Toelichting op de vijfde herhalingsmeting Eindrapport

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toelichting op de vijfde herhalingsmeting Eindrapport"

Transcriptie

1 Enquête 'Kennis van oudersdomspensioen' Toelichting op de vijfde herhalingsmeting Eindrapport Een onderzoek in opdracht van Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid B. Frouws MSc Drs. M.W.H. Engelen Projectnummer: B3667 Zoetermeer, 11 april 2011

2 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Research voor Beleid. Research voor Beleid aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. 2

3 Voorwoord Eén van de succesfactoren voor pensioenbeleid is een adequaat pensioenbewustzijn van de Nederlandse werknemer. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laat daarom onderzoek uitvoeren dat informatie geeft over de mate waarin werknemers zicht hebben op de kosten en de hoogte van hun toekomstig pensioen, de wijze waarop zij dat zicht verkrijgen en in hoeverre zij actief op zoek gaan naar een aanvulling op hun oudedagsinkomen. In opdracht van het ministerie heeft Research voor Beleid in het voorjaar van 2006 voor het eerst een enquête uitgevoerd onder werknemers naar de mate waarin werknemers in algemeen en werknemers van verschillende seksen, leeftijden en opleidingsniveaus in het bijzonder op de hoogte zijn van hun toekomstige ouderdomspensioen. In 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011 is dit onderzoek herhaald. Het onderhavige rapport bevat de resultaten van de meest recente meting van februari Daar waar interessant en relevant maken we vergelijkingen met de eerdere meting van Dit onderzoek is uitgevoerd door Bram Frouws en Gerard Volker. Mirjam Engelen 3

4 4

5 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en onderzoeksopzet Achtergrond Onderzoeksdoel en onderzoeksvragen Onderzoeksopzet Bewerkingen en betrouwbaarheid 15 2 Resultaten pensioensbewustzijn Verwachtingen ten aanzien van pensioen Belang van en inzicht in pensioen Opbouw pensioen Pensioensbewustzijn Invloed economische crisis Inzoomen op subgroepen 31 Bijlage 1 Vragenlijst 35 Bijlage 2 Rechte tellingen enquête Bijlage 3 Gegevens beroepsbevolking

6 6

7 Samenvatting In deze samenvatting worden de belangrijkste uitkomsten van de pensioenenquête uit 2011 onder de werkende beroepsbevolking gepresenteerd. De uitkomsten zijn gebaseerd op een internetenquête onder ruim werknemers en ex-werknemers. Waar relevant, vergelijken we de resultaten met de resultaten van de enquête uit Tevens lichten we enkele opvallende uitkomsten omtrent jongeren en vrouwen toe. Tot slot gaan we kort in op de resultaten van vier geënquêteerde subgroepen: 65-plussers die pensioen ontvangen maar nog werkzaam zijn 55-plussers die deeltijdpensioen ontvangen en nog werkzaam zijn 65-plussers, ex-werknemers, die met pensioen zijn 55-plussers, ex-werknemers, die met vroegpensioen zijn Verwachtingen ten aanzien van pensioen 39 procent van de werknemers tot 65 jaar verwacht goed tot uitstekend rond te kunnen komen van hun pensioenuitkering en 37 procent verwacht met het pensioen de huidige levensstandaard goed tot uitstekend voort te kunnen zetten; 46 procent van deze groep denkt redelijk op dezelfde voet door te kunnen leven. Deze eerste twee percentages zijn lager dan in 2010, wat betekent dat werknemers in 2011 iets minder positieve verwachtingen hebben ten aanzien van hun pensioen dan in In lijn met deze iets minder positieve verwachtingen, is het aantal werknemers dat van plan is eerder dan de AOW-leeftijd te stoppen met werken in 2011 afgenomen ten aanzien van 2010 (21 procent versus 26 procent). Mogelijk speelt hierbij de maatschappelijke en politieke discussie over langer doorwerken en het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd een rol. Het prepensioen of de VUT is de meest genoemde manier om de periode tot het ouderdomspensioen te overbruggen, gevolgd door lijfrente- of koopsompolissen en interen op eigen vermogen. Jongeren hebben vaker dan ouderen geen mening over het al dan niet rond kunnen komen van pensioen. Zij zijn beduidend minder vaak van plan eerder dan de AOW-leeftijd te stoppen met werken dan ouderen, al is op dit punt het verschil tussen jongeren en ouderen in 2011 kleiner geworden. Opvallend is ook dat jongeren vaker dan ouderen zeggen deze tijd te willen overbruggen door bijverdiensten. Vrouwen zijn iets minder positief over het rondkomen van hun pensioen dan mannen. Tevens valt op dat vrouwen de periode tot hun ouderdomsuitkering vaker dan mannen willen overbruggen met inkomsten van hun partner en minder vaak verwachten bij te verdienen. Belang van en inzicht in pensioen en informatiebronnen De meerderheid van de werknemers tot 65 jaar vindt het redelijk tot zeer belangrijk om later een goed ouderdomspensioen te hebben (80 procent). De waarde die men hecht aan een goed ouderdomspensioen stijgt met de leeftijd. Opvallend is dat 42 procent van de jongeren het redelijk tot zeer belangrijk vindt om een goed ouderdomspensioen te hebben, maar dat slechts 27 procent een goed ouderdomspensioen een zeer belangrijke arbeidsvoorwaarde vindt. 7

8 In 2011 daalt het percentage werknemers tot 65 jaar dat vindt dat de overheid verantwoordelijk is voor het regelen van pensioen licht van 21 in 2010 naar 19 procent in De overgrote meerderheid van de werknemers tot 65 jaar vindt het redelijk tot zeer belangrijk inzicht te hebben in de wijze waarop het ouderdomspensioen is geregeld en de hoogte en de kosten ervan (rond de 90 procent). Het belang dat men hecht aan dit inzicht stijgt met de leeftijd. Werknemers tot 65 jaar ontvangen informatie over hun pensioen met name via het pensioenfonds en hun verzekeraar. Het jaarlijks pensioenoverzicht is het meest gebruikte medium om informatie over pensioen te verstrekken. Oudere werknemers en 55- plussers die met (deeltijd) pensioen zijn, zijn vaker dan jongere werknemers bekend met de nieuwe website mijnpensioenoverzicht.nl en hebben hier vaker gebruik van gemaakt. Opbouw pensioen De meerderheid van de werknemers tot 65 jaar ontvangt bij het bereiken van de AOWleeftijd een volledige AOW-uitkering (84 procent). Hiernaast heeft tweederde een collectieve pensioenregeling via de werkgever. Iets minder dan een kwart (23 procent) heeft buiten de werkgever om zelf een pensioenvoorziening. In 2010 bedroeg dit percentage nog 27 procent. Jongeren zijn hier minder goed van op de hoogte. Een kwart weet niet of zij bij het bereiken van de AOW-leeftijd een volledige AOW-uitkering ontvangen en 40 procent weet niet wat er financieel (naast de AOW aanspraak) is geregeld als ze met pensioen gaan. Bij de oudere werknemers bedragen deze percentages respectievelijk 4 en 7 procent. Slechts een derde van de jongere werknemers geeft aan een collectieve pensioenregeling via de werkgever te hebben. De middelloonregeling is de meest voorkomende type pensioenvoorziening via de werkgever. Voor de subgroepen (ouderen) geldt dat zij in vergelijking met werknemers tot 65 jaar vaker een eindloonregeling hebben. Vooral ouderen hebben een regeling met een nabestaandenpensioen. Jongeren zijn hier veel vaker dan ouderen niet van op de hoogte. Ouderen hechten ook duidelijk meer belang aan een goed nabestaandenpensioen dan jongeren. Relatief veel werknemers tot 65 jaar (39 procent) weten niet wat voor soort aanvullende pensioenregeling zij hebben. Ook dit geldt met name voor jongeren. Vrouwen zijn minder goed op de hoogte van het type pensioenregeling dat zij via hun werkgever hebben dan mannen; bijna de helft van de vrouwen weet dit niet, tegenover 33 procent van de mannen die dit niet weet. Vrouwen hebben daarnaast minder vaak een nabestaandenvoorziening geregeld. Pensioenbewustzijn Ten opzichte van 2010 is de kennis van de werknemers tot 65 jaar over de hoogte (58 procent) en de kosten (53 procent) in 2011 licht gedaald met respectievelijk 1 en 2 procentpunt. De subgroep 55+ ex-werknemers is het meest pensioenbewust; 90 procent is bekend met de hoogte van hun toekomstige pensioenuitkering na 65 jaar. Jongeren zijn minder pensioenbewust dan ouderen. Vrouwen zijn wat minder goed dan mannen bekend met de hoogte en de kosten van hun pensioen. 8

9 Invloed economische crisis Ongeveer de helft van de werknemers tot 65 jaar zegt naar aanleiding van de crisis geen aanvullende informatie te hebben ontvangen van de pensioenuitvoerder of werkgever. Wel is dit percentage ten opzichte van 2010 gedaald van 56 procent naar 52 procent. De meerderheid heeft naar aanleiding van de economische crisis zelf geen aanvullende informatie over hun pensioen opgezocht. In vergelijking met 2010 zijn de werknemers tot 65 jaar wat negatiever gestemd over de invloed van de crisis op de hoogte van het pensioen; 56 procent verwacht dat hun pensioen lager zal zijn door de economische crisis (49 procent in 2010). Ook de werknemers en ex-werknemers binnen de vier subgroepen verwachten beduidend vaker dat hun pensioen lager zal zijn door de crisis. Opvallend is dat jongere werknemers hier een stuk optimistischer over zijn dan oudere werknemers. De meningen over de verantwoordelijkheid voor het beperken van de negatieve gevolgen van de economische crisis voor pensioen zijn verdeeld. Ten opzichte van 2010 is sprake van een minieme verschuiving van die verantwoordelijkheid van het individu naar de overheid. Het niet indexeren van pensioenen als gevolg van de economische crisis wordt door tweederde van de werknemers tot 65 jaar als onterecht beoordeeld. De helft is van mening dat de opbrengsten van beleggingen de verantwoordelijkheid zijn van het pensioenfonds en niet van de pensioengerechtigden. Ouderen vinden vaker dan jongeren dat het pensioenfonds verantwoordelijk is. Subgroepen De meerderheid van de groep gepensioneerde 65-plussers zou niet opnieuw gaan werken (77 procent). Voor de 21 procent van deze groep die overweegt weer te gaan werken is plezier in het werk de belangrijkst reden, gevolgd door een hoger inkomen. Gepensioneerde 55-plussers overwegen vaker dan 65-plussers om opnieuw te gaan werken. Voor 65-plussers die nog werkzaam zijn, is de belangrijkste reden om te werken dat men nog veel plezier heeft in het werk (55 procent). Wel valt op dat dit percentage evenals het percentage dat nog werkzaam is uit angst voor verveling (23 procent) is gedaald ten opzichte van 2010 (deze percentages bedroegen toen respectievelijk 62 procent en 32 procent). Van deze groep geeft 25 procent als reden dat de hoogte van het pensioen onvoldoende is om van rond te kunnen komen. In 2010 bedroeg dit percentage 21 procent. Hoewel het aantal respondenten in deze categorie klein is, lijkt het er op dat financiële motieven een belangrijkere rol spelen in de overweging werkzaam te blijven dan een jaar eerder. Met uitzondering van de nog werkzame 65-plussers, is meer dan de helft van de respondenten binnen de drie andere subgroepen tevreden tot zeer tevreden over de hoogte van het huidige pensioen. Binnen de twee 55-plus subgroepen is een meerderheid tevreden met het toekomstige pensioen. Van de werknemers tot 65 jaar is slechts 40 procent tevreden met het toekomstige pensioen. Jongere werknemers (20-24 jaar) zijn in mindere mate tevreden over de hoogte van het toekomstige pensioen dan oudere werknemers, al hebben jongeren hier veel vaker geen mening over of weten ze het antwoord niet. 9

10 Van de beide groepen die met voltijd pensioen zijn, kan ongeveer 40 procent redelijk - en een vergelijkbaar percentage goed tot uitstekend - rondkomen van het pensioen. Ongeveer 15 procent zegt met het pensioen de levensstandaard nauwelijks te kunnen voortzetten. Voor rond de 60 procent van de groepen die met voltijd pensioen zijn, voldoet de hoogte van het pensioen aan de verwachtingen. Het met pensioen zijn voldoet voor 71 procent van de 65-plussers en voor 57 procent van de 55-plussers die met pensioen zijn aan de verwachtingen. 10

11 1 Achtergrond en onderzoeksopzet Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft Research voor Beleid opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren op basis waarvan het pensioenbewustzijn onder werknemers in Nederland is te beoordelen. Dit hoofdstuk beschrijft de achtergrond van het onderzoek. 1.1 Achtergrond Pensioensituatie in Nederland Binnen het Nederlandse systeem van ouderdomspensioenen nemen de aanvullende pensioenregelingen, naast het wettelijk recht op een uitkering op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) een belangrijke plaats in. De aanvullende pensioenen zijn gebaseerd op een toezegging van de werkgever aan de werknemer in het kader van een arbeidsovereenkomst. De aanvullende ouderdomspensioenen vormen daarmee een integraal onderdeel van de arbeidsvoorwaarden. Het merendeel van deze regelingen geldt voor groepen werknemers en heeft zodoende een collectief karakter. Het systeem van pensioenen in Nederland bestaat uit drie pijlers: de overheidsvoorzieningen (AOW), de aanvullende collectieve pensioenen en de voorzieningen die mensen zelf hebben getroffen. Samen bepalen deze pijlers de hoogte van het pensioen dat iemand ontvangt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De exacte hoogte van het uiteindelijke pensioen is afhankelijk van een aantal factoren. Pensioenaanspraken kunnen bijvoorbeeld al dan niet worden geïndexeerd of er kunnen wijzigingen in het systeem van pensioenopbouw (eindloon, middelloon, uitkeringsovereenkomst, premieovereenkomst) optreden of in het pensioenreglement van de pensioenuitvoerder worden doorgevoerd. De economische crisis heeft de afgelopen jaren bijgedragen aan de onzekerheid omtrent de hoogte van het toekomstige pensioen. Andere factoren die kunnen resulteren in een ouderdomspensioen dat lager is dan verwacht, zijn: 1. geen volledige AOW 2. tekort aan dienstjaren als gevolg van werkloosheid, zorg voor kinderen, werkgever zonder pensioenregeling 3. pensioenregeling met een franchise die hoger is dan de AOW 4. pensioenbreuk als gevolg van baanwisseling 5. het pensioen wordt niet geïndexeerd 6. het met pre-pensioen gaan en daardoor een lager pensioen ontvangen (actuariële herrekening) 7. een scheiding waardoor een deel van het ouderdomspensioen naar de ex-partner gaat 8. een tekort als gevolg van het pensioensysteem: gematigd eindloon: vanaf een bepaalde leeftijd tellen salarisverhogingen niet meer mee voor het pensioen middelloon: de salarisstijging is sterker dan de indexatie beschikbare premieregeling: het rendement valt tegen of men moet op de pensioendatum veel betalen voor de inkoop van het ouderdomspensioen (lage rente). 11

12 Kortom, er zijn veel verschillende factoren die de hoogte en kosten van het pensioen bepalen. Deze zijn persoons- en/of systeemafhankelijk. Daarom zal lang niet iedereen uiteindelijk 70% van het laatstverdiende loon ontvangen. Goede voorlichting over dit risico en het pensioen wordt daarom steeds meer van belang. Pensioenbewustzijn Mensen die zicht hebben op de hoogte, de kosten en de aard van hun pensioen zijn aan te duiden als pensioenbewust. Dit geldt ook voor degenen die hier geen zicht op hebben, maar zich hierover wel laten informeren of actief op zoek gaan naar informatie hierover. Verschillende signalen wijzen er op dat het pensioenbewustzijn in Nederland laag is. Uit onderzoek van CentERdata in 2004 bleek dat slechts 12,5% van de respondenten op de hoogte is van het bedrag waarmee ze het moeten doen op hun oude dag. Een ander groot deel van de respondenten in dit onderzoek is hiervan niet op de hoogte maar heeft het zich in de afgelopen jaren wel eens afgevraagd. Van deze groep gaat echter nog niet de helft ook daadwerkelijk op zoek naar informatie. Diverse organisaties, verenigd in de Stichting Pensioenkijker 1, zijn in 2004 een campagne gestart om het pensioenbewustzijn in Nederland te vergroten. Ook het ministerie van SZW heeft zich tot doel gesteld het pensioenbewustzijn in de samenleving te versterken 2. Hiervoor is inzicht nodig in de mate van pensioenbewustzijn onder werknemers. Daarom heeft het ministerie in 2006 een onderzoek naar pensioenbewustzijn laten uitvoeren 3. In 2007, 2008, 2009 en 2010 is dit onderzoek, uitgevoerd door Research voor Beleid, herhaald. Door middel van voortzetting van dit onderzoek zijn eventuele ontwikkelingen in het pensioenbewustzijn vast te stellen. Het onderhavige rapport bevat de resultaten van de laatste meting in Onderzoeksdoel en onderzoeksvragen Het ministerie van SZW wil op basis van de onderzoeksresultaten bepalen hoe pensioenbewust werknemers in Nederland zijn. Het ministerie beoogt daarbij antwoord kunnen geven op de volgende vragen welke, enkele kleine wijzigingen voorbehouden 4, tevens de onderzoeksvragen vormden in de eerdere edities van de pensioenenquête. A. Algemene onderzoeksvragen over pensioenbewustzijn 1. Wat zijn de verwachtingen van werknemers ten aanzien van hun pensioen? a. algemeen (houden zij zich überhaupt met deze vraag bezig?) b. specifiek ten aanzien van: hoogte van het toekomstig pensioen in % van loon vervroegd uittreden 1 Initiatiefnemer van de Stichting Pensioenkijker.nl is het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO). De overig deelnemers zijn het CNV, de CNV Jongeren, de Consumentenbond, de FNV, de FNV Vrouwenbond, het Nibud, de Ombudsman Pensioenen, de Unie van beroepspensioenfondsen, de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen en het Verbond van Verzekeraars. 2 Zie de begrotingen van het Ministerie van SZW van 2006, 2007, 2008, 2009 en Enquête Kennis van ouderdomspensioen, Research voor Beleid in opdracht van het ministerie van SZW, Uitzondering hierop vormen de vragen 1b, waaraan is toegevoegd van het toekomstig pensioen in % van loon en vraag 4, waarbij en/of verzekeraar is verwijderd. 12

13 2. Wat is het belang dat werknemers hechten aan inzicht in hun pensioen? a. algemeen b. specifiek ten aanzien van: hoogte kosten overbrugging vervroegde uittreding 3. Welke actie ondernemen werknemers om dat inzicht te verkrijgen? a. via welk kanalen zoeken zij? b. welke informatie levert dit op? c. welke obstakels ondervinden zij bij het zoeken naar informatie? 4. Welke informatie krijgen werknemers van hun pensioenuitvoerder en werkgever? B. Onderzoekvragen over de feitelijke kennis van het pensioen 1. Op welke wijzen bouwen werknemers pensioen op? a. typen werknemerspensioen regelingen b. typen individuele pensioenproducten 2. In hoeverre hebben werknemers zicht op de hoogte van hun toekomstige pensioenuitkering? 3. In hoeverre hebben werknemers zicht op de kosten van hun toekomstige pensioenuitkering? 4. Op welke wijze hebben werknemers deze informatie verkregen? Het ministerie wil de vragen beantwoorden voor werknemers in het algemeen en waar mogelijk voor 32 specifieke categorieën werknemers (zie de onderstaande tabel). Werknemers zijn onderscheiden naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. De leeftijdscategorieën beslaan vrijwel de gehele periode waarin pensioen kan worden opgebouwd. Alleen personen tussen de 15 en 19 zijn niet opgenomen in de enquête omdat zij doorgaans nog niet werkzaam zijn. De opleidingsniveaucategorieën zijn dezelfde die het CBS hanteert. Tabel werknemerscategorieën Mannen Vrouwen Leeftijd jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Opleidingsniveau Basis onderwijs (Bo) Basis onderwijs (Bo) Mavo Mavo Vbo Vbo Havo/VWO Havo/VWO MBO MBO HBO HBO WO WO 13

14 1.3 Onderzoeksopzet Beoogde aantal respondenten Het is de bedoeling op basis van het onderzoek uitspraken te kunnen doen over bovengenoemde 32 verschillende categorieën werknemers. Om met de gangbare marge van 5 procent en een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent uitspraken over deze categorieën te kunnen doen, is per categorie een netto respons van 380 nodig. In 2011 zijn, evenals in 2010, naast de reguliere werknemers ook vier specifieke groepen ouderen, werkend en niet werkend, ondervraagd. Hierover volgt later meer informatie. De totale netto respons is, evenals in voorgaande jaren, op gesteld. Internetenquête onder Panelclixleden Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een internetenquête onder leden van het internetpanel Panelclix. De keuze is op Panelclix gevallen omdat het beschikt over het grootste voor onderzoek beschikbare bestand van werknemers in Nederland. Uit het panel zijn beoogde respondenten te selecteren op basis van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, wel/niet werkzaam en andere kenmerken. Op basis van de ervaring bepaalt Panelclix voorafgaande aan het onderzoek hoeveel panelleden per categorie uitgenodigd moeten worden om de beoogde netto respons te halen. Als deze aantallen onvoldoende blijken zet Panelclix meer panelleden uit de betreffende categorieën in, voor zover de mogelijkheden van het bestand dit toelaten. Vragenlijst Bij de eerste meting in 2006 heeft Research voor Beleid een conceptvragenlijst opgesteld en voorgelegd aan de begeleidingscommissie. Het commentaar van de commissieleden is toen verwerkt in de definitieve vragenlijst. Sindsdien is de vragenlijst enkele keren licht aangepast. Bijlage 1 geeft de vragenlijst die in 2011 is gebruikt. Bij de vorige meting in 2010 zijn er twee grotere veranderingen ten opzichte van eerdere metingen doorgevoerd. Allereerst is een serie vragen opgenomen over de effecten van de economische crisis op het pensioenbewustzijn. Interessant is immers de vraag of de crisis van invloed is op het pensioenbewustzijn van mensen of voor ander gedrag heeft gezorgd? Daarnaast is in 2010 in tegenstelling tot eerdere jaren een aantal subgroepen onderscheiden in de routing van de vragenlijst. Het betreft naast de reguliere groep (werknemers in de leeftijd vanaf 20 tot en met 64 jaar) de volgende groepen: 65-plussers die pensioen ontvangen maar nog werkzaam zijn 55-plussers die deeltijdpensioen ontvangen en nog werkzaam zijn 65-plussers, ex-werknemers, die met pensioen zijn 55-plussers, ex-werknemers, die met vroegpensioen zijn In 2011 is op één wijziging na dezelfde vragenlijst gebruikt als in Bij twee van de vijf respondentgroepen (de reguliere groep werknemers van 20 tot en met 64 jaar; en de groep 55-plussers die deeltijdpensioen ontvangen en nog werkzaam zijn) is respondenten gevraagd of zij gebruik hebben gemaakt van mijnpensioenoverzicht.nl 14

15 De vragenlijst is geplaatst op de website van Research voor Beleid. Panelleden konden inloggen met een persoonlijke code en wachtwoord, die Research voor Beleid via Panelclix aan hen heeft g d. 1.4 Bewerkingen en betrouwbaarheid Bewerkingen De antwoorden van de respondenten zijn bewerkt met behulp van het programma SPSS. Eerst is gecontroleerd of er onjuiste antwoorden waren die hersteld of verwijderd moesten worden. Vervolgens zijn de anders, namelijk antwoorden op diverse vragen gepostcodeerd. Dit betekent dat deze open antwoorden op logische wijze zijn ingedeeld in bestaande of nieuwe antwoordcategorieën. Daarna zijn de enquêteresultaten van de reguliere groep respondenten (werkend en tussen de 20 en 65 jaar) gewogen naar de werkende beroepsbevolking. Er is gewogen op basis van de variabelen leeftijd, geslacht en opleiding. Hiervoor is gebruik gemaakt van een CBS tabel waarin de Nederlandse werkende beroepsbevolking in 2010 is uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau (zie Bijlage 3). Betrouwbaarheid In tabel 1.2 en 1.3 zijn voor de reguliere groep respondenten de respons en de betrouwbaarheidsmarge bij een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent weergegeven. Een marge van bijvoorbeeld 5 procent betekent dat onderzoeksresultaten met 95 procent zekerheid niet meer dan 5 procent verschillen met de werkelijkheid. Uit de tabellen blijkt dat van 6 categorieën de marges groter zijn dan 6 procent (zie tabel volgende bladzijde). De betrouwbaarheidsmarge op het totaal bedraagt 1,25 procent. Dit betekent dat uitspraken over alle werknemers samen met 95 procent zekerheid hoogstens 1,25 procent afwijken van de werkelijkheid. Voor de berekeningen is de CBS tabel als uitgangspunt voor de populatie genomen (zie bijlage 3). 15

16 Tabel 1.2 Respons en betrouwbaarheidsmarges naar leeftijd en geslacht (reguliere groep) Leeftijd Man Vrouw Totaal Respons Marge 5,02% 5,03% 3,55% Respons Marge 5,03% 5,03% 3,55% Respons Marge 5,03% 5,03% 3,55% Respons Marge 5,03% 5,03% 3,55% Respons Marge 5,03% 5,01% 3,55% Respons Marge 5,03% 5,01% 3,55% Respons Marge 5,02% 5,03% 3,55% Respons Marge 6,22% 6,25% 4,41% Respons Marge 8,50% 7,72% 5,72% Totaal Respons Marge 1,78% 1,77% 1,25% Tabel 1.3 Respons en betrouwbaarheidsmarges naar opleiding en geslacht (reguliere groep) Opleiding Man Vrouw Totaal Basisonderwijs (lagere school) Respons Marge 14,61% 17,06% 11,10% VMBO (MAVO, LBO, LTS, LEAO, VBO, IVBO, MULO-A, Respons huishoudschool, praktijkonderwijs etc) Marge 4,39% 3,94% 2,93% MBO (MEAO, MTS, etc) Respons Marge 2,95% 3,10% 2,14% HAVO/VWO (MULO-B, HBS, MMS, gymnasium) Respons Marge 4,96% 4,61% 3,38% HBO (HTS, HEAO, HLS, KMA, etc) Respons Marge 3,53% 3,70% 2,56% WO (universiteit) Respons Marge 6,59% 6,01% 4,44% Weet niet Respons Marge Totaal Respons 1,78% 1,77% 1,25% Marge

17 2 Resultaten pensioensbewustzijn In dit hoofdstuk zetten we de belangrijkste uitkomsten uit de enquête van 2011 op een rij. De volgende onderwerpen komen achtereenvolgens aan de orde: 2.1 Verwachtingen ten aanzien van pensioen 2.2 Belang van inzicht in pensioen 2.3 Opbouw pensioen 2.4 Pensioensbewustzijn 2.5 Invloed economische crisis Voor elk van deze onderwerpen worden de resultaten van de reguliere groep werknemers tot 65 jaar besproken. De resultaten voor deze groep van de meting uit 2011 worden vergeleken met de resultaten van de meting uit Omdat de resultaten van de enquête uit 2011 in hoge mate overeenkomen met die van vorig jaar, worden vergelijkingen alleen gemaakt wanneer sprake is van een opvallend verschil. Daarnaast komen, wanneer relevant en interessant, resultaten van de volgende subgroepen aan de orde: 65-plussers die pensioen ontvangen maar nog werkzaam zijn 55-plussers die deeltijdpensioen ontvangen en nog werkzaam zijn 65-plussers, ex-werknemers, die met pensioen zijn 55-plussers, ex-werknemers, die met vroegpensioen zijn Bij het lezen van de resultaten van de subgroepen is het goed in gedachten te houden dat de vragenlijsten per groep steeds een iets andere routing hadden, waardoor het niet altijd mogelijk is voor elke vraag de verschillende groepen met elkaar te vergelijken. Tot slot komen voor de groep werknemers tot 65 jaar, wanneer relevant, uitkomsten en verschillen met betrekking tot leeftijd en geslacht aan de orde. Aan het eind van dit hoofdstuk volgt nog wat extra informatie over de vier subgroepen. 2.1 Verwachtingen ten aanzien van pensioen In de enquête is een aantal vragen gesteld over de verwachtingen ten aanzien van het pensioen, namelijk in hoeverre men verwacht rond te kunnen komen van toekomstig pensioen en de huidige levensstandaard voort te kunnen zetten. Daarnaast is de vraag gesteld of men verwacht vroeger dan de pensioengerechtigde leeftijd uit te treden. In deze paragraaf bespreken we de resultaten op deze vragen. Rondkomen van toekomstig pensioen Het percentage van de groep werknemers tot 65 jaar dat goed tot uitstekend verwacht rond te kunnen komen van hun pensioenuitkering is met 39 procent iets lager dan in 2010 (41 procent) (zie tabel 2.1). 17

18 Tabel 2.1 In hoeverre verwacht u van uw pensioen rond te kunnen komen (werknemers tot 65 jaar)? 2010 (N=6046) 2011 (N= 6115) % % Ik verwacht uitstekend rond te kunnen komen van mijn pensioen 7% 7% Ik verwacht goed rond te kunnen komen van mijn pensioen 34% 32% Ik verwacht redelijk rond te kunnen komen van mijn pensioen 40% 39% Ik verwacht nauwelijks rond te kunnen komen van mijn pensioen 10% 11% Ik verwacht totaal niet rond te kunnen komen van mijn pensioen 3% 4% weet niet/geen mening 6% 6% Totaal 100% 100% Opvallend is dat jongeren, met name in de leeftijdscategorieën en 25-29, hier veel vaker dan ouderen geen mening over hebben. Het percentage weet niet/geen mening bedraagt voor deze groepen jongeren respectievelijk 21 en 11 procent tegen tussen de 2 en 6 procent voor de oudere groepen. Verder zijn vrouwen minder positief gestemd dan mannen. Vrouwen verwachten in vergelijking met mannen minder vaak goed tot uitstekend rond te komen (respectievelijk 34 tegen 44 procent) en denken vaker nauwelijks tot totaal niet rond te kunnen komen (respectievelijk 19 en 12 procent). Vervolgens is gevraagd in hoeverre werknemers verwachten hun huidige levensstandaard te kunnen voortzetten met hun pensioen. Van de werknemers tot 65 jaar verwacht 37 procent met het pensioen de huidige levensstandaard goed tot uitstekend voort te kunnen zetten. Ook hier zien we dat mensen ten opzichte 2010 iets minder positieve verwachtingen hebben over hun pensioen. In 2010 bedroeg dit percentage 40 procent. In 2011 verwacht 46 procent de huidige levensstandaard redelijk voort te kunnen zetten, tegen 45 procent in Het percentage dat verwacht de huidige levensstandaard nauwelijks of totaal niet te kunnen voortzetten is in 2011 (17 procent) licht gestegen ten opzichte van 2010 (15 procent). Zoals te zien in de tabel hieronder zijn vrouwen ook op dit punt iets minder optimistisch dan mannen. Tabel 2.2 In hoeverre verwacht u met uw pensioen uw huidige levensstandaard te kunnen voortzetten (werknemers tot 65 jaar in 2011) (N=6115)? Man Vrouw Totaal % % % Uitstekend 7% 4% 6% Goed 34% 27% 31% Redelijk 44% 48% 46% Nauwelijks 12% 17% 14% Totaal niet 3% 4% 4% Totaal 100% 100% 100% 18

19 Vervroegd uittreden Bij de verwachtingen ten aanzien van het pensioen is ook interessant hoeveel werknemers eerder denken te stoppen met werken en hoe men denkt de periode tot het ouderdomspensioen te overbruggen. Van de werknemers tot 65 jaar is 21 procent van plan eerder dan de AOW-leeftijd te stoppen met werken; 43 procent is dit niet van plan. In 2010 was 26 procent van plan eerder te stoppen en was 39 procent dit niet van plan. Deze daling van het aantal mensen dat van plan is eerder dan de AOW-leeftijd te stoppen met werken is in lijn met de iets minder positieve verwachtingen ten aanzien van het pensioen zoals hierboven beschreven. Mogelijk speelt hierbij ook de maatschappelijke en politieke discussie over langer doorwerken en verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd een rol. Deze discussie zou kunnen leiden tot een veranderende norm of attitude ten aanzien van langer doorwerken. In 2010 stelden we vast dat jongeren beduidend minder vaak van plan zijn eerder dan de AOW-leeftijd te stoppen met werken dan ouderen. Dat is in 2011 nog altijd het geval, maar het verschil tussen jongeren en ouderen is kleiner geworden. In 2010 was 19 procent van de jongeren tussen 20 en 24 jaar van plan eerder te stoppen, tegen 30 procent van de werknemers tussen 60 en 64 jaar. In 2011 is nog maar 16 procent van de jongeren van plan eerder te stoppen (een daling van 3 procentpunt), tegen 23 procent van de werknemers tussen 60 en 64 jaar (een daling van 7 procentpunt). Zoals tabel 2.3 laat zien is het prepensioen of de VUT voor werknemers tot 65 jaar de meest genoemde manier om de periode tot het ouderdomspensioen te overbruggen, gevolgd door lijfrente- of koopsompolissen en interen op eigen vermogen. Deze resultaten zijn nagenoeg gelijk met Tabel 2.3 Hoe verwacht u nadat u gestopt bent met werken de jaren tot uw ouderdomspensioenuitkering financieel te overbruggen (werknemers tot 65 jaar)? (N=1233) (Meerdere antwoorden mogelijk) jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Totaal Pensioen/Prepensioen/VUT 50% 39% 42% 39% 33% 47% 52% 58% 78% 47% Werkloosheidsuitkering of Wachtgeldregeling 7% 3% 3% 6% 8% 4% 2% 7% 2% 5% Lijfrente- of koopsompolissen 9% 16% 22% 28% 31% 41% 34% 23% 13% 26% Inkomsten van mijn partner 23% 19% 26% 19% 23% 16% 17% 22% 18% 20% Opbrengst van beleggingen 18% 17% 15% 15% 21% 17% 19% 10% 2% 15% Interen op vermogen 26% 31% 26% 27% 33% 26% 27% 22% 3% 26% WAO-uitkering 10% 4% 5% 3% 1% 2% 2% 5% 4% 4% Bijverdiensten 21% 18% 19% 16% 19% 14% 25% 10% 7% 17% ANW/erfenis/pensioen overleden partner -- 0% -- 1% -- 1% 1% % Levensloopregeling -- 2% 1% 4% -- 1% 2% 2% -- 2% Anders -- 1% -- 1% 1% 1% 1% 3% 2% 1% Weet niet/geen mening 7% 12% 7% 7% 3% 5% 1% 3% 5% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Gepercenteerd op totaal aantal respondenten 19

20 Jongeren verwachten wat minder vaak gebruik te zullen maken van prepensioen of VUT om de dagen tot de ouderdomsuitkering te overbruggen dan ouderen (zie tabel 2.3), al is dit ook voor jongeren de vaakst genoemde optie. In vergelijking met de groep van 60 tot 64 jaar verwachten jongeren daarentegen veel vaker de periode te overbruggen door in te teren op het vermogen of door bijverdiensten. Vrouwen willen veel vaker dan mannen de periode tot hun ouderdomspensioenuitkering overbruggen met inkomsten van hun partner, evenals in 2010 bedragen deze percentages 33 versus 13 procent. 2.2 Belang van en inzicht in pensioen Respondenten is gevraagd hoe belangrijk zij het vinden een goed ouderdomspensioen te hebben. Daarnaast is gevraagd bij wie volgens hen de verantwoordelijkheid ligt voor het regelen van ouderdomspensioen en hoe belangrijk zij het vinden inzicht te hebben in de hoogte en de kosten van het pensioen en de wijze waarop hun pensioen is geregeld. Belang van goed ouderdomspensioen Net als in 2010, zegt in 2011 een ruime meerderheid van de werknemers tot 65 jaar het redelijk tot zeer belangrijk te vinden om later een goed ouderdomspensioen te hebben (respectievelijk 82 en 80 procent). Eenzelfde percentage vindt een goed ouderdomspensioen dan ook een redelijk tot zeer belangrijke arbeidsvoorwaarde. De waarde die men hecht aan een goed ouderdomspensioen stijgt met de leeftijd. Van de groep vindt 62 procent het zeer belangrijk om een goed ouderdomspensioen te hebben, tegen 42 procent van de groep Opvallend is dat hoewel 42 procent van deze laatste groep het dus belangrijk vindt een goed ouderdomspensioen te hebben, slechts 27 procent een goed ouderdomspensioen een zeer belangrijk arbeidsvoorwaarde vindt. Bij de oudere groepen (vanaf 40 jaar) lopen deze percentages veel meer gelijk. Dat ouderen een goed ouderdomspensioen over het algemeen belangrijker vinden, wordt bevestigd door de resultaten van de subgroepen die naast de reguliere groep werknemers tot 65 jaar zijn bevraagd. Deze subgroepen bestaan uit ouderen in de leeftijdscategorieën van 55+ en 65+. Zij vinden het belangrijker om een goed pensioen te hebben dan de werknemers tot 65 jaar (zie tabel 2.4). Deze groepen hechten ook meer belang aan pensioen als arbeidsvoorwaarde. De groep gepensioneerden van 65 en ouder hecht de meeste waarde aan een goed pensioen: 75 procent vindt dit zeer belangrijk. Tabel 2.4 Hoe belangrijk vindt u het om een goed ouderdomspensioen te hebben? Werknemers tot 65 (N=6115) 65+ werkzaam (N=60) 55+ (deeltijd)pensioen (N=153) 65+ pensioen (181) 55+ pensioen (N=373) % % % % % Zeer belangrijk 45% 63% 61% 75% 65% Redelijk belangrijk 36% 13% 33% 21% 26% Enigszins belangrijk 14% 8% 5% 2% 5% Totaal niet belangrijk 3% 7% 1% 2% 1% weet niet/geen mening 3% 8% 1% 1% 2% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 20

21 Verantwoordelijkheid ouderdomspensioen De afgelopen jaren was sprake van een stijgende trend in de mate waarin werknemers tot 65 jaar van mening zijn dat de overheid verantwoordelijk is voor het regelen van het ouderdomspensioen. In 2011 is het percentage respondenten dat vindt dat de overheid hiervoor verantwoordelijk is, echter licht gedaald. Van 21 procent in 2010 naar 19 procent in 2011 (zie tabel 2.5). Werknemers dichten hun werkgever dit jaar iets vaker verantwoordelijkheid toe in het regelen van het ouderdomspensioen. Het percentage werknemers dat vindt dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het regelen van pensioen blijft gelijk. Tabel 2.5 Bij wie vindt u dat de verantwoordelijkheid voor het regelen van uw ouderdomspensioen in de eerste plaats moet liggen (werknemers tot 65 jaar)? 2010 (N=6046) 2011 (N=6115) % % Bij mijzelf 45% 45% Bij mijn partner 1% 1% Bij mijn werkgever 28% 29% Bij de overheid 21% 19% Gezamenlijke verantwoordelijkheid 2% 2% Anders 0% 0% weet niet/geen mening 4% 4% Totaal 100% 100% Belang van inzicht in het pensioen Het belang dat werknemers tot 65 jaar hechten aan inzicht in het pensioen is dit jaar ten opzichte van 2010 nauwelijks gewijzigd. De overgrote meerderheid van de werknemers tot 65 jaar vindt het redelijk tot zeer belangrijk inzicht te hebben in de wijze waarop het ouderdomspensioen is geregeld (89 procent) (zie tabel 2.6). Eenzelfde percentage (90 procent) hecht redelijk tot zeer veel belang aan inzicht in de hoogte van hun pensioen (zie tabel 2.7). Inzicht in de kosten van het toekomstige pensioen wordt iets minder van belang geacht, maar scoort nog steeds hoog; 84 procent vindt het redelijk tot zeer belangrijk hier inzicht in te hebben. Het belang dat men hecht aan inzicht in het pensioen stijgt naarmate het moment van pensionering dichterbij komt. Hoe ouder de respondenten hoe meer belang men hecht aan inzicht in de wijze waarop het pensioen is geregeld, de kosten en de hoogte. Met name aan het laatste aspect hechten oudere werknemers (55 tot 64 jaar) zeer veel waarde. De samenhang met leeftijd wordt bevestigd door de resultaten van de subgroepen ouderen die zijn bevraagd naast de reguliere groep werknemers tot 65 jaar te leggen. Zoals in tabellen 2.6 en 2.7 is te zien, hechten respondenten in deze groepen allen meer belang aan inzicht in het pensioen dan de werknemers tot 65 jaar. 21

22 Tabel 2.6 Hoe belangrijk vindt u het inzicht te hebben in de wijze waarop uw pensioen is geregeld? Werknemers tot 65 (N=6115) 65+ werkzaam (N=60) 55+ (deeltijd) pensioen (N=153) 65+ pensioen (N=181) 55+ pensioen (N=373) % % % % % Zeer belangrijk 43% 57% 68% 68% 66% Redelijk belangrijk 46% 30% 29% 29% 30% Niet erg belangrijk 6% 2% 1% 0% 1% Totaal niet belangrijk 1% 0% 0% 0% 1% Niet van toepassing 1% 5% 1% 2% 1% weet niet/geen mening 3% 7% 2% 1% 2% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 2.7 Hoe belangrijk vindt u het om inzicht te hebben in de hoogte van uw toekomstige ouderdomspensioen? Werknemers tot 65 (N=6115) 65+ werkzaam (N=60) 55+ (deeltijd) pensioen (N=153) 65+ pensioen (N=181) 55+ pensioen (N=373) % % % % % Zeer belangrijk 48% 62% 70% 61% 72% Redelijk belangrijk 42% 22% 27% 31% 24% Niet erg belangrijk 5% 0% 1% 5% 1% Totaal niet belangrijk 1% 3% 0% 1% 0% Niet van toepassing 1% 7% 1% 2% 2% weet niet/geen mening 3% 7% 2% 0% 1% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Informatiebronnen Werknemers tot 65 jaar ontvangen informatie over hun pensioen met name via het pensioenfonds en hun verzekeraar. Het jaarlijks pensioenoverzicht is volgens werknemers voor zowel pensioenfondsen als verzekeraars het meest gebruikte medium om informatie over pensioenen te verstrekken, gevolgd door de persoonlijke brief en internet. Evenals in 2010 stelt 24 procent van de werknemers tot 65 jaar dat het pensioenfonds informatie verstrekt via internet. In het kader van het gebruik van internet om inzicht te krijgen in het pensioen is ook interessant in hoeverre mensen gebruik hebben gemaakt van mijnpensioenoverzicht.nl. Deze website - waarop mensen kunnen inzien hoeveel pensioen ze hebben naast hun AOW en bij welke bij welke pensioenuitvoerder (pensioenfonds of verzekeraar) - is begin 2011 van start gegaan. In de enquête waar dit rapport verslag van doet is hierover aan de werknemers tot 65 jaar en de 55-plussers met (deeltijd)pensioen voor het eerst een vraag gesteld. 22

23 Tabel 2.8 Heeft u gebruik gemaakt van mijnpensioenoverzicht.nl? Werknemers tot 65 (N=6115) 55+ (deeltijd) pensioen (N=153) % % Ja 23% 42% Nee, maar ik ben bekend met mijnpensioenoverzicht.nl 40% 39% Nee, ik ken mijnpensioenoverzicht.nl niet 37% 18% Totaal 100% 100% De vergelijking tussen deze twee groepen laat zien dat ouderen vaker bekend zijn met mijnpensioenoverzicht.nl en hier ook vaker gebruik van hebben gemaakt. Dit wordt bevestigd door de antwoorden van de verschillende leeftijdsgroepen binnen de groep werknemers tot 65 jaar. Van de groep jaar heeft slechts 10 procent gebruik gemaakt van mijnpensioenoverzicht.nl en is 65 procent niet bekend met deze website, terwijl van de groep jaar 36 procent er gebruik van heeft gemaakt en slechts 22 procent niet bekend is met mijnpensioenoverzicht.nl. 2.3 Opbouw pensioen De enquête bevatte tevens vragen over de wijze waarop het pensioen wordt opgebouwd. In deze paragraaf komt eerst de AOW aan de orde, daarna de verschillende typen aanvullende pensioenregelingen en tenslotte het nabestaandenpensioen. AOW en aanvullend pensioen De meerderheid (84 procent) van de werknemers tot 65 jaar geeft evenals in 2010 aan bij het bereiken van de AOW-leeftijd een volledige AOW-uitkering te ontvangen. Jongeren tussen de 20 en 34 jaar zijn hier duidelijk minder goed van op de hoogte. Van de jongeren in de categorie jaar weet bijvoorbeeld een kwart niet of zij volledige AOW ontvangen, tegenover rond de 4 procent in de categorieën Zoals blijkt uit de tabel hieronder, heeft ongeveer tweederde (64 procent) van de werknemers tot 65 jaar, naast de AOW aanspraak, een collectieve pensioenregeling via de werkgever. Iets minder dan een kwart (23 procent) heeft buiten de werkgever om zelf een pensioenvoorziening. 1 In 2010 bedroeg dit laatste percentage nog 27 procent. 1 Het betrof een meerkeuzevraag: combinaties van een collectieve en een individuele pensioenregeling zijn ook mogelijk. 23

24 Tabel 2.9 Wat is er financieel (naast uw AOW aanspraak) geregeld als u met pensioen gaat? (N=6115) (Meerdere antwoorden mogelijk) jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Totaal Niets 23% 18% 13% 14% 9% 12% 11% 6% 14% 13% Ik heb een collectieve pensioenregeling via een werkgever 33% 56% 65% 59% 68% 70% 71% 72% 72% 64% Ik heb zelf (buiten een werkgever om) een pensioenvoorziening getroffen 6% 11% 18% 26% 30% 27% 29% 31% 24% 23% Weet niet/geen mening 40% 20% 14% 12% 9% 7% 8% 7% 5% 13% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Gepercenteerd op totaal aantal respondenten Uit de tabel blijkt dat jongeren ook ten aanzien van eventuele aanvullende regelingen minder goed op de hoogte zijn van de opbouw van hun pensioen dan ouderen; 40 procent van de jongeren tussen 20 en 24 weet niet wat er financieel (naast de AOW aanspraak) geregeld is als ze met pensioen gaan, tegenover rond de 7 procent van de ouderen. Typen aanvullende pensioenregelingen Zoals in tabel 2.9 is te zien, is voor de werknemers tot 65 jaar de middelloonregeling de meest voorkomende type pensioenvoorziening via de werkgever, gevolgd door de vastebedragen-regeling. Tabel 2.10 Welk type pensioenregeling heeft u via uw huidige werkgever (werknemers tot 65 jaar)? (N=5270) % Middelloonregeling 28% Eindloonregeling of gematigde eindloonregeling 9% Vaste-bedragen-regeling 10% Beschikbare premiestelsel 5% Combinatieregeling 3% Ik heb geen pensioenregeling via mijn huidige werkgever 6% Anders, namelijk: 1% weet niet/geen mening 39% Totaal 100% Relatief veel werknemers (39 procent) weten niet wat voor soort aanvullende pensioenregeling zij hebben en wie voor de werkgever het huidige werknemerspensioen uitvoert. Ook dit geldt weer met name voor jongeren. Van de werknemers van jaar weet 59 procent niet welke pensioenregeling ze via hun huidige werkgever hebben en weet 39 procent niet wie het werknemerspensioen uitvoert (een fonds of een verzekeraar). Bij de werknemers van bedragen deze percentages respectievelijk 24 procent en 5 procent. 24

25 Vrouwen zijn minder goed op de hoogte van het type pensioenregeling dat zij via hun werkgever hebben dan mannen; bijna de helft van de vrouwen weet dit niet, tegenover 33 procent van de mannen. Voor de subgroepen met oudere respondenten geldt dat zij in vergelijking met werknemers tot 65 jaar vaker een eindloonregeling hebben. In vergelijking met de andere groepen heeft de groep van 65-plussers die nog werkzaam is minder vaak een regeling via de werkgever; 33 procent geeft aan een dergelijke regeling niet te hebben. Nabestaandenpensioen Evenals in 2010 geeft 58 procent van de werknemers tot 65 jaar aan dat hun ouderdomspensioen een voorziening bevat voor hun partner in geval van overlijden. Met name ouderen van antwoorden hier bevestigend op; meer dan 70 procent stelt dat dit het geval is. Dit is een groot verschil met de groep jongeren van 20-24, waarvan slechts 23 procent aangeeft dat hun ouderdomspensioen een voorziening voor hun partner bevat in geval van overlijden. Dit grote verschil wordt verklaard door de grote groep jongeren die hier niet van op de hoogte is; 60 procent tegenover 13 procent in de oudste leeftijdsgroep. Ouderen hechten hier dan ook duidelijk meer belang aan dan jongeren. Van de groep vindt 46 procent het zeer belangrijk een nabestaandenpensioen te hebben, tegenover 28 procent van de groep Vrouwen hebben minder vaak een nabestaandenvoorziening dan mannen (respectievelijk 54 en 63 procent). Voor mannen is dit percentage nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2010, voor vrouwen betekent dit een stijging met 5 procentpunt. Vrouwen hechten wel minder belang aan een nabestaandenpensioen. De percentages mannen en vrouwen die dit zeer belangrijk vinden bedragen respectievelijk 42 en 28 procent. De subgroepen hechten in vergelijking met werknemers tot 65 jaar meer belang aan een nabestaandenpensioen en hebben vaker een nabestaandenpensioenregeling. Dit geldt met name voor de groepen ex-werknemers van 55 en ouder en 65 en ouder waarvan 51 respectievelijk 52 procent het regelen van nabestaandenpensioen zeer belangrijk vindt en ongeveer driekwart een dergelijke voorziening heeft getroffen. 2.4 Pensioensbewustzijn In 2009 en 2010 was 59 procent van de werknemers tot 65 jaar bekend met de hoogte van hun toekomstige pensioenuitkering. In 2011 is dit percentage niet significant gedaald tot 58 procent. Ook de kennis over de kosten (premies) van het toekomstige ouderdomspensioen is licht gedaald; in 2011 weet iets meer dan de helft wat deze kosten (ongeveer) bedragen (53 procent). In 2010 bedroeg dit percentage 55 procent. 25

26 Tabel 2.11 Bent u bekend met de hoogte van uw toekomstige ouderdomspensioenuitkering (werknemers tot 65 jaar)? (N=6115) jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Totaal Ja, ik weet (ongeveer) hoe hoog deze is 22% 38% 48% 50% 64% 64% 75% 79% 76% 58% Nee, ik heb geen idee 78% 62% 52% 50% 36% 36% 25% 21% 24% 42% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Jongeren zijn minder pensioenbewust dan ouderen; zij weten beduidend minder vaak dan ouderen hoe hoog hun toekomstige uitkering zal zijn (zie tabel 2.11) en hoe hoog de kosten zijn. Evenals in 2010 zijn vrouwen wat minder goed dan mannen bekend met de hoogte (respectievelijk 45 en 40 procent heeft geen idee) en de kosten (respectievelijk 51 en 44 procent) van hun pensioensuitkering. Van de subgroepen is de groep ex-werknemers van 55 en ouder - die reeds met pensioen zijn het meest pensioenbewust: 90 procent is bekend met de hoogte van hun toekomstige uitkering na 65 jaar. 2.5 Invloed economische crisis In de pensioenenquête van 2010 is een aantal vragen toegevoegd om te bezien in hoeverre de economische crisis het pensioensbewustzijn heeft beïnvloed. In de enquête van 2011 hebben we deze vragen herhaald. In deze paragraaf komt eerst aan de orde in hoeverre men aanvullende informatie heeft gekregen of opgezocht. Vervolgens gaan we in op de verwachtingen die men heeft ten aanzien van de hoogte van het pensioen en de verantwoordelijkheid van het beperken van eventuele negatieve gevolgen van de crisis. Aanvullende informatie Ongeveer de helft van de werknemers tot 65 jaar heeft naar aanleiding van de economische crisis geen aanvullende informatie ontvangen van de pensioenuitvoerder of werkgever. Wel is het percentage dat geen informatie heeft ontvangen ten opzichte van 2010 afgenomen (52 procent versus 56 procent). Over het algemeen hebben respondenten vaker aanvullende informatie over hun pensioen gekregen van pensioenuitvoerders dan van werkgevers. In vergelijking met 2010 hebben iets meer mensen naar aanleiding van de economische crisis informatie ontvangen van hun werkgever (17 procent in 2011 versus 16 procent in 2010) en van hun pensioenuitvoerder (36 versus 33 procent). 26

27 Tabel 2.12 Heeft u naar aanleiding van de economische crisis aanvullende informatie ontvangen over uw pensioen van uw pensioenuitvoerder of werkgever (werknemers tot 65 jaar)(n=6115)? jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Totaal Nee 75% 63% 58% 54% 50% 48% 41% 40% 37% 52% Ja, van werkgever 11% 14% 14% 18% 19% 18% 18% 16% 18% 17% Ja, van pensioenuitvoerder 14% 26% 32% 33% 38% 39% 46% 49% 52% 36% Anders 1% 0% 1% 2% 1% 2% 1% 1% 1% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Gepercenteerd op totaal aantal respondenten Jongeren geven in vergelijking met ouderen beduidend vaker aan dat zij geen aanvullende informatie hebben ontvangen naar aanleiding van de economische crisis; de jongste groep geeft twee keer zo vaak te kennen geen informatie te hebben ontvangen naar aanleiding van de crisis (zie tabel 2.12). De andere groepen die zijn bevraagd hebben vaker wel extra informatie ontvangen naar aanleiding van de crisis dan de werknemers tot 65 jaar. Op basis van de enquête is niet na te gaan in hoeverre jongeren ook daadwerkelijk minder vaak informatie hebben ontvangen of zich dit niet goed weten te herinneren of er geen aandacht aan hebben besteed. Het beduidend lagere pensioenbewustzijn van jongeren zou een indicatie kunnen zijn voor het laatste. Een andere indicatie kan de mate zijn waarin de verschillende leeftijdsgroepen zelf als gevolg van de crisis op zoek zijn gegaan naar informatie over hun pensioen. Meer dan 80 procent van de werknemers van 20 tot 39 is niet zelf op zoek gegaan naar informatie. Dit geldt voor 69 procent van de werknemers van Binnen deze oudste groep is 22 procent op zoek gegaan naar informatie op internet, 11 procent heeft contact opgenomen met de pensioenuitvoerder en 3 procent met de werkgever. Binnen de jongste groep werknemers van bedragen deze percentages achtereenvolgens 8 procent, 3 procent en 5 procent. Vergelijken we de vijf subgroepen met elkaar op deze vraag, ontstaat het volgende beeld. 27

3 Hoe pensioenbewust zijn we?

3 Hoe pensioenbewust zijn we? 3 Hoe pensioenbewust zijn we? Door verschillende instanties en bedrijven wordt onderzoek gedaan naar het pensioenbewustzijn van burgers, hun houding tegenover pensioen en de kennis die zij hebben van (hun)

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor Najaar 2011 Pensioen. December 2011

AFM Consumentenmonitor Najaar 2011 Pensioen. December 2011 AFM Consumentenmonitor Najaar 2011 Pensioen December 2011 1 Inhoudsopgave 2 1 2 Management Summary Onderzoeksresultaten in detail 2a Pensioen algemeen 2b Pensioencommunicatie 2c Pensioenregeling 3 Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Hoe gaat Nederland met pensioen? In vergelijk met België, Zweden en Denemarken

Hoe gaat Nederland met pensioen? In vergelijk met België, Zweden en Denemarken Hoe gaat Nederland met pensioen? In vergelijk met België, Zweden en Denemarken Onderzoek van GfK september 2015 Inleiding Delta Lloyd doet doorlopend nieuwe kennis op over ontwikkelingen rondom pensionering

Nadere informatie

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015 Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015 Inhoudsopgave Management Summary Pagina 3 Onderzoeksresultaten Pagina 7 Onderzoeksverantwoording Pagina 40 oktober 2015 2 Management Summary

Nadere informatie

Life event: Een nieuwe baan

Life event: Een nieuwe baan Life event: Een nieuwe baan Inhoudsopgave 1 Belangrijke bevindingen 2 Achtergrond en verantwoording 3 Onderzoeksresultaten Arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling Pensioeninformatie Pensioenkennis Waardeoverdracht

Nadere informatie

PENSIOENBAROMETER 2012 Onderzoek van GfK Panel Services in opdracht van Montae

PENSIOENBAROMETER 2012 Onderzoek van GfK Panel Services in opdracht van Montae PENSIOENBAROMETER 2012 Onderzoek van GfK Panel Services in opdracht van Montae Op macroniveau begrijpt de grote meerderheid van de Nederlandse werknemers dat ingrepen in het pensioenstelsel noodzakelijk

Nadere informatie

Lees hier meer over de afschaffing van de AOW Partnertoeslag

Lees hier meer over de afschaffing van de AOW Partnertoeslag Aanvullend pensioen Pensioen is in de meeste gevallen opgebouwd uit drie pijlers: pensioen vanuit de overheid (AOW), pensioen opgebouwd via een of meerdere werkgevers en het pensioen dat je zelf hebt opgebouwd.

Nadere informatie

Wegwijzer GE Pensioen. Inzicht in uw pensioensituatie

Wegwijzer GE Pensioen. Inzicht in uw pensioensituatie Wegwijzer GE Pensioen Inzicht in uw pensioensituatie Inleiding Met de Wegwijzer GE Pensioen krijgt u informatie over uw pensioenregeling en kunt u inzicht krijgen in uw eigen pensioensituatie. De pensioenwijzer

Nadere informatie

Oudedagsvoorziening in het MKB

Oudedagsvoorziening in het MKB A201309 Oudedagsvoorziening in het MKB Vormen van pensioenopbouw en de verwachtingen van MKB-ondernemers in beeld gebracht drs. K. L. Bangma drs. J. Snoei Zoetermeer, februari 2013 Oudedagsvoorziening

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.

Nadere informatie

Eerste baan... en pensioen?

Eerste baan... en pensioen? Eerste baan... en pensioen? Waaraan denk je bij je eerste baan? Pensioen is misschien het laatste waar je aan denkt bij je eerste baan. Toch is het erg belangrijk. Neem dus rustig de tijd om je er in te

Nadere informatie

Pensioenmonitor 2014 Een onderzoek naar kennis, houding en gedrag rondom de oudedagsvoorziening onder de Nederlandse beroepsbevolking

Pensioenmonitor 2014 Een onderzoek naar kennis, houding en gedrag rondom de oudedagsvoorziening onder de Nederlandse beroepsbevolking Pensioenmonitor 2014 Een onderzoek naar kennis, houding en gedrag rondom de oudedagsvoorziening onder de Nederlandse beroepsbevolking 1 Inhoudsopgave Inleiding 4 Samenvatting 6 Onderzoeksresultaten in

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan.

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan. Waardeoverdracht bij indiensttreding Meer weten? www.kpnpensioen.nl Wat is waardeoverdracht? 4 Zoek en vind 11 Een nieuwe baan 3 Is waardeoverdracht verstandig? Goed om te weten 6 Zo vraagt u aan 10 9

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Gemeente Breda. Omnibusenquête 2015. Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer

Gemeente Breda. Omnibusenquête 2015. Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer Gemeente Breda Onderzoek en Informatie Omnibusenquête 2015 Bekendheid Alarmnummer Publicatienummer: 1790 Datum: december 2015 In opdracht van: Kabinet van de Burgemeester Uitgave: Gemeente Breda BBO/Onderzoek

Nadere informatie

19 maart 2016. Onderzoek: Korten pensioenen?

19 maart 2016. Onderzoek: Korten pensioenen? 19 maart 2016 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen

Nadere informatie

De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds. mei, 2014

De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds. mei, 2014 De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds mei, 2014 1 Beste DNB er Hartelijk dank voor jouw deelname aan en/of interesse in dit deelnemersonderzoek onder (ex)werknemers van DNB. Van

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Wat zijn voor mij argumenten voor en tegen waardeoverdracht naar PFZW?

Wat zijn voor mij argumenten voor en tegen waardeoverdracht naar PFZW? Start Deze Argumentenkaart laat zien wat vanuit het perspectief van een nieuwe deelnemer bij PFZW de belangrijkste argumenten individuele naar PFZW zijn. Een pensioenuitvoerder kan zowel een pensioenfonds

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst> Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Pensioen Informatie sessie

Pensioen Informatie sessie Pensioen Informatie sessie Pensioenreglement B Oktober 2013 Voorbehoud De tekst in deze presentatie is louter ter informatie bedoeld. Er kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Bij onduidelijkheden

Nadere informatie

Partner- en Wezenpensioen. Versie 26-02-2016

Partner- en Wezenpensioen. Versie 26-02-2016 Partner- en Wezenpensioen Versie 26-02-2016 Versie 26-02-2016 Partner en wezenpensioen Als je nog in dienst bent en je overlijdt, of als je al gepensioneerd bent en je overlijdt, dan is er partnerpensioen

Nadere informatie

Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten

Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten artikel Inleiding Reeds geruime tijd wordt een maatschappelijke discussie gevoerd over de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

VEELGESTELDE VRAGEN. Algemeen

VEELGESTELDE VRAGEN. Algemeen Algemeen 1 Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiële situatie (en de situatie voor uw eventuele nabestaanden) bij pensionering,

Nadere informatie

Het overzicht dat u nu heeft ontvangen, laat uw pensioensituatie zien zoals deze was op 31 december 2014.

Het overzicht dat u nu heeft ontvangen, laat uw pensioensituatie zien zoals deze was op 31 december 2014. Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht Hieronder vindt u een overzicht van de veelgestelde vragen rondom uw pensioenoverzicht. Heeft u na het lezen van deze veelgestelde vragen toch nog vragen?

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan.

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan. Waardeoverdracht bij indiensttreding Meer weten? www.kpnpensioen.nl Wat is waardeoverdracht? 4 Zoek en vind 11 Een nieuwe baan 3 Is waardeoverdracht verstandig? Goed om te weten 6 Zo vraagt u aan 10 9

Nadere informatie

Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem

Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen - Pensioenvertrouwen ad hoc september 2009/ 19-10-2009 / P.1 / 19-10-2009 / P.1 Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem

Nadere informatie

Herhaalmeting Kennis over de AOW-partnertoeslag

Herhaalmeting Kennis over de AOW-partnertoeslag Herhaalmeting Kennis over de AOW-partnertoeslag Een internetonderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Uitgevoerd door: Intomart GfK bv Projectnummer: 21095 Datum: 28-5-

Nadere informatie

Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM

Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM Q&A Pensioensessies Cargo nieuwe deelnemers vanuit Martinair Maart en april 2014 Amstelveen, 10 april 2014 Inhoud 1 Q&A 3 1.1 Wettelijke bepalingen 3 1.2 Waardeoverdracht

Nadere informatie

Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis

Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis Corporate Pensioen 4 Juni 2009 Vragen 1. Hoe zeker is mijn toekomstige pensioenvoorziening bij Nationale-Nederlanden? 3. Hoe weet ik hoeveel pensioen

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Pensioenfonds Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt

Nadere informatie

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld?

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Stichting PENSIOENFONDS CAPGEMINI Nederland Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht Hieronder vindt u een overzicht van de veelgestelde vragen rondom uw pensioenoverzicht. Heeft u na het lezen van deze veelgestelde vragen toch nog vragen?

Nadere informatie

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Bestuursstaf Advies en ondersteuning Venlo, juli 2017 Onderzoek & Statistiek 2 Samenvatting In maart 2018 vinden er in Venlo gemeenteraadsverkiezingen

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht Hieronder vindt u een overzicht van de veelgestelde vragen rondom uw pensioenoverzicht. Heeft u na het lezen van deze veelgestelde vragen toch nog vragen?

Nadere informatie

Waardeoverdracht van uw pensioenopbouw

Waardeoverdracht van uw pensioenopbouw Waardeoverdracht van uw pensioenopbouw Een nieuwe baan! Gefeliciteerd! U heeft een andere baan. Met andere collega s en misschien wel heel ander werk. Een nieuwe stap, die ook gevolgen heeft voor de opbouw

Nadere informatie

Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen

Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen Werkgevers en werknemers aan het woord Onderzoek verricht in opdracht van Nationale-Nederlanden door Motivaction. Wat vinden werkgevers en werknemers van pensioenen.

Nadere informatie

Onderzoek. Rapportage. September 2012. Pensioenmodule Publieksmonitor

Onderzoek. Rapportage. September 2012. Pensioenmodule Publieksmonitor Onderzoek Meer grip op pensioen Rapportage Pensioenmodule Publieksmonitor September 2012 Samenvatting (1/4) 1. Kennis over het eigen pensioen De helft van de mensen die via werkgever pensioen opbouwen

Nadere informatie

Hoe blijft je gezin achter?

Hoe blijft je gezin achter? Hoe blijft je gezin achter? Weet jij of jouw partner en kinderen geld genoeg hebben als jij doodgaat? Misschien denk je niet zo graag aan je eigen dood. Toch moet je nu nadenken of er na jouw dood genoeg

Nadere informatie

Pensioen Meer informatie over uw pensioenregeling. Pensioenfonds Avebe

Pensioen Meer informatie over uw pensioenregeling. Pensioenfonds Avebe Pensioenfonds Avebe Pensioen 1-2-3 Meer informatie over uw pensioenregeling Welkom bij Pensioenfonds Avebe. In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Dat is belangrijk

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

AANVULLENDE PENSIOENREGELING AANVULLENDE PENSIOENREGELING Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Uw pensioen is onze zorg. Inleiding Voor u ligt de brochure over de aanvullende pensioenregelingen

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS ZORGVERZEKERAARS

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS ZORGVERZEKERAARS De pensioenregeling van SBZ STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS ZORGVERZEKERAARS Uw pensioen bij SBZ Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars (SBZ) is het pensioenfonds voor de zorgverzekeringssector

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst> Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Wat u moet weten over uw pensioen Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Pensioenreglement A In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die

Nadere informatie

Wetsvoorstel pensioencommunicatie: kansen voor Financieel Planners mr Onno de Lange secretaris IVP donderdag 9 oktober 2014

Wetsvoorstel pensioencommunicatie: kansen voor Financieel Planners mr Onno de Lange secretaris IVP donderdag 9 oktober 2014 Wetsvoorstel pensioencommunicatie: kansen voor Financieel Planners mr Onno de Lange secretaris IVP donderdag 9 oktober 2014 Agenda - Introductie - In zevenmijlslaarzen door pensioenland - Wat is pensioencommunicatie

Nadere informatie

Bijlage A Enquête solidariteit in de pensioenen... 2. Bijlage B Multivariate regressieanalyses... 13

Bijlage A Enquête solidariteit in de pensioenen... 2. Bijlage B Multivariate regressieanalyses... 13 Bijlagen Pensioenen: solidariteit en keuzevrijheid Stella Hoff Inhoud Bijlage A Enquête solidariteit in de pensioenen... 2 Bijlage B Multivariate regressieanalyses... 13 Bijlagen SCP-publicatie Pensioenen:

Nadere informatie

Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2013

Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2013 Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2013 Tekstrapport Peil.nl/Maurice de Hond 1 Doelstelling en opzet van het onderzoek Het wetenschappelijk instituut van 50PLUS heeft ons de opdracht gegeven

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland Waardeoverdracht uit dienst Inleiding... 3 1. Veranderen van baan en uw pensioen... 4 1.1. U treedt uit dienst... 4 1.2. Recht op waardeoverdracht... 4 1.3. Redenen

Nadere informatie

Veelgestelde vragen. Algemeen

Veelgestelde vragen. Algemeen Algemeen 1. Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiºle situatie (en de situatie voor uw eventuele nabestaanden) bij pensionering,

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering.

Nadere informatie

Welke keuzes maakt u voordat u straks met pensioen gaat?

Welke keuzes maakt u voordat u straks met pensioen gaat? SNPS Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Welke keuzes maakt u voordat u straks met pensioen gaat? Inhoud Welke pensioenkeuzes hebt u? 1. Uw pensioenleeftijd kiezen 2. Deeltijdpensioen 3. Definitieve

Nadere informatie

WIJZER IN GELDZAKEN PENSIOENMONITOR Een onderzoek onder de Nederlandse beroepsbevolking naar kennis, houding en gedrag rondom de oudedagsvoorziening

WIJZER IN GELDZAKEN PENSIOENMONITOR Een onderzoek onder de Nederlandse beroepsbevolking naar kennis, houding en gedrag rondom de oudedagsvoorziening WIJZER IN GELDZAKEN PENSIOENMONITOR Een onderzoek onder de Nederlandse beroepsbevolking naar kennis, houding en gedrag rondom de oudedagsvoorziening Intomart GfK 2013 32809 Wijzer in geldzaken Pensioenmonitor

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Wat is er aan de hand met uw pensioen?

Wat is er aan de hand met uw pensioen? Wat is er aan de hand met uw pensioen? versie 2; 01-01-2012 Programma AOW nu en vanaf 2013 De mogelijkheden van ABP Pensioen Wat is er aan de hand met uw pensioen? Meer weten? versie 2; 01-01-2012 2 AOW

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015 Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015 Uitkeringsovereenkomst Wat is het Uniform Pensioenoverzicht (UPO)? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

StichtingPensioenfondsNIBC

StichtingPensioenfondsNIBC StichtingPensioenfondsNIBC Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen.

Nadere informatie

Wanneer ga jij met pensioen?

Wanneer ga jij met pensioen? Wanneer ga jij met pensioen? Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 AOW-gerechtigde leeftijd... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Verhoging van 65 naar 67... 4 1.3 Verdere verhoging op basis van de levensverwachting...

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Nieuws over uw pensioen

Nieuws over uw pensioen BpfTEX Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen Nieuws over uw pensioen Juni 2010 Bas de Lege, secretaris BPF Tex en Jan Edu Kelder, voorzitter

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Hoe zit het met mijn prepensioen?

Hoe zit het met mijn prepensioen? We zorgen ervoor dat u goed zit Hoe zit het met mijn prepensioen? Als u werkt in het personenvervoer Printvriendelijke versie Waarom deze brochure? Het is prettig als u eerder kunt stoppen met werken.

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Gaat u met pensioen? Dan krijgt u ouderdomspensioen.

Gaat u met pensioen? Dan krijgt u ouderdomspensioen. Oktober 2014 Dit document bevat per icoon een voorbeeldtekst voor laag 1 van een Pensioen 1-2-3 voor een DB-regeling. U mag de teksten redactioneel op de doelgroep en inhoudelijk op de pensioenregeling

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015. Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015. Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen? Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid. In dit overzicht staat ook wat uw eventuele partner

Nadere informatie

Impact Crisis op Pensioen Gedrag

Impact Crisis op Pensioen Gedrag Impact Crisis op Pensioen Gedrag Een onderzoek onder het Klankbord Geld & Toekomst panel (en de NetPanel Adviesraad) In opdracht van: Joris de Jongh Martijn van der Veen INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Resultaten

Nadere informatie

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: 4 17-07-2015 Pagina: 3 van 7

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: 4 17-07-2015 Pagina: 3 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 AOW-gerechtigde leeftijd... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Verhoging van 65 naar 67... 4 2.3 Verdere verhoging op basis van de levensverwachting... 4 3 Pensioenleeftijd... 6 3.1

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat

Nadere informatie

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor het levensmiddelenbedrijf

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor het levensmiddelenbedrijf Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor het levensmiddelenbedrijf 00001 Behandeld door Doorkiesnummer Ons kenmerk Klant Contact Center 088 008 40 04 Onderwerp brief aan uw werknemers inzake VPL-regeling

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat uw deelneming aan de beroepspensioenregeling is beëindigd.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering. Hierop staan ook de bedragen

Nadere informatie

Veelgestelde vragen en antwoorden

Veelgestelde vragen en antwoorden Veelgestelde vragen en antwoorden Algemeen 1. Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiºle situatie (en de situatie voor uw

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Extra informatie pensioenverlaging

Extra informatie pensioenverlaging Extra informatie pensioenverlaging Wat is de invloed van de verlaging op mijn netto pensioen? Als u nog niet met pensioen bent, kunnen we u nu niet zeggen hoe uw netto pensioen

Nadere informatie

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? 67 vragen over aow-vragen en uw pensioen (Uit AD van 1-11-2016) De AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog voor iedereen die na 1954 geboren is. Reden

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Premieovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Op dit Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid,

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht Hieronder vindt u een overzicht van de veelgestelde vragen rondom uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Heeft u na het lezen van deze veelgestelde vragen toch

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering

Nadere informatie

Uw werknemers en hun pensioen in de Metaal en Techniek

Uw werknemers en hun pensioen in de Metaal en Techniek Uw werknemers en hun pensioen in de Metaal en Techniek Uw onderneming is actief in de Metaal en Techniek. Daarom is het pensioen van uw werknemers ondergebracht bij Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT).

Nadere informatie

Een nieuwe pensioenregeling

Een nieuwe pensioenregeling Een nieuwe pensioenregeling Agenda Stand van zaken financiële situatie Pensioen in het kort Waarom is de pensioenregeling veranderd? Wat is er veranderd? Stand van zaken financiële situatie Dekkingsgraad?

Nadere informatie

Resultaten risicobereidheidsonderzoek 2015

Resultaten risicobereidheidsonderzoek 2015 Resultaten risicobereidheidsonderzoek 2015 Als bestuur willen wij graag van de deelnemers weten wat ze vinden van zekerheid en risico s in hun pensioenregeling. Daarom heeft het pensioenfonds een onafhankelijke

Nadere informatie

DGA pensioen opbouw. Zo ja, hoeveel. Zo ja, moet u hier verplicht aan deelnemen? Zo ja, geldt er voor u een dispensatie?

DGA pensioen opbouw. Zo ja, hoeveel. Zo ja, moet u hier verplicht aan deelnemen? Zo ja, geldt er voor u een dispensatie? Aanvullende bedrijfsgegevens Zijn er meerdere DGA s werkzaam in de BV waarin u werkzaam bent? Zo ja, hoeveel Zijn er andere personen werkzaam in de BV waarin u werkzaam bent? Zo ja, hoeveel Geldt er voor

Nadere informatie

Principeakkoord cao-pensioenregeling Q&A Intern

Principeakkoord cao-pensioenregeling Q&A Intern Voor publicatie op de websites van de vakorganisaties en Mijn PostNL Algemeen Is het echt nodig om de pensioenregeling aan te passen? Ja. De fiscale wetgeving voor pensioen wijzigt. Dit betreft met name

Nadere informatie

Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw,

Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw, Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw, Welkom bij Pensioenfonds Hoogovens! U bouwt pensioen bij ons op. Dit doet u via uw werkgever. Elke pensioenuitvoerder heeft zijn eigen regeling. In dit

Nadere informatie

Startbrief. 1. Algemeen. Waardeoverdracht. Informatie die u geeft. Wanneer bent u deelnemer in de Basisregeling?

Startbrief. 1. Algemeen. Waardeoverdracht. Informatie die u geeft. Wanneer bent u deelnemer in de Basisregeling? Startbrief Deze startbrief bestaat uit 3 delen: Algemeen, Basisregeling en Plusregeling. 1. Algemeen Uw werkgever: Tentoo Collective Freelance & Flex B.V. Uw pensioenuitvoerder: ABN AMRO Pensioenen Soort

Nadere informatie