MEDEDELING AAN DE LEDEN VEN DE VLAAMSE REGERING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MEDEDELING AAN DE LEDEN VEN DE VLAAMSE REGERING"

Transcriptie

1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN MEDEDELING AAN DE LEDEN VEN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Grondwettelijk Hof rolnummers 6538 en 6539: de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 4 mei 2016 houdende internering en diverse bepalingen inzake Justitie, ingesteld door R.W. en anderen en door de vzw Ligue des Droits de l Homme arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 80/2018 van 28 juni 2018 Bijlage: kennisgeving van 10 juli 2018 van de griffie van het Grondwettelijk Hof 1. Voorafgaand Door de heer R.W. en anderen en door de vzw Ligue des Droits de l Homme werden in november 2016 beroepen tot vernietiging ingesteld bij het Grondwettelijk Hof betreffende de wet van 4 mei 2016 houdende internering en diverse bepalingen inzake Justitie. De Vlaamse Regering is tussengekomen in deze zaak voor het Grondwettelijk Hof, ter vrijwaring van haar belangen (zie VR MED.0024/1, MED.0024/2 en MED.0024/3). Een raadsman werd aangesteld om de belangen van de Vlaamse Regering te behartigen voor het Grondwettelijk Hof (Mr. Bart Staelens uit Brugge). De beroepen betreffen de wet van 4 mei 2016 houdende internering en diverse bepalingen inzake Justitie, meer specifiek bepalingen betreffende de internering. De materie van de internering is in essentie een bevoegdheid van de federale overheid, maar er zijn wel raakvlakken met de bevoegdheden van de gemeenschappen op het vlak van de justitiehuizen en het elektronisch toezicht en op het vlak van gezondheid en welzijn. Nu werd er in het verzoekschrift met rolnummer 6538 een middel opgeworpen dat zijn invloed kan hebben op de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap inzake gezondheid en welzijn. Het gaat om het tweede middel van het verzoekschrift, dat uitgewerkt wordt op bladzijde 15 tot en met 17 van het verzoekschrift ( Met betrekking tot de plaatsing en overplaatsing van de geïnterneerde door de Strafuitvoeringsrechtbank ). Het verzoekschrift stelt op bladzijde 15: Pagina 1 van 6

2 Het middel vloeit voort uit de artikelen 10 en 11 GW in samenhang met art. 5.1.e en 5.4 EVRM nu de bestreden bepalingen de mogelijkheden van de KBM beperkt om de plaatsing en overplaatsing van geïnterneerden te bevelen. Het recht op aangepaste therapeutische zorg van de geïnterneerde staat er immers aan in de weg dat de mogelijkheden van de KBM om die zorg te organiseren door een plaatsing in een hospitaal, kliniek of aangepaste instelling worden beperkt.. KBM staat voor kamer voor de bescherming van de maatschappij, de kamer van de strafuitvoeringsrechtbank die uitsluitend bevoegd is voor interneringszaken. Het middel is gericht tegen de artikelen 173, 196 en 197 van de wet van 4 mei Het verzoekschrift gaat er vanuit dat er een opnameplicht bestaat voor private voorzieningen en bekritiseert het feit dat de wet niet voorziet dat de kamer ter bescherming van de maatschappij een gedwongen opname in een private voorziening kan bevelen. Wat betreft de private voorzieningen voorziet de wet namelijk in een zogenaamde onderhandelde plaatsing. Overeenkomstig artikel 35 van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering (zoals gewijzigd door de wet van 4 mei 2016) kan de KBM ook plaatsen in door de Vlaamse Gemeenschap erkende privévoorzieningen of in voorzieningen van de Vlaamse Gemeenschap die in staat zijn aan de geïnterneerde persoon de gepaste zorgen te verstrekken. Dit kan echter maar op basis van een overeenkomst betreffende de plaatsing met de voorziening waarin een aantal aspecten worden vastgelegd. Een voorziening kan dus niet gedwongen worden tot opname buiten die overeenkomst om. (zie artikel 3, 4, d), van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering (zoals gewijzigd door de wet van 4 mei 2016): d) de door de bevoegde overheid erkende inrichting die is georganiseerd door een privéinstelling, door een gemeenschap of een gewest of door een lokale overheid, die in staat is aan de geïnterneerde persoon de gepaste zorgen te verstrekken en die een overeenkomst betreffende de plaatsing zoals bedoeld in het 5 heeft afgesloten inzake de toepassing van deze wet; ) Deze overeenkomst betreffende de plaatsing wordt gedefinieerd als volgt: een overeenkomst die wordt afgesloten tussen één of meerdere inrichtingen zoals bedoeld in het 4, d), enerzijds, en de minister van Justitie en de minister bevoegd voor het beleid inzake de zorgverstrekking in deze inrichtingen, anderzijds, waarbij de volgende aspecten worden vastgelegd: het minimum aantal geïnterneerde personen dat de inrichting of inrichtingen onder de vorm van plaatsing willen opnemen, de profielen voor dewelke een plaatsing kan gebeuren en de te volgen procedure om tot plaatsing over te gaan en, in voorkomend geval, de financiële tegemoetkoming door de Federale Staat voor kosten verbonden aan de veiligheid; (zie artikel 3, 5, van de wet van 5 mei 2014 (zoals gewijzigd door de wet van 4 mei 2016)). Bij deze overeenkomst worden dus ook de bevoegde autoriteiten voor de erkenning betrokken. In de voorbereidende werken bij de wet van 5 mei 2014 lezen we hieromtrent: In casu kunnen dit, afhankelijk van de instelling of de instellingen, ofwel de minister van Volksgezondheid zijn en/of de bevoegde ministers van de deelstatelijke autoriteiten. (zie amendement nr. 137 van de heer Vastersavendts, Belgische Senaat, zitting , /4, bladzijde 7). Volgens de verzoekers worden op deze manier de KBM s beperkt in hun mogelijkheden om aan geïnterneerde geesteszieke delictplegers de zorg te geven die zij nodig hebben. Verzoekers stellen daarbij onder andere: Dit lijdt in de praktijk tot mensonterende situaties en de systematische veroordeling van België door het EHRM (23 veroordelingen op datum van dit verzoekschrift). Pagina 2 van 6

3 De situatie (en vooral de onwil van de Belgische overheid om zich in regel te stellen met de mensenrechtelijke vereisten van een systeem van vrijheidsberovende maatregelen ten overstaan van geesteszieken) heeft er uiteindelijk toe geleid dat België op door het EHRM veroordeeld werd in een piloot-arrest, waarin werd vastgesteld dat de mensenrechtenschendingen een gevolg waren van een systematisch disfunctioneren van het interneringssysteem.. In de voorbereidende werken bij de wet van 5 mei 2014 lezen we: De wetgever dient daarbij een onderscheid te maken tussen opgevorderde plaatsing, onderhandelde plaatsing en invrijheidstelling op proef. Zo worden een gedifferentieerde opname van geïnterneerden en een beroep op de reguliere geestelijke gezondheidszorg mogelijk. De nood om privévoorzieningen in te schakelen vereist een wettelijk kader voor onderhandelde plaatsing van geïnterneerden, naast de reeds bestaande invrijheidstelling op proef. De actoren in de private geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen zijn van goede wil, maar ze wensen in geen geval een opnameplicht. Men vreest dat een rechter willekeurig zou plaatsen, zonder rekening te houden met de stoornis, de aard en de mogelijkheden van het zorgaanbod en de ernst van het delict. Deze wijziging betracht dus overleg tussen strafuitvoeringskamers en de voorzieningen voor geestelijke gezondheidszorg. Daardoor vindt de wetgeving aansluiting met de huidige (en goede) praktijken in verschillende regio s. Het voeren van de onderhandelingen voor opname onder de modaliteit van een plaatsing is een taak voor de zorgcoördinator (artikel 120, tweede lid, van de wet van 21 april 2007). (zie Belgische Senaat, zitting , /1, toelichting bij het wetsvoorstel, bladzijde 6). Maar zoals hoger aangegeven worden ook de bevoegde ministers van de gemeenschappen betrokken bij de overeenkomsten inzake de onderhandelde plaatsing. De onderhandelde plaatsing biedt dus de mogelijkheden om tot een aangepaste behandeling over te gaan (naar motivatie, programma/ behandelingsmogelijkheden, matching leefgroep, ) die aansluit bij de zorg die geboden kan worden door de voorziening rekening houdende met de zorgcomponent en de risicotaxatie waarbij kan overeengekomen worden met de federale overheid om de kosten die nodig zijn om de veiligheid te garanderen te vergoeden. Een gedwongen plaatsing zonder een dergelijke overeenkomst zou onder meer voorzieningen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en psychiatrische verzorgingstehuizen kunnen treffen, en een externe kostendrijver kunnen zijn voor het budget van de Vlaamse overheid. De Vlaamse Gemeenschap heeft er dus belang bij dat de waarborg van deze onderhandelde plaatsing, met een overeenkomst betreffende de plaatsing, behouden blijft. 2. Arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 80/2018 van 28 juni 2018 Op 28 juni 2018 heeft het Grondwettelijk Hof zich uitgesproken over deze zaak (arrest nr. 80/2018; zie als bijlage de betekening van 10 juli 2018 van het arrest) Het voormelde tweede middel in het verzoekschrift met rolnummer 6538 wordt door het Grondwettelijk Hof niet gegrond bevonden, rekening houdend met hetgeen het Grondwettelijk Hof vermeldt in punten B.21.3 en B.22.1 van het arrest (dit tweede middel wordt gans besproken in de punten B.16 tot en met B.29 van het arrest). De onderhandelde plaatsing, met een overeenkomst betreffende de plaatsing, blijft dus overeind. Pagina 3 van 6

4 Het Grondwettelijk Hof stelt in de voormelde punten B.21.3 en B.22.1 van het arrest het volgende: B Een opnameplicht kan dus niet worden afgedwongen ten aanzien van een erkende inrichting waarmee geen plaatsingsovereenkomst is afgesloten. Het wettelijk kader verhindert evenwel geenszins dat bij het vastleggen van de te volgen procedure om tot plaatsing over te gaan, bepaalde verplichtingen inzake opname van geïnterneerden worden opgenomen in de plaatsingsovereenkomst. De keuze van de wetgever om met erkende inrichtingen een onderhandeld zorgaanbod uit te werken, is in beginsel in overeenstemming met de vereisten van artikel 5.1, e), van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Het komt aan de bevoegde overheden toe het interneringssysteem zo te organiseren dat elke geïnterneerde persoon de gepaste therapeutische zorg krijgt in een daartoe geschikte inrichting. B De kamer voor de bescherming van de maatschappij dient erover te waken dat zij een inrichting aanwijst die aan de geïnterneerde persoon de therapeutische zorg kan verstrekken die zijn toestand vereist met het oog op zijn re-integratie in de maatschappij. Wanneer is bepaald naar welke inrichting de geïnterneerde persoon moet worden overgebracht, staat het aan de bevoegde overheden ervoor te zorgen dat die persoon daar kan worden opgenomen binnen een afzienbare termijn (EHRM, 11 mei 2004, Morsink t. Nederland, 67-69; 11 mei 2004, Brand t. Nederland, 64-66; 12 februari 2008, Pankiewicz t. Polen, 44-45; 5 april 2011, Nelissen t. Nederland, 59-60).. Het Grondwettelijk Hof stelt verder: B Indien de inrichting die is aangewezen door de kamer voor de bescherming van de maatschappij de geïnterneerde persoon niet kan opnemen binnen een afzienbare termijn en de geïnterneerde persoon hierdoor in een inrichting wordt gelaten die niet de gepaste therapeutische zorgen kan verstrekken die zijn toestand vereist met het oog op zijn re-integratie in de maatschappij, wordt niet voldaan aan de vereisten van de artikelen 5.1, e), en 5.4 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Dit is evenzeer het geval wanneer de kamer voor de bescherming van de maatschappij wordt geconfronteerd met een gebrek aan plaatsen in aangepaste inrichtingen, met de stelselmatige weigering van inrichtingen tot het opnemen van geïnterneerde personen met een moeilijk profiel of met de situatie dat geen van de inrichtingen de geïnterneerde persoon de therapeutische zorg kan verstrekken die zijn toestand vereist. B De structurele tekortkomingen die door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens worden vastgesteld bij zijn voormelde pilootarrest hebben betrekking op de situatie zoals zij bestond onder de toepassing van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij. De kritiek van de verzoekende partij heeft evenwel betrekking op de wet van 5 mei 2014, zoals gewijzigd bij de wet van 4 mei B.23. Het Hof dient derhalve te onderzoeken of de bestreden bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 5.1, e), en 5.4 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schenden doordat zij het zouden onmogelijk maken voor de kamer voor de bescherming van de maatschappij om een beslissing tot plaatsing of overplaatsing van de geïnterneerde te nemen indien de private psychiatrische inrichtingen hiermee niet instemmen, terwijl dit wel mogelijk zou zijn bij een gedwongen opname krachtens de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke.. Volgens het Grondwettelijk Hof is er hier echter geen schending van het gelijkheidsbeginsel (artikel 10 van de Grondwet) of het non-discriminatiebeginsel (artikel 11 van de Grondwet). Pagina 4 van 6

5 Het Grondwettelijk Hof stelt: B Het verschil in behandeling betreft dus twee verschillende categorieën van personen met een geestesstoornis: de enen hebben niet en de anderen hebben wel een misdaad of wanbedrijf gepleegd die de fysieke of psychische integriteit van derden aantast of bedreigt en bij wie het gevaar bestaat dat ze als gevolg van hun geestesstoornis, eventueel in samenhang met andere risicofactoren, opnieuw dergelijke feiten zullen plegen. Steunende op dat objectieve verschil, is het redelijk verantwoord dat de wetgever ervoor heeft gekozen voor de beide categorieën van personen in een verschillende procedure inzake plaatsing te voorzien. Bovendien verhindert de wet van 5 mei 2014 niet de plaatsing van een geïnterneerde persoon in een private psychiatrische inrichting wanneer met die erkende inrichting een plaatsingsovereenkomst werd gesloten. Door de opnameplicht te beperken tot die private inrichtingen die een principiële plaatsingsovereenkomst hebben gesloten, wenst de wetgever de problemen omtrent de uitvoering van de rechterlijke beslissingen te voorkomen, in die zin dat de doeltreffendheid van de rechterlijke beslissing niet langer afhangt van de voorafgaande instemming van de inrichting, telkens wanneer een individuele beslissing wordt genomen. Voorts kan de geïnterneerde persoon de hem opgelegde veiligheidsmaatregel eveneens ondergaan in een residentieel of ambulant zorgtraject in een daartoe geschikte inrichting onder de uitvoeringsmodaliteit invrijheidstelling op proef. B Rekening houdend met hetgeen is vermeld in B en B.22.1 is het in B.23 vermelde verschil in behandeling bijgevolg niet zonder redelijke verantwoording In dit kader kan dan nog melding gemaakt worden van de uitspraak van het Grondwettelijk Hof over het vijfde middel in het verzoekschrift met rolnummer 6538 (zie de punten B.52 tot en met B.60 van het arrest). Het betreft mensen die gelijktijdig zowel een internering als een vrijheidsstraf ondergaan Artikel 76, tweede lid, van de wet van 5 mei 2014 maakt dat deze mensen pas geplaatst kunnen worden in een voorziening waarmee een plaatsingsovereenkomst werd gesloten, als zij de toelaatbaarheidsdatum voor een voorwaardelijke invrijheidstelling hebben bereikt. Volgens het Grondwettelijk Hof is dit discriminerend. Het Grondwettelijk Hof vernietigt dan ook voormeld artikel 76, tweede lid. Het Grondwettelijk Hof stelt: B Doordat de bestreden bepaling de categorie van personen die zowel een internering als een vrijheidsstraf ondergaan a priori en zonder individueel onderzoek uitsluit van de mogelijkheid om door de kamer voor de bescherming van de maatschappij te worden geplaatst in een inrichting zoals bedoeld in artikel 3, 4, d), van de wet van 5 mei 2014 totdat zij de toelaatbaarheidsdatum voor een voorwaardelijke invrijheidstelling hebben bereikt, kan de bestreden bepaling tot gevolg hebben dat aan die personen niet de gepaste zorg wordt verstrekt die hun toestand vereist, terwijl hun individuele situatie zich niet tegen een verblijf in een dergelijke inrichting verzet. B Niets verhindert echter dat, zoals voor de andere geïnterneerden, de keuze voor de plaatsing in de ene of de andere inrichting aan de kamer voor de bescherming van de maatschappij wordt overgelaten, die daarbij rekening dient te houden met het veiligheidsrisico dat de plaatsing van een geïnterneerde veroordeelde inhoudt, zodat niet noodzakelijk moet worden gewacht tot de toelaatbaarheidsdatum voor de voorwaardelijke invrijheidstelling zoals vastgelegd in de wet van 17 mei 2006 is bereikt, vooraleer de geïnterneerde veroordeelde voor een plaatsing in een inrichting zoals bedoeld in artikel 3, 4, d), van de wet van 5 mei 2014 in aanmerking kan komen.. Pagina 5 van 6

6 Artikel 77, 1, eerste lid, van de wet van 5 mei 2014 houdt in dat mensen die gelijktijdig zowel een internering als een vrijheidsstraf ondergaan slechts een beroep kunnen doen op bepaalde uitvoeringsmodaliteiten van de internering tot ze voldaan hebben aan de tijdsvoorwaarden voor de gelijkaardige strafuitvoeringsmodaliteiten. Het gaat om de volgende uitvoeringsmodaliteiten van de internering: toekenning van een uitgaansvergunning, verlof, beperkte detentie, elektronisch toezicht, invrijheidstelling op proef of invrijheidstelling met het oog op de verwijdering van het grondgebied of overlevering. Het Grondwettelijk Hof vindt deze bepaling discriminerend en vernietigt die dan ook. Het Grondwettelijk Hof stelt: B In tegenstelling tot de strafuitvoeringsmodaliteiten die kunnen worden toegekend krachtens de wet van 17 mei 2006, zijn de uitvoeringsmodaliteiten van de internering in hoofdzaak gericht op de uitbouw van een zorgtraject. B Doordat de bestreden bepaling de categorie van personen die zowel een internering als een vrijheidsstraf ondergaan a priori en zonder individueel onderzoek uitsluit van de mogelijkheid om door de kamer voor de bescherming van de maatschappij een uitvoeringsmodaliteit van de internering toegekend te krijgen, totdat zij de tijdsvoorwaarden zoals bepaald door de artikelen 4, 7, 23, 1, 25 of 26 van de wet van 17 mei 2006 hebben vervuld, kan de bestreden bepaling tot gevolg hebben dat aan die personen niet de gepaste zorg wordt verstrekt die hun toestand vereist, terwijl hun individuele situatie zich niet tegen de toekenning van een bepaalde uitvoeringsmodaliteit van de internering verzet. B De kamer voor de bescherming van de maatschappij zal die uitvoeringsmodaliteiten enkel kunnen toekennen indien er bij de geïnterneerde persoon geen tegenaanwijzingen zijn waaraan niet tegemoet kan worden gekomen door het opleggen van bijzondere voorwaarden (artikelen 22, 1, 1, 26, 1, en 28, 1, van de wet van 5 mei 2014). Niets verhindert dat, zoals voor de andere geïnterneerde personen, de keuze voor het toekennen van een uitvoeringsmodaliteit van de internering aan de kamer voor de bescherming van de maatschappij wordt overgelaten, daarbij rekening houdend met de aanwezigheid van tegenaanwijzingen.. Jo VANDEURZEN Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Pagina 6 van 6

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 I. Algemene bepalingen II. Gerechtelijke fase van de internering III. Uitvoeringsfase van de internering IV. Definitieve invrijheidstelling V. Diverse bepalingen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1153.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1153.N R S B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Rolnummers 6538 en Arrest nr. 80/2018 van 28 juni 2018 A R R E S T

Rolnummers 6538 en Arrest nr. 80/2018 van 28 juni 2018 A R R E S T Rolnummers 6538 en 6539 Arrest nr. 80/2018 van 28 juni 2018 A R R E S T In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 4 mei 2016 houdende internering en diverse bepalingen inzake

Nadere informatie

Voorstelling KBM Brussel Lunchen met Justitie 24/10/ KBM Brussel - 24/10/2017

Voorstelling KBM Brussel Lunchen met Justitie 24/10/ KBM Brussel - 24/10/2017 Voorstelling Lunchen met Justitie 24/10/2017 1-24/10/2017 Inhoud Introductie De nieuwe interneringswet Verschillen tussen de KBM en de CBM Praktijk Vragen 2 Introductie door de Voorzitter 3 De nieuwe interneringswet

Nadere informatie

Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering

Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering Nieuwe wetgeving internering Operationeel sinds 1 oktober 2016 Grote pijlers: Recht op zorg (op maat) evenwicht care en risk Drempel (niet voor lichte feiten)

Nadere informatie

Internering: POSITIENOTA

Internering: POSITIENOTA Internering: POSITIENOTA 19 december 2016 1 Krachtens artikel 14 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap "waarborgen de Staten die Partij zijn, dat personen met een handicap op

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 DECEMBER 2011 P.11.1912.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1912.N E J E V D B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 NOVEMBER 2013 C.12.0291.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0291.F M. M., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 DECEMBER 2014 P.14.1422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1422.N D J M T, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE V.U. Eric Beaucourt 9000 Gent stand januari 2018-1 I.DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 1.Algemeen. De Belgische strafuitvoeringsrechtbanken

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Advies betreffende opmerkingen op de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis

Advies betreffende opmerkingen op de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis FOD VOLKSGEZONDHEID BRUSSEL 14 maart 2013 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT- GENERAAL ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN NATIONALE RAAD VOOR ZIEKENHUISVOORZIENINGEN

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 JUNI 2013 P.13.0535.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0535.N M R, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Rolnummer 4591. Arrest nr. 142/2009 van 17 september 2009 A R R E S T

Rolnummer 4591. Arrest nr. 142/2009 van 17 september 2009 A R R E S T Rolnummer 4591 Arrest nr. 142/2009 van 17 september 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers

Nadere informatie

In een aantal gevallen zal ook verwezen worden naar een artikel van de wet om de opzoekingen te vergemakkelijken.

In een aantal gevallen zal ook verwezen worden naar een artikel van de wet om de opzoekingen te vergemakkelijken. Vooraf. De wet op de internering van 5 mei 2014 is zeer uitgebreid. In het kader van deze brochure is het niet de bedoeling alle facetten van deze wet hier te behandelen doch enkel de voornaamste. U kan

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en E. De Groot, bijgestaan door de griffier L.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en E. De Groot, bijgestaan door de griffier L. Rolnummer 2235 Arrest nr. 158/2001 van 11 december 2001 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 41 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden

Nadere informatie

Instructies omtrent de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering I. ALGEMENE BEPALINGEN - DOELSTELLINGEN

Instructies omtrent de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering I. ALGEMENE BEPALINGEN - DOELSTELLINGEN Directoraat-generaal E P I Penitentiaire Inrichtingen Collectieve brief nr. 140bis van 28 juli 2017 Instructies omtrent de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering Mevrouw, mijnheer de directeur De

Nadere informatie

Wet 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (B.S., 13 juli 2007)

Wet 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (B.S., 13 juli 2007) Wet 9 april 1930 - Bescherming maatschappij (Art. 31) drag of de wijze van berekening bepaalt; deze bezoldiging bestaat hetzij uit een vast bedrag, hetzij uit een percentage van de inkomsten van de geïnterneerde,

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 1 van 18 23/12/2011 10:11 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 21 APRIL 2007 Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN XXX TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BETREFFENDE HET

Nadere informatie

Eindelijk een goede nieuwe interneringswet?

Eindelijk een goede nieuwe interneringswet? Eindelijk een goede nieuwe interneringswet? Trefdag 5 mei 2015 De nieuwe interneringswet is een feit Een historische, actuele en toekomstige blik Tom Vander Beken Inhoud 2 I. Een nieuw kader vanaf 1 januari

Nadere informatie

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5970 Arrest nr. 157/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 APRIL 2016 F.15.0131.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.15.0131.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, voor wie optreedt de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent foto s: Lieven Nollet tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T Rolnummer 6315 Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 19quater, tweede lid, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT: Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming en het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen,

Nadere informatie

De nieuwe interneringswetgeving

De nieuwe interneringswetgeving De nieuwe interneringswetgeving To m Va n d e r B e k e n Postuniversitaire Cyclus Willy Delva 2016-2017 Gent, 16 maart 2017 Inhoud 2 I. Interningswetten II. Bescherming van de maatschappij en zorg III.

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.323/3 van 24 november 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het bedrag ter financiering van de creatie van bijkomende

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 123/2009 van 16 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 123/2009 van 16 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4667 Arrest nr. 123/2009 van 16 juli 2009 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het Vlaamse decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen-

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Van deze beschikking werd aan de partijen kennis gegeven.

Van deze beschikking werd aan de partijen kennis gegeven. Rolnummer : 18 Arrest nr. 25 van 26 juni 1986 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 20 maart 1984 houdende het statuut van de logiesverstrekkende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.0421.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0421.N P D, burgerlijke partij, eiser, met als raadsman mr. Didier Baecke, advocaat bij de balie te Gent, tegen A A J L, beklaagde,

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de regels tot bepaling van de bedragen

Nadere informatie

Rolnummer 5794. Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T

Rolnummer 5794. Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T Rolnummer 5794 Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 11 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 28 juni 2013 houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, II, 4 ;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, II, 4 ; Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende het uniek loket voor de mobiliteitshulpmiddelen in het tweetalige

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.814/3 van 12 februari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van aanvullende programmatienormen voor bijkomende diensten waarin

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2014 S.13.0002.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0002.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, voor wie optreedt de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 MEI 2016 C.14.0561.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0561.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, met kabinet te 1000 Brussel, Kruidtuinlaan

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/032 ADVIES NR. 08/03 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GEAGGREGEERDE ANONIEME GEGEVENS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

VR DOC.0160/1

VR DOC.0160/1 VR 2017 2102 DOC.0160/1 DE VLAAMSE MINISTER-PRESIDENT De VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2015 D.14.0011.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.14.0011.F P. D., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ORDE VAN ARCHITECTEN, Mr. Huguette Geinger,

Nadere informatie

Rolnummer 2338. Arrest nr. 8/2003 van 22 januari 2003 A R R E S T

Rolnummer 2338. Arrest nr. 8/2003 van 22 januari 2003 A R R E S T Rolnummer 2338 Arrest nr. 8/2003 van 22 januari 2003 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 18 mei 2001 tot wijziging van het decreet van 30 maart

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

Rolnummers 4664 en Arrest nr. 122/2009 van 16 juli 2009 A R R E S T

Rolnummers 4664 en Arrest nr. 122/2009 van 16 juli 2009 A R R E S T Rolnummers 4664 en 4665 Arrest nr. 122/2009 van 16 juli 2009 A R R E S T In zake : de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 4, 2, 3, 4, 6 en 7, 10, 11, 1, 12, 1, 20, 1, en

Nadere informatie

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T Rolnummer 4255 Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij artikel 29 van de wet

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2019 0102 DOC.0123/4 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.201/3 van 28 januari 2019 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap tot wijziging van het decreet van 18 mei 2018 houdende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JANUARI 2011 C.09.0635.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0635.N S.J., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2019 1502 DOC.0182/3 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.066/3 van 21 januari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van initiatieven die voorzien

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.098/3 van 4 april 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het

Nadere informatie

Rolnummer 5490. Arrest nr. 118/2013 van 7 augustus 2013 A R R E S T

Rolnummer 5490. Arrest nr. 118/2013 van 7 augustus 2013 A R R E S T Rolnummer 5490 Arrest nr. 118/2013 van 7 augustus 2013 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 7, 1, van de wet van 26 maart 2012 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

*** Een nieuwe regeling van de externe rechtspositie van veroordeelde gedetineerden en de. de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken.

*** Een nieuwe regeling van de externe rechtspositie van veroordeelde gedetineerden en de. de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken. A CTUALIA RABG 2006/13-14 Adoptie door personen van hetzelfde geslacht http://www.strada.be/staatsblad/link.php?blz=31128&jaar=2006&seq=1 In het Belgisch Staatsblad van 20 juni 2006 verscheen de wet van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Stuk 1325 (1998-1999) Nr. 1. Zitting 1998-1999. 26 februari 1999 ONTWERP VAN DECREET

Stuk 1325 (1998-1999) Nr. 1. Zitting 1998-1999. 26 februari 1999 ONTWERP VAN DECREET Stuk 1325 (1998-1999) Nr. 1 Zitting 1998-1999 26 februari 1999 ONTWERP VAN DECREET houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 20 oktober 1998 tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2006/5/12. ARREST van 29 april Inzake PET CENTER BVBA. tegen. Willem SCHOUTEN. Procestaal : Nederlands

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2006/5/12. ARREST van 29 april Inzake PET CENTER BVBA. tegen. Willem SCHOUTEN. Procestaal : Nederlands COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2006/5/12 ARREST van 29 april 2008 Inzake PET CENTER BVBA tegen Willem SCHOUTEN Procestaal : Nederlands ARRET du 29 avril 2008 En cause PET CENTER SPRL contre Willem

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MAART 2015 C.13.0358.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0358.F MAATSCHAPPIJ VOOR HET INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL, Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M. S.,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 Instantie Datum uitspraak 27-11-2014 Datum publicatie 13-01-2015 Zaaknummer 14 _ 2026 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T Rolnummer 5401 Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 6 van de wet van 19 januari 2012 tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de

Nadere informatie

Rolnummer 618. Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T

Rolnummer 618. Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T Rolnummer 618 Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 335, 3, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

Rolnummer 2511. Arrest nr. 165/2003 van 17 december 2003 A R R E S T

Rolnummer 2511. Arrest nr. 165/2003 van 17 december 2003 A R R E S T Rolnummer 2511 Arrest nr. 165/2003 van 17 december 2003 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 62 tot 65 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg,

Nadere informatie

Arrest GH 118/ SARO 29 september 2015

Arrest GH 118/ SARO 29 september 2015 Arrest GH 118/2015 17.09.2015 SARO 29 september 2015 1 Arrest 118/2015 Wijziging VCRO bij decreet van 4 april 2014 Beroep tot vernietiging ingesteld door VZW Ademloos, VZW Aktiekomitee Red de Voorkempen,

Nadere informatie

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31)

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Persbericht van de Ministerraad Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Grondwettelijk Hof rolnr. 6702: beroep tot vernietiging van de artikelen 120 tot 125, 127 tot 132 en

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

SARiV Advies 2012/29 SAR WGG Advies. 31 oktober 2012

SARiV Advies 2012/29 SAR WGG Advies. 31 oktober 2012 Briefadvies over de Akkoorden tussen België en Frankrijk en Nederland voor de ontwikkeling van samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand op het gebied van de sociale zekerheid SARiV Advies 2012/29

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/024 BERAADSLAGING NR 09/019 VAN 7 APRIL 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS AAN

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 23 april 2007 in de zaak A /IX-3642.

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 23 april 2007 in de zaak A /IX-3642. RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T nr. 170.302 van 23 april 2007 in de zaak A. 130.668/IX-3642. In zake : het BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS, dat woonplaats kiest bij advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 oktober 2002 S.01.0109.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.01.0109.F.- RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING, Mr. Lucien Simont, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen S. G. I. Bestreden beslissing

Nadere informatie

ARBEIDSHOF ANTWERPEN

ARBEIDSHOF ANTWERPEN ARBEIDSHOF ANTWERPEN Afdeling Antwerpen Arrest 6 november 2013 Kamer 10 Algemeen rolnummer 2012/AA/862 Repertoriumnummer 2013/1776 D.K.M., met als raadsman mr. V.R.A., advocaat te A, tegen: ACERTA KINDERBIJSLAGFONDS

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Rolnummers 4343 en 4344. Arrest nr. 45/2008 van 4 maart 2008 A R R E S T

Rolnummers 4343 en 4344. Arrest nr. 45/2008 van 4 maart 2008 A R R E S T Rolnummers 4343 en 4344 Arrest nr. 45/2008 van 4 maart 2008 A R R E S T In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 15, 1, b), 3, van de wet van 11 april 2003 houdende nieuwe maatregelen ten gunste

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 FEBRUARI 2011 P.10.2047.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.2047.F A. H., zonder gekende woon- of verblijfplaats in België, veroordeelde, gedetineerd, verzoeker tot heropening van de rechtspleging,

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 66.091/3 van 27 mei 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de retributies voor prestaties inzake het certificeren en het meten van

Nadere informatie

Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger?

Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger? Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger? 10 maart 2017 Programma Inleiding Waar vinden we de regel? Focus op artikel 23 van de Grondwet Focus op het Herzien Europees Sociaal Handvest 2 1 Inleiding

Nadere informatie

Vertaling C-346/13-1. Zaak C-346/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-346/13-1. Zaak C-346/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-346/13-1 Zaak C-346/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 juni 2013 Verwijzende rechter: Hof van Beroep te Bergen (België) Datum van de verwijzingsbeslissing: 7

Nadere informatie

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Kanselarij Boudewijnlaan 30 1000 Brussel T. secretariaat:

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000; TC/00/27 BERAADSLAGING NR. 00/78 VAN 3 OKTOBER 2000 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE KRUISPUNTBANK EN DE SOCIALEZEKERHEIDSINSTELLINGEN AAN BUITEN- LANDSE AUTORITEITEN

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van de FOD Sociale Zekerheid van 11 april 2005; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 juni 2005;

Gelet op de aanvraag van de FOD Sociale Zekerheid van 11 april 2005; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 juni 2005; SCSZ/05/99 1 BERAADSLAGING NR. 05/035 VAN 19 JULI 2005 M.B.T. DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID (DIRECTIE-GENERAAL PERSONEN MET EEN HANDICAP ) AAN DE

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap door vergunde zorgaanbieders

Besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap door vergunde zorgaanbieders Besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap door vergunde zorgaanbieders DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2014 S.13.0069.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0069.N M. H. Mr. Pierre Van Hooland, avocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie