GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie voor alle leeftijden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie voor alle leeftijden"

Transcriptie

1 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 1 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie voor alle leeftijden Voordelen Consequenties Philip H. Quanjer Sanja Stanojevic Janet Stocks Tim J. Cole

2 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 2 Interpretatie van spirometrische gegevens Inleiding In de 4 jaren waarin het Global Lung Function Initiative (GLI) zijn taak volbracht werd, met steun van zes grote internationale organisaties op het gebied van longziekten, een groot samenwerkingsverband opgebouwd dat de hele wereld omspande. Leden van dat netwerk waren clinici, onderzoekers, technisch analisten, computerdeskundigen en fabrikanten. Het doel was om voorpsellingsformules voor de spirometrie af te leiden voor zoveel mogelijk etnische groepen, en het leeftijdsbereid van peuter tot bejaarde. Dankzij niet eerder vertoonde internationale samenwerking werd door ongeveer 70 centra en organisaties tienduizenden meetgegevens ter beschikking gesteld. De samengevoegde gegevens werden met en moderne statistische technieken bewerkt en leidden tot de GLI-2012 voorspellingsformules. Hier bespreken wij kort de de belangrijkste resultaten die eerder werden gepresenteerd in internationale bijeenkomsten en in gedrukte vorm. Historische achtergrond De introductie van het gebruik van de spirometer door Hutchinson in 1846 [1] bleef lange tijd zonder klinische toepassing. Voor zover klinisch toegepast ging het vooral om de bepaling van de vitale capaciteit (VC), op grond van huidige terminologie de langzaam uitgevoerde expiratoire vitale capaciteit (EVC). Figuur 1 toont de onderverdeling van de totale longcapaciteit in EVC and residuaal volume uit Hutchinson s publicatie. Het is met name door het werk van de Franse onderzoekers Tiffeneau en Pinelli [2] een eeuw later dat het spirometrische onderzoek uitgroeide tot de huidige norm, waarbij het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) en de inspiratoire of geforceerde expiratoire VC (IVC resp. FVC) de diagnostische mijlpalen vormen. De geschiedenis van het spirometrische onderzoek is door Yernault in een zeer leesbaar artikel gedocumenteerd [3]. Een belangrijk probleem is dat resultaten van spirometrisch onderzoek sterk worden bepaald door de medewerking van de onderzochte, en door technische factoren; onderzoek moet dus volgens een strikt protocol worden uitgevoerd. De eerste poging om tot standaardisering van spirometrisch onderzoek te komen leidde in 1960 tot een rapport van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) [4]. Reeds in 1971 verscheen hiervan een vernieuwde versie [5], dat ook voorspelde waarden voor spirometrische indices, residuaal volume, totale longcapaciteit en functionele residuale capaciteit bevatte. Enkele jaren later werd Philip H. Quanjer Fig. 1 - Onderverdeling van de totale longcapaciteit volgens Hutchinson (1846). in de Verenigde Staten standaardisering, die zich aanvankelijk beperkte tot spirometrisch onderzoek, ter hand genomen [6-7]. Door snelle technologische ontwikkelingen, sterk toegenomen inzicht in de pathofysiologie van longziekten, en de uitbreiding van het arsenaal van longfunctiemetingen, was een revisie van het EGKS rapport al spoedig noodzakelijk [8]. Daarna werden in de Verenigde Staten en Europa aangepaste aanbevelingen voor de standaardisering van het onderzoek gedaan; in Amerika beperkte dit zich tot de spirometrie, de Europese aanbevelingen hadden betrekking op een breed palet van longfunctietechnieken, en werden steeds vergezeld van referentiewaarden [9-11]. Referentiewaarden De oorspronkelijke referentiewaarden van de EGKS waren gebaseerd op mannen werkzaam in kolenmijnen en de staalindustrie. Het was geen gezelschap dat representatief was voor de bevolking, en de voorspelde waarden werden in de praktijk als te hoog ervaren. Ofschoon er geen vrouwen waren onderzocht, waren er voor hen wel voorspelde waarden, nl. 80% van die voor mannen. In 1983 werd geen financiële steun van de EGKS verkregen om nieuw onderzoek uit te voeren. Teneinde de technische aanbevelingen toch te vergezellen van voorspelde waarden, en omdat er geen materiaal beschikbaar was dat met geschikte methoden was verzameld, werd in arren moede besloten de techniek te gebruiken die Polgar [12] had toegepast voor het afleiden van referentiewaarden voor de kinderleeftijd. Daarbij werden, op basis van door verschillende onderzoekers gepubliceerde formules, aan de hand van leeftijd, lengte en geslacht voorspelde waarden gegenereerd en deze gegevens gebruikt om een nieuwe formule af te leiden. Aan

3 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 3 deze procedure kleven grote bezwaren, maar de resulterende referentiewaarden vonden vrijwel zonder kritiek grote ingang. Een voor de EGKS commissie niet beschikbaar alternatief voor een nieuwe studie was het samenvoegen van eerder uitgevoerde onderzoeken van goede kwaliteit, om daarmee nieuwe referentievergelijkingen af te leiden. Deze methodiek werd voor het eerst toegepast [13] op 6 gegevensbestanden van kinderen. In deze studie kon worden aangetoond dat de referentiewaarden geldig waren voor 5 van de 6 bestanden; het zesde bestand had afwijkende waarden ten gevolge van een technisch mankement. Hiermee was deze methodiek gevalideerd, hetgeen leidde tot de aanbeveling aan American Thoracic Society (ATS) en European Respiratory Society (ERS) om met dezelfde benadering referentiewaarden voor grote groepen van verschillende leeftijd af te leiden [13]. In 2005 werd de Europese traditie om standaardiseringsrapporten te vergezellen van passende voorspelde waarden verbroken: een ATS/ERS commisie [14] deed aanbevelingen voor de Verenigde Staten en Canada, de rest van de wereld werd geacht zelf een oplossing te vinden. In 2006 besloot PQ, na rijp beraad, in de lacune te voorzien, en een zo groot mogelijk leeftijdsbereik en verschillende etnische groepen te dekken. In 2008 begon PQ een publicatie te schrijven gebaseerd op ruim gegevens verkregen uit alle windstreken, maar liet zich overhalen om hiermee te wachten en toe te treden tot een ERS werkgroep, die vervolgens in 2010 de status van Task Force kreeg met steun van 6 grote internationale organisaties [15]. In 2008 verscheen ook de publicatie van Stanojevic [16], baanbrekend omdat voor het eerst op basis van een nieuwe methodiek voorspel- Fig. 3 - Voorspelde waarden voor FEV1 bij blanke mannen. Ontleend aan software verkrijgbaar via de waarden voor de spirometrie bij gezonde blanken van 3-80 jaar werden afgeleid; hierbij was, net als in [13], gebruik gemaakt van samengevoegde gegevensbestanden. Het samenwerken in de groep die het Global Lung Function Initiative [15] genoemd zou worden was een voorrecht dankzij de vriendelijke en op wederzijds vertrouwen gebaseerde samenwerking met tientallen groepen over de hele wereld, en de kameraadschappelijke en professionele samenwerking met de leden van het Analytical Team : Prof. Janet Stocks, Sanja Stanojevic and Prof. Tim Cole (Fig. 2). Fig. 2 - Het Analytical Team van het Global Lung Function Initiative. Van links naar rechts: Prof. Tim Cole, Prof. Janet Stocks, mijzelf, Sanja Stanojevic.

4 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 4 Situatie in 2006 Afbeelden van de voorspelde waarde voor FEV1 in blanke mannen volgens 30 verschillende auteurs (Fig. 3) illustreert een zorgwekkende toestand. Bij dezelfde lengte en leeftijd worden verschillen in voorspelde waarde van 1 liter of meer gevonden. De aansluiting van voorspelde waarden voor kinderen en adolescenten op die voor volwassenen is deplorabel slecht. Op grond van deze voorspelde waarden werden wereldwijd diagnoses gesteld! Anno 2006 een volstrekt onaanvaandbare situatie. van lengte en leeftijd. Bij kinderen en adolescenten worden de indices meestal logaritmisch getransformeerd, en wordt zelden rekening gehouden met de leeftijd. In fig. 4 is het verband te zien tussen leeftijd en FEV1 bij een groot aantal gezonde vrouwen van 3-95 jaar. Wat opvalt is dat: 1 Het verband niet kan worden beschreven met rechte lijnen 2 De fout is niet constant 3 De fout is niet proportioneel met de voorspelde waarde 4 Niet-normale verdeling van de fout (van deze figuur niet af te leiden). We kunnen de voorspelde waarden voor FEV1 volgens de veel gebruikte EGKS/ERS referentiewaarden uitrekenen voor de vrouwen in fig. 4. Het verschil tussen gemeten en voorspelde waarde (residu) dient, als de voorspelling ideaal past, 0 liter te zijn. Uit figuur 5 blijkt dat er een systematisch verschil is: de gemeten FEV1 is gemiddeld 180 ml groter dan voorspeld. De door EGKS/ERS voorspelde waarde is dus systematisch te laag. Fig. 4 - Verband tussen leeftijd en FEV1 bij blanke, gezonde vrouwen. Een belangrijk deel van de spreiding komt door verschillen in lengte. Voorspellingsmodellen Tot zeer recent werden longfunctie-indices voorspeld met eenvoudige lineaire regressievergelijkingen. De verreweg meest gebruikte modellen hebben de volgende gedaante: Y = a + b Lengte + c Leeftijd + fout (volwassenen) log(y) = a + b log(lengte) + fout (kinderen) Y is de voorspelde waarde, bijv. FEV1. De fout, ook wel residu genoemd, is het verschil tussen gemeten en voorspelde waarde. Bij bovenstaande lineaire modellen wordt er van uitgegaan dat het residu hetzelfde is bij elke combinatie Deze inleiding leidt tot de volgende conclusies: 1 Er is een kunstmatige scheiding tussen volwassenen en kinderen/adolescenten, waardoor bij de overgang naar vol wassen leeftijd de aansluiting in voorspelde waarden slecht is. 2 De modellen passen slecht bij meetgegevens, vooral op de kinderleeftijd. 3 Er zijn grote verschillen tussen voorspellingsformules. Gebruik van procent voorspelde waarde Bij het beoordelen van de longfunctie is het in de longenwereld een wijdverspreide conventie om de gemeten waarde uit te drukken als procent van de voorspelde waarde. Deze gewoonte is waarschijnlijk ontstaan door de aanbeveling van Bates en Christie [17]: a useful general rule is that a deviation of 20% from the predicted normal value probably is sig- Fig. 5 - Verschil tussen gemeten en voorspelde FEV1 bij blanke vrouwen op grond van de voorspellingsformules van EGKS/ERS. Fig. 6 - De ondergrens van normaal (LLN) voor FEV1 and FVC uitgedrukt als percentage van de G:LI-2012 voorspelde waarde bij 3-95 jarigen.

