Coen Hout

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Coen Hout"

Transcriptie

1 Coen Hout

2 Samenvatting In het afstudeeronderzoek is door middel van een online experiment, met een 2 (media conditie: multitasking vs. singletasking) X 2 (soort product: commercieel vs. noncommercieel) between- subjects design, onderzocht onder 134 Nederlandse consumenten in hoeverre media multitasking (vs. singletasking) effect heeft op het geheugen en het begrijpen van boodschappen. De proefpersonen zijn willekeurig verdeeld onder vier condities. Daarnaast is er gekeken of het soort product (commercieel vs. niet- commercieel) een modererende rol speelde. Er werden verschillende stimuli gebruikt om de manipulatie uit te voeren: een neutraal radiofragment over het weer van RTL Nieuws en een bewerkt informatief tekstbericht over biologisch vlees. Het commerciële tekstbericht kenmerkte zich door het logo van Albert Heijn en het niet- commerciële tekstbericht kenmerkte zich door het logo van Ekoplaza. De resultaten hebben aangetoond dat er geen significante verschillen bestonden tussen single vs. multitasking wat betreft het effect op het geheugen en het begrip. Echter, er werd ook geen significant verschil gevonden tussen het soort product en het effect op het geheugen en het begrip. De gevonden uitkomsten fungeren als toevoeging aan voorgaand onderzoek die dit effect onderzocht hebben. Deze toevoeging aan de wetenschappelijke literatuur heeft ambivalente resultaten opgeleverd in vergelijking met eerder onderzoek en is het belangrijk om deze gevonden verschillen in overweging te nemen. Coen Hout

3 1. Inleiding De voortdurende verandering binnen het medialandschap heeft bijgedragen aan een manier van leven op basis van multitasking en verdeelde aandacht (Friedman, 2006). Mensen gebruiken op verschillenden manieren hun cognities om verschillende media- activiteiten tegelijkertijd tot zich te nemen. Bij het gebruiken van een computer, luisteren mensen bijvoorbeeld vaak naar de radio (Pilotta et al., 2004). Carrier et al., (2009) toonden aan dat 91% van de mensen, tijdens het surfen op het web, naar muziek luistert. Sommige mensen luisteren commercieel vrije muziek (zoals itunes), terwijl andere mensen luisteren naar commerciële radiozenders. Onderzoekers hebben in toenemende mate aandacht besteed aan media multitasking en de gevolgen daarvan voor de effectiviteit van reclame (Bellman et al., 2014). Media multitasking wordt vaak gedefinieerd als het gelijktijdig betrokken zijn bij meerdere mediaactiviteiten (Foehr, 2006). Daarbij is veel onderzoek gedaan naar het effect van media multitasking op de complexiteit van het geheugen, zoals de herinnering (Srivastava, 2013) en het begrijpen van de boodschap (Bowman et al., 2010). In het huidige tijdperk van media multitasking, blijkt dat de effectiviteit van persuasieve boodschappen verslechtert (Bellman et al., 2014). Dit roept de volgende vraag op bij adverteerders: Is media multitasking schadelijk voor advertenties? Studies omtrent dit thema, toonden aan dat soms de helft van alle mediaconsumptie uit multitasking bestaat (Foehr, 2006). Onderzoek naar het effect van media multitasking op de effectiviteit van advertenties blijkt redelijk schaars te zijn. Het wetenschappelijk veld vond een negatief effect van media multitasking op de cognitieve prestaties van consumenten (Jeong & Hwang, 2012). Echter, Hout (2017) concludeerde in zijn literatuurstudie dat bekend stimulusmateriaal een negatievere invloed heeft op herinnering, herkenning en begrip. Deze literatuurstudie maakte onderscheid tussen bekende en onbekende producten indien er gekeken werd naar het effect van media multitasking op de cognitieve prestaties van consumenten. Het is daarom wetenschappelijk relevant om, naast het hoofdeffect, ook te kijken naar het soort product dat wordt gehanteerd. Dit onderzoek zal daarom ook kijken naar de invloed van commerciële en niet- commerciële producten. Door middel van een experiment wordt de volgende onderzoeksvraag beantwoord: In hoeverre heeft media multitasking (vs. singletasking) effect op de herinnering en het begrijpen van boodschappen (commercieel vs. niet commercieel) onder Nederlandse consumenten? Deze studie is het antwoord op verschillende aanvragen voor onderzoek naar de invloed van het soort product tijdens media multitasking (Hout, 2017), en naar advertentie- Coen Hout

4 effecten in het algemeen (Jeong & Fishbein, 2007). Het onderzoek is praktisch relevant omdat ook de industrie, waar mediaplanning centraal staat, kan profiteren van de verkregen resultaten van dit onderzoek. Media multitasking is een van de belangrijkste trends rondom mediagebruik en dit kan het huidige mediaplanning beleid uitdagen (Pilotta et al., 2004). Doordat de hedendaagse consument gebruik maakt van media multitasking kunnen zij niet meer worden gezien als passieve ontvangers van boodschappen. Mensen ontvangen, verwerken en verzenden berichten anders dan vroeger en dit betekent dat mediaplanners hun strategie moeten aanpassen. 2. Conceptueel model 2.1 Media multitasking Allereerst is het belangrijk om te kijken naar de verschillende gehanteerde definities rondom media multitasking. Foehr (2006) definieert media multitasking als de betrokkenheid bij verschillende media- activiteiten op hetzelfde moment. Daarnaast beweren Jeong & Hwang (2012) dat er ook sprake is van media multitasking indien er één specifieke mediaactiviteit wordt uitgevoerd en de tweede activiteit mag zowel een media- activiteit als een andere activiteit zijn. Het huidige onderzoek hanteert de definitie van Foehr (2016). De variabele media multitasking wordt vergeleken met singletasking, oftewel het uitvoeren van één (media)- activiteit (Pilotta et al., 2004). Media multitasking hangt nauw samen met verschillende bestaande theorieën die achtereenvolgens besproken worden. 2.2 Limited Capacity Model Een onderliggend model dat de negatieve impact van media multitasking op het begrip verklaart is het Limited Capacity Model (Lang, 1995; Lang et al., 2006). Het model stelt dat ontvangers van de boodschap beperkte cognitieve middelen hebben om informatie te verwerken. Tijdens media multitasking moeten beperkte cognitieve middelen over meerdere taken worden verdeeld. De ontvangers van informatie zijn niet in staat om meer informatie te verwerken dan de cognitieve middelen aankunnen. Het informatieverlies gedurende multitasking is afhankelijk van de cognitieve belasting van de taak. Sommige soorten multitasking, waarbij er sprake is van concurrentie binnen cognitieve hulpbronnen (zoals televisie en huiswerk maken), kunnen leiden tot een groter informatieverlies dan bij andere multitasking taken (zoals televisie en eten). Al met al, wordt verwacht dat het geheugen en het begrip slechter worden door media multitasking, doordat een persoon niet genoeg cognitieve middelen heeft om meerdere taken te verwerken. Coen Hout

5 2.3 Het geheugen De eerste hypothese binnen dit onderzoek betreft dan ook het effect van media multitasking op het geheugen van personen. Wanneer personen worden blootgesteld aan meerdere media multitasking taken tegelijkertijd, dan stijgt de totale blootstelling aan media content. Echter, er is betoogd dat het doen van meerdere taken tegelijkertijd een vermindering teweegbrengt in de diepte waarmee de informatie wordt verwerkt (Jeong & Fishbein, 2007; Wang et al., 2015). Het resultaat daarvan is dat het cognitief geheugen vermindert, indien personen meerdere taken tegelijkertijd doen, in tegenstelling tot het focussen op één taak (Jeong et & Hwang, 2016; Segijn et al., 2016). Uit de huidige literatuur omtrent dit thema bleek dat media multitasking een negatief effect heeft op het geheugen van personen, wanneer dit vergeleken werd met singletasking (Angell et al., 2016; Duff & Sar, 2015; Segijn et al., 2016). Doordat personen tijdens media multitasking, in vergelijking met singletasking, te weinig cognitieve middelen hebben om de boodschappen te verwerken, is er aan de hand van het beschreven Limited Capacity Model de volgende hypothese opgesteld: H1: Media multitasking leidt, in vergelijking met singletasking, tot een negatief effect op het geheugen. 2.4 Het begrijpen van de boodschap Ook kan er over het algemeen gesteld worden dat media multitasking tot een negatief effect leidt op het begrijpen van de boodschap. Een aantal voorgaande onderzoeken richtten zich daarbij op educatieve content, zoals het bestuderen van academische literatuur tijdens media multitasking (Bowman et al, 2010; Lee et al., 2009; Lin et al., 2011). In tegenstelling tot voorgaande artikelen, deden onderzoekers Jeong & Hwang (2012) wel onderzoek naar het effect van media multitasking op het begrijpen van persuasieve content. Er werd daarbij gekeken of participanten de drie artikelen over sociale issues uit Korea begrepen, terwijl ze werden blootgesteld aan een andere media- activiteit. Een ander onderliggend model aan de negatieve impact van media multitasking op het begrijpen van de content is wederom het Limited Capacity Model (Lang, 1995; Lang et al., 2006). Ondanks verschillende situationele factoren zal media multitasking leiden tot een gereduceerd begrip van de content. Daarbij kan de volgende hypothese worden gesteld: H2: Media multitasking leidt, in vergelijking met singletasking, tot een negatief effect op het begrijpen van de boodschap. Coen Hout

6 2.5 Soort product (commercieel vs. niet- commercieel) Hedendaagse onderzoekers hebben weinig onderzoek gedaan naar het soort product dat wordt gebruikt in wetenschappelijk onderzoek naar media multitasking. Uit het literatuuronderzoek van Hout (2017) kwam naar voren dat deze invalshoek tot op heden niet is meegenomen in bestaande onderzoeken. Echter, het betrekken van het soort product in dergelijk onderzoek kan een relevante betekenis hebben, indien er bijvoorbeeld wordt gekeken naar de betrokkenheid van de aankoop (Kazakova et al., 2016). Een veel gebruikte theorie die hier mee samenhangt is het Elaboration Likelihood Model van Petty & Cacioppo (1986). Het model stelt dat personen informatie verwerken via de perifere of de centrale route (Petty & Cacioppo, 1986). De attitude van personen kan enerzijds veranderd worden door middel van perifere cues, die irrelevant zijn voor de kern van de boodschap. Anderzijds wordt er een stabielere attitudeverandering verwacht indien de persuasieve boodschap wordt geaccepteerd, na uitgebreid denken en zorgvuldig onderzoek. Dit wordt ook wel de centrale verwerking genoemd. Het model suggereert dat het publiek de boodschap waarschijnlijk centraal verwerkt, wanneer zij de mogelijkheid en de motivatie hebben om het bericht daadwerkelijk te verwerken. Afleiding ten gevolge van media multitasking kan het vermogen beperken om de informatie zo te verwerken dat deze ook wordt begrepen door het publiek. Eerder onderzoek heeft dus in mindere mate gekeken naar het soort product. De commerciële mate van een product is nog niet onderzocht binnen media multitasking. Daarom zijn de volgende deelvragen opgesteld: Deelvraag 1: Leidt media multitasking, in vergelijking tot singletasking, tot een negatief effect op het geheugen indien het product commercieel is? Deelvraag 2: Leidt media multitasking, in vergelijking tot singletasking, tot een negatief effect op het begrijpen van een boodschap indien het product commercieel is? Figuur 1 Conceptueel model Coen Hout

7 3. Methode 3.1 Onderzoeksstrategie In deze thesis is onderzoek verricht naar het effect van media multitasking op de cognitieve prestaties van consumenten. Deze prestaties zijn verder verdeeld in het geheugen en het begrijpen van de content. Daarnaast is er gekeken naar een modererende variabele, namelijk: soort product (commercieel vs. niet- commercieel). Het conceptueel model is onderzocht aan de hand van een online experiment. Door gebruik te maken van een experiment als onderzoeksmethode werd het mogelijk gemaakt om de onafhankelijke variabele te manipuleren. Het voornaamste doel binnen dit huidige onderzoek was om een causaal verband aan te tonen. Een tweede voordeel van een experiment als onderzoeksmethode is dat storende variabelen constant kunnen worden gehouden, waardoor non- conformistische verklaringen uitgesloten konden worden. Een waarborging van de interne validiteit was hiervan het gevolg (Gravetter & Forzano, 2012). Daarnaast waren de personen zich door een online experiment minder bewust van de experimentele hypothese. Een online experiment heeft eraan bijgedragen dat het experiment uitgevoerd is in een natuurlijke setting, waardoor de validiteit gewaarborgd is. Voordat het daadwerkelijke onderzoek van start ging, is er een pre- test uitgevoerd om te controleren of het stimulusmateriaal en de vragenlijst juist waren. De participanten die deelnamen aan de pretest waren niet vertegenwoordigd in het grote onderzoek, omdat zij over voorkennis beschikten en dit kon resulteren in vertekende resultaten (Gravetter & Forzano, 2012). 3.2 Onderzoeksdesign Dit onderzoek heeft een 2 (media conditie: multitasking vs. singletasking) X 2 (soort product: commercieel vs. non- commercieel) between- subjects design gebruikt, waarin media multitasking (vs. singletasking) als onafhankelijke variabele fungeerde met daarin een commercieel en een niet- commercieel product als stimuli. De onafhankelijke variabele media multitasking is gemanipuleerd door gebruik te maken van een online artikel en een online radiofragment (zie 3.6 onafhankelijke variabele (stimulus)). De afhankelijke variabelen die onderzocht zijn waren het geheugen en het begrip. Door middel van dit experimentele design werden de respondenten random in één van de vier condities ondergebracht. De focus van dit design was om, door middel van randomisering, verschillen tussen de condities te ontdekken. Het randomiseren en het onder controle houden van overige factoren heeft geleid tot het maximaliseren van de interne validiteit van dit onderzoek (Gravetter & Forzano, 2012). Dit onderzoek heeft de volgende condities gehanteerd: (1) de commerciële multitasking conditie, Coen Hout

8 (2) de non- commerciële multitasking conditie, (3) de commerciële singletasking conditie en (4) de non- commerciële singletasking conditie. Er is specifiek gekozen voor een betweensubject design omdat er verschillen konden worden ontdekt tussen groepen en niet binnen groepen. Een ander voordeel van dit design is dat er adequaat kon worden achterhaald wat de exacte invloed was van een bepaalde variabele. Oftewel, middels een experiment fungeerden de individuele scores van de individuen onafhankelijk van de andere factoren (Gravetter & Forzano, 2012) Steekproef (sample) Binnen het huidige onderzoek hebben 236 respondenten de vragenlijst ingevuld. Echter, een groot deel van de respondenten heeft de vragenlijst niet volledig ingevuld of hebben de vragenlijst ingevuld via hun smartphone en deze respondenten zijn dan ook niet meegenomen (N = 101). Daarnaast is er één respondent verwijderd die niet aan de minimale leeftijd voldeed (N = 1). De analyses zijn dus uiteindelijk uitgevoerd op basis van 134 respondenten (N = 134). Er deden in totaal 47 mannen (35,1%) en 87 vrouwen (64,9%) mee aan het onderzoek (M leeftijd = 29,53; SD = 14,99). Doordat de participanten online werden geworven en het onderzoek ook online plaats heeft gevonden, ontstond er een heterogene steekproef. Hierdoor is het mogelijk geworden om de bevindingen van dit onderzoek te generaliseren naar een grotere populatie (Gravetter & Forzano, 2012). Om aan de ethische vereisten te voldoen is er duidelijk aangegeven, in zowel de steekproef als in de informed consent, dat de respondent in kwestie 18 jaar of ouder moest zijn. Binnen dit onderzoek is gebruikgemaakt van een convenience sample. Door middel van deze steekproefmethode konden participanten zich geheel vrijwillig opgeven. Het voordeel hiervan was dat er op snelle wijze data verzameld kon worden. Deze manier van steekproeftrekking heeft voor een goede afspiegeling van de werkelijke situatie gezorgd, waardoor de resultaten gegeneraliseerd kunnen worden naar de buitenwereld en de externe validiteit van het onderzoek hierdoor gewaarborgd bleef (Gravetter & Forzano, 2012). De respondenten werden verzameld via sociale mediakanalen zoals Facebook en via e- mail. Er werd expliciet vermeld dat de survey alleen kon worden ingevuld indien er een computer werd gebruikt. Naast de convenience sample werd er een sneeuwbalsteekproef gebruikt, waarbij de link van de survey verder werd gedeeld door respondenten die de survey reeds hadden ingevuld. Een voordeel van deze steekproef is dat het hierdoor mogelijk was om een groter bereik te genereren dan louter de eigen kenniskringen (Gravetter & Forzano, 2012). Coen Hout

9 3.4 Procedure Voordat de participanten daadwerkelijk aan het online experiment begonnen, werden zij geïnformeerd door middel van informed consent. Hierin werd duidelijk aangegeven (1) waarover het onderzoek ging, (2) eventuele instructies voor het invullen van de vragenlijst, (3) dat de anonimiteit van de personen gewaarborgd zou blijven en (4) dat de respondenten zich op elk gewenst moment konden terugtrekken van deelname. Na ondertekening van de akkoordverklaring konden de participanten deelnemen aan het experiment. Zij werden willekeurig toegewezen aan één van de vier verschillende condities. De personen werden geïnformeerd om op een stille plek te zitten, zodat externe factoren konden worden uitgesloten. Het audiofragment kon beluisterd worden via een koptelefoon of via het computergeluid. In de twee media multitasking condities werden de personen blootgesteld aan twee soorten stimuli tegelijkertijd. Na het presenteren van de onafhankelijke variabele werden de afhankelijke variabelen gemeten. De volgorde van de vragenlijst is bepaald aan de hand van relevantie en belangrijkheid. De volgorde van de gemeten variabelen was als volgt: een check of de respondenten het radiofragment (zie 3.6 onafhankelijke variabele (stimulus)) hadden gehoord, meting geheugen, meting begrip, controlevragen, nepvraag, en de manipulatiecheckvraag. Ter afsluiting van de vragenlijst werden de deelnemers gevraagd naar een aantal demografische variabelen zoals leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. De respondenten kregen geen vergoeding, maar wel een bedankbericht. 3.5 Pre- test Voorafgaand het daadwerkelijke onderzoek zijn er twee pre- testen uitgevoerd. Het doel van de eerste pre- test was te bepalen welke merken (commercieel vs. niet commercieel) zouden moeten worden meegenomen in het onderzoek. Daarvoor werden een aantal merken geselecteerd en aan de hand van de resultaten werd er gekozen welke merken werden meegenomen in het uiteindelijke onderzoek. De online vragenlijst werd ingevuld door 16 respondenten (56,4% vrouw, Mleeftijd = 28,44; SD = 14,22). De respondenten werden blootgesteld aan negen merken met drie bijbehorende vragen per merk. De volgende vragen werden gesteld: Hoe bekend bent u met het merk op de afbeelding?, Hoe eerlijk vindt u het merk op de afbeelding?, Hoe commercieel vindt u het merk?. De eerste twee vragen werden gemeten aan de hand van een 7-punt Likertschaal (1= helemaal mee oneens, 7= helemaal mee eens). De laatste vraag werd Coen Hout

10 ook gemeten aan de hand van een 7-punt Likertschaal, maar de antwoordopties bestonden uit (1) helemaal niet commercieel tot (7) heel erg commercieel. Om vast te stellen of de gekozen merken significant van elkaar verschilden op de mate van commercialiteit, is er een variantieanalyse voor herhaalde metingen uitgevoerd. Uit de Mauchly s test of Sphericity kwam naar voren dat er niet aan de voorwaarden van sfericiteit is voldaan, 2 (35) = 71,68, p < 0,001. Om deze reden is de gekozen toets met een Greenhouse- Geisser correctie uitgevoerd. Aangezien er niet aan de juiste toets voorwaarden is voldaan, is het belangrijk dit in achting te nemen bij het interpreteren van de resultaten. De variantieanalyse voor herhaalde metingen toonde aan dat de gekozen merken significant van elkaar verschilden op de mate van commercialiteit, F (3, 46) = 19,55, p < 0,001. Aan de hand van de gemiddelden en standaarddeviaties in Tabel 1, kan geconcludeerd worden dat de Albert Heijn het meest commerciële merk is (M = 6,75; SD = 0,78). Uit Tabel 1 bleek dat Wakkerdier het laagst scoorde op de mate van commercialiteit (zie Tabel 1). Echter, in dit onderzoek is ervoor gekozen om Ekoplaza te gebruiken als minst commerciële merk (M = 3,63, SD = 1,71), zodat de koopintentie van consumenten voor beide supermarkten kon worden onderzocht. Er zijn twee supermarkten gekozen, omdat er bij een organisatie als Wakkerdier niet direct iets gekocht wordt. Naar aanleiding van de Post- Hoc meervoudigevergelijkingstoets toets kon ook geconcludeerd worden dat het verschil tussen Ekoplaza en de Albert Heijn significant was (zie Tabel 1), M verschil = 3,13; SD = 0,42), p < 0,001, 95% CI [1,49; 4,76]. De laatstgenoemde merken zijn daarom ook gebruikt in het stimulusmateriaal. Tabel 1 Gemiddelden (standaarddeviaties) van de merken en verschil commercialiteit met AH Merk M M verschil Significantieniveau Jumbo 6,06 (0,8) 0,69 0,124** Aldi 4,25 (1,88) 2,50 0,001** Lidl 4,88 (1,36) 1,88 0,000** Ekoplaza 3,63 (1,71) 3,12 0,000** Plus 5,38 (1,15) 1,38 0,000** Wakkerdier 2,69 (1,20) 3,88 0,000** Beter Leven 3,81 (1,76) 4,06 0,001** Dierenbescherming 2,88 (1,31) 2,94 0,000** Coen Hout

11 Noot: ** significantieniveaus gerapporteerd met betrekking tot Albert Heijn. *p < 0,05. De tweede pre- test betrof hetgeen of de instructies van de vragenlijst wel duidelijk waren geweest voor de participanten. Hierbij wordt ook gekeken of de vragen en de antwoordopties duidelijk zijn voor de participanten die meedoen aan de pre- test. Deze tweede vorm van pre-testen was minder formeel en respondenten konden aangeven indien er iets vreemds geconstateerd werd tijdens het invullen van de vragenlijst. 3.6 Onafhankelijke variabele (stimulus) Binnen dit onderzoek zijn twee factoren gemanipuleerd. Allereerst is multitasking versus singletasking gemanipuleerd. Dit werd gedaan door de participanten in de singletasking conditie bloot te stellen aan informatie over biologisch vlees van de Albert Heijn en de participanten in de media multitasking conditie tegelijkertijd bloot te stellen aan de informatieve tekst en het radiofragment. Ten tweede werd de factor (commercieel vs. niet commercieel) gemanipuleerd. Dit werd gedaan door de informatieve tekst over biologisch vlees te verdelen in een commerciële en een non- commerciële tekst. Hierbij werden de plaatjes veranderd, evenals de slotzin (zie Appendix 1.1 en 1.2). De volgende twee stimuli stonden centraal in dit onderzoek: een neutraal radiofragment over het weer van RTL Nieuws (1 minuut en 7 seconden) en een bewerkt informatief tekstbericht over biologisch vlees (Geraadpleegd op 22 maart 17: De stimuli in de verschillende condities zijn bewerkt door gebruik te maken van Adobe Photoshop. 3.7 Afhankelijke variabelen (meetinstrument) Het geheugen Het geheugen is binnen dit onderzoek gemeten aan de hand van de herinnering en de herkenning van de redactionele inhoud (Oviedo et al., 2015; Segijn et al., 2017). Hierbij werden vijf meerkeuzevragen opgesteld over de inhoud van de online teksten over het biologisch vlees. De participanten in kwestie werden gevraagd om de meerkeuzevragen te beantwoorden over de commerciële of de niet- commerciële tekst. Een voorbeeld hiervan is: Op de export van welk dier is Nederland de twee na grootste exporteur in de wereld?. Alle vragen over het geheugen waren gebaseerd op het artikel over biologisch vlees (zie Appendix 3.1). De participanten konden antwoorden middels een meerkeuzevraag. Coen Hout

12 De meerkeuzevragen zijn gehercodeerd in een dichotome variabele: 0 = onjuist, 1 = juist. De scores van de meerkeuzevragen werden bij elkaar gevoegd en vormden gezamenlijk een somscore (Segijn et al., 2017). De nieuwe tot stand gekomen variabele werd geheugen genoemd. De vorming van een somscore duidt op het feit dat het geheugen een numerieke variabele is (M = 3,25; SD = 1,18) Begrijpen van de boodschap De afhankelijke variabele begrip werd gedurende dit onderzoek gemeten aan de hand van één enkel item (Jeong & Hwang, 2012). Daarbij werd er gebruik gemaakt van een zelf gerapporteerde meting van het waargenomen begrip. Deze werd gemeten, door aan de participanten te vragen in welke mate zij de tekst hebben begrepen, aan de hand van een 7- punt Likertschaal. Deze schaal liep van (1) helemaal niet tot (7) heel erg en dit betekent dat begrip een numerieke variabele is (M= 6,02; SD = 0,95) Controle variabelen (demografische variabelen) De demografische variabelen geslacht en opleidingsniveau werden middels verschillende meerkeuzevragen beantwoord door de participanten. Daarnaast werd leeftijd beantwoord middels een open vraag, zodat deze ratio variabele gemakkelijk mee kon worden genomen in verdere analyses. De variabele leeftijd is gemeten aan de hand van een open vraag (zie Appendix 3.4). Indien mensen ouder worden, dan kan de productiviteit van cognitieve middelen afnemen (Brasel & Gips, 2011). Dit zou mogelijk een verklarend werking kunnen hebben op het eigenlijke effect dat wordt onderzocht in dit onderzoek. De variabele leeftijd is een numerieke variabele (M= 29,53; SD = 14,99) Ook het opleidingsniveau is meegenomen als controlevariabele en is gemeten aan de hand van één meerkeuzevraag met 7 items (zie Appendix 3.5). Uit onderzoek blijkt namelijk dat hoe hoger het opleidingsniveau is, hoe makkelijker personen teksten begrijpen en deze kunnen heugen (Scarborough, 1998). Het meetniveau van de variabele opleidingsniveau is categorisch. Tot slot zal de controlevariabele geslacht meegenomen worden in het onderzoek, omdat uit onderzoek is gebleken dat vrouwelijke participanten beter zijn in begrijpend lezen en de vraag dus beter kunnen beantwoorden (Badian, 1999). Het meetniveau van de variabele geslacht is dichotoom en dus categorisch. Coen Hout

13 3.8 Randomisatiecheck Om te controleren of er controlevariabelen moesten worden meegenomen in de verdere analyses, zijn er verschillende toetsen uitgevoerd. Er is een randomisatiecheck uitgevoerd om te controleren of er tussen de verschillende condities geen verschillen ontstonden op andere variabelen dan op de variabelen waarop is gecontroleerd: geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Bij een geslaagde randomisatiecheck zijn de verschillen tussen de conditie niet significant Geslacht Er is een chikwadraattoets uitgevoerd omdat zowel de variabele condities als de variabele geslacht categorisch en dichotoom zijn. Daarbij zijn 80% van de verwachte waarden van de cellen minstens 5 en geen enkele waarde is kleiner dan 1, dus de chikwadraattoets mocht worden uitgevoerd. Echter, tussen mannen en vrouwen bleek geen significant verschil te zitten, (1) = 0,10, p = 0,758. Daarnaast is er nog een chikwadraattoets uitgevoerd voor soort product en geslacht. Echter, deze verschillen bleken ook niet significant te zijn, (1) = 1,61, p = 0,205. Omdat de verschillen tussen condities en soort product niet significant bleken te zijn zal de variabele geslacht niet worden meegenomen als controlevariabele Opleidingsniveau Ook hier is een chikwadraattoets uitgevoerd omdat beide variabelen een categorisch meetniveau hebben. Echter, uit de tabel blijkt dat 40% van de verwachte waarden van de cellen kleiner is dan 5, dus er is niet aan de voorwaarden voldaan om een chikwadraattoets uit te mogen voeren. De variabele opleidingsniveau is daarom gehercodeerd in laag, midden en hoog. Doordat de respondenten voornamelijk bestonden uit hbo en WO- studenten bleken er alsnog te veel waarden kleiner dan 5 te zijn. Echter, tussen een laag, midden en hoog opleidingsniveau bleek geen significant verschil te zitten, (2) = 4,95, p = 0,084. Daarnaast is er nog een chikwadraattoets uitgevoerd tussen opleidingsniveau en soort product. Daarbij zijn geen significante verschillen gevonden, (4) = 2,53, p = 0,639. Omdat de verschillen tussen de condities niet significant waren zal de variabele opleidingsniveau niet worden meegenomen als controlevariabele Leeftijd Coen Hout

14 Er is een t-toets op twee gemiddelden uitgevoerd omdat de variabele conditie is gemeten op nominaal niveau en de variabele leeftijd op rationiveau. Door middel van deze analyse konden er verschillen aangetoond worden tussen de condities. Er is geen significant verschil gevonden tussen de verschillende condities, t (131) = -0,37 p = 0,920, 95% CI [-4,20; 6,11]. Daarnaast is er een t-toets op twee gemiddelden uitgevoerd tussen de variabelen soort product en leeftijd. Soort product is een dichotome variabele (commercieel/nietcommercieel) en de variabele leeftijd is een ratiovariabele. Echter, er zijn geen significante verschillen gevonden tussen het soort product (commercieel/niet- commercieel), t (131) = - 0,15, p = 0,883, 95% CI [-5,55; 4,78]. Het verschil tussen de condities en het soort product bleek niet significant te zijn en daarom is de variabele leeftijd niet meegenomen als controlevariabele. 3.9 Manipulatiecheck Bij de eerste manipulatiecheck is er gekeken of de Albert Heijn inderdaad significant commerciëler was dan Ekoplaza. Aan het eind van de vragenlijst werden er twee vragen gesteld aan de participanten. De eerste gestelde vraag luidde: Hoe commercieel vindt u de Albert Heijn? en de tweede vraag was Hoe commercieel vindt u de Ekoplaza? Beide vragen konden worden beantwoord middels een schaal van Er is een T-test op twee gemiddelden uitgevoerd met als onafhankelijke variabele soort product (commercieel vs. nietcommercieel) en als afhankelijke variabele de manipulatiecheckvraag. Ook is er een manipulatiecheck uitgevoerd op de verschillende soorten mediacondities. Dit werd gedaan om te controleren of de proefpersonen in de multitasking conditie ook daadwerkelijk vonden dat ze aan het multitasken waren. De latente variabele manipulatiecheckmultitasking is gemeten aan de hand van vier verschillende items die op een 5-punts- Likertschaal (helemaal mee oneens helemaal mee eens) konden worden beantwoord. Er is gebruik gemaakt van een bestaande schaal (Adler & Benbunan- Fich, 2012). Er is allereerst een factoranalyse uitgevoerd met varimax rotatie waarin de vier items werden meegenomen. Een voorbeeld hiervan is: In dit onderzoek wisselde ik tussen het radiofragment en de tekst (zie Appendix 4). Uit deze factoranalyse werden twee factoren geabstraheerd. De eigenwaarde van de eerste component was 2,01 en de eigenwaarde van de tweede component was 1,06. Component 1 verklaarde voor 49,8% de variantie in de variabelen, component 2 verklaarde voor 26,9% de variantie in de variabelen. De totaal verklaarde variantie bedroeg 76,67. De scree plot bevestigde deze twee factoren, aangezien er twee componenten links boven de knik lagen. De factorladingen van de laatste drie items Coen Hout

15 scoorden hoog genoeg om een valide schaal te construeren. Er is dus gebruik gemaakt van 1 factor binnen deze manipulatiecheck, omdat het tweede component uit 1 factorlading bestond en te laag was om verdere analyses mee te doen. Vervolgens is er een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd om te kijken of de schaal betrouwbaar genoeg was. De Cronbach s Alpha bleek 0,62 te zijn en de schaal was dus redelijk betrouwbaar. Echter, indien het eerste item zou worden verwijderd dan werd de nieuwe Cronbach s Alpha vastgesteld op 0,74 en dit betekent een goede betrouwbare schaal. De proefpersonen binnen dit onderzoek scoorden gemiddeld 3,09 (SD = 1,12) op de 5-punts- Likertschaal. Er kan dus worden geconcludeerd dat de proefpersonen hoger dan gemiddeld scoorden op de schaal Analyseplan Er zullen verschillende analyses worden uitgevoerd via SPSS om antwoord te geven op de hypothesen en deelvragen. De verkregen data zal worden gecheckt en daarna worden gelabeld. Voor de eerste manipulatiecheck zal er een T-test (of een one-way ANOVA) op twee gemiddelden worden uitgevoerd met als onafhankelijke variabele soort product (commercieel vs. niet- commercieel) en als afhankelijke variabele de manipulatiecheckvraag. Voor de tweede manipulatiecheck zal er een T-toets op twee gemiddelden worden uitgevoerd met als categorische onafhankelijke variabele condities (single vs. multitasking) en de gemiddelde multitasking schaal als numerieke afhankelijke variabele. Daarnaast zal er twee keer een tweewegs- variantieanalyse uitgevoerd worden om beide hypothesen en beide deelvragen te kunnen beantwoorden. 4. Resultaten 4.1 manipulatiecheck De F- toets in de eerste manipulatiecheck is significant dus er mag niet van uit worden gegaan dat de varianties in de twee groepen (in de populatie) gelijk zijn, F (132) = 21,33, p < 0,001. Personen in de commerciële conditie scoorden gemiddeld 85,35 op de schaal die de mate van commercialiteit heeft gemeten (SD = 12,37), terwijl de personen in de nietcommerciële conditie gemiddeld 52,34 scoorden op de commerciële schaal (SD = 25,74). Dit verschil is significant, t (94,94) = -9,46, p < 0,001, 95% CI [-39,94; -26,09], Cohen s d = 1,64. Er kan dus geconcludeerd worden dat de manipulatiecheck geslaagd is. Coen Hout

16 De F- toets in de tweede manipulatiecheck is niet significant dus er mag van uit worden gegaan dat de varianties in de twee groepen gelijk zijn, F (64) = 0,06, p = 0,802. Uit de resultaten van deze manipulatiecheck bleek geen significant verschil te bestaan tussen de twee groepen, t (66) = -1,21, p = 0,229, 95% CI = [-0,66; 0,16]. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de proefpersonen in de verschillende multitasking condities geen verschillen vertoonden in de mate waarin zij zelf vonden dat ze aan het media multitasken waren. De proefpersonen in deze condities hebben het uitvoeren van meerdere taken tegelijkertijd dus niet ervaren alsof zij aan het media multitasken waren. De manipulatiecheck is dus niet geslaagd en het is daarom belangrijk dit in achting te nemen gedurende de hypothese- en deelvragentoetsing. 4.2 Geheugen Om zowel de eerste hypothese als de eerste deelvraag te beantwoorden is er één meerwegsvariantieanalyse uitgevoerd. Er is gekozen voor deze toets omdat de onafhankelijke variabelen categorisch zijn en de afhankelijk variabele numeriek is. In de eerste hypothese werd verwacht dat media multitasking, in vergelijking met singetasking, tot een negatief effect zal leiden op het geheugen. De F-toets (Levene s Test for Equality of Variances) is niet significant en dus mag ervan uit gegaan worden dat de varianties in de twee groepen (in de populatie) gelijk zijn, F (3, 130) = 2,25, p = 0,086. Er is bij de proefpersonen geen significant hoofdeffect gevonden van media multitasking vs. singletasking op het geheugen van personen, F (1,130) = 1,72, p = 0,192. Hypothese 1 is daarom verworpen. In dezelfde variantieanalyse is getracht de eerste deelvraag te beantwoorden. De eerste deelvraag keek ernaar of media multitasking, in vergelijking tot singletasking, tot een negatief effect op het geheugen leidde indien het product commercieel van aard was. Er is gekeken naar de hoofdeffecten en interactie-effecten van mediacondities en soort product op het geheugen van personen. Er bleek geen significant hoofdeffect te zijn van het soort product op het geheugen, F (1,130) = 1,12, p = 0,291. Daarnaast is er ook geen significant interactieeffect gevonden tussen mediaconditie (single vs. multitasking) en soort product (commercieel vs. niet- commercieel), F (1,130) = 0,04, p = 0, Begrip Ook hypothese twee en deelvraag twee zijn beantwoord aan de hand van een tweewegsvariantie analyse. De tweede opgestelde hypothese verwachtte dat media multitasking, in vergelijking met singletasking, tot een negatief effect leidde op het begrip. De onafhankelijke Coen Hout

17 variabelen conditie (single vs. multitasking) en soort product (commercieel vs. nietcommercieel) zijn categorisch en de afhankelijke variabele begrip is numeriek. De F-toets (Levene s Test for Equality of Variances) is niet significant en dus mag ervan uit gegaan worden dat de varianties in de twee groepen (in de populatie) gelijk zijn, F (1, 64) = 0,030, p = 0,863. Er is bij de proefpersonen geen significant hoofdeffect gevonden van media multitasking vs. singletasking op het begrip van personen, F (1,130) = 0,92, p = 0,339. Hypothese 2 is daarom verworpen. Aan de hand van dezelfde toets is de analyse omtrent de tweede deelvraag uitgevoerd. De tweede deelvraag keek ernaar of media multitasking, in vergelijking tot singletasking, tot een negatief effect op het begrip leidde indien het product commercieel van aard was. Er is geen significant hoofdeffect gevonden van soort product op het begrip, F (1,130) = 0,92, p = 0,339. Tot slot is er geen significant interactie- effect gevonden van mediaconditie en soort product (commercieel vs. niet- commercieel), F (1,130) = 0,06, p = 0,804. Er kan dus geconcludeerd worden aan de hand van de resultaten dat het niet uitmaakt of het product commercieel of niet- commercieel van aard is. 5. Conclusie/Discussie In het huidige afstudeeronderzoek is door middel van een online experiment onder 134 personen onderzocht in hoeverre media multitasking (vs. singletasking) effect heeft op het geheugen en het begrijpen van boodschappen onder Nederlandse consumenten. Daarnaast is er ook gekeken naar het mogelijke effect dat het soort product (commercieel vs. nietcommercieel) speelt. De respondenten zijn random toegewezen aan één van de condities en werden daarna gevraagd om een online vragenlijst in te vullen. Allereerst kan er geconcludeerd worden dat (H1) media multitasking, in vergelijking met singletasking, niet tot een negatiever effect leidt op het geheugen van consumenten. Dit gevonden resultaat is tegenstrijdig met eerder onderzoek (Duff & Sar, 2015; Segijn et al., 2016). H1 is verworpen als gevolg van dit niet significante verschil. Een oorzaak hiervoor kan zijn dat sommige soorten multitasking, waarbij er sprake is van concurrentie binnen cognitieve hulpbronnen (zoals televisie en huiswerk maken), leiden tot een groter informatieverlies dan bij andere soorten multitasking (weerbericht luisteren en informatieve tekst lezen). Conform het Limited Capacity Model werd verwacht dat (H2) media multitasking, in vergelijking met singletasking, tot een negatief effect op het begrip zou leiden, doordat personen bij media multitasking niet genoeg cognitieve middelen hebben om meerdere taken Coen Hout

18 te verwerken. Echter, naar aanleiding van de resultaten, kan worden geconcludeerd dat er geen significant verschil is gevonden tussen beide condities. Dit in tegenstelling tot bestaande onderzoeken (Bowman et al, 2010; Lin et al., 2011). Een mogelijke oorzaak voor dit tegenstrijdige resultaat betreft het meetinstrument. Bestaande onderzoeken hebben het begrip doorgaans gemeten aan de hand van 18 meerkeuzevragen, terwijl het huidige onderzoek gebruik heeft gemaakt van slechts één meerkeuzevraag. Voor vervolgonderzoek zou het daarom verstandiger zijn om een gevalideerde schaal te gebruiken die meer inhoudelijke facetten van het artikel meet. Tot slot werd er op basis van het Elaboration Likelihood Model verwacht dat media multitasking tot een negatief effect zou leiden op het geheugen en het begrip indien het soort product commercieel van aard was. Aan de hand van de resultaten kan geconcludeerd worden dat het niet uitmaakt of een product commercieel of niet- commercieel is. Daarbij kan worden uitgesloten binnen dit onderzoek dat het ELM- model mogelijk zou verklaren waarom mensen niet gemotiveerd en betrokken genoeg zijn indien de boodschap commerciëler wordt. De industrie, waar mediaplanning centraal staat, kampt met dit soort onwetendheden en zouden dus kunnen profiteren van de verkregen resultaten. Dit onderzoek kenmerkt zich door een een aantal beperkingen. De eerste beperking binnen dit onderzoek sluit aan op de tweede manipulatiecheck die is uitgevoerd. Aangezien er geen significante verschillen zijn gevonden tussen de single en multitasking condities kan er aan de hand van de manipulatiecheck geconcludeerd worden dat de proefpersonen in de multitasking condities vonden dat zij niet aan het multitasken waren. Een gevolg hiervan is dat de interne validiteit van het huidige onderzoek laag is. Vervolgonderzoek zou de scheidslijn tussen single en multitasking moeten vergroten, door bijvoorbeeld gebruik te maken van multitasking activiteiten op verschillende apparaten. Doordat beide activiteiten plaatsvonden op één en hetzelfde computerscherm is het belangrijk te stellen dat er meer wetenschappelijk onderzoek vereist is om juiste conclusies te kunnen trekken. De tweede beperking binnen dit onderzoek is dat er gebruik is gemaakt van verschillende steekproefmethoden. Allereerst is er een convenience sample gebruikt waarin personen zich vrijwillig konden opgeven. De respondente zijn aangevuld middels een sneeuwbalsteekproef. Doordat er voornamelijk respondenten zijn geworven via sociale media bestaat de kans dat (1) de respondenten ongeveer allemaal even oud zijn, (2) de respondenten de survey proberen in te vullen via hun smartphone wat vertekende resultaten oplevert aangezien media multitasking hierdoor niet onderzocht kon worden. Gebruikmaking van deze steekproefmethoden leidt ertoe dat de externe validiteit van dit onderzoek niet geheel Coen Hout

19 gewaarborgd is. Doordat de proefpersonen zich kenmerkten door kleine leeftijdsverschillen en een scheve sekseverdeling is het niet mogelijk de gevonden resultaten te generaliseren naar alle consumenten. Een derde beperking van dit onderzoek betreft het feit dat beide media multitasking activiteiten hebben plaatsgevonden op één apparaat. Vanuit praktische redenen werd zowel het artikel als het audiobericht geconsumeerd via de computer. Er moet erkend worden dat deze setting verschilt van een natuurlijke setting waarin personen multitasken. Vervolgonderzoek kan zich daarom bijvoorbeeld richten op het combineren van twee verschillende apparaten: het nieuwsbericht via de televisie en het artikel via de smartphone of tabloid. Hierdoor wordt de multitasking situatie realistischer en een laboratorium setting zou hiervoor uitkomst kunnen bieden. Een vierde beperking behelst het feit dat de proefpersonen aangaven dat zij zich niet altijd in een rustige omgeving bevonden. Er kan geconcludeerd worden dat de interne validiteit van dit onderzoek niet geheel is gewaarborgd. Hier gaat het om alle tussentijdse gebeurtenissen die zich rondom de invullocatie hebben afgespeeld. In vervolgonderzoek zou dit verbeterd kunnen worden door de proefpersonen naar een laboratorium toe te laten komen, waardoor alle mogelijke externe factoren onder controle kunnen worden gehouden ten behoeve van de validiteit van het onderzoek. Ondanks verscheidene beperkingen heeft dit huidige onderzoek een bijdrage geleverd aan de expertise over media multitasking en de invloed op de cognitieve prestaties. Daarnaast is er nieuw inzicht vergaard over de modererende invloed van het soort product wanneer er wordt gekeken naar media multitasking en cognitieve prestaties. Deze toevoeging aan de bestaande literatuur kan ontzettend nuttig zijn voor belanghebbenden. De eindconclusie van dit onderzoek is dat er geen verschillen zijn gevonden tussen personen binnen de condities (single vs. multitasking) indien het geheugen en het begrip gemeten werden. Daarbij maakt het ook niet uit welk soort product (commercieel vs. niet- commercieel) werd gebruikt. Tot slot is het belangrijk om in te zien dat deze studie nieuwsproducenten, media onderzoekers en media technologische ontwikkelaars aanspoort om verder te onderzoeken hoe de populatie gebruik maakt van media multitasking en wat de consequenties zijn voor de cognitieve prestaties. Door de opkomst van media multitasking ontvangen, verwerken en verzenden mensen berichten anders dan vroeger en dit betekent dat mediaplanners hun strategie moeten aanpassen. Vakmensen zien nu bijvoorbeeld in dat het niet uitmaakt of zij een commercieel of een niet- commercieel gebruiken, wanneer er bijvoorbeeld een mediacampagne moet worden Coen Hout

20 ontworpen. Al met al kan gesteld worden dat er, ondanks de niet- significante resultaten, een bijdrage is geleverd aan de wetenschap. Coen Hout

21 Literatuurlijst Adler, R. F., & Benbunan-Fich, R. (2012). Juggling on a high wire: Multitasking effects on performance. International Journal of Human-Computer Studies, 70(2), Angell, R., Gorton, M., Sauer, J., Bottomley, P., & White, J. (2016). Don't distract me when I'm media multitasking: Toward a theory for raising advertising recall and recognition. Journal of Advertising, 45(2), Badian, N. A. (1999). Reading Disability Defined as a Discrepancy Between Listening and Reading Comprehension: A Longitudinal Study of Stability, Gender Differences, and Prevalence. Journal of learning disabilities, 32(2), Bellman, S., Robinson, J. A., Wooley, B., & Varan, D. (2014). The effects of social TV on television advertising effectiveness. Journal of Marketing Communications, Bluedorn, A. C., Kaufman, C. F., & Lane, P. M. (1992). How many things do you like to do at once? An introduction to monochronic and polychronic time. The Executive, 6(4), Boeije, H.R., 't Hart, H. & Hox, J. (2009) Onderzoeksmethoden. Boom Lemma uitgevers: Den Haag. Bowman, L. L., Levine, L. E., Waite, B. M., & Gendron, M. (2010). Can students really multitask? An experimental study of instant messaging while reading. Computers & Education, 54(4), Brasel, S. A., & Gips, J. (2011). Media multitasking behavior: Concurrent television and computer usage. Cyber psychology, Behavior, and Social Networking, 14(9), Carrier, L. M., Cheever, N. A., Rosen, L. D., Benitez, S., & Chang, J. (2009). Multitasking across generations: Multitasking choices and difficulty ratings in three generations of Americans. Computers in Human Behaviour, 25(2), Duff, B. R. L., & Sar, S. (2015). Seeing the big picture: Multitasking and perceptual processing influences on ad recognition. Journal of Advertising, 44(3), Coen Hout

22 Foehr, U. G. (2006). Media multitasking among American youth: Prevalence, predictors and pairings. Henry J. Kaiser Family Foundation. Friedman, T. L. (2006). The age of interruption. The New York Times, A17. Gravetter, F, K., & Forzano, L.B. (2012). Research methods for behavioural sciences. Belmong, CA: Wadsworth Cengage Learning. Hayes, A. F., & Krippendorff, K. (2007). Answering the call for a standard reliability measure for coding data. Communication methods and measures, 1(1), Hout, C. (2017). Media multitasking, goed of slecht? (Niet gepubliceerde bachelor these). Universiteit van Amsterdam. Amsterdam, Nederland. Jensen, J. A., Walsh, P., Cobbs, J., & Turner, B. A. (2015). The effects of second screen use on sponsor brand awareness: a dual coding theory perspective. Journal of Consumer Marketing, 32(2), Jeong, S.-H., & Fishbein, M. (2007). Predictors of multitasking with media: Media factors and audience factors. Media Psychology, 10(3), Doi: / Jeong, S.-H., & Hwang, Y. (2016). Media multitasking effects on cognitive vs. attitudinal outcomes: A-meta-analysis. Human Communication Research, 42(4), Doi: /hcre Kazakova, S., Cauberghe, V., Hudders, L., & Labyt, C. (2016). The Impact of Media Multitasking on the Cognitive and Attitudinal Responses to Television Commercials: The Moderating Role of Type of Advertising Appeal. Journal of Advertising, Lang, A., Dhillon, K., & Dong, Q. (1995). The effects of emotional arousal and valence on television viewers cognitive capacity and memory. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 39(3), Coen Hout

23 Lang, A., Park, B., & Fox, J. R. (2006, May). Complicated emotional messages produce liberal bias: Effects of valence and complexity on sensitivity and criterion. Paper presented at the International Communication Association s annual conference, Dresden, Germany Lee, J., Lin, L., & Robertson, T. (2012). The impact of media multitasking on learning. Learning, Media and Technology, 37(1), Lin, L., Lee, J., & Robertson, T. (2011). Reading while watching video: The effect of video content on reading comprehension and media multitasking ability. Journal of Educational Computing Research, 45(2), Oviedo, V., Tornquist, M., Cameron, T., & Chiappe, D. (2015). Effects of media multitasking with Facebook on the enjoyment and encoding of TV episodes. Computers in Human Behavior, 51 Pt. A, doi: /j.chb Petty, R. E., & Cacioppo, J. T. (1986). The elaboration likelihood model of persuasion. In Communication and persuasion (pp. 1-24). Springer New York. Pilotta, J. J., Schultz, D. E., Drenik, G., & Rist, P. (2004). Simultaneous media usage: A critical consumer orientation to media planning. Journal of Consumer Behaviour, 3(3), Scarborough, H. S. (1998). Predicting the future achievement of second graders with reading disabilities: Contributions of phonemic awareness, verbal memory, rapid naming, and IQ. Annals of Dyslexia, 48(1), Segijn, C. M., Voorveld, H. A. M., & Smit, E. G. (2016). The underlying mechanisms of multiscreening. Journal of Advertising, 45(4), Doi: / Segijn, C. M., Voorveld, H. A., Vandeberg, L., & Smit, E. G. (2017). The Battle of the Screens: Unravelling Attention Allocation and Memory Effects When Multiscreening. Human Communication Research. Coen Hout

24 Srivastava, J. (2013). Media multitasking performance: Role of message relevance and formatting cues in online environments. Computers in Human Behavior, 29(3), Wang, Z., Irwin, M., Cooper, C., & Srivastava, J. (2015). Multidimensions of media multitasking and adaptive media selection. Human Communication Research, 41(1), Doi: /hcre Coen Hout

25 Appendix 1: Stimulusmateriaal 1.1. Commerciële boodschap Coen Hout

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM GRADUATE SCHOOL OF COMMUNICATION Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen In hoeverre is multitasken met verschillende media

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Hoe marketingcommunicatie werkt

Hoe marketingcommunicatie werkt OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

ANOVA in SPSS. Hugo Quené. opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht Trans 10, 3512 JK Utrecht 12 maart 2003

ANOVA in SPSS. Hugo Quené. opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht Trans 10, 3512 JK Utrecht 12 maart 2003 ANOVA in SPSS Hugo Quené hugo.quene@let.uu.nl opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht Trans 10, 3512 JK Utrecht 12 maart 2003 1 vooraf In dit voorbeeld gebruik ik fictieve gegevens, ontleend aan

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love?

Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love? Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love? Naam: Ruben Betjes Studentnummer: 10624759 Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Docent:

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

De effecten van creative media. advertising op advertentie-attitude en. de rol van persuasieve intentie

De effecten van creative media. advertising op advertentie-attitude en. de rol van persuasieve intentie De effecten van creative media advertising op advertentie-attitude en de rol van persuasieve intentie Student: Simone Rienks (6074715) Docent: dr. Marijn Meijers Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF?

CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF? CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF? Een experiment naar de affectieve responses van Creative Media Advertising in vergelijking met Traditional Media Advertising en wordt dit gemedieerd door

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014 1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Wat weten we over product placement?

Wat weten we over product placement? Naam: Annika van Berkel Studentnummer: 5738814 Vak: Bachelorseminar Mediaplanning Docente: Drs. Sheila van Pelt Datum: 29 mei 2009 Wat weten we over product placement? De televisie als reclamemedium is

Nadere informatie

Foodclaims: onder valse vlag varen?

Foodclaims: onder valse vlag varen? Foodclaims: onder valse vlag varen? Een online experiment naar voedingsclaims en het effect hiervan op de attitude van consumenten. Naam: Nienke Gras Studentnummer: 10365478 Docente: Charlotte Blom Universiteit

Nadere informatie

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009 EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I 30 januari 2009 - Dit tentamen bestaat uit vier opgaven onderverdeeld in totaal 2 subvragen. - Geef bij het beantwoorden van de vragen een zo volledig mogelijk antwoord.

Nadere informatie

SYNERGIE-EFFECTEN VAN MULTIMEDIASTRATEGIEËN: METHODEN OM SINGLE MEDIUMCAMPAGNES TE VERGELIJKEN MET MULTIMEDIACAMPAGNES

SYNERGIE-EFFECTEN VAN MULTIMEDIASTRATEGIEËN: METHODEN OM SINGLE MEDIUMCAMPAGNES TE VERGELIJKEN MET MULTIMEDIACAMPAGNES - 1 - Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Probleemstelling 6 1.3 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie 10 1.4 Structuur en hoofdstukindeling 12 2. Theorie 13 2.1 Voorwaarts overdrachtseffect

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties

Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties Stephanie Kruythof ANR: 555110 Bachelorscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie: Bedrijfscommunicatie

Nadere informatie

Voorbeeldcase RAB RADAR

Voorbeeldcase RAB RADAR Voorbeeldcase RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Private Banking (19725) Inhoud 2 Inleiding Resultaten - Spontane en geholpen merkbekendheid - Spontane en geholpen reclamebekendheid - Herkenning radiocommercial

Nadere informatie

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno. TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

A. Business en Management Onderzoek

A. Business en Management Onderzoek A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Persoonlijke factoren en Sales succes

Persoonlijke factoren en Sales succes Persoonlijke factoren en Sales succes Welke samenhang is er? Gerard Groenewegen Mei 2009 06-55717189 1 Agenda 1. Inleiding 2. Opzet studie 3. Beoordeling van dit onderzoek 4. Bevindingen 5. Conclusie 6.

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Experience sampling en dagboekstudies Sanne Opree NPSO-dag Surveys onder kinderen en jongeren Amsterdam 28 mei 2013 Persoonlijke achtergrond Promovenda op het NWO-project

Nadere informatie

Bedenk goed hoe je jezelf met calorieën voedt

Bedenk goed hoe je jezelf met calorieën voedt Bedenk goed hoe je jezelf met calorieën voedt Experimenteel onderzoek onder volwassenen naar de effecten van het gebruik van calorielabels op verpakkingen van tussendoortjes op de intentie en het gedrag

Nadere informatie

MASTER THESIS. Media-multitasken; In hoeverre worden media en dagelijkse activiteiten gecombineerd en doen mannen en volwassenen dit ook?

MASTER THESIS. Media-multitasken; In hoeverre worden media en dagelijkse activiteiten gecombineerd en doen mannen en volwassenen dit ook? MASTER THESIS Media-multitasken; In hoeverre worden media en dagelijkse activiteiten gecombineerd en doen mannen en volwassenen dit ook? Amsterdam, 1 juli 2011 Eveline Marloes Plagmeijer 5948274 Graduate

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek Inleiding M&T 2012 2013 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument (herhaling) Interne consistentie: Cronbach s alpha Voorbeeld:

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Het effect van negatieve berichtgeving over een bedrijf voor andere bedrijven uit de bedrijfstak Bachelorscriptie

Het effect van negatieve berichtgeving over een bedrijf voor andere bedrijven uit de bedrijfstak Bachelorscriptie Het effect van negatieve berichtgeving over een bedrijf voor andere bedrijven uit de bedrijfstak Bachelorscriptie Theoretisch gestuurd bachelorwerkstuk Tessa van der Meijden s4126149 tessa.meijden@student.ru.nl

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam

Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam Een onderzoek naar de invloed van een waarschuwing voor brand placement in games op merkherinnering, merkherkenning en merkattitude en welke rol stemming en ervaring hierin spelen Master scriptie Persuasieve

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames Opstel Management & Organisatie Muziek in recl Opstel door een scholier 2407 woorden 2 februari 2012 5 9 keer beoordeeld Vak M&O Inleiding Reclame wordt gebruikt als een middel om een doelgroep of persoon

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Emoties Emoties of informatie? Een onderzoek naar de invloed van emotionele versus functionele merkpositionering en merkbetrokkenheid op de merkattitude van de

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

DE KRACHT VAN FRAMING DE IMPACT VAN LUXE FRAMING VAN ADVERTENTIES OP RECLAME-EFFECTIVITEIT BIJ MEDIA MULTITASKING MET SOCIALE MEDIA

DE KRACHT VAN FRAMING DE IMPACT VAN LUXE FRAMING VAN ADVERTENTIES OP RECLAME-EFFECTIVITEIT BIJ MEDIA MULTITASKING MET SOCIALE MEDIA DE KRACHT VAN FRAMING DE IMPACT VAN LUXE FRAMING VAN ADVERTENTIES OP RECLAME-EFFECTIVITEIT BIJ MEDIA MULTITASKING MET SOCIALE MEDIA Wetenschappelijk artikel Aantal woorden: 8 662 Ulrike Hendryckx Stamnummer:

Nadere informatie

De kracht van verrassing

De kracht van verrassing De kracht van verrassing Een experimenteel onderzoek naar de invloed van creatieve media advertenties op electronic word-of-mouth in vergelijking met traditionele media advertenties. Vita Behage 10749225

Nadere informatie

TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1

TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1 TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1 Tijdsperspectief en Geluk gedurende de Levensloop Time perspective and Happiness across the Lifespan L.K. Welp Open Universiteit Faculteit Psychologie

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS Inleiding in de Methoden & Technieken 2013 2014 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument Inleiding SPSS Hiervoor lezen:

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie