Recht op zorg? De rechtspositie van geïnterneerden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Recht op zorg? De rechtspositie van geïnterneerden"

Transcriptie

1 Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar Recht op zorg? De rechtspositie van geïnterneerden Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Hanne Coenegrachts Promotor: prof. dr. Freya Vander Laenen Commissaris: prof. dr. Tom Vander Beken

2 VOORWOORD Vooreerst wil ik graag mijn promotor, prof. dr. Freya Vander Laenen, bedanken om mij te begeleiden bij het schrijven van deze masterproef en mij in de juiste richting te sturen. Het was alleszins een zeer interessante en leerrijke ervaring. Verder wil ik ook graag enkele mensen bedanken die mij geholpen hebben een beter inzicht in de praktijk van de internering te verkrijgen. De heer Henri Heimans, voorzitter van de commissie tot bescherming van de maatschappij te Gent, de heer Christophe Busch, zorgcoördinator in de forensisch psychiatrische afdeling van het PC Sint-Jan-Baptist te Zelzate en tenslotte, Jean-Jacques Bernkens, penitentiair beambte in de instelling ter bescherming van de maatschappij te Paifve. 2

3 INHOUDSOPGAVE Artikel I.... VOORWOORD... 2 INHOUDSOPGAVE... 3 LIJST VAN AFKORTINGEN INLEIDING SITUERING GESCHIEDENIS VAN DE INTERNERING De strafrechtelijke onverantwoordelijkheid van krankzinnigen Invloed van het sociaal verweer: de internering als strafvervangende beveiligingsmaatregel De herziening van de eerste wet tot bescherming van de maatschappij Een nieuwe interneringswet? DE FORENSISCHE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG DE GEÏNTERNEERDEN IN BELGIË Geïnterneerdenpopulatie Internering in cijfers DE RECHTSPOSITIE VAN GEÏNTERNEERDEN EXTERNE RECHTSPOSITIE Algemeen De wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en gewoontemisdadigers Ten geleide Toepassingsgebied Onderzoek de inobservatiestelling het (psychiatrisch) deskundigenonderzoek Beslissing tot internering de gewone internering de administratieve internering rechtspleging Uitvoering commissie tot bescherming van de maatschappij uitvoeringsmodaliteiten rechtspleging De internering van veroordeelden of administratieve internering Wetswijzigingen Evaluatie positief... 34

4 negatief Commissie internering De wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen die lijden aan een geestesstoornis Ten geleide Toepassingsgebied nieuwe definitie begrip internering voorwaarden voor internering Onderzoek psychiatrisch deskundigenonderzoek observatie Beslissing tot internering Uitvoering strafuitvoeringsrechtbank uitvoeringsmodaliteiten rechtspleging/ verder beheer van de internering Bepalingen betreffende het slachtoffer De internering van veroordeelden Wetswijzigingen Evaluatie positief negatief Aanbevelingen voor de nieuwe wet Conclusie INTERNE RECHTSPOSITIE Algemeen Basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden Wet Patiëntenrechten INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Raad van Europa Europese gevangenisregels EVRM en het europees hof voor de rechten van de mens Comité ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (cpt) Verenigde Naties Nederland Terbeschikkingstelling (tbs) DE BEHANDELING VAN GEÏNTERNEERDEN INLEIDING UITGANGSPUNTEN Internering is geen straf Geïnterneerden zijn zowel cliënten van justitie als patiënten van volksgezondheid Recht op zorg?

5 Recht op een gelijkwaardige gezondheidszorg als in de vrije samenleving Recht op zorg op maat, aangepast aan de specifieke behandelnoden Een geïntegreerd zorgcircuit DE UITBOUW VAN EEN FORENSISCH PSYCHIATRISCH ZORGNETWERK VOOR GEÏNTERNEERDEN Beleidsinitiatieven Initiatieven vanuit de gehandicaptensector en de geestelijke gezondheidszorg HET HUIDIG ZORGAANBOD VOOR GEÏNTERNEERDEN IN BELGIË Het intramuraal zorgaanbod Psychiatrische annex zorgequipe psychosociale dienst (psd) hulp- en dienstverleningsaanbod Inrichtingen tot bescherming van de maatschappij IBM afdelingen tot bescherming van de maatschappij Het extern zorgaanbod Forensisch psychiatrisch zorgcircuit forensisch psychiatrische eenheden in de toekomst: forensisch psychiatrische centra Regulier psychiatrisch zorgcircuit KNELPUNTEN AANBEVELINGEN VOOR DE TOEKOMST CONCLUSIE ALGEMEEN BESLUIT RECHTSPOSITIE ZORG BIBLIOGRAFIE BIJLAGE 1 «forensisch zorgcircuit zelzate» BIJLAGE 2 «établissement de défense sociale te paifve»

6 LIJST VAN AFKORTINGEN CBM: Commissie ter Bescherming van de Maatschappij POKO: Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum CPT: Europees Comité ter Preventie van Foltering en Onmenselijke en Vernederende bestraffing of behandeling EVRM: Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden FPC: Forensisch Psychiatrisch Centrum GGZ: Geestelijke Gezondheidszorg CGGZ: Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg IBM: Inrichting of Afdeling ter Bescherming van de Maatschappij (of Instelling voor Sociaal Verweer) VOP: Vrijheid op proef OM: Openbaar Ministerie PSD: Psychosociale dienst SURBB: Strafuitvoeringsrechtbank VAPH: Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap WBM: Wet tot Bescherming van de Maatschappij WIPG: Wet van 21 april betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, BS 13 juli 2007

7 1. INLEIDING Geïnterneerden zijn ontoerekeningsvatbaar verklaarde delinquenten. Zij worden niet schuldig geacht voor de feiten die zij gepleegd hebben omwille van hun geestestoestand op het moment van de feiten. In principe worden deze personen dus niet gestraft maar onderworpen aan een strafvervangende beveiligingsmaatregel, de internering. 1 De maatregel beoogt de bescherming van de maatschappij maar heeft eveneens tot doel aan de geïnterneerde de nodige zorgen te verschaffen, om het risico op herval in de toekomst te minimaliseren en een maximale re-integratie in de samenleving mogelijk te maken. 2 Dit veronderstelt uiteraard een gepaste begeleiding en behandeling, op maat van de geïnterneerde. De internering wordt daarom opgelegd voor onbepaalde duur, met name tot wanneer de geestestoestand van de geïnterneerde voldoende is verbeterd om terug te kunnen keren naar de samenleving zonder nieuwe misdrijven te plegen. 3 In de praktijk lijkt dit echter niet zo gemakkelijk toe te passen en is het onderscheid met een gewone gevangenisstraf vaak ver te zoeken. De regelgeving en de uitvoering van de interneringsmaatregel wordt al tientallen jaren bekritiseerd door juristen, psychiaters, hulpverleners en politici. De tekortkomingen zijn zelfs in strijd met enkele fundamentele mensenrechten. De Belgische staat werd de laatste jaren verschillende keren op de vingers getikt door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, voornamelijk wegens schending van het recht op vrijheid en veiligheid van de persoon. 4 Hoewel geïnterneerde personen in principe recht hebben op de nodige zorgen en een behandeling van hun geestesziekte, is dit recht niet steeds gegarandeerd. Meer dan 1000 geesteszieke delinquenten, wat overeenkomt met niet minder dan één vierde van de geïnterneerden in ons land verblijft immers in een gevangenis, in omstandigheden die onder andere door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg mensonwaardig worden genoemd. Bovendien worden in de bestaande wetgeving enkele procedurele waarborgen voortvloeiende uit het recht op een eerlijk proces niet gerespecteerd. 5 Er vallen bijgevolg twee problematische aspecten te onderscheiden in de interneringsmaatregel. Ten eerste is er het juridische aspect dat bestaat uit een verouderde en onaangepaste interneringswetgeving en het ontbreken van enkele essentiële waarborgen daarin. De externe rechtspositie van de geïnterneerden wordt immers nog steeds geregeld door de wet ter bescherming van de maatschappij, die dateert van Bovendien bestaat er geen wet die de interne rechtspositie van geïnterneerden regelt. Zij worden op dat vlak voorlopig nog gelijkgesteld met gedetineerden. 7 Het tweede aspect is het zorgaspect, dat de geïnterneerde als psychiatrische patiënt enkele fundamentele rechten toebedeelt die zouden moeten worden omgezet in de praktijk. Geïnterneerden hebben immers ook recht op een aangepaste, individuele behandeling zoals voorzien in de wet 1 P. COSYNS, S. KOECK en R. VERELLEN, De justitiabele met een psychische stoornis is Vlaanderen, Tijdschrift voor Psychiatrie 50 (2008) Jubileumnummer , Artikel 2 wet 21 april 2007 betreffende de internering van personen die lijden aan een geestesstoornis, BS 3 Memorie van toelichting bij ontwerp van wet tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen, de gewoontemisdadigers en de schuldige jeugd, Parl. St. Kamer 1925, nr. 124, 2; S. VAN VLAENDEREN en K. BEYENS, De definitieve invrijheidstelling van geïnterneerden a never ending story?, Fatik 2010, nr. 128, EHRM 2 oktober 2012, nr /08, L.B./België; EHRM 10 januari 2013, nr. 4318/09, Claes/België; EHRM 10 januari 2013, nr /09, Dufoort/België; EHRM 10 januari 2013, nr /10, Swennen/België. 5 Het recht op een eerlijk proces ligt vervat in artikel 6 EVRM. 6 Wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij, tegen abnormalen en gewoontemisdadigers, BS 17 juli 1964 (hierna: WBM). 7 Totdat een aparte regeling voor geïnterneerden wordt uitgewerkt, vallen zij qua interne rechtspositie onder de basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden van 12 januari 2005.

8 betreffende de rechten van de patiënt van 22 augustus Doel van de behandeling is dat de geestestoestand van de geïnterneerde positief evolueert en dat zijn re-integratie in de maatschappij wordt mogelijk gemaakt. Een volledige terugkeer in de samenleving zal echter niet steeds mogelijk zijn. Jaren geleden is men gestart met een geleidelijke hervorming van de internering, zowel op procedureel-juridisch als op praktisch beleidsmatig vlak. In 2007 kwam een nieuwe wet op de internering tot stand. 2 Bij gebrek aan de nodige uitvoeringsbesluiten en de nodige budgetten en omwille van enkele fundamentele tekortkomingen in de wettekst is de wet van 21 april 2007 nog steeds niet in werking getreden. 3 Sinds 2001 zijn wel al belangrijke stappen ondernomen in de uitbouw van een geïntegreerd forensisch psychiatrisch zorgnetwerk voor de behandeling van de geïnterneerden, zowel binnen als buiten de gevangenis. Ook op dit vlak is het werk echter nog niet af. Het bestraffen van geesteszieke delinquenten is duidelijk een zeer delicate materie. In het licht van de hierboven beschreven omstandigheden is het dan ook van belang te onderzoeken hoe de rechtspositie van geïnterneerden in België eruitziet en op welke manier het recht op zorg daarin gewaarborgd wordt. Belangrijk daarbij is weten waar precies de knelpunten in de bestaande regelgeving en in de huidige interneringspraktijk liggen. Om het recht op zorg waar deze geïnterneerde personen over beschikken te onderzoeken werd de rechtspositie van de geïnterneerden in de bestaande wetgeving bestudeerd. Hiervoor werden de relevante nationale en Europese regelgeving, ministeriële omzendbrieven en parlementaire documenten bestudeerd. De nadruk werd gelegd op de externe rechtspositie, waar zowel de huidige WBM als de toekomstige Interneringswet worden besproken. Zij werden geraadpleegd samen met nuttige parlementaire documenten, evenals de vele kritieken en commentaren die vanuit verschillende hoeken werden geuit in rapporten, adviezen en aanbevelingen. Het eindverslag van de Commissie Internering 4 verdient hier bijzondere aandacht. Wat betreft de interne rechtspositie worden de basiswet gevangeniswezen en rechtspositie gedetineerden van 2005, evenals de wet betreffende de rechten van de patiënt van 2002 kort besproken. Met betrekking tot de behandeling werd het huidig zorgaanbod voor geïnterneerden, met haar vele tekortkomingen, onderzocht. Het rapport Cosyns betreffende de uitbouw van een forensisch psychiatrisch zorgnetwerk is hier van belang. 5 Ook werden verschillende beleidsverklaringen en documenten onderzocht. Behalve relevante wetgeving en rechtsleer wordt ook nationale en internationale rechtspraak besproken, met bijzondere aandacht voor de fundamentele mensenrechten. Naast een uitvoerige literatuurstudie wordt getracht een zicht te krijgen op de huidige praktijk. Het verdere verloop van de interneringsmaatregel ligt in handen van de commissies ter bescherming van de maatschappij. Naast het procedurele rechtspositionele aspect is uiteraard ook de behandeling van de geïnterneerden in de praktijk belangrijk om de huidige discussie te kunnen begrijpen. Daartoe werd een bezoek gebracht aan de forensisch psychiatrische afdeling in het PC Sint-Jan-Baptist te Zelzate, waar op proef vrijgestelde geïnterneerden worden opgenomen en werd een interview afgenomen met 1 Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, BS 26 september 2002 (hierna: WPR); 2 Wet van 21 april betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, BS 13 juli 2007 (hierna: WIPG). 3 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de minister van Justitie over de inwerkingtreding van de wet op de internering van personen met een geestesstoornis, Hand. Kamercommissie Justitie , 12 december 2012, nr , 2. 4 P. DELVA (ed.), Commissie Internering voor de herziening van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij. Eindverslag van de werkzaamheden, Brussel, Ministerie van Justitie, P. COSYNS, Werkgroep Forensisch Psychiatrisch Zorgcircuit. Syntheseverslag mei 2005, 2005, 13p. 8

9 de zorgcoördinator en met een medewerker van de criminologische dienst. 1 Bovendien, om een beter inzicht te krijgen in de behandeling van geïnterneerden in een instelling ter bescherming van de maatschappij, werd een interview afgenomen met een penitentiair beambte van de instelling ter bescherming van de maatschappij in Paifve. 2 De verslagen van deze interviews zijn terug te vinden in bijlage 1 en 2. Op basis van de studie van de regelgeving en van de toepassing in de praktijk werden enkele aanbevelingen geformuleerd voor de verdere uitbouw van het forensisch psychiatrisch zorgcircuit en voor een toekomstige interneringswetgeving die een effectieve rechtsbescherming maar ook een adequate behandeling van alle geïnterneerden garandeert. In deze masterproef wordt vooreerst een algemene situering gegeven van de interneringsmaatregel en van de geïnterneerden in ons land. De verdere behandeling van de interneringsproblematiek is onderverdeeld in twee delen. Een eerste deel handelt over het juridische aspect van de internering. De rechtspositie van geïnterneerden wordt hier uitvoerig uiteengezet. In het kader van de externe rechtspositie worden zowel de huidige wet tot bescherming van de maatschappij als de nieuwe interneringswet van 2007 besproken. Hierbij worden de knelpunten besproken en worden enkele aanbevelingen geformuleerd. Het tweede deel behandelt het zorgaspect van de internering. Hier wordt weergegeven hoe de behandeling van de geïnterneerden er in de praktijk aan toe gaat. De reeds genomen beleids- en andere initiatieven worden besproken en er worden enkele aanbevelingen geformuleerd met betrekking tot de verdere verbetering en uitbouw van het zorgaanbod. 1 Interview betreffende de uitvoering van de interneringsmaatregel in de forensisch psychiatrische afdeling in het psychiatrisch centrum Sint-Jan-Baptist te Zelzate met de zorgcoördinator Christophe Busch en Lies, een medewerker van de criminologische dienst. Zie bijlage 1. 2 Interview ter evaluatie van de instelling ter bescherming van de maatschappij in Paifve met Jean-Jacques Bernkens op 17 november Zie bijlage 2. 9

10 2. SITUERING 2.1 GESCHIEDENIS VAN DE INTERNERING De strafrechtelijke onverantwoordelijkheid van krankzinnigen Reeds sinds de achttiende eeuw bestaat in ons land de overtuiging dat geesteszieken die een delict pleegden niet gestraft mogen worden omdat ze niet weten wat ze doen. Deze strafrechtelijke onverantwoordelijkheid van krankzinnigen kaderde binnen de toenmalige, klassieke perceptie van het strafrecht als een schuldstrafrecht: men kan slechts gestraft worden als men schuldig is en naar de mate van de schuld. Sinds de 18 e eeuw is de overtuiging gegroeid dat krankzinnigen geen schuld treft en zij daarom niet gestraft mogen worden. 1 Men maakte daarbij geen onderscheid tussen krankzinnigen die wel of geen misdrijf gepleegd hebben. De strafrechtelijke onverantwoordelijkheid van alle krankzinnigen werd bekrachtigd in artikel 64 van het Strafwetboek van 1810 (later artikel 71 van het Strafwetboek van 1867), waar een schulduitsluitingsgrond werd ingevoerd voor de beschuldigde of beklaagde die op het ogenblik van de feiten in staat van krankzinnigheid verkeerde of wanneer hij gedwongen werd door een macht die hij niet kon weerstaan. 2 Er is in dat geval dus geen sprake van een misdrijf. Op basis van dit artikel kon men krankzinnigen (bedoeld werd elke verstoring van de intellectuele vermogens, die de mens het bewustzijn van de moraliteit van zijn handelen ontneemt 3 ) die een misdrijf hadden gepleegd van rechtsvervolging ontslaan of vrijspreken en op kosten van de staat laten opnemen in een krankzinnigeninrichting, waar zij juridisch als gewone zieken werden beschouwd. Indien nodig mochten zij echter wel opgesloten worden, zelfs in een gevangenis. Men beschouwde die opsluiting niet als een straf. De zogenaamde ontoerekenbaarheid is nog steeds terug te vinden in ons strafwetboek. Vanaf 1850 werd de praktijk geregeld door de Krankzinnigenwet, de wetgeving op de collocatie, d.i. de burgerrechtelijke gedwongen opname. Op basis van deze wet kon zowel de geesteszieke die een gevaar vormde als de geesteszieke die een delict had gepleegd, gedwongen worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. 4 Volledig ontoerekeningsvatbare delinquenten werden van strafvervolging ontslagen en eventueel door de procureur des Konings in psychiatrische inrichtingen gecolloceerd, terwijl verminderd toerekeningsvatbaren wel gestraft werden, zij het in verhouding tot de graad van hun toerekeningsvatbaarheid. In de praktijk werden deze laatsten dus, met toepassing van verzachtende omstandigheden, tot zeer lichte straffen veroordeeld, zonder dat ze een verplichte behandeling voor hun geestesstoornis opgelegd kregen. Dit leidde bij vele magistraten en bij de publieke opinie tot een gevoel van straffeloosheid voor deze categorie van wetsovertreders. De beëindiging van de collocatie was bovendien een autonome bevoegdheid van de arts die, vaak vroegtijdig, zonder enige pragmatische reden, een einde maakte aan de gedwongen plaatsing in een 1 J. CASSELMAN, Internering: huidige situatie in J. CASSELMAN, P. COSYNS, J. GOETHALS, M. VANDENBROUCKE, D. DE DONCKER en C. DILLEN, Internering, Antwerpen/Apeldoorn, Garant, 1997, Art. 71 Strafwetboek. 3 J. GOETHALS, De wet tot bescherming van de maatschappij in een historisch perspectief in J. CASSELMAN, P. COSYNS, J. GOETHALS, M. VANDENBROUCKE, D. DE DONCKER, C. DILLEN, Internering, Antwerpen/Apeldoorn, Garant, 1997, 11. (hierna: J. GOETHALS, De wet tot bescherming van de maatschappij in een historisch perspectief ) 4 M. KEIRSE, Mijlpalen in de forensische geestelijke gezondheidszorg, Tijdschrift Klinische Psychologie 2002, nr. 4, 267.

11 instelling. Dit stuitte op kritiek omdat men niet enkel wilde dat deze mensen behandeld werden maar tevens dat de maatschappij tegen hen beschermd werd zolang zij een potentieel gevaar vormden Invloed van het sociaal verweer: de internering als strafvervangende beveiligingsmaatregel 2 De sociaal verweergedachte van Prins 3 oefende in de jaren twintig een grote invloed uit op Minister van Justitie Vandervelde ( ). Hij nam de idee over dat de maatschappij tegen bepaalde categorieën van misdadigers dient beschermd te worden. Vanaf de jaren twintig werden dan ook voorstellen geformuleerd om de strafwet grondig te hervormen en een nieuwe wet voor de bestraffing van abnormale delinquenten te stemmen. De oorspronkelijke kerngedachte was met andere woorden verschoven van schuld naar sociale gevaarlijkheid. 4 Anderzijds zocht men naar een manier om deze problemen op te lossen binnen de grenzen van de bestaande strafwet. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de oprichting van psychiatrische annexen binnen de gevangenissen, via de nieuwe Penitentiaire Antropologische Dienst (PAD), opgericht door Vandervelde in Minister van Justitie Masson legde op 24 februari 1923 het wetsontwerp neer dat door zijn voorganger Vandervelde was uitgewerkt. 5 De voorstellen die in het ontwerp geformuleerd werden waren voor die tijd zeer vooruitstrevend, zelfs ronduit revolutionair. Ze bevatte heel wat innovaties voor de aanpak van geesteszieke delinquenten. Het ontwerp werd dan ook met veel kritieken onthaald in het parlement en werd op verschillende punten gewijzigd waarna de wet ter bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en gewoontemisdadigers van 9 april 1930 werd goedgekeurd. De wet voerde de internering in als een beveiligingsmaatregel van onbepaalde duur die kan worden opgelegd aan personen die een misdrijf begingen en die niet over een normaal oordeelsvermogen beschikken. De wet spreekt in artikel 1 van een verdachte (die) verkeert, hetzij in staat van krankzinnigheid, hetzij in een ernstige staat van geestesstoornis of van ernstige zwakzinnigheid die hem ongeschikt maakt tot het controleren van zijn daden. 6 Onder invloed van het positivisme kwam de nadruk in de nieuwe wet aldus meer te liggen op de sociale gevaarlijkheid van de betrokkene, eerder dan op zijn schuld. Daarom legde de wetgever de verplichting op om iemand die krachtens de wet op het sociaal verweer is opgesloten, de nodige zorgen te verstrekken om zijn re-integratie in de samenleving mogelijk te maken. Immers, enkel door de reden van het delinquent gedrag weg te nemen of te verbeteren, met name door het behandelen van de geestesstoornis, is een effectieve bescherming van de samenleving mogelijk. Wanneer de geestestoestand van de geïnterneerde in die mate verbeterd is dat hij niet langer een gevaar vormt voor de maatschappij, kan hij op proef vrijgelaten worden. Wanneer zich gedurende ten minste een jaar geen problemen voordoen, dan volgt een definitieve invrijheidstelling. De wet van 9 april 1930 legde enerzijds de voorwaarden en de procedure van de internering vast en vertrouwde anderzijds de uitvoering ervan en de opvolging van de geïnterneerden toe aan commissies tot bescherming van de 1 H. SMETS, R. VERELST en J. VANDENBERGE, Geestesziek en gevaarlijk: gedwongen opname of internering? Het Belgische wettelijke kader, Tijdschrift voor Psychiatrie 2009, nr. 4, J. GOETHALS, De wet tot bescherming van de maatschappij in een historisch perspectief, Adolphe Prins, hoogleraar strafrecht aan de ULB, was de grondlegger van de neoklassieke benadering van het sociaal verweer in ons land. Hij was voorstander van een tweesporenbeleid, waarbij het klassieke strafrecht van toepassing blijft op de gewone delinquenten en er voor bepaalde categorieën van misdadigers maatregelen worden genomen met het oog op de bescherming van de maatschappij. 4 H. SMETS, R. VERELST en J. VANDENBERGE, Geestesziek en gevaarlijk: gedwongen opname of internering? Het Belgische wettelijke kader, Tijdschrift voor Psychiatrie 2009, nr. 4, Gedr. St. Kamer , nr. 151, Artikel 1 WBM. 11

12 maatschappij. De overheid diende verder de nodige middelen en infrastructuur vrij te maken om de toepassing van de wet te verzekeren. Er dienden psychiatrische annexen bij te komen in een aantal gevangenissen en er werden instellingen voor het sociaal verweer opgericht (in bestaande inrichtingen weliswaar), voor de opvang en behandeling van de geïnterneerden. Er kwam echter vanuit verschillende hoeken kritiek op zowat alle aspecten van de wet, waardoor een herziening niet lang kon uitblijven. Vooral juristen waren niet tevreden met de nieuwe wet en namen radicaal verschillende standpunten in dan de medici. De kritieken betroffen de inobservatiestelling die als een bedreiging voor de individuele vrijheid van de beklaagde werd gezien en waar enkele procedurele waarborgen ontbreken. 1 Een andere fundamentele kritiek had betrekking op de zeer zwakke rechtspositie van de geïnterneerden, die bijvoorbeeld niet over een raadsman konden beschikken. 2 Bovendien werd de assimilatie van krankzinnigen en abnormalen (geestesgestoorden en zwakzinnigen) in de wet onaanvaardbaar geacht. Tijdens de voorbereidende werkzaamheden werd gevreesd dat de wet, wegens haar onduidelijk toepassingsgebied, voor netwidening en misbruik zou zorgen. De praktijk wees al snel uit dat lichte feiten vaak tot internering leidden. De psychiatrische ziektebeelden die de wet vermeldde waren veel te vaag en de inhoudelijke invulling van die begrippen kwam nog steeds toe aan de psychiaters De herziening van de eerste wet tot bescherming van de maatschappij 4 Vanwege de vele kritieken op de eerste wet tot bescherming van de maatschappij werd reeds in 1935, slechts vijf jaar na de inwerkingtreding van de wet, een commissie opgericht die de opdracht kreeg om de wet te herzien. De commissie Cornil-Braffort ontwierp daarop een nieuwe wet waarin krankzinnigen en abnormalen duidelijk van elkaar onderscheiden en geregeld werden. Bovendien wilde zij een bilaterale tegenexpertise mogelijk maken en werkte de rechtspositie beter uit. De kritieken en tegengestelde visies van juristen en medici op dit ontwerp maakten dat in 1953 een tweede commissie werd opgericht, de commissie voor de Studie van de Herziening van het Strafrecht en van de Strafrechtspleging of commissie Braas. Haar werkzaamheden leidden tot een nieuw wetsvoorstel met een vijfvoudige doelstelling, nl. het versterken van de rechtspositie van (kandidaat-) geïnterneerden, het verbeteren van de behandelingsmodaliteiten, een betere bescherming van de maatschappij garanderen en het gebrek aan rechtsbekwaamheid van de ge nterneerden oplossen. Bovendien werden enkele wijzigingen aangebracht in de redactie van sommige bepalingen en inzake de rechtspleging. 5 Dit voorstel resulteerde in een wetsontwerp van 2 september 1960 en werd uiteindelijk de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij, tegen abnormalen en gewoontemisdadigers. 6 Zij vervangt de WBM van 1930 en bevat de huidige regeling van de internering. De nieuwe WBM beoogde een betere rechtspositie voor de geïnterneerde in te voeren. Ze had bovendien de ambitie het beter te doen dan haar voorganger qua behandeling en bescherming van de maatschappij. De nieuwe 1 J. GOETHALS, De wet tot bescherming van de maatschappij in een historisch perspectief, T. VANDER BEKEN en W. VAN STEENBRUGGE, Internering. Recht voor hulpverleners, Just-Care symposium, slides, 22 oktober 2010, 4. 3 J. GOETHALS, De wet tot bescherming van de maatschappij in een historisch perspectief, J. GOETHALS, De wet tot bescherming van de maatschappij in een historisch perspectief, 27-31; J. GOETHALS en L. ROBERT, Een nieuwe interneringswet, Fatik 2007, afl. 114, 4. 5 J. GOETHALS, De wet tot bescherming van de maatschappij in een historisch perspectief, Wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij, tegen abnormalen en gewoontemisdadigers, BS 17 juli 1964 (hierna: WBM). 12

13 wet maakte van de internering een maatregel van onbepaalde duur, verstevigde de rechtspositie van beklaagden door de tussenkomst van een advocaat verplicht te maken en zijn takenpakket uit te breiden. Er worden meer mogelijkheden tot individualisering van de behandeling voorzien, door de uitbreiding van het gamma aan instellingen waar de geïnterneerde kan worden geplaatst en door de oprichting van een observatiecentrum bij hoogdringendheid voorop te stellen. De wet verzwaart verder de voorwaarden voor een invrijheidstelling om te vermijden dat de CBM hier te voorbarig tot zouden overgaan Een nieuwe interneringswet? Sinds de inwerkingtreding van de WBM bijna veertig jaar geleden is er nog niet veel veranderd op wettelijk vlak. De wet tot bescherming van de maatschappij van 1964 is nog steeds van kracht. Decennia lang al worden enerzijds het ontbreken van een modern juridisch instrument voor de gerechtelijke en de uitvoeringsfase van de internering en anderzijds het gebrek aan therapeutische voorzieningen voor geïnterneerden aangeklaagd. 2 Vele van de kritieken die vandaag met betrekking tot de internering worden geuit werden reeds tijdens de voorbereidende werkzaamheden van de eerste WBM naar voor gebracht. 3 In de jaren negentig wordt eindelijk gestart met de voorbereiding van verschillende hervormingsplannen van de wet van 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten. Op 23 september 1996 werd de commissie Internering 4, onder leiding van de heer Delva, aan het werk gezet, om aanbevelingen te formuleren voor een nieuwe interneringswet. 5 De commissie kreeg de opdracht een toekomstvisie te ontwikkelen met betrekking tot de wet tot bescherming van de maatschappij, een inventaris op te maken van de juridische en praktische problemen en toekomstgerichte voorstellen uit te werken om de doeltreffendheid van de wetgeving en de opvolging van geïnterneerden te verbeteren. De commissie formuleerde in haar eindverslag in 1999 verschillende aanbevelingen met betrekking tot een nieuwe interneringswet. Op 18 juli 2002 werd door de ministerraad een eerste wetsontwerp op de internering goedgekeurd, deels op basis van de aanbevelingen van de commissie Delva. Het ontwerp haalde het echter niet tot wet. Jarenlang bleef het terug stil, tot enkele nieuwe kritieken en de moord op Stacy en Nathalie in Luik 6 de hervorming terug voorop de politieke agenda plaatsten en opnieuw in een stroomversnelling brachten, met als uiteindelijk resultaat de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis. De bespreking van het wetsontwerp gebeurde echter nogal overhaast, waardoor een 1 De verplichting in de WBM van 1930 om een geïnterneerde in vrijheid te stellen wanneer zijn geestestoestand zodanig verbeterd is met het oog op zijn sociale gevaarlijkheid wordt vervangen door de mogelijkheid om dit te doen. Bovendien wordt een nieuwe voorwaarde inzake een uitgewerkte reclassering ingevoerd. 2 H. HEIMANS, Het onzekere bestaan van de geïnterneerde in N. METTIOU en BOSKAT, Tussen vrouw Justitia en vrouw Holle, Herentals, Boskat vzw, 2011, 3 J. GOETHALS, De wet tot bescherming van de maatschappij in een historisch perspectief, De Commissie Internering voor de herziening van de wet tot bescherming van de maatschappij van 1 juli 1964 (hierna Commissie Internering) werd opgericht op 23/09/1996 door toenmalig minister van Justitie Stefaan De Clerck, onder voorzitterschap van de heer Delva. Eindverslag van de werkzaamheden van de commissie ( Rapport Delva ) verschenen april 1999, en op 11 mei 1999 bekendgemaakt aan het publiek. 5 P. DELVA (ed.), Commissie Internering voor de herziening van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij. Eindverslag van de werkzaamheden, Brussel, Ministerie van Justitie, 1999, Het ging om de moord op Stacy en Natalie, door Abdallah Ait-Oud, die voorheen reeds geïnterneerd was maar na enkele jaren terug was vrijgekomen. Dit bracht de tekortkomingen in het huidige interneringssysteem terug aan het licht. ( 13

14 grondige bespreking niet echt mogelijk was. 1 Bovendien laat de inwerkingtreding van de wet al jaren op zich wachten. Sinds 2008 wordt de wet elk jaar opnieuw uitgesteld omdat de nodige uitvoeringsbesluiten niet worden genomen. Ondertussen blijft de verouderde wet van 1964 van toepassing. De wet zou vervolgens op 1 januari 2013 in werking treden. 2 Minister van Justitie Turtelboom heeft de datum echter verder verschoven naar 1 januari 2015, waardoor de verantwoordelijkheid voor de inwerkingtreding van de nieuwe wet opnieuw bij de volgende regering wordt gelegd. 3 Voornaamste reden voor het uitstel zijn de budgettaire implicaties. In februari werd een nieuw wetsvoorstel ter aanpassing van de interneringswet ingediend door senator Bert Anciaux, dat momenteel in het parlement behandeld wordt. 4 Het zou daar alvast een ruime meerderheid achter zich hebben DE FORENSISCHE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG De forensische geestelijke gezondheidszorg is ontstaan op het raakvlak tussen justitie en gezondheidszorg, tussen recht en psychiatrie. Andere benamingen voor deze specialisatie in de geestelijke gezondheidszorg zijn onder meer gerechtelijke geestelijke gezondheidszorg, criminele psychiatrie, psychiatrie en strafrechtspleging. 6 De uiteindelijke bedoeling is om de forensische hulpverlening zoveel mogelijk te integreren in de geestelijke gezondheidszorg en alle zorgopdrachten en zorgmodules die in de geestelijke gezondheidszorg tot een zorgprogramma behoren toegankelijk te maken en te voorzien voor gerechtscliënten met een psychiatrische stoornis. Meer specifiek houdt de forensische psychiatrie of forensische geestelijke gezondheidszorg zich bezig met de beoordeling, evaluatie en behandeling van drie groepen, nl. ten eerste patiënten met een psychiatrische problematiek en een gerechtelijk statuut (vrijheid onder voorwaarden, voorlopige invrijheidstelling,,..). Ten tweede, gedetineerden met een psychiatrische stoornis. En tenslotte, de groep van de geïnterneerden. 7 De forensische geestelijke gezondheidszorg gaat veel verder dan enkel de zorg voor geïnterneerden. Ze omvat in feite de zorg voor alle gerechtscliënten, waarmee zowel slachtoffers, delinquenten, gedetineerden en geïnterneerden bedoeld worden. Patiënten op wie de wet van 26 juni 1990 op de bescherming van de persoon van de geesteszieke of de wetgeving met betrekking tot de bewindvoering van toepassing is vallen hier niet onder aangezien zij zich in een burgerlijk statuut bevinden. De strafrechtelijke internering en de burgerlijke gedwongen opname waren historisch wel verweven, maar sinds de totstandkoming van de wet tot bescherming van de Maatschappij in 1930 maakt men een duidelijk onderscheid tussen beide patiënten met gerechtelijke status. De internering is immers een bevoegdheid van de strafrechtbanken en wordt dus opgelegd wanneer er een misdrijf werd gepleegd en de veiligheid van de samenleving aan de orde is. Tussen de psychiatrische stoornis en het 1 Verslag namens de Commissie voor Justitie uitgebracht door de heer WALTER MULS, Parl. St. Kamer , nr. 51K2841/004, 33. Algemene bespreking voormalig minister van Justitie Tony van Parys. 2 Hand. Belgische Senaat, 23 december 2011, 5-42, (Stuk ). 3 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende Justitie, Parl. St. Kamer , nr. 53K2572/ Wetsvoorstel (B. ANCIAUX et al.) betreffende de internering van personen, Parl. St. Senaat , /1. 5 S. VANDEKERCKHOVE, Nieuwe wet stopt willekeur bij interneringen, De Morgen 4 april 2013, 1. 6 J. CASSELMAN, Dertig jaar forensische geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Over een trein die stilstond en recent in beweging kwam in W. BRUGGEMAN, E. DE WREE, J. GOETHALS, P. PONSAERS, P. VAN CALSTER, T. VANDERBEKEN en G. VERMEULEN (eds.), Van pionier naar onmisbaar, Over 30 jaar Panopticon, Antwerpen, Maklu, 2009, Vlaamse Gezondheidsraad, advies over de gerechtelijke geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen: een globaal concept,

15 gepleegde misdrijf moet bovendien een oorzakelijk verband bestaan, evenals een risico op recidive. De gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis daarentegen wordt door de vrederechter bevolen wanneer er een gevaar bestaat voor de integriteit van de patiënt zelf of de ander DE GEÏNTERNEERDEN IN BELGIË Geïnterneerdenpopulatie Zoals hierboven uiteengezet, maken de geïnterneerden deel uit van een grotere groep forensischpsychiatrische patiënten, die eveneens patiënten met een gerechtelijk statuut en gedetineerden met een psychiatrische problematiek omvat. Gezien het tweevoudige doel van de interneringsmaatregel moet men de geïnterneerden op twee manieren bekijken, nl. als veroordeelde delinquenten én als psychiatrische patiënten. Geïnterneerden zijn immers zowel cliënten van Justitie als patiënten van Volksgezondheid Hoewel de internering in feite geen echte straf is maar slechts een maatregel bedoeld ter bescherming van de maatschappij, vallen geïnterneerden nog steeds onder het strafrecht. De beslissing om al dan niet te interneren wordt genomen door een rechtbank. Het lot van de geïnterneerden ligt met andere woorden in handen van justitiële organen en van de minister van Justitie. De FOD Justitie neemt de eindverantwoordelijkheid betreffende de bescherming van de maatschappij op. De rechtspositie van de geïnterneerden, zowel voor en na, als tijdens de uitvoering van de internering moet op een correcte manier geregeld zijn. Het is van belang dat aan de betrokken personen, net zoals aan alle andere gerechtscliënten, een voldoende rechtsbescherming wordt geboden gedurende de juridische procedures en tijdens de uitvoering van de maatregel. De regels en procedures, evenals de rechten waarover men beschikt moeten wettelijk vastgelegd zijn. Ook het beleid dat gevoerd wordt vanuit Justitie is hier van groot belang. Met betrekking tot dit aspect kan men de geïnterneerden onderverdelen in twee groepen, naargelang het statuut waarin zij zich bevinden. Zo is er een onderscheid tussen geïnterneerden die vrij zijn op proef (VOP) en geïnterneerden niet-vrij op proef (niet-vop). Geïnterneerden die genieten van een vrijlating op proef op basis van artikel 18 van de wet tot bescherming van de maatschappij worden behandeld, begeleid en/of verzorgd in residentiële of ambulante voorzieningen, voornamelijk binnen de geestelijke gezondheidszorg. De andere geïnterneerden zijn op basis van artikel 14 WBM geplaatst in instellingen tot bescherming van de maatschappij (IBM of EDS) 2, in (de psychiatrische annex van) een penitentiaire inrichting of in GGZ-voorzieningen H.SMETS, R. VERELST en J. VANDENBERGE, Geestesziek en gevaarlijk: gedwongen opname of internering? Het Belgische wettelijke kader, Tijdschrift voor Psychiatrie 51 (2009), afl. 4, In het Franstalig landsgedeelte spreekt men van Etablissements de Défense Sociale (EDS). 3 De meeste geïnterneerden in de GGZ-voorzieningen zijn vrij op proef. Het komt slechts uitzonderlijk voor dat men daar onmiddellijk geplaatst wordt. 15

16 Er is echter een bijzonder aspect dat de geïnterneerden onderscheidt van de gewone delinquenten. Zij lijden aan een psychiatrische stoornis die hen de controle over hun daden ontneemt, en die stoornis moet bijgevolg behandeld worden. Volksgezondheid en welzijn zijn verantwoordelijk voor de behandeling, begeleiding en resocialisatie van de ge nterneerde. Als psychiatrische patiënten hebben geïnterneerden dus ook rechten. Zij hebben recht op een adequate en kwaliteitsvolle geestelijke gezondheidszorg voor de behandeling van hun geestesziekte. Men kan de geïnterneerdenpopulatie onderverdelen naar psychiatrisch ziektebeeld, of met andere woorden, volgens de diagnose die bij hen werd vastgesteld. De cijfers van behandeling of opvang door Justitie of Volksgezondheid dateren van psychotische stoornis (29% FOD Justitie, 42% FOD Volksgezondheid); 2. persoonlijkheidsstoornis (30% FOD Justitie, 11% FOD Volksgezondheid); 3. parafilie (13% FOD Justitie, 15% FOD Volksgezondheid); 4. middelengebruik en afhankelijkheid (7% FOD Justitie, 12 FOD Volksgezondheid); 5. impulscontrolestoornis (2% FOD Justitie, 5% FOD Volksgezondheid) en 6. mentale handicap (17% FOD Justitie, 4% FOD Volksgezondheid). 1 Bovendien is de co-morbiditeit voor al deze stoornissen zeer hoog. Bij zo n 75% zouden meerdere diagnoses vastgesteld zijn. 2 Er zijn enkele subgroepen die bijzondere aandacht behoeven. Het betreft de geïnterneerden met een verstandelijke handicap, seksuele delinquenten, vrouwen en psychopaten. Geïnterneerden met psychotische stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en parafilieën vereisen een specifieke, aangepaste zorg Forensisch-psychiatrische patiënten worden bovendien onderverdeeld in drie subgroepen, op basis van enkele factoren, namelijk de gevaarlijkheidsgraad of het risico op herval (low, medium en high risk), het veiligheidsrisico ten opzichte van zichzelf of de samenleving, met andere woorden de noodzaak van beveiliging (low, medium en high security) en de behandelnoden van de patiënt (de complexiteit, duur en intensiteit van de nodige zorg (low, medium en high care/cure en/of resocialisatie). Op basis hiervan worden de geïnterneerden geclassificeerd met het oog op hun behandeling en begeleiding. 4 ( Low risk: een geïnterneerde met een laag risicoprofiel die vanuit het oogpunt van externe veiligheid geen bijzondere veiligheidsmaatregelen vereist. Medium risk: geïnterneerde met een gemiddeld risicoprofiel die vanuit het oogpunt van externe veiligheid matige veiligheidsmaatregelen vereist. High risk: geïnterneerde met een hoog risicoprofiel die vanuit het oogpunt van externe veiligheid bijzondere veiligheidsmatregelen vereist. 5 ) 1 P. COSYNS, Werkgroep Forensisch Psychiatrisch Zorgcircuit. Syntheseverslag mei 2005, , 8. 2 F. LAUWAERT, Zorgequipes internering, GGZ-congres, slides, 2012, P. COSYNS, Werkgroep Forensisch Psychiatrisch Zorgcircuit. Syntheseverslag mei 2005, 8. 4 Vlaamse Gezondheidsraad, advies over de gerechtelijke geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen: een globaal concept?, 10 oktober 2004, 8. 5 Dit is de definitie die door het DG EPI gebruikt wordt. 16

17 2.3.2 Internering in cijfers Het totaal aantal geïnterneerden in ons land wordt niet systematisch opgevolgd. Er zijn dan ook weinig cijfers voorhanden waardoor het precieze aantal moeilijk te achterhalen is. 1 In 2005 werd de geïnterneerdenpopulatie goed in beeld gebracht door het rapport Cosyns van de werkgroep Forensisch Psychiatrisch Zorgcircuit. Er waren op 15 september personen geïnterneerd, met toepassing van de wet tot bescherming van de maatschappij. 2 Dit aantal is steeds blijven stijgen, vooral in Vlaanderen. Op 1 februari 2011 waren er in ons land geïnterneerden. 3 Toenmalig minister van Justitie De Clerck gaf aan dat er op dat moment zo n geïnterneerden in de gevangenis verbleven, en nog eens 411 in de Instellingen tot Bescherming van de Maatschappij te Doornik en Bergen. Dat is ongeveer 10% van de totale gevangenispopulatie. De overige geesteszieke daders waren vrij op proef, in een instelling voor sociaal verweer of bewogen zich vrij in het externe zorgcircuit, zoals forensische pilootprojecten of algemene psychiatrische ziekenhuizen. 4 Op 3 februari 2012 verbleven geïnterneerden in de Belgische gevangenissen. 5 Het aantal geïnterneerden in ons land stijgt continu, en is de laatste jaren aan een recordaantal gekomen. Tussen 2004 en 2011 is er een toename met 24%, tussen 1999 en 2010 is de groep geïnterneerden zelfs met 84% gestegen. 6 Hiermee is zij de snelst toenemende groep binnen de gevangenispopulatie. Die toename is vooral in Vlaanderen terug te vinden, terwijl er in Wallonië zelfs een matige daling van het aantal geïnterneerden is. Zo n 55% van de geïnterneerden eind 2011 was vrij op proef. In Vlaanderen was dit zo n 60% VOP, in Wallonië 50% en in Brussel 51,7%. De groep van geïnterneerden die in de gevangenis verblijven bestaat uit ongeveer 18,7% geïnterneerden met een laag risicoprofiel. Ongeveer 46% heeft een gemiddeld recidive- en veiligheidsrisico, en voor de groep met het hoogste risicoprofiel is dat zo n 35,4%. 7 1 REKENHOF, Maatregelen tegen de overbevolking in de gevangenissen. Verslag aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers, Brussel, Rekenhof, 2011, P. COSYNS, Werkgroep Forensisch Psychiatrisch Zorgcircuit. Syntheseverslag mei 2005, , 5. 3 I. MOENS en L. PAUWELYN, Geen opsluiting maar sleutels tot re-integratie. Voorstellen voor een gecoördineerd zorgtraject voor geïnterneerden, Brussel, Zorgnet Vlaanderen, 2012, 8 (hierna: I. MOENS en L. PAUWELYN, Geen opsluiting maar sleutels tot re-integratie). 4 Vr. en Antw. Senaat , 23 februari 2011, 6 (Vr. nr B. ANCIAUX). 5 F. LAUWAERT, Zorgequipes internering, GGZ-congres, slides, 2012, FOD JUSTITIE, VAST BUREAU STATISITIEK EN WERKLASTMETING, Justitie in cijfers 2010, 55 ( 7 I. MOENS en L. PAUWELYN, Geen opsluiting maar sleutels tot re-integratie,

