Politieke Markt. EXTRACT uit het Verslag van de Politieke Markt Deventer. Datum: 24 juni Agendapunt : 3 Visie Deventer-Noordoost

Transcriptie

1 EXTRACT uit het Verslag van de Deventer. Datum: 24 juni 2009 Agendapunt : 3 Visie Deventer-Noordoost Tijd : uur Locatie: Raadzaal Voorzitter : A.M. Koot Griffier : A.G.M. Dashorst Aanwezig : raadsleden R.S. de Geest (PvdA), mw. H.G. Nijman-Visscher* (CU), mw. B.J.Th. Westerbeek- Spin (VVD), H.G. Jansen (CDA), A. Emens (ADB), mw. E.G. Grijsen (APB) en mw. K.J.J. Obdeijn (GL) college: wethouder M.P. Swart ambtelijke ondersteuning: C. Dingemanse (SO-PS) De voorzitter heet iedereen welkom. Hij legt uit dat er in deze fase geen spreekrecht is maar dat men wel een schrijven via de mail heeft ontvangen van een belangengroepering. De raadsleden zouden deze brief mee kunnen nemen in hun zienswijze. Mevrouw Grijsen begint meteen met de brief omdat ze geschrokken is van deze reactie. Het gaat in dit geval om meer dan één belangengroep. De reactie is mede afkomstig van normaalgesproken heel constructief meedenkende plaatselijk belangen, zoals platform Schalkhaar, plaatselijk belang Vrieswijk, en plaatselijk belang Lettele. Ze was aanvankelijk enthousiast over het meenemen van de zogenaamde stakeholders en de vraag hoe die meegenomen zouden kunnen worden om het gebied mooi in te richten. Dan gebeurt er dit en het heeft geen zin. Het heeft alleen zin om mensen mee te nemen in het proces als men de inbreng ook serieus neemt. Ze vraagt de wethouder daarom ook wat hij gaat doen met de reactie van genoemde partijen en wat hij vindt van het gelopen proces. Tevens reageert ze op het plan. Het nadeel van scenario-ontwikkeling is dat scenario s onderdeel van de discussie worden en dat de werkelijke vraag over de wensen ten aanzien van de invulling van het gebied naar de achtergrond verdwijnt. Gelukkig is er voor de wezenlijke scenario s nog volop ruimte voor discussie. In het collegeprogramma is aangegeven dat Deventer-Noordoost niet meer dan duizend woningen zou bergen. In de scenario s wordt dit aantal opgerekt. Het maximale aantal van tweeduizend woningen is afhankelijk van het effect op de infrastructuur in Deventer. Het valt haar op dat dit tegelijkertijd ook het belangrijkste aspect voor de scenario ontwikkeling lijkt te zijn. Behalve voor de wegen en de ontsluitingen vindt zij weinig respect terug voor het bestaande landschap. Landschappelijk ingepast bouwen vindt ze helemaal niet terug. Verder vindt ze dat dorpen met een brink maar zonder voorziening geen dorpen. Bovendien ontbreekt de samenhang daar. Verder valt het haar op dat de bebouwing over een heel groot gebied wordt uitgespreid. Het zoekgebied is allang niet meer beperkt tot het voormalige Lindeveld. Hieruit blijkt weinig respect voor het behoud van zoveel mogelijk groene ruimte. In alle plannen ontbreekt structurele ontsluiting door openbaar vervoer terwijl het gebied ver van het bestaande centrum van de stad ligt. Bij het landschapsontwikkelingsplan hebben ze anderhalf jaar geleden een soortgelijke exercitie meegemaakt. Ook toen mochten inwoners reageren op plannen waar niemand iets van snapte. Nu gebeurt dat weer, zoals blijkt uit de reactie van de deelnemers uit de klankbordgroep over het proces waaruit deze scenario s tot stand zijn gekomen. Zij adviseert het college deze plannen weer in de kast te leggen en te kijken naar wat het gebied echt aan kan. Daarmee dient rekening te worden gehouden met de watertoets en de bestaande landschappelijke kenmerken en infrastructuur. Dit dient in overleg met de klankbordgroep gedaan te worden zoals deze oorspronkelijk was samengesteld. Op basis daarvan kan een schets gemaakt worden die recht doet aan het gebied en het prachtige landschap. Daarbij dient het aantal woningen beperkt te worden tot het aantal zoals genoemd in het collegeprogramma.

