Thema: Dwergen en reuzen. Lesduur: ong. 50 min

Transcriptie

1 Thema: Dwergen en reuzen Lesduur: ong. 50 min

2 ZiLL-doelen Bewegingsexpressie Muzische grondhouding - MUgr2: durven fantaseren en verbeelden - MUgr3: zich bewust worden van de eigen muzische en creatieve mogelijkheden (talenten) en die tonen Muzische geletterdheid - MUge2: de muzische bouwstenen beleven, herkennen, onderzoeken en hanteren -> Dans Vorm (vorm en grootte van de beweging) Taal Talige grondhouding - TOtg1: plezier beleven aan taal en het spelen met taal Taalbeschouwing Nederlands - TOtn2: nadenken over de belangrijkste aspecten van het taalsysteem. Daarbij taalbeschouwelijke termen gebruiken -> Woorden en woordsoorten (verkleinwoord)

3 Lesdoelen De leerlingen kunnen het verloop van een verhaal voorspellen aan de hand van de voorkaft en de titel van een prentenboek. De leerlingen kunnen hun manier van stappen aanpassen aan de muziek. De leerlingen kunnen bepaalde zaken groot en klein uitbeelden. De leerlingen kunnen verkleinwoorden herkennen.

4 Lesverloop Aanknoping Bekijk samen met de kinderen de voorkaft van het prentenboek 'Toen mijn vader een reus was' van Pieter Van Oudheusden en Inge Bogaerts. Bespreking: - Wat zie je op de voorkaft? - Als je de titel leest, waarover zou het verhaal gaan? - Welke dingen in de buurt zijn klein? Wat is juist heel groot? - Om in een woord duidelijk te maken dat iets heel klein is, wat gebeurt er dan met dat woord? -> verkleinwoord gebruiken. Vandaag gaan we ons heel groot, maar ook heel klein maken. Leskern STAP 1: Reuzenstappen, kleine stapjes Op de muziek stappen de kinderen door de ruimte. Ze kiezen zelf welke stappen ze zetten. Dit kunnen grote reuzentappen zijn, maar ook hele kleine stapjes. De muziek verandert enkele keren. De kinderen passen hun manier en de snelheid van stappen aan aan de muziek.

5 STAP 2: Groot en klein uitbeelden In de zaal liggen prenten verspreid. Op de muziek bewegen de kinderen door de zaal. Wanneer de muziek stop, gaan ze bij de prent staan die het dichtst bij hen ligt. De leerkracht steekt ofwel de prent van de grote papa, ofwel een prent van het kleine meisje in de lucht. De leerlingen beelden hun prent heel groot uit bij de papa, en heel klein bij het meisje. Dit wordt enkele keren herhaald. STAP 3: Verkleinwoorden In de zaal liggen woordkaarten verspreid. Het zijn gewone woorden en verkleinwoorden door elkaar. Deel 1: De reuzendans Op de muziek bewegen kinderen als reuzen door de zaal. Ze maken hun bewegingen heel groot. Als de muziek stopt, gaan ze op een woordkaart staan met een gewoon woord. Deel 2: De dwergendans Op de muziek bewegen kinderen als dwergjes door de zaal. Ze maken hun bewegingen heel klein. Als de muziek stopt, gaan ze op een woordkaart staan met een verkleinwoord.

6 STAP 4: pot pot reus, pot pot dwerg De kinderen spelen pot pot piano. Naargelang de potter pot pot reus of pot pot dwerg zegt, passen de kinderen hun standbeeld aan. Ze maken zich heel groot of juist heel klein. Afronding De kinderen gaan in een grote kring staan. Er wordt rustige muziek opgezet en ze doen de bewegingen van de leerkracht na. Ze rekken zich uit door hun handen boven hun hooft uit te strekken en zich heel groot te maken. Ze maken zich daarna heel klein, door in een bolletje met hun hoofd naar beneden op de grond te leggen. Dit wordt enkele keren herhaald.