Onderzoek- en consultatietraject Zuidelijk Stationsgebied Gouda

Transcriptie

1 Onderzoek- en consultatietraject Zuidelijk Stationsgebied Gouda eindrapportage afdeling Locatieontwikkeling gouda, maart 2011

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Onderzoeken Consultatietraject Resultaten en aanpassingen Aanleg van de Van Hofwegensingel Naast de Van Hofwegensingel een noordelijke garage-entree door oostbuis Verbreding van de Vredebest en handhaving fietsroute van en naar station Expeditie via Van Hofwegensingel door Vredebest Vrijwel alle expeditie weg uit Crabethstraat Geen doorsteek meer door poort Kattensingel Vergroting afstand van de bestaande woonbebouwing Meer geleidelijke stijging van de bebouwing Meer soorten woningen Aandacht voor cultuurhistorische waarden Monumentale bomen Aansluiting met de binnenstad Omvang parkeergarage Stedenbouw en architectuur...8 Aandachtspunten Resultaten per deelonderwerp Verkeer en parkeren Detailhandel en horeca Wonen Stedenbouw Cultuurhistorie (inclusief archeologie) Groen en (monumentale) bomen...22 pagina 2

3 3.8 Bunniklocatie Bijlagen...25 Bijlage 1: correspondentie juni 2010 t/m februari Bijlage 2: verslagen bijeenkomsten...26 Bijlage 2: verslagen bijeenkomsten...27 Bijlage 3: onderzoeken Zuidelijk stationsgebied...28 Bijlage 4: reacties van de wijkteams...29 pagina 3

4 1. Inleiding Op 2 juni 2010 heeft ontwikkelaar Multi Vastgoed het concept ontwikkelplan zuidelijk stationsgebied aan de gemeenteraad gepresenteerd. Na besprekingen op 2, 21, 23 en 30 juni heeft de raad opdracht gegeven om onderzoek te doen en het conceptplan met betrokkenen verder uit te werken. Hierop is een intensief onderzoeks- en consultatietraject van start gegaan. De resultaten hiervan worden in deze rapportage beschreven. 1.1 Onderzoeken Bij de intentieovereenkomst uit 2008 is aan Multi een groot aantal kaders meegegeven. Afgesproken is dat de conceptplannen getoetst zouden worden aan de kaders. In de notitie Kaders en toetsing conceptontwikkelplan Zuidelijk Stationsgebied staat het resultaat van deze toetsing beschreven. Deze notitie is als bijlage bij het raadsvoorstel van juni 2010 gevoegd. Het plan uit juni 2010 is op een aantal punten strijdig met de meegegeven kaders of eerdere besluitvorming. De opdracht van de raad is hier verder onderzoek naar te doen en het plan met betrokkenen uit te werken. Samenvattend zijn deze: een verkeersstudie een nadere stedenbouwkundige en cultuurhistorische analyse het beantwoorden van diverse deelvragen 1.2 Consultatietraject Focusgroepen Na de zomervakantie zijn onder regie van de gemeente zogeheten focusgroepen gevormd. Hierin konden belangstellenden discussiëren over de plannen en alternatieven aandragen. Multi was steeds aanwezig voor toelichting en om aan te geven wat de (on-)mogelijkheden zijn vanuit het oogpunt van de ontwikkelaar. De vijf focusgroepen zijn: Verkeer Kadebuurt Verkeer plangebied Fietsen Stedenbouw algemeen Ondernemers Overige belangengroepen Nadat de focusgroepen eenmaal van start waren gegaan ontstond er bij andere partijen behoefte om ook direct mee te praten over het plan. Om die reden is het platform Binnenstad als afzonderlijke groep betrokken in het consultatietraject, evenals het nieuw opgerichte platform Zuidelijk stationsgebied. Dit laatste behartigt de belangen van een groot aantal bewoners van de Kattensingel, Crabethstraat en Crabethpark. In de Kadebuurt is een werkgroep Behoud leefomgeving Kadebuurt gevormd. Deze werkt samen met het Wijkteam kadebuurt. Het wijkteam Nieuwe Park heeft het initiatief genomen een informatiebijeenkomst te houden voor de huurders van de appartementen aan het Crabethpark. Met de Vereniging van Eigenaren van de Kattensingel is regelmatig overleg gevoerd over de toegang tot hun parkeerplaatsen. Ook heeft Multi overleg gehad met de Vereniging van Eigenaren Vredebest over verplaatsing van de bergingen en de ontsluiting van de parkeergarage van de ABN Amro. Daarnaast zijn er heel veel individuele contacten geweest over uiteenlopende zaken. pagina 4

5 2. Resultaten en aanpassingen Grote ontwikkelprojecten als deze zijn altijd veelomvattend en complex. Tijdens de overleggen met bewoners, ondernemers en betrokkenen zijn dan ook veel belangen, opvattingen en meningen geuit. Het spanningsveld tussen deze belangen en de ontwikkelambities kwam regelmatig naar boven. Toch zijn tijdens het overlegtraject ook veel ideeën ontstaan die tot aanpassing van de plannen hebben geleid. Helaas is het onontkoombaar dat er ook bewoners in de omgeving zijn die ondanks de aanpassingen in hun persoonlijke belangen geraakt worden. Hieronder volgt een overzicht van de aanpassingen die vanuit de overleggen zijn doorgevoerd in het Masterplan voor het zuidelijk stationsgebied. 2.1 Aanleg van de Van Hofwegensingel In het conceptplan van juni 2010 vindt ontsluiting plaats door verbinding van de noordelijke garage met de zuidelijke garage en wordt een weg over het Schouwburgplein voorgesteld. Naar aanleiding van de bespreking in de focusgroepen zijn meerdere nieuwe varianten ontstaan, met name voor de ontsluiting van de parkeergarage. De Kadebuurt heeft zich sterk gemaakt voor de Van Hofwegensingel. Andere wijkteams hebben voorkeur voor een traverse over het spoor tussen beide garages, met als tweede keus de Van Hofwegensingel. Multi heeft inmiddels aangegeven dat een verbinding boven het spoor commercieel niet haalbaar is. Aanleg van de Van Hofwegensingel is de duurste oplossing, maar biedt veel voordelen voor de stad. Door deze extra ontsluitingsweg worden andere wegen minder belast. De weg is een uitkomst voor bezoekers aan de binnenstad, maar ook voor de afwikkeling van het expeditieverkeer. De Van Hofwegensingel is financieel haalbaar door bijdragen van Multi en Bunnik. De bijdrage van Bunnik kan mogelijk worden bij herontwikkeling van het huidige Lombok terrein. Bunnik heeft hiervoor een conceptplan ingediend. Dit kenmerkt zich door realisatie van kantoorvilla s, in combinatie met enkele andere functies Met Bunnik is een intentieovereenkomst afgesloten. Gedurende de contractsduur van de intentieovereenkomst zullen de gemeente en Bunnik het plan verder uitwerken, waarna besluitvorming aan de raad zal worden gevraagd. Ook met Multi zijn afspraken gemaakt over haar bijdrage Naast de Van Hofwegensingel een noordelijke garage-entree door oostbuis Er is veel energie gestoken in de zoektocht naar een goede noordelijke entree in aanvulling op de Van Hofwegensingel. Een noordelijke extra entree is zeer gewenst voor het functioneren van het nieuwe winkelgebied, omdat een groot deel van de bezoekers aan de binnenstad vanuit het noorden via de Spoorstraat de stad in rijdt. Tellingen tonen aan dat op dit moment circa 70% uit het noorden komt. Door aanleg van de Van Hofwegensingel zullen er verschuivingen plaatsvinden, maar het verkeer vanuit het noorden zal aanzienlijk blijven. In het verkeerskundig onderzoek zijn alle varianten uitgebreid beschreven. Ook na verschijnen van het verkeersonderzoek is het denken naar oplossingen niet gestopt. Dit heeft er toe geleid dat het college voor een variant heeft gekozen die nog niet exact in het rapport is beschreven. Wel is gebruik gemaakt van elementen uit reeds beschreven varianten. pagina 5

6 De variant die Multi en de gemeente nu hebben gekozen gaat uit van een extra noordelijke entree van de parkeergarage door de spoortunnel. Dit door alle fietsers in twee richtingen te verplaatsen naar de westelijke tunnelbuis. De breedte van het tweezijdige fietspad voldoet aan de normen van het CROW. Het autoverkeer gaat dan rijden door de oostelijke tunnelbuis, waar nu het fietspad is. De auto s voor de parkeergarage moeten dan direct als ze vanuit het noorden uit de tunnel komen links af richting het spoor naar boven en rijden met een bocht via het viaduct van de Noothoven van Goorstraat de parkeergarage in. Door deze variant verbetert de verkeersafwikkeling op het Kleiwegplein aanzienlijk. Multi Vastgoed en de gemeente zullen zich inspannen om bij hogere overheden subsidie te krijgen voor een nieuwe tunnel. Het Masterplan verhoogt in elk geval deze mogelijkheden, daar waar Gouda in het verleden deze subsidie niet werd toegekend. 2.3 Verbreding van de Vredebest en handhaving fietsroute van en naar station Meerdere keren is gewezen op de (te) geringe aandacht voor de voorzieningen voor langzaam verkeer in het plan van juni Het wijkteam Binnenstad vraagt om openstelling van de Vredebest voor fietsers richting het NS station. Wijkteam Nieuwe Park wijst op de grote hoeveelheid fietsers in de richting van het scholengebied aan de Winterdijk. De drie gezamenlijke wijkteams vragen tevens om voldoende parkeerplekken voor fietsers. In het Ontwikkelplan was de Vredebest 10 meter breed. Na het consultatietraject is dit verbreed tot 12 meter breed. De ruimte wordt verdeeld in drie stroken van 4 meter breedte. De middelste strook wordt fietsstrook zodat fietsers een rechtstreekse verbinding met het station houden in de nieuwe situatie. De fietsparkeerplaatsen die door de nieuwe bebouwing verdwijnen worden teruggebracht in de fietsenstalling langs de spoorlijn, of elders in het plangebied. Uitgangspunt is dat er vóór het station voldoende fietsplekken gehandhaafd blijven, ook als het reizigersverkeer en het fietsgebruik toeneemt. Als er door de aanleg van de Van Hofwegensingel eventueel fietsparkeerplaatsen verdwijnen zullen deze in de fietsenstalling of elders in het plangebied teruggebracht worden. 2.4 Expeditie via Van Hofwegensingel door Vredebest In het eerdere plan reed alle expeditieverkeer door de Crabethstraat heen, en terug door de Vredebest. De omwonenden waren daar fel op tegen. De aanleg van de Van Hofwegensingel maakt het mogelijk dat expeditieverkeer in venstertijden via de Vredebest de winkels bevoorraadt. 2.5 Vrijwel alle expeditie weg uit Crabethstraat Expeditie zal zoals hiervoor aangegeven rechtstreeks via de Van Hofwegensingel gaan gebeuren. Echter een of twee grote winkelketens die Multi Vastgoed in het plan wil realiseren, expediëren niet in venstertijden. Deze leveren dus gedurende de hele dag goederen via het expeditiehof bij het Crabethpark. Het gaat naar verwachting om circa 4 voertuigen per dag. Het zuidelijk deel van de Crabethstraat waar de bebouwing aan twee kanten vrij dicht op de weg staat en trillingen een groter effect hebben wordt ontzien. Het expeditieverkeer rijdt daarom in twee richtingen door het noordelijke deel van de Crabethstraat, waar aan de zijde van de Goudse Verzekeringen wat meer ruimte is. 2.6 Geen doorsteek meer door poort Kattensingel Er komt geen doorsteek voor verkeer door een poort onder een woning aan de Kattensingel. In plaats hiervan heeft Multi na input van de bewoners een weg ingetekend voor de particuliere parkeerplaatsen bij het bankgebouw op de hoek. pagina 6

7 2.7 Vergroting afstand van de bestaande woonbebouwing De afstand tot de bestaande bebouwing is met 5 meter vergroot. De afstand op de begane grond bedraagt nu tussen de 8 en 29 meter. Dit is minder dan de 50 meter die de bewoners van de Kattensingel en de Crabetstraat vragen. Volgens Multi is dit de maximaal haalbare aanpassing. 2.8 Meer geleidelijke stijging van de bebouwing De 'massa' van de nieuwe bebouwing achter de Kattensingel en Crabethstraat is verminderd. Op basis van studie door Multi naar de zichtlijnen vanaf de huidige huizen, zijn er meer hoogteverschillen aangebracht. De maximale hoogte van de nieuwbouw komt daarmee op een grotere afstand van de huidige bebouwing. 2.9 Meer soorten woningen Het ontwikkelplan bevatte 50 eengezinswoningen. Dit bleek niet goed aan te sluiten op de woonwensen van de huurders van het Crabethpark aan wie de kans wordt geboden om een nieuwe woning te verkrijgen in het plan. Het Masterplan is daarom aangepast en bevat nu meerdere types wooneenheden in diverse prijsklassen, waaronder appartementen Aandacht voor cultuurhistorische waarden Het Masterplan geeft voor zover mogelijk aandacht aan de cultuurhistorische waarden in het gebied. De kerk blijft staan. De pastorie en de Crabeth-flat verdwijnen. Geprobeerd wordt de gevel van het eclectische pand op de hoek van de Vredebest te integreren in de nieuwbouw. Het kunstwerk dat fungeert als stepping stone aan de Kattensingel verwijst naar een molen die eerder in de buurt van de Kleiweg stond. Indien mogelijk komt de loop van de Jan Verzwolle-wetering in het plan terug, bijvoorbeeld als een bomenrij. De eventueel aanwezige archeologische waarden worden volgens het gemeentelijk beleid vroegtijdig meegenomen in de planvorming. Het beschermd stadsgezicht aan de Kattensingel blijft intact. Het Masterplan wordt voorgelegd aan de relevante commissies voor advies inzake het vervolgproces Monumentale bomen Conform de wens van de raad in juni 2010 is verplantingsonderzoek gedaan naar de monumentale bomen. In het gebied staan vier monumentale bomen van wie er drie behouden kunnen blijven. De zwarte berk aan de Spoorlaan uit 1950 kan waarschijnlijk blijven staan. De twee monumentale platanen op het stationsplein (uit 1870 en 1900) worden verplant. Er wordt onderzoek gedaan naar mogelijke locaties. De Noorse esdoorn uit 1935 aan de Noothoven van Goorstraat zal gekapt worden omdat deze niet verplant kan worden Aansluiting met de binnenstad De gevolgen voor de ondernemers, en de ruimtelijke en economische ontwikkeling van de binnenstad hebben in het consultatietraject veel aandacht gehad. In september 2010 is een geactualiseerd distributieplanologisch onderzoek uitgebracht. Dit bevestigt dat er ruim voldoende marktruimte is om een cluster van m2 wvo detailhandel toe te voegen zonder dat hiermee een ontwrichtend effect ontstaat. Zonder een ontwikkeling als het Zuidelijk Stationsgebied komt de positie van de ondernemers in de binnenstad onder druk te staan, de totale omzet in de binnenstad zal dan langzaam verder afnemen. Het rapport is eind oktober 2010 aangeboden aan de raad. pagina 7

8 Om de samenhang met de binnenstad te bewaken en te behouden wordt een werkgroep Flankerend Beleid ingesteld met leden van winkeliers/ ondernemers, vastgoedeigenaren en de gemeente. Deze bespreekt alle onderwerpen die relevant zijn voor bevordering van het vestigingsklimaat en de aantrekkelijkheid van de binnenstad. Vertrekpunt is het opstellen van een stedenbouwkundige kaart van het (kern)winkelgebied van Gouda die de samenhang tussen de diverse winkeldeelgebieden toont. De gemeente zal ook voorbeelden van flankerend beleid uit andere steden inbrengen. Bij uitvoering van het Masterplan moet worden voorkómen dat twee op zichzelf staande winkelcentra ontstaan. Dit kan onder meer door ervoor te zorgen dat in beide centra zogeheten trekkers zitten. Ook complementariteit van het aanbod vormt een motief om de oude binnenstad te bezoeken. De Markt blijft de kernlocatie voor horeca. Ook dit stimuleert verbinding tussen het oude en nieuwe centrum. Stedenbouwkundig wordt de aansluiting verbeterd door de nieuwe rooilijn van de bebouwing aan de Spoorstraat 3 meter westelijk te verschuiven vergeleken met de huidige rooilijn. Dit is een compromis, waarbij verkeerskundig een verbetering kan worden gerealiseerd bij (op termijn) realisatie van een nieuwe tunnel. Tegelijk blijft het mogelijk een goede stedenbouwkundig aansluiting te realiseren tussen het nieuwe en het oude winkelgebied. In het plan dat in juni 2010 werd voorgelegd werd uitgegaan van het terugbrengen van de rooilijn met 6 meter. Verkeerskundige argumenten gaven toen de doorslag. Multi zal in een latere fase een Branche Advies Commissie (BAC) installeren. Deze speelt een adviserende rol in de realisatiefase. De BAC stelt een Brancheringsleidraad op, met het profiel voor het nieuwe winkelgebied. De BAC bestaat uit leden van Multi, het HoofdBedrijfschap Detailhandel (HBD), de gemeente en een onafhankelijk vertegenwoordiger van vastgoedeigenaren (zoals een makelaar). Een van de bespreekpunten van de BAC is de hoeveelheid en het type horeca dat in het gebied gevestigd wordt. Uitgangspunt is dat de Markt het centrale adres blijft voor horeca Omvang parkeergarage Het Masterplan bevat een parkeergarage van 500 plekken, evenveel als in de intentieovereenkomst en in het Ontwikkelplan. Onderzoek toont aan dat dit aantal voldoende is voor het normale bezoek. Op de zaterdag en donderdagavond zouden er op grond van de normen circa 100 plekken meer nodig kunnen zijn. Op deze momenten is echter dubbelgebruik met de noordelijke garage mogelijk. Tevens is het aannemelijk dat een deel van de bezoekers aan het nieuwe winkelgebied parkeert in één van de andere parkeergelegenheden in de stad, en te voet naar het nieuwe winkelgebied gaat Stedenbouw en architectuur Over de Stedenbouw en architectuur is vooradvies gevraagd aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK), de Commissie Cultuurhistorie en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Multi heeft daarna een analyse gemaakt van de zichtlijnen op het beschermds stadsgezicht, de hoogtes van de kerk in relatie tot de nieuwbouw, de aansluiting van het noordelijk en zuidelijk stationsgebied en de zichtlijnen op de Kleiweg, en de architectuur van de nieuwe bebouwing. Deze analyses worden nog met genoemde commissies besproken. pagina 8

9 Aandachtspunten Onderstaande punten zijn niet of niet helemaal overgenomen. A. Kadebuurt De bewoners van de Kadebuurt hebben een grote voorkeur voor het open houden van de Noothoven van Goorstraat. Zij geven aan dat wanneer toch voor afsluiting gekozen wordt, er extra aandacht nodig is voor de andere toegangswegen in verband met de extra voertuigbelasting. B. Gevolgen voor bewoners wiens huizen worden gesloopt Er kon niet tegemoet gekomen worden aan de wens om deze bebouwing te sparen, omdat het planconcept anders niet kan worden gerealiseerd. Zoveel mogelijk krijgen de bewoners een kans om een nieuwe woning te verkrijgen in het plan. Tevens zal de gemeente erop toezien dat tussen Multi en de huurders goede afspraken worden gemaakt over o.a. een verhuisvergoeding en onderhoud in de periode voorafgaand aan de sloop. C. Nieuwe verkeerssituatie stationsplein De verkeerssituatie op het stationsplein verandert bij aanleg van de Van Hofwegensingel. Het uitgangspunt wordt dan shared space, de auto is te gast en diverse verkeersstromen maken gebruik van dezelfde ruimte. Verschillende belangengroepen vinden dit een ongewenste situatie. Als oplossing wordt voorgesteld de parkeergarage te positioneren op het Bunnik terrein. De afstand tot de winkels en de binnenstad wordt dan echter door Multi Vastgoed te groot geacht. pagina 9

10 3. Resultaten per deelonderwerp Hieronder staan de resultaten van het onderzoeks- en consultatietraject per onderwerp beschreven. Begonnen wordt met een korte weergave van het raadsvoorstel en de bespreking door de raad uit juni 2010, gevolgd door de vragen en opmerkingen uit het consultatietraject. Daarna komen de resultaten uit de onderzoeken, en de (beleids-) uitgangspunten voor het vervolg. In de bijlagen zijn de reacties van de Wijkteams opgenomen, en is een lijst met de verrichte onderzoeken bijgevoegd. 3.1 Verkeer en parkeren Aandachtspunten en vragen Raadsvoorstel en -bespreking juni 2010 Uit de bespreking van de raad in juni 2010 kwamen de volgende vragen en aandachtspunten naar voren: Parkeren bij de kerk Toegangsweg voor de huidige parkeergarages Fietsroutes van en door het plangebied Parkeerplaatsen in het gebied (met name de Crabethstraat) Bereikbaarheid van de Kadebuurt na afsluiten Noothoven van Goorstraat Verwerkingscapaciteit van de Schouwburglaan Kans op zwerfverkeer door Kadebuurt Toename verkeer in Crabethstraat (geluids- en stankoverlast, trillingen, schade, onveiligheid) Route voor vrachtwagens van Bunnik Bereikbaarheid spoor voor hulpdiensten vanuit zuidzijde Expeditieverkeer Crabethstraat (geluids- en stankoverlast, trillingen, schade, onveilig, opstoppingen) Toekomst parkeergarage aan de Nieuwe Markt Parkeerplaatsen met uitgang richting Burgemeester Jamessingel stimuleren Afwikkeling verkeer bij omdraai richting Crabethstraat, hoe gaat dat? Blijft de Vredebest toegankelijk voor fietsers Toegang tot de Schouwburglaan vanaf de Blekersingel, hoe wordt dat geregeld? Parkeergarage onder of boven het spoor is handig Leg weg aan langs spoor over lombokterrein (de Van Hofwegensingel) Een of twee uitgangen van de geplande parkeergarage? Overlast voor het Bergen IJzendoornpark Vragen en opmerkingen uit consultatietraject. Uit het consultatietraject kwamen op het gebied van verkeer niet zozeer nieuwe zaken naar voren, maar werd er dieper ingegaan op de knelpunten. Ook werden alternatieven bedacht, zoals door de werkgroep Behoud Leefomgeving kadebuurt, wijkteam Nieuwe Park, een bewoner van de Crabethpark en enkele leden het platform zuidelijk stationsgebied. Dit nog naast nieuwe oplossingen die zijn aangedragen door de gemeente Gouda en Multi. Het verkeersrapport is half februari 2011 besproken met de belangengroepen. Dat leverde soms een herhaling op, maar vaak ook een aanscherping en verduidelijking van de geuite meningen. pagina 10

11 Reactie Fietsersbond De Fietsersbond Gouda heeft vindt dat de belangen van fietsers onvoldoende worden meegewogen ten gunste van de automobilist. Variant C1 heeft het voordeel van een goede Noord-Zuid verbinding maar als nadeel de menging van auto s met langzaam verkeer vóór het station. Het tweezijdige fietspad in de oostzijde van de tunnel in variant C2 wordt door de fietsersbond afgewezen als onveilig. Verder pleit de Fietsersbond ervoor om geen geld te steken in de aanleg van de van Hofwegensingel, maar deze middelen te gebruiken voor verbreding van de Spoortunnel. Reactie wijkteams op verkeersstudie De wijkteams is gevraagd advies uit te brengen over de verkeersstudie. Alle hebben hiervan gebruik gemaakt. Hieronder zijn de hoofdpunten weergegeven. De brieven zijn integraal als bijlage bijgevoegd. Gezamenlijke reactie wijkteams Binnenstad, Kort Haarlem en Nieuwe Park De Wijkteams Binnenstad, Kort Haarlem en Nieuwe Park hebben gezamenlijk advies uitgebracht over het verkeersonderzoek Zuidelijk Stationsgebied. Dit bestaat uit een gemeenschappelijke brief van de drie wijkteams met als bijlagen twee specifieke adviezen van Wijkteam Binnenstad en Wijkteam Nieuwe Park. De wijkteams vinden het onjuist dat naast het Verkeersonderzoek geen stukken zijn bijgevoegd over onder andere het stedenbouwkundige plan. Een integrale beoordeling en advies daarover zijn nu niet mogelijk. De drie wijkteams zijn van mening dat variant B3 het beste aansluit op hun wens tot integrale planontwikkeling voor noord en zuid waarbij functies daar worden gerealiseerd waar dat het meest wenselijk is. Hun argumenten zijn als volgt 1. Een combigarage sluit het meest aan op het gemeentelijk Mobiliteitsplan. Het verkeer wordt daarin via de binnenring geleid. Dit komt ten goede aan de doorstroming op het Albert Plesmanplein, de Spoorstraat, het Kleiwegplein en de Singels. Ook geeft dat meer mogelijkheden om een aantrekkelijke looproute te creëren door de Spoortunnel. 2. Het combineren van grote aantallen fietsers en autoverkeer is vanuit verkeersveiligheid en het stimuleren van fietsgebruik onwenselijk. Bij de combigarage blijven de hoofdfietsroutes gescheiden van het autoverkeer. 3. De parkeergarage aan de noordkant wordt ontsloten vanaf de Burgemeester Jamessingel. De wijkteams zien het als een gemiste kans dat geen verbinding gemaakt wordt tussen deze parkeergarages die ongeveer gelijktijdig worden gerealiseerd. In hun ogen moet het mogelijk zijn deze garage boven het spoor te verbinden. Het feit dat Multi deze variant niet kansrijk acht vinden deze wijkteams geen reden hem niet te noemen. De tweede keus van de drie genoemde wijkteams én Bloemendaal en Kadebuurt is variant C1, realisatie van de Van Hofwegensingel zonder ontsluiting van de parkeergarage vanuit de Noordzijde. Wijkteam Nieuwe Park plaatst daar wel extra kanttekeningen bij. Variant C2 wordt afgewezen omdat hierin de Singels en de spoortunnel zwaarder met verkeer worden belast dan in variant C1. Ook vindt het wijkteam het ongewenst dat in variant C2 het fietsverkeer gemengd wordt met het autoverkeer. Daarnaast vinden de wijkteams Binnenstad, Kort Haarlem en Nieuwe Park vestiging van een supermarkt in het plangebied niet verstandig, vooral vanwege de verkeersaantrekkende werking door bezoekers, en de toename van het vrachtverkeer. De aandacht voor het fietsverkeer wordt als onvoldoende beoordeeld. Dit betreft zowel het fietsverkeer met bestemming NS station, als de grote hoeveelheid fietsers door vóór het station langs fietsen richting de scholen aan de Winterdijk. Ook een voldoende grote fietsenstalling voor het station wordt gemist. Wijkteam Bloemendaal Ook wijkteam Bloemendaal vindt het onjuist dat naast het Verkeersonderzoek geen stukken zijn bijgevoegd over onder andere het stedenbouwkundige plan. Een integrale beoordeling is nu niet mogelijk. Voor de wijk Bloemendaal is variant C1 de gunstigste variant om de volgende redenen. de diverse verkeersstromen zijn volledig gescheiden en het langzaam verkeer heeft een directe, onbelemmerende en korte doorgang naar de stad. een belangrijke verkeerstroom wordt weggehaald uit het gebied zodat dit de verkeersveiligheid aanzienlijk verhoogt op het Kleiwegplein. pagina 11

12 het autoverkeer dat naar de parkeergarage wil, wordt grotendeels omgeleid langs Bloemendaal zodat er geen extra verkeer voor winkelend publiek door de wijk hoeft te rijden. met deze variant wordt een goede ontsluiting gecreëerd wordt aan de zuidkant van de spoorbaan voor de in de toekomst aan te leggen Burgemeester Mijstunnel. Wijkteam Kadebuurt/werkgroep behoud Leefomgeving Kadebuurt Het Wijkteam Kadebuurt en de Werkgroep behoud Leefomgeving Kadebuurt hebben een gezamenlijke reactie opgesteld. Hieronder worden zij samen kortweg aangeduid als de Kadebuurtbewoners. De Kadebuurtbewoners vinden dat alleen de C-varianten positief bijdragen aan de verkeersproblematiek. Varianten A en B ontsluiten de parkeergarage via de Schouwburglaan en dit is voor de Kadebuurtbewoners onbespreekbaar. De Van Hofwegensingel daarentegen wordt onderschreven. De Kadebuurtbewoners hebben moeite met afsluiting van de Noothoven van Goorstraat als ontsluitingsweg van de buurt. Zij zijn bang dat de toename van de verkeersintensiteit van de Schouwburglaan en de straten in de omgeving van de Karnemelksloot te groot is. Ze vergelijken de geraamde aantallen met de hoeveelheden in het Van Bergen IJzendoornpark en willen dat in de Kadebuurt met dezelfde maatstaf gemeten wordt. De bewoners van de Kadebuurt hebben een grote voorkeur voor het open houden van de Noothoven van Goorstraat. Zij geven aan dat wanneer toch voor afsluiting gekozen wordt, er extra aandacht nodig is voor de andere toegangswegen in verband met de extra voertuigbelasting. Ook wijzen de bewoners op een eerder gestelde vraag naar de aanrijdtijden van hulpdiensten. Zij willen weten of deze gehaald worden bij afsluiting van de Noothoven van Goorstraat. Zij dringen aan op onderzoek naar de normtijden van de hulpdiensten en willen dat de resultaten hiervan in de besluitvorming worden meegenomen. De Kadebuurtbewoners wijzen de aanleg van een weg over het Schouwburgplein af. Zij vinden het plaatsen van een fysieke afsluiting tussen de parkeergarage en de wijk geen verbetering. Daarom is voor hen een verdere discussie hierover zinloos. Antwoorden en onderzoeksresultaten verkeer a. Inleiding Het verkeersrapport geeft aan dat het ontwikkelplan van Multi kansen biedt om de verkeerssituatie op het Kleiwegplein te verbeteren. Ondanks dat het nieuwe winkelcentrum extra verkeer aantrekt levert het plan verkeerskundig per saldo winst op. Dat komt door de verplaatsing van het busstation naar de noordkant en het (grotendeels) verdwijnen van het autoverkeer door de Vredebest. b. Varianten hoofdontsluiting parkeergarage en expeditieverkeer De ontsluiting van de parkeergarage vormt de cruciale factor vormt in de verkeersafwikkeling. Er is een groot aantal varianten onderzocht. De drie hoofdvarianten zijn Hoofdvariant A: hoofdontsluiting via Spoorstraat Hoofdvariant B: hoofdontsluiting via Burgemeester Jamessingel (gecombineerde garage) Hoofdvariant C: hoofdontsluiting via Van Hofwegensingel In het verkeersrapport staan de varianten met een korte verkeerskundige analyse en de voor- en nadelen, de afgevallen varianten zijn te zien in een bijlage. In alle varianten rijdt het doorgaande autoverkeer net als nu, via de middelste rijbaan in 2 richtingen door de Spoorstraat. Voor de aankomst- en vertrekrichtingen van de auto s naar het plangebied wordt uitgegaan van 70% oriëntatie op het noorden en 30% op het zuiden. In het verkeersrapport is bij de verschillende varianten ook aangegeven hoe het expeditieverkeer wordt afgewikkeld. In het plan van juni 2010 was het idee dat het expeditieverkeer via de Crabethstraat zou binnenkomen en via de Vredebest eruit. Duidelijk is dat de aan te leggen Van Hofwegensingel grote voordelen biedt. pagina 12

13 c. Afwikkeling op Burgemeester Jamessingel en inpassing busstation Er is specifiek onderzoek verricht naar de gevolgen van het plan van Multi voor de afwikkeling op de Burgemeester Jamessingel. In variant C (hoofdontsluiting parkeergarage via Van Hofwegensingel) kan het verkeer op de Burgemeester Jamessingel zonder noemenswaardige aanpassingen verwerkt worden. Met een hoofdontsluiting via het Noorden (variant B) moet de Burgemeester Jamessingel worden aangepast. Ook het busverkeer kan verwerkt worden op het huidige ontwerp van de Burgemeester Jamessingel en het Albert Plesmanplein. Wel moeten er aanpassingen worden aangebracht aan hetgeen is aanbesteed. Onderzoek toont tevens aan dat het busstation past binnen de beschikbare ruimte in het deelgebied van het noordelijk stationsgebied dat ten westen van de beoogde bioscoop ligt (zie figuur). Voor de bereikbaarheid van het busstation moet op de Burgemeester Jamessingel een extra inrit en een extra uitrit exclusief voor bussen worden ingepast. Hierbij naderen bussen (altijd) vanaf de noordbaan van de Burgemeester Jamessingel en slaan dan linksaf om het busstation op te rijden. Bussen verlaten het busstation ook veelal weer rechtsaf naar de Burgemeester Jamessingel. Afbeelding: inpassing busstation noordzijde Burgemeester Jamessingel d. Parkeren Multi gaat uit van een parkeergarage in het plangebied van ca. 500 parkeerplaatsen. Dit is minder dan het berekende aantal op basis van de normen (ca 600 parkeerplaatsen). De verwachting is dat in het noordelijk stationsgebied parkeerplaatsen beschikbaar zijn voor winkelbezoekers die op dat moment niet gebruikt worden door kantoormedewerkers. Dit dubbelgebruik hangt af van het programma aan de noordkant. pagina 13

14 3.2 Detailhandel en horeca Aandachtspunten en vragen detailhandel en horeca Raadsvoorstel en bespreking juni 2010 Uit het raadsvoorstel van juni 2010 bleek dat toevoeging van m2 vvo (verkoopvloeroppervlak) detailhandel geclusterd in het zuidelijk stationsgebied binnen het gemeentelijk detailhandelsbeleid past. Als aandachtspunten noemde het voorstel de werkwijze en samenstelling van de nog in te stellen brancheadviescommissie (BAC), de hoeveelheid horeca in het gebied, de overgang van het nieuwe winkelcentrum en de binnenstad, en de relatie tussen de bezoekmomenten van de kerk en de winkeltijden. Uit de raadsbespreking kwamen naast deze nog de volgende vragen en aandachtspunten naar voren: Wordt overleg gevoerd met de gevestigde detailhandelsorganisaties Waar is de onderbouwing van de toename van de winkeloppervlakte Wat zijn de gevolgen voor de zittende ondernemers in het centrum Hoe komt er aansluiting tussen de bestaande stad en het nieuwe winkelcentrum Focusgroep Ondernemers In een tweetal bijeenkomsten in augustus en september is met een groep ondernemers uit de Goudse Binnenstad gesproken over het plan voor het zuidelijk stationsgebied. Hiervan is een eindverslag gemaakt. Daarnaast is op 7 september een brede voorlichtingsavond voor Goudse ondernemers georganiseerd om zoveel mogelijk ondernemers te bereiken en een kans te geven om betrokken te raken. De reacties die op deze manier zijn binnengekomen, zijn eveneens in het verslag van de focusgroep ondernemers verwerkt. De algemene teneur van de reacties van de focusgroep ondernemers is (kritisch) positief. De deelnemers delen de opvatting dat een vernieuwing en versterking van het winkelaanbod in Gouda noodzakelijk is voor de overlevingskansen van Gouda als winkelstad op de (middel)lange termijn. De ontwikkeling van het zuidelijk stationsgebied kan het aanbod versterken en Gouda als regionaal koopcentrum weer op de kaart zetten. De planontwikkeling op zich staat dus niet ter discussie. Wel zijn er zorgen en randvoorwaarden over een goede inpassing van het nieuwe winkelgebied in de bestaande binnenstad. De zorgen betreffen met name de toekomstige verkeersafwikkeling, de verbinding tussen oud en nieuw, de bereikbaarheid van het winkelgebied en het station voor fietsers, en de gevolgen van de toevoeging van nieuw winkelaanbod voor het economisch functioneren van de huidige èn toekomstige binnenstadondernemers. De randvoorwaarden betreffen met name een gelijktijdig aanpakken van de bestaande binnenstad, onder meer door middel van het ontwikkelen van flankerend beleid door de betrokken stakeholders (gemeente, (binnenstad)ondernemers, Multi, vastgoedeigenaren, Ontwikkelings Maatschappij Binnenstad OMB) Overige reacties Bouwfonds Real Estate Investment Management was uitgenodigd voor de focusgroep en heeft deelgenomen aan de eerste bijeenkomst. Zij heeft later schriftelijk gereageerd met het signaal zich zorgen te maken over de gevolgen van het nieuwe winkelcentrum. In antwoord daarop is bestuurlijk overleg geweest met de belegger. pagina 14

15 Antwoorden, onderzoeksresultaten en beleidsuitgangspunten Geactualiseerd distributieplanologisch onderzoek Voortvloeiend uit een toezegging uit 2008 is door Multi in september 2010 een geactualiseerd distributieplanologisch onderzoek uitgebracht. Dit rapport bevestigt dat er ruim voldoende marktruimte is om een cluster van m2 vvo detailhandel aan het bestaande detailhandelsaanbod in de binnenstad van Gouda toe te voegen zonder dat hiermee een ontwrichtend effect ontstaat. Zonder een ontwikkeling als het Zuidelijk Stationsgebied komt de positie van de ondernemers in de binnenstad onder druk te staan, de totale omzet in de binnenstad zal dan langzaam verder afnemen. Omdat de andere hoofdwinkelgebieden in de regio Midden Holland een ander verzorgingsgebied of - functie hebben, wordt verwacht dat de ontwikkeling van het Zuidelijk Stationsgebied voor de regio nauwelijks negatieve effecten met zich zal meebrengen. Het REO (Regionaal Economisch Overleg) heeft positief geadviseerd in de stuurgroep van 14 oktober Het rapport is eind oktober aangeboden aan de raad. De onderzoeken uit 2008 waren eerder al toegestuurd. De overgang van het nieuwe winkelcentrum en de binnenstad Het voorkómen van twee op zichzelf staande winkelcentra is zowel een stedenbouwkundige als een distributieplanologische vraag. Stedenbouwkundig kan hieraan tegemoet gekomen worden door een goed ontwerp en de juiste inrichting van de openbare ruimte. Ook de aanpassing van de verkeersstromen draagt bij aan een betere aansluiting. Een van de opstelstroken op de Kattensingel verdwijnt, de weg wordt minder breed en het wordt daardoor aantrekkelijke om over te steken. Ook rooilijn van de Spoorstraat verschuift. De distributieplanologische opdracht is ernaar te streven dat in beide centra zogeheten trekkers komen. Dat zijn populaire winkels die veel bezoekers trekken waardoor het van beide kanten van de straat aantrekkelijk wordt voor het winkelend publiek om de oversteek te maken. Complementariteit van het aanbod vormt eveneens een motief om de oude binnenstad te bezoeken zodat er geen tweedeling komt. Daarnaast wil de gemeente dat de Markt de hoofdlocatie voor horeca blijft. Ook dit stimuleert verbinding tussen beide centra. De relatie tussen de bezoekmomenten van de kerk en de winkeltijden De reguliere kerkdiensten zijn om en uur s zondags, dus buiten de vaste winkeltijden, en vrijwel buiten de openingstijden op koopzondagen. Er zijn per jaar maximaal 12 koopzondagen. De vaste koopzondag is op de eerste zondag in de maand. Buiten de kerkdiensten op zondag zijn er regelmatig diensten of bijeenkomsten van de kerk door de week of s avonds. Zowel het parkeren van de kerkgangers als ten aanzien van de bereikbaarheid en het ongestoord kunnen uitoefenen van de kerkelijke activiteiten tijdens winkeltijden zijn aandachtspunt voor het vervolgtraject. Flankerend beleid In de focusgroep ondernemers is geconstateerd dat het gewenst is dat de betrokken stakeholders flankerend beleid ontwikkelen. Dit om de samenhang tussen het nieuwe en het huidige centrum te bewaken en te behouden. Het voorstel is om een werkgroep op te richten onder leiding van de gemeente met leden namens Multi, winkeliers/ondernemers, vastgoedeigenaren, horecavertegenwoordigers, de Kamer van Koophandel en het Hoofdbedrijfsschap Detailhandel. De werkgroep bespreekt onderwerpen zoals uitstraling winkelgebied, vestigingsmogelijkheden (vergunningen en bouwbepalingen zoals samenvoegen panden), uitstallingenbeleid, ondersteunend gebruik van multimedia, samenwerking ondernemers. Vertrekpunt is het opstellen van een stedenbouwkundige kaart van het (kern)winkelgebied van Gouda waarin de samenhang tussen de verschillende winkeldeelgebieden wordt getoond. Deze kaart kan gaan functioneren als instrument om na te denken over maatregelen in het kader van het flankerend beleid. De gemeente zal daarnaast voorbeelden van flankerend beleid uit andere steden inbrengen. Voor zover voorgestelde acties en maatregelen het optreden en de verantwoordelijkheid van de gemeente betreffen worden deze voor besluitvorming voorgelegd aan het college van BenW. Acties en maatregelen die door ondernemers zelf kunnen worden opgepakt en uitgevoerd worden door de werkgroep geaccordeerd en teruggekoppeld aan de SOG, het Vastgoedoverleg en het college van BenW. BAC (Branche Advies Commissie) Een Branche Advies Commissie (BAC) adviseert de ontwikkelaar over de invulling van een winkelgebied. De ontwikkelaar leidend bij de bepaling van winkelinvulling omdat deze alle risico draagt. Beslissingen inzake vestigers zijn onder voorbehoud van goedkeuring door de belegger. Als partner in het planproces en vanwege het stadsbelang speelt de gemeente een regisserende rol bij de invulling. Omwille van het pagina 15

16 draagvlak en om gebruik te maken van hun lokale kennis en ervaring is betrokkenheid van de zittende ondernemers gewenst. Ook krijgen de Kamer van Koophandel en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) een rol in het proces. Multi heeft op grond van ervaring in andere centra een handreiking over branchering opgesteld. Deze aanpak wordt grotendeels overgenomen voor het zuidelijk stationsgebied. Er worden twee BAC s gevormd: een in de ontwerpfase (BAC-O) en een tijdens de realisatiefase (BAC-R). De samenstelling van deze BAC s is in beide fasen niet geheel gelijk: in de realisatiefase zijn de vertegenwoordiger(s) van de zittende ondernemers vanwege mogelijke belangenverstrengeling niet meer vertegenwoordigd. De BAC-O wordt ingesteld aan het einde van het ontwikkelingsproces. Deze commissie stelt onder meer een Brancheringsrapport op, met daarin het profiel voor het winkelgebied. Verder selectiecriteria voor de winkels die zich mogen vestigen, en een selectieprocedure. De BAC-O maakt bij het opstellen van het branchepatroon gebruik van de adviezen van de werkgroep Flankerend Beleid. Als het werk van de BAC-O klaar is gaat de BAC-R van start. Deze controleert of volgens de selectiecriteria wordt gewerkt en doet voordrachten voor de toewijzing van winkelruimten. De BAC-R adviseert ook over de toewijzing van de horeca. De gemeente zorgt voor afstemming tussen de BAC en de werkgroep flankerend beleid. Het is van belang dat de BAC s voldoende zorg besteden aan de complementariteit van branches ten opzichte van het huidige winkelaanbod van Gouda. Ook kunnen de BAC s aandacht geven aan mogelijke verplaatsingen vanuit de binnenstad naar het zuidelijk stationsgebied, en voorstellen doen voor invulling van de achterlaatlocaties. Een van de bespreekpunten van de BAC is de hoeveelheid en het type horeca dat in het gebied gevestigd wordt. Uitgangspunt is dat de Markt het centrale adres blijft voor horeca. Het brancheringsrapport wordt ter vaststelling aangeboden aan het college van BenW. Als er afwijkingen optreden die invloed kunnen hebben op het profiel van het gebied is opnieuw instemming van het college. De selectieprocedure wordt ter informatie aangeboden aan het college van BenW. Supermarkt De gemeente wil dat supermarkten evenwichtig gespreid zijn over de stad, zowel ten aanzien van segmentatie naar consumentendoelgroepen als naar differentiatie van supermarktformules. Om te voorkomen dat er door ad hoc beleid supermarkten in buurten wegvallen is er in bij het actualiseren van het beleid in januari 2010 een indicatieve verdeling van marktruimte gemaakt. Deze is leidend bij nieuwe verzoeken uit de markt. Multi wil in het Zuidelijk Stationsgebied een supermarkt realiseren van ongeveer m2 vvo. Voor nieuwe plannen of extra uitbreiding is volgens de nota Detailhandel in principe geen marktruimte. Tenzij zachte plannen verdwijnen of minder marktruimte dan gepland opnemen, of de initiatiefnemers kunnen aantonen dat hun plan geen ontwrichtende werking heeft op de bestaande supermarktstructuur. In zo n geval stelt de gemeente een een distributie-planologisch onderzoek verplicht. Dit moet in dit geval (onder andere) duidelijk maken dat een aanzienlijk deel van de omzet van deze supermarkt gegenereerd zal worden door koopkracht uit een wijd verzorgingsgebied binnen Gouda, maar ook zelfs uit een schil om Gouda heen. pagina 16

17 3.3 Wonen Aandachtspunten en vragen Raadsvoorstel en -bespreking juni 2010 Het voorstel aan de raad constateert dat het plan van Multi om woningen in dit gebied te realiseren in principe binnen het Goudse woonbeleid past. Wel zijn er twee aandachtspunten: het type woningen en de ligging: boven op twee lagen winkels. Door de grotere hoogte is daardoor is de sociale controle minder. In de raad zijn geen vragen gesteld over de woningen Vragen en opmerkingen uit consultatietraject. Door de bewoners zijn informatieve vragen gesteld: welk type woningen komen er, wordt het huur of koop, voor welke doelgroep wordt gebouwd? Bijeenkomst met bewoners Crabethpark Bij realisatie van het plan moeten de woningen in het Crabethpark worden gesloopt. Deze zijn nu eigendom van de Goudse Verzekeringen. De bedoeling is dat Multi de appartementen koopt van de Goudse en in overleg gaat met de bewoners over een verhuisregeling. Begin oktober is op initiatief van wijkteam Nieuwe park een informatieavond gehouden voor de huurders. Daarin is onder meer gesproken over een Sociaal Statuut, waarin alle afspraken vastgelegd kunnen worden over de verhuisregeling, maar bijvoorbeeld ook over het onderhoud van de huizen voordat de bouw start. De onzekerheid bij deze huurders is groot, dat is begrijpelijk in een dergelijke situatie. Ook is er kritiek en boosheid op het gebrek aan communicatie voorafgaand aan de presentatie van het plan. Tot enkele dagen voor de bekendmaking van het plan zijn huurcontracten getekend in de veronderstelling dat de appartementen nog jaren blijven staan. Multi en de Goudse hebben toegezegd de communicatie te verbeteren. Als het plan doorgaat zal Multi de woningen overnemen van de Goudse Verzekeringen. Daarna zal met de bewoners verder in gesprek worden gegaan over afspraken over (tijdelijke) verhuur van leegkomende appartementen en een verhuisregeling. Wijkteam Nieuwe Park treedt op als intermediair tussen de huurders en de huidige en nieuwe eigenaar. De gemeente speelt in dit proces geen directe rol, maar zal bij Multi aandringen op een correcte afhandeling. Antwoorden en beleidsuitgangspunten Het concept van winkels met daarboven woningen wordt door de gemeente op zich positief gewaardeerd. Vanuit sociale veiligheid is een combinatie van detailhandel met de woonfunctie nadrukkelijk gewenst. Doordat de woningen gepland zijn boven op twee lagen winkels zal het effect van de sociale controle vanuit de woningen echter beperkt zijn. Bij de verdere uitwerkingen van het ontwerp zal dan ook nadrukkelijk aandacht moeten worden besteed aan het aspect sociale veiligheid. Daarnaast moeten de te bouwen woningen toekomstbestendig zijn, dat wil zeggen levensloopbestendig, duurzaam, veilig en ruim gedimensioneerd. De gemeente heeft hiervoor een lijst met voorwaarden en kaders voor het programma van eisen van de woningen. Tussen de gemeente en Multi moeten hierover in het verdere planproces concrete afspraken worden gemaakt. pagina 17

18 3.4 Stedenbouw Aandachtspunten en vragen Raadsvoorstel en -bespreking juni 2010 De raad is in zijn algemeenheid zeer positief over het ontwikkelplan. Zij vindt het een kwaliteitsimpuls voor een gebied dat nu onvoldoende waarde heeft, zeker gezien de functie als entree naar de (binnen-) stad. Stedenbouwkundig is het dus winst. Op enkele punten bevat het plan echter spanning met de beleidslkaders. De voorgestelde maximale hoogte van de nieuwbouw (totaal 19 meter) is hoger dan het meegegeven kader voor de stadszijde. Voor de stationszijde is deze hoogte wel mogelijk. Daarom is toegezegd hier nader naar te kijken en advies te vragen aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK), de Commissie Cultuurhistorie en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Zie voor deze reacties ook het hoofdstuk cultuurhistorie. Vragen en opmerkingen uit consultatietraject. Voor dit onderwerp is in eerste instantie de focusgroep Stedenbouw in het leven geroepen. De meeste opmerkingen over dit thema zijn echter gemaakt door het platform Binnenstad. De door Multi geplande doorsteek door een poort aan de Kattensingel wordt afgewezen. Ook is er kritiek van de bewoners van de Kattensingel op de nabijheid en hoogte van de winkels ten opzichte van hun achtertuin. Men vreest voor minder (zon) licht en verlies aan uitzicht. Het platform Zuidelijk Stationsgebied heeft een alternatief plan ontwikkeld voor het gebied, het Alternatief. Ook een bewoner van het Crabethpark heeft een eigen conceptplan ingediend. Beide zijn besproken met Multi en de gemeente. Ook is een overleg geweest tussen de wethouder en het platform Zuidelijk Stationsgebied De hoofdpunten van de reacties op het gebied van stedenbouw (en cultuurhistorie) betreffen: Omvang, en locatie van het winkelgebied is discutabel De hoogte van de nieuwbouw in relatie tot de kerk en de omgeving is onevenwichtig Voorkom dat twee losse winkelcentra ontstaan Het plan staat haaks op de nota Binnenstad en haar randen Samenhang van het plan met de omgeving is onvoldoende uitgewerkt Aandacht voor de ruimtelijk- economische gevolgen voor de bestaande binnenstad Sloop van oude gebouwen en de pastorie is ongewenst Meer afstand tussen nieuwbouw en de huizen/tuinen aan de Kattensingel (vanwege licht en uitzicht) Geen doorsteek door de poort aan de Kattensingel Kan er iets gedaan worden met het pand van de bank op de hoek Kattensingel/Vredebest Antwoorden, onderzoeksresultaten, uitgangspunten voor vervolg Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) De ARK is een onafhankelijke advisiesvcommissie van het college. Multi heeft het ontwikkelplan aan de ARK gepresenteerd en toegelicht. De reacties van de ARK waren samenvattend een plan met veel potenties waarvan de ARK hoopt dat ze kunnen worden uitgevoerd. In een volgende fase zal het verder uitgewerkte plan weer aan de ARK worden gepresenteerd. Kerkenraad De kerkenraad van de kerk in het plangebied is in gesprek met Multi over de overgang van de oude naar een nieuwe situatie en de randvoorwaarden waaronder dit kan gebeuren. Aandachtspunten vormen het parkeren van de kerkgangers en de bereikbaarheid van de kerk. Ook het ongestoord kunnen uitoefenen van de kerkelijke activiteiten vormen uit te werken punten voor het vervolgtraject. Verder moeten afspraken worden gemaakt over de toegankelijkheid van de kerk voor minder mobiele kerkgangers. pagina 18

19 Visie platform Binnenstad Met het platform Binnenstad hebben Multi en de gemeente meerder keren overleg gevoerd. Daardoor is informatie uitgewisseld en begrip voor elkaars visie ontstaan. De belangrijkste zorgen van het platform betreffen de gevolgen voor de huidige binnenstad, niet het plan zelf. Dat vind platform positief.. Afstand tussen nieuwbouw en de huizen/tuinen aan de Kattensingel Na overleg heeft Multi de geplande rooilijn van de nieuwbouw enkele meters verder van de Kattensingel gelegd. Ook het idee van een doorgang via een particuliere poort aan de Kattensingel is door Multi verlaten. Achter de tuinen is nu een ontsluitingsweg geprojecteerd voor de particuliere parkeergarages. Met een schets van de lichtinval heeft Multi de visie toegelicht dat de huizen aan de Kattensingel net zoveel licht krijgen als nu bij realisatie van het plan. Desondanks hebben de bewoners al aangegeven dat ze de afstand tot de huizen nog te klein vinden. Deze varieert nu van 8-29 meter op de begane grond. De bewoners willen 50 meter. Alternatief plan platform zuidelijk stationsgebied Enkele leden van het Platform Zuidelijk Stationsgebied hebben een eigen plan opgesteld, het Alternatief. Ook een bewoner van het Crabethpark heeft een voorstel voor een ander plan ingediend. Beide plannen zijn besproken in een bijeenkomst van het Platform, Multi en de gemeente. Ook is er een gesprek geweest met de wethouder waarin de bewoners het Alternatief en hun zorgen hebben toegelicht. De hoofdreactie van Multi op het Alternatief is: Het plan van Multi heeft als conceptuele visie een verbinding te realiseren tussen de oude stad, de Kleiweg en het stationsgebied en dit te integreren in zijn omgeving. Het Alternatief lijkt een dergelijk basisvisie te ontberen. In het Alternatief staan woningen geprojecteerd die uitkijken op de tuinen aan de Kattensingel. Multi heeft er bewust voor gekozen dit niet te doen vanwege de privacy. Multi beschouwt de twee pleinen als essentieel voor het plan. Deze pleinen (een intensief en een rustig) geven het plan een extra kwaliteit. Het Alternatief kent niet een vergelijkbaar element. het Alternatief stelt voor om het plein te verhogen, met parkeren onder het opgetilde maaiveld en daar bovenop de winkels en huizen. Dit idee staat haaks op de filosofie van Multi dat het nieuwe gebied onderdeel is van de binnenstad en geen separaat winkelcentrum wordt. Multi weet uit ervaring dat retailers zich niet vestigen in een verhoogd winkelgebied. Dit idee maakt dus dat het plan (veel) minder haalbaar wordt pagina 19

20 3.5 Cultuurhistorie (inclusief archeologie) Aandachtspunten en vragen Raadsvoorstel en bespreking juni 2010 Het voorstel van juni 2010 constateert dat het ontwikkelplan afwijkt af van de meegegeven kaders. Er zit spanning tussen de hoogte van de nieuwbouw (19 meter) en die van de singelbebouwing en de kerk. De raad heeft daarom gevraagd een analyse te maken voor de commissie Cultuurhistorie en de ARK van de invloed van het plan op het beschermd stadsgezicht de ruimtelijke inpassing van de structuur van de Jan Verzwollewetering in het plan de sloop van de pastorie en het verdwijnen van het Spoorkerk-als-ensemble documenterend historisch onderzoek naar de huizen langs de Spoorstraat. Verder geeft het voorstel aan dat het gebied een hoge archeologische verwachting heeft en dat onderzoek in dit geval noodzakelijk is. Het uitgangspunt is om archeologische waarden in situ te behouden. Als dat niet haalbaar is, moeten aanwezige archeologische resten ex situ, door middel van een opgraving, veiliggesteld worden. Daarmee dient in dat geval qua planning en financiën rekening gehouden te worden Vragen en opmerkingen uit consultatietraject. Met name het platform Binnenstad heeft opmerkingen gemaakt over cultuurhistorische waarden. Aanvullend op bovenstaande punten uit het raadsvoorstel deed het Platform de suggestie om het karakteristieke pand op de hoek Spoorlaan/Vredebest in te passen in de nieuwbouw. Ook zegt het platform dat op die plek bij de Kleiwegbrug nooit een molen heeft gestaan. Multi verwijst daarnaar ter onderbouwing van haar idee om op die plek een stepping stone te plaatsen, om de verbinding tussen oud en nieuw te faciliteren. De commissie Cultuurhistorie heeft gevraagd archeologie vroegtijdig te betrekken in het planproces. Antwoorden, onderzoeksresultaten en uitgangspunten voor vervolg Verkennend archeologisch bureauonderzoek In 2005 is reeds archeologisch bureauonderzoek gedaan voor twee gebieden binnen de Spoorzone. In 2010 is het deel voor het zuidelijk stationsgebied geactualiseerd. Op basis hiervan wordt geconcludeerd dat: een lage kans bestaat op archeologische resten die ouder zijn dan de Middeleeuwen; deze archeologische resten uit de prehistorie of Romeinse tijd eventueel wel verwacht kunnen worden indien door het gebied een veenriviertje liep, hetgeen op grond van de middeleeuwse verkavelingstructuur het geval zou kunnen zijn; een middelhoge tot hoge kans bestaat op archeologische resten vanaf de 11e/12e eeuw. Met name betreft dit resten van agrarische activiteiten (boerderijen of losse structuren); de hoogste kans hierop bestaat langs de Spoorstraat; eventuele archeologische resten uit deze periode zich op een diepte van circa 2 tot 3 meter onder het maaiveld zullen bevinden (op grond van het uitgevoerde booronderzoek ten noorden van het Stationsgebied Zuid); langs de Spoorstraat tevens een hoge archeologische kans bestaat op bebouwingsresten uit de Middeleeuwen (vanaf ca. 1350) en Nieuwe tijd; in het zuidwestelijke deel van Stationsgebied Zuid een middelhoge kans voor deze periode bestaat op het aantreffen van ophogingslagen en kleine structuren, die behoren bij de bebouwing die zich dichter langs de Kattensingel heeft bevonden; er in vrijwel het gehele onderzoeksgebied een middelhoge kans bestaat op het aantreffen van stortplaatsen van stadsafval (circa 17e-20e eeuw). De verwachtingen uit het bureauonderzoek zullen worden getoetst door inventariserend (boor) veldonderzoek. Op grond van de resultaten van het booronderzoek kan onderzocht worden wat de kans is dat de sloop- en nieuwbouwplannen (met dan bekende exacte ontgravingdieptes en palenplannen) een verstoring van eventueel aanwezige archeologische resten kunnen veroorzaken. pagina 20

21 Commissie Cultuurhistorie De Commissie Cultuurhistorie is net als de ARK een onafhankelijke lokale adviseur van het college. Ook aan deze commissie is het ontwikkelplan door Multi gepresenteerd. De commissie beschouwt het plan als een goed voornemen die de onduidelijkheid van het gebied opheffen, maar heeft ook veel vragen. neem de Jan Verzwollewetering mee als uitgangspunt voor het plan kan de kerk het aan om in een commerciële omgeving terecht te komen zorg voor goede inpassing van de parkeergarage en de nabije kerk. wat gebeurt er met de pastorie. Wat wordt bedoeld met de referentie Goudse herenhuizen. Wat gebeurt er met de flatgebouwen (nu Crabethpark) Het groen, met name de waardevolle kastanjebomen zoveel mogelijk handhaven en beschermen. verwachtingsvolle archeologische plekken bereikbaar houden. Gevolgen voor de zichtlijnen vanuit de binnenstad op de nieuwbouw Ook in dit geval wordt het plan in de volgende fase besproken met de commissie en advies gevraagd. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De RCE is een rijksinstantie die hier vooral een rol speelt in de bewaking van het Beschermd Stadsgezicht. Ook met de RCE is overleg geweest met de gemeente en Multi over het ontwikkelplan. Deze geeft aan dat het een goed initiatief is vanwege de schakelfunctie tussen binnenstad en het station. Wel vraagt de RCE aandacht voor de zichtbaarheid van het project vanuit de binnenstad. Deze dient nog met dwarsprofielen in beeld te worden gebracht. Ook vraagt de RCE zich of de kerk voldoende ruimte heeft. Verder aandacht voor de beleving van de continuïteit van de twee belangrijkste karakteristieke structuren rond het Kleiwegplein: de singelstructuur en de Kleiweg-Spoorstraat in het algemeen en de inpassing van de 'stepping stone' in de vorm van een paviljoen in het bijzonder. Dit staat in de vrije ruimte en doorbreekt de doorlopende kade van structuur Blekerssingel-Kattensingel (fysiek en visueel). Het gesprek met de RCE wordt in de volgende fase vervolgd. pagina 21

22 3.6 Groen en (monumentale) bomen Aandachtspunten en vragen Raadsvoorstel en bespreking juni 2010 Volgens het raadsvoorstel in juni 2010 is handhaving van de monumentale bomen uitgangspunt. Verplaatsing in principe akkoord, maar de mogelijkheid tot verplaatsing moet nader worden onderzocht. In de raadsbespreking is gevraagd wat er met de monumentale bomen gaat gebeuren. Vragen en opmerkingen uit consultatietraject In de focusgroepen is het onderwerp groen of bomen niet prominent naar voren gebracht. Wel besteedt het Alternatief van het Platform Zuidelijk stationsgebied aandacht aan het groen en de bomen. Daarnaast is er een brief ontvangen van iemand die graag betrokken wil worden bij het planproces. Begin 2011 heeft Milieudefensie een informatieve vraag gesteld over de twee platanen op het stationsplein. Antwoorden, onderzoeksresultaten en uitgangspunten voor vervolg Gemeentelijk groen- en bomenbeleid Het gemeentelijk beleid gaat uit van een gelijkblijvend aantal bomen, ofwel "een boom voor een boom". Dat houdt in dat voor elke gekapte boom er minstens één herplant moet worden, in eerste instantie in het plangebied, en als dat niet kan, erbuiten. Andere relevante beleidskaders zijn de Goudse bomenverordening en de monumentale bomenlijst. De visie van Multi op het groen en de (monumentale) bomen Behoud van de monumentale platanen is vanaf het begin uitgangspunt van Multi geweest voor het ontwerp van het gebied. Er zijn ontwerpen geweest waarin de platanen op de huidige plaats stonden. Multi geeft aan dat deze ontwerpen afgevallen zijn omdat hierin de winkelrouting onvoldoende was. Aantrekkelijke winkels aan beide zijde van de route is daar een belangrijk onderdeel van. Ook was er geen goede aansluiting tussen het nieuwe winkelcentrum en de Kleiweg, een van de essentiële doelen van het plan. Een ander nadeel is dat de kerk in deze variant midden in de drukte staat. De wens van de kerkeraad is juist een eigen levenssfeer rondom de kerk. In het huidige plan heeft Multi daarom een tweedeling in de pleinen bedacht: een extensief, rustig plein bij de kerk, en een intensief actief plein bij de winkels aan de andere kant. De plaats van de Noorse esdoorn valt samen met die van de parkeergarage. Er is volgens Multi geen variant denkbaar waarbij deze boom kan blijven staan. Inventarisatie van alle bomen in het plangebied Multi heeft boomtechnisch onderzoek laten uitvoeren naar alle 180 bomen in het plangebied. Daarin zijn de kwaliteit, de veiligheid en de verplantbaarheid onderzocht en is advies gegeven over het beheer en de verplantbaarheid van de bomen. Dit rapport dient als basis voor het plan voor de openbare ruimte dat Multi in de volgende projectfase zal opstellen. Daarna heeft Multi een vervolgonderzoek laten doen naar de verplantbaarheid van de huidige dakplatanen langs de Vredebest. Deze bomen scoren voldoende tot goed in de beoordeling naar kwaliteitscategorie in het eerste onderzoek. Multi wil deze platanen een plek geven rondom de kerk. De bomen moeten dan tijdelijk worden opgeslagen. Onderzoek naar het verplanten van de monumentale bomen Er staan vier monumentale bomen in het plangebied: een Noorse esdoorn uit 1935 aan de Noothoven van Goorstraat, een zwarte berk aan de Spoorlaan uit 1950, en de platanen bij het station (uit 1870 en 1900),. Een ervan (de oudste in Gouda) staat op de nationale monumentale bomenlijst, zie Uit het verplantingsonderzoek blijkt dat de conditie van deze bomen redelijk/goed is en dat ze verplant kunnen worden. Maar door de omvang zijn er wel strenge randvoorwaarden aan verbonden. Er wordt nader onderzoek gedaan naar mogelijke locaties binnen het plangebied van de monumentale platanen. De opties zijn bij de kerk of op het drukke plein. De zwarte berk aan de Spoorlaan kan waarschijnlijk blijven staan bij realisatie van het plan. pagina 22

23 3.7 Milieu Aandachtspunten en vragen Raadsvoorstel en bespreking juni 2010 De raad heeft aandacht gevraagd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor (externe veiligheid), mede in relatie tot de geplande parkeergarage over het spoor. Vragen en opmerkingen uit consultatietraject. Ook de focusgroepen stelden de vraag naar de externe veiligheid. Antwoorden, onderzoeksresultaten en uitgangspunten voor vervolg Onderzoek externe veiligheid Multi heeft onderzoek gedaan naar de ruimtelijke uitwerking van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Hieruit blijkt wat de mogelijkheden en beperkingen zijn vanuit externe veiligheid, en welke maatregelen getroffen kunnen worden. Berekend is dat de hoogte van het groepsrisico stijgt tot boven de oriëntatiewaarde. Ook zijn er berekeningen uitgevoerd met de vervoercijfers vanuit het Basisnet Spoor en het onderdeel warme BLEVE vrij rijden uit het Basisnet Spoor. Daarmee komt het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde, zowel voor de huidige bevolkingssituatie als de plansituatie. Er is echter nog geen zekerheid over de invoering van het Basisnet, dus vooralsnog is het uitgangspunt dat het groepsrisico stijgt tot boven de oriëntatiewaarde. Vervolgacties De ontwikkeling leidt tot een toename van het groepsrisico. De beleidsvisie Externe Veiligheid van de gemeente Gouda is kaderstellend. Er moet een verantwoording Externe Veiligheid worden opgesteld en er zullen maatregelen nodig zijn. Daarbij moet de brandweer worden betrokken. Geluid: bij een aantal varianten voor het aanrijden van de parkeergarage moeten nieuwe wegen worden aangelegd en dan moet aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder worden voldaan. Als de maximale grenswaarde bij bestaande huizen wordt overschreven kan het zijn dat een bepaalde variant geen doorgang kan vinden. Ook kan het zijn dat geluidsisolatie bij bestaande woningen noodzakelijk is. Het is dus van belang om geluid ook mee te nemen bij het kiezen van de varianten. Wordt er een variant gekozen waarbij de bestaande wegen worden gebruikt, dan is het vanuit een goede ruimtelijke onderbouwing en naar de mensen die daar in de buurt wonen van belang om inzicht te hebben in de veranderde geluidsbelasting; Voor de te ontwikkelen woningen moet het geluid van het spoor, en de weg door de spoortunnel onderzocht worden; Windhinder en schaduw- en zonwerking moeten in beeld worden gebracht. Dit in verband met het verkrijgen van een aangename verblijfskwaliteit; Luchtkwaliteit lijkt geen knelpunt voor het plan te vormen. Mocht het verkeer door de tunnel door dit plan of andere plannen binnen Gouda heel erg toenemen en de luchtkwaliteit verslechteren dan moeten eventueel verkeersmaatregelen genomen worden. In de vervolgprocedure wordt luchtkwaliteit meenemen. Ook bodemonderzoek is in het vervolgproces noodzakelijk. pagina 23

24 3.8 Bunniklocatie Aandachtspunten en vragen Raadsvoorstel en bespreking juni 2010 Mede vanwege de inspraakreactie van de heer Bunnik zijn in de raadsbespreking van juni 2010 meerdere vragen gesteld over de toekomst van het gebied en de communicatie met de heer Bunnik. In essentie komen deze op het volgende neer: Wat gebeurt met de vrachtwagens die van en naar het bedrijf van Bunnik rijden Wat is de toekomst van het bedrijf van Bunnik Wat zijn de mogelijkheden voor verplaatsing van het bedrijf van Bunnik Wat zijn alternatieve andere mogelijkheden voor het terrein waar Bunnik nu zit Hoe zit het met de Burgemeester van Hofwegensingel Antwoorden, onderzoeksresultaten en uitgangspunten voor vervolg Overleg Er zijn meerdere overleggen geweest tussen de gemeente en Bunnik, zowel voor als na juni In deze overleggen is gesproken over de mogelijkheden om tot een oplossing voor het bedrijf te komen. Initiatief Bunniklocatie Voortvloeiend uit bovengenoemd overleg is door Bunnik in december 2010 een initiatiefplan bij de gemeente ingediend voor herontwikkeling van de Bunniklocatie. Dit initiatief is door de gemeente beoordeeld en verder doorgesproken met Bunnik. Burgemeester van Hofwegensingel Een van de varianten van het verkeersonderzoek is de aanleg van een westelijke ontsluitingsweg langs het spoor, de Burgemeester van Hofwegensingel. Dit is een oplossing want dat kan het bedrijf worden voortgezet vanuit de bestaande locatie. In het hoofdstuk over verkeer wordt dieper ingegaan op mogelijkheid tot aanleg van deze weg. pagina 24

25 4. Bijlagen pagina 25

26 Bijlage 1: correspondentie juni 2010 t/m februari 2011 afzender/geadresseerde datum soort onderwerp (evt) Bouwfonds ingekomen Ontwikkeling zuidelijk stationsgebied Bouwfonds uitgaand Ontwikkeling zuidelijk stationsgebied Bouwfonds ingekomen Ontwikkeling zuidelijk stationsgebied Bruijne, W. de ingekomen spoortunnel Bruijne, W. de uitgaand spoortunnel Bunnik ingekomen bouwplannen zuidelijk stationsgebied Bunnik uitgaand bouwplannen zuidelijk stationsgebied Bunnik en Salari ingekomen initiatiefplan Bunnik en Salari uitgaand reactie op initiatiefplan Busker, Annique ingekomen brief aan burgemeester Busker, Annique uitgaand antwoordbrief CDA, CU en SGP ingekomen kritiek op focusgroepen CDA, CU en SGP uitgaand tussenrapportage focusgroepen Fietsersbond Gouda ingekomen plannen zuidelijk stationsgebied Ligtermoet&Partners ingekomen Ontwikkeling zuidelijk stationsgebied Loo, Meline, 't ingekomen brief aan burgemeester Loo, Meline, 't uitgaand antwoordbrief Meijer, Marc ingekomen bomen zuidelijk stationsgebied Meijer, Marc uitgaand bomen zuidelijk stationsgebied Plangebied ingekomen alternatief conceptplan C. Schols Platform Binnenstad ingekomen reactie op ontwikkelplan Platform Binnenstad ingekomen opmerkingen en vragen Platform Binnenstad Platform Zuidelijk stationsgebied uitgaand antwoord Griffie Platform Zuidelijk stationsgebied ingekomen handtekeningen Kattensingel Crabethstraat Platform Zuidelijk stationsgebied ingekomen oprichten platform Schols, C ingekomen conceptplan Schönfeld, P ingekomen ontwikkeling Spoorzone Schönfeld, P uitgaand ontwikkeling Spoorzone VVE Kattensingel ingekomen signalering problemen vragen VVE Kattensingel uitgaand JH de Wilde ontw ZS Werkgroep Behoud Leefomgeving ingekomen alternatief plan Werkgroep Behoud Leefomgeving ingekomen bijlage alternatief plan Werkgroep Behoud Leefomgeving ingekomen reactie op conceptplan Werkgroep Behoud Leefomgeving ingekomen reactie nav eerste bijeenkomst FG Verkeer Werkgroep Behoud Leefomgeving ingekomen reactie verontruste bewoner Wilde de ingekomen ontwikkeling zuidelijk stationsgebied Wilde de uitgaand conceptplan Wilde de ingekomen vragen/opmerkingen nav Raadsvergadering Wilde de uitgaand antwoorden op conceptplan Wilde de ingekomen alternatief plan Wilde de uitgaand voorstel aanpassing conceptplan Wilde de ingekomen brief aangepast plan Wilde de ingekomen bijlage aangepast plan Wilde de uitgaand conceptplan zuidleijk stationsgebied Wilde de ingekomen verkeersonderzoek Wilde de uitgaand verkeersonderzoek Wijkteams Nwe Park, Binnenstad, ingekomen advies verkeersonderzoek Wijkteam Bloemendaal ingekomen advies verkeersonderzoek Wijkteam Kadebuurt ingekomen advies verkeersonderzoek pagina 26

27 Bijlage 2: verslagen bijeenkomsten naam overleg datum Focusgroep Fietsen 6 september 2010 Focusgroep Fietsen 12 oktober 2010 Focusgroep Fietsen 14 februari 2011 Focusgroep Ondernemers (eindverslag) 7 oktober 2010 Focusgroep Stedenbouw 9 september 2010 Focusgroep Stedenbouw 19 oktober 2010 Focusgroep Verkeer Kadebuurt 2 september 2010 Focusgroep Verkeer Kadebuurt 6 oktober 2010 Focusgroep Verkeer Kadebuurt 15 februari 2011 Focusgroep Verkeer Plangebied 31 augustus 2010 Focusgroep Verkeer Plangebied 5 oktober 2010 Focusgroep Verkeer Plangebied 14 februari 2011 Huurders Crabethpark 7 oktober 2010 Platform Binnenstad en haar randen 10 november 2010 Platform Binnenstad en haar randen 12 december 2010 Platform Binnenstad en haar randen 15 februari 2011 Platform Zuidelijk Stationsgebied 16 november 2010 Platform Zuidelijk Stationsgebied 29 november 2010 Platform Zuidelijk Stationsgebied 14 februari 2011 pagina 27

28 Bijlage 3: onderzoeken Zuidelijk stationsgebied onderwerp naam rapport onderzoeksbureau archeologie archeologisch onderzoek stationsgebied zuid Gouda Archeomedia bomen BWNL Zuidelijk Stationsgebied eindrapportage Bomenwacht BWNL Zuidelijk Stationsgebied Bijlage A Bomenwacht BWNL Zuidelijk Stationsgebied Bijlage B Bomenwacht dpo Zuidelijk Stationsgebied / Mogelijkheden en effecten uitbreiding Binnenstad Jones Lang Lasalle externe veiligheid Onderzoek externe veiligheid Inogen lichtinval bezonnings tekening TenT verkeer Verkeersonderzoek Zuidelijk Stationsgebied Grontmij Bijlage 1 / beoordeelde varianten Grontmij Bijlage 2 / expeditieverkeer Grontmij Bijlage 3 / gevolgen Kadebuurt Grontmij Bijlage 4 / Van Hofwegensingel Grontmij pagina 28

29 Bijlage 4: reacties van de wijkteams Wijkteam Binnenstad Wijkteam Kort Haarlem Wijkteam Nieuwe Park Onderwerp: Advies gezamenlijke wijkteams over het Verkeersonderzoek Zuidelijk Stationsgebied. Geacht College, Hieronder leest u het advies van de Wijkteams Binnenstad, Kort Haarlem en Nieuwe Park over het Verkeersonderzoek Zuidelijk Stationsgebied dat door de gemeente onder de wijkteams en deelnemers van de Focusgroepen is verspreid. Daarnaast krijgt u als bijlage nog een aanvullend advies van Wijkteam Binnenstad en Nieuwe Park. Wij vinden het onjuist dat naast het Verkeersonderzoek geen stukken zijn bijgevoegd die betrekking hebben op onder andere het stedenbouwkundige plan. Een integrale beoordeling en advies daarover is nu niet mogelijk. Dit advies heeft alleen betrekking op het Verkeersonderzoek van 1 februari 2011, ons toegezonden door de gemeente. De vertegenwoordigers van de wijkteams hebben in de Focusgroepen hun standpunt duidelijk kunnen maken. Naar aanleiding hiervan hebben zij in een gezamenlijke brief van 11 oktober 2010 aangegeven dat slechts één oplossing voor het parkeren van auto s en de daarbij horende ontsluiting te zien is namelijk de zg. duo-garage waarbij zowel aan de noordkant als aan de zuidkant van het spoor een parkeergarage wordt gerealiseerd met een onder- of bovengrondse verbindingsweg. Zij hebben u toen verzocht de regie op dit proces stevig in handen te nemen en samen met betrokkenen te zoeken naar een passende oplossing voor zowel het parkeervraagstuk als de knelpunten die er zijn rondom aan- en afvoer van zowel langzaam- als snelverkeer. De hierboven genoemde wijkteams zijn van mening dat Variant B3 het beste aansluit op de door ons reeds lang en bij vele gelegenheden ingebrachte wens tot integrale planontwikkeling voor noord en zuid waarbij functies daar worden gerealiseerd waar dat het meest wenselijk is. M.b.t. de parkeergarage aan de noordzijde is dit o.a. ook besproken en beaamd door leden van het College, bijvoorbeeld n.a.v. de gezamenlijke brief van Nieuwe Park, Binnenstad en SOG van juni Tot onze teleurstelling is deze variant (B3) door Multi Vastgoed als niet kansrijk beoordeeld. De belangrijkste argumenten om wèl voor variant B3 te kiezen zijn: 1) Een combigarage sluit het meest aan op het door de gemeente vastgestelde mobiliteitsplan. Het verkeer, ook dat komt uit zuidelijke richting, wordt dan via de binnenring geleid. Dit komt ten goede aan de doorstroming op het Albert Plesmanplein, Spoorstraat, Kleiwegplein en de Singels. Ook geeft dat meer mogelijkheden om een aantrekkelijke looproute te creëren door de Spoortunnel. 2) Het combineren van grote aantallen fietsers en autoverkeer, zoals bij de meeste andere varianten gebeurt, is vanuit verkeersveiligheid en het stimuleren van het gebruik van de fiets onwenselijk. Bij de combigarage blijven de rechtstreekse hoofdfietsroutes gescheiden van het autoverkeer. pagina 29

30 3) In het noordelijk deel van het spoor is een parkeergarage gepland naast het Huis van de Stad. Er komt dus al een ontsluiting vanaf de Burgmeester James Singel. Het moet toch mogelijk zijn deze parkeergarage boven het spoor te verbinden met de garage aan de zuidkant. Het zou een gemiste kans zijn geen verbinding te maken tussen beide parkeergarages die ongeveer gelijktijdig worden gerealiseerd. Wij adviseren u daarom met NS Vastgoed, Prorail en Multi Vastgoed deze variant (B3) serieus te overwegen en daarvan verslag te doen. Als we een tweede keus zouden moeten maken kiezen de gezamenlijke Wijkteams (inclusief Bloemendaal en Kadebuurt) voor variant C1. Dat houdt de aanleg van de Van Hofwegensingel in. Het Wijkteam Nw. Park plaatst daar nog aanvullende voorwaarden bij zoals u kunt lezen in het advies van dat wijkteam. Bij variant C2 worden de Singels en de spoortunnel zwaarder met verkeer belast dan in de variant C1. Ook wordt het fietsverkeer (uit twee richtingen!) gemend met het autoverkeer. Wij vinden dat zeer ongewenst. C1 sluit ook beter aan op het mobiliteitsplan. Wij achten de vestiging van een supermarkt in het plangebied van Multi niet verstandig. Naast de verkeersaantrekkende werking door bezoekers die alleen maar komen voor de supermarkt, voorzien wij een substantiële toename van het vrachtverkeer. Ook de concurrentiepositie tegenover de bestaande supermarkten lijkt ons ongewenst. In het plan is onvoldoende aandacht besteed aan het fietsverkeer, zowel met bestemming het station als ook bijvoorbeeld de grote hoeveelheid fietsers in de richting van het scholengebied aan de Winterdijk. Zij moeten vóór het station langs. Wij missen een fietsenstalling bij het station van voldoende omvang zodat ook het stationsplein vrij kan worden gemaakt van geparkeerde fietsen. Ons uitgangspunt blijft overigens, evenals dat in het verkeersonderzoek, dat de woonwijken ontzien worden, er een aantrekkelijke langzaamverkeersroute van station naar de binnenstad wordt gerealiseerd, fietsen wordt gestimuleerd en het autoverkeer zich afwikkelt op de daarvoor in het mobiliteitsplan bestemde wegen. Wij zijn positief over een aantrekkelijke herinrichting van het gebied van het station naar de binnenstad, maar wel passend binnen het kader van de bestaande stad en het reeds vastgestelde beleid. Namens de Wijkteams Binnenstad, Kort Haarlem en Nieuwe Park, Bijlage 1. Specifiek Advies Wijkteam Binnenstad Bijlage 2. Specifiek Advies Wijkteam Nieuwe Park pagina 30

31 Betreft: aanvullende reactie wijkteam Binnenstad op gemeenschappelijk advies verkeersplan zuidelijke Spoorzone Gouda, 22 februari 2011 Geacht College, geachte Raad, In deze brief treft u de nadere reactie aan van het wijkteam Binnenstad op het Verkeersonderzoek Zuidelijk Stationsgebied, zoals neergelegd in het rapport van Grontmij van 1 februari 2011 (hierna: het rapport). In de gezamenlijke brief van de wijkteams Binnenstad, Kadebuurt, Kort Haarlem en Nieuwe Park heeft uw college kennis kunnen nemen van gedeelde voorkeur voor variant B3 (ontsluiting Burgemeester Jamessingel (hierna: BJS)). Multi Vastgoed heeft deze variant kennelijk als niet kansrijk beoordeeld. Het wijkteam Binnenstad wil graag beter inzicht in de argumenten die hebben geleid tot deze conclusie. De nadelen die in het rapport zijn opgesomd bij variant B (waarbij het wijkteam ervan uitgaat dat die volgens de opstellers voor alle subvarianten van B gelden) en in bijlage 1 zijn naar onze mening niet voldoende onderbouwd en daardoor niet overtuigend. Dit klemt omdat de voordelen van deze variant groot zijn en bovendien beter lijken aan te sluiten op de praktijk van het autoverkeer, de gewenste verkeersstromen en behoeften en praktijk van het fietsverkeer. Voordat wordt ingegaan op de voordelen van variant B3 eerst nog een reactie op een aantal in het rapport gesignaleerde nadelen van variant B (blz. 15): Het nadeel van het feit dat de Kadebuurt voor autoverkeer niet meer ontsloten wordt door de Noothoven van Goorstraat wordt opgeheven doordat tevens voorzien wordt in een betere doorstroming van BJS via Spoorstraat naar Blekerssingel. Dat de traverse BJS financieel nadeliger zou zijn, is niet onderbouwd. Nadeliger voor wie? En om welke bedragen gaat het dan? Dat de uitwerking van variant B betekent dat er aanpassingen moeten plaatsvinden van werkzaamheden die nu plaatsvinden aan de BJS is gezien de omvang van het hele project een argument van ondergeschikte aard. Het argument van het omlaag brengen van de verblijfskwaliteit aan de BJS is evenmin overtuigend. De parkeergarage wordt daar nu eenmaal gebouwd en grootste stroom autoverkeer komt vanuit het noorden en zal de BJS passeren. Niet valt in te zien dat de aanwezigheid van een ingang van de garage aan de BJS-zijde tot een (aanzienlijke) verslechtering zal leiden ten opzichte van een ingang aan de Spoorstraat (variant A). Alleen variant C zal dit bezwaar kunnen wegnemen omdat dan een hele verkeersstroom wordt weggeleid van de BJS. Het wijkteam heeft signalen dat Prorail niet onwelwillend staat tegenover het voeren van gesprekken over het uitwerken van deze variant. De conclusie dat planning en kosten minder goed beheersbaar zijn lijkt wat voorbarig. Daar zijn afspraken over te maken, ook over risicoverdeling. Hetzelfde geldt voor de vermeende vertraging voor de bouw van de noordelijke garage. Het argument van de minder flexibele planning in verband met aan te vragen buitendienststellingen is zelfs niet te begrijpen. Wat wordt bedoeld? Voor het wijkteam Binnenstad zijn op verkeerskundig gebied een aantal aspecten van belang. Het betreft het fietsverkeer (verkeersveiligheid en bereikbaarheid noord en NS-station voor bewoners binnenstad; idem voor bezoekers van de binnenstad vanuit noord), de doorstroming van het autoverkeer en parkeercapaciteit. pagina 31

32 Het grote voordeel van variant B3 is dat het het autoverkeer van bezoekers van het plangebied vanuit de noordzijde weghoudt van de binnenstad: zorg dat bezoekers zo snel mogelijk hun auto kwijt kunnen, om vervolgens te gaan winkelen. Dit voordeel is evident. Daar komt bij dat het fietsverkeer van noord naar zuid en vice versa in deze variant niet kruist met het autoverkeer dat van en naar de parkeergarage rijdt. Een voor fietsers goed bereikbare binnenstad verkleint de gevoelde noodzaak om voor boodschappen met de auto naar de binnenstad te komen. Deze variant heeft dan ook veruit de voorkeur van het wijkteam Binnenstad. Met B3 als uitgangspunt zou naar het oordeel van het wijkteam overwogen moeten worden geen zuidelijke ingang te creëren voor de nieuwe parkeergarage. Immers, bezoekers komend vanuit het zuiden (via de Fluwelen- en Blekerssingel) hebben de mogelijkheid hun auto al eerder te parkeren bij Klein Amerika of op het Schouwburgplein, om vervolgens daar de binnenstad in te gaan. Dit houdt ook die delen van de binnenstad aantrekkelijk. Willen ze desondanks toch parkeren in de nieuwe garage, dan is het geen grote moeite om via de Spoorstraat de ingang bij de BJS te gebruiken. Mocht het toch noodzakelijk zijn om een ingang aan de zuidzijde te realiseren, dan zou dat via de Spoorstraat kunnen (vanaf de zuidzijde voor het spoor omhoog en de Spoorstraat oversteken). Het fietsverkeer van noord naar zuid én vice versa kan door westelijke tunnelbuis worden geleid. Het autoverkeer van noord naar zuid (BJS->Blekerssingel) kan dan ongehinderd doorstromen. Deze variant ontlast bovendien de Kadebuurt. Voorts hecht het wijkteam Binnenstad eraan om de route naar het NS-station vanaf de Kleiwegbrug en de Vredebest voor fietsverkeer open te stellen. De ervaring leert dat met name tijdens de ochtend en avondspits fietsers te allen tijde de snelste (en dus kortste) route naar en van het station nemen. Plannen tot het bestempelen als louter voetgangersgebied ten spijt; fietsers zullen die route blijven nemen, zeker met het station praktisch in zicht. De Vredebest is breed genoeg om bijvoorbeeld in het midden een fietsstrook op te nemen. In de bestrating zou dan tot uitdrukking moeten komen dat die strook primair voor fietsers is bedoeld. Het wijkteam dringt erop aan dit expliciet in de plannen op te nemen. Tot slot wenst het wijkteam Binnenstad op te merken dat de eventuele plannen om een (grote) supermarkt te laten vestigen in het Zuidelijk Stationsgebied noodzaakt tot het creëren van voldoende parkeergelegenheid. Het feit dat de parkeergarage nu al te klein is op basis van bestaande parkeernormen maakt met deze nieuwe informatie de noodzaak tot een goede parkeerbalans alleen maar urgenter. Wij vragen u om geen besluit over de grootte van de garage te nemen voor deze parkeerbalans er is. Ook de verkeersstromen zullen naar verwachting anders zijn dan wanneer zo n supermarkt er niet is. In deze situatie zal de wens om fietsverkeer over de Vredebest mogelijk te maken nog sterker worden. Met vriendelijke groet, Namens Wijkteam Binnenstad Gouda, Werkgroep Binnenstad Bereikbaarder, Arjen Doosje, Léon van der Meij, Louis Broekhuijsen en Peterpaul Kloosterman pagina 32

33 Betreft: Advies Verkeersonderzoek Zuidelijkstationsgebied. Bijlage Wijkteam Nieuwe Park Geacht College, Stichting Wijkteam Nieuwe Park Kattensingel CC Gouda tel: Gouda, 23 februari 2011 Naast de gezamenlijke brief van de Wijkteams, Binnenstad en Nieuwe Park gaan wij hier nog in op de specifieke punten voor onze wijk. Beoordeling varianten uit het Verkeersonderzoek. Graag willen wij hier nogmaals benadrukken dan wij groot voorstander zijn van de Variant B3. De argumenten daarvoor vindt u in de brief van de gezamenlijke Wijkteams. Daarnaast willen wij twee aanvullingen maken op Variant C1 (aanleg Van Hofwegensingel). Als de ontsluiting van de parkeergarage blijft zoals die is aangegeven in het verkeersonderzoek zal het autoverkeer over het stationsplein moeten rijden. Het plein wordt dan voor voetgangers gevaarlijk en daardoor minder aantrekkelijk. Naast bezoekers die met de auto komen zullen er velen van het openbaar vervoer gebruik maken. De entree van het centrum verslechtert doordat bezoekers eerst een weg met rijdende of stilstaande auto s moeten oversteken. Ook zal met deze variant de Crabethstraat een grote hoeveelheid verkeer naar de garage te verwerken krijgen. De rijrichting in de Crabethstraat wordt immers omgedraaid en het autoverkeer heeft op die manier een gemakkelijke toegang tot het stationsplein en de parkeergarage. Ook via het Van Bergen IJzendoorn Park zal het autoverkeer toenemen, omdat niet iedereen de Van Hofwegensingel zal gebruiken om naar de parkeergarage te rijden. Daarom zijn wij van mening dat het onmogelijk moet worden gemaakt om via het Park of de Crabethstraat van of naar de parkeergarage te rijden. Als betere oplossing zowel voor het stationsplein als voor het omliggende woongebied stellen wij voor om bij variant C1 een parkeergarage te realiseren op het Lombok terrein waar nu o.a. het transportbedrijf Bunnik is gevestigd. Wellicht kan de parkeergarage zo worden gerealiseerd dat het terrein van Bunnik in stand blijft. Zo wordt ook Bunnik via de Van Hofwegensingel ontsloten en kan tegelijkertijd de hinder door vrachtverkeer in de woonwijk worden verminderd. De Van Hofwegensingel eindigt dan bij de huidige aansluiting van het industrieterrein op het Van Bergen IJzendoorn Park. Van daaruit zijn er meer dan genoeg mogelijkheden om een aantrekkelijke looproute te maken naar het stationsplein en de winkels. Het spreekt voor zich dat de parkeergarage, die zo dicht tegen het monumentale park aan ligt zorgvuldig moet worden ingepast. In aanvulling op het bovenstaande zijn wij van mening dat de weg langs Hoogvliet zo snel mogelijk bovenover het spoortalud moet worden geleid. Het grote voordeel is dat op het spoorterrein dan geen voorbelasting van de grond nodig is en ook de oerbosjes niet aangetast hoeven te worden. Het eerste stuk, tussen de bestaande weg en het talud, zal wel onderheid moeten worden. Wel zal een aantal sporen van Prorail verwijderd of verlegd moeten worden. Gezien de grote hoeveelheid sporen en de uitgestrektheid van het spoorterrein moet dat geen onoverkomelijke problemen geven. pagina 33