2 2 De heer Jansen dankt alle mensen die tijd en aandacht aan deze kwestie tot nu toe hebben besteed, ook de burgers. Zijn fractie had gehoopt inmiddels wat duidelijkheid te hebben over het vervolgspoor. Daar valt echter nog niet zo veel over te zeggen. Wat betreft het proces is het jammer te horen dat de leden van de klankbordgroep zich niet gehoord voelen en hun beleving over dit proces teleurstellend is. Hij zou graag van de wethouder willen horen hoe hij hier tegenover staat. Dan noemt hij het product van dit proces. De diverse elementen hebben stuk voor stuk aardige elementen maar ze zijn ook stuk voor stuk nogal abstract en weinig uitgediept. Er is nog geen doorkijk op infrastructuur, verkeersafwikkeling, winkelcentra enzovoort. Er is ook nog geen indicatie van de kosten en de opbrengsten. Zijn fractie kijkt enigszins vreemd naar de kwantitatieve invullingen omdat er toch gewerkt zou worden volgens wat het gebied aankan. Hij vraagt of dat wat betreft woningen ergens is aangegeven en van hoeveel hectare men uitgaat. Verder vraagt hij of het mogelijk is in een volgende fase innovatieve elementen op te nemen, bijvoorbeeld qua energievoorziening (windmolens of solar), voedselproductie dicht bij de consument om transportkosten te sparen of de werk- woon- en recreatiesituatie meer geïntegreerd. Dat zou volgens hem verder uitgewerkt mogen worden in een derde scenario. Ook kan gekozen worden voor een nulscenario of een vierde scenario met de optie niets doen in dat gebied of conserveren. Zijn fractie is benieuwd naar een dergelijk plaatje. Mevrouw Westerbeek vindt dat deze visie goed getracht heeft hen een handvat te geven om met elkaar goed na te denken over wat men nu wil en wat men nodig denkt te hebben in de toekomst. Achteroverleunen of nietsdoen is voor de VVD geen reële optie. Helaas is het proces toch minder positief gelopen dan gehoopt. Het is jammer dat mensen zich niet gehoord voelen. Zorg voor het kenmerkende landschap en de bodemgesteldheid in het gebied is voor de VVD een must. Het probleem voor de verkeersafwikkeling is iets dat tevoren al goed in geschat moet worden, zoals in Schalkhaar. Bij ieder plan komt dit weer naar voren omdat het doorgaande verkeer, ook door het dorp heen, aandacht nodig heeft. Er is breed verkend wat de mogelijkheden zijn en zij denkt dat nu een inspraakronde afgewacht moet worden. Veel bewoners zullen een eigen inbreng hebben omdat de betrokkenheid bij het gebied groot is. Ze vraagt zich af wat je moet met dorpen zonder kernen zoals mevrouw Grijsen ook al zei. Net als een eventuele hoogbouw in het landschap. Daarbij stelt ze dezelfde vraag. Zij kan zich voorstellen dat er een mengvorm komt van alle ideeën maar ze kan zich ook voorstellen dat er dingen gewoon helemaal uit gaan en dat er misschien wel heel nieuwe dingen aangevoerd zouden kunnen worden. Ze vindt dat er pas echt verder over gesproken kan worden als de burgerij erover heeft gesproken. Dat is ook haar insteek van vandaag. Ze hoopt dat er dan nog heel veel mogelijk is. Mevrouw Grijsen vraagt mevrouw Westerbeek of ze denkt dat mensen dit in kunnen schatten. Zij vraagt zich af of mensen met dit communicatiemiddel een inschatting kunnen maken wat dit nu betekent en of ze daar op een reële manier op kunnen reageren. Mevrouw Westerbeek denkt dat in Schalkhaar ongelooflijk veel mensen in staat zijn mee te denken en het ligt eraan hoe het wordt gebracht. Er zijn veel soorten van voorlichting denkbaar. Men zal in staat zijn om erover te gaan spreken en voortschrijdende inzichten te krijgen. Daarom vindt ze het jammer dat in de brief staat dat men zich terug wil trekken. Daarmee zijn ze hun rechten kwijt en dat betreurt ze. Meneer Emens heeft nagedacht over dit plan. Het is meer een visie waar nog niets vaststaat. Nu komen er al reacties dat men zich niet gehoord voelt. Hij is het voor een deel eens met mevrouw Grijsen, behalve het punt over het aantal woningen. Hij zou de wethouder willen adviseren om dit plan terug te trekken en niet eens voor inspraak neer te leggen omdat er dan een verwachting wordt gewekt bij mensen. En daarna eerst een aantal maanden af te wachten en te kijken hoe hier een betere sturing aan kan worden geven. Mevrouw Obdeijn zegt dat haar fractie indertijd ja heeft gezegd tegen het plan om het proces in te gaan. Ze was daar positief over. Juist ook vanwege de betrokkenheid die gezocht is van bewoners en belangenorganisaties. Als ze nu ziet wat er ligt wat betreft de brief van de bewoners en de diverse scenario s heeft ze daar een heel dubbel gevoel bij. Het proces heeft in ieder geval een hoop

3 3 teleurstelling opgeleverd bij die mensen die zij erbij wilde betrekken. Ook zij is geschrokken van de brief. Wat de scenario s betreft zegt ze dat haar het gevoel bekroop dat er uitgegaan wordt van woningbouw maar niet wat men nu eigenlijk wil met dat gebied. Zij heeft geen beeld of het überhaupt wel haalbaar is wat er staat. Ook de infrastructuur legt blijkbaar een beperking op aan het aantal woningen en dat verschilt ook nog per scenario. Zij vraagt zich af hoe zinvol het is om op dit moment deze exercitie te doen. Men weet dat ze dit gebied op korte termijn niet nodig heeft voor woningbouw omdat er tot 2018 genoeg in de pijplijn zit. Bovendien kan de situatie over tien jaar heel anders zijn wat betreft de wet- en regelgeving en de woningmarkt. Daarnaast vraagt ze zich af of mensen een inschatting kunnen maken van hoe ze daar naar moeten kijken. Mensen gaan heel individueel kijken naar de plannen. Haar advies is dan ook om deze scenario s heel snel terug te leggen in de kast. Het vierde scenario van meneer Jansen hoeft geen uitwerking te hebben. Het vraagt wel een uitwerking in financiële zin wat betreft de boekwaarde en dergelijke. De heer Emens vindt het geen optie om alles maar af te waarderen omdat er afgesproken is in de stedendriehoek om een aantal woningbouwlocaties te realiseren. De opdracht naar het college was duidelijk. Nu ligt het plan er en hij vraagt alleen of ze een aantal maanden de tijd willen nemen om dit plan terug te nemen. Mevrouw Obdeijn is van mening dat na afboeking woningbouw in het gebied nog steeds mogelijk is omdat het gebied indertijd aangekocht is met het idee om er een bedrijventerrein te vestigen. Dat ligt er niet, het is nog steeds agrarisch gebied. In de woonvisie is geconstateerd dat er nog tweemaal zoveel in de pijplijn zit als nodig is. Op korte termijn is er dus helemaal niet een noodzaak om plannen voor dit gebied te maken. De heer Jansen is het niet met haar eens. Het duurt heel lang om een woningproject op touw te zetten. Over Steenbrugge is al negen jaar gesproken. Op een interruptie van mevrouw Grijsen legt hij uit waarom hij het niet met mevrouw Obdeijn eens is terwijl zij wel voor een optie 4 is. Hij wil gewoon diverse scenario s naast elkaar hebben en zo een vergelijking kunnen maken. Dus niet zonder meer concluderen dat het afgeboekt moet worden of zonder meer zeggen dat er vierduizend huizen gebouwd moeten worden. Hij wil een goede vergelijking maken tussen alle mogelijke scenario s. De heer De Geest is teleurgesteld over de onvrede van de klankbordgroep en hij is dan ook benieuwd naar de reactie van de wethouder op de brief en hoe hij denkt met hen om de tafel te gaan. Hij vindt het van belang om deze groep te behouden. Op dit moment vindt zijn fractie het wel nuttig een zienswijze te geven omdat het over scenario s gaat en er gekeken wordt naar de verschillende mogelijkheden. Dat zegt nog niets over wat er uiteindelijk gebeuren gaat. Ook hij kan zich een vierde scenario goed voorstellen en acht dit wenselijk. Dan wordt duidelijk waar nadrukkelijk wel of niet voor wordt gekozen. Voor zijn fractie geldt het stadslandschap als een zeer interessante optie. Zij ziet het verdere proces en ook de inspraak met belangstelling tegemoet. Zij ziet daar mogelijkheden. Daarbij vraagt ze zich af of het aantal woningen voldoende is voor de toekomst voor wat Deventer mogelijkerwijze nodig heeft. De heer Emens vraagt de heer De Geest of hij ook een scenario voor zich heeft voor het geval inbreiding niet haalbaar is en of hij mee onderzocht wil hebben of het aantal woningen dan hoger mag liggen. De heer De Geest geeft aan dat hij ook geïnteresseerd is in de effecten van een optie van drieduizend of vierduizend woningen, los van het realiteitsgehalte daarvan. De heer De Geest vraagt verder nadrukkelijk aandacht voor ontsluiting om ervoor te zorgen dat Schalkhaar niet alles over zich heen krijgt van een dergelijke ontwikkelingslocatie in noordoost. Het is zijns inziens belangrijk te kijken hoe Schalkhaar kan worden ontzien zodanig dat het gebied goed ontsloten is. Ook wil hij graag weten in hoeverre er al is nagedacht over voorzieningen ook al is het misschien wat prematuur. Toch vindt hij het wel belangrijk in relatie tot omliggende delen van Schalkhaar. De optie voor het stadslandschap, optie 1, daar heeft zijn fractie wat betreft het stukje bedrijventerrein nog wat twijfels bij. Hij vraagt of het geen optie is om op een wat nadrukkelijkere manier te kijken naar een

4 4 goede combinatie van wonen en werken in de wijk zelf waarbij men niet apart naar een bedrijventerreintje hoeft. Daar zou hij graag een toelichting van de wethouder op krijgen. Mevrouw Grijsen vraagt de heer De Geest of hij het huidige plan rijp voor inspraak vindt, nu hij nogal wat aanvullingen heeft genoemd. Daarnaast vraagt ze of hij denkt dat ze als gemeente op dit niveau met haar inwoners moet communiceren. Of deelt hij haar mening dat dit leidt tot miscommunicatie omdat mensen het niet begrijpen? De heer De Geest is van mening dat zij de mensen te laag inschat en dat mensen best kunnen aangeven wat ze al dan niet wenselijk vinden voor dat gebied en welke beelden ze hebben bij de ontwikkeling in noordoost en welke beelden ze absoluut niet hebben. Dat zou hij ook zeker uit de inspraak willen halen dus hij stelt voor dat even af te wachten. Hij vindt dat men eerst de inspraak in moet gaan met wat nu voorligt. Mevrouw Nijman kan zich heel goed voorstellen dat mensen hun visie mogen geven maar aan de andere kant denkt ze wel dat er een proces ontstaat dat heel moeilijk te regisseren is. Misschien is het goed om te kaderen. Ze vindt het een moeilijk stuk. Zij kon uit de stukken niet het laadvermogen van het stuk destilleren want er ligt natuurlijk een verleden met dit gebied en dat weegt wel mee. Ze kan zich voorstellen dat men vanwege het proces behoefte heeft aan die inspraak maar dan moet wel heel goed gekeken worden hoe dat een invulling krijgt. Het proces moet te regisseren blijven. Daarnaast vindt ze dat er inderdaad niet bij de burgers verwachtingen gewekt moeten worden die niet waargemaakt kunnen worden. Dat staat en valt met de manier waarop de inspraak wordt georganiseerd en wie er allemaal bij betrokken wordt. Haar fractie is niet bij voorbaat tegen de plannen maar ze vindt het moeilijk in te schatten welke kant het nu op moet omdat ze zelf nog te veel vragen heeft. De voorzitter constateert dat iedereen zijn of haar zienswijze heeft kunnen geven en dat het behandeladvies zegt dat desgewenst de portefeuillehouder kan reageren. Wethouder Swart reageert op de opmerking dat het belangrijk is dat dorpen voorzieningen moeten hebben en vindt het een lastig vraagstuk. Het is een goed punt en iets waarnaar gekeken moet worden maar hij verwacht dat dit in de inspraak ook wel naar voren zal komen. De vraag is of het een last is naar de andere gebieden toe als dit niet gebeurt. Wanneer je kijkt naar de levensvatbaarheid van voorzieningen in Schalkhaar is het ook weer een voordeel als er extra klanten bij komen. Dat is een subtiele afweging. De fijne afweging kan zijns inziens pas gemaakt worden als men een slag verder is. Sommige concepten bouwen op een bepaald idee dat erachter moet zitten en dan moet er nader gekeken worden naar voorzieningen. Hij vindt het een interessante gedachte om wat meer te zeggen over wind- en zonne-energie in het derde scenario. De reden om nu nog geen maximaal scenario te presenteren is omdat gekeken is naar de scenario s zoals die nu mogelijk zijn. Nu lopen we aan tegen de verkeerskundige grens. De opdracht die nu is uitgezet, is te gaan kijken naar wat er verkeerskundig in Deventer aan de hand is. Er loopt een aantal projecten in de hele stad en die gaan ertoe leiden dat het verkeer vast gaat lopen. Nu kan het zo zijn dat je dat net redt als je kijkt naar de toekomstige ontwikkeling van de stad maar het zou ook zo kunnen zijn dat je vastloopt voordat je ervoor hebt gezorgd dat alle toekomstige bewoners ook inderdaad een huis hebben. De conclusie is dan ook dat daar goed onderzoek naar moet komen. De heer Jansen merkt op dat er plannen gemaakt worden die zeer afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van de infrastructuur. Er is echter nadrukkelijk afgesproken dat er gekeken zou worden naar het laadvermogen van het gebied. Wethouder Swart meldt dat daar in het stuk wel iets over is gezegd. In dat geval zou je tot maximaal drieduizend tot vierduizend woningen kunnen komen. Als je blijft uitgaan van respect voor het landschap is dat dan ook het maximum. Respect voor het landschap betekent niet dat alles groen blijft zoals het is. Als je dat namelijk wilt, moet je kiezen voor een nulscenario.

5 5 Hier vindt vanuit het landschap langzaam een opbouw plaats naar een passende stedelijke ontwikkeling en dan is er niet gekozen voor een tot nu toe gebruikelijke ontwikkeling. Er is nadrukkelijk gekeken hoe het gebied in elkaar zit en welke elementen het gebied waardevol maken en hoe daartussen ruimte gecreëerd kan worden voor woningbouw en andere functies. Alle varianten gaan uit van de mogelijkheden die het landschap biedt en hebben wat dat betreft respect voor dat landschap. De heer De Geest zegt nogmaals dat hij graag inzicht zou hebben in een vierde scenario waarin duidelijk wordt wat een hoger aantal woningen met zich meebrengt. Daarmee doelt hij dan vooral op de betekenis ervan voor het verkeer. Dat is nu even de remmende factor. Hij kan uit het stuk niet goed de consequenties halen en dat vindt hij jammer omdat het wel wordt genoemd. Hij zou de mogelijke oplossingen die genoemd zijn graag verder uitgewerkt willen zien. Wethouder Swart zegt dat deze visie in de eerste plaats een ruimtelijke visie is en wat het verkeer betreft heeft het voor een deel consequenties voor een gedeelte dat buiten Deventer-Noordoost ligt. Daar moet dus apart gekeken naar worden en dat onderzoek moet los van deze visie worden gedaan. De heer de Geest kan zich voorstellen dat het losgekoppeld moet worden maar hij vraagt zich af waar die dingen dan met elkaar verweven worden. Dan ontstaat er namelijk wel een interessant inzicht. Wethouder Swart is van mening dat er op bepaalde vragen pas later duidelijkheid kan worden gegeven. Een ruimtelijke verkeerskundige verkenning kost tijd. Dan is het ook belangrijk te kijken naar de mogelijkheden van het openbaar vervoer. Hij vindt dat een terechte opmerking. Wat het proces betreft valt het hem op dat men het prima vindt om te werken met scenario s maar het moeilijk vindt om daar in de praktijk mee om te gaan. Werken met scenario s betekent dat je niet uitgaat van één plan. Het was ook de opdracht van de raad om een aantal scenario s te ontwikkelen. Het besluit om het daadwerkelijk te gaan ontwikkelen wordt pas door de raad in een veel later stadium genomen. Daarvoor is het nodig om uitkomst te hebben over Deventer 2030 en gaat het niet alleen om de toekomstvisie zoals die nu op papier staat. Het gaat ook om de vraag over hoe het er dan uit gaat zien als het vertaald wordt naar een woonvisie en hoe het cijfermatig op termijn een plaats kan krijgen. Voor de afzienbare termijn is er voldoende capaciteit hoewel het misleidend is om te denken dat alles wat in een pijplijn zit ook gerealiseerd zal worden. Het lijkt hem daarom niet mogelijk om nu uitsluitsel te geven dat er in Deventer-Noordoost nooit gebouwd zal worden. Het is belangrijk om door te gaan met de scenario s omdat het ook niet meer duidelijkheid of meer zekerheid zal geven door nu te stoppen. Het is goed met elkaar de verkenning te doen. Het zijn lastige discussies en niet voor iedereen even gemakkelijk. Er is gedacht door de bewoners dat er veel meer richting zou worden gegeven en uitgangspunten zouden worden vastgesteld. Hier gaat het echter nog om verkenning. Er is rekening gehouden met een aantal wensen en er is uitgezocht of de plannen met name wat betreft de regelgeving daarbinnen gerealiseerd kunnen worden. Dat is in grote lijnen mogelijk. Maar de vraag wat het moet opbrengen en hoeveel woningen er nodig zijn en dergelijke zijn vragen die nu juist verkend worden. Het viel de wethouder op dat een groot deel van de brief overeenkomt met de brief die in december 2008 ook al is verstuurd bij het begin van het proces. Duidelijkheid over een aantal uitgangspunten en de richting die ingeslagen wordt is niet de manier waarop scenario s werken. Dit is een fase in het proces waarin men om de tafel zit met mensen die ambtelijk bezig zijn en waar plannen worden gemaakt samen met mensen die erbij betrokken zijn en bepaalde belangen vertegenwoordigen. Het is een verkenning en zaken worden nog niet scherp gemaakt. Ook kunnen zaken die niet gewenst zijn nog niet worden uitgesloten. Hij denkt dat dit de teleurstelling kleurt. Hij heeft de bijeenkomst met de klankbordgroep bijgewoond en het viel hem op dat de discussie zich toespitste of zij nu niet meer tijd konden krijgen en de inspraak niet later kon beginnen. De wethouder heeft toen gezegd dat hij dat heel jammer zou vinden. Hij vindt het nu juist belangrijk dat burgers ruim de tijd krijgen om dit soort dingen te lezen. Hij is van mening dat er wel degelijk bewoners zijn die hier een mening over kunnen hebben. Het lijkt hem uitstekend dat ook die klankbordgroepen de inspraak gebruiken. Hij kan niet nu regelen dat mogelijkheden op voorhand al uitgesloten worden. Het lijkt hem nuttig het gesprek met die groep aan te gaan. Daarnaast moeten de mensen die nog niet betrokken zijn geweest en ook in dat gebied wonen niet beroofd worden van de kans om inspraak te leveren. Hij heeft het gevoel dat een deel van de kritiek, procedureel gezien, feitelijk niet klopt. Er zijn

6 6 verslagen van bijeenkomsten met de klankbordgroep en er zijn dingen besproken die verwerkt zijn in de scenario s. Zo is in de laatste bijeenkomst gezegd dat ervoor gewaakt moest worden om een nieuwe wijk en Schalkhaar tegen elkaar aan te bouwen. Er is toen gezegd dat die buffer dus iets groter moet worden. Dat is dus echt een rechtstreeks gevolg geweest van de inbreng van die mensen. Zo zijn er nog meer voorbeelden. Wanneer de beleving van die mensen is dat men niet gehoord is, vindt hij het belangrijk met hen in gesprek te gaan. Er moeten nog een hoop dingen helder gemaakt worden wat betreft de ontwikkeling van de woningmarkt en andere zaken. Besluiten over wat men nu eigenlijk in dit gebied wil zullen waarschijnlijk pas in de volgende raadsperiode genomen worden. Eerder hoeft het niet en hij zou dat ook niet aanraden. Eerst moet er helderheid komen. Het is wel goed om met elkaar huiswerk te doen. De heer Emens zegt blij te zijn dat hij kan constateren dat er eerst nog uitvoerig met alle betrokkenen gepraat gaat worden en dan pas de besluitvorming komt. Er worden dus geen overhaaste besluiten genomen. Mevrouw Grijsen is blij met de toezegging van de wethouder dat hij met de ondertekenaars van de brief gaat praten. Zij hoopt dat hij iedereen weer om tafel krijgt. Het zegt haar wel wat dat al die mensen, die niet alleen betrokken zijn maar ook vaak deskundig, in een heel proces zijn meegenomen en na het zien van de scenario s er niets meer van snappen. Ze is bang dat er een te abstract communicatietraject wordt ingegaan. Ze vraagt de wethouder om straks te monitoren of de inspraak of het gebrek ervan misschien te wijten is aan het communicatieniveau. Als dat zo is, vraagt ze de wethouder om op een andere manier helderder te communiceren en zo een nieuwe inspraakronde in te zetten. Mevrouw Nijman vraagt de wethouder of hij nog partijen in het bijzonder gaat uitnodigen naast de bewoners en de klankbordgroep. Ze noemt werkgevers of middenstanders als voorbeeld. De heer Jansen noemt nog toekomstige bewoners als eventuele partij. Mevrouw Westerbeek noemt de locaties van de inspraakrondes als een aandachtspunt. Wethouder Swart geeft aan het goed te vinden om het gesprek met die groepen aan te gaan maar vraagt zich af of het verstandig is om de inspraak te gaan stapelen. Mochten er indicaties komen gedurende het proces dat er onduidelijkheden ontstaan, dan moet er snel ingegrepen worden om ervoor te zorgen dat die duidelijkheid er komt. Als het helpt om in het gebied zelf een bijeenkomst te beleggen, dan zal hij dat doen. De voorzitter dankt alle aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering.