Naam:... Nr... 5,20 5,21 5,24 5,27 5,28 5,30 5,270 5,271 5,274 5,278 5,280 1,555 1,505 6,250 6,025 0,07 0,007

Transcriptie

1 1 JAARTALLEN RANGSCHIKKEN zie de handleiding 2-3 KOMMAGETALLEN TOT d 1 Vul de ontbrekende kommagetallen in ,2 5,3 5,5 5,8 6 5,20 5,21 5,24 5,27 5,28 5,30 5,270 5,271 5,274 5,278 5,280 2 Vul in: <, > of =. 4,120 4,210 1,555 1,505 5,09 5,90 0,501 0,5 6,025 6,250 4,23 4,2 3,1 3,100 0,007 0,07 8,8 8,756 3 Schrijf het getal. 4 Welke waarde heeft de 2 in deze getallen? 7H + 9T + 2E + 5t + 8h + 4d = 3D + 9H + 4T + 8t + 7d = 4h + 2t + 8d = 9E + 9h = 245,155 2 = 2 56,023 2 = ,4 2 = 2 0,592 2 = 2 5 Tel verder of tel terug. + 0,01 5,27 0,01 0, ,001 2,236 0,001 4, ,02 6,25 179

2 4 LIJNGRAFIEKEN 1 Vul de juiste tijdstippen aan. markt C D kasteel A B hoeve uur De pachter vertrekt met paard en kar aan de hoeve om. Hij doet er minuten over om bij bij het kasteel te komen. Daar laadt hij een deel van zijn groenten uit. Het uitladen (A) duurt minuten. Hij vertrekt weer om (B). Om (C) komt hij aan op de markt. Daar laadt hij de rest van zijn groenten af. Hoe lang duurt dat? minuten. Vind je ook het antwoord op deze vraagjes? Hoe lang duurde de terugrit van de markt naar de hoeve? Hoeveel korter is dat dan de rit van de hoeve naar de markt (de pauze niet meegerekend)? Wat kan daarvoor de reden zijn? 2 Teken de grafiek. Bert vult een zwembadje met water. Na 10 minuten is er 200 liter in het zwembad. Dan draait Bert even de kraan dicht omdat er aangebeld wordt. 5 minuten later draait hij de kraan weer open. Een kwartier later is het zwembadje bijna vol: er is al 600 liter in. Bert laat het water nog even verder lopen tot er 800 liter in het zwembadje zit. minuten 5 0 liter ROMEINSE CIJFERS 6 PATRONEN zie de handleiding 180

3 7 KOMMAGETALLEN TOT h VERMENIGVULDIGEN EN DELEN A Vermenigvuldigen 1 Los op. Gebruik de getallenlijn. 3 x 0,02 = 0,06 0 0,01 0,02 0,03 0,04 0,05 0,06 0,07 0,08 0,09 0,1 3 x 0,02 = 3 x 2h = 6h = 0,06 2 x 0,04 = 3 x 0,03 = 2 Nu wat moeilijker 2 x 0,03 = 0,02 x 3 = 5 x 0,03 = 5 x 3h = 15h = 0,15 0,03 x 2 = 0,01 x 6 = 6 x 0,05 = 7 x 0,08 = 3 Nog een stapje verder! 9 x 0,07 = 9 x 0,05 = 5 x 0,13 = 5 x 13h = 65h = 0,65 0,09 x 9 = 0,06 x 8 = 4 x 0,22 = 3 x 0,31 = 0,25 x 3 = 6 x 0,15 = 2 x 0,45 = 0,27 x 3 = 4 En ten slotte 5 x 2,03 = 5 x 203h = 1 015h = 10,15 of 5 x 2,03 = (5 x 2) + (5 x 3h) = h = 10,15 4 x 1,06 = 5 x 4,05 = 6 x 5,07 = 8,03 x 9 = 3,06 x 8 = 9,09 x 9 = 5 Tien of honderd keer groter H T E, t h d 145 x 8E 145 0, x 1T 0 6 x 10 0, 6 x x 0,06 = 10 x 6h = 60h = 6t = 0,6 100 x 0,06 = 100 x 6h = 600h = 6E = 6 H T E, t h d 145 x 8E 145 5, x 1T 2 5 x , 5 x x 5,25 = 52,5 100 x 5,25 = x 0,08 = 0,48 x 10 = 5,77 x 10 = 2,05 x 10 = 100 x 0,06 = 0,48 x 100 = 5,77 x 100 = 4,06 x 100 = 181

4 B Delen 1 Los op. Gebruik de getallenlijn. 0,06 : 3 = 0,02 0 0,01 0,02 0,03 0,04 0,05 0,06 0,07 0,08 0,09 0,1 0,06 : 3 = 6h : 3 = 2h = 0,02 0,04 : 2 = 0,03 : 3 = 0,08 : 4 = 0,06 : 2 = 0,07 : 7 = 0,09 : 3 = 2 Nu wat moeilijker 0,15 : 3 = 15h : 3 = 5h = 0,05 0,30 : 6 = 0,56 : 8 = 0,54 : 6 = 0,63 : 7 = 0,63 : 9 = 0,45 : 9 = 0,81 : 9 = 0,56 : 8 = 0,48 : 6 = 3 En ten slotte 10,05 : 5 = 1 005h : 5 = 201h = 2,01 of 10,05 : 5 = (10 : 5) + (5h : 5) = 2 + 1h = 2,01 4,24 : 4 = 20,25 : 5 = 30,42 : 6 = 72,27 : 9 = 8,48 : 8 = 81,81 : 9 = 4 Tien of honderd keer kleiner H T E, t h d 145 x 8E x 1T : 10 0, 6 : 100 0, : 10 = 6t = 0,6 6 : 100 = 6h = 0,06 H T E, t h d x 8E 1455 x 1T : 10 2, 5 : 100 0, : 10 = 2,5 25 : 100 = 0,25 0,8 : 10 = 4 : 10 = 6 : 100 = 4,8 : 10 = 48 : 100 = 5,7 : 10 = 5,2 : 10 = 70 : 100 = 50,4 : 10 = 182

5 8 DE UITKOMST MAG NIET VERANDEREN! A Optellen en aftrekken Optellen = = = = = = Aftrekken = = = = = = Zet een kruisje als de oplossing juist is. O O O O O O = = = = = = = = = = = = Reken handig uit = = = = = B Vermenigvuldigen en delen Vermenigvuldigen Delen 6 x 15 = 3 x 30 = 90 : 2 x 2 40 : 8 = 20 : 4 = 5 : 2 : 2 26 x 500 = 13 x = x 400 = 54 x 200 = : 28 = 210 : 7 = : 90 = 810 : 9 = : 5 = : 10 =

6 1 Zet een kruisje als de oplossing juist is. O O O O O O 720 : 18 = 360 : 9 = x 40 = 18 x 20 = : 16 = 1600 : 4 = x 15 = 210 x 30 = x 360 = 100 x 90 = : 14 = 80 : 2 = 40 2 Reken handig uit. Vermenigvuldigen 16 x 250 = 8 x 250 = 20 x 250 = 80 x 250 = 84 x 250 = 15 x 420 = 506 x 40 = 36 x 150 = Delen : 90 = 540 : 60 = 540 : 30 = : 40 = 524 : 4 = 432 : 6 = 912 : 8 = 450 : 15 = 184

7 9 CIJFEREND OPTELLEN EN AFTREKKEN MET KOMMAGETALLEN TOT h A Optellen 1 Eerst schatten, dan uitrekenen. Vergeet de komma niet! 127, ,07 = 418, ,53 = ,04 = D H T E, t h D H T E, t h D H T E, t h Nu op ruitjespapier 512, ,14 = 728, ,9 = 608, ,08 = 762, ,53 = 185

8 B Aftrekken 1 Eerst schatten, dan uitrekenen. Vergeet de komma niet! 78,43 23,07 = 876,25 36,94 = 263,8 147,03 = D H T E, t h D H T E, t h D H T E, t h 2 Nu op ruitjespapier 574,36 92,05 = 369,2 61,62 = 608,06 590,8 = ,43 = 186

9 10 CIJFEREND DELEN (de rest is 0) 1 Deel tot op 0,1 nauwkeurig. Vergeet niet eerst te schatten! 892,4 : 4 = 666 : 5 = 705,9 : 3 = H T E, t H T E, t H T E, t 2 Deel tot op 0,01 nauwkeurig. Vergeet niet eerst te schatten! 563 : 4 = 482,13 : 3 = 904,05 : 9 = H T E, t h H T E, t h H T E, t h 11 GELIJKNAMIGE BREUKEN OPTELLEN EN AFTREKKEN zie de handleiding 187

10 12 EEN TIJDSDUUR IN JAREN BEREKENEN zie de handleiding 13 HERLEIDINGEN 1 Noteer de lengtematen in de tabel. Voer dan de herleidingen uit. km 100 m 10 m m dm cm mm 25 m 13 mm 3 km 152 cm 6,7 m 8,95 dm 516,2 cm 6,02 dm 20,17 m 5,15 km 25 m = dm 13 mm = cm 3 km = m 152 cm = dm 6,7 m = dm 8,95 dm = cm 516,2 cm = mm 6,02 dm = cm 20,17 m = dm 5,15 km = m 2 Herleid deze maten. Teken vooraf de nodige tabellen op een blaadje. 35 km = m 20 mm = cm m = km 20,17 m = cm 6,45 m = dm 7 dm = m 0,5 l = cl 1,375 l = ml 68,9 dl = cl 24,3 cl = dl 347 ml = dl 24 cl = l g = kg 4,6 kg = g 250 g = kg 3 kg = g 4 5 ton = kg 0,15 ton = kg 188

11 14 TEMPERATUUR 1 Hoeveel graden geeft de thermometer aan? C C C C 2 Kleur de temperatuur op deze thermometers C 9 C 0 C 15 C 189

12 15 CIRKELS Teken met je passer bloemen zoals in het voorbeeld. De straal van de cirkel is 2 cm. De diameter van de cirkel is 6 cm. Je mag de diameter van de cirkel zelf kiezen. 190

13 16 HOEKEN 1 Welke van de twee hoeken is het grootst? Overtrek die hoek met een kleur. Om dat goed te zien teken je een van beide hoeken over op een doorzichtig blaadje zodat je echt kunt vergelijken. Let op: je ogen bedriegen je soms! A C B D 2 Benoem de hoeken. Kies uit: rechte hoek, stompe hoek, scherpe hoek Teken nu zelf hoeken met je geodriehoek. een scherpe hoek een stompe hoek een rechte hoek 191

14 17 LOODRECHT EN EVENWIJDIG 1 Vul in. b c d a e h Welke rechten lopen evenwijdig? // // // Welke rechten staan loodrecht op elkaar? f g 2 Teken een evenwijdige aan deze rechten. Gebruik je geodriehoek. a b c 3 Teken een loodlijn op deze rechten. Gebruik je geodriehoek. a b c 192

15 18 GELIJK VAN VORM EN GROOTTE OF GELIJKVORMIG 1 Maak de figuur groter door zijde AB en zijde DC te verdubbelen. A B D C Heb je een figuur getekend die gelijkvormig is met het vierkant? 2 Halveer de lengte en de breedte van de rechthoek. Heb je een figuur getekend die dezelfde vorm en grootte heeft als de rechthoek? Heb je een figuur getekend die gelijkvormig is met de rechthoek? 3 Teken nu zelf een figuur die gelijkvormig is met het vierkant. 193

16

17 1 Geef bewerkingen met dezelfde uitkomst dezelfde kleur = = 200 x 4 = 50 x 16 = = = 9 x 84 = 4 x 140 = = = 8 x 70 = 9 x 74 = = = 18 x 37 = 18 x 42 = = = 14 x 40 = 7 x 80 = 2 Welk getal staat er onder de vlekken? = = 24 x 25 = 12 x = x 100 = = 300 = 400 : 50 = : 5 = = = 32 x 75 = 16 x = 8 x = : 90 = : 9 = = = = = 15 x 75 = = 3 Vul de tabellen verder aan. x 2 : 4 x x 3 : 2 x

18 4 In welk jaar zijn ze gemaakt? M = D = 500 C = 100 L = 50 5 Romeinse getallenpuzzel. Vul de getallen in. 1 6 X X 2 V I 3 I 4 X I X 5 V 7 I X C I 8 I X X 9 I 10 C C X I V 12 X C I I 14 C X I I L X X V I = 1 V = 5 X = 10 L = 50 C = Spelen met de teletijdmachine. Hoeveel tijd is er verstreken (in dagen, maanden en jaren)? d 5 m 527 j

19 7 Noteer de bewerking en reken cijferend uit. Jannes heeft euro. Kan hij alle spullen op zijn lijstje kopen? Bewerking: Fatima heeft euro. Kan zij alles van haar lijstje kopen? Bewerking: Antwoord: Antwoord: 197

20 8 Op wandeltocht km F 5 E D 4 G C 3 A B uur Jelle en Sanne vertrekken op tocht. Hoe ver is de wandeltocht? km Ze vertrekken samen om uur. Jelle vertrekt in een stevig tempo. Sanne doet het wat rustiger aan. Overtrek op de grafiek de lijn die bij Jelle hoort in het groen. Wanneer rust Sanne voor het eerst? punt = uur. Hoe lang rust Jelle in totaal? minuten Wie haalt wie in? Bij welk punt gebeurt dat? Hoe lang zijn ze in totaal onderweg? uur min. Wat gebeurt er in punt F? 198

21 BLOK 12 TOETS Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... G... / 10 B... / 15 MMR... / 10 MK... / 15 TOTAAL... / 50 = / 100 G... / 10 1 Positieve en negatieve temperaturen... / 2,5 a Omcirkel telkens de hoogste temperatuur. 8 C of 10 C 4 C of 2 C 0 C of 2 C b Bereken het verschil tussen de laagste en de hoogste temperatuur op zaterdag en zondag. minimum maximum verschil zaterdag 6 C 2 C graden zondag 4 C 1 C graden 2 Breuken vergelijken... / 2 a Kleur het deel van de benzinetank dat nog vol is en vergelijk daarna. 4 9 van de benzinetank is vol. 2 3 van de benzinetank is vol. Wat is meer? 4 9 of 2 3? b Wel deel is meer? Je mag kleuren. 2 van de blokken = blokken. 5 1 van de blokken = blokken. 3 Wat is meer? 2 5 of 1 3? Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 4, Toetsmap blok 12. Van In. 81

22 BLOK 12 TOETS 3 Zoek de antwoorden in de tabel.... / 2 De familie Vandaele gaat broodjes halen in een broodjeszaak om mee te nemen op daguitstap. Samen bekijken ze het aanbod en de prijslijst. klein broodje groot broodje smos klein smos groot kaas 1,85 2,25 2,45 3,05 ham 1,90 2,30 2,50 3,10 kaas en ham 2,40 2,80 3,00 3,60 américain 2,20 2,60 2,80 3,40 martino 2,70 3,10 3,30 3,90 Bloody Mary (ui, tomaat, ketchup, ei, mayonaise) 2,70 3,10 3,30 3,90 Americano (ui, augurk, Amerikaanse saus) 2,70 3,10 3,30 3,90 gegrilde kip 2,80 3,20 3,40 4,00 pitasla 2,20 2,60 2,80 3,40 mozzarella 2,60 3,00 3,20 3,80 Wat is het duurste broodje op de prijslijst? Wat kost het minst: een groot broodje smos met ham of een groot broodje met gegrilde kip? Serena kiest een klein broodje américain. Hoeveel moet ze betalen? Papa neemt een groot broodje smos met mozzarella. Hoeveel moet hij betalen? 4 Zet om in een kommagetal of omgekeerd.... / 3, =, 0,08 = =, =, =, 0,7 = 0,315 = 82 Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 4, Toetsmap blok 12. Van In.

23 BLOK 12 TOETS Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... B 5 Reken handig uit.... / / 4 6,5 + 2,8 = 4,13 + 3,2 = 8,72 3,6 = 24 3,8 = 2,4 x 3 = 0,08 x 10 = 5,6 : 8 = 36,24 : 6 = 6 Schik onder elkaar en reken uit. Vergeet niet te schatten.... / , ,24 = ,45 =. 7 Eerst schatten en dan cijferend vermenigvuldigen... / ,12 x 7 = 645,32 x 26 = Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 4, Toetsmap blok 12. Van In. 83

24 BLOK 12 TOETS 8 En nu cijferend delen tot op 0,01. Eerst schatten!... / 3 789,18 : 6 = 474 : 8 = 9 Bereken het gemiddelde. Noteer ook je bewerking.... / 2 25 C 24 C 23 C 22 C 21 C 20 C 19 C 18 C 17 C 16 C 15 C 14 C 13 C 12 C 11 C 10 C 9 C 8 C 7 C 6 C ma di woe do vrij za zo De gemiddelde temperatuur van maandag en dinsdag was C. Bewerking: De gemiddelde temperatuur voor heel de week was C. Bewerking:. 84 Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 4, Toetsmap blok 12. Van In.

25 BLOK 12 TOETS Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / Dezelfde maat, maar anders gezegd... / 4 8 km = m 4,3 m = dm 700 mm = dm 16 dm = cm 0,6 l = dl 4,8 l = cl 4 dl = ml 2,456 l = ml 11 Hoeveel meter omheining heeft de boer nodig?... / 1 De omheining moet rond deze weide komen. = 1 m m omheining 12 Oppervlakte... / 5 a Hoe groot zijn de kampeerplaatsen? kampeerplaats 1: m² kampeerplaats 2: m² = 1 m² kampeerplaats 3: m² kampeerplaats 4: m² Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 4, Toetsmap blok 12. Van In. 85

26 BLOK 12 TOETS b Op het terras staat een grote plas. Hoe vind je toch de oppervlakte van het terras? De oppervlakte = hokjes. Dat vind ik door Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 4, Toetsmap blok 12. Van In.

27 BLOK 12 TOETS Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MK 13 Blokkenbouwsels... / / 6 a Teken de plattegrond met de hoogtegetallen, het vooraanzicht, het linker- en het rechterzijaanzicht. plattegrond vooraanzicht linkerzijaanzicht rechterzijaanzicht b En nu omgekeerd! Welke plattegrond hoort bij dit bouwsel? Kruis die aan Welk vooraanzicht hoort bij dit bouwsel? Kruis het aan. Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 4, Toetsmap blok 12. Van In. 87

28 BLOK 12 TOETS 14 Hoeveel blokken zijn er gebruikt?... / 1 Het bouwsel bestaat uit blokken. 15 Kruis het juiste spiegelbeeld aan.... / 1 16 Symmetrie... / 5 a Kleur enkel de figuren die symmetrisch zijn. 88 Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 4, Toetsmap blok 12. Van In.

29 BLOK 12 TOETS b Maak deze tekeningen symmetrisch. 17 Teken de figuur over in het andere rooster.... / 2 Kruis aan wat juist is. Deze figuren zijn gelijk van vorm en grootte. Deze figuren zijn gelijkvormig. De tweede figuur is vervormd. Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 4, Toetsmap blok 12. Van In. 89