De 30%-regeling. Toetsing van het 150-kilometercriterium.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De 30%-regeling. Toetsing van het 150-kilometercriterium."

Transcriptie

1 Universiteit van Amsterdam Leerstoelgroep Belastingrecht De 30%-regeling. Toetsing van het 150-kilometercriterium. Student: John Leenders Studentnummer: Begeleider: Mr. S. Bentohami Herkenbosch, 31 juli 2015

2 Lijst van afkortingen A-G Advocaat-Generaal Art. Artikel ECRM Europese Commissie voor de Rechten van de Mens EU Europese Unie EHRM Europees Hof voor de Rechten van de Mens EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens HvJ EU Europees Hof van Justitie HR Hoge Raad IVBPR Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten Kamerstukken I Kamerstukken van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Kamerstukken II Kamerstukken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal NTFR Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht NTFRB Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht Beschouwingen OECD (OESO) Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling R.o. Rechtsoverweging Uitv.besl. LB 1965 Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 1965 Uitv.reg. LB 2011 Uitvoeringsregeling Loonbelasting 2011 V-N Vakstudie Nieuws VEU Verdrag betreffende de Europese Unie VWEU Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Wet IB 2001 Wet inkomstenbelasting 2001 Wet LB 1964 Wet op de loonbelasting 1964 WFR Weekblad Financieel Recht 1

3 Inhoudsopgave Lijst van afkortingen Inleiding Probleemstelling De wetsgeschiedenis van de 30%-regeling Inleiding Van een geheime resolutie naar wet De wetswijzigingen per 1 januari 2012 en 1 januari Deelconclusie De 30%-regeling anno 1 januari Inleiding Extraterritoriale kosten De vergoeding De extraterritoriale werknemer De ingekomen werknemer Het deskundigheidscriterium Het schaarste criterium De 150 kilometer grens De inhoudingsplichtige Looptijd van de 30%-regeling en eventuele kortingen daarop Deelconclusie De uitspraak van de Hoge Raad van 9 augustus Inleiding Het geschil bij de Rechtbank Breda Het geschil bij de rechtbank Haarlem Het geschil bij de Hoge Raad Deelconclusie De 30% regeling in het Europese recht Inleiding Het vrije verkeer van werknemers Het verbod op discriminatie De toepassing van art. 14 EVRM en art. 1 van het Twaalfde Protocol EVRM De toepassing van art. 26 IVBPR De toetsing van het 150 kilometercriterium aan het EVRM en IVBPR

4 5.4 Deelconclusie Conclusie Bronvermelding Boeken en artikelen Jurisprudentie Websites Kamerstukken Besluiten, mededelingen, richtsnoeren e.d Overig

5 1. Inleiding Hoewel in Nederland de beroepsbevolking een relatief hoog scholingsniveau heeft, kent Nederland toch nog altijd een begunstigend beleid voor tijdelijke kennismigranten. In de vorm van de 30%- regeling kent de overheid een subsidie toe aan bedrijven die werknemers met een specifieke en schaarse kennis naar Nederland halen. Wanneer deze buitenlandse werknemers tijdelijk in Nederland komen werken zullen deze voor extra kosten van verblijf komen te staan. Hierbij valt te denken aan dubbele en eventueel hogere huisvestingskosten, kosten van taalcursussen en kosten van bezoek aan familie in het land van herkomst. In bepaalde gevallen mag de werkgever hier een belastingvrije forfaitaire vergoeding voor verstrekken mits de werknemer aan de gestelde vereisten voldoet. Deze vergoeding bedraagt 30% van het loon. 1 Hoewel er in de loop der jaren dat deze regeling al wordt toegepast vrij weinig aan is gewijzigd heeft deze regeling wel tot de nodige ontwikkelingen in de rechtspraak geleid. Zo is bijvoorbeeld in de uitspraak van 25 januari bepaald dat de faciliteit niet van toepassing is op loon uit vroegere dienstbetrekking. Ook mag de faciliteit niet worden toegepast wanneer de werknemer vanwege privé omstandigheden naar Nederland over komt. 3 Maar ook over de invulling van het schaarste- en deskundigheidscriterium zijn diverse uitspraken te vinden. 4 Al met al is de wet de laatste jaren toch langzaam wat aangescherpt. Maar ook deze aanscherpingen hebben weer geleid tot diverse procedures. 5 Enkele van deze nieuwere procedures hebben betrekking op de 150-kilometergrens, die in 2012 is ingevoerd om het gebruik van de 30%-regeling in te perken. Een voorbeeld van een van deze zaken is de uitspraak van de Hoge Raad van 9 augustus In deze casus gaat het om een Duitse werknemer die voor de tewerkstelling in Nederland op minder dan 150 kilometer van de Nederlandse grens woonde waardoor deze geen recht heeft op toepassing van de faciliteit. De vraag die voorgelegd wordt aan de rechter is of de gestelde eis met betrekking tot de woonplaats een inbreuk vormt op het EU-recht en of die eis in strijd is met het verbod op discriminatie van artikel 26 IVBPR en artikel 14 EVRM. Opmerkelijk aan deze zaak is ook de daaraan voorafgaande procedures bij de rechtbank. In een tijdsbestek van iets meer van een maand hebben de rechtbanken van Haarlem en Breda in twee vergelijkbare zaken een uitspraak gedaan over schending van het EU recht door de 150- kilometergrens. Waarbij de rechtbank van Breda oordeelde dat er geen sprake is van schending van het EU recht en de rechtbank van Haarlem was van mening dat er wel sprake is van schending van het EU recht. In de zaak die diende bij de rechtbank in Breda werd vervolgens sprongcassatie ingesteld. Volgens de Hoge Raad is het echter niet duidelijk of een werknemer die op 150 kilometer van de Nederlandse grens woonde voor de tewerkstelling in Nederland, gelijk kan worden gesteld aan een werknemer die op 151 of meer kilometer van de grens woonde. De rechtspraak van het Hof van Justitie maakt namelijk niet duidelijk welke maatstaven gehanteerd moeten worden bij de beoordeling van een maatregel die discrimineert in de behandeling van objectief gelijke gevallen. Om 1 Art. 31a lid 2 onderdeel e Wet op de Loonbelasting HR 25 januari 2008, nr , BNB 2008/17. 3 HR 26 juni 2009, nr , BNB 2009/ HR 11 juli 2008, nr , BNB 2012/ HR 21 september 2012, nr. 11/03314 en Hof 13 december 2011, nr. HD en Hof 7 mei 2010, nr. 09/ HR 9 augustus 2013, nr. 12/05577, V-N 2012/

6 deze reden bestaat er bij de Hoge Raad een gerede twijfel of er sprake is van schending van het EU recht en daarom gaat ze over tot het stellen van een aantal prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie. Het Europese Hof van Justitie heeft in deze zaak inmiddels al een uitspraak gedaan. Zij is van mening dat er door de inrichting van deze specifieke regel geen sprake is van een indirecte discriminatie en het vrije verkeer van werknemers niet wordt belemmerd. Er kunnen echter de nodige vraagtekens gezet worden bij deze uitspraak waardoor het niet geheel onrechtvaardig is om af te vragen of de prejudiciële vragen daadwerkelijk zijn beantwoord. Met deze scriptie hoop ik na te kunnen gaan hoe de vragen zijn beantwoord en of ze ook juist en volledig zijn beantwoord. 1.1 Probleemstelling In deze scriptie zal daarom nader worden ingegaan op de prejudiciële vragen die de Hoge Raad in de bovengenoemde zaak stelde aan het Europese Hof van Justitie. De hoofdvraag die beantwoordt dient te worden is als volgt: In hoeverre schendt het 150-kilometer criterium voor de toepassing van de 30%-regeling het verbod op belemmering van het vrije verkeer van werknemers volgens art. 45 Werkingsverdrag EU en het discriminatieverbod van art. 26 IVBPR, art. 14 EVRM en art. 1 van het Twaalfde Protocol EVRM? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zal eerst nader worden ingegaan op de wetsgeschiedenis van de 30%-regeling. Hierbij zal worden teruggegaan tot de eerste voorloper van deze regeling in de periode van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog waarna de grootste wijzigingen in de loop der jaren nader besproken zullen worden tot de wijzigen van 1 januari In het derde hoofdstuk zal verder worden ingegaan op de voorwaarden van de faciliteit. In het vierde hoofdstuk wordt de uitspraak van de Hoge Raad van 9 augustus 2013 en de daaraan voorafgaande uitspraken van de rechtbanken van Breda en Haarlem behandeld. Hiermee wordt de onderliggende casus verder verduidelijkt. In hoofdstuk vijf wordt het discriminatieverbod behandeld de andere belangrijke begrippen uit het Europese recht zoals het vrije verkeer van werknemers volgens artikel 45 VWEU worden besproken maar ook art. 26 IVBPR, art. 14 EVRM en art. 1 van het Twaalfde Protocol van het EVRM komen aan bod. Erna zullen de conclusies en aanbevelingen nog volgen. 5

7 2. De wetsgeschiedenis van de 30%-regeling 2.1 Inleiding Het doel van de 30%-regeling is het vergoeden van de hogere kosten die buitenlandse werknemers maken ten opzichte van binnenlandse werknemers. Ze maken bijvoorbeeld meer reiskosten en hebben extra kosten door de dubbele huisvesting, maar ook het verkrijgen van een verblijfsvergunning en internationale scholing voor de kinderen vallen onder deze kosten, de extraterritoriale kosten. Wanneer deze kosten geheel voor rekening van de buitenlandse werknemer zouden blijven is het onwaarschijnlijk dat een baan in Nederland interessant genoeg voor ze is om te aanvaarden. Zij zullen namelijk ongeveer op hetzelfde verdienniveau blijven als dat ze al op zaten in hun eigen land, maar door de hogere kosten die ze moeten gaan maken om hier te komen wonen zal hun levensstandaard erop achteruitgaan. Met de belastingvrije vergoeding van de 30%-regeling wordt aan dit verlies tegemoetgekomen. De regeling moet het voor expats dus financieel aantrekkelijker maken om een baan in Nederland te aanvaarden zonder dat zij op hun levensstandaard moeten inleveren. 7 Om een belastingvrije vergoeding te kunnen ontvangen moet natuurlijk wel worden voldaan aan de voorwaarden die de 30%-regeling stelt. Zo moet de werknemer over een specifieke deskundigheid bezitten die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt, maar er zijn meerdere voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Als aan alle voorwaarden wordt voldaan en dus de 30%-regeling van toepassing is krijgt de werknemer een vergoeding van zijn extraterritoriale kosten tot 30% van het fiscale loon. De werknemer hoeft de vergoeding niet meer te verantwoorden met bewijzen van de gemaakte kosten, waardoor het dus een forfaitaire vergoeding is. Wanneer de werknemer niet in aanmerking komt voor deze regeling mogen volgens de wet nog altijd de werkelijke kosten worden vergoed. Daarnaast staat het de werkgever ook vrij om de andere vrije vergoedingen uit de Wet op de loonbelasting 1964 te verstrekken aan de werknemer. 8 Voor verder in te gaan op de huidige 30%-regeling zal nu eerst worden stil gestaan bij de voorlopers van de 30%- regeling. 2.2 Van een geheime resolutie naar wet De 30%-regeling vindt zijn oorsprong in de periode van de Wederopbouw. Na de Tweede Wereldoorlog had Nederland, net als vele andere West-Europese landen, een grote behoefte aan goed geschoolde werknemers om de economie weer op gang te brengen. Hiervoor was specifieke kennis op economisch en technisch gebied noodzakelijk waaraan het in die periode ontbrak in Europa. In de Verenigde Staten was deze kennis wel voorhanden. De stap om deze geschoolde werknemers hierheen te halen werd dan ook vrij snel gemaakt. Een groot obstakel hierbij vormde het toptarief van de inkomstenbelasting in deze periode (tot 1989). Dat tarief bedroeg destijds namelijk 72%. Hierdoor was het voor de meeste Amerikanen niet erg aantrekkelijk om een baan in Nederland te aanvaarden en zich hier te vestigen. Zeker niet als ook nog rekening moest worden gehouden met de extra kosten die een verhuizing naar Nederland met zich meebracht. 9 7 Wiel-Rammeloo 2012, p Lemmens 2012, p Hurk 2004, p

8 Hierdoor werd in 1959 uiteindelijk besloten tegenmoet te komen door de aanname van een resolutie. Voor een periode van maximaal drie jaar kon 40% van het bruto inkomen tot een maximum van f ,- in aftrek worden genomen bij de aangifte inkomstenbelasting. Opvallend aan deze regeling is dat er dus werd besloten een forfaitaire regeling in het leven te roepen. De gedachte hierachter was dat de buitenlandse werknemer op deze manier al direct zekerheid had over zijn financiële positie maar ook omdat de precieze kosten voor deze buitenlandse werknemers moeilijk vooraf te berekenen was. Ten tweede konden alleen Amerikaanse werknemers van deze regeling gebruik maken, mits deze slechts tijdelijk in Nederland werkzaam zouden zijn. Daarnaast was ook nog eens vereist dat ze ook voor de afreis naar Nederland al werkzaam waren binnen hetzelfde concern. Het vierde opmerkelijke aan deze regeling was dat deze niet openbaar werd gemaakt maar alleen werd vastgelegd in een interne resolutie van de belastingdienst. De precieze afweging voor deze keuze is niet duidelijk. 10 Hoewel de regeling dus niet openbaar was, werd deze wel steeds populairder en in de loop der jaren verschillende keren gewijzigd. Zo werd in 1967 de aftrek verlaagd tot 30% en werd het maximale aftrekbare bedrag van f ,- afgeschaft. Dit had tot gevolg dat de expats met een lager loon minder kosten konden aftrekken terwijl de topinkomens meer konden aftrekken door het vervallen van de maximum aftrek. In de resolutie van 1970 werd vervolgens de periode van aftrek verlengd van vier naar vijf jaar. Bij deze wijziging werd de aftrek ook weer verhoogd naar 35% en werd de faciliteit opengesteld voor alle in Nederland werkende buitenlandse werknemers van buitenlandse ondernemingen. 11 Toch heeft het nog geduurd tot 1986 voordat deze regeling werd vastgelegd in een openbare resolutie. Uit het verslag van het overleg van 1 oktober 1985 dat aan de nieuwe resolutie voorafging, blijkt dat men zeer tevreden was over de uitwerking van de 35%-regeling. Volgens de toenmalige Staatssecretaris van Financiën, Dr. J.F.B. van Rey, waren internationaal opererende bedrijven juist door deze regeling in staat om hoog gekwalificeerd, schaars personeel naar Nederland te halen en zouden zonder deze fiscale faciliteit diverse bedrijfsactiviteiten naar het buitenland zijn verplaatst. 12 In het verslag van dit overleg werd tevens het doel van de 35%-regeling benoemd, namelijk het compenseren van de extra kosten van de buitenlandse werknemer. Ook werden een aantal argumenten voor het aanhouden van de forfaitaire kostenaftrek aangevoerd. De belangrijkste daarvan waren dat het voor werknemers erg lastig is om de extra kosten nauwkeurig vast te stellen en dat ze voor hun tewerkstelling in Nederland zekerheid moeten kunnen hebben over de fiscale verplichtingen waaraan ze hier in Nederland zouden moeten voldoen. 13 De regeling die hierop vervolgens werd ingevoerd vereiste dat de werknemer een andere nationaliteit bezat dan de Nederlandse, werkte binnen internationaal concernverband en alleen tijdelijk naar Nederland werd uitgezonden. De werknemer kon dan maximaal vijf jaar gebruik maken van deze forfaitaire kostenaftrek van 35%. 14 Ook deze resolutie is na 1986 nog diverse malen aangepast. Wel bleef er al die tijd in essentie sprake van een aftrekregeling voor de werknemer op de te betalen inkomstenbelasting. Pas bij de aanpassing van de resolutie in 1992 werd de regeling omgevormd tot een vergoedingsregeling die 10 Hurk 2004, p James 2009, p Kamerstukken II, 1985/1986, hoofdstuk IXB, nr.7, p Idem. 14 Hurk 2004, p

9 meer lijkt op de huidige regeling. Vanaf dat jaar was het niet langer de werknemer die een deel van het salaris in aftrek kon brengen op de te betalen inkomstenbelasting, maar kon de werkgever een gedeelte van het loon belastingvrij aan de werknemer vergoeden. Hierbij bleef het percentage van 35% gehandhaafd maar moest dit wel een vergoeding vormen voor de kosten en moest deze vergoeding afzonderlijk van het loon worden toegekend aan de werknemer. Bij deze wijziging kwam de eis te vervallen dat de werknemer in dienst moest zijn van een internationaal concern en ook behoefde deze niet langer een andere nationaliteit dan de Nederlandse te bezitten. Voor werknemers met de Nederlandse nationaliteit gold dan wel de extra eis dat moest worden aangetoond dat zij zodanig in een ander land geworteld waren dat zij met een buitenlandse werknemer gelijkgesteld konden worden. Ook was de werknemer niet langer verplicht om in Nederland te wonen of te verblijven, maar moest deze wel in het bezit zijn van een specifieke deskundigheid die niet of schaars aanwezig was op de Nederlandse arbeidsmarkt. Naast de invoering van deze nieuwe voorwaarden werden ook de termijn van de faciliteit en de referentieperiode verlengd naar 8 jaar. Daarnaast moest er na 4 jaar opnieuw worden getoetst of nog altijd aan de voorwaarden werd voldaan. 15 Bij de invoering van de regeling in 1992 was nog steeds het uitgangspunt dat buitenlandse werknemers een faciliteit nodig hebben om te voorzien in de extra kosten die het levensonderhoud in Nederland met zich meebrengt. Tevens werd als argument aangevoerd dat het bedrijfsleven op deze manier in staat werd gesteld om schaarse specifieke deskundigheid naar Nederland te halen en zo een bijdrage te kunnen leveren aan de Nederlandse economie. 16 De 35%-regeling voorziet dus niet langer alleen in de extra kosten van buitenlandse werknemers, maar is mede tot een loonkostensubsidie uitgegroeid voor werkgevers die werknemers naar Nederland halen wegens schaarste op de Nederlandse arbeidsmarkt, zo constateerde de Hoge Raad in 2001 bij een procedure over deze regeling. 17 Vervolgens werd in 1995 nog eenmaal de resolutie aangepast voordat deze werd opgenomen in de wet. Bij deze wijziging is de belangrijkste wijziging dat de maximale duur van de vergoeding werd verlengd naar 10 jaar. In het jaar 2001 werd de nieuwe Wet Inkomstenbelasting ingevoerd. Dat werd ook een mooi moment om de 30%-regeling vast te leggen in de wet. De staatssecretaris beargumenteert de regeling als volgt in de motie van toelichting als volgt: Het is een ervaringsfeit dat indien een werknemer tijdelijk vanuit het buitenland in Nederland wordt tewerkgesteld, of door zijn werkgever vanuit Nederland naar het buitenland wordt gezonden, tijdelijk in die zin dat hij na afloop van de werkzaamheden normaliter weer naar zijn land van herkomst zal terugkeren, hij kosten van verblijf maakt die niet worden gemaakt door een werknemer die zijn werkzaamheden in zijn land van herkomst heeft of die definitief naar een ander land emigreert.( ) Het is evident dat vergoedingen van dergelijke extraterritoriale kosten niet als beloningsvoordeel worden ervaren en derhalve, op de voet van artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de loonbelasting 1964, niet tot het loon behoren. Om daaromtrent geen misverstand te laten ontstaan wordt thans voorgesteld artikel 15a van die wet, dat een opsomming geeft van vergoedingen die in elk geval als vrije vergoeding zijn aan te merken, uit te breiden met een onderdeel k, inhoudende dat 15 Kamerstukken II 1992/1993, IX B, nr. 10, blz. 3-4 en Kamerstukken II 1999/2000, , nr. 7, p Idem. 17 Hr 30 mei 2001, nr , BNB 2001/302. 8