5 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 5 Fig. 7 - Percentage van gezonde mannen en vrouwen bij wie de gemeten FEV1 of FVC minder is dan 80% voorspeld. nificant. Daardoor wordt 80% van de voorspelde waarde beschouwd als de ondergrens van normaal (LLN). Deze aanbeveling is klakkeloos overgenomen. De regel kan alleen geldig zijn als de spreiding om de voorspelde waarde evenredig is met die voorspelde waarde, dus groot bij een grote, en klein bij een kleine voorspelde waarde. Zoals fig. 4 toont is hiervan geen sprake en leidt het gebruik van %voorspeld onvermijdelijk tot beoordelingsfouten, zoals in talloze publicaties is aangetoond [10,16,18-23]. Sobol schreef hier over [19]: Nowhere else in medicine is such a naïve view taken of the limit of normal. In het GLI onderzoek kon worden beschikt over tienduizenden meetgegevens, en kon de LLN nauwkeurig worden vastgelegd (zie later). Uitdrukken van LLN als %voorspeld levert het beeld op in figuur 6. De ondergrens komt over een groot leeftijdsbereik duidelijk onder de grens van 80% van voorspeld. We kunnen nagaan bij welk percentage van een gezonde, niet-rokende populatie ( mannen, vrouwen) de gemeten FEV1 en FVC lager is dan 80% van de voorspelde waarde (figuur 7). Duidelijk is dat vanwege de grote beoordelingsfouten, met name boven de 50 jaar, het gebruik van %voorspeld echt moet worden verlaten. Global Lungs Initiative: wat is nieuw? Het in een formule vangen van het niet-lineaire verloop van de longfunctie met de leeftijd is met de standaard lineaire regressietechniek niet mogelijk. Een enkele keer is een oplossing gevonden door een vergelijking voor kinderen en adolescenten te maken en een voor volwassenen, zie bijv. Hankinson et al. [24]. Voor de kinderleeftijd werd eerder een complexer model gebruikt [13], resp. een groot aantal referentievergelijkingen afgeleid geldig voor één jaartraject [25]. Voor volwassenen werden ook complexere modellen gebruikt waarbij speciale aandacht werd besteed aan het zo goed mogelijk definieren van de LLN [26-27]. Een elegante methode om niet-lineaire curven te beschrijven is door het toevoegen van een spline : log(y) = a + b log(lengte) + c log(leeftijd) + spline + fout Fig. 8 - De spline, die als functie van de leeftijd een correctie aanbrengt op de leeftijdscoëfficiënt in de regressieformule. We werken met een logaritmische schaal. Dit werd eerder toegepast door Pistelli et al. [28-29], maar het statistisch pakket GAMLSS [30], eerder toegepast door Stanojevic et al. [16], levert veel verfijnder mogelijkheden om de longfunctie te modelleren. In de praktijk wordt een spline als functie van de leeftijd toegepast. U kunt zich dit voorstellen als een correctie op de leeftijdscoëfficiënt in bovenstaande formule: voor elke leeftijd tussen de 3-95 jaar Fig. 9 - De voorspelde FEV1 zonder dat er een spline wordt gebruikt (geel-groene lijn) past slecht, die waarbij wel een spline is gebruikt (zwarte lijn) past goed bij de meetgegevens. wordt een leeftijdsspecifieke correctie uitgevoerd (figuur 8). We werken op een logaritmische schaal. Dit betekent dat bij een 20-jarige vrouw de op grond van de lineaire componenten van de vergelijking (coëfficiënten a, b en c) voorspelde waarde van FEV1 wordt vermenigvuldigd met circa exp(0,19) = 1,21, dus een toename met 21%. Bij een 85-jarige vrouw wordt vermenigvuldigd met circa exp(-0,40) = 0,67, een vermindering met 33%. Het verschil tussen de vergelijking zonder en met spline is te zien in figuur 9. De geel-blauwe lijn ontstaat als gebruik wordt gemaakt van de lineaire vergelijking zonder spline. Op de kinderleeftijd lijkt de lijn nog wel redelijk bij de gegevens te passen, maar bij volwassenen is daar geen sprake van. De zwarte lijn representeert de formule inclusief spline; nu past de lijn goed bij de metingen.

6 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 6 Fig Relatie tussen standaard deviatie en percentage gegevens onder de curve bij een normale verdeling. Fig Voorspelde FEV1/FVC bij blanke vrouwen. FEV1/FVC: een verrassing Het bewerken van de gegevens voor FEV1/FVC leverde een verrassing op. De voorspelde waarde vertoonde een zeer snelle daling van 3 tot ongeveer 10 jaar, dan een lichte stijging to circa 16 jaar, gevolgd door een geleidelijke niet-lineaire daling bij volwassenen (figuur 10). Omdat dit patroon nooit eerder was beschreven was de eerste gedachte dat het hier ging om een artefact. Dit zou kunnen worden veroorzaakt door het bijeenvoegen van zoveel gegevensbestanden. Immers, als een groep veel gegevens heeft bijgedragen van kinderen omstreeks 10 jaar waarbij FEV1/FVC veel lager uitvalt dan bij andere groepen, zou zo n patroon kunnen ontstaan. Er was echter geen groep met veel kinderen in dat nauwe leeftijdsbereik. Dat er geen sprake was van een artefact bleek uit het feit, dat hetzelfde patroon werd gevonden bij jongens en meisjes uit 15 verschillende centra, en van verschillende etnische afkomst (figuur 11, [31]). De determinanten van FEV1 en VC zijn niet dezelfde; na de geboorte groeit de vitale capaciteit sneller dan de FEV1, en dit patroon wordt tijdelijk omgedraaid tijdens de groeispurt van de adolescent [31]. populatie geacht wordt een normaal resultaat te hebben, 2½% te laag en 2½% te hoog, dus in totaal 5% fout-positieve beoordelingen. Spirometrisch onderzoek bij longaandoeningen levert niet zo zeer een te grote FEV1 en VC op, maar een te kleine waarde. Dat is waarschijnlijk de reden dat in de longgeneeskunde bij spirometrisch onderzoek alleen wordt gewerkt met de LLN die zodanig is gedefinieerd dat 5% van een gezonde bevolking een te lage waarde heeft. Voor het bepalen van die ondergrens zijn er verschillende methoden. Het meest elegant kan de LLN worden bepaald indien er sprake is van een normale verdeling van de gegevens. Bij zo n normale verdeling (fig. 12) bevindt 68% van de waarnemingen zich binnen +1 en -1 standaard deviatie (SD), 90% binnen +1,64 en -1,64 SD, 95% binnen +1,96 en SD, en 99,7% binnen +3 en -3 SD. Bij een gezond persoon va riëren spirometrische gege vens met leeftijd, lengte, geslacht en etnische groep. Als we die in rekening hebben gebracht resteert het residu (gemeten - voorspelde waarde). Bij een normale verdeling is het gemiddelde van het residu 0. Delen van het residu door de standaard deviatie (SD) van dit residu {(gemeten - voorspeld)/sd} levert een dimensieloos getal op, de z-score. Bij een normale distributie is het gemiddelde van al die z-scores 0 en de spreiding 1 (fig. 12). De SD (variatiecoëfficiënt: CoV) varieert met de leeftijd [16,23]. De CoV moet dus zodanig worden gemodelleerd dat we een normale verdeling krijgen onafhankelijk van de leeftijd. Ook hier kan van een spline gebruik Fig Gegevens van 15 centra van verschillende etnische groepen vertoonden allemaal hetzelfde beeld: snelle daling van FEV1/FVC ratio tot begrin groeispurt, daarna lichte stijging gevolgd door daling. Ondergrens van normaal In de geneeskunde wordt de onder- en bovengrens van het normale bereik (LLN en ULN) zodanig bepaald dat 2½% van de waarnemingen valt onder resp. boven dat van een gezonde populatie. Dit betekent dat 95% van de gezonde Fig De variatiecoëfficiënt voor FEV1 bij gezonde blanke vrouwen varieert sterk met de leeftijd.

7 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 7 worden gemaakt om optimaal te modelleren: log(cov) = a + b log(leeftijd) + spline De variatiecoëfficiënt voor FEV1 bij blanke vrouwen varieert tussen 12½% en 25% (fig. 13). Wat betekent dit voor de LLN? Op de leeftijd van 3, 20 en 80 jaar is de CoV ongeveerd 16%, 12½% en 21%. De LLN wordt bepaald door Fig FEV1/FVC ratio bij gezonde vrouwen van verschillende etnische origine. meting -1,64, dan betekent dit bij man, vrouw, kind of volwassene dat de gemeten grootheid zich bevindt op het 5 de percentiel; bij longfunctiemetingen is dit de LLN. Etniciteit Fig Voorspelde FEV1 bij gezonde blanke vrouwen, LLN en 80% voorspeld als functie van de leeftijd. waarnemingen die 1,64 maal de CoV onder de voorspelde waarde liggen. De LLN voor FEV1 bij een 3, 20 en 80 jarige gezonde blanke vrouw is dus 74%, 80% en 66% van de voorspelde waarde. Eens te meer een reden om géén gebruik te maken van een vaste ondergrens van 80% voorspeld. Om dit punt wat duidelijker te maken kunnen we de voorspelde waarde en de LLN voor FEV1 bij blanke vrouwen projecteren als functie van de leeftijd (fig. 14). Als we daarin 80% van de voorspelde waarde tekenen, dan is vooral bij Fig Verdeling van z-scores voor FEV1 bij gezonde blanke vrouwen. volwassenen duidelijk dat deze lijn steeds verder in het normale gebied belandt, zodat het aantal fout-positieve beoordelingen van meetresultaten progressief zal toenemen. Zoals boven uitgelegd moet de gevolgde procedure leiden tot een normale verdeling van de residuen, zodat de z-scores een gemiddelde 0 hebben en spreiding 1. Figuur 15 toont aan dat het statistische programma GAMLSS inderdaad zo n normale verdeling tot stand brengt. De voordelen hiervan zijn enorm: de z-score is volledig onafhankelijk van leeftijd, lengte en geslacht. Is de z-score behorend bij een Het is bekend dat de longfunctie verschilt tussen etnische groepen. In het verleden werd met etnische correcties gewerkt, waarbij de longfunctie van bijv. zwarte Afrikanen berekend werd als circa 15% lager dan van blanken. Deze correctiefactor was proefondervindelijk bepaald bij volwassenen. Het Global Lung Function Initiative beschikte over longfunctiegegevens van 3-95 jarigen van diverse etnische origine, zodat etnische verschillen fundamenteler konden worden geanalyseerd. Fig. 16 toont een belangrijke waarneming: met uitzondering van zuid-oost Aziatische vrouwen (zuidelijk China, Thailand), is de FEV1/FVC ratio dezelfde. Dat betekent dat verschillen in FEV1 en FVC tussen etnische groepen proportioneel zijn, en onafhankelijk van de leeftijd. Dit is ook wel begrijpelijk. Immers, alle etnische groepen behoren tot Homo sapiens, zoogdieren met subgroepen die zich aan lokale omstandigheden hebben aangepast en een verschillende socio-economische achtergrond hebben. In miljoenen jaren van evolutie zijn zoogdieren uitgerust met een longontwerp dat kleine en grote dieren in staat stelt optimaal te functioneren onder allerlei omstandigheden [32]. Verschillen tussen etnische groepen zijn dus niets anders dan schaalverschillen. Maar dat maakt het mogelijk om deze proportionele verschillen in ons model voor voorspelde waarden van de longfunctie in te bouwen, en wel als volgt: log(y) = a + b log(lengte) + c log(leeftijd) + d Etn + spline + fout Etniciteit is nu een co-factor geworden. We werken met een logaritmische schaal. De coefficiënt d voor FEV1 bij zwarte vrouwen is Dit betekent dat de FEV1 van zwarte vrouwen exp( ) = 0.86 maal zo groot is als van blanke vrouwen, dus 14% lager. We hebben nu een belangrijke vereenvoudiging aangebracht doordat alle etnische groepen in één en dezelfde vergelijking kunnen worden ondergebracht. Daarmee zijn niet alle problemen. Er blijken namelijk verschillen te zijn in de variabiliteit van de metingen. Dit betekent dat het eerder

8 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 8 Fig Voorspelde FEV1/FVC ratio en ondergrens van normaal (LLN) bij gezonde vrouwen van verschillende etnische origine. getoonde model voor de variatiecoëfficiënt moet worden aangepast, als volgt: log(cov) = a + b log(leeftijd) + d Etn + spline De FEV1/FVC ratio is de belangrijkste index voor de aanwezigheid van pathologische luchtwegobstructie. Ofschoon de voorspelde waarden nauwelijks etnische verschillen tonen, verschilt de LLN duidelijk voor verschillende etnische groepen (fig. 17). Door de GOLD groep werd bedacht dat het te ingewikkeld was om een LLN voor de FEV1/FVC ratio te berekenen, en dat het veel eenvoudiger was om een LLN van 0,70 aan te houden. Er is al veel kritiek gepubliceerd over de onwetenschappelijke benadering en het ontbreken van enige aanwijzing dat aldus obstructieve longziekten goed kunnen worden gediagnostiseerd. Zie bijv. een Open Brief, ondertekend door een groot aantal vooraanstaande onderzoekers en clinici [33]. Wat figuur 17 ook toont is dat op basis van de GOLD aanbeveling gevonden kan worden dat COPD minder prevalent is bij Oost-Aziaten, die immers op latere leeftijd dan zwarten en blanken een LLN hebben die kleiner is dat 0,70. Fig Cumulatieve frequentie distributio van de z-score voor FEV1 voor gezonde, niet-rokende blanke en zware ratio vrouwen. zou er steun voor deze redenering zijn. Die steun is er niet, want bij longitudinaal onderzoek is het volgende gevonden: GOLD stadium 1 (FEV1/FVC > LLN & FEV1 > 80%) gaat bij klachtenvrije mensen niet gepaard met voortijdig overlijden [34-38] Geen versnelde daling FEV1, ontwikkeling van respiratoire symptomen, beroep op zorg, afgenomen quality of life [39] FEV1/FVC < LLN gaat wel gepaard met Voortijdig overlijden [35,40] Ontwikkeling van respiratoire symptomen [41] Conclusie: De GOLD aanbeveling is on wetenschappelijk, niet klinisch gevalideerd, en het gebruik van FEV1/FVC < 0,70 als criterium om luchtwegobstructie vast te stellen moet in verband met de zeer aanzienlijke overdiagnostiek bij ouderen en onderdiagnostiek bij jongeren [33] ten sterkste worden ontraden. Nogmaals de ondergrens van normaal Er bestaat geen twijfel over dat de verdeling van longfunctie-indices van gezonden en mensen met longpathologie overlapt. Het is dus gewaagd om op grond van het feit dat een meetresultaat > LLN pathologie uit te sluiten; vanzelfsprekend leggen klinische bevindingen gewicht in de schaal. Er is daarom gesuggereerd dat bij mensen bij wie FEV1/FVC < 0,70 maar > LLN, dus in het normale bereik, er toch sprake is van longpathologie. Aanwijzingen hiervoor ontbreken. Echter, indien deze mensen bij longitudinaal onderzoek toch ziekteverschijnselen gaan tonen, Fig Er is circadiane en seizoensgebonden ritmiek in het niveau van de longfunctie. Hier bepaald bij een gewone populatie die om de 3 jaar, tot een maximum van 12 jaar, werd onderzocht.

9 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 9 Fig De grote veelheid van getallen maakt de interpretatie van longfunctiegegevens onoverzichtelijk. Door gebruik te maken van pictogrammen (rechts onder) is beoordeling in een oogopslag mogelijk. Etniciteit en z-score Interpretatie van meetgegevens Het kan geen kwaad om het grote voordeel van het gebruik van de z-score vanuit een ander oogpunt toe te lichten. Als men in fig. 15 van links naar rechts gaat en het cumulatieve percentage van de populatie op de Y-as zet, verkrijgt men fig. 18. De schaal loopt van 0 (0 personen) tot 1 (alle personen, 100% van de populatie). De cumulatieve frequentieverdeling van blanke vrouwen is niet te onderscheiden van die van zwarte vrouwen. Dit illustreert ten overvloede dat de z-score op precies dezelfde wijze kan worden geïnterpreteerd bij verschillende etnische groepen. Een longfunctiemeting levert een eenmalig resultaat. Dit hangt niet alleen af van de aan- of afwezigheid van ziekte, maar ook van het uur van meting, dagelijkse en seizoensgebonden variaties (fig. 19). Met zulke spontane variabiliteit moet rekening worden gehouden bij de interpretatie van meetgegevens [42]. De manier waarop resultaten van spirometrisch onderzoek worden gepresenteerd draagt er gewoonlijk toe bij om de interpretatie daarvan voor de niet-routinier moeilijk zo niet ondoorgrondelijk te maken: gemeten waarden van FEV1, FVC, FEV1/FVC en vaak nog veel andere indices, al dan niet voor en na bronchusverwijding, voorspelde waarden, ondergrenzen, procent voorspeld: het gaat al gauw om ver over de 10 getallen. Heel onoverzichtelijk. Veel beter is het om gebruik te maken van pictogrammen waarbij z-scores worden afgebeeld en door kleuren wordt aangegeven wat buiten het normale bereik valt (fig. 20 en 21). Vergelijking van voorspelde waarden Fig, 21 - Verband tussen z-score en percentiel, en het gebruik daarvan bij de interpretatie van meetgegevens via een pictogram. Kinderartsen in Nederland gebruiken vrijwel uitsluitend de voorspelde waarden voor spirometrie van Zapletal [43]. Zij zijn gebaseerd op zeer weinig kinderen (101 jongens en meisjes), en in de formules wordt alleen rekening gehouden met de lengte, niet met de leeftijd (6-17 jaar). In andere landen cworden voorspelde waarden volgens Polgar [12], Knudson [44], Quanjer [13], Rosenthal [45], Wang [46] en

10 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 10 Fig Vergelijking van voorspelde waarden voor FEV1 en FVC bij jongens en meisjes volgens GLI-2012 [23], Zapletal [43] en Stanojevic [16]. Hankinson [24] vaak gebruikt. De vergelijking van Stanojevic [16] past redelijk tot goed, die van Zapletal slecht bij een populatie gezonde kinderen (fig. 22). Toepassing van voorspelde waarden voor FEV1/FVC volgens GLI-2012 en Zapletal op gegevens van jongens en meisjes behandeld in het Children s Hospital of Pittsburgh, toonden met name verschillen in de prevalentie van luchtwegobstructie bij jongens, minder bij meisjes (tabel 1). Bij volwassenen (fig. 23) zijn de FEV1/FVC ratios volgens EGKS/ERS [10] en NHANES [24] verschillend van die van GLI-2012 [23]. Dit komt grotendeels doordat bij GLI- Tabel 1 - Prevalentie van luchtwegobstructie volgens GLI-2012 of Zapletal. Jongens (n = 2492) FEV1/FVC < LLN Meisjes (n= 2072) Quanjer GLI ,0% 14,0% Zapletal 23,1% 10,9% 2012 rekening wordt gehouden met het feit dat de ratio kleiner is naarmate de persoon groter is, terwijl bij de twee andere vergelijkingen alleen maar rekening wordt gehou- Fig Vergelijking van voorspelde waarden voor FEV1/FVC ratio bij vrouwen en mannen volgens GLI-2012 [23], EGKS/ERS [10] en NHANES [24].

11 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 11 Fig Vergelijking van voorspelde waarden voor FEV1, en FVC bij gezonde volwassenen volgens GLI-2012 [23], EGKS/ERS [10] en NHANES [24]. Fig Leeftijdsverdeling van patiënten (Australië, Polen). den met de leeftijd. De voorspelde waarden voor FEV1 en FVC volgens NHANES komen goed overeen met die van GLI-2012, die volgens EGKS/ERS zijn duidelijk te laag (fig. 24). De EGKS/ERS voorspelde waarden, op grote schaal in gebruik in Europa, dienen dus te worden verlaten. Gegevens van patiënten uit twee ziekenhuizen in Australië en een ziekenhuis in Polen (fig. 25) toonden het volgende beeld (fig. 26). Er is goede overeenstemming in de prevalentie van luchtwegobstructie bij toepassing van GLI-2012 en NHANES voorspellingen, ofschoon NHANES bij vrouwen tot een systematisch iets hogere prevalentie leidt. De EGKS/ERS voorspelde waarden (fig. 27) leiden tot een wat lagere prevalentie van luchtwegobstructie bij mannen tot 60 jaar, en bij jonge vrouwen. In het algemeen gaat het om Fig Percentage patiënten met luchtwegobstructie (FEV1/FVC < LLN) op basis van GLI-2012 [23] en NHANES [24] voorspelde waarden.

12 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 12 Fig Percentage patiënten met luchtwegobstructie (FEV1/FVC < LLN) op basis van GLI-2012 [23] en EGKS/ERS [10] voorspelde waarden. Fig Percentage patiënten met luchtwegobstructie (FEV1/FVC < LLN) op basis van GLI-2012 voorspelde waarden, of met GOLD stadium 2. vrij beperkte verschillen, zodat er voor de klinische praktijk geen grote veranderingen hoeven te worden verwacht in de diagnostiek van luchtwegobstructie. Zoals eerder uitgelegd wordt GOLD stadium 1 niet als een longziekte beschouwd. Daarom is de analyse beperkt tot stadium 2-4 (fig. 27). De prevalentie van GOLD stadia 2-4 vertoont het uit de literatuur bekende patroon voor GOLD stadium 1 (fig. 28): onderdiagnostiek (~20%) van luchtwegobstructie tot circa jaar, en overdiagnostiek (~20%) boven die leeftijd. Deze percentages komen overeen met die uit een ander onderzoek van klinische patiënten [47]. Dit geeft aan dat er zelfs bij de diagnose van GOLD stadium 2 een bias insluipt. Deze is mede een gevolg van het feit dat een criterium is dat FEV1 kleiner moet zijn dan 80% van de voorspelde waarde. We hebben immers gezien dat niet alleen FEV1/FVC < 0,70 (fig. 17), maar ook FEV1 < 80% tot een sterke leeftijdsbias leidt (fig. 6, 7 en 14). Restrictief patroon In 1991 suggereerde een ATS-commissie dat het mogelijk was om een restrictief defect, een aandoening waarbij de totale longcapaciteit te klein is, op het spoor te komen op basis Fig Percentage patiënten met een spirometrisch restrictief patroon : te klein VC maar normale of hoge FEV1/FVC ratio.

13 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 13 van een te lage VC maar normale of hoge FEV1/FVC ratio: restrictief patroon [21]. Sinds die tijd wordt een restrictief patroon regelmatig in de literatuur vermeld en blijkbaar als klinisch relevant patroon beschouwd. De prevalentie hiervan in de Australisch-Poolse patiëntenpopulatie (fig. 25) varieert met de leeftijd tussen 5 en 20% (fig. 29); boven de 80 jaar is het aantal waarnemingen erg klein, zodat aan het patroon na 80 jaar geen betekenis moet worden toegekend. De verschillen bij gebruik van de drie sets voorspellingen zijn aanzienlijk. Het algemene patroon is dat GLI-2012 leidt tot een toename van de prevalentie van een restrictief patroon ten opzichte van EGKS/ERS en NHANES. Dat is zorgwekkend, want het kan aanleiding geven tot een toename van het aantal aanvragen om de totale longcapaciteit te bepalen, en daarmee tot een toename van de kosten van gezondheidszorg. Er is immers bekend dat dit spirometrisch patroon een heel lage sensitiviteit heeft voor het correct diagnostiseren van longrestrictie: in de kliniek 50% of minder [48-50]. Het patroon wordt zeer vaak veroorzaakt door een onvoldoende goed uitgevoerd VC manoeuvre. In een gewone bevolking is longrestrictie zeldzaam, zodat in de huisartsenpraktijk dit spirometrisch patroon het beste kan worden genegeerd. In het algemeen is het beter om dit patroon voor kennisgeving aan te nemen tenzij er klinische aanwijzingen zijn (longresectie, sterke kyphoscoliose, etc.) voor een restrictief syndroom en documentering hiervan tot klinisch relevant beleid leidt. Het algemene beleid zou moeten zijn: behandel de patient, niet de getallen. Lengte en leeftijd Lengte De lengte moet worden gemeten, want de lengte die iemand bij navraag zelf meldt is onbetrouwbaar. Het verschil met de gemeten lengte kan tot 6,9 cm bedragen, met name bij ouderen [51-56]. De FEV1 en FVC zijn een functie van lengte k, waarbij k ~ 2,2. Bij een kind met een lengte van 110 cm, of een volwassene met een lengte van 180 cm, leidt een fout van 1 cm tot een fout in de voorspelde longfunctie-index van 2% resp. 1,2%. De lengte moet dus niet alleen worden gemeten, en de meetlat moet elk jaar worden gecalibreerd; voor het berekenen van voorspelde waarde dient de lengte met 1 cijfer achter de komma te worden ingevoerd [23, 57]. Tabel 2 - Het afronden van de leeftijd met 0,75 jaar leidt tot niet verwaarloosbare fouten in de voorspelde waarden. Leeftijd (afgerond) FEV1 % fout Mannen FVC % fout FEV1 % fout Vrouwen FVC %fout 3 vs 3,75-2,8-3,4-2,9-3,6 10 vs 10,75-1,3-1,4-2,6-2,7 15 vs 15,75-3,4-2,9-3,4-2,9 50 vs 50,75 +0,4 +0,4 +0,6 +0,7 Leeftijd Het effect van een fout in de leeftijd op de voorspelde waarde is niet eenvoudig te berekenen doordat de leeftijdscoëfficiënt met de leeftijd varieert door de toegevoegde spline. Wordt de leeftijd door het afronden systematisch bijv. 0,75 jaar te laag genoteerd, dan is de procentuele fout in de voorspelde waarde als in tabel 2. De fouten zijn leeftijdsafhankelijk en het grootst op de kinderleeftijd. Bij het berekenen van voorspelde waarden dient de leeftijd dus met tenminste 1 decimaal te worden ingevoerd [23, 57]. Validatie De referentiewaarden zijn in 2 studies gevalideerd [58-59]. Software Er staan twee soorten software gratis ter beschikking om de Quanjer GLI-2012 voorspelde waarden voor spirometrie mee toe te passen: 1 Software om voorspelde waarden te berekenen. Deze is beschikbaar als programma voor Windows systemen, maar ook als Excel spreadsheet. 2 Software om grote bestanden om te zetten zodat voorspelde waarde, LLN en z-score beschikbaar komen. Ook deze is aanwezig als programma geschikt voor Windows systemen, en als Excel spreadsheet. Deze software is te verkrijgen via software Daarnaast hebben veel spirometerproducenten de GLI formules geïmplementeerd in hun software, of zijn bezig dat te doen. Informatie hierover is te krijgen via fabrikanten Flows Sommigen vragen zich af waarom er geen voorspelde waarden voor instantane flows, zoals FEF50, zijn gepubliceerd. Van deze flows is nooit aangetoond dat zij toegevoegde waarde hebben als men reeds beschikt over FEV1 en VC. Zij worden niet zelden beschouwd als index voor small airways disease, een syndroom dat geacht wordt op te treden zonder dat grote luchtwegen bij spirometrisch onderzoek aantoonbare pathologie vertonen; hiertegen werd al in 1991 stelling genomen [21]. Ook is de variatiecoëfficiënt van de voorstelde waarde zeer hoog, hetgeen mede verklaart waarom deze indices voor diagnostische doeleinden van uiterst beperkte waarde zijn. Gegevens voor en na bronchusverwijding zijn niet vergelijkbaar als er een verandering in de FVC optreedt, noch bij spontane variaties in de FVC. In overeenstemming hiermee wordt in standaardiseringsadviezen het gebruik van deze flows voor diagnostische doeleinden niet geadviseerd en maken zij geen deel uit van diagnostische schemas [10,14,21,60]. In de kindergeneeskunde wordt nog veel gebruik gemaakt van instantane flows. Op speciaal verzoek zijn daarom aan de GLI-2012 vergelijkingen voorspelde waarden voor FEF75% en FEF25-75% toegevoegd. Inmiddels is echter gebleken dat deze twee indices voor de klinische praktijk

14 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 14 geen informatie aandragen die niet aanwezig is in FEV1, FVC en FEV1/FVC [61]. Transfer factor Door de GLI groep wordt gewerkt aan het afleiden van voorspelde waarden voor de transfer factor. Een groep onder leiding van Brian Graham en Graham Hall heeft daartoe task force status gekregen van de ATS. Transfer factor van de long wordt ook wel diffusiecapaciteit van de long genoemd. De long diffundeert echter niet. Ook is het gemeten resultaat geen capaciteit, want bijv. tijdens inspanning is de overdracht ( transfer ) van O2 of CO via de long veel groter dan tijdens rust. Transfer factor is daarom een betere benaming. Longvolumes Er bestaan op dit moment geen plannen om nieuwe referentievergelijkingen voor longvolumes (RV, TLC, FRC) af te leiden. Dat hangt o.m. samen met het feit dat er zo veel verschillende technieken zijn om deze volumes te meten, en er zo weinig onderzoeken van gezonde personen beschikbaar zijn. Daarnaast menen velen dat bepaling van longvolumes voor de klinische praktijk van beperkte waarde is. Conclusies 1 De studie van het Global Lung Function Initiative is gebaseerd op een zeer grote, representatieve steekproef uit de bevolking. 2 De aanbevelingen zijn aanvaard door 6 grote internationale organisaties van longartsen: ERS, ATS, Australian and New Zealand Society of Respiratory Science, Asian Pacific Society for Respirology, Thoracic Society of Australia and New Zealand, en de American College of Chest Physicians. 3 GLI-2012 verschaft vergelijkingen geldig van 3-95 jaar, en voor verschillende etnische groepen. 4 De leeftijdsafhankelijkheid van de LLN is in de voorspellingen verdisconteerd. 5 Z-scores bieden de mogelijkheid om metingen te interpreteren onafhankelijk van leeftijd, lengte, geslacht en etniciteit. 6 Het gebruik van procent van voorspelde waarde leidt tot een onaanvaardbare leeftijdsbias en dient te worden verlaten ten gunste van het gebruik van z-scores. 7 De GOLD doctrine respecteert niet de klinisch valide LLN en leidt daardoor tot aanzienlijke onder- en overdiagnostiek van luchtwegobstructie. 8 Introductie van de Quanjer GLI-2012 vergelijkingen zal leiden tot een toename van het restrictief patroon : behandel de patient, niet de getallen. Bronvermelding figuren Figuren 6, 7 and 20: Aangepast en gebruikt met toestemming van de European Respiratory Society. Eur Respir J December : ; published ahead of print June 27, 2012, doi: / Figure 11: Aangepast en gebruikt met toestemming van de European Respiratory Society. Eur Respir J December : ; published ahead of print March 29, 2010, doi: / Figure 22: Aangepast en gebruikt met toestemming van de European Respiratory Society. Eur Respir J July : ; published ahead of print December 19, 2011, doi: / Figure 25 and 29: Aangepast en gebruikt met toestemming van de European Respiratory Society. Eur Respir J 2013; in press; doi: / Referenties 1 Hutchinson J. On the capacity of the lungs, and on the respiratory functions, with a view of establishing a precise and easy method of detecting disease by the spirometer. Med Chir Trans (London) 1846; 29: Tiffeneau R, Pinelli A. Air circulant et air captif dans l exploration de la fonction ventilatrice pulmonaire. Paris Méd 1947; 37: Yernault JC. The birth and development of the forced expiratory manoeuvre: a tribute to Robert Tiffeneau ( ). Eur Respir J 1997; 10: Jouasset D. Normalisation des épreuves fonctionnelles respiratoires dans les pays de la Communauté Européenne du Charbon et de l Acier. Poumon Coeur 1960; 16: Cara M, Hentz P (1971). Aide-mémoire of spirographic practice for examining ventilatory function, 2nd edn. (Industrial Health and Med-

15 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 15 icine series, vol 11) pp Ferris BC: Epidemiology Standardization Project. Am Rev Respir Dis 1978; 118 (Suppl, part 2): American Thoracic Society Standardization of spirometry. Am Rev Respir Dis 1979; 119: Quanjer PH, ed. Standardized lung function testing. Report Working Party Standardization of Lung Function Tests. European Community for Coal and Steel. Bull Eur Physiopathol Respir 1983; 19: Suppl. 5, American Thoracic Society. Standardization of spirometry: 1987 update. Am Rev Respir Dis 1987; 136: Quanjer PH, Tammeling GJ, Cotes JE, Pedersen OF, Peslin R, Yernault J-C. Lung volume and forced ventilatory flows. Report Working Party Standardization of Lung Function Tests, European Community for Steel and Coal. Official Statement of the European Respiratory Society. Eur Respir J 1993; 6: Suppl. 16, Erratum Eur Respir J 1995; 8: American Thoracic Society. Standardization of spirometry, 1994 update. Am J Respir Crit Care Med 1995; 152: Polgar, G, Promadhat V. Pulmonary function testing in children: techniques and standards. Philadelphia, WB Saunders C, Quanjer PH, Borsboom GJ, Brunekreef B, Zach M, Forche G, Cotes JE, Sanchis J, Paoletti P. Spirometric reference values for white European children and adolescents: Polgar revisited. Pediatr Pulmonol 1995;19: Miller MR, Hankinson J, Brusasco V, et al. ATS/ERS Task Force. Standardisation of spirometry. Eur Respir J 2005; 26: Stanojevic S, Wade A, Stocks J, et al. Reference ranges for spirometry across all ages. A new approach. Am J Respir Crit Care Med 2008; 177: Bates DV, Christie RV. (1964). Respiratory Function in Disease, p. 91. Saunders, Philadelphia and London. 18 Sobol BJ. Assessment of ventilatory abnormality in the asymptomatic subject: an exercise in futility. Thorax 1966; 2: Sobol BJ, Sobol PG. Editorial. Percent of predicted as the limit of normal in pulmonary function testing: a statistically valid approach. Thorax 1979; 34: Miller MR, Pincock AC. Predicted values: how should we use them? Thorax 1988; 43: ATS Statement. Lung function testing: selection of reference values and interpretative strategies. Am Rev Resp Dis 1991; 144: Miller MR, Quanjer PH, Swanney MP, Ruppel G, Enright PL. Interpreting lung function data using 80% predicted and fixed thresholds misclassifies more than 20% of patients. Chest 2011; 139; Quanjer PH, Stanojevic S, Cole TJ et al. and the ERS Global Lung Function Initiative. Multi-ethnic reference values for spirometry for the 3-95 years age range: the Global Lung Function 2012 equations. Eur Respir J 2012; 40: Hankinson JL, Odencrantz JR, Fedan KB. Spirometric reference values from a sample of the general US population. Am J Respir Crit Care Med 1995; 152: Wang X, Dockery DW, Wypij D, Fay ME, Ferris BG Jr. Pulmonary function between 6 and 18 years of age. Pediatr Pulmonol 1993; 15: Falaschetti E, Laiho J, Primatesta P, Purdon S. Prediction equations for normal and low lung function from the Health Survey for England. Eur Respir J 2004; 23: Brändli O, Schindler Ch, Künzli N, Keller R, Perruchoud AP, and SA- PALDIA team. Lung function in healthy never smoking adults: reference values and lower limits of normal of a Swiss population. Thorax 1996; 51: Pistelli F, Bottai M, Viegi G, et al. Smooth reference equations for slow vital capacity and flow-volume curve indexes. Am J Respir Crit Care Med 2000; 161: Erratum in: Am J Respir Crit Care Med 2001; 164: Pistelli F, Bottai M, Carrozzi L, et al. Reference equations for spirometry from a general population sample in central Italy. Respir Med 2007; 101: Rigby RA, Stasinopoulos DM. Generalized additive models for location, scale and shape (with discussion). Appl Statist 2005; 54: Quanjer PH, Stanojevic S, Stocks J et al., for and on behalf of the Global Lung Initiative. Changes in the FEV1/FVC ratio during childhood and adolescence: an intercontinental study. Eur Respir J 2010; 36: West GB, Brown JH, Enquist BJ. A general model for the origin of allometric scaling laws in biology. Science 1997; 276: Quanjer PH, Enright PL, Miller MR et al. Open Letter. The need to change the method for defining mild airway obstruction. Eur Respir J 2011; 37: Ekberg-Aronsson M, Pehrsson K, Nilsson JA, Nilsson PM, Löfdahl CG. Mortality in GOLD stages of COPD and its dependence on symptoms of chronic bronchitis. Respir Res 2005; 6: Vaz Fragoso CA, Concato J, McAvay G, et al. Chronic obstructive pulmonary disease in older persons: a comparison of two spirometric definitions. Respir Med 2010; 104: Pedone C, Scarlata S, Sorino C, Forastiere F, Bellia V, Antonelli Incalzi R. Does mild COPD affect prognosis in the elderly? BMC Pulm Med 2010; 10: Mannino DM, Doherty DE, Buist AS. Global Initiative on Obstructive Lung Disease (GOLD) classification of lung disease and mortality: findings from the Atherosclerosis Risk in Communities (ARIC) study. Respir Med 2006; 100: Vaz Fragoso C, Gill T, McAvay G, et al. Use of lambda-mu-sigma-derived Z score for evaluating respiratory impairment in middle-aged persons. Respir Care 2011; 56: Bridevaux P-O, Gerbase MW, Probst-Hensch NM, Schindler C, Gaspoz JM, Rochat T. Long-term decline in lung function, utilisation of care and quality of life in modified GOLD stage 1 COPD. Thorax 2008; 63: Mannino DM, Buist AS, Vollmer WM. Chronic obstructive pulmonary disease in the older adult: what defines abnormal lung function? Thorax 2007; 62: Vaz Fragoso CA, Concato J, McAvay G, et al. The ratio of FEV1 to FVC as a basis for establishing chronic obstructive pulmonary disease. Am J Respir Crit Care Med 2010; 181: Borsboom GJJM, van Pelt W, van Houwelingen HC, van Vianen BG, Schouten JP, Quanjer PH. Diurnal variation in lung function in subgroups from two Dutch populations. Consequences for longitudinal analysis. Am J Respir Crit Care Med 1999; 159: Zapletal A, Paul T, Samanek N. Die Bedeutung heutiger Methoden der Lungen-funktionsdiagnostik zur Feststellung einer Obstruktion der Atemwege bei Kindern und Jugendlichen. Z Erkrank Atm-Org 1977; 149: Knudson RJ, Lebowitz MD, Holberg CJ, et al. Changes in the normal maximal expiratory flow-volume curve with growth and aging. Am Rev Respir Dis 1983; 127: Rosenthal M, Bain SH, Cramer D, et al. Lung function in white children aged 4 19 years: I Spirometry. Thorax 1993; 48: Wang X, Dockery DW, Wypij D, et al. Pulmonary function between 6 and 18 years of age. Pediatr Pulmonol 1993; 15: Miller MR, Quanjer PH, Swanney MP, Ruppel G, Enright PL. Interpreting lung function data using 80% predicted and fixed thresholds misclassifies more than 20% of patients. Chest 2011; 139: Aaron SD, Dales RE, Cardinal P. How accurate is spirometry at predicting restrictive pulmonary impairment? Chest 1999; 115: Glady CA, Aaron SD, Lunau ML, et al. A spirometry-based algorithm to direct lung function testing in the pulmonary function laboratory. Chest 2003; 123: Swanney MP, Beckert LE, Frampton CM, et al. Validity of the American Thoracic Society and other spirometric algorithms using FVC and Forced Expiratory Volume at 6 s for predicting a reduced total lung capacity. Chest 2004; 126: Parker JM, Dillard TA, Phillips YY. Impact of using stated instead of measured height upon screening spirometry. Am J Respir Crit Care Med 1994; 150(6 Pt 1): Brener ND, Mcmanus T, Galuska DA, Lowry R, Wechsler H. Reliability and validity of self-reported height and weight among high school students. J Adolesc Health 2003; 32: Braziuniene I, Wilson TA, Lane AH. Accuracy of self-reported height measurements in parents and its effect on mid-parental target height calculation. BMC Endocrine Disorders 2007; 7: Jansen W, van de Looij-Jansen P. M, Ferreira I, de Wilde EJ, Brug J. Differences in measured and self-reported height and weight in Dutch adolescents. Ann Nutr Metab 2006; 50: Lim LLY, Seubsman S-A, Sleigh A. Validity of self-reported weight, height, and body mass index among university students in Thailand: Implications for population studies of obesity in developing countries. Population Health Metrics 2009; 7: Wada K, Tamakoshi K, Tsunekawa T et al. Validity of self-reported height and weight in a Japanese workplace population. Intern J Obesity 2005; 29:

16 GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie Quanjer PH, Hall GL,Stanojevic S, Cole TJ, Stocks J, on behalf of the Global Lungs Initiative. Age- and height-based prediction bias in spirometry reference equations. Eur Respir J 2012; 40: Lum S, Bonner R, Kirkby J, Sonnappa S, Stocks J. S33 Validation of the GLI-2012 multi-ethnic spirometry reference equations in London school children. Thorax 2012;67:A18 ( 59 Hall GL, Thompson BR, Stanojevic S, et al. The Global Lung Initiative 2012 reference values reflect contemporary Australasian spirometry. Respirology 2012; 17: Pellegrino R. Viegi G. Brusasco V, et al. ATS/ERS Task Force. Interpretative strategies for lung function tests. Eur Respir J 2005; 26: Quanjer PH, Weiner DJ, Pretto JJ, Brazzale DJ, Boros PW. Measurement of FEF25-75% and FEF75% does not contribute to clinical decision making. Eur Respir J 2014; 43:

Global Lungs Initiative. Pulmonaria officinalis (Longkruid)

Global Lungs Initiative. Pulmonaria officinalis (Longkruid) Pulmonaria officinalis (Longkruid) Wat ik zal aantonen 2005, ATS/ERS this committee does not recommend any specific set of equations for use in Europe.. 1995, Quanjer Ped Pulmonol 19: 135-142 much to be

Nadere informatie

Pulmonaria officinalis Longkruid

Pulmonaria officinalis Longkruid GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie 1 Pulmonaria officinalis Longkruid GLI-2012 referentiewaarden voor de spirometrie Voordelen Consequenties Philip H. Quanjer GLI-2012 referentiewaarden voor

Nadere informatie

Eigentijdse interpretatie van longfunctiegegevens

Eigentijdse interpretatie van longfunctiegegevens Eigentijdse interpretatie van longfunctiegegevens Philip H. Quanjer, Henk Stam, Frans W. Mertens, Johan C. de Jongste, Niels H. Chavannes en Henk C. Hoogsteden + gerelateerd artikel Ned Tijdschr geneeskd.

Nadere informatie

Werkwijze Interpretatie van spirometrie

Werkwijze Interpretatie van spirometrie Werkwijze Interpretatie van spirometrie Document ID NVLA 160620 ww IntSpir Document titel Interpretatie van spirometrie Publicatiedatum Juni 2016 Versie 1.0 Herzieningsdatum Juni 2021 Doel Het standaardiseren

Nadere informatie

Wat is nieuw in longfunctie? Jan Willem van den Berg Longarts

Wat is nieuw in longfunctie? Jan Willem van den Berg Longarts Wat is nieuw in longfunctie? Jan Willem van den Berg Longarts Oude situatie Referenties dateren uit de jaren 50-60 Groep mijnwerkers en staalarbeiders (ECCS) Vrouwen niet als referentie geïncludeerd (globaal

Nadere informatie

FEV1/FVC onder 70% of Lower Limit of Normal (LLN)?

FEV1/FVC onder 70% of Lower Limit of Normal (LLN)? Maarssen, 7 oktober 2010 FEV1/FVC onder 70% of Lower Limit of Normal (LLN)? Tjard Schermer afd. Eerstelijnsgeneeskunde, UMC St Radboud Topics 1. 2. 3. 4. Longfysiologie bij veroudering Criteria voor luchtwegobstructie

Nadere informatie

Spirometrie-onderzoek

Spirometrie-onderzoek Spirometrie-onderzoek Prof. Ellie Oostveen, longfysioloog Dienst Longziekten Universitair Ziekenhuis Antwerpen ellie.oostveen@uza.be Ademhalingssysteem Longfunctietests Luchtwegvernauwing of beperkte ademreserves:

Nadere informatie

Figuur 1: Normale verdeling. Bij een normale verdeling geldt dat ongeveer:

Figuur 1: Normale verdeling. Bij een normale verdeling geldt dat ongeveer: Kwaliteitscontrole door middel van Biologisch ijken Patrick Jak ( PMC.Jak@Vumc.nl ) en Herman Groepenhoff ( H.Groepenhoff@vumc.nl ) VU Medisch Centrum, Amsterdam. Een belangrijk hulpmiddel bij biologisch

Nadere informatie

DIAGNOSE VAN COPD: EENVOUDIG OF COMPLEX

DIAGNOSE VAN COPD: EENVOUDIG OF COMPLEX DIAGNOSE VAN COPD: EENVOUDIG OF COMPLEX Wim Janssens Long- en revalidatiearts UZ Leuven BVP-SBP meeting 1 december 2018 Risk factors for COPD Smoking Passive smoking Occupational exposure airpollution

Nadere informatie

Opsporen van COPD in de huisartsenpraktijk: wie is er eigenlijk ziek?

Opsporen van COPD in de huisartsenpraktijk: wie is er eigenlijk ziek? Beschouwing Opsporen van COPD in de huisartsenpraktijk: wie is er eigenlijk ziek? Tjard Schermer en Philip Quanjer Inleiding Nu de herziene NHG-Standaard COPD verschenen is en het screenen van rokers van

Nadere informatie

ERS European Spirometry Driving Licence Werkgroep

ERS European Spirometry Driving Licence Werkgroep ERS European Spirometry Driving Licence Werkgroep Uitnodiging om deel te nemen aan een online enquäte naar spirometrie training Geachte medewerker in de gezondheidszorg die betrokken is bij spirometrie-onderzoek:

Nadere informatie

Kwaliteitscontrole longfunctieapparatuur door middel van

Kwaliteitscontrole longfunctieapparatuur door middel van Werkwijze Kwaliteitscontrole longfunctieapparatuur door middel van biologische controle Document ID Document titel Publicatiedatum November 2015 Versie 1.0 Herzieningsdatum 01-11-2017 NVLA 151124 ww KCLA

Nadere informatie

Protocol Controleren van longfunctieapparatuur door middel van biologische controle

Protocol Controleren van longfunctieapparatuur door middel van biologische controle Protocol Controleren van longfunctieapparatuur door middel van biologische controle Document ID NVLA 091228 prt CvL BC Document titel Controleren longfunctieapparatuur door biologische controle Publicatiedatum

Nadere informatie

Externe validering van een chronic obstructive pulmonary disease (COPD) diagnostische vragenlijst

Externe validering van een chronic obstructive pulmonary disease (COPD) diagnostische vragenlijst Externe validering van een chronic obstructive pulmonary disease (COPD) diagnostische vragenlijst Daniel Kotz Maastricht University Department of General Practice School for Public Health and Primary Care

Nadere informatie

Rol van longfunctietesten in de diagnose van COPD VVLR Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven

Rol van longfunctietesten in de diagnose van COPD VVLR Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven Rol van longfunctietesten in de diagnose van COPD VVLR - 2016 Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven Inleiding Diagnose van COPD op basis van FEV1/FVC ratio Problemen Fixed ratio - Lower limit Reversibiliteit

Nadere informatie

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008 Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer

Nadere informatie

Indeling presentatie

Indeling presentatie Gho-Go COPD terugkomdag COPD ketenzorg 7 oktober 2014 Norbert IJkelenstam Kaderhuisarts astma/copd 1 Indeling presentatie Aandachtspunten vanuit spiegelinformatie 2014 De nieuwe NHG COPD standaard 2015

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Bruce Test. 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Bruce Test. 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Bruce Test 11-08-2011 Review: EJCM Swinkels-Meewisse Invoer: E v Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën

Nadere informatie

Samenvatting van de standaard Astma bij volwassenen (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap

Samenvatting van de standaard Astma bij volwassenen (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap voor de praktijk Samenvatting van de standaard Astma bij volwassenen (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap R.M.M.Geijer, I.J.M.Smeele en A.N.Goudswaard Zie ook de artikelen op bl.

Nadere informatie

METEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012

METEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012 METEN VAN LONGVOLUMES klinisch belang Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012 LONGVOLUMES IC TLC VC VT ERV FRC RV FLOW-VOLUME LOOP: Normaal TLC IC VC VT ERV FRC Flow RV Sec. 0 Volume

Nadere informatie

Zijn ze wel ziek? Normaalwaarden bij ouderen en de consequenties voor de COPD diagnostiek. Tjard Schermer & Philip H. Quanjer.

Zijn ze wel ziek? Normaalwaarden bij ouderen en de consequenties voor de COPD diagnostiek. Tjard Schermer & Philip H. Quanjer. Zijn ze wel ziek? 1 Zijn ze wel ziek? Normaalwaarden bij ouderen en de consequenties voor de COPD diagnostiek Tjard Schermer & Philip H. Quanjer 29 november 2006 Zijn ze wel ziek? 2 Bij de omgang met spirometrische

Nadere informatie

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03 Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Faculteit Biomedische Technologie BSc opleiding Medische Wetenschappen en Technologie Verantwoordelijk docent: C. Bouten Coördinator

Nadere informatie

COPDnet transmuraal ketenzorgmodel

COPDnet transmuraal ketenzorgmodel COPDnet transmuraal ketenzorgmodel integrale zorg in een geïntegreerde zorgketen LAN, Conferentie, 19 januari 2018 dr. A.J. (Alex) van t Hul Uitgangspunten/ aannames: 1. Uitkomsten van zorg voor mensen

Nadere informatie

Spirometrie; dynamische longvolumes

Spirometrie; dynamische longvolumes Spirometrie; dynamische longvolumes 1 Y. Heijdra 1.1 Inleiding Het meten van dynamische longvolumes is een vorm van spirometrisch onderzoek waarbij de hoeveelheid lucht die een persoon binnen een bepaalde

Nadere informatie

Pathofysiologie van COPD:

Pathofysiologie van COPD: Pathofysiologie van COPD: Perspectief vanuit longfunctie VVLR - 2019 Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven Definitie COPD definitie volgens GOLD Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) is a common,

Nadere informatie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007 Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 27 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, NIVEL, Oktober 27). LEVEN MET COPD VRAAGT OM LEF

Nadere informatie

Werkwijze Spirometrie/Flowvolume meting

Werkwijze Spirometrie/Flowvolume meting Werkwijze Spirometrie/Flowvolume meting Document ID NVLA 160412 ww S/FV lf Document titel Spirometrie/Flowvolume meting Publicatiedatum April 2016 Versie 2.0 Herzieningsdatum Januari 2020 Doel Het meten

Nadere informatie

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD.

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Robbert Kerseboom Kaderhuisarts astma-copd De prevalentie van obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ): (in 2012) 11 % bij mannen 14 % bij vrouwen. De prevalentie van COPD is 20/1000 Nederlanders KADERHUISARTS SCHAKEL

Nadere informatie

Kalibratie en biologische ijking

Kalibratie en biologische ijking 6ste Coloquium VVLR 04, Grobbendonk Kalibratie en biologische ijking Dr. Herman Groepenhoff h.groepenhoff@vumc.nl Inleiding Inleiding Theorie / (ERS/ATS) richtlijnen Fysisch kalibreren / verifiëren Biologisch

Nadere informatie

Overzicht. Help! Statistiek! Stelling van Bayes. Hoe goed is leverscan ( test T ) voor het diagnostiseren van leverpathologie ( ziekte Z )?

Overzicht. Help! Statistiek! Stelling van Bayes. Hoe goed is leverscan ( test T ) voor het diagnostiseren van leverpathologie ( ziekte Z )? Help! Statistiek! Overzicht Doel: Informeren over statistiek in klinisch onderzoek. Tijd: Doorlopende serie laagdrempelige lezingen, voor iedereen vrij toegankelijk. Derde woensdag in de maand, 12-13 uur

Nadere informatie

COPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel

COPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel COPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel Inhoud Definities Etiologie en impact Diagnose Behandeling Definitie van COPD COPD, een ziekte die voorkomen en behandeld kan worden,

Nadere informatie

SPIROMETRIE. Prof. dr. Jan Vandevoorde pag. 1

SPIROMETRIE. Prof. dr. Jan Vandevoorde pag. 1 SPIROMETRIE Prof. dr. Jan Vandevoorde 16-11-2014 pag. 1 Overzicht Indicaties - contraindicaties Uitvoering van spirometrie: Demonstratie spirometrie Aanvaardbaarheidscriteria Reproduceerbaarheidscriteria

Nadere informatie

Triage Risk Screening Tool (TRST)

Triage Risk Screening Tool (TRST) Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van

Nadere informatie

Spirometrie uitvoering

Spirometrie uitvoering Spirometrie uitvoering Daniël Schuermans Longfunctielaborant Biomedical research unit Vrije Universiteit Brussel Z 0 1 2 3 4 5 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Het principe van longfunctie Non-invasive longstructuren

Nadere informatie

Interpretatie van longfunctietesten

Interpretatie van longfunctietesten Interpretatie van longfunctietesten Master in specialistische geneeskunde Prof W. Janssens Dienst Pneumologie Leuven Inleiding Zeer veel verschillende testen op longfunctielabo : spirometrie, reversibiliteit,

Nadere informatie

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal

Nadere informatie

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi. Lotos-Euros v1.7: validatierapport voor 10 en bias-correctie Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.nl Conclusies Bias-correctie:

Nadere informatie

CARA als "risicofactor" bij bepaalde doodsoorzaken. R. van der Lende en H. de Vries.

CARA als risicofactor bij bepaalde doodsoorzaken. R. van der Lende en H. de Vries. La 27 CARA als "risicofactor" bij bepaalde doodsoorzaken. " R. van der Lende en H. de Vries. Inleiding In een aantal publikaties is vermeld dat het roken van sigaretten en/of aanwezigheid van een verminderde

Nadere informatie

Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers

Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers USB-aansluiting voor de pc, printer en laadstation van de MicroLoop Eenvoudig uit te voeren Spirometrie De uiterst veelzijdige, intelligente en prachtig

Nadere informatie

Richtlijn Signalering en verwijscriteria bij kleine lichaamslengte (2010)

Richtlijn Signalering en verwijscriteria bij kleine lichaamslengte (2010) Richtlijn Signalering en verwijscriteria bij kleine lichaamslengte (2010) 1. Begripsbepaling en definities Hiervoor is gebruikgemaakt van de Handleiding bij het meten en wegen van kinderen en het invullen

Nadere informatie

Doelstelling: Inhoud workshop. Spirometrie voor experts. Discussie. Na de workshop is de cursist in staat

Doelstelling: Inhoud workshop. Spirometrie voor experts. Discussie. Na de workshop is de cursist in staat IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK (potentiële) belangenverstrengeling voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Zie hieronder geen 4 en 5 februari 2016 Honorarium

Nadere informatie

Klinisch relevantie van longvolumes VVLR Prof Dr. Wim Janssens Pneumologie UZLeuven

Klinisch relevantie van longvolumes VVLR Prof Dr. Wim Janssens Pneumologie UZLeuven Klinisch relevantie van longvolumes VVLR - 2018 Prof Dr. Wim Janssens Pneumologie UZLeuven Longvolumina FVC en FEV 1 zijn dynamische volumina Ze zeggen niets over de totale hoeveelheid lucht in thorax

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

PET-onderzoeken. Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde. Tweede iteratie ( )

PET-onderzoeken. Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde. Tweede iteratie ( ) Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Tweede iteratie (2017-2019) Vijfde periode (01/04/2018 30/06/2018) PET-onderzoeken 12/02/2019 Contact: Thibault VANAUDENHOVE Federaal

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016

Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016 Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016 Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences

Nadere informatie

Diagnostic accuracy of FEV 1 /FEV 6 -based microspirometry to assess airflow obstruction in primary care. A systematic literature review

Diagnostic accuracy of FEV 1 /FEV 6 -based microspirometry to assess airflow obstruction in primary care. A systematic literature review Diagnostic accuracy of FEV 1 /FEV 6 -based microspirometry to assess airflow obstruction in primary care. A systematic literature review Tjard Schermer, Erik Bischoff, Patrick Poels, Alan Crockett, Lisette

Nadere informatie

The Belgian Pulmonary Function Study: the Belgian Thoracic Society

The Belgian Pulmonary Function Study: the Belgian Thoracic Society The Belgian Pulmonary Function Study: the Belgian Thoracic Society Historische context Nomenclatuur van longfunctie onderzoek onder vuur Geen evidentie dat weerstandsmeting nuttig is in de diagnostiek

Nadere informatie

Onderzoek naar voorschrijven door Verpleegkundig Specialisten. Anneke Francke, mede namens Marieke Kroezen (NIVEL) 19 juni 2014

Onderzoek naar voorschrijven door Verpleegkundig Specialisten. Anneke Francke, mede namens Marieke Kroezen (NIVEL) 19 juni 2014 Onderzoek naar voorschrijven door Verpleegkundig Specialisten Anneke Francke, mede namens Marieke Kroezen (NIVEL) 19 juni 2014 In de praktijk horen we niet alleen dat de kwaliteit van het voorschrijven

Nadere informatie

Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige

Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige Cindy Kenis Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige UZ Leuven, België Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken Introductie (1) Definitie Comprehensive Geriatric

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Thorax/buik/organen. Circulatie en ademhalingsstelsel Longaandoeningen

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Thorax/buik/organen. Circulatie en ademhalingsstelsel Longaandoeningen Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Lung Information Needs Questionnaire (LINQ) Longziekten Informatie Behoefte Questionnaire Juli 2015 Review: 1. Dijcks B 2. Jungen MJH Invoer: Bokhorst ML

Nadere informatie

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg. Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.

Nadere informatie

Consequenties van de veranderde berekening van de target height J.M.Wit 1, P.van Dommelen 2, W.Oostdijk 1

Consequenties van de veranderde berekening van de target height J.M.Wit 1, P.van Dommelen 2, W.Oostdijk 1 Consequenties van de veranderde berekening van de target height J.M.Wit 1, P.van Dommelen 2, W.Oostdijk 1 1 Afdeling kindergeneeskunde LUMC en 2 Afdeling Statistiek, TNO Kwaliteit van Leven, Leiden 17

Nadere informatie

Waarom was het onderzoek nodig?

Waarom was het onderzoek nodig? Helpt het toevoegen van olodaterol aan tiotropium kortademigheid te verlichten bij patiënten met COPD? Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met chronische obstructieve longziekte

Nadere informatie

Frequentie Voor de frequentie van spirometrie bij de monitoring fase: zie hoofdstuk 12 en 13.

Frequentie Voor de frequentie van spirometrie bij de monitoring fase: zie hoofdstuk 12 en 13. Protocol Spirometrie Gebruik van dit protocol Gebruik dit protocol om een spirometrie bij een patiënt uit te voeren om: de diagnose astma of COPD te stellen of om deze diagnose(s) minder waarschijnlijk

Nadere informatie

Overgewicht 2-4 jaar. JGZ-Organisatie: Yunio, 2014. Inleiding

Overgewicht 2-4 jaar. JGZ-Organisatie: Yunio, 2014. Inleiding Overgewicht 2-4 jaar JGZ-Organisatie: Yunio, 2014 Inleiding Met behulp van Jeugd in Beeld (JIB, http://jeugdinbeeld.databank.nl/) worden gegevens uit het Digitaal Dossier Jeugdgezondheid (DD JGZ) voor

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Onderhoud turbine spirometer in de huisartsenpraktijk. Onderhoud turbine spirometer

Onderhoud turbine spirometer in de huisartsenpraktijk. Onderhoud turbine spirometer Onderhoud turbine spirometer in de huisartsenpraktijk Algemene hygiëne maatregelen Bacteriefilters versus kartonnen mondstukken Invloed bacteriefilters op de flow-volume curve Colette van Eck Longverpleegkundige

Nadere informatie

ICHOM en het belang voor de patiënt

ICHOM en het belang voor de patiënt DE PATIENT CENTRAAL Maarten de Wit Lent 12 oktober 2017 ICHOM en het belang voor de patiënt T2T Overarching principle B. The primary goal of treating patients with rheumatoid arthritis is to maximize long-term

Nadere informatie

Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008)

Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) The Diabetes Numeracy Test (DNT) Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) Development and validation

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? Bij een patiënt kunnen verschillende longfunctie testen worden gedaan om te kijken of er sprake is van COPD. Je kunt met de testen de ernst van de COPD bepalen.

Nadere informatie

Renal function? Landelijke standaardisatie nierfunctiemeting is nodig

Renal function? Landelijke standaardisatie nierfunctiemeting is nodig Renal function? Landelijke standaardisatie nierfunctiemeting is nodig Renal function = glomerular filtration rate (GFR) = volume of plasmawater that is filtrated per unit of time Prof.dr Jack F.M. Wetzels

Nadere informatie

Multidimensional Fatigue Inventory

Multidimensional Fatigue Inventory Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Smets E.M.A., Garssen B., Bonke B., Dehaes J.C.J.M. (1995) The Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Psychometric properties of an instrument to asses fatigue.

Nadere informatie

Interpretatie van longfunctie in de kindergeneeskundige praktijk workshop gevorderden

Interpretatie van longfunctie in de kindergeneeskundige praktijk workshop gevorderden Interpretatie van longfunctie in de kindergeneeskundige praktijk workshop gevorderden Trends 2013 Marianne Brouwer, kinderarts-pulmonoloog CWZ, Nijmegen Mark Ottink, kinderarts-pulmonoloog MST, Enschede

Nadere informatie

Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers

Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers Micro Medical MicroLab en MicroLoop Spirometers Eenvoudig uit te voeren Spirometrie De uiterst veelzijdige, intelligente en prachtig vormgegeven MicroLab en MicroLoop zijn uitgerust met de allernieuwste

Nadere informatie

Mondgezondheidsrapport

Mondgezondheidsrapport Mondgezondheidsrapport sensibiliseringproject Glimlachen.be 2014 Effectevaluatie van een 4-jaar longitudinaal sensibiliseringproject in scholen in Vlaanderen Samenvatting J Vanobbergen Glimlachen - Souriez

Nadere informatie

10 november UMCU-WKZ-KLZ 2000 Blad 1

10 november UMCU-WKZ-KLZ 2000 Blad 1 Longfunctie Onderzoek bij kinderen Workshop Longfunctie Spirometrie, Flow-Volume meting en Bronchiale hyperreactiviteit Inleiding Theorie Flow-Volume meting Anneke Landstra Maarten Kuethe Theorie bronchiale

Nadere informatie

Bijlage 3.1. Meetinstrumenten. Free Running Asthma Screening Test, FRAST. Benodigdheden stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf

Bijlage 3.1. Meetinstrumenten. Free Running Asthma Screening Test, FRAST. Benodigdheden stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf Bijlage 3 Meetinstrumenten Bijlage 3.1 Free Running Asthma Screening Test, FRAST stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf Protocol Bij de FRAST wordt het kind gevraagd om gedurende

Nadere informatie

The Mini-Cog : a cognitive vital signs measure for dementia screening in multilingual

The Mini-Cog : a cognitive vital signs measure for dementia screening in multilingual Mini-COG Borson S, Scanlan J, Brush M, et al. (2000) The Mini-Cog : a cognitive vital signs measure for dementia screening in multilingual elderly. Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp Doelstelling

Nadere informatie

Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens

Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens Longziekten en respiratoire revalidatie Prof Dr W. Janssens Definitie Respiratoire revalidatie is gericht op patienten met chronische longaandoeningen met klachten en gereduceerde activiteiten van het

Nadere informatie

The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."

The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps. Système de mesure de l autonomie fonctionnelle (SMAF) Hébert R. (1988) The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."

Nadere informatie

Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010

Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Het correcte antwoord wordt aangeduid door een sterretje. 1 Een steekproef van 400 personen bestaat uit 270 mannen en 130 vrouwen. Een derde van de mannen is

Nadere informatie

DIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum

DIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum DIAGNOSTIEK Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum Test Evaluatie Meer aandacht voor de evaluatie van testen Snelle groei

Nadere informatie

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

Chronische NIV bij stabiele COPD patiënten

Chronische NIV bij stabiele COPD patiënten Chronische NIV bij stabiele COPD patiënten 1. is alleen effectief als er sprake is van hypercapnie 2. is alleen effectief als door de NIV de CO 2 daalt 3. als aan beide (1 en 2) wordt voldaan 4. is nooit

Nadere informatie

Mental Alternation Test (MAT)

Mental Alternation Test (MAT) Mental Alternation Test (MAT) Jones, B. N., Teng, E. L., Folstein, M. F., and Harrison, K. S. (1993). "A New Bedside Test of Cognition for Patients With HIV Infection." Meetinstrument Mental Alternation

Nadere informatie

Frequentiematen voor ziekte: Hoe vaak komt de ziekte voor

Frequentiematen voor ziekte: Hoe vaak komt de ziekte voor Frequentiematen voor ziekte: Hoe vaak komt de ziekte voor 4 juni 2012 Het voorkomen van ziekte kan op drie manieren worden weergegeven: - Prevalentie - Cumulatieve incidentie - Incidentiedichtheid In de

Nadere informatie

Myocardperfusiescintigrafie

Myocardperfusiescintigrafie Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Tweede iteratie (2017-2019) Tweede periode (01/07/2017 30/09/2017) Myocardperfusiescintigrafie 11/06/2018 Contact: Thibault VANAUDENHOVE

Nadere informatie

Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002).

Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Mini Motor Test (MMT) Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp

Nadere informatie

Alcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael

Alcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael Alcohol misbruik Consequenties voor IC Roger van Groenendael à Meerdere MC/IC patiënten met alcohol abusus in VG à Belang voor IC opname? Omvang Meest gebruikte en misbruikte drug wereldwijd NL getallen:

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen

Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen Voor: begeleider/presentator Voorstel wijzigingen bij herziening werkafspraak kunnen op de laatste pagina worden genoteerd. Interline januari 2010 INTERLINE

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Conflict van belangen

Conflict van belangen Validering van de 1-week papierenversie en 1-week smartphoneapplicatie van de Control of Allergic Rhinitis and Asthma Test (CARAT) de Jong C. 1, Baretta H. 1, van der Molen T. 1, de Kroon J. 1, van Heijst

Nadere informatie

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly DYSPHAGIA RISK ASSESSMENT FOR THE COMMUNITY-DWELLING ELDERLY (DRACE) Miura, H., Kariyasu, M., Yamasaki, K., & Arai, Y. (2007). Evaluation of chewing and swallowing disorders among frail community-dwelling

Nadere informatie

Overgewicht 4-19 jaar

Overgewicht 4-19 jaar Overgewicht 4-19 jaar JGZ-Organisatie: GGD Zaanstreek - Waterland, 2014 Inleiding Met behulp van Jeugd in Beeld (JIB, http://jeugdinbeeld.databank.nl/) worden gegevens uit het Digitaal Dossier Jeugdgezondheid

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van

Nadere informatie

Resultaten uit vijf Vlaamse opleidingspraktijken

Resultaten uit vijf Vlaamse opleidingspraktijken Kwaliteit en haalbaarheid van spirometrie in de eerste lijn Resultaten uit vijf Vlaamse opleidingspraktijken P. Boeckxstaens, E. Vandedrinck, A. De Sutter Achtergrond Spirometrie is een valabel instrument

Nadere informatie

Als schoolarts Speciaal Onderwijs cluster 2

Als schoolarts Speciaal Onderwijs cluster 2 Babette Diepeveen jeugdarts arts maatschappij en gezondheid Als consultatiebureau arts Als arts spraaktaalteam Audiologisch Centrum Als schoolarts Speciaal Onderwijs cluster 2 Als consultatiebureau arts

Nadere informatie

Normale (ideale) long

Normale (ideale) long DLCO-meting: Achtergronden, Nieuwe Richtlijnen voor Standaardisatie, Referentiewaarden Prof. Ellie Oostveen Longfysioloog Dienst Longziekten Universitair Ziekenhuis Antwerpen ellie.oostveen@uza.be Normale

Nadere informatie

Behandelresultaat van een multidisciplinair programma voor kinderen met overgewicht bij MTCJunior

Behandelresultaat van een multidisciplinair programma voor kinderen met overgewicht bij MTCJunior Behandelresultaat van een multidisciplinair programma voor kinderen met overgewicht bij MTCJunior INLEIDING In Nederland is overgewicht bij kinderen een groeiend probleem. De prevalentie van jongens met

Nadere informatie

Het meten van ziektespecifieke kwaliteit van leven

Het meten van ziektespecifieke kwaliteit van leven Het meten van ziektespecifieke kwaliteit van leven Meetproblemen bij Tukkers Job van der Palen Universiteit Twente, Faculteit Gedragswetenschappen Vakgroep Onderzoeksmethodologie, meetmethoden en dataanalyse

Nadere informatie

Ademhalingsfunctie: tussen proefschrift en richtlijn? Karin Postma

Ademhalingsfunctie: tussen proefschrift en richtlijn? Karin Postma Ademhalingsfunctie: tussen proefschrift en richtlijn? Karin Postma fysiotherapeut en onderzoeker Rijndam revalidatie & Erasmus MC te Rotterdam tussen proefschrift en richtlijn? Promotor: Prof.dr. H.J.

Nadere informatie

Kosten en baten van lokale gezondheidspromotie

Kosten en baten van lokale gezondheidspromotie Kosten en baten van lokale gezondheidspromotie Prof. Dr. Lieven Annemans Ghent University, Brussels University Lieven.annemans@ugent.be Lieven.annemans@vub.ac.be VIGeZ April 2013 1 Growth 7% Eén van de

Nadere informatie

Onder redactie van. Y.F. Heijdra H.A.C. van Helvoort. 2e herziene editie PRAKTISCHE HANDLEIDING LONGFUNCTIETESTEN

Onder redactie van. Y.F. Heijdra H.A.C. van Helvoort. 2e herziene editie PRAKTISCHE HANDLEIDING LONGFUNCTIETESTEN Onder redactie van Y.F. Heijdra H.A.C. van Helvoort 2e herziene editie PRAKTISCHE HANDLEIDING LONGFUNCTIETESTEN Praktische handleiding longfunctietesten Praktische handleiding longfunctietesten Redactie:

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Willemijn Scholten NEDKAD 2015 Stelling In de DSM 6 zullen angst en depressie één stoornis zijn Achtergrond Waxing and waning

Nadere informatie