. In nog geen 7 jaar is er het duizelingwekkende aantal van 289 miljoen partijen gespeeld. Met een aangemaakte account kan men onder zijn eigen naam spelen, maar ook een nickname kiezen. De nickname is een zelf verzonnen naam die het mogelijk maakt volledig anoniem op de server te spelen. De kracht hiervan is dat vele sterke grootmeesters vaak deelnemen zonder dat hun identiteit bekend is. Hiermee is het voor iedereen mogelijk om op zijn eigen voorwaarden deel te nemen en te genieten van het spel. Het is interessant om te kijken hoe de cijfers van het spelen op een schaakclub, zich verhouden met het spelen op een schaaksite. Duidelijk mag zijn dat deze inzichten slechts een indicatie zijn omdat niet alle absolute gegevens bekend zijn. Bovendien zijn veel personen dubbellid bij verschillende schaakservers. Percentage per land Aantal Aantal 11. SUI:2.2% GER:21.4% BEL:1.9% Undefined:14,4% IND:1.7% USA:6.6% RUS:1.7% FRA:5.5% SWE:1.7% ESP:5.3% POL:1.6% TUR:4.9% CZE:1.6% ITA:4.0% HUN:1.6% NED:3.6% BUL:1.6% ENG:2.6% CAN:1.6% AUT:2.4% Other countries 12,1% Totaal aantal leden Afbeelding 5 Aantal Chessbase leden per land 32

33 Het geschatte marktaandeel van Playchess in Europa is 40%. Dit zou betekenen dat (6480/40)*100 = Nederlanders lid zijn van een schaakserver. Er is aanbod van betaalde en onbetaalde servers en de verdeling hiervan is onbekend. Volgens een studie die op 15 november 2007 werd gepubliceerd door de European Interactive Advertising Association (EIAA) gebruiken 81% van de mensen in Nederland nu regelmatig elke week het internet; dat is een stuk boven het Europese gemiddelde, te weten 57% en het hoogste percentage in Europa. Dat betekent dat 11 miljoen mensen in Nederland nu regelmatig Online zijn. Met 11 miljoen internet gebruikers in Nederland betekend dat 1 op elke 680 internet gebruikers lid is. Bij de schaakbond en zijn clubs is op dit moment ongeveer 1 op de 850 Nederlanders lid. De strijd tussen de ruim 100 jaar oude bond en de nieuwkomers is in volle gang en de KNSB zal hierop moeten reageren. Schakers.info De website schakers.info is een persoonlijk initiatief van Jan Bey. In zijn tijd als bondsafgevaardigde in de jaren negentig voor de Leidse Schaakbond, ageerde hij regelmatig in de bondsraad en in de wandelgangen tegen de slechte nieuwsvoorziening van de landelijke schaakbond website ( De site is geboren vanuit een duidelijke behoefte aan Nederlands schakersinfo. In 2002 werd door Jan Bey en de hulp van vaste medewerkers als Harmen Jonkman (GM), Edwin van Haastert (IM), Geert van der Stricht (IM) en journalist Johan Hut, de site gelanceerd. In de beginjaren werden ze ondersteund door sponsor New In Chess uit Alkmaar. Na vier jaar werd dit verbroken omdat er teveel invloed dreigde op de onafhankelijkheid van schakersinfo. Vandaag de dag springt de site nog steeds in de gaten die de schaakbond laat vallen, zoals het verzamelen van alle partijen in *.pgn van de meesterklasse. Daarnaast volgen ze Nederlandse spelers in binnen- en buitenland en hebben ze veelal rechtstreeks een bericht van de speler(s) vanuit het toernooi. Een andere aanvulling van dit gat is de eerder genoemde website Chessvibes van Peter Doggers, een site met blog mogelijkheden en o.a. films van toptoernooien. Op dit moment bestaat er een afspraak met de schaakbond dat ze elkaars nieuws zullen aanvullen en niet doubleren. Schakers.info is een puur Nederlandstalige site. 90% van de bezoekers heeft een IP adres in Nederland, 7% uit België en 3% uit de rest van de wereld. Tijdens de start in 2002 waren er gelijk al 750 bezoekers per dag een jaar later waren dit er al Momenteel heeft men 3000 bezoekers per dag. Tijdens het NK en het Corus toernooi zijn er duidelijke piekmoment. Tevens valt op dat er veel bezoekers zijn na een KNSB weekend waarin op zaterdag alle landelijke teams hun wedstrijden spelen veel bezoekers zijn. Op zondag en maandag samen komen tussen de 10 en 11 duizend bezoekers waarbij veelal partijen worden gedownload. 33

34 Er zijn in het verleden enkele onderzoeken gehouden naar onder meer speelsterkte van de bezoekers. Hieruit bleek dat van de sterkere leden (rating 1800 en hoger) ongeveer 5000 de website goed kent. Tevens was er een kort onderzoek naar het lidmaatschap en/of donateurschap van schakersinfo. Dit leverde weinig interesse op. Uit het onderzoek bleek dat het merendeel van de bezoekers niets willen betalen voor de schakersinfo. Voor een lidmaatschap met extra's als bijv. kortingen, is men wel bereid iets te betalen. Door het gebruik van google-ads toe te passen (via verdiensten van de clicks) worden momenteel de technische kosten gedekt. De schaakbond De webmaster heeft statistieken beschikbaar gesteld van de website (inclusief de alias en Binnen de statistieken wordt veel gesproken over bezoekers, unieke bezoekers, hits en pagina s. Iedere keer als een browser een bestand opvraagt van een webserver en de webserver vervolgens het bestand terugstuurt naar de browser, is er sprake van een hit. Wanneer iemand een HTML-pagina met daarop zes afbeeldingen, een Flashbestandje en een achtergrondmuziekje bezoekt, dan stuurt de webserver maar liefst negen bestanden terug naar de browser Er zijn in dit geval dus maar liefst negen hits gescoord: zes hits voor de plaatjes, één voor het Flashbestand, één voor het muziekbestand en natuurlijk één hit voor de HTML-pagina zelf. De pagina is in dit geval echter maar één keer bekeken, dus gaat het slechts om één pageview. We spreken dus van een pageview, wanneer iemand een HTML-pagina bekijkt; ongeacht hoeveel bestanden er op die pagina staan. Het aantal pageviews zegt dus wat meer over het surfgedrag van de bezoekers van je site dan het aantal hits. Als een bezoeker een artikel van tien pagina's opvraagt, dan worden er tien pageviews geregistreerd. Het gaat dan echter nog steeds maar om één en dezelfde (unieke) bezoeker, die tien pagina's bekeek. Het aantal bezoekers wordt gefilterd via het unieke IP-adres, dat iedere bezoeker heeft. Het enige nadeel is, dat het aantal unieke bezoekers vaak lager is, dan het aantal verschillende personen, dat een site bekijkt. Dat komt o.a., doordat veel mensen op hun werk via één pc een site bezoeken en er dus maar één IPadres geconstateerd is. ( De schaakbond site is een website met veel statische informatie. Er is veel achtergrond informatie en er is aandacht voor actualiteiten. De site biedt echter geen mogelijkheid om online te schaken en analyses en live partijen worden vaak door gelinkt naar ander websites. Dat de site weinig nieuw te bieden heeft blijkt uit de bezoekersaantallen in de onderstaande tabel. Zelfs in 2004 waren er meer bezoekers dan in Wel wordt de site steeds intensiever bekeken. Maand Unieke bezoekers Aantal bezoeken Pagina s Hits Bytes Totaal GB Totaal GB Totaal GB Totaal GB 34

35 Tabel 7 Bezoekers data van schaakbond.nl Veel bezoekers keren regelmatig terug naar de site. Zoals blijkt uit de onderstaande tabel valt het hoogtepunt van het aantal bezoekers tijdens het Nederlands kampioenschap schaken. In 2008 werd dit gehouden van 2 t/m 13 april. De Website trok toen unieke bezoeken. Ruim 1/3 van de bezoeken aan de website in een jaar vindt dus binnen 12 dagen plaats. Dag Aantal bezoeken Pagina s Hits Bytes 02 Apr GB 03 Apr GB 04 Apr GB 05 Apr GB 06 Apr GB 07 Apr GB 08 Apr GB 09 Apr GB 10 Apr GB 11 Apr GB 12 Apr GB 13 Apr GB Totaal ,07 GB Tabel 8 Bezoekers data van schaakbond.nl tijdens het Nederlands Kampioenschap 35

36 Schaakclub.nl De meeste schaakclubs hebben een eigen website. Hierop worden de standen van de interne en externe competities bijgehouden. Tevens hebben bijna alle sites een nieuws pagina. Partijen en analyses worden doorgaans als platte tekst weergeven, maar de meer ontwikkelde website hebben vaak een analyse en partij viewer waarmee de bezoeker de partijen zet voor zet kan bekijken. Tevens is er vaak een forum aan de website gelinkt die danwel openbaar toegankelijk is of achter gesloten deuren voor de leden van de club. Schaakclub.nl is de website van schaakclub Bloemendaal die onderdeel uitmaakt van de Kennemer Combinatie. De Kennemer Combinatie behoort tot de grote verenigingen van Nederland met een deelname van 15 teams aan de externe competities. Om een totaal beeld te vormen is het interessant om te zien dat de bezoekers aantallen voor clubsites veel lager zijn. Het totaal aantal bezoekers sinds januari 2002 is Het aantal unieke bezoekers is % van de bezoekers logt in op het intranet dat alleen toegankelijk is voor leden. De harde kern bestaat uit 43 bezoekers. Voor aanvang van een KNSB weekend zijn er gemiddeld 220 bezoeker per week. De week erna zijn dit er 540. Ook hier is dus een duidelijke interesse voor het nieuws en de partijen van de competitie. Interessant is ook dat kleine clubs met de nieuwe technologie de mogelijkheid hebben om live partijen uit te zenden. Gemiddeld zijn er per partij 98 bezoekers. Technologie De paragraaf die inzicht geeft in de invloed van internet chess clubs op de schaaksport kan niet worden afgesloten zonder extra informatie over technologie. Iedere speler beschikt per partij over een vooraf vastgestelde hoeveelheid tijd. Bij overschrijding van die tijd valt de vlag en verliest hij de partij. Wedstrijdschaak wordt dan ook gespeeld met de klok. Traditioneel gebeurde dit met een schaakklok die twee uurwerken bevatte. De speler die een zet op het bord heeft gedaan, zet vervolgens het uurwerk van de tegenstander in gang. Het meest bekende uurwerk is de Garde klok zoals onderstaand weergegeven. Afbeelding 6 links de Garde klok, midden de DGT klok en rechts het elektronische bord 36

37 In de jaren negentig van de vorige eeuw kwam Albert Vasse van DGT projects met de eerste elektronische schaakklok (bovenstaande afbeelding) die door de wereldschaakbond FIDE werd geaccepteerd. Tevens werd een elektronisch bord ontwikkeld dat de zetten kon registreren. Het elektronische bord is via een kabel op internet aangesloten en de partijen worden live weergegeven. Onlangs heeft DGT projects de nieuwe generatie van mogelijkheden geïntroduceerd, het zogenaamde Foidos systeem. Bij dit systeem worden niet alleen de nog beschikbare tijd en de zetten van de spelers geregistreerd, maar ook worden via verschillende video punten de spelers gefilmd. Close-ups zijn hierbij belangrijk om de emotie van de spelers in het gezicht weer te geven. De bezoeker kan tevens een scherm openen waarbij een grootmeester de partij live analyseert en ook kan een schaakcomputer programma meedraaien en zetsuggesties doen. Om deze unieke mogelijkheid te vergelijken met andere sporten heb ik het volgende voorbeeld als perspectief genomen. Stel dat u tijdens een eredivisie voetbal zondag alle 9 wedstrijden live kunt volgen op 1 scherm. Je kunt per scherm live de commentaren volgen van Johan Cruyf, Youri Mulder, Danny Blind en vele anderen. Tevens kunt u terugspoelen wanneer u dat wilt en inzoomen op individuele acties van spelers. Een computer laat u haarfijn zien of het buitenspel is en welke spelers vrij stonden toen de bal gespeeld werd. Het camerawerk en geluid zijn zo scherp dat u de gesprekken tussen de trainer en zijn assistent kunt volgen. Bovendien is een deel van de mogelijkheden ook weggelegd voor de gemiddelde schaakclub die meerdere borden en klokken kan veroorloven. Het is daarom niet ondenkbaar dat binnen een aantal jaren de meeste regionale clubs hun wedstrijden live uitzenden. Een aantal clubs is hiermee al begonnen. 6.3 Praktijkonderzoek Om antwoord te krijgen op de derde onderzoeksvraag: Wat zijn de wensen van de clubspelers op het gebied van georganiseerd schaken? is een online-enquête gehouden onder de leden en ex-leden van de KNSB. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met ITHAKA research die belangeloos de kosten van het onderzoek gesponsord heeft en de KNSB. De enquête bestond uit 45 vragen die opgedeeld waren in 3 delen. In het eerste deel de profielvragen die inzicht geven in onder andere hoe lang men lid is van een vereniging, wanneer men schaken geleerd heeft, van wie, etc. Het tweede deel betrof de beoefening van het spel dat inzicht geeft of men juist interne partijen wilt spelen of tegen andere clubs. Of men snelle of juist lange partijen wilt spelen. Of men graag analyseert, etc. De enquête werd afgesloten met vragen of men internet gebruikt voor het schaken. De gehele enquête is te vinden in de bijlagen. 37

38 Na de samenstelling is de enquête in een tweetal sessies besproken met Martien Schriemer. Afbeelding 7 Martien Schriemer Schriemer is partner bij Ithaka en Business Group Manager Customer Strategy. Martien is econometrist en heeft jarenlange ervaring met het doorlopen en uitvoeren van het totale onderzoekstraject: van het vertalen van de probleemstelling tot de uiteindelijke presentatie en evaluatie van de resultaten. Zijn expertise betreft een zeer breed onderzoeksveld. Hij heeft kennis van onderzoek met behulp van diverse soorten media, zoals schriftelijk, online, sms en face to face onderzoek. Tevens is hij De Scriptdokter en auteur van de cursus Hoe maak ik een goede vragenlijst en geeft deze ook regelmatig. Om de doelgroep te kunnen benaderen waren adressen noodzakelijk. Hiervoor is contact opgenomen met de schaakbond. De bond had adressen beschikbaar van leden en adressen van niet leden. Van de s is 16% gebounched (1097) adressen waren bruikbaar. Van 8250 leden van 16 jaar en ouder was geen beschikbaar leden hebben de enquête ingevuld. Een respons van 29,4%. Tevens zijn er s gestuurd aan ex-leden waarvan er 625 gebounched zijn. Van de 950 bruikbare adressen hebben 130 mensen de enquête ingevuld, hetgeen goed is voor een respons van 13,7%. Uit praktische overwegingen en voor toekomstig gebruik is de mening van de ex-leden meegenomen. Dit onderzoek richt zich op de huidige leden en er is geen verdere specificering gemaakt. Een eerste indicatie van de kracht van internet en de trouw van de schakers werd duidelijk in de eerste 24 uur dat de enquête online was. Voor een betrouwbaar onderzoek was een respons van minimaal 643 ingevulde enquêtes nodig. Met Ithaka werd overeengekomen dat er 1000 respondenten gesponsord zouden worden. Op de vraag wat de KNSB wilde als er meer dan 1000 respondenten zouden zijn werd afwachtend gereageerd. Men wilde de respons eerst wel eens zien en als het snel zou vollopen kon men altijd nog beslissen. Binnen 23 uur was de enquête dicht en waren er 1000 respondenten geweest. Ithaka was bereid om de enquête verder open te houden omdat de informatie per vraag en doelgroep bij een hogere respons betere en betrouwbaardere informatie zou opleveren. Nog voor de resultaten bekend waren werd hiermee al bevestigd dat de kracht van internet door de schaakbond onderschat wordt. Er is besloten om het onderzoek in de 2 e week van juni 2008 te houden. Het seizoen was toen afgesloten en er waren nog geen vakanties. De schaakbond heeft eerst de onderstaande vooraankondiging gemaakt op de website: De KNSB wil graag uw mening weten In opdracht van de KNSB zal er de komende maand een onderzoek plaatsvinden onder leden en ex-leden. Doel van het onderzoek is een antwoord te vinden op de vraag: welke organisatiemogelijkheden moet de schaakbond bieden om te voldoen aan de wensen van de verschillende doelgroepen onder haar leden. Schaker (FIDE-meester) en onderzoeker, de heer R. Duijn uit Haarlem, doet op dit moment een onderzoek in het kader van zijn MBA studie naar 38

39 de wensen van schakers. Dankzij sponsoring van ITHAKA research ( is het mogelijk dit onderzoek uit te voeren en om op deze wijze een zo volledig mogelijk inzicht te krijgen naar wat de schaker beweegt. Het onderzoek zal per plaatsvinden. Het is tenslotte een onderzoek naar het internet gebruik van schakers. De leden waarvan het adres bij de KNSB bekend is ontvangen per op 12 of 13 juni bericht met een link naar de enquêtesite. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer acht minuten, afhankelijk van de antwoorden. De deelname is volstrekt anoniem. Wel zullen enkele achtergrondgegevens van de deelnemer gevraagd worden, maar deze zullen niet te herleiden zijn tot een identificeerbare persoon. De adressen blijven alleen bij de KNSB bekend. Vervolgens zijn de leden benaderd per door de KNSB met de onderstaande tekst: Aan de leden en ex-leden van de KNSB Geachte heer / mevrouw, De KNSB roept uw hulp in. In opdracht van de KNSB zal er de komende maand een onderzoek plaatsvinden onder haar leden en ex-leden. Doel van het onderzoek is een antwoord te zoeken op de vraag: Welke organisatiemogelijkheden moet de schaakbond bieden om te voldoen aan de wensen van de verschillende doelgroepen onder haar leden. Schaker (FIDE meester) en onderzoeker, de heer R. Duijn uit Haarlem, doet op dit moment een onderzoek in het kader van zijn MBA studie naar de wensen van schakers. Dankzij sponsoring van ITHAKA research is het mogelijk dit onderzoek uit te voeren en om op deze wijze een zo volledig mogelijk inzicht te krijgen naar wat u als schaker beweegt. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 8 minuten, afhankelijk van uw antwoorden. Uw deelname is volstrekt anoniem, wel zullen we enkele achtergrondgegevens van u vragen, maar deze zullen niet te herleiden zijn tot een identificeerbare persoon. Uw adres blijft alleen bij de KNSB bekend. Door op onderstaande link te klikken komt u in de vragenlijst. Indien de website zich niet automatisch opent, kopieer en plak dan de hyperlink in de adresbalk van uw browser. Bij voorbaat hartelijk dank voor de moeite. Het onderzoek wordt uitgevoerd door ITHAKA research uit Amsterdam. ITHAKA research is aangesloten bij de MOA en ESOMAR en in gehouden aan stringente gedragscodes, onder andere omtrent het waarborgen van de anonimiteit van respondenten. Alvast hartelijk bedankt voor uw medewerking, Met vriendelijke groet, Koninklijke Nederlandse Schaakbond Mark van der Werf 39

40 Onderstaand een uitwerking van de vragen. In deze uitwerking maak ik voor het gemak van de lezer soms gebruik van een extrapolatie naar de leden van de schaakbond. Deze extrapolatie is gedaan op basis van ongewogen data. Vraag 1 Figuur 4 vraag 1 Vraag 2 betrof het invullen van welke club men lid is of was. De resultaten hiervan kunnen voor specifieke doeleinden zoals meningen per bond of regio gebruikt worden. Vraag 3 Figuur 5 vraag 3 De uitkomst geeft aan hoe clubtrouw de leden zijn. 83% is lid geweest van 3 clubs of minder inclusief hun huidige vereniging. 40

41 Vraag 4 Figuur 6 vraag 4 Dat het grootste deel van de leden leerde schaken tussen de 8 en 12 jaar was de bevestiging van veronderstellingen. Dat er 23% vroege vogels zijn ook. Interessant is echter om waar te nemen dat 33% na zijn 12e jaar de regels van het schaakspel leert. Vraag 5 Figuur 7 vraag 5 Het antwoord op deze vraag is zeker verrassend te noemen. Veel kinderen worden voor de eerste maal lid van een schaakvereniging tijdens de basisschool. Uit het ledenverloop en de praktijk is bekend dat de overgang van de basisschool naar de middelbare school de schaakbond en de clubs veel leden kost. Jeugdverenigingen spelen vaak op avonden tussen 18:30-20:30. De jeugdspelers die aan de middelbare school beginnen en de overstap naar de senioren afdeling willen maken krijgen vaak problemen met de speeltijden die doordeweeks van 20:00-24:00 zijn. Jeugdspelers haken hier op veelvuldig op af. Dat juist 30% van de 41

42 respondenten aangeeft in deze periode lid te zijn geworden is frappant en zou verder onderzocht moeten worden. Vraag 6 Figuur 8 vraag 6 Interessant uit de beantwoording van deze vraag is de waarneming dat publiciteit zeker wat oplevert. 11% werd op deze manier lid van een vereniging. 447 respondent gaven aan een andere reden te hebben die ruim 200 variëteiten opleverde. De antwoorden variëren van door boeken geïnteresseerd, Teleac cursus van Hans Bohm, collega, simultaan, etc. Een groot deel van de anders antwoorders gaf aan uit eigen interesse/initiatief lid te zijn geworden. Vraag 7 Figuur 9 vraag 7 Anders dan vele ander sporten kan men bij schaken bijna zijn gehele leven lid blijven. Dit vertaald zich in een hoog percentage (88%) leden dat 7 jaar of meer lid is van een vereniging. 42

43 Waar bij vele sporten leeftijd en fitheid een belangrijke rol spelen in het kwijtraken van leden heeft de schaakbond hier veel minder last van. 43

44 Vraag 8 Als u schaakt, hoe vaak speelt u dan? Normaal is een bedenktijd meer dan 1 uur per persoon per partij. Rapid is minuten p.p.p.p, snelschaak is minder dan 10 minuten p.p.p.p en onder overige vallen spelvormen zoals doorgeefschaak, Fischer random chess, correspondentieschaak, etc. Figuur 10 vraag 8 2 van de 3 respondenten (vertaald ruim van de leden) geeft aan dat ze vaak of soms rapid of snelschaak spelen. Deze spelvorm wordt momenteel alleen intern op clubs en in toernooi verband gespeeld. Alleen partijen met normaal speeltempo worden door de schaakbond als externe partijen aangeboden. Vraag 9 Figuur 11 vraag 9 44

45 Vraag 10 Figuur 12 vraag 10 De percentages zijn een gewogen gemiddelde omdat er meerdere antwoorden mogelijk waren. Interessant is dat 8,81% van de leden aangeeft doordeweeks in de middaguren interesse te hebben in het schaken. Dit betekend er onder de leden bijna 1800 mensen interesse hebben. Vraag 11 Figuur 13 vraag 11 De leden met een voorkeur spelen liever niet op woensdag, zaterdag of zondag avond 45

46 Vraag 12 Figuur 14 vraag 12 Ruim 60% van de leden is minder dan 30 keer per jaar bij een clubavond of activiteit betrokken. Dit relatief lage aantal bevestigd de bevindingen uit het literatuur onderzoek. Vraag 13 Figuur 15 vraag 13 De respondenten die anders kozen gaven het buurthuis, dorpshuis, cultureel centrum en wijkgebouw als meest voorkomende optie. Ook spelen een aantal leden in een eigen verenigings- of clubgebouw. 46

47 Vraag 14 Figuur 16 vraag 14 Over het algemeen zijn de schakers tevreden over de kwaliteit van de speellocatie. Met de antwoorden uit vraag 2 zou de schaakbond de clubs kunnen selecteren die een mooie tot zeer mooie speellocatie hebben of juist een slechte. Men kan vervolgens bekijken wat dit voor invloed heeft op de tevredenheid en het eventuele ledenverloop. Vraag 15 Figuur 17 vraag 15 Zoals eerder aangegeven kan men bijna zijn gehele leven lid zijn van een schaakvereniging. De kern van de leden is 46 jaar of ouder. 47

48 Vraag 16 Figuur 18 vraag 16 72% van de leden heeft een afgeronde HBO of universitaire opleiding. Vraag 17 Figuur 19 vraag 17 Uit de voorgaande vragen blijkt dat de kern van de leden een leeftijd boven de 46 jaar heeft en 72% van de leden een afgeronde HBO of universitaire opleiding heeft. Dat 24% niet meer dan Euro verdient is opvallend zeker daar het een gezinsinkomen betreft. Het wijkt sterk af van de inzichten die websites als intermediair.nl geeft. Eventueel verder onderzoek zou moeten aantonen of er onder schakers veel 1-persoons huishoudens zijn en er gewerkt wordt bij scholen, onderzoekcentra en universiteiten. Hier geeft de maximale schaal vaak salarissen van onder de Euro. 48

49 Onderstaande vragen zijn steeds behandeld in de vorm van stellingen. De respondent gaf in zijn beoordeling aan in welke mate hij het met de stelling eens was. 1= helemaal oneens en 100= geheel eens. In de grafische weergave wordt gebruik gemaakt van schalen van 1-25, 26-50, en Vraag 18 Figuur 20 vraag 18 Vraag 19 Figuur 21 vraag 19 49

50 Vraag 20 Figuur 22 vraag 20 Als we uitgaan van gezond boeren verstand dat men de dingen die men leuk vind vaak doet dan komen de antwoorden op vragen 20, 21 en 22 nagenoeg overeen met het antwoord op vraag 8 en geven helaas geen dieper inzicht. Vraag 21 Het spelen van partijen met rapid speeltempo vind ik leuk % 18% 20% 26% Figuur 23 vraag 21 62% van de leden vind het spelen van rapid partijen leuk tot zeer leuk. 50

51 Vraag 22 Figuur 24 vraag 22 Ook het snelschaken heeft met 56% veel aanhangers. De groep die dit echter echt niet leuk vind is met 26% relatief groot. Vraag 23 Figuur 25 vraag 23 Bij vraag 8 is gebleken dat 2 van de 3 respondenten aangeef dat ze vaak of soms rapid of snelschaak spelen. Deze vorm wordt niet als externe competitie aangeboden. 39% van de leden blijkt hier zeker interesse in te hebben. 51

52 Vraag 24 Figuur 26 vraag 24 Een rating vindt men op dit moment minder belangrijk. Vaak gaat dit pas een rol spelen als er eenmaal echte competities bestaan. Op dat moment stijgt de behoefte om speelsterkte te kunnen aangeven. Vraag 25 Figuur 27 vraag 25 Binnen de schaakwereld wordt het normale speeltempo gezien als de manier om een volwaardige partij te spelen waarbij het om het spel draait. Hoe sneller het speeltempo des te meer de invloed van de tijd is op de uitslag. Tijd heeft bij rapid partijen zeker een grotere invloed op de uitslag dan bij een normale partij. Bij snelschaak is de invloed van tijd echter een zeer grote factor. Het is daarom toch enigszins verassend dat 33% interesse heeft. 52

53 Vraag 26 Figuur 28 vraag 26 Een rating vindt men op dit moment minder belangrijk. Vaak gaat dit pas een rol spelen als er eenmaal echte competities bestaan. Op dat moment stijgt de behoefte om speelsterkte te kunnen aangeven. Vraag 27 Figuur 29 vraag 27 Voor Professionele schakers en in officiële toernooien is absolute stilte vereist. Tijdens de externe competities van de schaakbond zijn er wedstrijdleiders die hier op toe zien. De concentratie is vanzelfsprekend beter bij stilte. Interessant is te zien dat bijna de helft geen moeite heeft met randverschijnselen en geluiden. Van de mensen met een rating < 1400 stoort 38,89% zich zeer (76-100) en stoort de ratinggroep zich met 26,58% het minst. Vraag 28 53

54 Figuur 30 vraag 28 De helft van de leden vind een externe partij belangrijker dan een interne partij. Een zeer waarschijnlijke oorzaak hiervan is waarschijnlijk de rating. De rating geeft de sterkte van een speler aan en bij een externe uitslag wordt de rating positief of negatief aangepast. Bij een interne partij speelt dit geen rol. Vraag 29 Figuur 31 vraag 29 56% van de leden speelt een externe partij serieuzer. Bij leden die minder dan 3 jaar lid zijn neemt 39% de partij serieuzer terwijl de leden die meer dan 16 jaar lid zijn bijna 56% de partij serieuzer neemt. De fanatiekste groep zijn de leden die 7-15 jaar lid zijn met bijna 60%. Er lijkt dus een curve te zijn van toenemende serieusheid die in een later stadium weer wat afvlakt. Vraag 30 54

55 Figuur 32 vraag 30 Men analyseert graag een partij na. Op een clubavond gebeurd dit meestal in dezelfde ruimte terwijl andere partijen nog gewoon gaande zijn. Dit behoort dus bij de eerder bekeken randverschijnselen. Omdat maar een kleine groep zich hier aan stoort zal dit geen problemen opleveren. Vraag 31 Figuur 33 vraag 31 Hier blijken de rating houders van 1700 en meer de fanatiekste thuis analyseerders met ruim 50%. Van de mensen met een rating onder de 1400 heeft minder dan 26% interesse om hun partij thuis te analyseren. Leden zijn in het eerste jaar bij een schaakclub fanatieker dan andere leden. Vraag 32 55

56 Figuur 34 vraag 32 Het gebruik van een schaakprogramma neemt vooral toe bij leden die 4 jaar of langer lid zijn van een club. Ruim 51% gebruikt dan een schaakprogramma. Vraag 33 Figuur 35 vraag 33 Hoe hoger het niveau van een schaakpartij des te belangrijker is de invloed van een goede voorbereiding. Het onderzoek onderschrijft dit. 50% van de rating houders zitten in de schaal van Bij de was dit 29,8%, de ,96% en de ,55%. 56

57 Vraag 34 Figuur 36 vraag 34 De 2000 plus rating houders zijn de gezelligheidsdieren. Ruim 68,7% vindt een drankje belangrijk. De groep is zeker geïnteresseerd maar scoort met 50% duidelijk lager. Kijken we naar de leeftijd dan zijn er maar kleine verschillen. De groep jaar scoort met 69,01% hoog en de groep 46 jaar en ouder het laagst met 54,64%. Inkomen speelt geen rol. Hier vinden alle inkomens groepen het rond de 60% belangrijk. Vraag 35 Naast het spelen van mijn partijen op en voor de club draag ik ook mijn steentje bij voor het welzijn van de club (bestuursfunctie, trainer, bardienst, commissies, etc) Figuur 37 vraag 35 Bij het meewerken zit een duidelijke trend. Hoe langer men lid is des te meer draagt men zijn steentje bij. Bij 3 jaar of minder lid draagt 25% een steentje bij en dit stijgt tot ruim 53% bij de leden die 16 jaar en langer lid zijn. De praktijk leert dat bij een vereniging met doorsnee 50 57

58 leden er een 5 a 6 tal bestuurleden veel werk verzetten met daarnaast een wedstrijdleider externe en mensen die een clubblad maken. Vaak is dit nog geen 20% van de leden. De beleving over zichzelf is duidelijk anders dan de werkelijkheid. Een vraag hoe groot het percentage volgens de leden is dat wat doet voor de club had uitkomst geboden, maar is helaas niet gesteld. Vraag 36 Figuur 38 vraag 36 Hier zien we ook het voor de hand liggende verband. Bijna 70% van de 2000 plus rating houders vindt de hoogte belangrijk. Bij de is dit nog geen 34%. Vraag 37 Figuur 39 vraag 37 58

59 Vraag 38 Figuur 40 vraag 38 De groep die net lid is van een schaakclub speelt het meest tegen een schaakcomputer. Ook lagere ratinghouders spelen vaker tegen computers dan de leden met een hogere rating. Vraag 39 Figuur 41 vraag 39 59

60 Vraag 40 Figuur 42 vraag 40 Deze grafiek moet zeer nauwkeurig gelezen worden. Als je kijkt naar mensen die het niet uitmaakt of beide kiezen zou je kunnen stellen dat 60% een Engelse website prima vind. Dit zou onjuist zijn omdat er een grote indifferente groep is. Een nauwkeurige herberekening is gemaakt in de onderstaande tabel: Ruim 85% van de leden geeft wel degelijk aan dat ze voorkeur hebben voor een Nederlandse site. 60

61 Bij vraag 41 t/m 45 zijn alleen de antwoorden gebruikt van de 861 respondenten die vraag 37 beantwoord hebben met het spelen van een partij. Het betreft hier dus de mening van 54% van de leden. Vraag 41 Figuur 43 vraag 41 Ruim 2500 leden zijn al betalend lid bij een internet schaakclub. Vraag 42 Figuur 44 Vraag respondenten vulde de vragen over internet in. 861 respondenten beantwoorde de vraag of zij wel eens partijen op internet speelde met ja. 53,1% van de leden speelt dus wel eens op internet. Dit is ruim leden. 800 leden van de schaakbond spelen dus meer dan 30uur per maand op internet. 61

62 Vraag 43 Figuur 45 Vraag 43 Dat ruim 60% wel eens gespeeld heeft op 1 van deze 2 sites onderschrijft het literatuur onderzoek dat aangeeft dat Playchess en ICC de marktleiders zijn. Vraag 44 Figuur 46 vraag 44 Van de mensen die nu al eens partijen spelen op internet zou 45% zeker spelen op de schaakbond site en 46% misschien. 62

63 Vraag 45 Figuur 47 vraag 45 Met het antwoord op deze vraag kunnen we een eerste eenvoudige rekensom maken. Van de leden die wel een partij spelen op internet willen 6100 er niet voor betalen willen gemiddeld Euro 7,50 betalen = Euro 1400 willen gemiddeld Euro 20,00 betalen = Euro 400 willen 30 Euro of meer betalen = Euro Hoe de schaakbond hiermee verder kan moet bestudeerd worden. Ervaring leert dat er een verschil zit in wat mensen zeggen dat ze gaan doen en werkelijk gaan doen mensen zeggen geïnteresseerd te zijn. Wat gebeurd er als de schaakbond werkelijk dit aanbod doen? Stappen deze mensen over, blijven ze lid bij hun huidige internetschaakclub, worden ze dubbellid of toch helemaal niet. 63

64 Aan de hand van de bovenstaande uitkomsten heb ik een tiental vergelijkingen geselecteerd. Die ik hieronder zal behandelen: 1. Op welke leeftijd werd u lid van een schaakvereniging? Met: hoe lang bent u in totaal lid geweest van een schaakvereniging? Figuur 48 Kruising 1 Tabel 9 kruising 1 83% van de leden die lid worden tussen de 13 en 18 jaar zijn langer dan 16 jaar lid tegen 64,9% van de leden die tussen de 8 en 12 jaar lid werden. 64

65 2. Hoe hoog is uw huidige rating? Met Hoe lang bent u in totaal lid geweest van een schaakvereniging? Figuur 49 kruising 2 Tabel 10 kruising 2 Dat 78% van de rating groep en 58,3% van de groep meer dan 16 jaar lid is geeft aan dat we daar de kern van de leden vinden. Bij de groep is maar 33% langer lid dan 16 jaar. Veel heeft te maken met de verschuiving in speelsterkte waarbij iemand uit de groep sterker wordt en na vele jaren de groep bereikt. Het gat tussen de groep en de van 33% en 58,3% wordt niet opgevuld door alleen maar doorgroei. Deze groep blijft korter lid van een schaakvereniging. 65

66 3. Hoeveel avonden per jaar bent u gemiddeld op uw eigen schaakclub aanwezig? Met Hoe hoog is uw huidige rating? Figuur 50 kruising 3 Tabel 11 kruising 3 Uit de tabel blijkt dat de uit groep en twee maal zo veel mensen altijd aanwezig zijn in vergelijking met de 2000 plus groep. 66

67 4. Ik speel het liefst mijn partijen op zaterdag met: Hoe hoog is uw huidige rating? Figuur 51 kruising 4 Tabel 12 kruising 4 Bij het spelen van de externe competitie op doordeweekse avonden is de speeltijd meestal 36 zetten in anderhalf uur en dan 15 minuten voor de rest van de partij. Op zaterdag is het speeltempo 40 zetten in twee uur en dan een uur voor de rest van de partij. De tabel geeft aan dat de behoefte voor meer bedenktijd (die geboden kan worden door zaterdag overdag te spelen) toeneemt naarmate de rating hoger is. Op dit moment speelt de 2000 plus groep veelal zijn wedstrijden op zaterdag. Belangrijk is dat 38.2% bij de ratingroep hier ook behoefte aan heeft. 67

68 5. Hoe vaak speelt u partijen met normaal met: Hoe hoog is uw huidige rating? Figuur 52 kruising 5 Tabel 13 kruising 5 Van de groep speelt 84,4% vaak normale patijen. Bij de groep speelt 79,5% vaak normale partijen. Bij de groep 2000 plus is dit maar 68,7%. Er is hier een verband met het aanwezig zijn op de club en verder onderzoek zal moeten uitwijzen of dit met het aanbod van de clubs te maken heeft. 68

69 6. Hoe vaak speelt u partijen met rapid speeltempo met: Hoe hoog is uw huidige rating? Figuur 53 kruising 6 Tabel 14 kruising 6 Uit de beantwoording van vraag 21 is gebleken dat 62% van de leden rapid schaak leuk tot zeer leuk vind. Uit de bovenstaande tabel blijkt dat het ook vaak door de leden beoefend wordt en er geen verschillen zijn tussen de ratinggroepen. Alleen de groep blijft iets achter. Ook voor het snelschaak en de overige vormen van schaak blijken er geen verschillen van interesse te zitten tussen de verschillende rating groepen. 69

70 7. Wat is uw leeftijd? Met De hoogte van rating Figuur 54 kruising 7 Tabel 15 kruising 7 Bij deze uitslag valt op dat in de leeftijd van jaar ruim 33% een rating heeft van boven de Normaal begint vanaf het 45 e levensjaar de speelsterkte geleidelijk af te nemen. Toch heeft in de leeftijdscategorie van maar 20,6% een rating boven de Interesse het aanbond van de club of niet meer sterker worden kunnen redenen zijn om het lidmaatschap te beëindigen. 70

71 8. Ik gebruik geen internet voor schaken met: Hoe hoog is uw huidige rating? Figuur 55 kruising 8 Tabel 16 kruising 8 Van de 2000 plus spelers gebruikt bijna 95% het internet voor het schaken. Bij de is dit percentage lager, maar nog altijd ruim 65%. Duidelijk is dat hoe hoger de rating hoe meer men gebruik maakt van internet voor het schaken. 71

72 9. Voor het schaken maak ik gebruik van internet voor het spelen van een partij met: Hoe hoog is uw huidige rating? Figuur 56 kruising 9 Tabel 17 kruising 9 Gemiddeld speelt ruim 53% van de leden wel eens een schaakpartij op internet. Ook hier zien we dat hoe hoger de rating hoe meer men speelt. Van 40,5% van de groep tot 65,2% van de 2000 plus groep. 72

73 10. Het volgen van live partijen met rating Figuur 57 kruising 10 Tabel 18 kruising 10 Zeer interessant is de uitkomst dat bijna 50% van de leden (ruim mensen) live partijen volgt. Uit het literatuur onderzoek kwam al naar voren dat een derde van de bezoekers aan de schaakbond.nl site gehaald werden tijdens het Nederlands kampioenschap. Dit zou een ideaal moment kunnen zijn om op dit moment met de leden te communiceren over de internet mogelijkheden. Bij de live partijen is het vooral een voordeel dat men weet op welke momenten de leden echt online zijn. 73

Stadsenquête Leiden 2007

Stadsenquête Leiden 2007 Hoofdstuk 16. Sport Samenvatting Tweederde van de Leidenaren zegt in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport. Bijna vier op de tien Leidenaren geeft aan minimaal wekelijks te sporten. Het landelijke

Nadere informatie

Bijlage 2 - Ontwikkeling ledental

Bijlage 2 - Ontwikkeling ledental Bijlage 2 - Ontwikkeling ledental Ledental De ontwikkeling van het ledental is een van de grootste zorgen van de KNSB. Hieronder wordt een aantal aspecten van de ontwikkeling van het ledental van de KNSB

Nadere informatie

Sportdeelname volwassenen 2012

Sportdeelname volwassenen 2012 b In Eindhoven doet ongeveer twee derde deel van de bevolking (15-84 jaar) aan sport. De sportparticipatie ligt op 66%. In 2008 was de sportdeelname 67%. b Sporters voelen zich gezonder dan niet-sporters

Nadere informatie

Rapportage gouden voornemens 2016

Rapportage gouden voornemens 2016 Rapportage gouden voornemens 2016 Extra vragen NOC*NSF Sportdeelname maandmeting december 2015 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 Inleiding Management Summary Onderzoeksresultaten Onderzoeksverantwoording Contact

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2005

Stadsenquête Leiden 2005 Hoofdstuk 20. Sport Samenvatting Van de Leidenaren zegt tweederde in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport: een kwart van de Leidenaren doet één sport, eenderde twee of drie sporten en 6% zegt zelfs

Nadere informatie

Sportparticipatie 2012 Tabellenboek

Sportparticipatie 2012 Tabellenboek Sportparticipatie 2012 Tabellenboek Onderzoek & Statistiek April 2013 Wat staat er in het tabellenboek? Het tabellenboek presenteert als eerste de zogenaamde rechte tellingen. Deze tellingen geven de door

Nadere informatie

tudievragen voor het vak TCO-2B

tudievragen voor het vak TCO-2B S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?

Nadere informatie

Goede voornemens 2019

Goede voornemens 2019 Goede voornemens 2019 Extra vragen NOC*NSF Goede voornemens Maandmeting December 2018 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Management Summary 3 4 Onderzoeksresultaten Onderzoeksverantwoording 5 Contact 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

TABELLENBOEK JEUGDSPORTMONITOR 2016

TABELLENBOEK JEUGDSPORTMONITOR 2016 TABELLENBOEK JEUGDSPORTMONITOR 2016 Sportservice Overijssel Drs. Marieke van Vilsteren April 2017 TOELICHTING OP HET TABELLENBOEK Dit tabellenboek bevat de resultaten van de Jeugdsportmonitor Overijssel

Nadere informatie

Onderzoeksverslag Behoeftepeiling Sportwijk Nijla n

Onderzoeksverslag Behoeftepeiling Sportwijk Nijla n Onderzoeksverslag Behoeftepeiling Sportwijk Nijla n In dit document vindt u het onderzoeksverslag naar aanleiding van de behoeftepeiling in de wijk Nijlân. Inhoudsopgave Inleiding... Onderzoeksmethode...

Nadere informatie

Onderzoek Sportgedrag

Onderzoek Sportgedrag Onderzoek Sportgedrag Onderzoek Sportgedrag Deze vragenlijst gaat over uw huidige sportgedrag en het sportgedrag in het verleden. Ook als u weinig of geen sportervaring nodigen wij u van harte uit om de

Nadere informatie

Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren

Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren 25 SPORTDEELNAME De sportdeelname van Leidenaren staat centraal in dit hoofdstuk. Het RSO (Richtlijn Sportdeelname Onderzoek), een landelijk standaardmodel voor onderzoek naar sportdeelname, is als uitgangspunt

Nadere informatie

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9 Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid

Nadere informatie

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Fit en Gezond in Overijssel 2016 Fit en Gezond in Overijssel 2016 Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Provinciale resultaten sport en bewegen Colofon Fit en Gezond in Overijssel Provinciale resultaten sport en bewegen uit de

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 53 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname 2 3 4 6 5 7 8 Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak van sport Duurzaamheid sporten

Nadere informatie

SIRE. Rapport. "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007

SIRE. Rapport. Geef kinderen hun spel terug Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007 Grote Bickersstraat 74 3 KS Amsterdam Postbus 247 AE Amsterdam t 2 522 54 44 f 2 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Rapport SIRE "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins C52b 29 oktober 27

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 63 maart In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 maart 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 5 Onderzoeksverantwoording Contact 2 Overzicht wekelijks gesport maart

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 52 il In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index il Sportdeelname il Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar JAAROVERZICHT Tot en met meting 35 incl. nov. 15 In opdracht van NOC*NSF GfK December 18, Sportdeelname maandmeting november 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor 2013. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor 2013. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en Bureau Onderzoek en Statistiek Sportmonitor 2013 Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Sportdeelname Amsterdam Aandeel sporters in Amsterdam toegenomen 67%

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar Meting 49 januari 2017 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index januari 2017 Sportdeelname afgelopen maand Sportdeelname

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 55 In opdracht van NOC*NSF GfK August 15, Sportdeelname maandmeting 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index Sportdeelname Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 73 januari In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 januari 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index januari 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact 2 Overzicht

Nadere informatie

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 20 november 2012 nummer: 2012_BW_00366 Onderwerp Raadsmededelingen: Basissporten Sportaccommodatienota 2012-2015 - vormend Beknopte

Nadere informatie

Aanpassen sportcodes in vragenlijst RSO Remko van den Dool (Mulier Instituut) Kirsten Visser (SCP)

Aanpassen sportcodes in vragenlijst RSO Remko van den Dool (Mulier Instituut) Kirsten Visser (SCP) Aanpassen sportcodes in vragenlijst RSO 2016 Remko van den Dool (Mulier Instituut) Kirsten Visser (SCP) Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, juli 2016 Inhoud Doel van dit vooronderzoek... 3 Toonblad...

Nadere informatie

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003 Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar meting voorjaar 2003 O&S Nijmegen februari 2004 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Sportdeelname

Nadere informatie

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 74 februari In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 februari 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index februari 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact 2 Overzicht

Nadere informatie

SPORTUITGAVEN ONDERZOEK

SPORTUITGAVEN ONDERZOEK SPORTUITGAVEN ONDERZOEK Inleiding In de maand oktober heeft het NIBUD in samenwerking met de GPD-bladen en RTL-nieuws een onderzoek gedaan naar de sportuitgaven van consumenten. Het onderzoek is gedaan

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 70 oktober In opdracht van NOC*NSF GfK December 19, maandmeting oktober 1 Inhoudsopgave 1 oktober 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index oktober 5 Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Sportdeelname Onderzoek 2014

Sportdeelname Onderzoek 2014 Rapportage Sportdeelname Onderzoek Almere In opdracht van: Contactpersonen: Gemeente Almere Annet van Asselt (O&S) en Anton Spaan (Sportbedrijf Almere) Utrecht, juni DUO Market Research drs. Aart van Grootheest

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 54 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index Sportdeelname Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak van sport

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 66 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact 2 Overzicht wekelijks gesport 67% Wekelijks

Nadere informatie

KONINKLIJKE NEDERLANDSE SCHAAKBOND

KONINKLIJKE NEDERLANDSE SCHAAKBOND KONINKLIJKE NEDERLANDSE SCHAAKBOND aan De (plaatsvervangende) leden van de Bondsraad van Algemeen Bestuur betreft Informatievoorziening inzake lidmaatschap schaakvereniging status Informatief cc dd 10

Nadere informatie

Hoofdstuk 19 Sportdeelname

Hoofdstuk 19 Sportdeelname Hoofdstuk 19 Sportdeelname Samenvatting Driekwart van de Leidenaren zegt in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport. Ruim vier op de tien Leidenaren geven aan minimaal wekelijks te sporten. Het landelijke

Nadere informatie

RAPPORTAGE ZOMERDIP. In opdracht van NOC*NSF

RAPPORTAGE ZOMERDIP. In opdracht van NOC*NSF RAPPORTAGE ZOMERDIP In opdracht van NOC*NSF GfK 2014 Zomerdip Rapportage September Zomerdip 2014 September 2014 1 Inleiding GfK voert maandelijks in opdracht van NOC*NSF de Sportdeelname Index uit. In

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 67 In opdracht van NOC*NSF GfK August 30, maandmeting 1 Inhoudsopgave 1 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact GfK August

Nadere informatie

SPORTDEELNAME MAANDMEETING. Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF

SPORTDEELNAME MAANDMEETING. Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF SPORTDEELNAME MAANDMEETING Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname afgelopen maand 2 Sportdeelname afgelopen 12 maanden 3 Sportdeelname per tak van sport Maandvraag September

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 64 april In opdracht van NOC*NSF GfK May 24, maandmeting april 1 Inhoudsopgave 1 april 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 5 Onderzoeksverantwoording Contact GfK

Nadere informatie

5. Maandvraag December 2013 a. Sportieve voornemens

5. Maandvraag December 2013 a. Sportieve voornemens 5. Maandvraag December 01 a. Sportieve voornemens Sportieve voornemens Basis: n=11 Nederlander van 15-80 jaar Percentage JA Geslacht Man 75% Vrouw 69% Leeftijd 15 - jaar 85% 8 4-44 jaar 77% 45-64 jaar

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 O&S Nijmegen 13 juli 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen

Nadere informatie

Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet.

Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet. Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet. Monique Simons, Claire Bernaards, Vincent H. Hildebrandt, TNO Kwaliteit van leven Inleiding Sinds 1996 meet TNO periodiek hoeveel bedrijven in

Nadere informatie

Methoden van onderzoek. Werkcollege 5

Methoden van onderzoek. Werkcollege 5 Werkcollege 5 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2. Populatie - steekproef 3. Vragenlijst ontwikkelen 2 Instructies opdrachten 3 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2.

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Burgerijenquête 2005. Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties

Burgerijenquête 2005. Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties Burgerijenquête 2005 Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties Burgerijenquête 2005 Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties De Oosterhoutse Burgerijenquête is een vorm van onderzoek

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I Opgave 3 Sport in de samenleving Bij deze opgave horen de teksten 7 en 8, tabel 4 en figuur 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Sport en bewegen nemen in de Nederlandse samenleving een belangrijke plaats

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 44 t/m 47 2015 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 23 november 2015 Projectnummer: 20645 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten. Hoofdstuk 11 Sport 11.1 Inleiding Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: 11.2

Nadere informatie

Stap 1: Bepalen van het doel

Stap 1: Bepalen van het doel Ontwerp van een onderzoeksproject Stap 1: Bepalen van het doel Eerst en vooral moet je weten wat je te weten wil komen en waarom. Het antwoord op deze vragen bepaalt Wat je zal moeten meten en hoe (doelvariabelen

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Dominique van Maas Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred Paulis Datum: 19-01-014 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek dienstverlening gemeente Groningen op het gebied van sport

Klanttevredenheidsonderzoek dienstverlening gemeente Groningen op het gebied van sport B A S I S V O O R B E L E I D Klanttevredenheidsonderzoek dienstverlening gemeente Groningen op het gebied van sport Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling

Nadere informatie

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Situering Onze maatschappij houdt ons graag een ideaalbeeld voor van een gezonde levensstijl, waarbij

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 62 ruari 2018 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 ruari 2018 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 5 6 7 Beweeg-, fit- en combinorm Tevredenheid sportbeoefening

Nadere informatie

12 Sportbeleidsstukken

12 Sportbeleidsstukken DC 12 Sportbeleidsstukken 1 Inleiding In dit thema bespreken we het overheidsbeleid ten aanzien van sport. We besteden aandacht aan de sportnota Tijd voor Sport. Het ministerie van VWS heeft in 2011 een

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Nationale Social Media Onderzoek 2015

Nationale Social Media Onderzoek 2015 Nationale Social Media Onderzoek 2015 Het grootste trendonderzoek van Nederland naar het gebruik en verwachtingen van social media #NSMO Uitgevoerd door: Auteurs: Newcom Research & Consultancy B.V. drs.

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 47 november 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index november 2016 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18. Meting 13 Januari In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18. Meting 13 Januari In opdracht van NOC*NSF NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX 18 Meting 13 In opdracht van NOC*NSF GfK Sportdeelname Index 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname Index Sportdeelname afgelopen maand 3 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

Dordt sport! Inhoud TABELLENBOEK. 2. Sportverenigingen 3. Vrijwilligerswerk 4. Sportevenementen kijken 5. Kinderen 4 t/m 12 jaar

Dordt sport! Inhoud TABELLENBOEK. 2. Sportverenigingen 3. Vrijwilligerswerk 4. Sportevenementen kijken 5. Kinderen 4 t/m 12 jaar Dordt sport! 2018 - TABELLENBOEK Inhoud Voor de Sportmonitor 2018 hebben we een steekproef van 3.500 personen van 4 jaar en ouder getrokken uit de BRP van Dordrecht (bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen

Nadere informatie

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten Dordt sport! DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ Inhoud Sport en beweging zijn van grote waarde in het sociaal beleid van de gemeente Dordrecht. Uit de door ons uitgevoerde Sportmonitor blijkt dat

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005 Hoe maak ik een jeugdenquête Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Wanneer een enquête 4 Hoofdstuk 2 Hoe maak ik een enquête 5 Hoofdstuk 3 Plan van aanpak

Nadere informatie

Beleving van kata onder judoleraren. Rapport maart 2019

Beleving van kata onder judoleraren. Rapport maart 2019 Beleving van kata onder judoleraren Rapport maart 2019 Auteur: Berber Roorda Titel: Beleving van kata onder judoleraren Afdeling: Nationale Kata Commissie Judo Datum: 15-03-2019 Inhoud 1.Samenvatting...

Nadere informatie

WAT VINDEN DE BEZOEKERS VAN FUTSALTV VAN HET ZAALVOETBAL IN NEDERLAND?

WAT VINDEN DE BEZOEKERS VAN FUTSALTV VAN HET ZAALVOETBAL IN NEDERLAND? WAT VINDEN DE BEZOEKERS VAN FUTSALTV VAN HET ZAALVOETBAL IN NEDERLAND? Het is al enige tijd geleden dat Nederland meedeed aan een EK/WK zaalvoetbal. Tijdens de kwalificatie dit jaar in Rotterdam was Nederland

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Burgerpanel ondervraagd over Competitie Buiten Bedrijf

Burgerpanel ondervraagd over Competitie Buiten Bedrijf Burgerpanel ondervraagd over Competitie Buiten Bedrijf In juni 2012 is het panel ondervraagd over Competitie Buiten Bedrijf. Dit is een verzamelnaam voor een aantal competities in verschillende sporten,

Nadere informatie

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18 NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX 18 OVERZICHT VAN 1 MAANDMETINGEN In opdracht van NOC*NSF GfK 014 Sportdeelname Index 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname Index Sportdeelname per maand 3 Sportdeelname

Nadere informatie

Hoe maak ik mijn club aantrekkelijk? THEMADAG KADER SCHAAKBOND, 8 DECEMBER 2018

Hoe maak ik mijn club aantrekkelijk? THEMADAG KADER SCHAAKBOND, 8 DECEMBER 2018 Hoe maak ik mijn club aantrekkelijk? THEMADAG KADER SCHAAKBOND, 8 DECEMBER 2018 Inleiding Wereldwijd wordt er meer geschaakt dan ooit, de schatting is zo n 600 miljoen mensen. Toch blijft het voor clubs

Nadere informatie

Sportparticipatie in Aalsmeer Resultaten nulmeting 2008

Sportparticipatie in Aalsmeer Resultaten nulmeting 2008 Sportparticipatie in Aalsmeer Resultaten nulmeting 2008 P.F.M. Boekhoorn T.E.A.M. Speller Nijmegen, april 2009 Inhoud 1. Inleiding 3 1.1 Nulmetingen inzake (op)groeibeleid gemeente Aalsmeer 3 1.2 Nulmeting

Nadere informatie

Team Elske Fontein Jantine van Dijk Gerline Bax Jordy Houtman Gido Mudde. Project Right To Play

Team Elske Fontein Jantine van Dijk Gerline Bax Jordy Houtman Gido Mudde. Project Right To Play Team Elske Fontein Jantine van Dijk Gerline Bax Jordy Houtman Gido Mudde Project Right To Play Datum 27 februari 2009 INHETKORT Het is van belang om nieuwe donateurs aan te trekken om zo sportprojecten

Nadere informatie

Onderzoek sportdeelname Gemeente... Gemeentelogo

Onderzoek sportdeelname Gemeente... Gemeentelogo 2008 Onderzoek sportdeelname Gemeente... Gemeentelogo Gemeente... 2008 - Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding p. 3 2 Onderzoeksopzet en achtergrondinformatie p. 4 3 Resultaten p. 5 3.1 Respons p. 5

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

De sporter SPORTFOCUS 20161

De sporter SPORTFOCUS 20161 De sporter SPORTFOCUS 20161 Inhoudsopgave Sportparticipatie: Nederland p.3 Sportparticipatie: mannen p.5 Sportparticipatie: vrouwen p.6 Lidmaatschap sportbonden p.7 Segmentatie p.9 SPORTFOCUS 2016 2 Sportparticipatie:

Nadere informatie

Notitie OSBO-competitie. 1. Inleiding

Notitie OSBO-competitie. 1. Inleiding Notitie OSBO-competitie 1. Inleiding - Op de ledenvergadering van de OSBO van 23 april 2014 werd het probleem van de te kleine 4 e klasse besproken. Al vrij snel werd dit in de vergadering breder besproken,

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016

Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016 Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016 Sinds 2012 voert Resto VanHarte een jaarlijks onderzoek uit onder haar vrijwilligers. Dit jaar is er een aparte versie gemaakt voor incidentele vrijwilligers

Nadere informatie

Het grote NGF en NVG spelersonderzoek: kansen voor de golfsport

Het grote NGF en NVG spelersonderzoek: kansen voor de golfsport Het grote NGF en NVG spelersonderzoek: kansen voor de golfsport Nationaal Golf Congres & Beurs 12 februari 2015, Amsterdam Remco Hoekman, senior onderzoeker @RemcoHoekman m.m.v. Ine Pulles & Aniek Verhoofstad

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage -

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage - De dienstverlening van Onderzoek onder aangesloten instellingen - Eindrapportage - 09-09-2009 Inhoud Inleiding 3 Managementsamenvatting 4 Onderzoeksopzet 5 Resultaten 6 Tevredenheid 6 Gebruik en waardering

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Enquête vrij reizen. Wat levert gratis OV de gebruikers op? Kenniscentrum MVS juli 2017 concept

Enquête vrij reizen. Wat levert gratis OV de gebruikers op? Kenniscentrum MVS juli 2017 concept Enquête vrij reizen Wat levert gratis OV de gebruikers op? Kenniscentrum MVS juli 2017 concept E n q u ê t e v r i j r e i z e n P a g i n a 2 Inleiding In 2015 heeft de Schiedamse gemeenteraad een regeling

Nadere informatie

Het onderzoeksverslag

Het onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag Rian Aarts & Kitty Leuverink Onderzoeksverslag (zie ook handboek blz. 306) Titel en Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding (ook wel: Aanleiding) Probleemstelling

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile Jorien Slot-Heijs Amika Singh Februari 2019 Mulier Instituut Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding en methode 3 2. 5 2.1 Bekendheid en deelname 6 2.2 Deelnemende scholen 7 2.3 Scholen in overweging 9 2.4 Gestopte

Nadere informatie

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari 2015. www.ioresearch.nl

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari 2015. www.ioresearch.nl PEILING 65-PLUSSERS Gemeente Enkhuizen januari 2015 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Telnr. : 0229-282555 Rapportnummer 2015-2080 Datum januari 2015 Opdrachtgever

Nadere informatie