10 in redelijkheid gemaakte extraterritoriale kosten, zijnde extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst, tot de vrije vergoedingen behoren. 18 Zoals het bovenstaande citaat gedeeltelijk al zegt, werd de regeling opgenomen in het toenmalige artikel 15a, eerste lid, onderdeel k van de Wet Loonbelasting 1964 en hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Loonbelasting De enige wijziging die werd aangebracht in de faciliteit was de verlaging van het percentage van 35% naar 30%. In grote lijnen is er inhoudelijk dus niets veranderd en ook effectief bleef het voordeel gelijk omdat met de nieuwe Wet Inkomstenbelasting ook het belastingtarief werd verlaagd van 60% naar 52%. Wel waren er een aantal wijzigingen in de marge van de wet die toch ook grote gevolgen konden hebben voor zowel de werknemer als de werkgever. Zo was een administratieve scheiding tussen het loon en de vergoeding niet meer voldoende maar moest er een reële splitsing worden gemaakt. Deze splitsing had weer de benodigde gevolgen voor de pensioensopbouw en eventuele uitkeringen uit de sociale zekerheid voor de werknemer. Verder is bij de omzetting van de resolutie naar wet de invulling van een aantal begrippen wat veranderd. Zo werd ook het begrip extraterritoriale kosten in de wet geïntroduceerd. Een begrip dat voorheen nog geen precieze invulling had. 19 Tot en met 2011 is er vervolgens weinig aan de 30%-regeling veranderd. Alleen met het vervallen van onderdeel j van artikel 15a lid 1 Wet op de Loonbelasting 1964, is de 30%-regeling opgeschoven van onderdeel k naar onderdeel j in Aan de wet zelf is in deze periode niet veel veranderd. Ook met de invoering van de werkkostenregeling die op 1 januari 2011 van kracht werd is er inhoudelijk niets aan de 30%-regeling gewijzigd. De werkkostenregeling moet namelijk leiden tot een vereenvoudiging van de systematiek van vrije vergoedingen en verstrekkingen in de loonsfeer en een administratieve lastenverlichting met zich meebrengen voor de inhoudingsplichtige. Onder deze regeling vallen dus ook de vrije vergoedingen en dus ook de vergoeding van de extraterritoriale kosten volgens de 30%- regeling. 20 Onder de werkkostenregeling hebben de werkgevers de beschikking over een forfaitaire vrijstelling van 1,5% van het fiscale loon om onbelaste vergoedingen en verstrekkingen te doen aan de werknemer. Over het bedrag dat over deze grens heen komt moet de werkgever 80% loonbelasting afdragen. Echter voor kosten waarbij het zakelijke karakter overheerst zijn gerichte vrijstellingen opgenomen. Deze gerichte vrijstellingen vormen echter een voortzetting van een groot deel van de huidige vrije vergoedingen en verstrekkingen waardoor ook de 30%-regeling van artikel 15a, lid 1, onderdeel j, Wet op de Loonbelasting 1964 van belang blijft. 21 Daarnaast is ook nog eens sprake van een overgangsperiode van drie jaar, die inmiddels is verlengd met een jaar, waardoor tot 2015 naast de werkkostenregeling de oude bepalingen van de loonbelasting van kracht blijven. In deze overgangsperiode mag de werkgever jaarlijks kiezen welke regeling deze wil toepassen, op grond van artikel 39c Wet op de Loonbelasting De gerichte vrijstellingen zijn nu opgenomen in artikel 31a, lid 2, Wet op de Loonbelasting 1964, waarbij de vergoeding van extraterritoriale kosten zijn terug te vinden in onderdeel e. 18 Kamerstukken II, 2000/2001, , nr. 3, p Visbeen, Tuinstra en Kees-van der Zwet 2001, p Kamerstukken II 2009/2010, , nr. 3, blz Kamerstukken II 2009/2010, , nr. 3, p

11 2.3 De wetswijzigingen per 1 januari 2012 en 1 januari 2013 Per 1 januari 2012 is de 30%-regeling wederom ingrijpend gewijzigd. Aanleiding van deze wijziging lijkt een rapportage te zijn geweest die de omroep RTL maakte in Uit onderzoek door de redactie van de omroep was gebleken dat twee leden van de raad van bestuur van Philips misbruik van deze regeling maakten. Het betrof hier twee Nederlanders die lange tijd in het buitenland hadden gewerkt en daardoor gebruik konden maken van deze regeling omdat de belastingdienst ze als ingekomen werknemers zag. 22 Dit verslag leidde in de politiek tot velen vragen waarbij de Staatssecretaris van de kamer de opdracht kreeg het ongewenste gebruik in te dammen en daarmee de werkingssfeer van de 30%-regeling terug te brengen naar het oorspronkelijke doel. Tevens moest de regeling weer budgettair beheersbaar worden gemaakt. 23 Een omvangrijke wijziging van de regeling was het gevolg. Allereerst werden aan het begrip ingekomen werknemer nieuwe criteria toegevoegd. Voor 1 januari 2012 kwalificeerde een werknemer als een ingekomen werknemer wanneer een inhoudingsplichtige deze uit het buitenland had aangeworven en beschikte over een specifiek deskundigheid welke niet of schaars aanwezig was op de Nederlandse arbeidsmarkt. Onder de nieuwe regeling is dat alleen het geval indien de werknemer ook voldoet aan de 150-kilometergrens of een promovendus is. Met de 150-kilometergrens wordt beoogd onbedoeld gebruik van de regeling tegen te gaan en oneerlijke concurrentie in de grensstreek te voorkomen. 24 Een werknemer kwalificeert door dit vereiste namelijk pas als een ingekomen werknemer wanneer deze in de periode van vierentwintig maanden vooraf gaande aan de tewerkstelling in Nederland maximaal acht maanden binnen een straal van 150 kilometer van de Nederlandse grens woonde. Alleen voor promovendi is een uitzondering op dit criterium verleend mits die binnen een jaar na het behalen van de titel als werknemer in dienst is genomen. 25 Ook de invulling van het vereiste van specifieke deskundigheid is met ingang van 1 januari 2012 ingrijpend gewijzigd. Aan dit vereiste van deskundigheid werd een looncriterium verbonden. Dit criterium hield in dat de werknemer (in 2012) een fiscaal loon van minimaal moest verdienen, zonder de 30%-vergoeding, voordat er sprake kan zijn van een specifieke deskundigheid bij de werknemer. Echter geldt er wel een verlaagde salarisnorm voor afgestudeerde buitenlandse masterstudenten die jonger dan dertig jaar zijn en in specifieke gevallen is er helemaal geen sprake van een salarisnorm, zoals het geval is bij een arts in opleiding. Maar buiten het salariscriterium moet echter nog wel altijd worden getoetst of er op de Nederlandse arbeidsmarkt een schaarste is aan de specifieke deskundigheid die de werknemer bezit. Het aanhouden van deze toets heeft tot doel te voorkomen dat werknemers die meer verdienen dan het looncriterium automatisch onder de 30%- regeling vallen. In dat geval zou het salariscriterium namelijk niet meer onderscheidend genoeg werken volgens de parlementaire stukken. 26 Naast de vernieuwde invulling van deze begrippen zijn er ook nog een aantal andere wijzigingen in de 30%-regeling aangebracht die grote gevolgen voor de werknemer en de inhoudingsplichtige kunnen hebben. Zo moet sinds 2012 gedurende de gehele looptijd waarin de 30%-regeling wordt toegepast worden getoetst of de werknemer nog wel voldoet aan de criteria van Kamerstukken II 2011/2012, , nr. 81, Verslag wetgevingsoverleg. 24 Kamerstukken II 2011/2012, , nr. 3, p Art. 10eb Uitvoeringsbesluit Loonbelasting Kamerstukken II 2011/2012, , nr. 10, p

12 deze regeling. Voorheen werd er alleen na het verstrijken van vijf jaar getoetst of de werknemer nog voldeed aan de criteria. Onder de nieuwe regeling is het dus zo dat wanneer de werknemer op enig moment niet meer voldoet aan de criteria, de looptijd van de regeling eindigt. Bovendien is de maximale looptijd van de 30%-regeling ingekort van tien naar acht jaar. 27 Voor 2012 gold een kortingsregeling op de 30%-regeling. Voorheen was het zo dat de looptijd van de regeling werd ingekort met eerdere perioden van verblijf of tewerkstelling in Nederland, tenzij deze meer dan tien jaar geleden waren beëindigd of dit korte verblijven wegens privé omstandigheden waren. Sinds 2012 is deze toetsingsperiode van tien jaar verlengd naar vijfentwintig jaar. Met deze wijziging wordt in het bijzonder beoogd het gebruik van deze regeling door werknemers met de Nederlandse nationaliteit in te dammen. Zij zullen namelijk snel worden getroffen door deze maatregel nu de voorwaarde niet langer tien maar vijfentwintig jaar verblijf in het buitenland voor de tewerkstelling in Nederland is geworden. Geheel nieuw in de kortingsregeling is de fictieve tewerkstelling die buitenlandse bestuurders en commissarissen van in Nederland gevestigde lichamen treft die zelf niet in Nederland verblijven. Onder de nieuwe regeling wordt deze hele periode in mindering gebracht op de looptijd van de 30%-regeling. 28 Met ingang van 1 januari 2013 zijn er nog een aantal kleine wijzigingen in de wet aangebracht welke ten doel hadden de wet te verduidelijken of kleine problemen op te lossen. Zo kunnen werknemers die snel terugkeren naar Nederland toch nog in aanmerking komen voor toepassing van de 30%-regeling. Onder de regeling van 2012 was het zo dat wanneer een werknemer die in de acht jaar voorafgaande aan de tewerkstelling in Nederland ook hier had gewoond niet meer in aanmerking kwam voor toepassing van de 30%-regeling. Door de aanpassing (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012) hoeft de werknemer bij de nieuwe tewerkstelling niet aan de 150- kilometergrens te voldoen, mits deze al bij een eerdere tewerkstelling wel aan de andere voorwaarden voldeed en deze eerdere tewerkstelling niet meer dan acht jaar voor de nieuwe is begonnen. Ook is per 1 januari 2013 een verduidelijking aangebracht in de wet betreffende het einde van de looptijd van de 30%-regeling. Door deze wijziging is het duidelijk geworden dat nabetalingen wel onder de 30%-regeling vallen omdat de werkgever nu een extra loontijdvak heeft gekregen om een afrekening te maken van de vakantiedagen en het vakantiegeld Deelconclusie De 30%-regeling is pas vrij recent opgenomen in de wet. Toch werd een vergelijkbare regeling al jaren toegepast door de belastingdienst waardoor buitenlandse werknemers onder bepaalde voorwaarden een bepaald bedrag in aftrek mochten nemen op de te betalen inkomstenbelasting ter vergoeding van de door hun gemaakte extraterritoriale kosten. Het doel achter deze regeling was in die tijd het voor werkgevers mogelijk maken schaarse, hoogopgeleide werknemers naar Nederland te halen. Vanaf 1992 is er echter sprake van een onbelaste vergoeding die de werkgever mocht verstrekken aan de werknemer. Dit is het systeem zoals dat ook heden ten dage nog geldt. De wetswijziging van 1 januari 2012 is zeer omvangrijk geweest voor de 30%-regeling. Het doel van deze wijziging was onbedoeld gebruik van de regeling tegen te gaan, de regeling beter in te richten en deze ook meer in overeenstemming te brengen met de essentie van de regeling. Voornamelijk de toepassing van de 30%-regeling door Nederlanders en de invulling van het 27 Art. 31a, lid 2, onderdeel e Wet op de loonbelasting Art. 10ef, lid 5 Uitvoeringsbesluit loonbelasting Art. 10ec, lid 1 Uitvoeringsbesluit loonbelasting

13 deskundigheidscriterium zijn met deze wijziging ingrijpend gewijzigd. Door de uitzondering voor promovendi en artsen in opleiding op het looncriterium en de 150-kilomtergrens schieten de wijzigingen niet het doel voorbij en kan de regeling toch nog worden toegepast door de werknemers waar deze eigenlijk voor is bedoeld. Hoewel de invoering van de 150-kilometergrens is ingegeven door het beperken van de oneerlijke concurrentie in de grensstreek, lijkt mij dat de regeling op dit punt moeilijk te verantwoorden is. Waarom heeft een werknemer die iets meer dan honderdvijftig kilometer over de Nederlandse grens woont en net over de grens werkt wel recht op een vergoeding en een werknemer die dat niet doet, maar wel op een afstand van meer dan honderdvijftig kilometer in Nederland werkt geen recht op de vergoeding? De werknemer in het eerste geval maakt naar alle waarschijnlijkheid minder kosten maar heeft wel recht op de vergoeding. Dat is toch eigenlijk de omgekeerde wereld? 3. De 30%-regeling anno 1 januari Inleiding In het vorige hoofdstuk is nader gekeken naar het ontstaan van de 30%-regeling, de gedachte van de wetgever achter de regeling en de wijzigingen die de regeling in de loop der jaren heeft doorstaan. In dit hoofdstuk zal worden gekeken naar de huidige regelgeving. De precieze voorwaarden waaraan een werknemer moet voldoen om gebruik te kunnen maken van de regeling zullen een voor een nader worden besproken. De regeling zelf is opgenomen in art. 31a, tweede lid, onderdeel e Wet op de Loonbelasting Hierin is ook een delegatiebepaling opgenomen met betrekking tot de voorwaarden voor de toepassing van de regeling. De wet- en regelgeving die uit deze delegatiebepaling is voortgekomen is opgenomen in de artikelen 10 e t/m 10 ej, of te wel hoofdstuk 4a, van het Uitvoeringsbesluit Loonbelasting Volgens de regeling kunnen de extraterritoriale kosten die door een extraterritoriale werknemer tijdens het tijdelijk verblijf in Nederland worden gemaakt, tot 30% van het bruto loon belastingvrij worden vergoed door de werkgever. Maar wat zijn dan die extraterritoriale kosten en wanneer is een werknemer een extraterritoriale werknemer? In de volgende paragrafen worden deze begrippen nader uitgelegd. 3.2 Extraterritoriale kosten De kern van de regeling is dat de extraterritoriale kosten belastingvrij kunnen worden vergoed door de werkgever. Wanneer hierbij gebruik wordt gemaakt van de forfaitaire regeling kunnen niet als nog de werkelijke kosten worden vergoed, zo oordeelt ook de rechter. 30 Echter om welke kosten het dan eigenlijk gaat wordt niet geheel duidelijk uit de wettekst. Volgens art. 31a, lid 2, onderdeel e Wet op de loonbelasting 1964 zijn de extraterritoriale kosten extra kosten van de werknemer die deze maakt bij tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst in het kader van de dienstbetrekking. De wetgever voegde in de memorie van toelichting hieraan toe dat het hierbij gaat om extra kosten die een werknemer maakt wanneer deze tijdelijk in Nederland tewerkgesteld wordt of tijdelijk naar het 30 HR 5 juni 2009, nr. 08/02104, BNB 2009/

14 buitenland wordt gezonden. Wanneer de werknemer namelijk definitief naar een ander land zou emigreren zou deze die kosten niet maken. 31 Om het begrip, extraterritoriale kosten, verder te verduidelijken gaf de wetgever in dezelfde tekst de volgende voorbeelden: extra uitgaven voor het vinden van geschikte huisvesting; extra uitgaven voor dubbele huisvesting; hogere huisvestingskosten als gevolg van krapte op de markt; extra uitgaven voor het overbrengen van de inboedel en het invoeren ervan; extra uitgaven voor het zoeken naar geschikte scholen voor de kinderen; extra uitgaven voor het vinden van geschikte gelegenheden voor inkomens bestedende uitgaven; extra uitgaven voor het aanvragen/omzetten van officiële papieren zoals tewerkstellingsvergunningen, verblijfsvergunningen en rijbewijzen; extra uitgaven voor taalcursussen; extra uitgaven voor ontspanning en dergelijke; extra uitgaven voor het contact met en het bezoeken van familie en anderen in het land van herkomst, of voor het laten overkomen van dergelijke personen. Hoewel deze opsomming het begrip al enigszins verduidelijkte bleek dat in de praktijk toch niet zo overduidelijk te zijn. Vandaar dat de staatssecretaris in 2004 expliciet bepaalde dat de verhuiskostenvergoeding, kosten van kennismaking met Nederland, het aanvragen en/of omzetten van werkvergunningen, de opslag van meubilair in afwachting van definitieve huisvesting in het buitenland, normale huisvestingskosten, aan- en verkoopkosten van de woning, normale kosten voor gas/water/licht en andere nutsvoorzieningen, kosten van woon-werkverkeer, de kosten van een belastingadviseur, normale telefoonkosten, maaltijden en vaste kostenvergoedingen allemaal niet tot de extraterritoriale kosten behoorden. Dit zijn volgens de wetgever namelijk geen extra kosten die een tijdelijk verblijf met zich meebrengen en behoren dus in zijn ogen niet tot de extraterritoriale kosten. 32 Concluderend kan dus worden gezegd dat het begrip extraterritoriale kosten niet een uitermate duidelijk begrip is. Het is gewoon ronduit vaag welke kosten wel en niet onder dit begrip vallen. Het heeft echter in de praktijk nog niet tot al te veel problemen geleid. In de meeste gevallen waarin dit begrip een rol speelt wordt gebruik gemaakt van de 30%-regeling, wat inhoudt dat de werkgever een vast bedrag belastingvrij mag vergoeden. Het is dan niet van belang of bepaalde kosten onder de extraterritoriale kosten vallen omdat de werkelijke kosten in dat geval toch al niet meer vergoed mogen worden. De precieze definitie van het begrip extraterritoriale kosten speelt in deze gevallen dus niet echt een belangrijke rol. Het begrip zal dan ook voornamelijk een rol spelen in die gevallen die niet onder de 30%-regeling vallen maar waarin de werkelijke kosten worden vergoed. In die situatie vergoedt de werkgever namelijk niet een vast bedrag maar alleen de werkelijke extraterritoriale kosten en moet dus worden vastgesteld dat de gemaakte kosten hier ook daadwerkelijk onder vallen. 31 Kamerstukken II 2000/2001, , nr. 3, p Besluit van 11 februari 2004, nr. CPP2003/641M, BNB 2004/

15 3.2.1 De vergoeding De 30%-regeling vormt dus een vrije vergoeding voor de extraterritoriale kosten die de werknemer maakt. Deze vergoeding is forfaitair wat inhoudt dat de werkelijke kosten dus niet hoeven te worden aangetoond. Dit vormt voor de werkgever dus een groot voordeel omdat voor deze de bewijspositie komt te vervallen, maar wanneer de werkelijke kosten van de werknemer hoger uitvallen dan het forfait heeft dit daarnaast ook nog eens een financieel voordeel. In dat geval kan de werkgever het meerdere namelijk niet naast de 30% vergoeding nog eens vrij vergoeden aan de werknemer omdat voor deze kosten in dat geval al reeds een vergoeding is gegeven. Dat deze vergoeding niet toereikend is doet daar niets aan af. Wel is het mogelijk om ervoor te kiezen om de werkelijke extraterritoriale kosten vrij te vergoeden op grond van artikel 31 a, lid 2, onderdeel e Wet op de loonbelasting In dat geval behoudt de werkgever wel de plicht om te bewijzen dat deze vergoeding terecht vrij is verstrekt en moet de werkgever de betaalde vergoeding per werknemer in de loonadministratie bijhouden om de kosten aannemelijk te kunnen maken indien de belastingdienst daar om vraagt. In deze situatie hoeft de werknemer echter niet meer te kwalificeren als ingekomen of uitgezonden werknemer. 33 Indien wel gebruik wordt gemaakt van de forfaitaire vergoeding van extraterritoriale kosten blijkt uit artikel 10 ea van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 waarover deze vergoeding berekend dient te worden. De grondslag van de vergoeding wordt gevormd door het totale loon uit tegenwoordige dienstbetrekking ter zake van het verblijf buiten het land van herkomst en voor zover de werknemer geen recht heeft op voorkoming van dubbele belasting. Daarnaast is ook onderdeel van de grondslag de vergoeding voor extraterritoriale kosten zelf. In de praktijk houdt dit dus in dat 30/70 van het salaris vrij vergoed mag worden. Wel moet deze vergoeding afzonderlijk van het loon zijn overeengekomen. 34 Wat echter geen onderdeel vormt van de grondslag zijn de betaalde schoolgelden. Deze mogen dus buiten de vergoeding van 30% nog eens extra worden vergoed. 35 Het moet hierbij dan wel gaan om gelden van een internationale school of internationale afdeling van een niet-internationale school De extraterritoriale werknemer De 30%-regeling is slechts van toepassing op extraterritoriale werknemers, dat blijkt uit art. 10 ea, lid 1 van het Uitvoeringsbesluit Loonbelasting Dit begrip omvat twee groepen, namelijk de ingekomen werknemers en de uitgezonden werknemers. Volgens art. 10ea, lid 2, onderdeel c van het Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 1965 is een uitgezonden werknemer een in Nederland woonachtige werknemer die door zijn werkgever wordt uitgezonden naar het buitenland in het kader van de dienstbetrekking. Dit kan zijn in de vorm van plaatsing als ambtenaar bij een vertegenwoordigend orgaan, in het kader van tewerkstelling als (rechtelijk) ambtenaar of militair naar de overzeese landsdelen van het koninkrijk of juist buiten het Koninkrijk der Nederlanden, of in het kader van het beoefenen van de wetenschap of het geven van onderwijs. De ingekomen werknemer vinden we terug in art. 10 e, lid 2 onderdeel b van datzelfde besluit. Hieruit blijkt dat het moet gaan om een, door een inhoudingsplichtige, uit een ander land aangeworven werknemer of naar deze uitgezonden werknemer. Daarbij moet deze werknemer een 33 Art. 31a, lid 2, onderdeel e Wet op de loonbelasting Vraag- en antwoordbesluit 23 augustus 2013, DGB 2013/70M, vraag Art. 10ea, lid 1 Uitvoeringsbesluit Loonbelasting Vraag- en antwoordbesluit 23 augustus 2013, DGB 2013/70M, vraag

16 specifieke deskundigheid bezitten die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of slechts schaars aanwezig is en die in meer dan twee derde van een periode van vierentwintig maanden voorafgaande aan de aanvang van de tewerkstelling in Nederland woonachtig was op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens. Voordat een werknemer dus kan kwalificeren als een ingekomen werknemer moet deze aan een aantal vereisten voldoen. De eerste hiervan is dat de werknemer uit het buitenland moet zijn aangeworven door de werkgever of naar deze moet worden uitgezonden. Ten tweede moet de werknemer over een specifieke deskundigheid (deskundigheidscriterium) beschikken die schaars of niet aanwezig is op de Nederlandse arbeidsmarkt (schaarste criterium). En ten derde moet de werknemer meer dan twee derde van de vierentwintig maanden voor de aanvang van de tewerkstelling op meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond (150-km grens) De ingekomen werknemer Zoals al reeds gezegd moet een ingekomen werknemer worden aangeworven uit het buitenland of worden uitgezonden vanuit het buitenland naar Nederland toe. In de wet is echter niet precies vastgelegd wat verstaan moet worden onder het aanwerven van de werknemer. Er was dus veel onenigheid over wanneer de werknemer nog was aangeworven vanuit het buitenland. In het arrest van 28 april 2006 bepaalde de Hoge Raad daarover het volgende: Degeen die een arbeidsovereenkomst aangaat met een inhoudingsplichtige op een tijdstip waarop hij woonplaats buiten Nederland heeft en niet - anders dan in situaties als opleiding of stage - in Nederland werkzaam is, kan worden aangemerkt als door een inhoudingsplichtige uit een ander land aangeworven. 37 Voor het aanwerven van een werknemer is dus de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst bepalend voor het moment van de aanwerving. De werknemer moet dus nog wonen buiten Nederland en hier ook nog niet werkzaam zijn, tenzij dat voor een stage of opleiding is. Alleen op grond van art. 10 ed Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 1965 kan op deze regel wel een uitzondering worden gemaakt. De uitzondering betreft de werknemer die tijdens de looptijd van de 30%-regeling wisselt van werkgever. Voorwaarde daarbij is wel dat er tussen het beëindigen van de eerste arbeidsovereenkomst en het aangaan van de nieuwe overeenkomst geen drie maanden zijn verstreken. De tweede groep werknemers die tot de ingekomen werknemers behoren zijn degene die worden uitgezonden naar Nederland. Dit betreft voornamelijk uitzendingen binnen concernverband. Van belang bij deze groep werknemers is dat zij ook kwalificeren als werknemer voor art. 2 van de Wet op de Loonbelasting Dit houdt in dat de werknemer dus in dienst van het Nederlandse concern moet staan gedurende de periode van toepassing van de 30%-regeling. Om een lastenverzwaring van internationale concerns te voorkomen is met ingang van 1 januari 2013 de mogelijkheid in de wet opgenomen om het Nederlandse deel van het concern aan te merken als inhoudingsplichtige, in art. 6, lid 6 Wet op de Loonbelasting Hierdoor kan een werknemer die naar Nederland wordt uitgezonden door een internationaal concern toch in aanmerking komen voor 37 HR 28 april 2006, nr , BNB 2006/262, r.o

17 de 30%-regeling zonder een nieuw dienstverband met het Nederlandse onderdeel aan te moeten gaan Het deskundigheidscriterium Het vereiste van specifieke deskundigheid die slechts schaars aanwezig is op de Nederlandse arbeidsmarkt wordt in de wet nader uitgelegd in art. 10 eb van het Uitvoeringsbesluit Loonbelasting Voorheen was er een groot pakket aan jurisprudentie over dit criterium in de 30%-regeling. Echter met de wijziging van de regeling in 2012 heeft deze jurisprudentie aan belang ingeboet. Tegenwoordig is dit criterium goed uitgelegd in lid 1 van artikel 10 eb van het uitvoeringsbesluit. Volgens dit lid beschikt een werknemer over een specifieke deskundigheid als deze een bruto jaarsalaris verdient van minimaal ,- 39 exclusief de eventuele 30%-vergoeding. Volgens de letter van de wet wordt er in eerste instantie dus alleen gekeken naar het salaris en verschuift de vraag of de werknemer ook daadwerkelijk een deskundige is op zijn werkgebied wat verder naar de achtergrond. Het artikel maakt overigens drie uitzonderingen op deze inkomensgrens. Allereerst voor werknemers die jonger dan 30 jaar zijn en een mastertitel hebben behaald aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs en een jaarsalaris hebben van minimaal ,-. Hiermee sluit de wetgever aan op de kennismigrantenregeling 40, welke regeling tot doel heeft hooggekwalificeerde arbeidsmigranten van buiten de Europese Unie aan te trekken ter stimulering van de Nederlandse kenniseconomie. 41 De tweede uitzondering betreft werknemers die in het kader van wetenschappelijk onderzoek of onderwijs in Nederland tewerkgesteld zijn bij een onderzoeksinstelling. Met deze uitzondering wil de overheid duidelijk de kenniseconomie versterken en het groeiende tekort aan hoog opgeleide werknemers terugdringen. 42 De derde uitzondering betreft werknemers die als arts in opleiding tewerkgesteld worden op een aangewezen opleidingsinstituut. De wetgever verwacht in de toekomst namelijk een tekort aan artsen door de vergrijzing van de samenleving. Door een uitzondering te maken op het salariscriterium hoopt deze meer artsen naar Nederland te trekken. 43 Zowel de artsen in opleiding als de wetenschappelijke onderzoekers hoeven overigens in het geheel niet te voldoen aan het salariscriterium. Met de salarisnorm sluit de wetgever aan bij het loonbegrip van paragraaf van de Wet inkomstenbelasting Dit houdt in dat wordt gekeken naar het wereldwijde inkomen van de werknemer en niet alleen naar het loon in Nederland. Wanneer de werknemer dus voor meerdere werkgevers werkt wordt dit loon bij elkaar opgeteld. Ook als een van deze werkgevers buiten Nederland gevestigd is. Bovendien wordt ook het loon uit vroegere dienstbetrekking meegenomen in de beoordeling, wat betekent dat een werknemer die een vroegpensioen van een eerdere buitenlandse werkgever geniet ook kan voldoen aan het salariscriterium. Dit houdt echter niet in dat bij parttimers het salariscriterium evenredig naar tijdsduur wordt berekend. Alleen in geval van zwangerschaps- en ouderschapsverlof mag het loon worden herrekend naar fulltime basis Vraag- en antwoordbesluit 25 oktober 2005, CPP2005/2378M, vraag Dit is het normbedrag geldend per 1 januari Art. 1d, eerste lid besluit van 23 augustus 1995 ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen. 41 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Notie arbeidsmigratie van buiten de EU, 11 april Kamerstukken II 2006/2007, XIII, nr Kamerstukken II 2006/2007, XVI, nr Dit volgt uit art. 8.2a Uitvoeringsregeling Loonbelasting

18 3.3.3 Het schaarste criterium Het schaarste criterium is opgenomen in het 4 e lid van artikel 10 eb van het Uitvoeringsbesluit Uit de parlementaire stukken blijkt dat met het opnemen van dit criterium is beoogd te voorkomen dat werknemers die meer verdienen dan het salariscriterium automatisch onder de 30%-regeling vallen. De wetgever dacht hierbij specifiek aan profvoetballers, tandartsen en vergelijkbare branches waarin vrijwel alle werknemers meer verdienen dan het salariscriterium. 45 Dit criterium maakt dan namelijk niet langer voldoende onderscheid en in deze gevallen moet dus nog worden getoetst of wordt voldaan aan de gestelde voorwaarde van schaarste op de Nederlandse arbeidsmarkt. Wanneer aan het schaarste criterium moet worden getoetst moet de inspecteur beoordelen of er sprake is van schaarste op de Nederlandse arbeidsmarkt door rekening te houden met diverse factoren. Dit betreft onder andere het niveau van de door de werknemer gevolgde opleiding, de voor de functie relevante ervaring van de werknemer en het beloningsniveau van de functie in Nederland in vergelijking met het land van herkomst van de werknemer. De toets blijft hetzelfde als dat voorheen het geval was, maar nu hoeft de toets niet meer voor alle aanvragen voor de 30%-regeling te worden gemaakt. Vrijwel alleen in gevallen waarin het salariscriterium geen onderscheidende rol speelt moet getoetst worden aan het schaarste criterium. 46 Hoewel de jurisprudentie omtrent het schaarste criterium in belang inboet door deze regelgeving, leidt dit nu wel tot onduidelijkheid over wanneer er wel getoetst moet worden aan dit criterium. Is dat alleen wanneer door alle werknemers uit dezelfde branche meer verdiend wordt dan de salarisnorm? De 150 kilometer grens De grens van 150 kilometer volgt uit art. 10 e, lid 2, onderdeel b, ten tweede van het Uitvoeringsbesluit Loonbelasting Een ingekomen werknemer moet in de vierentwintig maanden voorafgaande aan de tewerkstelling in Nederland meer dan twee derde deel van deze periode, dus zestien maanden, op meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond. Wat de achtergrond is van deze grens blijkt uit het volgende stuk: De voornaamste reden voor deze virtuele grens om Nederland is dat van werknemers woonachtig binnen die straal die in Nederland gaan werken, verondersteld kan worden dat zij (kunnen) gaan forenzen en derhalve slechts marginaal extraterritoriale kosten zullen hebben. Een forfaitaire kostenvergoeding voor extraterritoriale kosten op grond van de 30%-regeling is voor deze werknemers dermate ruim dat de regeling leidt tot een niet te rechtvaardigen voordeel voor deze werknemers ten opzichte van werknemers binnen Nederland met vergelijkbare kwaliteiten en in een vergelijkbare situatie voor wat betreft de woon-werkafstand. Door de virtuele grens op een afstand van 150 kilometer om Nederland wordt dit ongewenste effect van de 30%-regeling in de meeste gevallen geëlimineerd. 47 Met deze regel wil de wetgever dus de oneerlijke concurrentie in de grensgebieden tegen gaan. De grensarbeiders waren voor de werkgever namelijk goedkoper dan de Nederlandse arbeiders omdat 45 Kamerstukken II 2011/2012, , nr. 10, p Besluit van 22 december 2011 (NvT), Stb.2011, Kamerstukken II 2011/2012, , nr. 3, p

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd: CONCEPT AMVB 30%-REGELING Artikel I Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 10e wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden: b. ingekomen

Nadere informatie

Checklist De 30%-regeling

Checklist De 30%-regeling Checklist De 30%-regeling 1. Maak gebruik van de 30%-regeling De 30%-regeling is een fiscaal gefaciliteerde regeling voor tijdelijk buiten het land van herkomst tewerkgestelde deskundigen. Onbelaste vergoeding

Nadere informatie

Loonbelasting. Vrije vergoedingen en verstrekkingen; extraterritoriale kosten

Loonbelasting. Vrije vergoedingen en verstrekkingen; extraterritoriale kosten Loonbelasting. Vrije vergoedingen en verstrekkingen; extraterritoriale kosten 1 Loonbelasting. Vrije vergoedingen en verstrekkingen; extraterritoriale kosten Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

Hypothese. Voorbeeld. 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING

Hypothese. Voorbeeld. 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING Kijk op NLFiscaal voor online versie 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING Met enige regelmaat krijgt Sebastian Spauwen te horen dat iemand een makkelijke vraag

Nadere informatie

30%-regeling ingekomen werknemers 14 maart 2012

30%-regeling ingekomen werknemers 14 maart 2012 30%-regeling ingekomen werknemers 14 maart 2012 Belangrijkste veranderingen Regeling was max. 10 jaar wordt max. 8 jaar (kortingsregeling) Terugblik periode was 10/15 jaar wordt 25 jaar (kortingsregeling)

Nadere informatie

De nieuwe wijzigingen in de 30%-regeling van 2012

De nieuwe wijzigingen in de 30%-regeling van 2012 De nieuwe wijzigingen in de 30%-regeling van 2012 Wat moeten werkgevers nu doen? De 30%-regeling zal in 2012 in belangrijke mate gaan veranderen. In Praktijkblad Salarisadministratie nr. 14 hebt u al kunnen

Nadere informatie

Nieuwsbrief september 2011

Nieuwsbrief september 2011 Nieuwsbrief september 2011 In dit nummer: Vast bedrag voor zelfstandigenaftrek vanaf 2012 Wetsvoorstel personenvennootschappen wordt ingetrokken Onroerende zaken en privégebruik na 2011 Afschaffing levensloopregeling

Nadere informatie

30%-regeling. Universiteit van Tilburg. Houdbaarheid van de wijzigingen per 1 januari ANR: Datum: 25 september 2012 MSc Fiscale Economie

30%-regeling. Universiteit van Tilburg. Houdbaarheid van de wijzigingen per 1 januari ANR: Datum: 25 september 2012 MSc Fiscale Economie Universiteit van Tilburg 30%-regeling Houdbaarheid van de wijzigingen per 1 januari 2012 Auteur: Bas Rens MSc. ANR: 434861 Datum: 25 september 2012 Studie: MSc Fiscale Economie Begeleider: Mr. E. Alink

Nadere informatie

De 30%-regeling per 2012, een eerste tussenstand

De 30%-regeling per 2012, een eerste tussenstand mr. M.B. Bedaux 1 Mr.M.B.BedauxisverbondenanCourdidBelastingadviseursteDenHag. en mr. J.P. van t Hof 2 Mr.J.Pvan thofisverbondenancourdidbelastingadviseurstedenhag. De 30%-regeling per 2012, een eerste

Nadere informatie

De 30% regeling vanaf 2012 (deel 2) 14-017. Nummer 2 Februari 2014 Pagina 5

De 30% regeling vanaf 2012 (deel 2) 14-017. Nummer 2 Februari 2014 Pagina 5 Februari 2014 Pagina 5 van de vakantiewoning via een vakantiepark heeft dan ook tot gevolg dat de verhuur is belast met 19% Duitse omzetbelasting. Kleine ondernemersregeling De Duitse kleine ondernemersregeling

Nadere informatie

Vragen en antwoorden extraterritoriale werknemers

Vragen en antwoorden extraterritoriale werknemers Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen Besluit van 26 november 2001, nr. CPP2001/2970M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens

Nadere informatie

30%-bewijsregeling voor ingekomen werknemers. De Belastingdienst kantoor Buitenland & ITEM Maastricht

30%-bewijsregeling voor ingekomen werknemers. De Belastingdienst kantoor Buitenland & ITEM Maastricht 30%-bewijsregeling voor ingekomen werknemers De Belastingdienst kantoor Buitenland & ITEM Maastricht Agenda Terugblik in het verleden Relevante wet- en regelgeving Extraterritoriale kosten 30%-bewijsregel

Nadere informatie

30%-regeling. Door recente rechtspraak perfect of nog steeds voor verbetering vatbaar?

30%-regeling. Door recente rechtspraak perfect of nog steeds voor verbetering vatbaar? 30%-regeling Door recente rechtspraak perfect of nog steeds voor verbetering vatbaar? Auteur Joanita de Pagter ANR 186744 Datum 29 april 2016 Studie MSc Fiscale Economie Begeleider Mr. E. Alink Examencommissie

Nadere informatie

Checklist - Grensoverschrijdende arbeid

Checklist - Grensoverschrijdende arbeid Checklist - Grensoverschrijdende arbeid Grensoverschrijdende arbeid neemt steeds meer toe en heeft allerlei gevolgen voor de werknemer, zijn de gezinsleden en zijn werkgever(s). Bij het bepalen van de

Nadere informatie

Wijzigingen binnen de 30%-regeling nader beschouwd

Wijzigingen binnen de 30%-regeling nader beschouwd Wijzigingen binnen de 30%-regeling nader beschouwd Rob Welling Universiteit van Tilburg 221531 Faculteit der Rechtsgeleerdheid Master Fiscaal Recht Afstudeercommissie: Mr. M.L.M. van Kempen & Prof. Dr.

Nadere informatie

De gewijzigde 30%-regeling per 1 januari 2012: een verbetering? G.B. van Houselt

De gewijzigde 30%-regeling per 1 januari 2012: een verbetering? G.B. van Houselt De gewijzigde 30%-regeling per 1 januari 2012: een verbetering? G.B. van Houselt De gewijzigde 30%-regeling per 1 januari 2012: een verbetering? Master thesis Tilburg University Tilburg School of Economics

Nadere informatie

Uitspraak 1 Het geding in feitelijke instantie 2 Geding in cassatie 3 Beoordeling van de middelen

Uitspraak 1 Het geding in feitelijke instantie 2 Geding in cassatie 3 Beoordeling van de middelen Uitspraak 9 augustus 2013 nr. 12/05577 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], Duitsland (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank te Breda van 8 november 2012, nr.

Nadere informatie

DE WIJZIGINGEN DIE ZIJN DOORGEVOERD MET BETREKKING TOT DE 30%-REGELING HEBBEN GELEID TOT EEN DOELMATIGER REGELING

DE WIJZIGINGEN DIE ZIJN DOORGEVOERD MET BETREKKING TOT DE 30%-REGELING HEBBEN GELEID TOT EEN DOELMATIGER REGELING DE WIJZIGINGEN DIE ZIJN DOORGEVOERD MET BETREKKING TOT DE 30%-REGELING HEBBEN GELEID TOT EEN DOELMATIGER REGELING Bachelor scriptie Erasmus Universiteit Rotterdam Fiscale Economie Naam: Rucheldy Gobind

Nadere informatie

De werkkostenregeling internationaal belicht.

De werkkostenregeling internationaal belicht. De werkkostenregeling internationaal belicht. Over de werkkostenregeling (hierna: WKR) is al veel geschreven en gesproken. De internationale aspecten van de werkkostenregeling zijn echter onderbelicht

Nadere informatie

1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen

1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen Loonheffingen. Extraterritoriale werknemers; 30%-regeling Directoraat-generaal Belastingdienst/ Cluster Fiscaliteit Besluit van 23 augustus 2013, nr. DGB 2013/70M. De Staatssecretaris van Financiën heeft

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Extraterritoriale werknemers; 30%-regeling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Extraterritoriale werknemers; 30%-regeling STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25663 11 september 2013 Loonheffingen. Extraterritoriale werknemers; 30%-regeling 23 augustus 2013 Nr. DGB 2013/70M Directoraat-generaal

Nadere informatie

Memorandum werkkostenregeling

Memorandum werkkostenregeling Memorandum werkkostenregeling De werkkostenregeling De werkkostenregeling (hierna: WKR) betekent een volledige verandering van de fiscale regels rondom het geven van vergoedingen en verstrekkingen aan

Nadere informatie

Administratief Centrum. Procedure uitvoering 30%-regeling Universiteit van Amsterdam

Administratief Centrum. Procedure uitvoering 30%-regeling Universiteit van Amsterdam Administratief Centrum Procedure uitvoering 30%-regeling Universiteit van Amsterdam Personeels- en Salarisadministratie Januari 2012 1 Inleiding pagina 3 Voorwaarden voor toepassing (inclusief wijzigingen

Nadere informatie

Addendum bij het rapport Knelpunten werkkostenregeling: inventarisatie en mogelijke alternatieven

Addendum bij het rapport Knelpunten werkkostenregeling: inventarisatie en mogelijke alternatieven Addendum bij het rapport Knelpunten werkkostenregeling: inventarisatie en mogelijke alternatieven Op 3 juli 2014 heeft staatssecretaris Wiebes in zijn brief aan de Tweede Kamer aangekondigd dat hij met

Nadere informatie

2017 no. 63 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 63 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 63 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA MINISTERIЁLE REGELING van 25 september 2017 tot wijziging van de Regeling fiscale behandeling secundaire arbeidsvoorwaarden (AB 2003 no. 96) Uitgegeven, 3 oktober

Nadere informatie

In deze Nieuwjaarsbrief Nederlandse Payroll 2014 gaan wij in op een aantal aandachtspunten en wijzigingen met betrekking tot de loonheffingen 2014.

In deze Nieuwjaarsbrief Nederlandse Payroll 2014 gaan wij in op een aantal aandachtspunten en wijzigingen met betrekking tot de loonheffingen 2014. NIEUWJAARSBRIEF NEDERLANDSE PAYROLL 2014 Postbus 504 2300 AM Leiden t +31 71 750 68 00 w www.limes-int.com e info@limes-int.com Beconnummer 500495 In deze Nieuwjaarsbrief Nederlandse Payroll 2014 gaan

Nadere informatie

Ook voor geheel of gedeeltelijk op de werkplek te gebruiken arbovoorzieningen en hulpmiddelen geldt een gerichte vrijstelling.

Ook voor geheel of gedeeltelijk op de werkplek te gebruiken arbovoorzieningen en hulpmiddelen geldt een gerichte vrijstelling. Voor 1 maart vindt de afrekening van de werkkostenregeling (WKR) voor 2018 plaats. Weet u welke vergoedingen en verstrekkingen onder de WKR vallen? En weet u tot welk bedrag u mag gaan? En wat er gebeurt

Nadere informatie

Uit de Miljoenennota en het Belastingplan 2015 hebben wij de belangrijkste onderwerpen op het gebied van loonheffingen voor u op een rijtje gezet.

Uit de Miljoenennota en het Belastingplan 2015 hebben wij de belangrijkste onderwerpen op het gebied van loonheffingen voor u op een rijtje gezet. Miljoenennota 2015 Uit de Miljoenennota en het Belastingplan 2015 hebben wij de belangrijkste onderwerpen op het gebied van loonheffingen voor u op een rijtje gezet. Let op: de aangekondigde maatregelen

Nadere informatie

Gebruikelijkloonregeling

Gebruikelijkloonregeling Gebruikelijkloonregeling Bekijk uw situatie opnieuw Met ingang van 2015 is de gebruikelijkloonregeling voor de directeurgrootaandeelhouder (dga) veranderd. Het is aan te raden om te toetsen of u de gebruikelijkloonregeling

Nadere informatie

De ongerechtvaardigde discriminatie van de 150 km voorwaarde in de 30% regeling

De ongerechtvaardigde discriminatie van de 150 km voorwaarde in de 30% regeling De ongerechtvaardigde discriminatie van de 150 km voorwaarde in de 30% regeling Door: mr. drs. S.N. Kimsma Post-Master Internationaal & Europees Belastingrecht, Jaar 2014 Inhoudsopgave Verklaring van gebruikte

Nadere informatie

Totale vergoedingen en verstrekkingen inhoudingsplichtige. Belastbaar loon. -/- door inhoudingsplichtige aangewezen belastbaar loon werknemer

Totale vergoedingen en verstrekkingen inhoudingsplichtige. Belastbaar loon. -/- door inhoudingsplichtige aangewezen belastbaar loon werknemer voor cliënten De werkkostenregeling De werkkostenregeling (hierna: WKR) betekent een volledige verandering van de fiscale regels rondom het geven van vergoedingen en verstrekkingen aan personeel. Weet

Nadere informatie

Midden- en kleinbedrijf Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland Bezuidenhoutseweg AL Den Haag

Midden- en kleinbedrijf  Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland Bezuidenhoutseweg AL Den Haag Belastingdienst, Postbus 90056, 5600 PJ Eindhoven Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland Bezuidenhoutseweg 225 2594 AL Den Haag Midden- en kleinbedrijf www.belastingdienst.nl Team Kennisgroep CAO

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 30 VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 11 november

Nadere informatie

Nederland als vestigingsplaats voor vermogende particulieren

Nederland als vestigingsplaats voor vermogende particulieren Internationaal Nederland als vestigingsplaats voor vermogende particulieren HNWI s en de 30%-regeling mr. D. Nijkamp Van oudsher is Zwitserland een land om naar uit te wijken voor vermogende particulieren.

Nadere informatie

ARTIKEL II WET UITKERINGEN BURGER-OORLOGSSLACHTOFFERS 1940-1945

ARTIKEL II WET UITKERINGEN BURGER-OORLOGSSLACHTOFFERS 1940-1945 Voorstel van wet tot Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Wet uitkeringen burgeroorlogsslachtoffers 1940-1945 in verband met een technische aanpassing van de berekening van de nabestaandenuitkering

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM. 1 Ontstaan en loop van het geding. Uitspraak. Kenmerk 13/ augustus 2014

GERECHTSHOF AMSTERDAM. 1 Ontstaan en loop van het geding. Uitspraak. Kenmerk 13/ augustus 2014 Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM Kenmerk 13/00066 21 augustus 2014 uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X], wonende te [Z], belanghebbende tegen de uitspraak in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 758 Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige Fiscale Maatregelen 2005) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 21 oktober 2004 Het voorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober

Nadere informatie

De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen.

De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen. Toelichting werkkostenregeling 1. Nieuw loonbegrip; vergoedingen belast loon De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen. Schema werkkostenregeling: -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044 ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 25-07-2008 Datum publicatie 05-08-2008 Zaaknummer 07/6768 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst[te P], verweerder.

de inspecteur van de Belastingdienst[te P], verweerder. Uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Team belastingrecht zaaknummer: SGR 13/6388 proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2013 in de zaak tussen [X], wonende te [Z],

Nadere informatie

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling bij

Nadere informatie

De 30%-regeling ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM. Een onderzoek naar de Europeesrechtelijke aspecten van de 30%-regeling.

De 30%-regeling ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM. Een onderzoek naar de Europeesrechtelijke aspecten van de 30%-regeling. ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Masterscriptie De 30%-regeling Een onderzoek naar de Europeesrechtelijke aspecten van de 30%-regeling Naam student: Viresh S.J.

Nadere informatie

Werkkostenregeling 2018

Werkkostenregeling 2018 26.01.2018 Werkkostenregeling 2018 De hoofdpunten op een rij E-BOOK In dit e-book: In februari vindt de afrekening van de werkkostenregeling (WKR) voor 2017 plaats. De werkkostenregeling blijft voor velen

Nadere informatie

Reactie van het Register Belastingadviseurs met betrekking tot de evaluatie van de 30%-regeling

Reactie van het Register Belastingadviseurs met betrekking tot de evaluatie van de 30%-regeling Reactie van het Register Belastingadviseurs met betrekking tot de evaluatie van de 30%-regeling Het Register Belastingadviseurs (hierna: het RB ) heeft met belangstelling kennisgenomen van de evaluatie

Nadere informatie

Date de réception : 01/12/2011

Date de réception : 01/12/2011 Date de réception : 01/12/2011 Resumé C-544/11-1 Zaak C-544/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd: Bijlage bij de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enkele andere wetten ten behoeve van het afschaffen van de Verklaring arbeidsrelatie (Wet deregulering beoordeling

Nadere informatie

Actualiteiten internationaal belastingrecht en sociale zekerheid

Actualiteiten internationaal belastingrecht en sociale zekerheid Actualiteiten internationaal belastingrecht en sociale zekerheid ITEM/Team GWO Informatiesessie 11 oktober 2018 Carlo Douven Belastingplan 2019 De looptijd van de 30%-regeling beperkt tot 5 jaar Beperking

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Loonheffingen. Vragen en antwoorden extraterritoriale werknemers

Inkomstenbelasting. Loonheffingen. Vragen en antwoorden extraterritoriale werknemers Inkomstenbelasting. Loonheffingen. Vragen en antwoorden extraterritoriale werknemers Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Aspectgebied Internationaal Belastingrecht Besluit van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Gedeeltelijke afschaffing afrekenverplichting voor bepaalde saldolijfrenten

Gedeeltelijke afschaffing afrekenverplichting voor bepaalde saldolijfrenten Gedeeltelijke afschaffing afrekenverplichting 31-12-2020 voor bepaalde saldolijfrenten 1. Inleiding Op 17 september 2019 is het pakket Belastingplan 2020 ingediend bij de Tweede Kamer. Een van de voorgestelde

Nadere informatie

mr. A.L. Mertens Postbus CH s-gravenhage

mr. A.L. Mertens Postbus CH s-gravenhage Postbus 312 2501 CH s-gravenhage e-mail: a.l.mertens@uva.nl Tweede Kamer der Staten-Generaal Vaste Commissie voor Financiën t.a.v. de heer mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Per e-mail:

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING MAANDAG 19 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING MAANDAG 19 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING MAANDAG 19 DECEMBER 2016 9.00-11.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Fiscale aspecten van de onderneming B / 6 Vraag 1 2016 NGO-ENS

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:4181

ECLI:NL:CRVB:2014:4181 pagina 1 van 5 ECLI:NL:CRVB:2014:4181 Instantie Datum uitspraak 12-12-2014 Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Centrale Raad van Beroep 14-1024 AKW Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

De 30%-regeling nader onderzocht

De 30%-regeling nader onderzocht ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie De 30%-regeling nader onderzocht Naam: Lars van der Hoorn Studentnummer: 386092 Begeleider: Prof.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11 Inhoudsopgave Voorwoord / 9 Inleiding / 11 1 Het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst / 13 1.1 Inleiding / 13 1.2 Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag / 13 1.3 Arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Datum 9 maart 2009 Betreft Vragen over de overeengekomen vaststellingsovereenkomst tussen de Belastingdienst en de prostitutiebranche

Datum 9 maart 2009 Betreft Vragen over de overeengekomen vaststellingsovereenkomst tussen de Belastingdienst en de prostitutiebranche > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Belastingdienst Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag

Nadere informatie

Finc Advieswijzer Werkkostenregeling 2017: de hoofdpunten op een rij

Finc Advieswijzer Werkkostenregeling 2017: de hoofdpunten op een rij Finc Advieswijzer Werkkostenregeling 2017: de hoofdpunten op een rij In februari vindt de afrekening van de werkkostenregeling (WKR) voor 2016 plaats. De werkkostenregeling blijft voor velen nog lastige

Nadere informatie

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2018/19 34 989 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 715 Aanpassing van de reikwijdte en enige technische wijzigingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 989 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF sector FO nr. 57 januari 2009

NIEUWSBRIEF sector FO nr. 57 januari 2009 Sector FO Ametisthorst 20 Postbus 91460 2509 EB Den Haag Telefoon (070) 419 19 44 Telefax (070) 419 19 40 E-mail: fo@cmhf.nl Website www.cmhf.nl Rabobank 36.59.34.844 NIEUWSBRIEF sector FO nr. 57 januari

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein winstbelastingen Besluit van 26 juni 2003, nr. CPP2003/1406M De directeur-generaal

Nadere informatie

Midden- en kleinbedrijf Kantoor Eindhoven. Vereniging Zelfstandige Apotheken (VZA) Postbus BN Den Haag. Betreft: cao Apotheken 2017

Midden- en kleinbedrijf Kantoor Eindhoven. Vereniging Zelfstandige Apotheken (VZA) Postbus BN Den Haag. Betreft: cao Apotheken 2017 Belastingdienst, Postbus 90056, 5600 PJ Eindhoven Vereniging Zelfstandige Apotheken (VZA) Postbus 16570 2500 BN Den Haag. Midden- en kleinbedrijf Karel de Grotelaan 4 5616 CA Eindhoven Postbus 90056 5600

Nadere informatie

30%-regeling. 30%-regeling laatst gewijzigd maart 2015 1

30%-regeling. 30%-regeling laatst gewijzigd maart 2015 1 30%-regeling Medewerkers die naar een ander land worden uitgezonden of vanuit een ander land in Nederland komen werken, maken veelal extra kosten in verband met het werken buiten hun woonland. Deze kosten

Nadere informatie

SCHEMA WERKKOSTENREGELING

SCHEMA WERKKOSTENREGELING SCHEMA WERKKOSTENREGELING CapsNobel loongroep - loonadministratie & advies Bennekom - Bergen op Zoom - Breda - Goes - Halsteren Inhoudsopgave 1. Nieuw loonbegrip; vergoedingen belast loon 1. Intermediaire

Nadere informatie

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten 01-01-2018/MV Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Onderwerp reikwijdte regeling Deze regeling bevat: nadere regels, als bedoeld

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 6 juni 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 6 juni 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. DenHaag, I Q jyl2012 Kenmerk: DGB 2012-3421 Motivering van liet beroepsctirift In cassatie (rolnummer 12/02585) tegen de uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 12 april 2(312, nr. 11/3414, 11/3415 en

Nadere informatie

kantoor Den Haag Verbond van Verzekeraars Postbus AL DEN HAAG Geachte heer,

kantoor Den Haag Verbond van Verzekeraars Postbus AL DEN HAAG Geachte heer, kantoor Den Haag > 1 Postbus 30206 2500 GE 'S-GRAVENHAGE Telefoon 0800-0543 Telefax (088) 15 234 05 Kennisgroep CAO Verbond van Verzekeraars Postbus 93450 2509 AL DEN HAAG Datum 23 juli 2015 Uw kenmerk

Nadere informatie

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Voorstel van wet Allen, die deze zullen zien of horen lezen,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:CRVB:2016:4659 ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat 1 Onderscheid tussen werknemer en andere vormen van beschikbaar stellen van arbeid: Fiscale

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:4672

ECLI:NL:RBGEL:2016:4672 ECLI:NL:RBGEL:2016:4672 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 23-08-2016 Datum publicatie 30-08-2016 Zaaknummer AWB - 14_7383 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Fact sheet positie zeevarenden in de werkkostenregeling

Fact sheet positie zeevarenden in de werkkostenregeling Fact sheet positie zeevarenden in de werkkostenregeling Feitelijke situatie zeevarenden aan boord van zeeschepen Zeevarenden verblijven ca. 180 220 dagen per jaar aan boord op zeeschepen in internationale

Nadere informatie

De Werkkosten regeling Handleiding voor UBplus

De Werkkosten regeling Handleiding voor UBplus De Werkkosten regeling Handleiding voor UBplus Versie: 6.5 Versiedatum: 26-04-2016 Vanaf 1 januari 2015 is de werkkostenregeling (WKR) verplicht. Door deze regeling kan maximaal 1.2% (2015) van het totale

Nadere informatie

Hoe werkt de werkkostenregeling?

Hoe werkt de werkkostenregeling? Hoe werkt de werkkostenregeling? Op het eerste gezicht heel eenvoudig Op dit moment kent de Wet Loonbelasting 29 verschillende belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen die u aan uw werknemers kunt

Nadere informatie

Programma. 1. Werkkostenregeling 2. 30%-regeling 3. Beschikking geen loonheffingen 4. Stand van zaken beroepsprocedures crisisheffing

Programma. 1. Werkkostenregeling 2. 30%-regeling 3. Beschikking geen loonheffingen 4. Stand van zaken beroepsprocedures crisisheffing Loonheffingen Programma 1. Werkkostenregeling 2. 30%-regeling 3. Beschikking geen loonheffingen 4. Stand van zaken beroepsprocedures crisisheffing 2 Werkkostenregeling - Verplicht sinds 1 januari 2015

Nadere informatie

Bachelorthesis. Loon van derden. Niek Thijssen ANR: Studierichting: Fiscale Economie Datum: 21 november 2011

Bachelorthesis. Loon van derden. Niek Thijssen ANR: Studierichting: Fiscale Economie Datum: 21 november 2011 Bachelorthesis Loon van derden Naam: Niek Thijssen ANR: 320300 Studierichting: Fiscale Economie Datum: 21 november 2011 Begeleider: Mr. E. Alink Hoogleraar: Prof. dr. A.C. Rijkers Niek Thijssen Loon van

Nadere informatie

Werkkostenregeling; waar moet u op letten bij de overgang?

Werkkostenregeling; waar moet u op letten bij de overgang? Kennisdocument Werkkostenregeling; waar moet u op letten bij de overgang? Per 1 januari 2011 heeft de werkkostenregeling ingevoerd. Met ingang van 2015 is de toepassing van de werkkostenregeling (WKR)

Nadere informatie

Personeelslening eigen woning

Personeelslening eigen woning FACTSHEET Personeelslening eigen woning De voorgestelde fiscale behandeling van de personeelshypotheek In de Fiscale Verzamelwet 2015 heeft de staatssecretaris van Financiën besloten om het rentevoordeel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2607

ECLI:NL:RBDHA:2017:2607 ECLI:NL:RBDHA:2017:2607 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-03-2017 Datum publicatie 01-06-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16_8226 IBPVV Belastingrecht

Nadere informatie

De 30%-regeling vanaf 2012 (deel 1) Nummer 1 Pagina 12 Januari 2014

De 30%-regeling vanaf 2012 (deel 1) Nummer 1 Pagina 12 Januari 2014 Pagina 12 Januari 2014 Het voorstel voor de invoering van een nieuwe overgangsregeling voor in Duitsland wonende gepensioneerden met een Nederlands pensioen lijkt een aardige tegemoetkoming. Met de nieuwe

Nadere informatie

Werkkostenregeling: 10 tips voor een goede implementatie

Werkkostenregeling: 10 tips voor een goede implementatie Werkkostenregeling: 10 tips voor een goede implementatie Tip 1: Inventariseer uw personeelsverstrekkingen Bij de implementatie van de werkkostenregeling (WKR) is het essentieel, dat u weet welke vergoedingen

Nadere informatie

De verleggingsregeling: een ondergeschoven kindje? J.M. Neijts

De verleggingsregeling: een ondergeschoven kindje? J.M. Neijts De verleggingsregeling: een ondergeschoven kindje? J.M. Neijts Bij een internationale uitzending van werknemers binnen concernverband zijn er tal van zaken waarmee rekening moet worden gehouden op het

Nadere informatie

TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Onderwerp reikwijdte regeling Deze regeling bevat: nadere regels, als bedoeld in de CAO

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

STAATSBLAD 640. Besluit van 20 december 2000 tot aanpassing van enige uitvoeringsbesluiten

STAATSBLAD 640. Besluit van 20 december 2000 tot aanpassing van enige uitvoeringsbesluiten STAATSBLAD 640 Besluit van 20 december 2000 tot aanpassing van enige uitvoeringsbesluiten ARTIKEL II Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd: HOOFDSTUK 3 VRIJE VERGOEDINGEN

Nadere informatie

Convenant tussen de Belastingdienst en de Uitzendbranche

Convenant tussen de Belastingdienst en de Uitzendbranche Convenant tussen de Belastingdienst en de Uitzendbranche 14 december 2010 Convenant Uitzendbranche Partijen de brancheorganisaties de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), gevestigd te Lijnden in deze

Nadere informatie

MEMO. l. lnleidinq. RSM Wehrens, Mennen & de Vries. nieuwe Uitvoeringsregeling loonbelasting Voor bestaande vaste kostenvergoedingen geldt een

MEMO. l. lnleidinq. RSM Wehrens, Mennen & de Vries. nieuwe Uitvoeringsregeling loonbelasting Voor bestaande vaste kostenvergoedingen geldt een MEMO Van Datum Betreft RSM Wehrens, Mennen & de Vries Belastingadviseurs N.V. 29 september 2010 nieuwe werkkostenregeling 201 0 l. lnleidinq Naar verwachting wordt per 1 januari 2011 - in het kader van

Nadere informatie

Nieuwsbrief van d.d. 19-02-2009

Nieuwsbrief van d.d. 19-02-2009 Nieuwsbrief van d.d. 19-02-2009 Nummer: 04 2009 Werkgever aansprakelijk bij verkeersongeluk Onlangs heeft de Hoge Raad in korte tijd drie uitspraken gedaan over werkgeversaansprakelijkheid bij een verkeersongeval

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH DEN HAAG Amsterdam, 22 juni 2017 Betreft: Schriftelijke opmerkingen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

Nadere informatie

Uitzondering op 90%-eis voor kwalificerend buitenland

Uitzondering op 90%-eis voor kwalificerend buitenland Uitzondering op 90%-eis voor kwalificerend buitenland belastingplichtige Kabinet zegde toe uitwerking te geven aan een uitzonderingsbepaling (art. 7.8 WetIB 2001) op het 90% inkomenscriterium voor kwalificerende

Nadere informatie

De Werkkosten regeling vanaf 2015 Handleiding voor UBplus

De Werkkosten regeling vanaf 2015 Handleiding voor UBplus De Werkkosten regeling vanaf 2015 Handleiding voor UBplus Versie: 6.4 Versiedatum: 30-11-2015 Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is de werkkostenregeling (WKR) verplicht. Door deze regeling kan maximaal 1.2%

Nadere informatie

Naast het forfait blijven er toch vrijstellingen bestaan voor bepaalde zakelijke kosten.

Naast het forfait blijven er toch vrijstellingen bestaan voor bepaalde zakelijke kosten. Wij vinden het belangrijk u tijdig te informeren over de werkkostenregeling die op 1 januari 2011 in werking zal treden. Deze nieuwe regeling heeft veel gevolgen voor werkgevers die vergoedingen en verstrekkingen

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

Werkkostenregeling: leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker?

Werkkostenregeling: leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Werkkostenregeling: leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker? Naam student: Stephanie Verplanke Studentnummer:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 850 24 november 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 12 november 2008, nr. 5557004/08, houdende bepalingen

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Fiscale en arbeidsrechtelijke aandachtspunten van de werkkostenregeling Programma 1. Fiscale aspecten 2. Arbeidsrechtelijke aspecten 63 Werkkostenregeling

Nadere informatie