Thema: Muziekinstrumenten. Lesduur: ong. 50 min

Transcriptie

1 Thema: Muziekinstrumenten Lesduur: ong. 50 min

2 ZiLL-doelen Bewegingsexpressie Muzische grondhouding - MUgr2: durven fantaseren en verbeelden - MUgr5: inspelen op de muzische beleving van anderen: de uitvoerder of het publiek Muzische geletterdheid - MUge2: de muzische bouwstenen beleven, herkennen, onderzoeken en hanteren -> Dans Tijd (duur, tempo, cadans) Vorm (vorm en grootte van de beweging) Relatie (samen bewegen en dansen) Taal Mondelinge taalvaardigheid Nederlands TOmn1: een mondelinge boodschap verwerken

3 Lesdoelen De leerlingen kunnen aandachtig luisteren naar een voorgelezen verhaal. De leerlingen kunnen een beluisterd verhaal in eigen woorden navertellen. De leerlingen kunnen de bewegen alsof ze een muziekinstrument bespelen. De leerlingen kunnen hun bewegingen aanpassen aan het tempo van de muziek. De leerlingen kunnen bewegingen van medeleerlingen nabootsen. De leerlingen kunnen zich inleven in een bepaalde situatie, een bepaalde persoon, bepaald voorwerp. De leerlingen kunnen vrij bewegen door de zaal met een attribuut. De leerlingen kunnen bewegingsopdrachten uitvoeren.

4 Lesverloop Aanknoping Vooraf lees je op een rustige plek het prentenboek 'Paco en de jazzband' van Magali Le Huche voor aan de kinderen. Bespreking: - Wat weet je nog over het verhaal? - Welke muziekinstrumenten kwamen er aan bod? Tijdens dit lesje bewegen we rond het thema 'muziekinstrumenten'. Leskern STAP 1: Fanfare De leerlingen lopen in een rij. De voorste persoon is de leider. De leider maakt bewegingen alsof hij een bepaald muziekinstrument bespeelt. Hij luistert hierbij naar de muziek. Hij past de snelheid van zijn bewegingen aan aan het tempo van de muziek. Wanneer dit trage muziek is, maakt hij zijn bewegingen groot en voert deze langzaam uit. Wanneer de muziek versnelt, wordt er sneller en krachtiger bewogen. Telkens wanneer de muziek verandert, sluit het voorste kind achteraan aan en is er een nieuwe leider.

5 STAP 2: De regenbuis Er worden groepjes gemaakt van ongeveer 4 leerlingen. Eén leerling van elke groep heeft een regenbuis vast. Hij beweegt hiermee op de manier waarop hij zelf wil. Dit kan heel langzaam zijn, of juist heel snel. De regenbuis kan ook over de grond gerold of in de lucht gegooid worden. De ander kinderen uit het groepje beelden zich in dat zij de korreltjes in de regenbuis zijn. Ze passen hun bewegingen aan aan de manier waarop de regenbuis beweegt. Er wordt enkele keren van rol gewisseld zodat iedereen de regenbuis eens heeft gehad. STAP 3: Belletjes De leerlingen krijgen elk een belletje in hun hand. Op de muziek laten ze hun belletje rinkelen terwijl ze door de zaal bewegen. Als de muziek stopt krijgen ze telkens een opdracht om uit te voeren met hun belletje. Bijvoorbeeld: heel hoog in de lucht houden, balanceren op je schouder/ knie/ hoofd/ voet, wisselen van belletje met een medeleerling... STAP 4: Dirigentje We spelen het bewegingsspelletje 'dirigentje'. De leerlingen gaan in een kring zitten. 1 leerling gaat naar buiten. Er wordt een dirigent aangeduid. Wanneer de leerling terug naar binnen komt en in het midden van de kring gaat staan, doet de dirigent de bewegingen van een muzikant na. Hiervoor gebruikt hij de muziekinstrumenten uit het voorgelezen prentenboek ter inspiratie. Hij wisselt regelmatig van beweging. De andere kinderen doen deze bewegingen na. De persoon in het midden van de kring krijgt 3 kansen om te raden wie de dirigent is.

6 Afronding De les wordt op een rustige manier afgesloten. De kinderen leggen zich op hun rug neer in de ruimte. Ze ademen diep in en uit en genieten van de rustige achtergrondmuziek. Ze proberen hun lichaam van top tot ten te ontspannen.