In gesprek met ouders. Wilmy Grommen / Saskia Janssen / Yolande Hendriks Mei 2019

Transcriptie

1

2 In gesprek met ouders Wilmy Grommen / Saskia Janssen / Yolande Hendriks Mei 2019

3 Welkom

4 Programma Voorstellen Energizer Introductie KOT Casus met vraag Werkvorm Afsluiting

5

6 Energizer

7 Introductie

8 KOT: Kort Oplossingsgerichte Theorie 3 Soorten samenwerkingsrelaties 1. Bezoekers relatie De ouder heeft geen klacht of doel om aan te werken. 2. Klagers relatie: De ouder heeft een probleem maar ziet zichzelf niet als deel van de oplossing 3. De klantrelatie: De ouder en leerkracht hebben een gezamenlijk probleem en willen samenwerken aan een oplossing.

9 Oplossingsgerichte vragen: Frederike Bannink

10 Bezoektypische relatie Geen probleem, doel of hulpvraag om aan te werken. Geen onderdeel van probleem en geen onderdeel van de oplossing. Geen motivatie tot verandering van eigen gedrag / inzet. Komt vaak niet geheel vrijwillig naar gesprek. Ga niet overtuigen dat er wel een probleem is. Welke redenen heeft deze ouder om zo te denken en zich te gedragen.

11 Vragen bij bezoektypische relatie Stel dat we niet meedenken over hoe Pieter zich voelt en ontwikkelt? Hoe zou het dan verder gaan? Wat is uw reden om zich geen zorgen te maken over Pieter? Helpt u dat? U heeft veel argumenten waarom het goed gaat met Pieter. Heeft u wel eens geacht over dat u wel iets zou kunnen doen of ondernemen waardoor het nog beter zou gaan met Pieter? Waar denkt u dan aan? Wat zou er moeten gebeuren zodat ik als leerkracht, IB-er me niet meer zoveel zorgen hoef te maken over Pieter?

12 Vragen bij bezoektypische relatie Hoe zou u mij als leerkracht kunnen laten weten dat het goed gaat met Pieter? Hoe zou u daaraan kunnen bijdragen? Wat gaat er gebeuren als u niets doet? Wilt u dat? U moet een goede reden hebben om zicht geen zorgen te maken over Pieter, daar ben ik benieuwd naar. Stel dat u wel zorgen zou hebben over Pieter, wat zouden die zorgen dan zijn? Stel dat u wel wat zou kunnen bijdragen aan de vermindering van de zorgen. Wat zou u dan kunnen doen?

13 Klaagtypische relatie De ouder heeft een probleem maar ziet zichzelf niet als onderdeel van de oplossing. De ouder in een klaagtypische relatie ziet en erkent het belang van een oplossing, maar denkt dat die door de leerkracht of school (of iets anders) moet worden gerealiseerd. Ga niet overtuigen dat de ouder zelf het probleem moet oplossen.

14 Vragen bij klaagtypische relatie Stel dat Pieter zich niet beter voelt in de klas of dat hij niet beter leert rekenen, wat gaat u doen? Hoe komt het dat uw kind hier naar school blijft gaan als u zo weinig vertrouwen heeft? Hoe zou u kunnen bijdragen aan het welzijn van Pieter op school? Waar zou Pieter dat aan merken? Stel dat school kan bijdragen aan het welzijn van Pieter, wat zou er dan bij u veranderen? Stel dat u wel wat zou kunnen bijdragen aan verandering van het welzijn van Pieter op school, wat zou dat dan kunnen zijn?

15 Klanttypische relatie De ouder heeft zorgen of school maakt zich zorgen. Kenmerkend voor een ouder in een klantrelatie is dat deze ouder een probleem, hulpvraag en doel heeft om aan te werken. De ouder ziet zichzelf als deel van de oplossing. Deze ouder is gemotiveerd om zich in te zetten de situatie te verbeteren of de zorgen te verminderen.

16 Vragen bij klanttypische relatie Wat kunnen we voor Pieter veranderen zodat hij zich beter voelt? Wat zou er thuis kunnen veranderen? Wat zouden we op school kunnen inzetten om het beter te laten gaan met Pieter? Wat moet er gebeuren wil het beter gaan met Pieter? Wat moeten we anders doen? Wat moeten we nu niet wat we wel zouden kunnen doen? Waar wilt u verbetering in zien?

17 Casus Lieke

18 Vragen Zou je wat je aan verandering ziet bij Lieke gaan bespreken en zo ja met wie? Bespreek dit met degene die naast je zit.

19 Werkvorm

20 Neem je iets mee en zo ja wat?

21