1 Roodverschuiving en Planck spectrum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Roodverschuiving en Planck spectrum"

Transcriptie

1 1 Roodverschuiving en Planck spectrum a. Omdat λ R geldt z λ(t) λ em 1 = R(t) R em 1. (1.1) b. In het algemeen geldt voor lichtgolven ν = c/λ. Daarom: ν(t) = ν em (1 + z). (1.2) c. Toepassen van resultaat b op het tweede foton: ν(t) + dν(t) = ν em + dν em (1 + z). (1.3) Daarom: dν(t) = (ν(t) + dν(t)) ν(t) = dν em (1 + z). (1.4) d. Een volume heeft de dimensie van [lengte] 3, en als iedere lengte toeneemt als L R neemt ieder mee-expanderend volume toe als ( ) 3 R(t) V(t) = V 0 (1.5) R 0 e. n phot = N phot V(t) = n phot0 ( ) 3 R(t). (1.6) R 0 1

2 f. We kiezen het referentietijdstip t 0 gelijk aan het emissietijdstip t em, en de referentieschaalfactor R 0 aan R em. Dan moet gelden volgens g: ( ) 3 ( ) 3 R(t) R(t) dn phot (t) = n(ν, t) dν(t) = dn phot(t em) = n(ν em) dν em. (1.7) R em R em Omdat volgens c geldt dat volgt hieruit dat dν = dν em (1 + z) = ( ) 1 R(t) dν em (1.8) R em ( ) 3 R(t) n(ν, t) = n(ν em) R em ( ) dνem = dν(t) ( ) 2 R(t) n(ν em). (1.9) R em g. De Planckverdeling schaalt als n pl (ν) ν 2 exp(hν/k b T) 1. (1.10) De ν 2 factor geeft al de gevraagde (R(t)/R em ) 2 schaling die volgt uit e. Wil die schaling niet worden gebroken door de factor met de exponent moet gelden hν k b T = constant T ν R 1, (1.11) en het gevraagde volgt meteen uit de beginvoorwaarde T = T em als ν = ν em. h. De truuk is om een nieuwe variabele in te voeren: x hν k b T ν = k bt h x. (1.12) De integraal over de Planck-verdeling kan dan worden geschreven als: 2

3 n phot = 8π c 3 ( ) 3 kb T h 0 x 2 dx e x 1. (1.13) De x integraal is een getal, en men komt tot de conclusie dat moet gelden n phot T 3 en uit e: n phot R 3. (1.14) Deze twee relaties zijn in overeenstemming als geldt T R 1. (1.15) i. Uit de temperatuurswet T R 1 volgt: Met de expansiewet R(t) t 2/3 krijgen we R em R 0 = T 0 T em (1.16) ( tem ) 2/ t 0 t em = ( ) 3/2 t0 = t jaar. (1.17) 3

4 2 De Paradox van Olbers a. Omdat F D 2 en Ω θ 2 D 2 is I voor een opgeloste bron onafhankelijk va de afstand! Als je het sterschijfje opgelost kunt zien zie je het schijfje ongeacht de afstand even helder: alleen het oppervlak aan de hemel (de ruimtehoek) dat door het schijfje wordt bedekt neemt af als D 2. b. Een dunne bolschil met straal D en dikte D D heeft een volume O = ( oppervlak ) (dikte) = 4πD 2 D. (2.1) Een dergelijke relatie tussen volume, oppervlak en dikte geldt voor ieder volume van een laag met voldoend kleine dikte! Als de sterdichtheid gelijk is aan n is het aantal sterren in de bolschil N = (volume) (dichtheid) = 4πD 2 n D. (2.2) Samen dekken zij een ruimtehoek af ter grootte Ω = N Ω = ( 4πD 2 n D ) π R2 D 2 = 4π 2 n R 2 D. (2.3) c. P(D, D) = Ω 4π = π n R 2 D = D l, (2.4) met l 1 π n R 2 = 1 n O. (2.5) Hier is O = πr 2 het geprojecteerde oppervlak van de sterschijf. Merk op dat [l ]=[lengte]. 4

5 d. De integraal volgt uit resultaat b als en levert formeel oneindig op. Ω = 0 4π 2 n R 2 dd, (2.6) e. Dit on-fysische resultaat vertelt ons dat wij iets hebben verwaarloosd: in dit geval de mogelijkheid dat sterschijfjes elkaar (gedeeltelijk) afdekken. Het goede antwoord is voor een oneindig, eeuwigdurend en onveranderlijk heelal natuurlijk Ω = 4π: de hele hemel is bedekt. De fysische interpretatie van het (correcte) resultaat is simpel: iedere gezichtslijn treft uiteindelijk een sterschijfje! f. Het zou betekeken dat we op ieder punt aan de hemel een helderheid zien gelijk aan de helderheid van de zonne-schijf: oogverblindend dus! g. Het enige echt juiste antwoord is het bestaan van een horizon: die geeft een limiet aan hoe ver we kunnen kijken. Het bestaan van de horizon is op zijn beurt wel een gevolg van de eindige leeftijd van het heelal. Roodverschuiving verzwakt weliswaar de helderheid van de nachthemel, maar is op zichzelf niet voldoende. Absorptie door een tussenliggend gas lost in een oneindig, eeuwigdurend en onveranderlijk heelal ook niets op: als het gas in evenwicht is met het stralingsveld zendt het per seconde evenveel energie in de vorm van licht uit als het ontvangt! 5

6 3 INLEVEROPGAVE: Newtons probleem, een speculatie a. Wil het gas overal in rust zijn, dan moet er overal gelden dat de zwaartekracht verdwijnt, in andere woorden: Maar dat betekent g(x) = Φ = 0 x Φ = constant. (3.1) 2 Φ = 0 x ρ = 0. (3.2) Men kan alleen aan de vergelijkingen voldoen als het heelal leeg is! b. Door te schrijven 2 Φ = 4πG ρ Λ (3.3) is duidelijk dat men een oplossing met Φ = constant (geen zwaartekracht) kan toelaten als ρ = Λ/4πG. c. De reden dat het superpositie-principe hier werkt is omdat de vergelijking voor de zwaartekrachtspotentiaal formeel lineair is. Het gewone Newtonse deel van Φ(r) is Φ N (r) = GM r, (3.4) de potentiaal van een puntmassa M in Newtons theorie. gevolge van de extra term is de oplossing van Dwe bijdrage Φ Λ ten 1 r 2 De oplossing die verdwijnt op r = 0 is ( d r 2 dφ ) Λ = Λ. (3.5) dr dr Φ Λ (r) = Λr2 6. (3.6) 6

7 d. De bijbehorende bijdrage aan de zwaartekrachtsversnelling is g Λ = Φ Λ = dφ Λ dr ˆr = Λr 3 ˆr. (3.7) Hierin is ˆr = r/ r de eenheidsvector in de radiele richting. Als Λ > 0 (zoals gewoonlijk wordt verondersteld) wijst de kracht ten gevolge van g Λ weg van de oorsprong. e. In de standaardberekening van een planeetbaan levert de aantrekkende zwaartekracht de benodigde centripetale kracht: mv 2 p r p = m g(r p ) = GMm r 2 p m Λr p 3 (3.8) De baansnelheid is dus V p = GM Λr2 p r p 3. (3.9) Gebruikt men resultaat b en schrijft men Λ = 4πG ρ, (3.10) dan vindt men V p = GM 4πGρr2 p r p 3. (3.11) Hieruit volgt de gevraagde uitdrukking voor de baanperiode direct. e. Een handige manier om de twee termen in de wortel te vergelijken is door de grootheid M Λ (r p ) = 4π 3 ρr3 p (3.12) 7

8 te definieren, formeel een massa. Met de gegeven grootheden voor de Jupiterbaan geldt: M Λ = kg. (3.13) Dat is veel kleiner dan de Zonsmassa ( kg). Door te schrijven V p = G(M M Λ ) r p = ( GM 1 M ) 1/2 Λ (3.14) r p M en gebruik te maken van (1 + x) α 1 + αx als x 1, (3.15) vind men ( V p V J 1 M ) Λ 2M. (3.16) Hier is V J = GM /r p de gewone Newtonse waarde voor de baansnelheid van Jupiter. Nog een toepassing van de bovenstaande benaderingsformule geeft dan P p = 2πr p V j ( 1 M ) 1/2 ( Λ P J 1 + M ) Λ M 2M. (3.17) Hier is P J de gewone Newtonse omloopstijd. De correctieterm is zeer klein: M Λ 2M (!) (3.18) 8

9 4 Olbers Paradox, een bona-fide berekening a. c H 0 = m/s ( m/s)( m) 1 = m. (4.1) b/c. In de uitwerking van som 2 staat al het gevraagde resultaat: l = 1 n πr 2 = 1 n O. (4.2) Hier is O = πr 2 het geprojecteerde oppervlak van de ster, dat hier de rol speelt van de werkzame doorsnede. d. Als alle baryonische massa in sterren zit moet gelden: De dichtheid van de baryonen is ρ ba = n M = n M n = ρ ba M. (4.3) ρ ba = Ω ba ρ cr = 0.05 ( kg/m 3) = kg/m 3. (4.4) De sterdichtheid is dan n = ρ ba = kg/m 3 M kg m 3. (4.5) De lengte-schaal l die de trefkans langs de gezichtslijn voor het treffen van een steroppervlak bepaalt is: l = 1 n πr 2 = 1 ( m 3) ( m 2) = m. (4.6) 9

10 e. De trefkans is P = c/h 0 l = m m = (4.7) Geen wonder dus dat de nachthemel donker is! 10

11 5 Het gesloten heelal a. We gebruiken de volgende vorm van de Friedmann vergelijking met R 0 = 1: Dan, met de parametrische oplossing uit de opgave: ( ) 2 dr = 8πG ρ 0 R 1 k. (5.1) dt 3 en dr dt = (dr/dθ) (dt/dθ) = (4πGρ 0 /3k) sin θ (4πGρ 0 /3k 3/2 ) (1 cos θ) = k1/2 sin θ 1 cos θ. (5.2) 8πG ρ 0 3 R 1 k = 2k 1 cos θ k = k 1 + cos θ 1 cos θ. (5.3) Friedmanns vergelijking (5.1) wordt nu: Dit is hetzelfde als k sin 2 θ (1 cos θ) 2 = k 1 + cos θ 1 cos θ. (5.4) sin 2 θ = (1 cos θ)(1 + cos θ) = 1 cos 2 θ. (5.5) b. Door de keuze R 0 = R(t 0 ) = 1 geldt ook H 0 = en vergelijking (5.1) is op t = t 0 simpelweg ( ) dr, (5.6) dt t 0 H 2 0 = 8πG ρ 0 3 k = H 2 0 Ω 0 k. (5.7) 11

12 Hier is gebruik gemaakt van de definitie van de Omega-parameter: Ω 0 = 8πGρ 0 /3H 2 0. Los op voor k: k = H 2 0 (Ω 0 1). (5.8) c. Simpelweg elimineer k in de uitdrukkingen voor R(θ) and t(θ), vergelijking 5.3 in de opgave. d. Met Ω 0 = 2 geldt: R(θ) = 1 cos θ, H 0 t = θ sin θ. (5.9) De figuur geeft een grafische weergave. Figure 1: De schaalfactor R(t) als functie van H 0 t voor Ω 0 = 2. 12

13 e. R(t) = 1 correspondeert met θ = π/2 en t = ( π 2 1)H 1 0 = 0.57/H 0 = yr; De maximale waarde is R(t) = 2 die wordt bereikt als θ = π, t = π/h 0 = yr; De Big Crunch vindt plaats als R = 0, θ = 2π, t = 2π/H 0 = yr. 6 De Hubble Space Telescope metingen van Cepheïden in M100 a. De fluxen van de twee sterren verhouden zich bij dezelfde intrinsieke lichtkracht L als S 2 S 1 = ( D1 D 2 ) 2. (6.1) Het magnitude-verschil is dan ( ) ( ) S 2 D2 m = m 2 m 1 = 2.5 log 10 = 5 log S 10 1 D 1. (6.2) b. Voor de Cepheiden in de LMC geldt m V = ( log 10 P 1 ), (6.3) en hun tegenhangers in M100 volgen de relatie m V = ( log 10 P 1 ). (6.4) Dus geldt in dit geval ( ) DM100 m = = 12.5 = 5 log 10 D LMC. (6.5) 13

14 Daarom geldt: D M100 = D LMC = 15.8 Mpc. (6.6) d. Uit de vluchtsnelheid van ± 200 km/s en de in d gevonden afstand volgt: H 0 = 88.6 ± 12.6 km/s per Mpc. (6.7) Dat ligt niet al the dicht bij de correcte waarde, wat laat zien dat bepaling van H 0 op betrekkelijk korte afstanden moeilijk is: effecten als de eigenbeweging van de sterrenstelsels vervuilen de meting en maken hem onnauwkeurig. 7 INLEVEROPGAVE: de stabiliteit van een Einsteinheelal a. Dit gaat het simpelst als we eerst de dichtheidwet invullen en Friedmanns vergelijking schrijven als: ( ) 2 dr = 8πG ρ 0 dt 3 Differentiatie naar de tijd levert dan R 3 0 R + Λ 3 R2 k. (7.1) 2 ( ) dr d 2 R dt dt = 8πG ρ R 3 0 R 2 ( ) dr + 2Λ R dt 3 ( ) dr dt. (7.2) Delen we de gemeenschappelijke factor dr/dt uit dan volgt: d 2 R dt 2 = 4πG ρ 3 R + Λ 3 R. (7.3) Hier is de dichtheidswet nogmaals gebruikt om ρ 0 te schrijven in termen van de actuele dichtheid ρ. 14

15 b. Als de schaalfactor constant is moet gelden: dr dt = 0, d 2 R dt 2 = 0. (7.4) De tweede conditie geeft met behulp van resultaat a voor d 2 R/dt 2 : c. Als we schrijven ρ = Λ 4πG = 2ρ vac. (7.5) R(t) = R 0 [1 + (t)] (7.6) volgt ρ(t) = ρ 0 [1 + (t)] 3 ρ 0 [1 3 (t)]. (7.7) Oftewel: ρ = ρ(t) ρ 0 = 3 (t) ρ 0. (7.8) d. We vullen relatie (7.6) samen met (7.8) in in vergelijking (7.3), nog zonder enige benadering: d 2 R 0 dt = 4πGρ 0R [1 + (t)] 2 + Λ 3 R 0 [1 + (t)]. (7.9) Nu gebruiken we de benaderingsformule, delen de gemeenschappelijke factor R 0 weg en ordenen de termen: d 2 dt = Λ 2 3 4πGρ ( 0 8πGρ0 + + Λ ) + O( 2 ). (7.10)

16 Als we storen rond de statische Einstein-oplossing heffen de twee eerste termen in het rechterlid elkaar volgens resultaat b op omdat dan moet gelden ρ 0 = Λ/4πG. Dezelfde relatie leidt tot: 8πGρ Λ 3 = Λ. (7.11) We vinden dus uiteindelijk de volgende vergelijking: als we de kleine O( 2 ) termen verwaarlozen. e. De algemene oplossing van bovenstaande vergelijking is d 2 dt 2 = Λ (7.12) (t) = + e +χt + e χt, (7.13) met χ = Λ. Invullen van de beginvoorwaarden op t = 0 levert achtereenvolgens: (0) = + + = 0, ( ) d = χ ( + ) = H 0. (7.14) dt 0 Hieruit volgt: ± = ± H 0 2χ = ± H 0 2 Λ. (7.15) De oplossing is dus: (t) = H 0 Λ sinh( Λt). (7.16) f. Zie onderstaande figuur. g. Als χt 1 explodeert de positieve e-macht, en beweegt de verstoorde oplossing zich razendsnel weg van de oorspronkelijke statische evenwichtsoplossing. Het statische Einstein-heelal is daarom niet stabiel! 16

17 Figure 2: De schaalfactor, geplot als R(t)/R 0, als functie van Λt voor (als voorbeeld) H 0 = ±0.1 Λ. De twee oplossingen bewegen weg van de equilibrium-oplossing R/R 0 = 1. Als Λt 3 is de krimpende oplossing (begonnen met H 0 < 0) al ingestort! De uitzettende oplossing (met H 0 > 0) blijft uitzetten. 17

18 8 De gravitationele afbuiging van licht Figure 3: De loodrechte krachtcomponent F (doorgetrokken curve) en de evenwijdige krachtcomponent F (streepjes-curve) als functie van de tijd. Een negatieve kracht betekent dat de kracht aantrekkend is. De kracht is genormaliseerd op de maximale waarde GM E/c 2 b 2, en de tijd is geplot als c(t t 0 )/b, zodat het moment t 0 van dichtste nadering tot de Zon van het foton samenvalt met het nulpunt op de horizontale as. 18

19 a. De bovenstaande figuur geeft de componenten van de kracht langs (F ) en loodrecht (F ) de fotonbaan, die wordt benaderd als een rechte lijn vanwege de kleine afbuiging. Op het moment van korste nadering geldt: F = 0, F = GM E c 2 b 2 F max. (8.1) Dan is de amplitude van F (en van F) maximaal. Omdat F anti-symmetrisch is rond het moment van kortste nadering geldt ruwweg p = 0. Er staat ruwweg omdat we de vorm van de fotonbaan het benaderd door een rechte lijn! De formule voor F volgt uit de volgende relaties: r = b 2 + c 2 (t t 0 ) 2, ˆr = b r = b b 2 + c 2 (t t 0 ) 2. (8.2) Dan hebben we F = GM E c 2 r 2 b r = GM Eb c 2 ( b 2 + c 2 (t t 0 ) 2) 3/2. (8.3) Uit bovenstaande figuur blijkt ook dat F sterk afvalt als t = t t 0 > b/c. (8.4) De typische interactietijd is dus t i 2b c. (8.5) 19

20 Hieruit kan men de verandering p schatten als: p (maximale loodrechte kracht) (interactietijd) = GM E c 2 b 2 2b c = 2GM E c 3 b. (8.6) Het blijkt dat dit geschatte resultaat (binnen de rechte-lijn benadering) exact is! b. Doet men de berekening nauwkeurig dan vindt men met behulp van p = E/c: θ = 2GM c 2 b = rad = 0.62 boogseconde. (8.7) Deze waarde is twee keer kleiner dan het resultaat uit de Algemene Relativiteitstheorie: een gevolg van het feit dat deze speciaal-relativistische berekening (met Newtoniaanse zwaartekracht!) de kromming van de ruimte rond de Zon niet in rekening brengt. Merk op dat de afbuiging niet afhangt van de foton-energie: de Zon (in feite: iedere zwaartekrachtslens) is een achromatische lens! De afbuiging hangt niet af van de golflengte van het gebruikte licht, mits deze maar veel kleiner is dan de afmeting van de lens. 20

21 9 De horizon in een De Sitter-heelal a. Invullen van de formules uit de opgave levert: d H (t 0 ) = e H Λt 0 t0 0 c dt e H Λt = e H Λt 0 [ c ( ) ] 1 e H Λ t 0 = c ( e H Λ t 0 1 ). (9.1) H Λ H Λ b. Algemeen geldt (ik schrijf t i.p.v. t 0 ): r H = d [ H c R = exp( H ( Λt) e H Λ t 1 ) ] = c ( ) 1 e H Λ t. (9.2) H Λ H Λ Als H Λ t 1 kan de exponentiële term in de laatste uitdrukking worden verwaarloosd t.o.v. 1, en geldt: r H c H Λ = constant. (9.3) Omdat objecten die passief worden meegevoerd door de Hubble-expansie een vaste waarde van r hebben betekent dit dat je in een dergelijk heelal uiteindelijk een vaste verzameling objecten binnen de horizon ziet! In een gewoon Friedmann-heelal met een schaalfactor die zich (tenminste in een vlak heelal) gedraagt als R(t) t α met α < 1 wordt de verzameling objecten binnen de waarneemhorizon steeds groter naarmate de tijd vordert. In dat geval geldt: d h ct, R(t) t α, r h (t) = d h(t) R(t) t1 α. (9.4) 21

22 10 Stof, straling en vacuüm dichtheid a. Met de gegeven getallen: ΩΛ0 0.82, ( 1 + ΩΛ0 1 Ω Λ0 ) 1/2 3.22, t H yr. (10.1) b. Hier gebruik je de definitie van de Omega-parameter voor een willekeurige ingrediënt i: Ω i0 = 8πG ρ i0 3H 2 0 ρ i0 = 3H2 0 8πG Ω i0, (10.2) samen met de dichtheidswetten voor stof en straling: ρ = ρ m0 ( R R 0 ) 3 = ρ m0 (1 + z) 3 ρ r0 ( R R 0 ) 4 = ρ r0 (1 + z) 4 (voor stof) (voor straling). (10.3) c. De voorwaarde is: Ω m0 (1 + z) 3 = Ω r0 (1 + z) 4 z eq = Ω m0 Ω r (10.4) d. Invullen van P Λ = ρ Λ c 2 in vergelijking 10.4 van de opgave levert: d 2 R dt 2 = 4πG 3 (ρ m 2ρ Λ ) R. (10.5) De vertraagde expansie (d 2 R/dt 2 < 0) slaat om naar een versnelde expansie (d 2 R/dt 2 > 0) als d 2 R/dt 2 = 0. Bovenstaande vergelijking geeft dan op het omslagmoment ρ m = 2ρ Λ. Als ρ m < 2ρ Λ blijft de expansie versnellen. 22

23 Omdat we uitgaan van een vlak heelal en de bijdrage van straling aan de massadichtheid tot hoge roodverschuiving kan worden verwaarloosd (zie antwoord c) geldt op het moment van omslag: Ω m + Ω Λ = 1 & Ω m = 2Ω Λ Ω m = 2 3, Ω Λ = 1 3. (10.6) De voorwaarde ρ m = 2ρ Λ is met de gegeven waarden voor de Omega-parameters te schrijven als: Ω m0 (1 + z Λ ) 3 = Ω Λ0 z Λ = ( ΩΛ0 Ω m0 ) 1/ (10.7) e. Een simpel gebruik van de definities: het rechterlid van vergelijking (10.6) van de opgave is 8πG 3 (ρ m (R) + ρ Λ ) = H 2 0 = H 2 0 ( ) 8πG (ρm0 ) (1 + z) 3 + ρ Λ 3H 2 0 ( Ωm0 (1 + z) 3 + Ω Λ0 ). (10.8) Vergelijking (10.6) is dan ( Ωm0 (1 + z) 3 + Ω Λ0 ). (10.9) H 2 = H 2 0 Trek de wortel aan weerszijden van het =-teken en je bent klaar! 23

24 11 INLEVEROPGAVE: De horizon in een uitdijend Friedmann heelal a. De algemene formule (al eerder gebruikt) levert: d H = R 0 t0 0 cdt R(t) = 2ct 0 (stralingsgedomineerd, vlak met α = 1/2) 3ct 0 (materie-gedomineerd, vlak met α = 2/3) ct 0 (ln t 0 ln(0)) = (Leeg, open heelal) (11.1). Het laatste geval is duidelijk singulier! b. Uit de formule volgt meteen: ( ) α R 0 R(t em ) = 1 + z = t0 (11.2) t em t em (z) = t 0. (11.3) (1 + z) 1/α De praktische horizon met z max = z 1500 volgt dan in dezelfde drie gevallen uit d = R 0 t0 t em (z ) cdt R(t) = ( 2ct ) 1 + z 3ct 0 (1 ) z (stralingsgedomineerd) (materie-gedomineerd). (11.4) ct 0 ln(1 + z ) (Leeg, open heelal) In de eerste twee gevallen maakt het vrijwel niets uit. In het laatste geval vinden we nu ineens een eindig antwoord: d 7.3ct 0. Dat laatste antwoord gaat overigens volstrekt voorbij aan de vraag hoe je in een leeg heelal Kosmische Achtergrondstraling kunt hebben! 24

25 c. Een fotonbaan voldoet aan: ds 2 = c 2 dt 2 R 2 (t) dr 2 phot = 0. (11.5) Als wij ons bevinden op r = 0 en het foton ons radieel nadert geldt dus dr phot dt = c R(t). (11.6) De fysische afstand van het foton is (zoals iedere afstand) D phot (t) = R(t) r phot (t). (11.7) Differentiatie van deze uitdrukking naar de tijd levert m.b.v. (11.6): dd phot dt = dr dt r phot(t) + R dr phot dt = ( 1 R ) dr dt ( R r phot + R c ) = H D phot c. R(t) (11.8) d. De straal van de bol volgt uit dd phot /dt = 0 en is dus gelijk aan D = c H D Hubble. (11.9) Dit is de Hubble lengte. Uit de definitie van H volgt: H 0 ( 1 R ) dr = dt t=t 0 1 2t 0 2 3t 0 (stralingsgedomineerd) (materie-gedomineerd). (11.10) 1 t 0 (Leeg, open heelal) 25

26 In het stralingsgedomineerde heelal is D Hubble het gelijk aan de horizonschaal, in het materie-gedomineerde geval is het de helft daarvan. In het lege heelal geeft het D Hubble = ct 0. e. Het is voldoende als H(t) een afnemende functie is van de tijd: dd Hubble dt = c H 2 dh dt > 0 als dh dt < 0. (11.11) Als H(t) constant wordt (zoals in de de-sitter oplossing voor een vlak heelal, of in een oud Friedmann-Lemaitre heelal met ρ m ρ Λ ) is D Hubble ook constant. 12 De hoekafstand a/b. De figuur illustreert het principe: het moment van foton-emissie bepaalt de waargenomen hoekmaat: dan wordt bepaald welke fotonen die vertrekken vanaf de rand van het verre sterrenstelsesl de goede voortplantingsrichting hebben om de waarnemer uiteindelijk te bereiken. Figure 4: Het moment van emissie is bepalend voor de hoekafstand. 26

27 c. Omdat D h = D(t em ) = R(t em )a R em a, D 0 = R 0 a en z = (R 0 /R em ) 1 geldt D h = R em R 0 D 0 = D z. (12.1) d. We hebben in een vlak materie-gedomineerd heelal met R(t) t 2/3 : 1 + z = R ( ) 2/3 0 t0 =. (12.2) R em t em De fysische afstand tot de bron (gegeven t 0 ) volgt uit de algemene formule: Dit levert: D 0 = R 0 t0 t em cdt t0 ( R(t) = c t0 ) 2/3 dt. (12.3) t em t D 0 = 3ct 0 1 ( tem t 0 ) 1/3. (12.4) e. De eerste stap is dat wij resultaat d uitdrukken in termen van de roodverschuiving met behulp van (12.2) en de definitie d H = 3ct 0 = 2c/H 0 : D 0 = 3ct 0 [1 ] 1 = d H [1 1 + z ] z. (12.5) Dan volgt uit resultaat c: i = d D h = ( ) (1 + z)d d = D 0 d H (1 + z) 3/2 1 + z 1. (12.6) f. Voor z 1 geldt (1 + z) 3/2 1 + z z z 1 2 z + 3 (12.7)

28 Dit eerste resultaat is makkelijk te interpreteren: voor kleine roodverschuiving geldt i H 0d cz, (12.8) waar ik gebruik gemaakt heb van de relatie t 0 = 2/3H 0 zodat d H = 2(c/H 0 ). Echter, voor kleine afstanden geldt ook z V c = H 0D 0 c. (12.9) De hoekmaat reduceert dus tot het standaard-resultaat (voor kleine hoeken) i = d D 0. (12.10) De reistijd van het foton is (bij aanname) zo kort dat de expansie van het heelal er niets toe doet! Voor z 1 geldt (1 + z) 3/2 z3/2 = z. (12.11) 1 + z 1 z1/2 De hoekmaat valt voor kleine afstanden dus af (zoals je zou verwachten), maar neemt voor grote afstanden (= grote roodverschuiving) juist toe! Een simpele berekening laat zien dat de hoekmaat aan de hemel (gegeven d) minimaal is bij een roodverschuiving z min = 5 4 = (12.12) Onderstaande figuur illustreert een en ander. Het feit dat de hoekmaat voor grote roodverschuiving toeneemt kan men toeschrijven aan de gravitatielenswerking van de materie in het heelal. 28

29 Figure 5: De functie F(z) (1 + z) 3/2 /( 1 + z 1) die voorkomt in de uitdrukking (12.6) voor de hoekmaat, geschreven als i = (d/d H ) F(z). 29

30 13 De Luminosity Distance a. Door de roodverschuiving neemt de energie per foton af met een factor 1 + z bij ontvangst. b. Door de kosmische tijdsdilatatie neemt het tijdsinterval tussen opeenvolgend aankomende fotonen toe met een factor 1 + z. De flux is formeel: Flux = ontvangen foton-energie per seconde per oppervlakte-eenheid. (13.1) Door het gecombineerde effect van roodverschuiving en tijdsdilatatie wordt de flux gereduceerd met een factor (1 + z) 2 ten opzichte van het standaard-antwoord in een statisch heelal, en dus geldt: F = L. (13.2) 4πD 2 0 (1 + z)2 De afstand D 0 staat in deze uitdrukking omdat de fotonen (als zij bij de waarnemer aankomen) zich hebben kunnen verspreiden tot een afstand D 0, over een denkbeeldige bol met een oppervlak 4πD 2 0. c. Gebruik de definitie: D L = L 4πF = D 0 (1 + z). (13.3) 14 Afstanden uitgedrukt als roodverschuivingsintegralen De hele berekening van deze som kan worden teruggevonden in Hoofdstuk 21 van het Boek! 30

31 15 INLEVEROPGAVE: Gekromde De Sitter-heelallen a t/m e De vragen kunnen in een keer worden behandeld: door de invoering van de slim gekozen variabelen krijgen we de Friedmann vergelijking in de vorm ( ) 2 dr = R 2 1. (15.1) dτ Trekken van de wortel, kiezen van de positieve (expanderende) tak levert Scheiding van variabelen: dr dτ = R 2 1. (15.2) dr R2 1 = dτ. (15.3) Integraaltekens er voor: τ = dr R2 1 = cosh 1 (R) + constante sinh 1 (R) + constante (- teken: gesloten heelal); (+ teken: open heelal). (15.4) Dit zijn standaard-integralen die kunnen worden berekend m.b.v. de substituties R = cosh(x) en R = sinh(x), gebruikmakend van cosh 2 (x) sinh 2 (x) = 1. Gebruiken we bovendien als beginvoorwaarden R(τ = 0) = 1 voor het gesloten heelal, en R(τ = 0) = 0 voor het open heelal, dan zijn de constanten gelijk aan nul en geldt: R(τ) = cosh(τ) sinh(τ) (- teken: gesloten heelal); (+ teken: open heelal). (15.5) Omdat cosh(τ) 1 ( 2 e τ + e τ), sinh(τ) 1 ( 2 e τ e τ) (15.6) 31

32 geldt voor τ 1 cosh(τ) sinh(τ) 1 2 eτ. (15.7) Beide heelal-modellen gaan asymptotisch naar een De-Sitter oplossing waarin (in fysische variabelen) R(t) 1 2 R Λ e H Λt (voor H Λ t 1), (15.8) en de kromming wordt volstrekt onbelangrijk. Voor een vlak heelal met k = 0 vind je een oplossing met voor R(t) dezelfde tijdsafhankelijkheid: R(t) = R 0 e H Λt. (15.9) 32

33 16 Hoe groot moet de inflatie-factor Z infl ten minste zijn? a. Als de afwijking van vlakheid klein is (en dat is hier het geval: Ω ) geldt ruwweg R(t) t α (met α = 1/2 voor een stralingsgedomineerd, en α = 2/3 voor een materiegedomineerd heelal) en daarom H(t) α t. (16.1) Uit Friedmanns vergelijking volgt: Ω 1 = k H 2 R 2. (16.2) Als op t = t 0 (bij keuze) geldt dat R 0 = 1, Ω = Ω 0 dan vinden we Ω 0 1 = k H 2 0 k = H 2 0 Ω 0 1. (16.3) Dan is (16.2) te schrijven als: Ω 1 = Ω 0 1 Gebruiken we nu dat H 1/t dan volgt meteen ( H0 ) 2. (16.4) HR ( ) 2 t Ω(t) 1 Ω 0 1. (16.5) t 0 R(t) b. Een eenvoudige invuloefening! c. Een open heelal met k < 0 blijft expanderen, dus neemt Ω 1 toe: zie (16.5) met t 0 = t pl. Ω wordt steeds kleiner, en als het heelal oneindig ver is uitgezet (R ) is ρ 0, Ω 0 en Ω 1 1. Een gesloten heelal met k > 0 begint ooit weer aan een instorting. Op het omslagmoment geldt dr/dt = HR = 0 en dus Ω 1 =. 33

34 d/e. Vooruitrekenend van de Planck tijd tot t = s: ( ) tgut R 2 pl Ω begin 1 = Ω 1 tpl = 10 5 ( ) (16.6) t pl R Gut Terugrekenend vanaf nu tot s: Ω eind 1 = Ω 0 1 ( tgut t 0 R GUT ) ( ) (16.7) Dan geldt dus: Z infl = Ω begin 1 Ω eind (16.8) f. In dit geval moet gelden: Z infl t 0R pl t pl (16.9) 34

35 17 Bellen blazen in een opblaas-heelal a. Een foton (of ieder signaal dat met de lichtsnelheid loopt) voldoet aan de vergelijking ds 2 = c 2 dt 2 R 2 (t) dr 2 = 0, of te wel: dr = c dt R(t) (17.1) Oplossen (d.w.z.: integreren!) levert voor dit specifieke geval, met R(t) = R(0)exp(H Λ t), de meebewegende straal van de bel: r(t) = tf t cdt R(t) = c ( ) e H Λ t e H Λt f. (17.2) H Λ R(0) De fysische straal volgt uit de algemene relatie D = R(t) r als { D(t f ) = R(0) e H Λt f c ( ) } e H Λ t e H Λt f H Λ R(0) = c H Λ { exp [ HΛ (t f t ) ] 1 }. (17.3) b. Als de bel ontstaat op t t i (direct na begin van Inflatie) is de exponentiële factor in de uitdrukking (17.3) gelijk aan Z infl, en mag men die uitdrukking voor Z infl 1 benaderen door: D max (t f ) Bellen die later worden geboren zijn kleiner! c. Een invuloefening: c H Λ Z infl. (17.4) 8πG E 4 H Λ = 8πG ρvac 3 = 3h 3 c s 1. (17.5) 35

36 De bijbehorende Hubble lengte is d Λ = c = m/s H Λ s m. (17.6) d. Na inflatie volgt de expansie tot nu uit de temperatuurswet T = T 0 (R/R 0 ) 1. We weten de begin- en eindtemperatuur dus: R 0 R(t f ) = T(t f) T 0 = 1027 K 2.7 K (17.7) d. Wil ons hele waarneembare heelal passen in een enkele oorspronkelijke bel dan moet gelden: Z infl > d H d Λ = m m 1050 Z infl > (17.8) Deze eis is minder stringent dan de eis uit de vorige opgave. 18 INLEVEROPGAVE: Vervallende deeltjes en deeltjesannihilatie in een uitdijend heelal Geen uitwerking beschikbaar 36

D h = d i. In deze opgave wordt de relatie tussen hoekmaat en afstand uitgerekend in een vlak expanderend heelal.

D h = d i. In deze opgave wordt de relatie tussen hoekmaat en afstand uitgerekend in een vlak expanderend heelal. 12 De hoekafstand In een vlak, statisch, niet expanderend heelal kan men voor een object met afmeting d op grote afstand D (zodat D d) de hoek i berekenen waaronder men het object aan de hemel ziet. Deze

Nadere informatie

Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP

Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP www.astro.ru.nl/~achterb/ Waarnemingen die de basis vormen van het Oerknalmodel - Vluchtsnelheid verre sterrenstelsels - Kosmische Achtergrondstraling - Voorwereldlijke Nucleosynthese

Nadere informatie

Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP

Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP www.astro.ru.nl/~achterb/ 1d Steeds: Dt R () = a Rt () V () t = HtDt () ()& H = R d t H 8π G = ρ 3 k R 3 met ρ ~ R ("energie versie") d 4 = dt 3 R πg ρ R ("kracht versie")

Nadere informatie

8 De gravitationele afbuiging van licht

8 De gravitationele afbuiging van licht 8 De gravitationele afbuiging van licht Eén van de voorspellingen van de Algemene Relativiteitstheorie (ART) is dat ook licht, alhoewel fotonen strikt genomen massaloos zijn, wordt afgebogen door de zwaartekracht.

Nadere informatie

1 Roodverschuiving en Planck spectrum

1 Roodverschuiving en Planck spectrum 1 Roodverschuiving en Planck spectrum Doel van deze opgave: aantonen dat fotonen die in een zwarte-stralerverdeling (een zgn. Planck spectrum) worden gecreëerd in een uitdijend heelal deze verdeling houden

Nadere informatie

Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP

Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP www.astro.ru.nl/~achterb/ Schaalfactor R(t) Ω 0 1 dichtheid kromming evolutie H 0 t 1. Vlakke ruimte-tijd. Afstandsrecept tussen gebeurtenissen: ds = c dt d

Nadere informatie

Bram Achterberg Afdeling Sterrenkunde IMAPP, Radboud Universiteit Nijmegen

Bram Achterberg Afdeling Sterrenkunde IMAPP, Radboud Universiteit Nijmegen Bram Achterberg Afdeling Sterrenkunde IMAPP, Radboud Universiteit Nijmegen Een paar basisfeiten over ons heelal: Het heelal expandeert: de afstanden tussen verre (groepen van) sterrenstelsels wordt steeds

Nadere informatie

16 Hoe groot moet de inflatie-factor Z infl ten minste zijn?

16 Hoe groot moet de inflatie-factor Z infl ten minste zijn? 16 Hoe groot moet de inflatie-factor Z infl ten minste zijn? Inflatiemodellen, waarin het heelal een korte tijd een quasi-de Sitter fase ondergaat met een grote (exponentiële) toenname van de schaalfactor,

Nadere informatie

Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP

Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP Hoorcollege: Woensdag 10:45-12:30 in HG00.308 Data: 13 april t/m 15 juni; niet op 27 april & 4 mei Werkcollege: Vrijdag, 15:45-17:30, in HG 03.053 Data: t/m 17 juni; niet

Nadere informatie

J.W. van Holten

J.W. van Holten Afstandsbepaling in het heelal i. Parallax methode Definitie: d = 1 parsec als α = 1 1 parsec = 3.26 lichtjaar = 3.09 10 13 km ii. Variabele sterren A. Cepheiden: sterk statistisch verband tussen maximale

Nadere informatie

Werkcollege III Het Heelal

Werkcollege III Het Heelal Werkcollege III Het Heelal Opgave 1: De Hubble Expansie Sinds 1929 weten we dat we ons in een expanderend Heelal bevinden. Het was Edwin Hubble die in 1929 de recessie snelheid van sterrenstelsels in ons

Nadere informatie

Inleiding Astrofysica Tentamen 2009/2010: antwoorden

Inleiding Astrofysica Tentamen 2009/2010: antwoorden Inleiding Astrofysica Tentamen 2009/200: antwoorden December 2, 2009. Begrippen, vergelijkingen, astronomische getallen a. Zie Kutner 0.3 b. Zie Kutner 23.5 c. Zie Kutner 4.2.6 d. Zie Kutner 6.5 e. Zie

Nadere informatie

8 Relativistische sterren

8 Relativistische sterren 8 RELATIVISTISCHE STERREN 156 8 Relativistische sterren 8.1 Schwarzschild metriek Om de kracht van ART te waarderen, gaan we in dit hoofdstuk kijken naar de meest eenvoudige metriek naast de Minkowski

Nadere informatie

Mysteries van de Oerknal, deel 2 Heelalmodellen. samenvatting tot nu: Zwaartekracht afwijking v/d gewone (euclidische, vlakke) meetkunde

Mysteries van de Oerknal, deel 2 Heelalmodellen. samenvatting tot nu: Zwaartekracht afwijking v/d gewone (euclidische, vlakke) meetkunde Mysteries van de Oerknal, deel 2 Heelalmodellen samenvatting tot nu: -op grote schaal beweegt alles gemiddeld van ons af, (toenemende roodverschuiving) hoe verder des te sneller (Wet van Hubble) John Heise,

Nadere informatie

Sterrenkundig Practicum 2 3 maart Proef 3, deel1: De massa van het zwarte gat in M87

Sterrenkundig Practicum 2 3 maart Proef 3, deel1: De massa van het zwarte gat in M87 Proef 3, deel1: De massa van het zwarte gat in M87 Sterrenkundig Practicum 2 3 maart 2005 Vele sterrenstelsels vertonen zogenaamde nucleaire activiteit: grote hoeveelheden straling komen uit het centrum.

Nadere informatie

Oerknal kosmologie 1

Oerknal kosmologie 1 Inleiding Astrofysica Paul van der Werf Sterrewacht Leiden Evolutie van massa dichtheid vroeger M ρ λ = = = = + M ρ λ ( 1 z) Evolutie van fotonen dichtheid E hν = = 1+ z E hν E c 2 ρ = = + ρ E c 2 4 (

Nadere informatie

Overzicht. Vandaag: Frank Verbunt Het heelal Nijmegen 2014. uitdijing heelal theorie: ART afstands-ladder nucleo-synthese 3 K achtergrond.

Overzicht. Vandaag: Frank Verbunt Het heelal Nijmegen 2014. uitdijing heelal theorie: ART afstands-ladder nucleo-synthese 3 K achtergrond. Vandaag: Frank Verbunt Het heelal Nijmegen 2014 Kosmologie Overzicht uitdijing heelal theorie: ART afstands-ladder nucleo-synthese 3 K achtergrond Boek: n.v.t. Frank Verbunt (Sterrenkunde Nijmegen) Het

Nadere informatie

Gravitatie en kosmologie

Gravitatie en kosmologie Gravitatie en kosmologie FEW cursus Jo van den Brand & Joris van Heijningen Sferische oplossingen: 10 November 2015 Copyright (C) Vrije Universiteit 2009 Inhoud Inleiding Overzicht Klassieke mechanica

Nadere informatie

Tentamen: Gravitatie en kosmologie

Tentamen: Gravitatie en kosmologie 1 Tentamen: Gravitatie en kosmologie Docent: Jo van den Brand, Tjonnie Li Datum uitreiken: 29 november 2010 Datum inleveren: 13 december 2010 Datum mondeling: 20 december 2010 Vermeld uw naam op elke pagina.

Nadere informatie

naarmate de afstand groter wordt zijn objecten met of grotere afmeting of grotere helderheid nodig als standard rod of standard candle

naarmate de afstand groter wordt zijn objecten met of grotere afmeting of grotere helderheid nodig als standard rod of standard candle Melkwegstelsels Ruimtelijke verdeling en afstandsbepaling Afstands-ladder: verschillende technieken nodig voor verschillend afstandsbereik naarmate de afstand groter wordt zijn objecten met of grotere

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Astrofysica

Tentamen Inleiding Astrofysica Tentamen Inleiding Astrofysica 19 December 2017, 10.00-13.00 Let op lees onderstaande goed door! Dit tentamen omvat 5 opdrachten, die maximaal 100 punten opleveren. De eerste opdracht bestaat uit tien

Nadere informatie

HOVO cursus Kosmologie

HOVO cursus Kosmologie HOVO cursus Kosmologie Voorjaar 011 prof.dr. Paul Groot dr. Gijs Nelemans Afdeling Sterrenkunde, Radboud Universiteit Nijmegen HOVO cursus Kosmologie Overzicht van de cursus: 17/1 Groot Historische inleiding

Nadere informatie

Tentamen: Gravitatie en kosmologie

Tentamen: Gravitatie en kosmologie 1 Tentamen: Gravitatie en kosmologie Docent: Jo van den Brand Datum uitreiken: 1 december 2011 Datum inleveren: 15 december 2011 (bij Marja of voor 17:00 in mijn postvak) Datum mondeling: 19-23 december

Nadere informatie

Formule afleiding opgaven bij de cursus Algemene relativiteitstheorie Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Formule afleiding opgaven bij de cursus Algemene relativiteitstheorie Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Formule afleiding opgaven bij de cursus Algemene relativiteitstheorie Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Dit document bevat aanwijzingen/aanmoedigingen voor het zelf doen van de afleidingen uit het curusmateriaal.

Nadere informatie

Kosmologie. Oorsprong van het heelal, onstaan van de eerste objecten en structuren, evolutie van de ruimtelijke verdeling van materie.

Kosmologie. Oorsprong van het heelal, onstaan van de eerste objecten en structuren, evolutie van de ruimtelijke verdeling van materie. Kosmologie Oorsprong van het heelal, onstaan van de eerste objecten en structuren, evolutie van de ruimtelijke verdeling van materie. Kosmologie begint in de oudheid (Anaximander, Plato, Pythagoras) Doorbraak

Nadere informatie

5.8. De Bessel differentiaalvergelijking. Een differentiaalvergelijking van de vorm

5.8. De Bessel differentiaalvergelijking. Een differentiaalvergelijking van de vorm 5.8. De Bessel differentiaalvergelijking. Een differentiaalvergelijking van de vorm x y + xy + (x ν )y = met ν R (1) heet een Bessel (differentiaal)vergelijking. De waarde van ν noemt men ook wel de orde

Nadere informatie

HOVO cursus Kosmologie

HOVO cursus Kosmologie HOVO cursus Kosmologie Voorjaar 2011 prof.dr. Paul Groot dr. Gijs Nelemans Afdeling Sterrenkunde, Radboud Universiteit Nijmegen HOVO cursus Kosmologie Overzicht van de cursus: 17/1 24/1 31/1 7/2 14/2 21/2

Nadere informatie

Variabele Sterren. Instability strip: Cepheiden RR Lyrae W Virginis sterren. Rode reuzen op de z.g. instability strip in het HR diagram

Variabele Sterren. Instability strip: Cepheiden RR Lyrae W Virginis sterren. Rode reuzen op de z.g. instability strip in het HR diagram Variabele Sterren Cepheiden Lyrae W Virginis sterren ode reuzen op de z.g. instability strip in het H diagram De pulsatie en variabiliteit onstaan doordat in de buitenlagen van zulke sterren de He + nogmaals

Nadere informatie

( ) ( r) Stralingstransport in een HI wolk. kunnen we dit herschrijven als: en voor een stralende HI wolk gezien tegen een achtergrondstralingsveld

( ) ( r) Stralingstransport in een HI wolk. kunnen we dit herschrijven als: en voor een stralende HI wolk gezien tegen een achtergrondstralingsveld Stralingstransport in een HI wolk Door een laag met stralend materiaal zal de toename van de intensiteit de som zijn van de emissie (gegeven door de emissiecoefficient j ν ) en de in de wolk geabsorbeerde

Nadere informatie

12/2/16. Inleiding Astrofysica College november Ignas Snellen. Kosmologie. Studie van de globale structuur van het heelal

12/2/16. Inleiding Astrofysica College november Ignas Snellen. Kosmologie. Studie van de globale structuur van het heelal Inleiding Astrofysica College 10 28 november 2016 15.45 17.30 Ignas Snellen Kosmologie Studie van de globale structuur van het heelal 1 12/2/16 Afstanden tot sterrenstelsels Sommige sterren kunnen als

Nadere informatie

1 ELECTROSTATICA: Recht toe, recht aan

1 ELECTROSTATICA: Recht toe, recht aan 1 ELECTROSTATICA: Recht toe, recht aan We beschouwen eerst een oneindig lange lijnlading met uniforme ladingsdichtheid λ, langs de z-as van ons coördinatenstelsel. 1a Gebruik de wet van Gauss en beredeneer

Nadere informatie

STERREN EN MELKWEGSTELSELS

STERREN EN MELKWEGSTELSELS STERREN EN MELKWEGSTELSELS 7. Piet van der Kruit Kapteyn Astronomical Institute University of Groningen the Netherlands Voorjaar 2007 Outline Kosmologisch principe Newtonse Olbers Paradox Oplossingen van

Nadere informatie

Newtoniaanse kosmologie De kosmische achtergrondstraling Liddle Ch Het vroege heelal Liddle Ch. 11

Newtoniaanse kosmologie De kosmische achtergrondstraling Liddle Ch Het vroege heelal Liddle Ch. 11 Newtoniaanse kosmologie 5 5.1 De kosmische achtergrondstraling Liddle Ch. 10 5.2 Het vroege heelal Liddle Ch. 11 1.0 Overzicht van het college Geschiedenis Het uitdijende Heelal Terug in de tijd: de oerknal

Nadere informatie

Newtoniaanse kosmologie 4

Newtoniaanse kosmologie 4 Newtoniaanse kosmologie 4 4.2 De leeftijd van het heelal Liddle Ch. 8 4.1 De kosmologische constante Liddle Ch. 7 4.3 De dichtheid en donkere materie Liddle Ch. 9 1.0 Overzicht van het college Geschiedenis

Nadere informatie

Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP

Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP Prof.dr. A. Achterberg, IMAPP www.astro.ru.nl/~achterb/ Populaire ideeën: - Scalair quantumveld met de juiste eigenschappen; (zoiets als Higgs Veld) - Willekeurig scalair quantum veld direct na de Oerknal

Nadere informatie

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C030 25 Januari 2007-4.00-7.00 uur Vier algemene opmerkingen: Het tentamen bestaat uit 6 opgaven verdeeld over 3 pagina s. Op pagina 3 staat voor

Nadere informatie

Donkere Materie. Bram Achterberg Sterrenkundig Instituut Universiteit Utrecht

Donkere Materie. Bram Achterberg Sterrenkundig Instituut Universiteit Utrecht Donkere Materie Bram Achterberg Sterrenkundig Instituut Universiteit Utrecht Een paar feiten over ons heelal Het heelal zet uit (Hubble, 1924); Ons heelal is zo n 14 miljard jaar oud; Ons heelal was vroeger

Nadere informatie

Newtoniaanse kosmologie 5

Newtoniaanse kosmologie 5 Newtoniaanse kosmologie 5 5.1 De kosmische achtergrondstraling Liddle Ch. 10 5.2 Het vroege heelal Liddle Ch. 11 1 1.0 Overzicht van het college Geschiedenis Het uitdijende Heelal Terug in de tijd: de

Nadere informatie

STERREN EN MELKWEGSTELSELS

STERREN EN MELKWEGSTELSELS STERREN EN MELKWEGSTELSELS 5. Piet van der Kruit Kapteyn Astronomical Institute University of Groningen the Netherlands Voorjaar 2007 Outline Differentiële rotatie Massavedeling Ons Melkwegstelsel ontleent

Nadere informatie

Uitdijing van het heelal

Uitdijing van het heelal Uitdijing van het heelal Zijn we centrum van de expansie? Nee Alles beweegt weg van al de rest: Alle afstanden worden groter met zelfde factor a(t) a 4 2 4a 2a H Uitdijing van het heelal (da/dt) 2 0 a(t)

Nadere informatie

STERREN EN MELKWEGSTELSELS

STERREN EN MELKWEGSTELSELS STERREN EN MELKWEGSTELSELS 3. Piet van der Kruit Kapteyn Astronomical Institute University of Groningen the Netherlands Voorjaar 2007 Hydrostatisch evenwicht Stralingstransport Toestandsvergelijking Stroomparallax

Nadere informatie

De Energie van het Vacuüm

De Energie van het Vacuüm De Energie van het Vacuüm M.A.H. Cloos, M.J.F. Klarenbeek, L. Meijer, R.E. Pool onder begeleiding van J. de Boer, R. Dijkgraaf en E. Verlinde 08-06-004 Samenvatting Uit kosmologische modellen blijkt dat

Nadere informatie

Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/2014

Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/2014 Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/214 Vraag 1. Soortelijke warmte ( heat capacity or specific heat ) De soortelijke warmte geeft het vermogen weer van een systeem om warmte op te nemen. Dit

Nadere informatie

Tentamen Mechanica ( )

Tentamen Mechanica ( ) Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en

Nadere informatie

Werkcollege III Het Heelal

Werkcollege III Het Heelal Werkcollege III Het Heelal Opgave 1: De Hubble Expansie Sinds 1929 weten we dat we ons in een expanderend Heelal bevinden. Het was Edwin Hubble die in 1929 de recessie snelheid van sterrenstelsels in ons

Nadere informatie

TENTAMEN INLEIDING ASTROFYSICA WOENSDAG 15 DECEMBER,

TENTAMEN INLEIDING ASTROFYSICA WOENSDAG 15 DECEMBER, Tentamen Inleiding Astrofysica Pagina 1 uit 8 TENTAMEN INLEIDING ASTROFYSICA WOENSDAG 15 DECEMBER, 14.00-17.00 LEES ONDERSTAANDE INFORMATIE GOED DOOR: DIT TENTAMEN OMVAT VIER OPGAVES OPGAVE 1: 2.0 PUNTEN

Nadere informatie

Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003

Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003 Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag juni 3 OPGAE : de horizontale slinger θ T = mg cosθ mg m mg tanθ mg a) Op de massa werken twee krachten, namelijk de zwaartekracht, ter grootte mg, en

Nadere informatie

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 5.7 Vraagstukken Vraagstuk 5.7.1 Beschouw de differentiaalvergelijking d2 y d 2 = 2 y. (i) Schrijf y = a k k. Geef een recurrente betrekking voor de coëfficienten a

Nadere informatie

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65. 6 juli 2012, uur

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65. 6 juli 2012, uur Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65 6 juli 2012, 14.00-17.00 uur Het tentamen bestaat uit drie, de hele stof omvattende opgaven, onderverdeeld in 15 deelopgaven die bij

Nadere informatie

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss 7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische

Nadere informatie

De uitdijing van het heelal en inflatie

De uitdijing van het heelal en inflatie De uitdijing van het heelal en inflatie Verslag van bachelorproject Natuur- en Sterrenkunde 27 augustus 2009 Ellen van der Woerd 5611806 Bron: NASA en WMAP Science Team omvang 12 EC uitgevoerd tussen 11

Nadere informatie

Speciale relativiteitstheorie

Speciale relativiteitstheorie versie 13 februari 013 Speciale relativiteitstheorie J.W. van Holten NIKHEF Amsterdam en LION Universiteit Leiden c 1 Lorentztransformaties In een inertiaalstelsel bewegen alle vrije deeltjes met een

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag

Nadere informatie

Tentamen Planetenstelsels met oplossingen 19 april 2012 Docent: Dr. Michiel Hogerheijde

Tentamen Planetenstelsels met oplossingen 19 april 2012 Docent: Dr. Michiel Hogerheijde Tentamen Planetenstelsels met oplossingen 19 april 2012 Docent: Dr. Michiel Hogerheijde Dit tentamen bestaat uit 3 bladzijden (inclusief dit voorblad) met vier opgaven, waarvan er voor de eerste drie ieder

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Gravitatie en kosmologie

Gravitatie en kosmologie Gravitatie en kosmologie FEW cursus Jo van den Brand & Mark Beker Relativistische kosmologie: 19 november 2009 Inhoud Inleiding Overzicht Klassieke mechanica Galileo, Newton Lagrange formalisme Quantumfenomenen

Nadere informatie

De evolutie van het heelal

De evolutie van het heelal De evolutie van het heelal Hoe waar te nemen? FERMI (gamma array space telescope) op zoek naar de specifieke gamma straling van botsende WIMP s: Nog niets waargenomen. Met ondergrondse detectoren in de

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2018-II

natuurkunde vwo 2018-II Mechanische doping maximumscore 5 uitkomst: V =,7 0 m 4 3 voorbeeld van een berekening: Er geldt: Enuttig = Pt = 50 0,5 = 5 Wh. Enuttig 5 Dus geldt: Ein = = = 56 Wh. η 0,80 De batterij heeft een energiedichtheid

Nadere informatie

Tentamen Quantum Mechanica 2

Tentamen Quantum Mechanica 2 Tentamen Quantum Mechanica 9 juni 5 Het tentamen bestaat uit 4 opgaven, waarmee in totaal 9 punten zijn te verdienen. Schrijf op elk vel dat je inlevert je naam, voorletters en studentnummer.. (a) (5 punten)

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N7) deel A1, blad 1/4 maandag 1 oktober 27, 9.-1.3 uur Het tentamen

Nadere informatie

Klassieke Mechanica a (Tentamen 11 mei 2012) Uitwerkingen

Klassieke Mechanica a (Tentamen 11 mei 2012) Uitwerkingen Klassieke Mechanica a (Tentamen mei ) Uitwerkingen Opgave. (Beweging in een conservatief krachtenveld) a. Een kracht is conservatief als r F =. Dit blijkt na invullen: (r F) x = @F z =@y @F y =@z = =,

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie 1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120 7 april 2010, uur. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan.

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120 7 april 2010, uur. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan. Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C1 7 april 1, 9. - 1. uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. Indien u een opgave niet kunt maken, geeft u dan aan hoe u de opgave zou maken. Dat kan een

Nadere informatie

FLRW of Lambda-CDM versus Kwantum Relativiteit

FLRW of Lambda-CDM versus Kwantum Relativiteit FLRW of Lambda-CDM versus Kwantum Relativiteit Lambda-CDM (FLRW): Lambda (λ): Dark Energy CDM: Cold Dark Matter Kwantum Relativiteit: donkere energie: 0% donkere materie: < 4% Robertson-Walker: natuurkunde

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen vwo natuurkunde I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. De buis is van binnen zwart gemaakt om reflecties van het licht in de buis te voorkomen. inzicht

Nadere informatie

Newtoniaanse Kosmologie Newtonian Cosmology

Newtoniaanse Kosmologie Newtonian Cosmology Newtoniaanse Kosmologie Newtonian Cosmology Jörg Hörandel Afdeling Sterrenkunde IMAPP http://particle.astro.ru.nl/goto.html?cosmology1011 1.0 Het doel van dit college: Ontstaan en ontwikkeling van het

Nadere informatie

Andromeda stelsel nadert ons 20% sneller

Andromeda stelsel nadert ons 20% sneller Introductie en relevantie De wet van Hubble berust op de veronderstelling dat snelheid de belangrijkste oorzaak van de roodverschuiving "z" van sterrenstelsels zou zijn. De auteurs van dit artikel betogen

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Maandag 4 januari 216, 1: - 13: uur 1. Beschouw voor t > de inhomogene singuliere tweede orde vergelijking, t 2 ẍ + 4tẋ + 2x = f(t, (1 waarin f

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 5 juli 2012 van 14u00-17u00

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 5 juli 2012 van 14u00-17u00 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 5 juli 202 van 4u00-7u00 Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven met elk 3 onderdelen. Voor elk

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 6

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 6 Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 6 6.1 De Leeftijd van het Zonnestelsel van Frank Verbunt De ouderdom van het Zonnestelsel kan bepaald worden uit de radio-actieve elementen die gevonden worden in meteorieten.

Nadere informatie

4. Maak een tekening:

4. Maak een tekening: . De versnelling van elk deel van de trein is hetzelfde, dus wordt de kracht op de koppeling tussen de 3e en 4e wagon bepaald door de fractie van de massa die er achter hangt, en wordt dus gegeven door

Nadere informatie

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling TU/e technische universiteit eindhoven Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk

Nadere informatie

Newtoniaanse Kosmologie Newtonian Cosmology

Newtoniaanse Kosmologie Newtonian Cosmology Newtoniaanse Kosmologie Newtonian Cosmology Jörg Hörandel Afdeling Sterrenkunde IMAPP http://particle.astro.ru.nl/goto.html?cosmology1112 Newtoniaanse Kosmologie Newtonian Cosmology Jörg Hörandel Afdeling

Nadere informatie

HOVO cursus Kosmologie

HOVO cursus Kosmologie HOVO cursus Kosmologie Voorjaar 2011 prof.dr. Paul Groot dr. Gijs Nelemans Afdeling Sterrenkunde, Radboud Universiteit Nijmegen HOVO cursus Kosmologie Overzicht van de cursus: 17/1 Groot Historische inleiding

Nadere informatie

Afstanden en roodverschuiving in een Stabiel Heelal Inleiding.

Afstanden en roodverschuiving in een Stabiel Heelal Inleiding. Afstanden en roodverschuiving in een Stabiel Heelal ---------------------------------------------------------------------- Inleiding. Wanneer men nu aanneemt dat het heelal stabiel is, dus dat alles in

Nadere informatie

Gravitatie en kosmologie

Gravitatie en kosmologie Gravitatie en kosmologie FEW cursus Jo van den Brand Sferische oplossingen: 10 november 2009 Ontsnappingssnelheid Mitchell (1787); Laplace (± 1800) Licht kan niet ontsnappen van een voldoend zwaar lichaam

Nadere informatie

De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton

De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton Van de middelbare school kent iedereen wel de a, b, c-formule (hier en daar ook wel het kanon genoemd) voor de oplossingen van de vierkantsvergelijking

Nadere informatie

Thermodynamica rol in de moderne fysica Jo van den Brand HOVO: 4 december 2014

Thermodynamica rol in de moderne fysica Jo van den Brand HOVO: 4 december 2014 Thermodynamica rol in de moderne fysica Jo van den Brand HOVO: 4 december 2014 jo@nikhef.nl Kosmologie Algemene relativiteitstheorie Kosmologie en Big Bang Roodverschuiving Thermodynamica Fase-overgangen

Nadere informatie

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 3

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 3 Opgave Zonnestelsel 25/26: 3 2.1 Samenstelling van de gasreuzen Het afleiden van de interne samenstelling van planeten gebeurt voornamelijk door te kijken naar de afwijkingen in de banen van satellieten

Nadere informatie

Vectoranalyse voor TG

Vectoranalyse voor TG college 6 collegejaar : 8-9 college : 6 build : 2 oktober 28 slides : 38 Vandaag Minecraft globe van remi993 2 erhaalde 3 4 intro VA Drievoudige integralen Section 5.5 Definitie Een rechthoekig blok is

Nadere informatie

Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing

Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing Vraag 1 (6 ptn) De deeltjes m 1 en m 2 bewegen zich op eenzelfde rechte zoals in de figuur. Ze zitten op ramkoers want v 1 > v 2. v w m n Figuur 1: Twee puntmassa

Nadere informatie

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER Cursusjaar 2009 / 2010 2 Inhoudsopgave 1 FOURIERANALYSE 5 1.1 INLEIDING............................... 5 1.2 FOURIERREEKSEN.......................... 5 1.3 CONSEQUENTIES

Nadere informatie

Proefexamen Thermodynamica, april 2017 Oplossingen

Proefexamen Thermodynamica, april 2017 Oplossingen Proefexamen Thermodynamica, april 017 Oplossingen 1 (In)exacte differentialen De eerste differentiaal is niet exact aangezien V Nk V NkT T V De tweede differentiaal is echter wel exact. Het voorschrift

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 30 juni 2011 van 14u00-17u00

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 30 juni 2011 van 14u00-17u00 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 30 juni 20 van 4u00-7u00 Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven met elk 3 onderdelen. Voor elk

Nadere informatie

Emergente zwaartekracht Prof. Dr. Erik Verlinde

Emergente zwaartekracht Prof. Dr. Erik Verlinde Prof. Dr. Erik Verlinde ! 3 grote problemen met zwaartekracht! Zwaartekracht op subatomair niveau! Versnelde uitdijing heelal! Zwaartekracht moet uitdijing afremmen! Er moet dus donkere energie zijn! Te

Nadere informatie

wiskunde B havo 2015-II

wiskunde B havo 2015-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid

Nadere informatie

TE TAME I LEIDI G ASTROFYSICA WOE SDAG 6 FEBRUARI 2013,

TE TAME I LEIDI G ASTROFYSICA WOE SDAG 6 FEBRUARI 2013, TE TAME I LEIDI G ASTROFYSICA WOE SDAG 6 FEBRUARI 2013, 14.00-17.00 LEES O DERSTAA DE GOED DOOR: DIT TE TAME OMVAT VIER OPGAVES OPGAVE 1: 2.5 PU TE OPGAVE 2: 2.5 PU TE OPGAVE 3: 2.5 PU TE OPGAVE 4: 2.5

Nadere informatie

1e bachelor ingenieurswetenschappen Modeloplossing examen oefeningen analyse I, januari y = u sin(vt) dt. wordt voorgesteld door de matrix

1e bachelor ingenieurswetenschappen Modeloplossing examen oefeningen analyse I, januari y = u sin(vt) dt. wordt voorgesteld door de matrix e bachelor ingenieurswetenschappen Modeloplossing examen oefeningen analyse I, januari 9. Opgave: Bereken dt ( q) als p = (, ), q = (, ) en p u+v x = e t dt T : (u, v) (x, y) : u y = u sin(vt) dt Oplossing:

Nadere informatie

Faculteit Wiskunde en Informatica VECTORANALYSE

Faculteit Wiskunde en Informatica VECTORANALYSE 12 Faculteit Wiskunde en Informatica Aanvulling 4 VECTOANALYE 2WA15 2006/2007 Hoofdstuk 4 De stelling van Gauss (divergentie-stelling) 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk is gewijd aan slechts één stelling. De

Nadere informatie

HOVO cursus Kosmologie

HOVO cursus Kosmologie HOVO cursus Kosmologie Voorjaar 2011 prof.dr. Paul Groot dr. Gijs Nelemans Afdeling Sterrenkunde, Radboud Universiteit Nijmegen HOVO cursus Kosmologie Overzicht van de cursus: 17/1 Groot Historische inleiding

Nadere informatie

Je weet dat hoe verder je van een lamp verwijderd bent hoe minder licht je ontvangt. Een

Je weet dat hoe verder je van een lamp verwijderd bent hoe minder licht je ontvangt. Een Inhoud Het heelal... 2 Sterren... 3 Herzsprung-Russel-diagram... 4 Het spectrum van sterren... 5 Opgave: Spectraallijnen van een ster... 5 Verschuiving van spectraallijnen... 6 Opgave: dopplerverschuiving...

Nadere informatie

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30 TENTAMEN DYNAMICA (14030) 9 januari 010, 9:00-1:30 Verzoek: begin de beantwoording van een nieuwe vraag op een nieuwe pagina. En schrijf duidelijk: alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken.

Nadere informatie

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende

Nadere informatie

Technische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015,

Technische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015, Technische Universiteit Delft Faculteit EWI ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW23 Vrijdag 3 januari 25, 4.-7. Dit tentamen bestaat uit 6 opgaven. Alle antwoorden dienen beargumenteerd

Nadere informatie

TENTAMEN PLANETENSTELSELS 30 MEI 2016, UUR

TENTAMEN PLANETENSTELSELS 30 MEI 2016, UUR TENTAMEN PLANETENSTELSELS 30 MEI 2016, 14.00-17.00 UUR LEES ONDERSTAANDE GOED DOOR: DIT TENTAMEN OMVAT DRIE OPGAVES. OPGAVE 1: 3.5 PUNTEN OPGAVE 2: 2.5PUNTEN OPGAVE 3: 2.0PUNTEN HET EINDCIJFER IS DE SOM

Nadere informatie

Gravitatie en kosmologie

Gravitatie en kosmologie Gravitatie en kosmologie FEW cursus Jo van den Brand Relativistische inflatie: 3 december 2012 Inhoud Inleiding Overzicht Klassieke mechanica Galileo, Newton Lagrange formalisme Quantumfenomenen Neutronensterren

Nadere informatie

Theorie windmodellen 15.1

Theorie windmodellen 15.1 Theorie windmodellen 15.1 15 THEORIE WINDMODELLEN 15.1 Inleiding Doordat er drukverschillen zijn in de atmosfeer waait er wind. Tengevolge van horizontale drukverschillen zal een luchtbeweging willen ontstaan

Nadere informatie

Uitwerking Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 1. 1 Het Zonnestelsel en de Zon. 1.1 Het Barycentrum van het Zonnestelsel

Uitwerking Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 1. 1 Het Zonnestelsel en de Zon. 1.1 Het Barycentrum van het Zonnestelsel Uitwerking Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 1 1 Het Zonnestelsel en de Zon 1.1 Het Barycentrum van het Zonnestelsel Door haar grote massa domineert de Zon het Zonnestelsel. Echter, de planeten hebben een

Nadere informatie