18 18

19 3. DE RECHTSPOSITIE VAN GEÏNTERNEERDEN Indien wij, als samenleving, beslissen om bepaalde personen van hun vrijheid te beroven dan zijn een duidelijk juridisch statuut en een goed uitgebouwde rechtsbescherming alvast onontbeerlijk in een democratische rechtsstaat als de onze. De rechtspositie van geïnterneerden wordt echter niet enkel door nationale wetgeving geregeld. Zij maakt tevens het voorwerp uit van Europese en internationale regelgeving. Bij de bespreking van de externe en interne rechtspositie wordt voornamelijk van nationale wetgeving uitgegaan. De internationale regelgeving wordt nadien apart besproken. 3.1 EXTERNE RECHTSPOSITIE Algemeen De externe rechtspositie regelt de toegang tot het statuut van geïnterneerde, evenals het beëindigen ervan. Het juridische statuut extra muros of buiten de gevangenismuren van geesteszieken die een misdaad of wanbedrijf gepleegd hebben, wordt nog steeds geregeld door de verouderde en onaangepaste wet tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en gewoontemisdadigers van 1 juli 1964, in afwachting van de inwerkingtreding van de nieuwe wet van 21 april Hierna volgt een bespreking van de huidige procedure van de internering en van de vele problemen die men dagelijks ondervindt bij het toepassen en ondergaan van de wet. Vervolgens worden de verschillende stappen in het hervormingsproces van de WBM, in de richting van een nieuwe, moderne interneringswet besproken. Hierbij worden de verschillende aanpassingen aan de bestaande wettekst, evenals de aanbevelingen geformuleerd door de commissie Internering toegelicht De wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en gewoontemisdadigers Sinds de inwerkingtreding van deze wet worden delinquenten met een psychische stoornis die ontoerekeningsvatbaar worden verklaard aan een strafvervangende beveiligingsmaatregel onderworpen, die van onbepaalde duur is. In landen zoals Nederland en Frankrijk heeft men ervoor gekozen de internering te beschouwen als een strafaanvullende beveiligingsmaatregel, onderscheiden van de uitgesproken straf. 1 Men kan daar dus met andere woorden zowel veroordeeld worden tot een straf als een beveiligingsmaatregel opgelegd krijgen. In Nederland wordt die maatregel de Terbeschikkingstelling (TBS) genoemd Er bestaan drie voorwaarden voor internering. Wanneer die voorwaarden vervuld zijn, kan een rechter, onderzoeks- of vonnisgerecht, overgaan tot het opleggen van een interneringsmaatregel. De eerste 1 P. COSYNS, S. KOECK en R. VERELLEN, De justitiabele met een psychische stoornis is Vlaanderen, Tijdschrift voor Psychiatrie 50 (2008) Jubileumnummer ,

20 twee voorwaarden zijn terug te vinden in de wet. De derde voorwaarde werd ontwikkeld door de rechtspraak. 1. Bewezen misdaad of wanbedrijf Volgens artikel 7 van de wet kunnen de onderzoeksgerechten en de vonnisgerechten, tenzij het een politieke misdaad, een politiek wanbedrijf of persdelict betreft, de internering gelasten van een verdachte die een misdaad of een wanbedrijf heeft gepleegd en zich in een van de in artikel 1 bedoelde staten bevindt. 1 Dit artikel omschrijft de eerste voorwaarde waaraan voldaan moet zijn om te beslissen tot een internering en bevat een verwijzing naar de tweede. Het spreekt wel voor zich, geloof ik, dat enkel geestesgestoorde delinquenten die zich aan een ernstig misdrijf hebben schuldig gemaakt, dienen geïnterneerd te worden. Misdaden en wanbedrijven beantwoorden aan die omschrijving ernstig misdrijf. Overtredingen en gecontraventionaliseerde wanbedrijven bijgevolg niet. 2. Ontoerekeningsvatbaarheid De tweede voorwaarde kan men terug vinden in twee wetteksten, met name in artikel 71 van het strafwetboek en in artikel 1 van de WBM. Artikel 71 Sw. voert een schulduitsluitende verschoningsgrond in voor de gevallen waarin een beschuldigde of beklaagde op het ogenblik van de feiten in staat van krankzinnigheid was of wanneer hij gedwongen werd door een macht die hij niet heeft kunnen weerstaan. Er is in dat geval dus geen sprake van een misdrijf. Dit artikel vormt de basis van de ontoerekeningsvatbaarheid. 2 Artikel 1 van de wet tot bescherming van de maatschappij vereist verder dat de verdachte zich op het moment van de berechting bevindt, hetzij in een staat van krankzinnigheid, hetzij in een ernstige staat van geestesstoornis of van zwakzinnigheid, die hem ongeschikt maakt tot het controleren van zijn daden. 3 Hiermee worden drie categorieën van psychiatrische stoornissen opgesomd die in aanmerking komen voor internering, met name krankzinnigheid, ernstige geestesstoornis en ernstige zwakzinnigheid. De eerste term krankzinnigheid vindt men ook terug in artikel 71 van het Strafwetboek. Hiermee worden de zware, meest uitgesproken psychiatrische stoornissen bedoeld, zoals psychotische stoornissen - schizofrenie, paranoïde stoornissen, manisch-depressieve psychose en bepaalde psycho-organische problemen. 4 De term is verouderd en wordt in feite niet meer gebruikt. Het begrip zwakzinnigheid verwijst naar een verstandelijk functioneren dat duidelijk onder het gemiddelde ligt en gepaard gaat met aanpassingsproblemen, beginnend op een leeftijd beneden 18 jaar. 5 Deze archaïsche verwoording wordt vandaag niet meer gebruikt in de praktijk. In de plaats daarvan hanteert men nu het begrip verstandelijke handicap. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) ontfermt zich over deze groep van geïnterneerden met een verstandelijke handicap, die alle geïnterneerden omvat die volgens het deskundig verslag een IQ hebben dat lager is 1 Art. 7 Wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij, tegen abnormalen en gewoontemisdadigers, BS 17 juli Dit artikel vindt nog toepassing in uitzonderlijke gevallen, wanneer men ten tijde van de feiten tijdelijk in staat van krankzinnigheid verkeerde of door een onweerstaanbare macht geen controle had over zijn eigen daden, maar op het ogenblik van de berechting opnieuw de controle heeft over zijn daden. 3 Art. 1 WBM. 4 M. VANDENBROUCKE, De nieuwe interneringswet: enkele kanttekeningen, Fatik 2007, afl. 114, Deze term is terug te vinden als afzonderlijk omschreven categorie in de psychiatrische classificatie DSM-IV. 20

Internering wet en regelgeving

Internering wet en regelgeving Internering wet en regelgeving Permanente Vorming Forensische Gedragswetenschappen - Universiteit Gent 23 oktober 2012 Tom Vander Beken & Walter Van Steenbrugge Inhoud 2 1. Internering? 2. Achtergronden

Nadere informatie

DE GEDWONGEN OPNAME: EEN ALTERNATIEF VOOR DE INTERNERING?

DE GEDWONGEN OPNAME: EEN ALTERNATIEF VOOR DE INTERNERING? DE GEDWONGEN OPNAME: EEN ALTERNATIEF VOOR DE INTERNERING? EEN VERGELIJKING VAN DE GEDWONGEN OPNAME EN DE INTERNERING Sofie Maebe Studentennummer: 01201680 Promotor: Prof. dr. Tom Vander Beken Commissaris:

Nadere informatie

Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden

Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden Liga voor Mensenrechten Manifest Internering 1/10 Inhoudstafel Wat is internering? p. 3 Standpunt 1: Geïnterneerden hebben recht op behandeling

Nadere informatie

Geestelijk gezondheidsrecht 1:

Geestelijk gezondheidsrecht 1: Geestelijk gezondheidsrecht 1: COLLOCATIE /INTERNERING Gedwongen opname Van administratieve opsluiting naar vrijheidsberoving onder gerechtelijke controle. Materiële voorwaarden: geestesziekte, toestand,

Nadere informatie

De uitvoering van internering. Een rechtsvergelijkend onderzoek met Scandinavië.

De uitvoering van internering. Een rechtsvergelijkend onderzoek met Scandinavië. Faculteit Rechtsgeleerdheid 2016-2017 De uitvoering van internering. Een rechtsvergelijkend onderzoek met Scandinavië. De aanpak van geesteszieke delinquenten in België en Noorwegen. Masterproef van de

Nadere informatie

Eindelijk een goede nieuwe interneringswet?

Eindelijk een goede nieuwe interneringswet? Eindelijk een goede nieuwe interneringswet? Trefdag 5 mei 2015 De nieuwe interneringswet is een feit Een historische, actuele en toekomstige blik Tom Vander Beken Inhoud 2 I. Een nieuw kader vanaf 1 januari

Nadere informatie

Rolnummer 4591. Arrest nr. 142/2009 van 17 september 2009 A R R E S T

Rolnummer 4591. Arrest nr. 142/2009 van 17 september 2009 A R R E S T Rolnummer 4591 Arrest nr. 142/2009 van 17 september 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers

Nadere informatie

Advies betreffende opmerkingen op de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis

Advies betreffende opmerkingen op de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis FOD VOLKSGEZONDHEID BRUSSEL 14 maart 2013 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT- GENERAAL ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN NATIONALE RAAD VOOR ZIEKENHUISVOORZIENINGEN

Nadere informatie

Internering: POSITIENOTA

Internering: POSITIENOTA Internering: POSITIENOTA 19 december 2016 1 Krachtens artikel 14 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap "waarborgen de Staten die Partij zijn, dat personen met een handicap op

Nadere informatie

De nieuwe interneringswetgeving

De nieuwe interneringswetgeving De nieuwe interneringswetgeving To m Va n d e r B e k e n Postuniversitaire Cyclus Willy Delva 2016-2017 Gent, 16 maart 2017 Inhoud 2 I. Interningswetten II. Bescherming van de maatschappij en zorg III.

Nadere informatie

Artikel. iedereen? Annelies Permentier 1, Freya Vander Laenen 2, Wouter Vanderplasschen 3 & Tom Vander Beken 4

Artikel. iedereen? Annelies Permentier 1, Freya Vander Laenen 2, Wouter Vanderplasschen 3 & Tom Vander Beken 4 iedereen? Annelies Permentier 1, Freya Vander Laenen 2, Wouter Vanderplasschen 3 & Tom Vander Beken 4 Dit artikel focust op de doelgroep van geïnterneerden die achterblijven in detentie. Ondanks vele initiatieven

Nadere informatie

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 I. Algemene bepalingen II. Gerechtelijke fase van de internering III. Uitvoeringsfase van de internering IV. Definitieve invrijheidstelling V. Diverse bepalingen

Nadere informatie

DOORVERWIJZING VAN GEÏNTERNEERDEN VANUIT EEN FORENSISCH PSYCHIATRISCHE AFDELING

DOORVERWIJZING VAN GEÏNTERNEERDEN VANUIT EEN FORENSISCH PSYCHIATRISCHE AFDELING KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Academiejaar 2002-2003 DOORVERWIJZING VAN GEÏNTERNEERDEN VANUIT EEN FORENSISCH PSYCHIATRISCHE AFDELING Promotor: Prof. Dr. J. CASSELMAN Correctoren:

Nadere informatie

De opvang van geïnterneerden anno 2009 een stand van zaken.

De opvang van geïnterneerden anno 2009 een stand van zaken. Toespraak 1 Jubileumcongres 30 jaar Panopticon 12 november 2009 te Zebrastraat Gent De opvang van geïnterneerden anno 2009 een stand van zaken. Mevrouw de minister 2, Mijnheer de minister 3, Beste redactie

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN VEN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE LEDEN VEN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN MEDEDELING AAN DE LEDEN VEN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Grondwettelijk Hof rolnummers 6538 en 6539: de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging

Nadere informatie

Oude uitdagingen, nieuwe kansen! Over de behandeling van geïnterneerden

Oude uitdagingen, nieuwe kansen! Over de behandeling van geïnterneerden Oude uitdagingen, nieuwe kansen! Over de behandeling van geïnterneerden Stijn Vandevelde Stefaan De Smet Wouter Vanderplasschen Wing Ting To (Red.) Academia Press Eekhout 2 9000 Gent Tel. 09/233 80 88

Nadere informatie

Geestesziek en gevaarlijk: gedwongen opname of internering?

Geestesziek en gevaarlijk: gedwongen opname of internering? e s s a y Geestesziek en gevaarlijk: gedwongen opname of internering? Het Belgische wettelijke kader h. s m e t s, r. v e r e l s t, j. v a n d e n b e r g h e samenvatting Als psychiatrische stoornissen

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door ( ) (Mertens Anouk)

Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door ( ) (Mertens Anouk) FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Vrouwen die te gek zijn om los te lopen? Een verkennende dossierstudie naar vrouwelijke geïnterneerden binnen de Commissie ter Bescherming van de Maatschappij Gent Masterproef

Nadere informatie

De internering van personen die lijden aan een geestesstoornis

De internering van personen die lijden aan een geestesstoornis De internering van personen die lijden aan een geestesstoornis ONTWERP De contacten met de sprekers zijn aan de gang réf.: PEN-038 Doelgroep Rechters of toekomstige rechters van de kamer voor de bescherming

Nadere informatie

De psychiatrische hulpverlening in het Belgische gevangeniswezen

De psychiatrische hulpverlening in het Belgische gevangeniswezen R. VERELST - Psychiater coördinator PSD en psychiatrische zorg 2 Gedetineerden Gevangenisbevolking in de inrichtingen van het DG EPI (verlof en gesloten federale centra voor jongeren niet inbegrepen):

Nadere informatie

Geïnterneerden in België

Geïnterneerden in België panopticon_0701_11.xpr 22-12-2006 19:05 Pagina 46 Paul Cosyns i, Christine D Hont ii, Dirk Janssens iii, Eric Maes iv en Roel Verellen v Geïnterneerden in België de cijfers 1 Inleiding De penitentiaire

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

Internering en gedwongen opname

Internering en gedwongen opname Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-09 Internering en gedwongen opname Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Kristien Triest 00605926 Major Burgerlijk

Nadere informatie

Internering, quo vadis?

Internering, quo vadis? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Internering, quo vadis? Interneringswetgeving: een lange weg met een hobbelig parcours. Zal de nieuwe wet het pad eindelijk effenen?

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 JUNI 2013 P.13.0535.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0535.N M R, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Internering. Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector

Internering. Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector Internering Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector Programma Functie coördinator extern zorgcircuit Registratie: vraag Uitstroom Extern aanbod wachtlijsten Perspectieven en uitdagingen

Nadere informatie

Wie zijn onze patiënten?

Wie zijn onze patiënten? In deze folder vertellen wij u graag wat meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. De Kijvelanden behandelt mensen met een psychiatrische stoornis. De rechter heeft hen tbs met bevel tot

Nadere informatie

In een aantal gevallen zal ook verwezen worden naar een artikel van de wet om de opzoekingen te vergemakkelijken.

In een aantal gevallen zal ook verwezen worden naar een artikel van de wet om de opzoekingen te vergemakkelijken. Vooraf. De wet op de internering van 5 mei 2014 is zeer uitgebreid. In het kader van deze brochure is het niet de bedoeling alle facetten van deze wet hier te behandelen doch enkel de voornaamste. U kan

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Internering

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Internering Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 Internering De Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering zoals gewijzigd bij de Wet van 4 mei 2016 houdende internering en diverse

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen...

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen... INHOUDSOPGAVE I. Beleid A. Situering van het drugbeleid...1 B. De parlementaire werkgroep Drugs...2 C. De Federale Beleidsnota Drugs...4 D. Invloed van de wetswijziging in 2003...5 E. De richtlijn van

Nadere informatie

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden Over TBS In deze folder vertellen wij u graag meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden en in het bijzonder over tbs. De Kijvelanden behandelt

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Zorg voor personen met het statuut internering. Lunchen met justitie 24 oktober 2017

Zorg voor personen met het statuut internering. Lunchen met justitie 24 oktober 2017 Zorg voor personen met het statuut internering Lunchen met justitie 24 oktober 2017 Overzicht Intra-penitentiair aanbod Zorgaanbod in de maatschappij Ervaringen nieuwe wet op de internering 26/10/2017

Nadere informatie

De Interneringswet van 2014 en de rechten van de geïnterneerde persoon

De Interneringswet van 2014 en de rechten van de geïnterneerde persoon Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2015-2016 De Interneringswet van 2014 en de rechten van de geïnterneerde persoon Een analyse van de gerechtelijke fase van de internering Masterproef van de opleiding

Nadere informatie

Uitdagingen in de forensische psychiatrie

Uitdagingen in de forensische psychiatrie Uitdagingen in de forensische psychiatrie Studiedag Innovaties in de GGZ 18/05/2017 Inge Jeandarme 1 Outline Wat is forensische psychiatrie? Internering: nieuwe ontwikkelingen Enkele uitdagingen 3 DEFINITIE

Nadere informatie

De juridische positie van wetsovertreders met een psychische stoornis. De implementatie van een internationaal en Europees raamwerk in België

De juridische positie van wetsovertreders met een psychische stoornis. De implementatie van een internationaal en Europees raamwerk in België De juridische positie van wetsovertreders met een psychische stoornis De implementatie van een internationaal en Europees raamwerk in België 8 e Vlaams Geestelijke Gezondheids-congres Antwerpen, 20-21

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015 2016 DE ONTOEREKENINGSVATBAARHEID NA DE NIEUWE INTERNERINGSWET VAN 5 MEI 2014 Een kritische en rechtsvergelijkende studie naar het ontoerekeningsvatbaarheidsbegrip

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 DECEMBER 2011 P.11.1912.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1912.N E J E V D B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Nota bij het wetsontwerp houdende wijzigingen van de wet van 5 mei 2014 inzake internering: beperking toepassingsgebied internering

Nota bij het wetsontwerp houdende wijzigingen van de wet van 5 mei 2014 inzake internering: beperking toepassingsgebied internering Nota bij het wetsontwerp houdende wijzigingen van de wet van 5 mei 2014 inzake internering: beperking toepassingsgebied internering Prof. dr. Frank Verbruggen en dra Katrien Hanoulle Instituut voor Strafrecht,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I Opgave 1 Tbs ter discussie 1 maximumscore 2 beveiliging van de samenleving Voorbeeld van juiste toelichting bij beveiliging van de samenleving: In de tekst staat dat er steeds minder mensen uitstromen

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 Eerste Examenperiode EXTRAMURALE HULP- EN DIENSTVERLENING AAN GEÏNTERNEERDEN Masterproef neergelegd tot het

Nadere informatie

Internering van geestesgestoorden: de huidige en toekomstige regeling

Internering van geestesgestoorden: de huidige en toekomstige regeling Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 Internering van geestesgestoorden: de huidige en toekomstige regeling Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Advies over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Brussel, 4 juli 2012 SARWGG_Raad_20120704_HulpEnDienstverleningGedetineerden_ADV_DEF Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43 Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 A. Drugs: vriend of vijand van alle tijden? 1 1. Inleiding 1 2. De psychoactieve stoffen van alle tijden: de klassieke drugs 4 3. De nieuwe psychoactieve

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk door een scholier 1573 woorden 23 januari 2002 5,8 206 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inleiding Het gevangeniswezen. Hoe gaat het er in de gevangenissen

Nadere informatie

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten 6 e Vlaamse GGZ-congres Macht en kracht. Zorgrelaties in verandering 18 en 19 september 2012, Antwerpen Freya Vander

Nadere informatie

De Gerechtspsychiater: de portier van het systeem

De Gerechtspsychiater: de portier van het systeem De Gerechtspsychiater: de portier van het systeem Vlaams Geneeskundigenverbond Prof Dr Dillen Chris Forensisch Psychiater Vrije Universiteit Brussel Onderdeel van een geheel misdrijf strafrecht gerechtspsychiater

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent WIE HEEFT BESLISSINGSRECHT? De patiënt Is hij nog bekwaam? Wie bepaalt de bekwaamheid? Zijn vertegenwoordiger

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent foto s: Lieven Nollet tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering

Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering Nieuwe wetgeving internering Operationeel sinds 1 oktober 2016 Grote pijlers: Recht op zorg (op maat) evenwicht care en risk Drempel (niet voor lichte feiten)

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Artikel. Context: een negatief rapport in de media. Het rapport: Passieve en voorlopig - partiële openbaarheid. Freya Vander Laenen en Neil Paterson *

Artikel. Context: een negatief rapport in de media. Het rapport: Passieve en voorlopig - partiële openbaarheid. Freya Vander Laenen en Neil Paterson * Freya Vander Laenen en Neil Paterson * Context: een negatief rapport in de media Op 5 april van 2016 gonsde het in de media: het eerste auditverslag van de Vlaamse Zorginspectie over het Forensisch Psychiatrisch

Nadere informatie

De justitiabele met een psychische stoornis in Vlaanderen

De justitiabele met een psychische stoornis in Vlaanderen korte bijdrage De justitiabele met een psychische stoornis in Vlaanderen p. cosyns, s. koeck, r. verellen samenvatting De laatste 25 jaar kent de forensische psychiatrie een reële doorbraak in Vlaanderen.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Rolnummer 5762. Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5762. Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5762 Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 25 van het Strafwetboek,

Nadere informatie

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.

Nadere informatie

ALTERNATIEVEN VOOR INTERNERING

ALTERNATIEVEN VOOR INTERNERING ALTERNATIEVEN VOOR INTERNERING Aantal woorden: 49.600 Valeska De Pauw Studentennummer: 01308267 Promotor: Prof. dr. Tom Vander Beken Commissaris: Prof. dr. Wendy De Bondt Masterproef voorgelegd voor het

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 APRIL 2016 P.16.0132.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0132.N C B, beklaagde, geïnterneerd, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. tegen 1. INTERGEM

Nadere informatie

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31)

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Persbericht van de Ministerraad Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1153.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1153.N R S B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 17 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0409 (COD) 15490/14 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad DROIPEN 129 COPEN 278 CODEC 2241 Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

ADVIES Aanwijzing van de vertrouwenspersoon

ADVIES Aanwijzing van de vertrouwenspersoon FOD VOLKSGEZONDHEID, 23/06/2006 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU --- DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN --- FEDERALE COMMISSIE RECHTEN VAN DE PATIËNT --- Ref. : FCRP/6

Nadere informatie

Editoriaal Editorial. Bezorgd om zorg

Editoriaal Editorial. Bezorgd om zorg Bezorgd om zorg Editoriaal Editorial Tom Vander Beken a Freya Vander Laenen b Panopticon, 38 (2), 77-82 2017 Maklu ISSN 0771-1409 Maart 2017 a b Kernredactielid van Panopticon en hoogleraar, Institute

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist

Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist Deel 1: Wet op de gedwongen opname Deel 2: problematisch middelengebruik Toetsing van de wet bij verslaving Geesteszieke

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T Rolnummer 1144 Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de gecoördineerde wetten van 12 juli 1978 betreffende het accijnsregime van alcohol, gesteld door de Correctionele

Nadere informatie

De gedwongen opname Overzicht

De gedwongen opname Overzicht De gedwongen opname Overzicht Wetgeving Procedures Termijnen Randmodaliteiten Cijfers Vragen De gedwongen opname Collocatie Wetgeving Wet van 26/06/1990 (publicatie BS 27/07/1990) Wet betreffende de bescherming

Nadere informatie

Wet 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (B.S., 13 juli 2007)

Wet 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (B.S., 13 juli 2007) Wet 9 april 1930 - Bescherming maatschappij (Art. 31) drag of de wijze van berekening bepaalt; deze bezoldiging bestaat hetzij uit een vast bedrag, hetzij uit een percentage van de inkomsten van de geïnterneerde,

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 1 van 18 23/12/2011 10:11 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 21 APRIL 2007 Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en

Nadere informatie

Voorstelling KBM Brussel Lunchen met Justitie 24/10/ KBM Brussel - 24/10/2017

Voorstelling KBM Brussel Lunchen met Justitie 24/10/ KBM Brussel - 24/10/2017 Voorstelling Lunchen met Justitie 24/10/2017 1-24/10/2017 Inhoud Introductie De nieuwe interneringswet Verschillen tussen de KBM en de CBM Praktijk Vragen 2 Introductie door de Voorzitter 3 De nieuwe interneringswet

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

De interneringswet van 2014

De interneringswet van 2014 De interneringswet van 2014 Els Schipaanboord Tom Vander Beken 1 1. Inleiding Zoals in het voorgaande hoofdstuk reeds aan bod is gekomen, kunnen ontoerekeningsvatbare daders geïnterneerd worden. De internering

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Sanctietoepassing voor volwassenen Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Oktober 2008 / F&A 8880 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Achtergronddocument Specifieke groepen binnen de GGZ

Achtergronddocument Specifieke groepen binnen de GGZ Achtergronddocument Specifieke groepen binnen de GGZ Specifieke groepen binnen de GGZ 1 2 Achtergronddocument bij advies Hoogspecialistische GGZ 1 Inleiding In dit achtergronddocument bespreekt de commissie

Nadere informatie

Het psychiatrisch deskundigenverslag doorgelicht: toerekeningsvatbaar of niet?

Het psychiatrisch deskundigenverslag doorgelicht: toerekeningsvatbaar of niet? FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Het psychiatrisch deskundigenverslag doorgelicht: toerekeningsvatbaar of niet? Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen

Nadere informatie

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be Inleiding

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie