Versterking Noordzeekanaaldijken Westzanerdijk sectie 2

Transcriptie

1 Versterking Noordzeekanaaldijken Westzanerdijk sectie 2

2 Overzicht alternatieven Sectie Dijkvak Kansrijke alternatieven Afgekeurd op Afgevallen alternatieven Reden waarom niet-kansrijk 2 2a 1. Berm + licht ophoogmateriaal 2. Taludverflauwing + licht ophoogmateriaal 3. Kruinverlaging 4. Dijkstabilisator 5. Zelfstandig kerende damwand 2b 1. Berm + licht ophoogmateriaal 2. Taludverflauwing + licht ophoogmateriaal 3. Kruinverlaging 4. Dijkstabilisator 5. Zelfstandig kerende damwand Stabiliteit binnenwaarts Stabiliteit buitenwaarts Stabiliteit binnenwaarts Maatregelen in grond Kruin verschuiven Grondverbetering voor/achterland Grondverbetering door voorbelasting van de cohesieve lagen (met name veen) Constructieve maatregelen Damwand in kruin Damwand ter plaatse van teensloot Maatregelen in de omgeving Oploop water aan dijk beperken vanuit Polder Westzaan Aanvullende maatregelen Braak/originele dijktracé herstellen door deel grondlichaam weg af te graven Herstel dijkbekleding sectie 1 en 21 Bebouwde kom verleggen/snelheid omlaag Weg verplaatsen naar berm Niet mogelijk vanwege de monumentale status van de dijk Uitgraving van 4 tot 7 m diep over de gehele breedte van de dijk Met zand aanvullen en het dijklichaam hierop aanbrengen Hiervoor dient het bestaande dijklichaam verwijderd te worden Het veenpakket is te dik Het binnentalud kan nog steeds instabiel zijn en afschuiven Glijcirkel rijkt niet tot de teensloot in het achterland Geen effect op het faalmechanisme Geen integrale oplossing Geen effect op stabiliteit binnenwaarts Sectie 2 ligt niet aan het water Langere belasting, kan negatief effect hebben Onvoldoende effect op stabiliteit berekeningen, berm blijft benodigd 2c Verwijderen verhardingspakket Beheerdersoordeel 21 21a Verwijderen verhardingspakket Beheerdersoordeel 21b Verwijderen verhardingspakket Beheerdersoordeel 21c 1. Berm + licht ophoogmateriaal Stabiliteit binnenwaarts 2. Constructie met taludverflauwing + licht ophoogmateriaal 3. Dijkstabilisator 4. Zelfstandig kerende damwand 21d Verwijderen verhardingspakket Beheerdersoordeel 21e 1. Constructie met taludverflauwing+ licht ophoogmateriaal 2. Dijkstabilisator Stabiliteit binnenwaarts Maatregelen in grond Kruin verschuiven Verflauwen talud Steunberm aanbrengen Dempen achterliggende teensloot Grondverbetering voor/achterland (zandcunet toepassen) Grondverbetering door voorbelasting Constructieve maatregelen Damwand tussen weg en huis Damwand ter plaatse van teen dijk Damwandscherm in tuin Damwand ter plaatse van teensloot Dijkvernageling Maatregelen in de omgeving Oploop water aan dijk beperken vanuit Polder Westzaan Dempen zijkanaal in combinatie met gebiedsontwikkeling Constructie huizen verstevigen Aanvullende maatregelen Herstel dijkbekleding sectie 1 en 21 Bebouwde kom verleggen/snelheid omlaag Weg verplaatsen naar berm Maatregelen in grond Kruin verschuiven Verflauwen talud Steunberm aanbrengen Dempen achterliggende teensloot Verplaatsen achterliggende teensloot Ophogen achterland Grondverbetering voor/achterland (zandcunet toepassen) Grondverbetering door voorbelasting Constructieve maatregelen Damwand tussen weg en huis Damwand ter plaatse van teen dijk Damwandscherm in tuin Damwand ter plaatse van teensloot Dijkvernageling Maatregelen in de omgeving Compartimenteren, zijkanalen afsluiten Dempen zijkanaal in combinatie met gebiedsontwikkeling Maatregelen in grond Kruin verschuiven Grondverbetering voor/achterland (zandcunet toepassen) Grondverbetering door voorbelasting Constructieve maatregelen Damwand in kruin Damwand ter plaatse van teensloot Maatregelen in de omgeving Compartimenteren, zijkanalen afsluiten Dempen zijkanaal in combinatie met gebiedsontwikkeling Aanvullende maatregelen Braak/originele dijktracé herstellen door deel grondlichaam weg af te graven Herstel dijkbekleding sectie 1 en 21 Bebouwde kom verleggen/sneheid omlaag Weg verplaatsen naar berm en monumentale status Geen sloot aanwezig Uitgraving van 4 tot 7 m diep over de gehele breedte van de dijk Met zand aanvullen en het dijklichaam hierop aanbrengen Hiervoor dient het bestaande dijklichaam verwijderd te worden Niet uitvoerbaar bij bebouwing Te dik veen pakket De weg blijft intact bij deze methode, niet uitvoerbaar Niet uitvoerbaar bij bebouwing Glijcirkel rijkt niet tot in de tuin Glijcirkel rijkt niet tot de teensloot Geen ruimte voor uitvoering bij bebouwing Geen effect op het faalmechanisme Te rigoureus Voldoet per huis, echter versnipperde dijkversterking Geen effect op stabiliteit binnenwaarts Sectie 2 ligt niet aan het water Langere belasting, kan negatief effect hebben en monumentale status Geen teensloot aanwezig bij bebouwing Geen teensloot aanwezig bij bebouwing Uitgraving van 4 tot 7 m diep over de gehele breedte van de dijk Met zand aanvullen en het dijklichaam hierop aanbrengen Hiervoor dient het bestaande dijklichaam verwijderd te worden Niet uitvoerbaar bij bebouwing Te dik veen pakket Binnentalud kan afschuiven, obstakels als K&L en gebrek aan ruimte Niet uitvoerbaar bij bebouwing Glijcirkel rijkt niet tot in de tuin Glijcirkel rijkt niet tot de teensloot Geen ruimte voor uitvoering bij bebouwing Geen effect op het faalmechanisme Te rigoureus Niet mogelijk vanwege de monumentale status Uitgraving van 4 tot 7 m diep over de gehele breedte van de dijk Met zand aanvullen en het dijklichaam hierop aanbrengen Hiervoor dient het bestaande dijklichaam verwijderd te worden Niet uitvoerbaar bij bebouwing Te dik veen pakket Het binnentalud kan nog steeds instabiel zijn en afschuiven Glijcirkel rijkt niet tot de teensloot Geen effect op het faalmechanisme Te rigoureus Geen integrale oplossing Geen effect op stabiliteit binnenwaarts Langere belasting, kan negatief effect hebben Onvoldoende effect op stabiliteit berekeningen, berm blijft benodigd

3 Versterking Noordzeekanaaldijken Westzanerdijk sectie 2A Kansrijke alternatieven Dijkvak 2A Dijkvak 2A is een verharde dijk nagenoeg zonder bebouwing (aantal erven) in het landelijk gebied. Aan de noordzijde van het dijkvak ligt een tussenboezem als rand van de Polder Westzaan. Aan de zuidzijde van de Westzanerpolder ligt het fietspad (de Veldweg). Het dijk-profiel en fietspad-kade zijn van elkaar gescheiden door een teensloot, waardoor beide elementen als zelfstandige lijnen herkenbaar zijn. Er zijn vijf kansrijke alternatieven voor dit dijkvak. 1. Berm + licht ophoogmateriaal Een berm als dijkversteviging betekent dat er tegen de basis van de dijk een grondlichaam wordt aangelegd dat het afglijden van het dijklichaam moet tegengaan. In combinatie met het afgraven en verwijderen van de wegfundering en hier licht ophoogmateriaal voor terug te brengen, kan hiermee aan de binnenwaartse (zuidzijde) veiligheidsopgave worden voldaan. Om aan de buitenwaartse (noordzijde stabiliteit te voldoen is het nodig het onderwatertalud naar 1:4 te brengen. Technisch goed aan te leggen Eenvoudig beheer/onderhoud Veel ruimtebeslag Afbreuk cultuurhistorische waarde Teensloot moet gedempt en verplaatst worden Aantal knelpunten doorstroming boezemwater Noordzijde Verdwijnen sloot, negatief effect ecologie/cultuurhistorische onderscheidende elementen Fietspad-kade verliest herkenbaarheid Verkeershinder tijdens werkzaamheden 2. Taludverflauwing + licht ophoogmateriaal Aan de binnenzijde van het dijklichaam kan een taludverflauwing ook voor een veiligere dijk zorgen. Op plekken waar het dijklichaam aan de binnenzijde (zuidzijde) niet 1:3 is kan deze met een licht holle helling naar 1:3 worden gebracht. Zo wordt er aan de veiligheidsnorm gedaan. Daarnaast wordt aan de buitenzijde (noordzijde) het leggerprofiel van de onderwateroever teruggebracht naar 1:4. Weinig ruimtebeslag (binnen bestaande profiel dijk) Teensloot hoeft niet gedempt te worden Kleine impact ecologische waarde Voldoet aan cultuurhistorische waarde (hol aangebracht) Mogelijke knelpunten doorstroming boezemwater Noordzijde Verkeershinder tijdens werkzaamheden 3. Kruinverlaging Gezien de beschikbare ruimte en de wens vanuit het Hoogheemraadschap om zoveel mogelijk alternatieven in grond uit te voeren, is ook de kruinverlaging kansrijk. Hierbij wordt een bepaald stuk van de kruin afgeschaafd met een drukverlaging op de kruin als gevolg. Druk bovenop dijk verminderd (+/- 0,5m) Gewicht verkeer gelijkmatiger verdeeld In combinatie met berm/taludverflauwing voldoet het alternatief aan de veiligheidsnorm (omvang moet bepaald worden in nadere analyse) Veel verkeersbeweging door grondafvoer Verkeershinder, geluidsoverlast en luchtverontreiniging tijdens werkzaamheden Bomen en wegmeubilair (aanwezige niet-waterkerende objecten) moeten verwijderd worden tijden werkzaamheden Bestuurlijke goedkeuring nodig, beleid Hoogheemraadschap geeft aan dat er niet ingeleverd wordt op overdimensies van waterkeringen. 4. Dijkstabilisator De dijkstabilisator is een innovatieve manier om de dijk te vernagelen en de macrostabiliteit aan de binnenzijde (zuidzijde) te vergroten. Aan de buitenzijde (noordzijde) moet dan het onderwatertalud op 1:4 gebracht worden om aan beide stabiliteitsvraagstukken te voldoen. Geen grootschalige ingrepen Behoud cultuurhistorische/archeologische/ecologische waarden Werkzaamheden beperken zich tot huidig profiel van de dijk Innovatieve dijkversterking, kans op bestuurlijke twijfel Hoge kosten 5. Zelfstandigkerende damwand Dit dijkvak is een dijk met een open landschap en groen karakter. Eén van de kansrijke alternatieven hier is dit groene karakter in stand te houden en een constructie in de vorm van een zelfstandig kerende damwand met verankering - in het talud op 0,5 +NAP te plaatsen. De zelfstandig kerende damwand neemt de waterkerende functie van het dijklichaam over. Omdat dijkvak 2A een stabiliteitsopgave aan zowel de binnen- als buitenzijde heeft, kan er ook nog gecombineerd worden met een berm, taludverflauwing en licht ophoogmateriaal. Ruimtelijke impact beperkt Niet of nauwelijks grond verworven Overlast tijdens werkzaamheden, zoals trillingen Hoge kosten

4 Versterking Noordzeekanaaldijken Westzanerdijk sectie 2B Kansrijke alternatieven Dijkvak 2B Dijkvak 2B is een groene dijk in het landelijk gebied. De buitenzijde van de dijk wordt begrenst door de brede dijksloot. In de binnenbocht van dik dijktraject lag voor de inpoldering van de Westzaner Polder een breder voorland langs het IJ. Het fietspad volgt de buitenrand van het voorland. Op het voorland bevinden zich twee erven met bedrijfsfunctie. Achter het voorland ligt de gevangenis. 1. Berm + licht ophoogmateriaal Een berm als dijkversteviging betekent dat er tegen de basis van de dijk een grondlichaam wordt aangelegd dat het afglijden van het dijklichaam moet tegengaan. In combinatie met het afgraven en verwijderen van de wegfundering en hier licht ophoogmateriaal voor terug te brengen, kan aan de binnenwaartse (zuidzijde) veiligheidsopgave worden voldaan. De figuur hieronder toont een dwarsprofiel met een berm aan. Om aan de buitenwaartse (noordzijde stabiliteit te voldoen is het nodig het onderwatertalud naar 1:4 te brengen. Technische goed aan te leggen Vereenvoudigd beheer en onderhoud Op sommige plaatsen is de dijk al 1:3, hier is dus geen opgave Veel ruimtebeslag (nadeel landschappelijke inpasbaarheid) Afbreuk aan cultuurhistorische waarde Versnipperde berm (sommige plekken is dijk al 1:3) Grond verworven bij de erven Noordzijde: knelpunten doorstroming tussenboezem (mag niet verdwijnen) Verkeershinder tijdens werkzaamheden 2. Taludverflauwing + licht ophoogmateriaal Naast de taludverflauwing aan de buitenzijde (noordzijde) waarmee het leggerprofiel hersteld wordt naar 1:4, is een taludverflauwing aan de binnenzijde (zuidzijde) ook een kansrijk alternatief. Op plekken waar het huidige hellingprofiel is al 1:3, wordt volstaan met enkel het leggerprofiel herstellen aan de buitenzijde. Op de overige plekken is een holle uitwerking van de taludverflauwing een goede mogelijkheid. Dijkvak 2B ligt in verlengde van 2A. Uiterlijke kenmerken zullen niet wezenlijk veranderen, werkzaamheden kunnen gekoppeld worden (voordelig) Geen extra ruimtebeslag Noordzijde: herstelling leggerprofiel is positief voor de rietkraag Noordzijde: knelpunten doorstroming tussenboezem (mag niet verdwijnen) Verkeershinder tijdens werkzaamheden 3. Kruinverlaging Gezien de beschikbare ruimte en de wens vanuit het Hoogheemraadschap om zoveel mogelijk alternatieven in grond uit te voeren, is ook de kruinverlaging kansrijk. Hierbij wordt een bepaald stuk van de kruin afgeschaafd met een drukverlaging op de kruin als gevolg. Druk bovenop dijk verminderd (+/- 0,5m) Gewicht verkeer gelijkmatiger verdeeld In combinatie met berm/taludverflauwing voldoet het alternatief aan de veiligheidsnorm (omvang moet bepaald worden in nadere analyse) Veel verkeersbeweging door grondafvoer Verkeershinder, geluidsoverlast en luchtverontreiniging tijdens werkzaamheden Bomen en wegmeubilair (aanwezige niet-waterkerende objecten) moeten verwijderd worden tijden werkzaamheden Bestuurlijke goedkeuring nodig, beleid Hoogheemraadschap geeft aan dat er niet ingeleverd wordt op overdimensies van waterkeringen. 4. Dijkstabilisator De dijkstabilisator is een innovatieve manier om de dijk te vernagelen en de macrostabiliteit aan de binnenzijde (zuidzijde) te vergroten. Aan de buitenzijde (noordzijde) moet dan het onderwatertalud op 1:4 gebracht worden om aan beide stabiliteitsvraagstukken te voldoen. Geen grootschalige ingrepen Behoud cultuurhistorische/archeologische/ecologische waarden Werkzaamheden beperken zich tot huidig profiel van de dijk Weinig negatieve impact op aanwezige niet-waterkerende objecten Innovatieve dijkversterking, kans op bestuurlijke twijfel Hoge kosten 5. Zelfstandigkerende damwand Dit dijkvak is een dijk met een open landschap en groen karakter. Eén van de kansrijke alternatieven hier is dit groene karakter in stand te houden en een constructie in de vorm van een zelfstandig kerende damwand met verankering- in het talud op 0,5 +NAP te plaatsen. De zelfstandigkerende damwand neemt de waterkerende functie van het dijklichaam over. Omdat dijkvak 2B een stabiliteitsopgave aan zowel de binnen- als buitenzijde heeft, kan er ook nog gecombineerd worden met een berm, taludverflauwing en licht ophoogmateriaal. Ruimtelijke impact beperkt Niet of nauwelijks grond verworven Overlast tijdens werkzaamheden, zoals trillingen Hoge kosten

5 Versterking Noordzeekanaaldijken Westzanerdijk sectie 2C Kansrijke alternatieven Dijkvak 2C Dijkvak 2C is een verharde dijk en heeft bebouwing aan weerszijde van de kruin. Dit dijkvak is niet afgekeurd op de macrostabiliteit maar op het beheerdersoordeel. De benodigde maatregelen voor dit dijkvak zijn dan ook niet geënt op het verbeteren van de stabiliteit binnen- en buitenwaarts. Gezien de bebouwde omgeving van de dijk, wordt enkel het verwijderen van het verhardingspakket als kansrijk alternatief gezien. 1. Verwijderen verhardingspakket Herijking van de toetsresultaten heeft laten zien dat dit dijkvak niet afgekeurd wordt op het faalmechanisme stabiliteit. Het dijkvak is wel afgekeurd op het beheerdersoordeel. Om een positief oordeel te verkrijgen, worden dikke verhardingspakketten verwijderd en opgevuld met lichte materialen. Werkzaamheden vinden enkel plaats in kruin (verharding en de oudere verhardingspakketten eronder worden verwijderd en opgevuld met licht ophoog-materiaal om de druk van bovenaf te verlagen) Combinatie mogelijk met andere alternatieven (hoewel lastig in de passen), waardoor omvang van een berm/taludverflauwing minder ingrijpende omvang. Werkzaamheden vinden plaats vlak bij voorgevels van woningen. Omwonenden ondervinden hinder (geluid, luchtverontreiniging en bereikbaarheid)

6 Kunstwerken Westzanerdijk Uitwateringssluis Nauerna De waterkering in deze sluis bestaat uit een houten hefdeur aan de buitenzijde in zijkanaal D en houten puntdeuren aan de binnenzijde aan de Nauernase Vaart. Volgens de veiligheidsberekeningen zijn alleen de deuren in zodanig slechte staat dat ze beide vervangen moeten worden. In verband met de status van de sluis als rijksmonument moeten zowel de hefdeur als de puntdeuren opnieuw in hout worden uitgevoerd. Nauernase Vaart Zijkanaal D Puntdeuren Hefdeur

7 ssluis sterking behouden blijven en eventueel terug worden geplaatst. Beoordelingsaspecten Westzanerdijk sectie Bescherming cultuurhistorische waarden De Westzanerdijk maakt deel uit van de Noordelijke IJ en Zeedijken die in hun geheel door de Provincie Noord-Holland op de provinciale monumentenlijst geplaatst. Bij het monument horen ook de sluizen in de Nauernasche Vaart en de braken: de Groote Braak, Noorse die bij het Zuideinde stenen en in voormalig die bij de Reef (Beschrijving, p. 51, 52). De Weelsluis of Westzanersluis is aangemerkt als behorend tot het watererfgoed van HHNK (nr. 30 in Overzicht, 2008). BEHOUD buitentalud KERNKWALITEITEN: Restauratie Nauernase sluis Behoud dijkpalen Behoud ligging fietspad op kade Dijkpalen Behoud natuurwaarde rietoevers Net als voor de Landsmeerderdijk geldt voor de Westzanerdijk dat de dijktaluds (IJ-kant 1:2, kant veenpolder plm 1:2.5) deel uitmaken van het provinciaal monument. Dit betreft vooral de relatieve steilte en de wijze waarop het vroegere buitentalud (kant Noordzeekanaal) via een lage kade (Veldweg) aansluit op de Westzanerpolder. Provinciaal monument Uitwateringssluis met puntdeuren 18 Werkboek Voorkeursvariant dijksecties 2 en 21 Noordzeekanaaldijken Aandachtspunt bereikbaarheid Natura 2000 gebied Werkboek Voorkeursvariant dijksecties 2 en 21 Noordzeekanaaldijken Tussenboezem met rietland tegen buitentalud overdracht wegbeheer struin- en ruiterpad toevoegen ssluis met puntdeuren 16 Werkboek Voorkeursvariant dijksecties 2 en 21 Noordzeekanaaldijken Fietspad op historische kade Aandachtspunt behoud wateroppervlak sloot Aandachtspunt: verkeer - special In de scherpe bochten behoudt het buitentalud zijn huidige steile helling van 1:2. Dit is mogelijk omdat de kruin hier breder is. De buitenzijde van de kruin kan worden verlaagd om hier een uitzichtplek over Polder Westzaan te creëren. steil talud Toekomstig bedrijventerrein: opgave ontwerp parkzone vergroten van de Braak? 2. Fietspad op kade los van de dijk Dijkvak 2A2 - Special - Bocht rijbaan (ten hoogte van Groote Braak) Meekoppelkans: herstel dijkbocht bij Noorse steen Karakteristiek dijklint 1.6 Toekomstige ontwikkelingen Binnen de Noordzeekanaalzone ligt het dijktraject Overtoom nu nog in een relatief landelijke omgeving, maar door de aanleg van het bedrijventerrein HoogTij in de Westzanerpolder gaat dit de komende jaren veranderen. HoogTij bestaat deels uit havengebonden en deels uit droog bedrijventerein. Het bedrijventerrein wordt ontsloten vanaf de Westzanerweg, die de gehele industriële zone langs het Noordzeekanaal verbindt. De aanleg van deze doorgaande weg is een kans om zwaar verkeer van de Overtoom te kunnen weren. Vanaf de Veldweg loopt een fietspad met een brug over de Westzanerweg heen naarnoorse de dijk langs het Noordzeekanaal. Behoud steen In Polder Westzaan vindt een ontwikkeling plaats die tegengesteld rse stenen in voormalig buitentalud is aan de intensivering van het grondgebruik langs het Noorzeekanaal. Hier is een deel van de polder begrensd als Natura 2000-gebied met als doelstelling om de aanwezige brakke waterkwaliteit in de polder te gebruiken voor de ontwikkeling van brakke rietruigten en veenmosrietland. Meekoppelkans: Herstel oorspronkelijk dijktracé nverbreding in een scherpe bocht - special Kruinverbreding in een scherpe bocht Huidige ontwikkelingen Toekomstige ontwikkelingen Werkboek dijksecties van 2 en 21 Noordzeekanaaldijken 51 HetVoorkeursvariant talud ter plaatse de woning is zeer steil en er staan enkele bomen in het talud. Op deze plek, die de overgang vormt van dijkvak 2A naar dijkvak 2B moet een maatwerkoplossing worden ontworpen. 3.3 Westzanerdijk: dijkvak 2C 3. Special Dijkvak 2B - Bomeninventarisatie Overtoom 77 Aandachtspunt ruimtebeslag dijkversterking

8 Beoordelingskader Thema Aspect Toelichting en beoordelingsmethodiek Ruimtelijke kwaliteit en landschap Ruimtegebruik en grondverwerving Landschap / ruimtelijke inpassing Cultuurhistorie Archeologie Ruimtebeslag wonen Ruimtebeslag landbouw Ruimtebeslag recreatie Grondverwerving Bij het afwegen van de verschillende alternatieven, kijken we naar de effecten die deze opties zouden kunnen hebben op de landschappelijke waarden van het gebied. Dat zijn bijvoorbeeld: de aanwezige landschapsstructuur; de voor het landschap karakteristieke elementen; en de (beschermde) landschappelijke waarden zoals provinciaal monument, Rijks beschermend stadsgezicht etc. Het aspect ruimtelijke kwaliteit gaat in op de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van het gebied als gevolg van de ontwikkelingen. De alternatieven worden beoordeeld op de effecten van het alternatief op de cultuurhistorische waarden die er in het gebied zijn. Dat bepalen we op basis van de effecten op cultuurhistorisch waardevolle bebouwing (monumenten), en elementen van de dijk zelf ten opzichte. Hierbij worden kansen om oude cultuurhistorische waarden te herstellen meegenomen in de beoordeling. Een voorbeeld hiervan is het zichtbaar maken van de sluis. Wanneer er bij een alternatief graven in de ondergrond nodig is, is er een kans dat archeologische sporen in de bodem worden aangetast of zelfs verloren gaan. Voordat we graafwerkzaamheden starten voeren we aanvullend archeologisch onderzoek uit. Daarop wegen we ook de alternatieven af. Dat is de omvang van de ruimte die nu gebruik wordt voor wonen. We beoordelen hoeveel invloed de verschillende alternatieven daarop hebben. Er zijn gelukkig geen alternatieven waarbij er woningen verwijderd zouden moeten worden. We zien wel een heel belangrijk aandachtspunt bij de dijkwoningen, namelijk wat het effect is van de alternatieven op de bereikbaarheid van de woning en het gebruik van de tuin. Bijvoorbeeld: komt de dijk dichter bij de woning te liggen en gaat dit ten kosten van de tuin? Dat is de omvang van de ruimte die nu gebruik wordt voor landbouw. We beoordelen hoeveel invloed de verschillende alternatieven daarop hebben. Is het voor bepaalde alternatieven nodig dat landbouwgrond wordt gebruikt voor de dijkversterking? Dat is de omvang van de ruimte die nu gebruik wordt voor recreatie. We beoordelen hoeveel invloed de verschillende alternatieven daarop hebben. Is het voor bepaalde alternatieven nodig dat bijvoorbeeld wandelpaden vervallen vanwege de dijkversterking? Daarnaast worden de alternatieven beoordeeld op basis hoeveel extra grond we daarvoor moeten verwerven. Met andere woorden: hoeveel extra ruimte er nodig is om de versterking mogelijk te maken? Natuur Natura 2000 We beoordelen de invloed van de verschillende alternatieven op natuurgebieden welke zijn aangewezen als Natura 2000 gebieden. Dit is bijvoorbeeld de Polder Westzaan. Daarbij bekijken we de invloeden van het alternatief zowel tijdens de aanlegfase (het bouwen) en de permanente situatie. Bodem Natuurnetwerk Nederland (NNN) Beschermde flora en fauna Bodem We beoordelen de invloed van de verschillende alternatieven op natuurgebieden welke zijn aangewezen als Natuurnetwerk Nederland gebieden. Daarbij bekijken we de invloeden van het alternatief op basis van het ruimtebeslag van het alternatief en de hinder in de aanlegfase. De alternatieven worden beoordeeld op hun invloed op natuurwaarden, zoals beschermde dieren en planten. Een voorbeeld is de kievietsbloem die voorkomt langs de Landsmeerderdijk. Er wordt rekening gehouden met effecten in de aanlegfase en in de permanente situatie. De verschillende alternatieven worden beoordeeld op de invloed per alternatief op de bodem. We kijken naar effecten op de bodemkwaliteit en naar effecten door zetting. Water Oppervlakte-waterstructuur De effecten van de verschillende alternatieven op de waterhuishouding worden beoordeeld. Onder oppervlaktewaterstructuur verstaan we het verleggen en veranderen van sloten en vaarten. Uitvoerbaarheid Beheer en Onderhoud Waterkwantiteit Waterkwaliteit Technische uitvoerbaarheid Omgevingshinder tijdens uitvoering Niet-waterkerende objecten Uitvoering beheer en onderhoud De effecten van de verschillende alternatieven op de waterkwantiteit worden beoordeeld. Per alternatief kijken we of er veranderingen zijn in de hoeveelheid oppervlaktewater. Heeft een alternatief het effect dat er meer oppervlaktewater wordt gecreëerd of verminderd het juist? De invloed op waterkwaliteit van de verschillende alternatieven wordt beoordeeld. Hierbij bepalen we of een alternatief een invloed kan hebben op de kwaliteit van het water bijvoorbeeld in de omliggende sloten of het grondwater. We beoordelen de alternatieven op hoe (technisch) ingewikkeld ze zijn om te bouwen. Dit kan effect hebben op de omgeving of op de planning. We gebruiken de gegevens om de risico s voor de uitvoering duidelijk te maken. De alternatieven worden beoordeeld op basis van omgevingshinder tijdens de aanlegfase. We beoordelen de alternatieven op de volgende onderdelen: Verkeersafwikkeling/bereikbaarheid: Hierbij beoordelen we het op de verkeershinder voor de omgeving (hoe vaak en hoe lang wordt een weg afgesloten?) maar we beschouwen ook de bereikbaarheid van de werklocatie voor bouwmaterieel. Milieuhinder tijdens bouwfase: hierbij bekijken welke hinder de werkzaamheden hebben op de omgeving zoals: geluid, stof, trillingen etc. Het onderwerp verkeersveiligheid is erg belangrijk maar is voor ons bij alle alternatieven een prioriteit. Daarmee is het onderscheidend, dat wil zeggen dat het voor alle opties even belangrijk is en daarom dit geen invloed heeft op de keuze voor een alternatief. De effecten van de verschillende alternatieven worden beoordeeld op basis van de impact op omliggende niet-waterkerende objecten. Dit zijn objecten die aanwezig zijn langs de dijk maar niet deel zijn van de dijk, zoals bebouwing (woningen) en bomen, maar ook kabels en leidingen in de dijk. De alternatieven worden beoordeeld op basis van de uitvoerbaarheid van beheer en onderhoud. We beoordelen per alternatief of bijvoorbeeld de dijk gemaaid kan worden en of de sloten bereikbaar zijn. Ook bekijken we de kosten voor korte en lange termijn onderhoud. Duurzaamheid Duurzaamheid De alternatieven worden beoordeeld op basis van de duurzaamheid van de gebruikte materialen. Hierbij is ook de werkwijze van belang. Bijvoorbeeld grond is een natuurlijk en duurzaam product, maar doordat er voor het transport veel vrachtwagens nodig zijn is het misschien niet zo duurzaam. We beoordelen daarom duurzaamheid op meer dan alleen materialen, maar als voor de afweging gebruiken we wel duurzaam materiaal als belangrijkste aspect. Maatschappelijke meerwaarde Draagvlak Meekoppelkansen De alternatieven worden beoordeeld op het draagvlak dat er voor bestaat in de omgeving. Hierbij wegen we de uitvoeringsfase mee en de permanente situatie. Daarvoor geeft u ons vanavond input! Alternatieven kunnen het makkelijker of moeilijker maken om het dijkversterkingsproject te combineren met andere ontwikkelingen, zogenoemde meekoppelkansen. Een belangrijk uitgangspunt is dat we als overheden proberen te voorkomen dat er binnen een jaar er verschillende keren werkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Aanlegkosten Aanlegkosten De alternatieven worden beoordeeld op basis van de uiteindelijke kosten voor het aanleggen. Deze berekening wordt gemaakt voor de bouwkosten en de kosten van alle maatregelen die voor het project nodig zijn om de hinder te beperken, zoals wegafzettingen.

9 Proces & planning Verkenning Planuitwerking Uitvoering voorkeursoplossing uitwerken oplossing procedure & inspraak schop in de grond