Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn"

Transcriptie

1 Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Terugblik op de arbeidsmarkt OAZW 4 Zorg en Welzijn 2007

2

3 Terugblik op de arbeidsmarkt Zorg en Welzijn 2007 Opdrachtgever: Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Drs. W. van der Windt Drs. F. van der Velde Utrecht, december 2007

4 Prismant Prismant is hét kennis- en expertisecentrum in het hart van de zorg. Wij willen de Nederlandse zorgsector optimaal informeren, adviseren en ondersteunen en daarmee bijdragen aan een goede sturing en kwaliteit van zorg. Uitgangspunten zijn: objectiviteit, gedegenheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid. Stichting Prismant, Utrecht, juli Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Prismant. Uitgever Prismant Papendorpseweg 65, 3528 BJ Utrecht Postbus 85200, 3508 AE Utrecht Telefoon Fax Publicatie van cijfers en/of tekst uit dit werk als toelichting of ondersteuning bij wetenschappelijke artikelen, boeken of scripties, is toegestaan mits daarbij geen sprake is van commerciële doeleinden en voor zover de bron duidelijk wordt vermeld. Prismant is een wettig gedeponeerd dienst- en warenmerk.

5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. De ontwikkeling van de werkgelegenheid economiebreed en in Zorg en WJK Zorg en WJK De werkgelegenheid in de sector Zorg en WJK nader bekeken Structuur van de werkgelegenheid Mobiliteit en vacatures Vacatures Mobiliteit Opleidingen voor de sector Zorg en WJK Opleidingsdeelname Studie- en sectorrendement Demografische, epidemiologische en sociaal-culturele ontwikkelingen Samenstelling van de bevolking Gezonde levensverwachting Huishoudens Allochtonen Politiek-juridische ontwikkelingen en de vraag naar personeel Marktwerking curatieve sector Modernisering AWBZ WMO Wet op de Jeugdzorg Wet kinderopvang 35

6 Het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en WJK wordt door Prismant uitgevoerd in opdracht van VWS, de arbeidsmarktfondsen in de zorg, FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken, CWI en Calibris. In de arbeidsmarktfondsen participeren de werkgeversorganisaties NVZ vereniging van ziekenhuizen, Actiz, GGZ Nederland, VGN, BTN en de MO-groep en de werknemersorganisaties ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak, FBZ, de Unie Zorg en Welzijn en NU '91. Prismant 4

7 1. Inleiding Dit rapport bevat een beschrijving van de belangrijkste trends op de arbeidsmarkt van Zorg en WJK, alsmede de belangrijkste vooruitzichten. Achtereenvolgens worden de belangrijkste trends benoemd voor wat betreft de werkgelegenheid, de mobiliteit, de opleidingen en de kwaliteit van arbeid. Daarna wordt ingegaan op de vraag naar personeel. Prismant 5

8 Prismant 6

9 2. De ontwikkeling van de werkgelegenheid economiebreed en in Zorg en WJK De situatie op de arbeidsmarkt economiebreed blijft positief (CBS, persbericht juni 2007). De groei van het aantal banen van werknemers neemt toe. Het aantal openstaande vacatures, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, is in het eerste kwartaal van 2007 licht gedaald. De werkloosheid loopt terug en is in vier jaar tijd niet zo laag geweest. Het beroep op een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en bijstand neemt af. Het aantal bijstandsuitkeringen is zelfs gedaald tot het laagste aantal in 25 jaar. Ondanks de oplopende spanning op de arbeidsmarkt zijn de cao-lonen in de eerste maanden van 2007 minder gestegen dan in Figuur 2.1 Werkloosheid en banen, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden Tabel 2.1 laat zien dat er economiebreed in de periode nauwelijks sprake was van groei in de werkgelegenheid, maar dat in 2006 zowel het aantal banen als het aantal FTE s substantieel groeide. Tabel 2.1 De ontwikkeling van de werkgelegenheid in Nederland ( in duizendtallen en groei%) Groei Groei in 2006 Werkzame personen Aantal werkzame personen ,7% 1,8% Banen werkzame personen ,7% 1,9% Fte's werkzamen personen ,6% 1,8% Werknemers Aantal werknemers ,1% 1,6% Banen werknemers ,2% 1,6% Fte s werknemers ,8% 1,5% Bron: CBS Arbeidsrekeningen Prismant 7

10 Deze groei van de werkgelegenheid zal invloed hebben op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van de sector Zorg en WJK. Zo zal naar verwachting de mobiliteit toenemen. In paragraaf Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. komen we daar op terug. 2.1 Zorg en WJK De sector Zorg en WJK telde in ,26 miljoen banen en is daarmee een van de grootste bedrijfstakken in ons land. In tegenstelling tot de totale Nederlandse arbeidsmarkt is er gedurende de gehele periode sprake van een groei van de werkgelegenheid. De groei nam vanaf 2004 wel af, maar is in 2006 nog steeds hoger dan economiebreed. Tabel 2.2 De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de Zorg en WJK ( in duizendtallen en groei%) Groei Groei in 2006 Werkzame personen Aantal werkzame personen ,4% 2,5% Banen werkzame personen ,0% 2,6% Fte's werkzamen personen ,1% 2,9% Werknemers Aantal werknemers ,2% 2,0% Banen werknemers ,7% 2,0% Fte's werknemers ,4% 2,3% Bron: CBS Arbeidsrekeningen Figuur 2.2 laat zien dat het aantal werkzame personen in Zorg en WJK in 2006 weer wat harder groeit dan in voorgaande jaren. Figuur 2.2 De mutatie in het aantal werkzame personen t.o.v. het voorafgaande jaar economiebreed zorg en welzijn Prismant 8

11 2.2 De werkgelegenheid in de sector Zorg en WJK nader bekeken Sinds 2002 zijn er in de sector Zorg en WJK banen bijgekomen. Achterliggende vraag die dan gesteld kan worden is: welke gevolgen heeft dit gehad voor de samenstelling van de werkgelegenheid? Hoe heeft de werkgelegenheid zich op brancheniveau ontwikkeld? Wat zijn de belangrijkste beroepen in het primaire proces? En wat zijn de ontwikkelingen in de samenstelling van de werkgelegenheid naar geslacht, leeftijd, etniciteit, opleidingsniveau, werkweekomvang en het aantal zelfstandigen? Werkgelegenheid naar branche De werkgelegenheid uitgesplitst naar branches (zie Tabel 2.3), laat voor de afgelopen jaren een wisselend beeld zien, waarin vooral de mate van groei varieert. Relatief gezien vond in 2003 en 2005 de grootste groei plaats. Tabel 2.3 Ontwikkeling aantal banen van werknemers, uitgesplitst naar de belangrijkste branches in de sector Zorg en WJK ² Gemiddelde groei per jaar Ziekenhuizen ,9% Verpleeg- en Verzorgingshui ,4% Gehandicaptenzorg¹ ,0% Thuiszorg³ ,3% Geestelijke Gezondheidszorg¹ ,0% Welzijn en Maatsch. Dienst ,0% Jeugdzorg ,0% Kinderopvang ,1% Totaal ,5% ¹ exclusief personeel niet in loondienst ² werkgelegenheid in 2006 is geschat op basis van de groei van werkzame personen tussen in de PGGM-database ³ inclusief oproepkrachten exclusief alphahulpen. Bron: Prismant, CBS, GGZ-Nederland, PGGM In de zorgbranches steeg de werkgelegenheid in het afgelopen jaar relatief gezien het sterkst in de gehandicaptenzorg, terwijl de ziekenhuizen in absolute termen de grootste groei zagen. Over de afgelopen vijf jaar laat de Geestelijke Gezondheidszorg relatief de sterkste groei zien; gemiddeld 6,0% per jaar. Eén op de zeven werknemers in de sector werkt in de welzijnbranches; in 2006 zo'n personen. Jeugdzorg en Kinderopvang waren sterk groeiende branches. De branche Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening laat sinds 2003 een licht negatief beeld zien. Prismant 9

12 2.2.2 Werkgelegenheid naar beroep De meest voorkomende beroepsgroep is de groep verzorgenden (zie Figuur 2.3); deze groep omvat de verzorgende niveau 3, alle helpenden (dus zowel zorg als welzijn) niveau 2 en de zorghulpen niveau 1. Van de groep sociaal-agogen is ruim de helft werkzaam in de welzijnsector. De overige beroepsgroepen komen hoofdzakelijk in de zorgsector voor. Er is de laatste jaren weinig veranderd in de verhoudingen. Figuur 2.3 Raming van het aantal werkenden in 2006 voor een aantal beroepsgroepen Medisch Paramedisch Assisterenden Verpleegkundigen (4-5) Verzorgenden (1-3) Sociaal-agogen Bron: AZWinfo.nl, RegioMarge Werkgelegenheid naar geslacht Er werken traditioneel veel vrouwen in de sector Zorg en WJK. Door een stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen zal hun aandeel nog verder toenemen (Van der Windt & Evers, 2002). Werd in 2000 zo'n 81% van de banen door vrouwen vervuld, in 2006 was dit toegenomen tot ruim 83% (CBS, Statline). Wel is in de welzijnssector het aandeel vrouwen met 87% ruim hoger dan in de zorgsector; 76% (2005 data). Ter vergelijking: in de totale economie werd in % van de banen door vrouwen bezet Werkgelegenheid naar leeftijd Het werknemersbestand veroudert. Niet alleen omdat werknemers langer blijven doorwerken, ook de forse instroom van herintreedsters heeft hieraan een bijdrage geleverd. Het aandeel van de leeftijdsklasse jaar steeg tussen 2000 en 2006 van 32% naar 39%, terwijl het aandeel jarigen in diezelfde periode daalde van 57% naar 50% (CBS, Statline). Uit LKG-gegevens blijkt dat de gemiddelde leeftijd in de zorgsector is gestegen van 38,6 jaar in 2000 tot bijna 41 jaar in Ondanks de vergrijzing kenschetsten Kerstholt, Kee en Milot (2006) de sector Zorg en WJK als een bedrijfstak met een relatief evenwichtige leeftijdsopbouw die vergelijkbaar is met die van de totale werknemerspopulatie. Prismant 10

13 2.2.5 Werkgelegenheid naar etniciteit Het aandeel allochtonen in de sector is laag. Zelfs de sterke groei van de werkgelegenheid in de afgelopen jaren heeft daar niets aan veranderd. In 2004 was 16% van alle werknemers in Nederland van allochtone herkomst; in 2006 is dit marginaal gestegen tot 17%. In de sector Zorg en WJK was het aandeel allochtonen in %. Voor latere jaren zijn daar nog gegevens over (CBS, Statline). Vooral sommige groepen niet-westerse allochtonen zoals Turken en, in mindere mate, Marokkanen werken minder vaak in Zorg en WJK. Overigens blijkt uit onderzoek van de OSA (2005) dat de ondervertegenwoordiging van allochtonen alleen betrekking heeft op de zorgsector. In de welzijnssector werken juist meer allochtonen dan landelijk gemiddeld. De redenen voor de ondervertegenwoordiging van allochtonen in de zorgsector zijn divers. Factoren die meespelen zijn de geringe arbeidsparticipatie van sommige groepen allochtonen in het algemeen en van allochtone vrouwen in het bijzonder, een relatief laag opleidingsniveau, gebrekkige taalbeheersing en een gering animo om in de gezondheidszorg te werken. Dit laatste hangt onder andere samen met onbekendheid met de Nederlandse gezondheidszorg en met afwijkende normen en waarden ten aanzien van de zorgsector (De Graaf & Devillé, 2003). Wel blijkt uit cijfers van het ROA dat het aandeel allochtonen dat uitstroomt uit een 'zorg'-opleiding de laatste jaren sneller toeneemt Werkgelegenheid naar opleidingsniveau In de sector Zorg en WJK werken relatief veel middelbaar en hoger opgeleiden. Het percentage MBO-ers bedroeg in de sector Zorg en WJK in 2003/2004 gemiddeld 47% en het percentage HBO-ers en wetenschappelijk opgeleiden 38% 1. In de werkzame beroepsbevolking lagen die percentages op respectievelijk 44% en 31%. Het aandeel lager opgeleiden (basisonderwijs en VMBO) in de sector Zorg en WJK is daardoor relatief gering. In 2003/2004 lag dat gemiddeld op 15%, tegen 25% in de werkzame beroepsbevolking (Cörvers & Lintjens, 2006). Figuur 2.4 laat zien hoe het opleidingsniveau zich sinds 1996 heeft ontwikkeld. Wat opvalt is dat ten tijde van krapte op de arbeidsmarkt ( ) het aandeel lager opgeleiden toenam ten koste van het aandeel hoger opgeleiden. Ook uit andere bronnen blijkt dat de instroom in de lagere zorgberoepen in die jaren veel hoger lag dan in de hogere zorgberoepen (Van Essen e.a., 2004). Verder valt op dat in 2004, toen de arbeidsmarkt als geheel ruim was, het aandeel hoger opgeleiden sterk is toegenomen, ten koste van het aandeel middelbaar en lager opgeleiden. 1 Statline van CBS bevat geen recentere informatie. Prismant 11

14 Figuur 2.4 Ontwikkeling opleidingsniveau in de sector Zorg en WJK in de periode % 50% 40% 30% 20% Lager Middelbaar Hoger 10% 0% Bron: CBS (Statline) Werkgelegenheid naar werkweekomvang Het merendeel van de banen wordt uitgevoerd in deeltijd (2004: 72%). In vergelijking met de totale economie is dit erg hoog (2004: 37%). Dit hoge percentage heeft enerzijds te maken met de voorkeur van vrouwen die graag hun werk met de zorg voor kinderen willen combineren. Anderzijds is de deeltijdfactor van zowel mannen als vrouwen in de sector Zorg en WJK lager dan in de rest van de economie. Dit geeft aan dat ook specifieke kenmerken van de sector bijdragen aan het veel voorkomen van deeltijdbanen. De gemiddelde werkweek in de zorgsector lag in 2006 op 25,0 uur. Er is echter een groot verschil tussen de branches; in de academische ziekenhuizen werkt men gemiddeld 30.3 uur, in de verpleeg- en verzorgingshuizen 22,5 uur. In de welzijnssector werkt men in de jeugdhulpverlening 28,0 uur en in de kinderopvang 23,3 uur. De algehele trend is een neerwaartse trend, ook in de economie als geheel. Werkten werknemers in 1999 nog gemiddeld 30,9 uur per week, in 2005 was dit gedaald naar 29,7 uur (CBS, Statline). De daling van de arbeidsduur kan enerzijds worden verklaard door de toegenomen participatiegraad van vrouwen ten opzichte van mannen (vrouwen werken gemiddeld minder uren dan mannen), anderzijds door veroudering van de werknemerspopulatie (ouderen werken gemiddeld minder dan jongeren) Werkgelegenheid: zelfstandigen en werknemers Uit het verschil tussen het aantal werkzame personen en werknemers (zie 1.1 De ontwikkeling van de werkgelegenheid economiebreed en in Zorg en WJK) kan worden afgeleid dat het aantal personen in de sector Zorg en WJK dat niet in loondienst werkt, oftewel het aantal zelfstandigen, is toegenomen van in 2000 tot in Dat is in beide jaren circa 5% van alle werkzame personen in deze sector. Voor het grootste deel gaat het daarbij om vrije beroepsbeoefenaren zoals medisch specialisten en fysiotherapeuten. Daarnaast werkten in Zorg en WJK bijna personen (1,8 %) als ZZP-er 2 (Van der Made, Van Essen & Van Montfort, 2006). In de sector Welzijn ligt het aandeel ZZP-ers met 2 Zelfstandige zonder personeel. Het gaat daarbij om zelfstandigen, freelancers, directeuren en grootaandeelhouders zonder personeel. Prismant 12

15 2,3% hoger dan in de zorgsector (1,7%). Hoewel het aantal zelfstandigen in absolute zin is gegroeid, zijn er op basis van deze cijfers geen indicaties dat het aandeel zelfstandigen in de laatste jaren is gegroeid. Naast vrije beroepsbeoefenaren en ZZP-ers zijn er ook zorgverleners die onder de tweedagenregeling vallen, zoals alphahulpen en sommige mensen die voor PGB-cliënten werken. Zij verrichten huishoudelijke of persoonlijke diensten in de huishouding van een natuurlijk persoon voor maximaal twee dagen per week. Hoewel de mensen die van deze regeling gebruik maken juridisch gezien werknemer zijn, zijn er sterke overeenkomsten met de positie van zelfstandige. Er wordt namelijk per cliënt een arbeidsovereenkomst afgesloten en de verantwoordelijkheid voor afdracht van belasting en premies berust bij de uitvoerende. De meest recente schatting van de omvang van deze groep heeft betrekking op Er waren toen circa alphahulpen werkzaam en zorgverleners die op basis van de tweedagenregeling voor een PGB-cliënt werkten (Groot, Kok & Aerts, 2003). De werkgelegenheid voor alphahulpen is recentelijk toegenomen met de invoering van de WMO. Thuiszorgorganisaties willen namelijk graag overstappen naar (goedkopere) alphahulpen (van der Velde, 2007) 2.3 Structuur van de werkgelegenheid Werk vindt plaats in organisaties. Een kenmerk van de structuur van de werkgelegenheid in een branche is de grootte van de organisatie waarin de werkzaamheden plaatsvinden. Economiebreed kent in 2006 meer dan de helft van de bedrijven geen personeel. Bij de sector zorg en WJK was dat in 1996 slechts een vijfde. Maar het aandeel is in 2006 gegroeid tot meer dan eenderde. De bedrijven met 1-5 werknemers zien hun aandeel relatief afnemen, maar in absolute aantallen groeiden ze tussen 1996 en 2006 nog met meer dan Het aantal bedrijven in zorg en WJK nam sterker toe dan economiebreed het geval was. Tabel 2.4 Bedrijven naar aantal werkzame personen in 1996 en 2006 (absoluut en procentueel) Aantal werknemers Zorg en WJK Economiebreed Zorg en WJK Economiebreed Totaal % 100% 100% 100% Zonder ,0 36,6 48,7 55,4 Met 1 tot 5 werknemers ,9 50,1 35,5 30,8 Met 5 tot 10 werknemers ,2 5,3 6,7 5,8 Met 10 tot 20 werknemers ,8 2,5 4,1 3,8 Met 20 tot 50 werknemers ,6 1,8 2,9 2,5 Met 50 tot 100 werknemers ,3 1,2 1,1 0,9 Met 100 en meer werknemers ,3 2,5 1,0 0,9 Bron: CBS Werkgelegenheid ontstaat en verdwijnt op het niveau van organisaties. Ontwikkelingen als marktwerking, modernisering van de AWBZ, vraaggericht werken en ketenvorming hebben in de afgelopen jaren geleid tot veel fusies en overnames in de sector Zorg en WJK. Er is Prismant 13

16 daardoor in sommige branches sprake van concentratie en schaalvergroting. Volgens gegevens van het CBS (2005) is in de periode het aantal bedrijven 3 in de intramurale zorgsector met bijna de helft gedaald en de gemiddelde bedrijfsomvang meer dan verdubbeld. Vooral het aantal zelfstandige verzorgingshuizen is sterk gedaald, evenals het aantal zelfstandige intramurale instellingen voor gehandicaptenzorg. Dit proces van schaalvergroting lijkt niet te zijn opgetreden bij de semimurale instellingen voor gehandicaptenzorg en thuiszorgorganisaties. In deze werkvelden is het aantal organisaties tussen 1995 en 2004 toegenomen en het gemiddeld aantal banen per organisatie afgenomen. De groei van het aantal thuiszorgbedrijven wordt vooral veroorzaakt door de start van nieuwe eenpersoonsbedrijven (ZZP-ers). Hierdoor is ook het gemiddeld aantal banen per bedrijf gedaald. Ook in de semimurale gehandicaptenzorg zijn er nieuwe kleine bedrijven bijgekomen (b.v. zorgboerderijen), waardoor de gemiddelde bedrijfsgrootte is afgenomen. Tabel 2.5 Het aantal bedrijven (afgerond op 10-tallen) en gemiddeld aantal banen per bedrijf in enkele werkvelden van de zorgsector, periode Aantal bedrijven Banen per bedrijf Aantal bedrijven Banen per bedrijf Algemene ziekenhuizen Intramurale GGZ Ambulante GGZ Intramurale gehandicaptenzorg Semimurale gehandicaptenzorg Verpleeghuizen Verzorgingshuizen Thuiszorg Inclusief vrijgevestigde beroepsbeoefenaren zoals psychotherapeuten en psychologen. 2 In de analyse van het CBS ontbreekt de ambulante gehandicaptenzorg. Bron: CBS (2005) Fusies en overnames kunnen zowel binnen als buiten de eigen bedrijfsklasse plaatsvinden. In het eerste geval gaat het om uitbreiding van de capaciteit van een organisatie, in het tweede geval om verbreding van het zorgaanbod. Tabel 2.6Tabel 2.6 laat zien dat er tussen 1995 en 2004 veel fusies en overnames zijn geweest, zowel binnen als tussen bedrijfsklassen. Het aandeel banen wat daarbij betrokken is geweest varieert tussen de 43% en 84% van alle banen in deze bedrijfsklassen. In de ambulante ggz, de semimurale gehandicaptenzorg en de thuiszorg was het aandeel fusies gering, maar bij de fusies die er waren ging het wel om veel banen. Het geringe aandeel fusies is te verklaren door het feit dat deze werkvelden relatief veel kleine (nieuwe) bedrijven kennen. Dat het om veel banen gaat, betekent dat met name de grote instellingen in deze werkvelden zijn gefuseerd. 3 Het gaat hier om bedrijven zoals geregistreerd in het Algemeen Bedrijfsregister. Een bedrijfseenheid is meestal de juridische eenheid, maar bestaat soms uit meerdere juridische eenheden die samen verantwoordelijk zijn voor het productieproces binnen een bedrijfseenheid. Een bedrijf kan uit meerdere vestigingen bestaan. Prismant 14

17 Tabel 2.6 Aandeel organisaties in de zorgsector dat gefuseerd is tussen 1995 en 2004 Aandeel banen Aandeel bedrijven Gefuseerd binnen bedrijfsklasse Gefuseerd buiten bedrijfsklasse Gefuseerde bedrijven (%) Gefuseerd (%) (%) (%) Algemene ziekenhuizen Intramurale GGZ Ambulante GGZ Intramurale gehandicaptenzorg Semimurale gehandicaptenzorg Verpleeghuizen Verzorgingshuizen Thuiszorg Inclusief vrijgevestigde beroepsbeoefenaren zoals psychotherapeuten en psychologen. 2 In de analyse van het CBS ontbreekt de ambulante gehandicaptenzorg. Bron: CBS (2005) Veel fusies die plaats hebben gevonden gaan over de grenzen van de bedrijfsklasse heen. Bij ziekenhuizen gaat het met name om fusies met verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg en bij verpleeghuizen om fusies met verzorgingshuizen. Intramurale ggzinstellingen zijn vaak gefuseerd met ambulante ggz-instellingen en intramurale instellingen voor gehandicaptenzorg met semimurale gehandicaptenzorg-instellingen Het CBS (2005) concludeert dat door de fusies het onderscheid tussen extra- en intramurale instellingen aan het verdwijnen is. Wel hebben fusies vooral plaatsgevonden tussen organisaties die zich op dezelfde doelgroep van cliënten richten. Het bedienen van meerdere doelgroepen komt nog weinig voor. Statistisch gezien is van belang dat branches door een steeds grotere diversiteit in zorgaanbod worden gekenmerkt en minder door de hoofdactiviteit die kenmerkend is voor een branche. Van organisaties in de sector WJK zijn het aantal fusies en overnames (nog) niet in kaart gebracht. In 2005 is het aantal organisaties in deze sector dat in het Algemeen Bedrijfregister staat geregistreerd met ruim 500 toegenomen tot bedrijven. Bijna tweederde van de bedrijven hebben hun hoofdactiviteit in de branche Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, bijna eenderde is actief in de Kinderopvang en de rest in de Jeugdzorg. In alle drie de branches is het aantal bedrijven in 2005 gestegen. De gemiddelde bedrijfsgrootte is het hoogst in de Jeugdzorg met 104 werknemers en het geringst in de branche Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening (11 werknemers). Bedrijven in de Kinderopvang tellen gemiddeld 17 werknemers (CBS, Statline). Prismant 15

18 Prismant 16

19 3. Mobiliteit en vacatures De groei op de arbeidsmarkt economiebreed beïnvloedt ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van Zorg en WJK. We gaan nu de ontwikkeling van het aantal vacatures na. Daarna gaan we in op de in- en uitstroom van personeel. Met het Sociaal Statistisch Bestand van het CBS is het mogelijk dit voor de periode te laten zien Vacatures Elk jaar komen er banen vacant. Deels is dit te wijten aan het vertrek van medewerkers, deels wordt het veroorzaakt door uitbreiding van de werkgelegenheid. Figuur 3.1 laat zien hoe het aantal vacatures per 1000 banen zich de afgelopen jaren ontwikkelde. Economiebreed deed zich in 2003 een dieptepunt voor. Voor de sector Zorg en WJK lag dat een jaar later. Sindsdien is er bij beiden sprake van een stijging. Het aantal vacatures per 1000 banen is in de sector Zorg en WJK na een daling tot 2004 weer aan het stijgen. In de sector Zorg en WJK waren er in 2004 gemiddeld 12,4 vacatures per 1000 banen; in 2006 is dat gegroeid tot 17,8. De sector blijft daarmee achter bij de totale arbeidsmarkt. Economiebreed is de toename van vacatures sinds 2004 veel sterker. Deze bedroeg in per 1000 banen. Figuur De ontwikkeling van het aantal openstaande vacatures per 1000 banen in de sector Zorg en WJK en economiebreed vactures economiebreed vacatures Z&WJK moeilijk vervulbaar economiebreed moeilijk vervulbaar Z&WJK Bron: CBS Krapte op de arbeidsmarkt wordt niet zo zeer geïndiceerd door het aantal vacatures als wel door het aantal moeilijk vervulbare vacatures. Aan werkgevers wordt door het CBS ook gevraagd of de vacatures als moeilijk te vervullen worden beschouwd. In de periode oordeelden de werkgevers in de sector Zorg en WJK weinig anders dan hun collega s economiebreed. Hoewel het aantal moeilijk vervulbare vacatures per 1000 banen in de 4 Het SSB werkt met tijdvakken van september tot september. Gemakshalve geven we hier alleen steeds het laatste kalenderjaar weer. Prismant 17

20 sector Zorg en WJK de laatste jaren weer toeneemt, blijft deze groei achter bij wat zich economiebreed voltrekt. Deze gegevens willen niet zeggen dat er geen problemen waren. Zoals we zagen in paragraaf 1.2 is er sprake van een grote verscheidenheid aan beroepsgroepen in de sector. Voor specifieke groepen kan de situatie dus afwijken van het algemene beeld. Dit geldt uiteraard ook economiebreed. 3.2 Mobiliteit De instroom van personeel Tabel 3.1 laat zien wat de herkomst is van personeel dat de afgelopen jaren ingestroomd is in de sector Zorg en WJK. Tabel 3.1 De instroom in de sector Zorg en WJK naar herkomst ( ) (absoluut) Herkomst (x 1.000) Uitkering 14,1 13,9 13, ,7 Inactief 24, ,1 24,3 15,9 School 19, ,8 21,6 18,7 Overig 5,9 7,7 7,7 7,7 6,6 Uit baan niet-zw 57,2 70,5 71,9 73,4 52,7 Totaal 120,9 144, ,6 Bron: Bewerking Sociaal Statistisch Bestand, CBS Vanaf 2001 nam de jaarlijkse instroom in omvang af van ruim tot nog geen in Een meerderheid van de instromers had voor het moment van instromen een baan elders. De belangrijkste bedrijfstakken waaruit men afkomstig is zijn (detail)handel en uitzendbureaus. Jaarlijks verwisselden tussen de en mensen hun baan in een andere bedrijfstak voor één in die van de sector Zorg en WJK. We hebben geen gegevens over het soort baan dat men betrok, maar gezien de omvang van de stroom zullen het niet alleen algemene functies betreffen, maar moeten hier wélpatiëntgebonden functies bij zitten. Tabel 3.2 De instroom in de sector Zorg en WJK naar herkomst ( ) in % Herkomst (x 1.000) Uitkering 11,7 9,6 9,5 8,0 10,2 Inactief 20,3 20,1 18,4 17,6 15,2 School 15,9 16,0 16,1 15,7 17,9 Overig 4,9 5,3 5,4 5,6 6,3 Uit baan niet-zw 47,3 48,9 50,6 53,2 50,4 Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Bron: Bewerking Sociaal Statistisch Bestand, CBS Prismant 18

21 De instroom van inactieven 5 nam vanaf 2001 af en is in 2004 ten opzichte van 2001 bijna gehalveerd in omvang (Tabel 3.2). De instroom van uitkeringsgerechtigden laat een permanente daling zien. Het aantal instromende scholieren nam in absolute zin vanaf 2001 af, maar hun aandeel groeide in 2004 in een krimpende instroom wel (Tabel 3.3). Tussen de branches bestaan aanzienlijke verschillen in de wijze waarop in de vraag naar personeel voorzien wordt. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.tabel 3.3 laat de instroom in 2004 zien. Daarbij is ook rekening gehouden met stromen tussen branches. De Jeugdzorg en de ggz trekken veel nieuwe werknemers uit andere banen aan. De Jeugdzorg trekt vooral mensen van buiten de sector Zorg en WJK aan, de ggz trekt veel mensen uit andere branches van Zorg en WJK aan. De thuiszorg en kinderopvang trekken veel mensen aan die voor het instromen geen werk en geen eigen uitkering hadden (inactieven). Welzijn en maatschappelijke dienstverlening trekt veel uitkeringsgerechtigden aan. Verpleeg- en verzorgingshuizen en ziekenhuizen onderscheiden zich door het verhoudingsgewijs aantrekken van veel scholieren. Tabel 3.3 De instroom in de verschillende branches naar herkomst (2004) in % Uitkering Inactief School Uit eigen branche Uit baan overig ZW Uit baan niet-zw Overig Totaal Uit baan Ziekenhuizen Verpleeg- en verzorgingshuizen Thuiszorg GGZ Gehandicaptenzorg Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Jeugdzorg Kinderopvang Bron: Bewerking Sociaal Statistisch Bestand, CBS Kijken we naar de toekomst dan zal men er rekening mee moeten houden dat het aanbod van de verschillende categorieën zal veranderen. Zo zal het aantal inactieven en uitkeringsgerechtigden afnemen. Ook het aantal scholieren neemt op termijn af. Dit betekent dat het aanbod van mensen die van baan veranderen vanuit een andere bedrijfstak steeds belangrijker zal worden De uitstroom van personeel Het verloop van personeel. De uitstroom van personeel neemt weer toe (zie Figuur 3.2), maar minder hard dan men op grond van het verleden zou verwachten. 5 Inactieven hadden noch een baan, noch een eigen inkomen of uitkering voordat ze instroomden. Prismant 19

22 Figuur 3.2 Het brutoverloop in de sector zorg en WJK per kwartaal (gebaseerd op gemiddelde van 4 voorafgaande kwartalen) 11% 10% 9% 8% 7% 6% 5% Bron: PGGM-deelnemersbestand De bestemming van vertrekkende personeelsleden varieert eveneens per branche. Zo valt WMD op door een groot aandeel dat in een uitkeringssituatie terecht komt. Bij de Kinderopvang stopt een vijfde met betaald werk, maar krijgt ook geen uitkering (inactief); in deze branche gaan nog maar weinigen met pensioen. Net als in de ggz gaan velen vanuit de kinderopvang naar een andere instelling in de eigen branche. Vertrekkende personeelsleden uit de WJK-sector gaan iets vaker naar een andere bedrijfstak. Het beheersen van de uitstroom is een van de pijlers van een goede personeelsvoorziening. Naar verwachting zal de uitstroom de komende tijd wel wat omhoog gaan, maar het streven zal moeten zijn dit zo veel mogelijk te beperken. Uit Exit-interviews blijkt dat 50-60% van vertrekkers meent dat het vertrek voorkomen had kunnen worden als aan bepaalde voorwaarden voldaan zou zijn. Hoe reëel die voorwaarden zijn, zal per situatie verschillen. De redenen die men vooral noemt zijn het gebrek aan loopbaan- en ontplooiingsmogelijkheden. Een meer planmatige job-rotatie, die in het bedrijfsleven al zeer gebruikelijk is, zou een bijdrage aan de oplossing van dit probleem kunnen zijn. Het gevaar in de sector Zorg en WJK is nu dat velen door jarenlang dezelfde functie uit te oefenen vastlopen in hun functie en uiteindelijk teleurgesteld het beroep verlaten. Zeker grote (gefuseerde) organisaties zouden goed op deze behoeften kunnen inspelen. Het systematisch vastleggen van de belangstelling van medewerkers en het actief benaderen van werknemers wanneer er vacatures vallen, is dan wel een voorwaarde. Prismant 20

23 Tabel 3.4 De uitstroom in de verschillende branches naar bestemming (2004) in % Uitkering Inactief Pensioen School Naar eigen branche Naar baan overig ZW Naar baan niet-zw Overig Totaal Nettoverloop Ziekenhuizen Verpleeg- en Verzorgingshuizen Thuiszorg GGZ Gehandicaptenzorg Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Jeugdzorg Kinderopvang Bron: Bewerking Sociaal Statistisch Bestand, CBS Prismant 21

24 Prismant 22

25 4. Opleidingen voor de sector Zorg en WJK 4.1 Opleidingsdeelname Het totaal aantal personen dat een zorg- of agogische opleiding volgt is de afgelopen tien jaar sterk gestegen. In Figuur 4.1 is te zien dat vooral de agogische opleidingen zich mogen verheugen in een sterke toename van het aantal deelnemers. Bij de opleidingen voor verpleging en verzorging is de trend minder stabiel: een stijging in de periode wordt nu gevolgd door een lichte daling en stagnatie van de instroom. Deze daling wordt met name veroorzaakt door een afname van het aantal BBL-leerlingen (zie ook verderop in deze paragraaf). De groei in de medische opleidingen is in 2006 ook gestopt. De groei in de periode werd veroorzaakt door een jaarlijkse verruiming van de numerus fixus, terwijl deze fixus voor 2006 gestabiliseerd is. De paramedische opleidingen hebben de afgelopen jaren een sterke groei laten zien en deze groei zet zich ook in 2006 door. Figuur 4.1 Het aantal personen in opleiding voor zorg en agogische beroepen agogisch verpleging en verzorging medisch assisterend paramedisch Bron: Nivel, HVRC, MSRC, SGRC, SFK, NMT, Raad BRL, HBO-raad, OVDB, opleidingen voor verloskundigen, OC&W In Figuur 4.2 is te zien dat het aandeel deelnemers (van het totaal aantal deelnemers) dat een zorg opleiding volgt redelijk stabiel is: sinds 1994 ligt dit rond de 11%. In de jaren daarvoor lag dit percentage echter hoger. In de sector WJK is daarentegen sprake van een jaarlijkse, lichte stijging. Prismant 23

26 Figuur 4.2 Het aandeel onderwijsvolgenden dat een zorg of agogische opleiding volgt in % Zorg Agogisch Bron: Nivel, HVRC, MSRC, SGRC, SFK, NMT, Raad BRL, HBO-raad, OVDB, opleidingen voor verloskundigen, OC&W Figuur 4.3 laat zien dat de fluctuaties in het aantal deelnemers aan een V&V-opleiding bij alle niveaus voorkomt. Het aantal verzorgenden laat ondanks wat oplevingen in verschillende jaren een dalende trend zien. Lange tijd was dit verreweg de grootste V&V-opleiding, sinds 2005 telt de opleiding maar net meer deelnemers dan de MBO-opleiding tot verpleegkundige. Deze laatste opleiding is na een sterke afname van de instroom halverwege de jaren negentig, weer even omvangrijk als begin jaren negentig. Figuur 4.3 Het aantal leerlingen dat een opleiding verpleging en verzorging volgt naar niveau niveau 5 niveau 4 niveau 3 niveau 2 niveau 1 Bron: OC&W De opleiding op niveau 1 (de zorghulp) is in 2006 weer op hetzelfde niveau als in het startjaar Deze opleiding is relatief gezien erg klein. Het grootste deel van de verzorgenden is werkzaam in de thuiszorg, waar zij incompany-trainingen kunnen volgen (de functiegerichte opleiding tot verzorgende C). Zij hebben dus wel een opleiding op het niveau van verzorgende maar zijn niet terug te zien in de cijfers van OC&W. De groei die bij de sociaal agogische opleidingen al zichtbaar was in Figuur 4.1, is terug te zien bij alle niveaus (Figuur 4.4). De opleidingen op niveau 3, 4 en 5 ontlopen elkaar niet veel wat betreft het Prismant 24

27 aantal leerlingen, de opleiding op niveau 2 is minder populair maar laat wel een stijging van het aantal deelnemers zien. Figuur 4.4 Het aantal leerlingen dat een agogische opleiding volgt naar niveau niveau 5 niveau 4 niveau 3 niveau 2 Bron: OC&W In Figuur 4.5 is zichtbaar dat het aandeel leerlingen dat de BBL- of duale variant van een opleiding volgt de afgelopen jaren nogal fluctueert. De instroom in de BBL is afhankelijk van het verloop van personeel in de instellingen. Als dit verloop groot is, bieden instellingen meer BBL-plaatsen aan en neemt de instroom in de BBL toe. Het verloop bij de instellingen wordt weer beïnvloed door ontwikkelingen op de algemene arbeidsmarkt. Figuur 4.5 Het aandeel leerlingen dat een BBL- of duale opleiding volgt van het totaal leerlingen dat een V&V- of SAW-opleiding volgt 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% zorg agogisch Bron: OC&W De instroom in de BOL wordt beïnvloed door de instroom in de BBL, de ontwikkeling van de werkloosheid en de uitstroom uit het voortgezet onderwijs. Als de werkloosheid afneemt, zal men eerder de arbeidsmarkt opgaan en neemt de instroom in de BOL-opleidingen ook af (van der Windt en Talma, 2006). De daling van het aantal BBL-leerlingen in de periode had waarschijnlijk twee oorzaken: enerzijds de conjunctuur, anderzijds de on- Prismant 25

28 zekerheid over de invoering van een nieuw opleidingsstelsel (van Essen e.a., 2006). Na 1998 trok de economie aan en nam het aandeel leerlingen dat een BBL-opleiding volgde weer toe, tot Vanaf dat jaar is weer een flinke daling te zien, veroorzaakt door een omslag in de conjunctuur. 4.2 Studie- en sectorrendement Het studierendement geeft aan welk deel van de deelnemers aan een opleiding hun diploma haalt. De meest nauwkeurige manier om dit te berekenen is door jaarlijks het cohort leerlingen of studenten te volgen dat met een opleiding begint en na een bepaald aantal jaren vast te stellen welk deel van hen het diploma heeft behaald. Van alle HBO-studenten blijkt 56% binnen vijf jaar hun diploma behaald te hebben. Na negen jaar is dat aandeel gestegen tot 68%. Het rendement van de agogische opleidingen ligt na vijf jaar boven het gemiddelde (60%), maar is na negen jaar even hoog als dit gemiddelde. Het rendement van de HBO-zorgopleidingen ligt boven het gemiddelde van de HBO-opleidingen: dit is 65% na vijf jaar en 74% na negen jaar. Ook het gemiddelde rendement van de medische opleidingen ligt boven het gemiddelde van de universitaire opleidingen: na vijf jaar was dit 43% bij de medische opleidingen en 26% bij alle universitaire opleidingen. Na negen jaar was het rendement gestegen naar respectievelijk 81% en 65% (CBS, Statline). Vanaf dit jaar is het mogelijk om ook MBO-leerlingen individueel te volgen. Omdat deze gegevens alleen nog maar beschikbaar zijn voor het schooljaar , is het (nog) niet mogelijk om de cohort-methode toe te passen. Daarom is voor de MBO-opleidingen gekeken welk deel van de leerlingen dat uitstroomt, hun diploma heeft behaald. Dit blijkt sterk te variëren naar opleiding en leerweg. Bij de verpleegkundige en verzorgende opleidingen varieert het rendement van 61% (bol verpleegkundige) tot 91% (BBL zorghulp). Bij de agogische opleidingen ligt het studierendement tussen de 48% (BOL sociaal cultureel werker) en 80% (BBL sociaal dienstverlener). Bij de assisterende opleidingen verschilt het rendement tussen de 63% (BOL tandartsassistent) en 87% (BBL apothekersassistent). Het rendement van de BBL-opleidingen is gemiddeld genomen hoger dan dat van de BOLopleidingen. Er lijkt weinig samenhang te zijn in het rendement per opleiding binnen één ROC. Over het algemeen is een vrij grote variatie zichtbaar in de behaalde rendementen, waarbij ROC s een hoog rendement halen op de ene opleiding en een laag rendement op de andere opleiding. Een relatie tussen omvang van de opleiding en rendement ontbreekt, met uitzondering van de BBL-opleiding tot verpleegkundige niveau 4. Bij deze opleiding is een negatief verband te zien: de grotere opleidingen hebben een lager rendement dan de kleinere opleidingen. Het sectorrendement geeft aan welk deel van de gediplomeerden van de verplegende en verzorgenden en de sociaal agogische opleidingen ook daadwerkelijk in de sector Zorg en WJK gaan werken. Dit gegeven is van belang voor de personeelsvoorziening in de sector. In grafiek 6 is per opleiding en leerweg weergegeven wat het sectorrendement is (van de kleinere BBL-opleidingen zijn geen gegevens opgenomen). Het sectorrendement bij de BBL-opleidingen is beduidend hoger dan bij de BOLopleidingen. Dit komt doordat de binding met de sector bij deze opleidingen hoger is. Bij de zorgopleidingen neemt het sectorrendement toe met de stijging van het opleidingsniveau. Prismant 26

29 Bij de lagere opleidingen stromen deelnemers vaker door naar een vervolgopleiding. Zij treden dan nog niet toe op de arbeidsmarkt. Bij de hogere opleidingen is vaker sprake van eindonderwijs en is ook het sectorrendement hoger. Bij de agogische opleidingen is dit verband niet te zien. Een deel van deze opleidingen leidt echter ook op voor beroepen buiten de sector Zorg en WJK, waardoor gediplomeerden in een andere sector gaan werken. Daarnaast speelt ook de vraag naar arbeid mee bij het sectorrendement: als er weinig vraag is naar gediplomeerden van een specifieke opleiding, zal ook het sectorrendement laag zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de helpenden welzijn. Figuur 4.6 Het sectorrendement van de zorg- en agogische opleidingen naar leerweg (gemiddelden ) hw2* spw3** spw4 sd3* scw4*** sph5 mwd5 cmv5 zh1**** hlp2 vz3 vpk4 vpk5 bol bbl hbo Bron: gegevens ROA, bewerking Prismant * betreft alleen 2004 ** BOL: gemiddelde over 2 jaar *** gemiddelde over 3 jaar **** BOL: betreft alleen 2004; BBL: gemiddelde over 3 jaar Prismant 27

30 Prismant 28

31 5. Demografische, epidemiologische en sociaalculturele ontwikkelingen 5.1 Samenstelling van de bevolking Volgens het CBS (Statline) zal de bevolking van Nederland tussen 2007 en 2040 met ruim mensen toenemen tot ongeveer 17 miljoen inwoners. Tegelijk met deze toename zal ook de samenstelling van de bevolking sterk veranderen. Het aandeel 65+-ers zal toenemen van 14% in 2007 naar 25% in Binnen de groep 65+-ers wordt het aandeel aan hoogbejaarden steeds groter. Ten opzichte van de totale Nederlandse bevolking zal het aandeel mensen van jaar toenemen van 6,5% nu tot 11,3% in Voor jarigen zijn deze percentages respectievelijk 3,2 en 6,4 en voor 90+-ers 0,5 en 1,4 procent. Percentages zijn in dit geval wellicht lastiger voor te stellen dan absolute aantallen. Die worden in het volgende overzicht weergegeven: Tabel 5.1 Ontwikkeling bevolking van 70 jaar en ouder, , absolute aantallen Leeftijd Verschil Totaal Bron: CBS, Statline De gevolgen van deze ontwikkeling voor de vraag naar personeel in de zorg zijn aanzienlijk. Met name de vraag naar thuiszorg, verpleging en verzorging komt vooral voort uit de oudere leeftijdsgroepen en deze zullen in omvang sterk toenemen. De vraag naar (professionele) verzorging, maar ook naar mantelzorg zal toenemen. Daarom is naast de problematiek van de (dubbele) vergrijzing van de bevolking ook de vraag relevant hoe zich het potentiële aanbod aan arbeid ontwikkelt. Als we, om de gedachten te bepalen, er vanuit gaan dat uit de groep jarigen degenen voortkomen die professionele zorg en ondersteuning kunnen leveren aan de groep 70+-ers, dan betekent de demografische ontwikkeling van de bevolking het volgende: Tabel 5.2 Verhouding jarigen ten opzichte van 70+-ers, jarigen ers Het komt er op neer dat een groep die tussen 2007 en 2040 in omvang verdubbelt haar zorgverleners moet halen uit een groep waarvan de omvang in diezelfde periode met meer dan tien procent afneemt. Dit is een tamelijk 'massieve' ontwikkeling die ertoe uitnodigt om na te denken over de wijze van zorgverlening in de toekomst, respectievelijk over de vraag hoe de zorg het benodigde personeel op peil weet te houden. Prismant 29

32 5.2 Gezonde levensverwachting De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de gemiddelde levensverwachting. Van belang voor de zorgvraag is echter hoeveel jaren daarvan in goede gezondheid worden doorgebracht. Ook hiervan maakt het CBS voorspellingen en het is interessant om daarvan een voorbeeld te geven. Een man die rond 1970 is geboren, heeft een gemiddelde levensverwachting van 70,7 jaar (Garssen, 2004). Diezelfde man van tussen de 35 en 40 jaar heeft op dit moment een levensverwachting van 41 jaar. Zijn 'levensverwachting in goed ervaren gezondheid' bedraagt echter 30,4 jaren. Zijn levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen is 35,5 jaar. Echter, zijn 'levensverwachting zonder chronische ziekten' is slechts 19,7 jaar. Met andere woorden: de laatste tweeëntwintig jaar van zijn leven zal hij aan een of meer chronische ziekten lijden. Voor vrouwen zijn de verschillen nog groter. Een vrouw die in 1970 is geboren, heeft een levensverwachting van 76,5 jaar. Zij heeft op dit moment nog een levensverwachting van 45 jaar en een levensverwachting in goed ervaren gezondheid' van 30,2 jaar. Haar levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen is 34 jaar. Maar haar levensverwachting zonder chronische ziekten is slechts 16,2 jaar. Gemiddeld zal zij bijna 30 jaar aan één of meer chronische ziekten lijden. Het CBS telt voor deze verwachting de volgende chronische ziekten mee: hartaandoening astma/copd kanker beroerte diabetes mellitus chronische maagdarmstoornissen reumatische aandoeningen (3 varianten) chronische rugklachten gewrichtslijtage hoge bloeddruk migraine. Met andere woorden: iemand wordt geacht zijn jaren zonder chronische aandoening door te brengen, wanneer hij niet aan één van deze aandoeningen lijdt. In dit verband is het de vraag of de toenemende levensverwachting die de laatste jaren is waargenomen, zich ook op langere termijn zal voortzetten. Garssen (2004) wijst op een aantal ongunstige gezondheidstrends in de algemene bevolking: Toenemende obesitas /overgewicht onder de Nederlandse bevolking. Zo verwijst hij naar de verwachting van Bemelmans et al (2004) dat het aantal obese personen in Nederland rond 2020 met 50% zal zijn toegenomen. Overgewicht kan zelf weer leiden tot een aantal van de hierboven genoemde chronische aandoeningen, zoals diabetes mellitus. Verwacht wordt dat alleen al door de aanstaande demografische veranderingen de prevalentie van diabetes tussen 2000 en 2020 met 36% zal toenemen. In combinatie met de toename van obesitas zal deze stijging nog veel sterker zijn. "Uiteindelijk zal dit ook zichtbaar worden in de sterftestatistieken." (Garssen, 2004) Er wordt te weinig bewogen. Slechts een vijfde (meisjes) tot een kwart (jongens) voldoet aan de officiële beweegnorm voor de jeugd. Van de volwassenen voldoet ongeveer de helft aan de officiële beweegnorm. Prismant 30

33 Het gebruik van tabak en alcohol onder jongeren neemt niet af. Bijna 50% van de jongens tussen de 17 en 19 jaar rookt. Het alcoholgebruik onder 16- en 17-jarigen is sinds begin van de jaren tachtig toegenomen van 67% naar 86%. Een op de tien behoort tot de 'zware drinkers'. 5.3 Huishoudens De verwachting is dat tot 2035 het aantal huishoudens zal stijgen tot 8,1 miljoen. Daarna zal het aantal jaarlijks licht dalen tot ongeveer 8 miljoen in in die periode zal het aandeel eenpersoonshuishoudens toenemen van ongeveer 35% naar 44% (3,5 miljoen). Het aantal paren zal in die periode afnemen van bijna 60% naar bijna 50%. Het aandeel éénoudergezinnen blijft vrijwel constant op 6%. De grootste groei van het aantal eenpersoonshuishoudens vindt plaats onder mensen ouder dan 65 jaar. In 2050 zullen bijna 1,5 miljoen mensen ouder dan 65 alleenstaand zijn. Dat wil zeggen: ruim één op de drie (36%) van de 65+-ers. Procentueel gezien een lichte stijging ten opzichte van de huidige situatie, maar in absolute zin een sterke ontwikkeling, die grote gevolgen kan hebben voor de vraag naar zorg. Het belangrijkste is wel dat voor een steeds grotere groep mensen de mogelijkheden tot mantelzorg afnemen. Met het groeiend aantal oudere alleenstaanden zal het beroep op professionele zorg verder toenemen. Een tweede effect, zeker voor oudere mensen, is dat op steeds grotere schaal mensen zullen vereenzamen. Met de invoering van de Wmo zal de zorg voor deze groep mensen een steeds belangrijker aandachtspunt voor gemeenten worden. De behoefte aan sociaalmaatschappelijk werk zal waarschijnlijk toenemen. 5.4 Allochtonen De volgende tabel geeft de ontwikkeling van het aandeel allochtonen in de Nederlandse bevolking weer tussen 2007en Tabel 5.3 Aandeel allochtonen in de Nederlandse bevolking, (absolute aantallen) Totale bevolking Autochtoon Allochtoon Niet-westers Westers Bron: CBS Het aandeel niet-westerse allochtonen neemt toe van 10,6% in 2007 tot 14,7% in Het toenemend aandeel allochtonen leidt tot meer patiënten met een andere zorgvraag, andere verwachtingen ten opzichte van de zorg en een andere ziektebeleving. Dit vraagt aanpassingen in het voorzieningenaanbod van de sector. Zo zal voor de steeds groter wordende groep oudere allochtonen een aangepast aanbod moeten worden ontwikkeld in de ouderenzorg en het ouderenwerk en voor jonge allochtonen in het jongerenwerk. Prismant 31

34 Prismant 32

35 6. Politiek-juridische ontwikkelingen en de vraag naar personeel In de sector Zorg en WJK voltrekt zich momenteel een aantal omvangrijk systeemveranderingen of staan op stapel om ingevoerd te worden. Deze kunnen grote invloed hebben op de vraag naar dienstverlening en dus op de vraag naar arbeid in Zorg en WJK. We noemen de introductie van wet- en regelgeving die beoogt om meer marktwerking in de zorgsector te creëren, de modernisering van de AWBZ, de invoering van de WMO, de Wet op de Jeugdzorg en de Wet Kinderopvang. 6.1 Marktwerking curatieve sector De overheid streeft door gereguleerde marktwerking de vraaggerichtheid van de zorgsector te vergroten en de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de sector op lange termijn te garanderen. In het nieuwe stelsel ontstaat meer concurrentie tussen zorgverzekeraars onderling en zorgaanbieders onderling. Burgers kunnen zelf hun zorgverzekeraar kiezen en zorgverzekeraars krijgen de vrijheid om zelf te beslissen met welke zorgaanbieders zij contracten afsluiten. Overwegingen van prijs en kwaliteit spelen daarbij een belangrijke rol. Op dit moment lijken de gevolgen van marktwerking nog beperkt. Algemeen wordt aangenomen dat de concurrentie die tussen zorgaanbieders zal ontstaan van invloed zal zijn op hun bedrijfsvoering en zorgpakket en daarmee ook op de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan personeel. Door de Wet Toelating Zorginstellingen zal het ook voor commerciële organisaties makkelijker worden om zich op de zorgmarkt te bewegen. Meestal bestaat er geen duidelijk inzicht wat een en ander voor effect heeft op de vraag naar zorg, laat staan op de vraag naar zorgpersoneel. Een van de weinige studies die hier enig licht op werpen is "De markt gaat werken! Maar hoe?" (Van der Kwartel & Van der Velde, 2006). Zij onderzochten de mogelijke gevolgen van marktwerking op de vraag naar medisch-specialistische zorg. Zij stellen allereerst dat professionals binnen hun beroepsdomein altijd al gestreefd hebben naar verbetering van doelmatigheid, maar dat de introductie van marktwerking ertoe dwingt om ook op 'systeemniveau' tot verhoging van de doelmatigheid te komen. Er is dus als het ware sprake van een 'verdieping' van het lopende proces van doelmatigheidsverbetering. Op grond van interviews concluderen zij dat het huidige begin van overcapaciteit in de medisch specialistische zorg bij meer marktwerking manifester zal worden. De gevolgen kunnen zijn dat de onderhandelingspositie van medisch specialisten minder sterk wordt en dat minder productieve beroepsbeoefenaren onder druk komen te staan en mogelijk uittreden. 6.2 Modernisering AWBZ Ook in de AWBZ zijn marktprikkels geïntroduceerd. In het kader van de modernisering van de AWBZ worden AWBZ-instellingen sinds 2003 niet meer toegelaten en bekostigd voor één sector, maar voor het uitvoeren van bepaalde functies (huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, behandeling en verblijf). Tevens hoeven zorgkantoren niet meer met alle zorgaanbieders in hun regio contracten af te sluiten. De functiegerichte bekostiging is tot nu toe beperkt tot de extramurale zorg en leidt in theorie tot grotere concurrentie tussen zorgaanbieders met een AWBZ-toelating (bijvoorbeeld tussen verzorgingshuizen en thuiszorg). Het CTG/ZAIO en Prismant 33

Arbeid in Zorg en Welzijn

Arbeid in Zorg en Welzijn Arbeid in Zorg en Welzijn 2006 Arbeid in Zorg en Welzijn Stand van zaken en vooruitblik voor de sector Zorg en de sector Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang 2006 Arbeid

Nadere informatie

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Terugblik op de arbeidsmarkt in OAZW 10 Zorg en Welzijn 2008 Terugblik op de arbeidsmarkt in Zorg en Welzijn 2008 Opdrachtgever: Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen ook in

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Terugblik op de arbeidsmarkt OAZW 13 Zorg en Welzijn 2009 Terugblik op de arbeidsmarkt in Zorg en Welzijn 2009 Opdrachtgever: Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

FACTSHEET ARBEIDSMARKT

FACTSHEET ARBEIDSMARKT 1 FACTSHEET ARBEIDSMARKT Zuid LIMBURG 1. Kerngegevens beroepsbevolking Figuur 1.1 Samenstelling bevolking naar leeftijd en geslacht, Zuid Limburg, 2013-2025 Bron: Regioportret Zuid Limburg Ontgroening

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017 Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017 ZorgpleinNoord ZorgpleinNoord is het grootste werkgeversverband voor zorg en welzijn in Noord-Nederland. Tot 1 januari 2017 was het werkgebied Groningen

Nadere informatie

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017 Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017 ZorgpleinNoord ZorgpleinNoord is het grootste werkgeversverband voor zorg en welzijn in Noord-Nederland. Tot 1 januari 2017 was het werkgebied Groningen

Nadere informatie

FACTS & FIGURES. Arbeidsmarktmonitor zorg en welzijn Zeeland

FACTS & FIGURES. Arbeidsmarktmonitor zorg en welzijn Zeeland FACTS & FIGURES Arbeidsmarktmonitor zorg en welzijn Zeeland 01 Ontwikkelingen op de Zeeuwse arbeidsmarkt Zeeland is een relatief dun bevolkte provincie en heeft veel zorgaanbieders in een uitgestrekt gebied.

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Zuidoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

AZW Nieuwsflits Update en highlights AZW StatLine en arbeidsmarktonderzoek

AZW Nieuwsflits Update en highlights AZW StatLine en arbeidsmarktonderzoek AZW Nieuwsflits Update en highlights AZW StatLine en arbeidsmarktonderzoek Juni 2019 Nieuw: de AZW Nieuwsflits Kwartaalupdates van data en onderzoek Het AZW programma ontsluit arbeidsmarktdata voor de

Nadere informatie

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Groningen 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Groningen 2017 Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Groningen 2017 ZorgpleinNoord ZorgpleinNoord is het grootste werkgeversverband voor zorg en welzijn in Noord-Nederland. Tot 1 januari 2017 was het werkgebied Groningen

Nadere informatie

Ontgroening en vergrijzing Noord en Midden Limburg en Zuid Limburg

Ontgroening en vergrijzing Noord en Midden Limburg en Zuid Limburg 1 FACTSHEET ARBEIDSMARKT Noord en Midden LIMBURG 1. Kerngegevens beroepsbevolking Figuur 1.1 Samenstelling bevolking naar leeftijd en geslacht, Noord en Midden Limburg, 2013-2025 Bron: Regioportret Noord-

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Aantal medewerkers West-Brabant

Aantal medewerkers West-Brabant Regio West-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn West-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio West-Brabant. Waar mogelijk

Nadere informatie

Voorwoord. Inleiding. In dit tabellenboek worden de volgende 28 regio's onderscheiden: Zaanstreek en Waterland. Amstelland, Kennemerland, Meerlanden

Voorwoord. Inleiding. In dit tabellenboek worden de volgende 28 regio's onderscheiden: Zaanstreek en Waterland. Amstelland, Kennemerland, Meerlanden Voorwoord Inleiding Het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en WJK (Welzijn en maatschappelijke dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang) beoogt relevante organisaties te voorzien van eenduidige en

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Midden-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F

Nadere informatie

SIGRA. Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Zaanstreek - Waterland ZAANSTREEK-WATERLAND NOORD-HOLLAND NOORD AMSTERDAM & DIEMEN TEXEL DEN-HELDER

SIGRA. Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Zaanstreek - Waterland ZAANSTREEK-WATERLAND NOORD-HOLLAND NOORD AMSTERDAM & DIEMEN TEXEL DEN-HELDER Facts & Figures 217 Arbeidsmarktgegevens Regio Zaanstreek - Waterland TEXEL DEN-HELDER NOORD-HOLLAND NOORD HOORN ALKMAAR SIGRA ZAANSTREEK-WATERLAND AMSTERDAM AMSTERDAM & DIEMEN 1 Inleiding In deze SIGRA

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant Cijfermatige ontwikkelingen in West- Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088 144 40

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Arbeidsmarktinformatie sector Zorg regio Drechtsteden

Arbeidsmarktinformatie sector Zorg regio Drechtsteden Arbeidsmarktinformatie sector Zorg regio Drechtsteden definitief rapport Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus 131 398 CC Bunnik T 3 75 7 Juni 21 F 3 75 71

Nadere informatie

Rapportage Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn 2008

Rapportage Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn 2008 Rapportage Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn 2008 Branche Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Bijeenkomst 29 januari 2009 Willem van der Windt Pagina 1 Doel van Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

FACTSHEET. Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Zeeuws-Vlaanderen. foto Xander Koppelmans voor DNA-beeldbank op

FACTSHEET. Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Zeeuws-Vlaanderen. foto Xander Koppelmans voor DNA-beeldbank op FACTSHEET Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Zeeuws-Vlaanderen foto Xander Koppelmans voor DNA-beeldbank op www.laatzeelandzien.nl ViaZorg, januari 2013 Inleiding Deze factsheet bevat tabellen en grafieken over

Nadere informatie

De Arbeidsmarkt in de provincie Utrecht

De Arbeidsmarkt in de provincie Utrecht De Arbeidsmarkt in de provincie Utrecht Om adequaat in te spelen op ontwikkelingen in de zorg en specifiek op de arbeidsmarkt, is het zinvol te weten wat zich hier afspeelt. De afgelopen maanden zijn De

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten. Dung Ngo MSc 15 december 2010

Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten. Dung Ngo MSc 15 december 2010 Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten Dung Ngo MSc 15 december 2010 Achtergrond van het onderzoek Levensverwachting in NL laatste jaren met >2 jaar toegenomen Echter, vergeleken

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

WERKGELEGENHEID ZORG EN WJK NIEUWE WATERWEG NOORD

WERKGELEGENHEID ZORG EN WJK NIEUWE WATERWEG NOORD WERKGELEGENHEID ZORG EN WJK NIEUWE WATERWEG NOORD WERKGELEGENHEID ZORG EN WJK NIEUWE WATERWEG NOORD OMVANG EN SAMENSTELLING NAAR BRANCHE EN VVS-KWALIFICATIE J. Meuwissen M. Poeth Maastricht, november 2016

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Aanzet tot ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie. Zorg en Welzijn West Brabant. Januari 2012, versie 0.1

Aanzet tot ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie. Zorg en Welzijn West Brabant. Januari 2012, versie 0.1 Aanzet tot ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie Zorg en Welzijn West Brabant Januari 2012, versie 0.1 1 2 Inhoud 1. Inleiding... 5 2. Algemene cijfers Arbeidsmarkt Zorg & Welzijn... 6 2.1 Omvang arbeidsmarkt...

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Verpleegkundigen aan het werk 1)

Verpleegkundigen aan het werk 1) Verpleegkundigen aan het werk 1) Alex Hellenthal Als door de vergrijzing de zorgvraag toeneemt en het zorgaanbod juist krimpt, kan er een tekort ontstaan aan verpleegkundigen. Dit artikel besteedt daarom

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Zeeland, West Brabant, die op basis van de resultaten van het

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

Leeftijdsopbouw Groningen

Leeftijdsopbouw Groningen Factsheet Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn provincie Groningen 213 De publicatie Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Noord-Nederland 213 brengt de belangrijkste arbeidsmarktontwikkelingen in kaart. In deze factsheet

Nadere informatie

Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Kennemerland, Amstelland & Meerlanden KENNEMERLAND, AMSTELLAND & MEERLANDEN AMSTERDAM & DIEMEN TEXEL

Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Kennemerland, Amstelland & Meerlanden KENNEMERLAND, AMSTELLAND & MEERLANDEN AMSTERDAM & DIEMEN TEXEL Facts & Figures 217 Arbeidsmarktgegevens Regio Kennemerland, Amstelland & Meerlanden TEXEL DEN-HELDER NOORD-HOLLAND NOORD ALKMAAR HOORN KENNEMERLAND, AMSTELLAND & MEERLANDEN ZAANSTREEK-WATERLAND AMSTERDAM

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Noord-Holland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Leeftijdsopbouw Drenthe

Leeftijdsopbouw Drenthe Factsheet Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn provincie Drenthe 213 De publicatie Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Noord-Nederland 213 brengt de belangrijkste arbeidsmarktontwikkelingen in kaart. In deze factsheet

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant Cijfermatige ontwikkelingen in Noordoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Persbericht PB14 56 11 9 214 15.3 uur CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Meer werklozen aan de slag Geen verdere daling aantal banen, lichte groei aantal vacatures Aantal banen

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Basisgegevens Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn OAZW 5

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Basisgegevens Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn OAZW 5 Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Basisgegevens Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn OAZW 5 Basisgegevens Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn t.b.v. Integrerend rapport 2007 Opdrachtgever: Onderzoeksprogramma

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

SIGRA. Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Amsterdam & Diemen AMSTERDAM & DIEMEN NOORD-HOLLAND NOORD ZAANSTREEK-WATERLAND TEXEL DEN-HELDER

SIGRA. Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Amsterdam & Diemen AMSTERDAM & DIEMEN NOORD-HOLLAND NOORD ZAANSTREEK-WATERLAND TEXEL DEN-HELDER Facts & Figures 217 Arbeidsmarktgegevens Regio & Diemen TEXEL DEN-HELDER NOORD-HOLLAND NOORD HOORN ALKMAAR SIGRA ZAANSTREEK-WATERLAND AMSTERDAM AMSTERDAM & DIEMEN 1 Inleiding In deze SIGRA Facts & Figures

Nadere informatie

Prognose bevolking Fryslân

Prognose bevolking Fryslân Factsheet Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn provincie Fryslân 213 De publicatie Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Noord-Nederland 213 brengt de belangrijkste arbeidsmarktontwikkelingen in kaart. In deze factsheet

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Arbeidsmarktverkenning zorg en welzijn 2015. Editie Twente

Arbeidsmarktverkenning zorg en welzijn 2015. Editie Twente Arbeidsmarktverkenning zorg en welzijn 2015 Editie Twente Trends in zorg en welzijn Samen verantwoordelijk Rijksoverheid (Wlz), gemeenten (nieuwe Wmo) en zorgverzekeraars (Zvw) zijn sinds 2015 samen verantwoordelijk

Nadere informatie

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Betaling én vervanging van vergrijzende arbeidspopulatie worden een probleem Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Peter Ekamper, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Op

Nadere informatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder

Nadere informatie

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Notitie a Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Juli 2014 Nelet Kuipers, team Onderwijs SQS 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Meer ouderen langer werkzaam

Meer ouderen langer werkzaam Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-248 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Mbo Zorg en Welzijn Noord-Brabant... 4 2.1 Instromers... 5 Algemeen... 5 Benchmark Nederland...

Nadere informatie

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Midden-Brabant

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Midden-Brabant Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Midden-Brabant In mei 2019 verscheen de Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs. In die publicatie leest u over de actuele trends en ontwikkelingen in het zorg- en welzijnsonderwijs

Nadere informatie

SIGRA. Facts & Figures Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn CAFE NOL AMSTERDAM EN DIEMEN NOORD-HOLLAND NOORD ZAANSTREEK-WATERLAND TEXEL DEN-HELDER HOORN

SIGRA. Facts & Figures Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn CAFE NOL AMSTERDAM EN DIEMEN NOORD-HOLLAND NOORD ZAANSTREEK-WATERLAND TEXEL DEN-HELDER HOORN Facts & Figures 2018 Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn CAFE NOL Amsterdam en Diemen TEXEL DEN-HELDER NOORD-HOLLAND NOORD HOORN ALKMAAR SIGRA ZAANSTREEK-WATERLAND AMSTERDAM AMSTERDAM EN DIEMEN Inleiding In deze

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Februari 2010. Brancheschets Zorg & Welzijn

Februari 2010. Brancheschets Zorg & Welzijn Februari 2010 Brancheschets Zorg & Welzijn Brancheschets Zorg & Welzijn Afdeling Arbeidsmarktinformatie Redactie: Rob de Munnik, Marijke Oosterhuis en Niek Veeken Landelijk Bedrijfsadviseur voor de branche

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Regioportret Zorg en Welzijn Drenthe. in opdracht van de stuurgroep Onderzoek en Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn, in samenwerking met RegioPlus

Regioportret Zorg en Welzijn Drenthe. in opdracht van de stuurgroep Onderzoek en Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn, in samenwerking met RegioPlus Regioportret Zorg en Welzijn Drenthe in opdracht van de stuurgroep Onderzoek en Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn, in samenwerking met RegioPlus Utrecht Versie: 28 september 2009 Prismant Prismant is partner

Nadere informatie

Facts & Figures 2017 De arbeidsmarkt Zorg en Welzijn in Flevoland

Facts & Figures 2017 De arbeidsmarkt Zorg en Welzijn in Flevoland De sector zorg en welzijn in 22.390 22.390 personen werken in 2015 in de sector zorg en welzijn (17.020 fte). Bijna een derde hiervan werkt in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT). 8,2% 8,2% van

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

8. Werken in bestuur en zorg

8. Werken in bestuur en zorg 8. Werken in bestuur en zorg De uitzendbranche is van oudsher een belangrijke werkgever voor niet-westerse allochtonen van de eerste generatie. Bij de teruggang in de werkgelegenheid van de afgelopen jaren

Nadere informatie

Calibris 2009. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie 2009-2010

Calibris 2009. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie 2009-2010 Calibris 2009 Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie 2009-2010 Colofon Onderzoek en rapportage door: - Calibris - Rijnland Advies Januari 2010 Calibris 2009 Inhoudsopgave pagina 1. Samenvatting

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Arbeidsmarktstromen in de OAZW 3 sector Zorg en WJK

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Arbeidsmarktstromen in de OAZW 3 sector Zorg en WJK Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Arbeidsmarktstromen in de OAZW 3 sector Zorg en WJK Arbeidsmarktstromen in de sector Zorg en WJK Een analyse op basis van het Sociaal Statistisch Bestand

Nadere informatie

Vraag en aanbod van sociaal-agogisch personeel 2015-2019

Vraag en aanbod van sociaal-agogisch personeel 2015-2019 Toekomstverkenning voor de branche Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Vraag en aanbod van sociaal-agogisch personeel 2015-2019 September 2015 Willem van der Windt Ineke Bloemendaal 1 1 Doel van

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie