Notulen van de informatieve raadsvergadering, gehouden op donderdag 10 april 2014 in het gemeentehuis van Noord-Beveland

Transcriptie

1 Notulen van de informatieve raadsvergadering, gehouden op donderdag 10 april 2014 in het gemeentehuis van Noord-Beveland Aanvang: uur Aanwezig: Mevr. E.S. Breure-den Oudsten (VVD), mevr. E. van der Klooster-Dobbelaar (PvdA), mevr. Y.E.M. van der Maas-Maas, mevr. T.D. Versluijs (BEN) en de heren S. van Belzen (VVD), A. de Bruine (SGP), M.J. Faasse (BEN), P. de Neef (BEN), J.M. de Nooijer (CDA), A.C.G. Oudshoorn (Noord-Bevelands Belang), J. Sandee (CDA) en C. van de Woestijne (SGP) Afwezig: De heer D.P. Hage (VVD) Voorzitter: De heer H. van Kooten Griffier: De heer C.H. Poortvliet De volgende wethouders zijn aanwezig: mevr. A.P.L.M. Slenter-Jamar en de heren A.G. van der Maas en P.L. de Putter 1. Opening. De voorzitter opent de informatieve raadsvergadering en geeft voor de nieuwe raadsleden aan dat er vragen gesteld kunnen worden over de agendapunten die voorliggen. De wethouders zullen daar alle informatie over geven die ze op dat moment paraat hebben. De raadsleden kunnen altijd de ambtenaar bellen die met het onderwerp belast is, zodat deze nog meer informatie tot zich kunnen nemen. Hij heeft van de griffier begrepen dat in overleg met de secretaris bijeenkomsten worden belegd voor de nieuwe raadsleden. Ook de zittende raadsleden zijn natuurlijk van harte welkom. Binnenkort krijgen de raadsleden een uitnodiging. Als er daarna nog behoefte is aan een verdiepingsslag, dan kan dat kenbaar gemaakt worden. De datum alsmede het programma komt via de mail. Hij stelt voor om deze ronde geen hamerstukken te doen, omdat er nieuwe raadsleden zijn. Normaal gesproken gaat een agendapunt als het is uitgediscussieerd in de informatieve raad als hamerstuk naar de besluitvormende raad. Er is dan nog wel de gelegenheid om erop terug te komen, maar Raadsvergadering 10 april 2014/Pagina 1

2 hij wil toch voorstellen om het in deze ronde een op een door te schuiven, dan kan het in de fractie nog eens rustig met elkaar besproken worden. 2. Spreekrecht burgers. De voorzitter geeft aan dat zich niemand heeft gemeld om van het spreekrecht gebruik te maken. 3. Vaststelling agenda. De voorzitter constateert dat de agenda zoals deze voorligt de instemming van een ieder heeft. 4. Behandeling voorstel om in te stemmen met betrekking tot de positionering toekomsttaken Bureaus Jeugdzorg en Zeeuws Beleidskader Jeugd. De heer De Bruine geeft aan dat de SGP-fractie kan instemmen met het voorstel. In het voorstel is een verschuiving van taken. De nieuw te vormen gecertificeerde instelling, de GI, mag zo geen jeugdhulp meer uitvoeren, alleen jeugdbescherming of jeugdreclassering. Voor andere taken en functies die door het bureau Jeugdzorg uitgevoerd worden, wordt nog naar een maatwerkoplossing gezocht. Een punt dat de SGP-fractie nog wil benadrukken, en dat weegt zwaar mee, is dat de zorg voor het kind of de jongere centraal staat. De fractie vindt het belangrijk dat als er hulp of zorg nodig is, deze ook daadwerkelijk gegeven wordt en de fractie zal de verdere ontwikkelingen kritisch blijven volgen. De heer Oudshoorn merkt op dat dit een soort voorbereiding is op datgene wat nog moet komen. Voor 1 juli moet de zorg ingekocht worden. In den lande gaan honderden ontslagen vallen bij de bureaus Jeugdzorg en dat baart de fractie zeer grote zorg. Hij vreest dat dit ten koste gaat van de jeugd en de zorgvuldigheid, zoals net door zijn collega is geschetst en waar de fractie ook achter staat. Pas in de meicirculaire wordt bekend gemaakt hoeveel geld de gemeente voor deze zaak krijgt en ook dat baart de fractie zorgen, want is het ook al bekend dat er tekorten zullen komen. De vraag is wat nu de visie van de gemeente is in dit gebeuren. De voorzitter veronderstelt dat de heer Oudshoorn deze vraag niet alleen aan de wethouder stelt, maar ook aan zijn collega-raadsleden. De heer Oudshoorn reageert dat deze vraag in eerste instantie aan de wethouder gesteld moet worden, maar hij moet ook zijn collega s vragen wat ze ervan vinden en zo hoort het in feite. Hij hoort één collega en dan moet hij doorschuiven naar de wethouder. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Slenter en merkt op dat het antwoord ook via een memo aan de raad kan worden gestuurd en dan kan het daarna nog in de fracties besproken worden. Wethouder Slenter geeft aan dat de raad gesproken heeft over de visie en dat er samenwerking gezocht moet worden met alle Zeeuwse gemeenten, want alleen kan de gemeente het niet. Waarschijnlijk wordt het met de dertien gemeenten ook nog een hele toer om het voor elkaar te krijgen. De visie moet zijn dat de gemeente het samen gaat doen. De gemeente heeft een beperkt budget, de meicirculaire geeft uitsluitsel over hoe groot het bedrag is. Meer kan zij hier niet over zeggen, dat moet zij laten uitzoeken en zal schriftelijk beantwoord worden. De voorzitter zegt toe dat Raadsvergadering 10 april 2014/Pagina 2

3 het netjes wordt uitgezocht en aan het papier wordt toevertrouwd. In de fractie kan dit meegenomen worden en het komt dan bij de besluitvormende raad. 5. Behandeling voorstel tot vaststelling Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) Zeeuwse gemeenten en 1 e wijziging Legesverordening Mevrouw Van der Maas geeft aan dat Noord-Bevelands Belang wil benadrukken dat alles goed op elkaar wordt afgestemd. Niet een kabeltje erin, dichtgooien en dan weer een kabeltje erin. Even later moet dan alles weer open. De fractie hoort hier toch wel veel klachten over van de bewoners en de fractie vindt dit een aandachtspunt. Mevrouw Breure merkt op dat zij hiermee volledig kan instemmen. Geprobeerd moet worden om dit op elkaar af te stemmen. Wethouder Slenter reageert dat er tweemaal per jaar structureel overleg is met de nutsbedrijven en dan wordt dit meegenomen. Het moet niet zo zijn dat het wordt opengebroken, daarna wordt dichtgemaakt en vervolgens weer wordt opengebroken. Iedere keer wordt dat netjes met elkaar gecommuniceerd, in de hoop dat er dan zo min mogelijk overlast is. De voorzitter merkt op dat het misschien ook via de VZG, als Zeeuwse gemeenten, bij de nutsbedrijven kan worden neergelegd. Er kan dan meer een vuist gemaakt worden dan alleen als kleine gemeente. De voorzitter constateert dat het voorstel als bespreekstuk in de besluitvormende raad behandeld zal worden. 6. Behandeling voorstel Vereniging van Zeeuwse gemeenten (VZG) richtlijn Mevrouw Van der Klooster verwijst naar de laatste alinea: Door de structurele bezuinigingen in de periode is het risico dat bij een aantal gemeenschappelijke regelingen de rek eruit gaat en men zelfs, indien aan de orde, niet meer zou kunnen voldoen aan de wettelijke taken. Het is opgesteld voor 2012 tot Het is nu 2014 en zij vraagt of er iets is dat erop wijst dat dit gaat gebeuren en is daar al wat zicht op. De heer Faasse geeft aan dat hij een soortgelijke vraag heeft. Het zijn zeven jaren van twee procent bezuinigen. Bij elkaar opgeteld dan is het een bezuiniging van tegen de twintig procent. Dat kan niet zonder gevolgen blijven voor de organisaties op zich. Het zou kunnen zijn dat er vroeger te veel budget voor beschikbaar was of dat er daadwerkelijk gesneden moet worden in de taken die deze regelingen verrichten. Hij is benieuwd wat de conclusie is van de portefeuillehouder. De heer Oudshoorn merkt op dat de rijksbezuinigingen fors zijn en veel meer dan twee procent per jaar. Als er zeven keer twee procent bezuinigd moet worden en dat zou ten koste gaan van het werk dat die organisaties moeten gaan doen, dan is hij eigenlijk nog niet overtuigd. Want hij ziet toch ook nog te veel stenen c.q. heel grote kantoren en een heel duur management. Wat de fractie betreft, kan daar ook nog gesneden worden en eerder dan in de uitvoerende taken. In veel gevallen is dat geen vanzelfsprekendheid. In de zorg wordt ook aan de onderkant gesneden en de bovenlaag en de kantoren blijven. De fractie stelt voor, en komt daar de volgende keer op terug, om de periode niet verder te laten lopen dan twee jaar, dus niet tot 2018, en dan te kijken wat er gebeurt. Als de inflatiecorrectie wordt toegepast is het in feite 0,6 procent wat er eventueel gekort moet worden. In Nederland zijn er bijna geen Raadsvergadering 10 april 2014/Pagina 3

4 mensen meer die de inflatiecorrectie op de lonen erbij krijgen. Hij zou niet weten waarom het hier wel zou moeten. De fractie vindt dat het veel strakker moet en als het dan twee jaar is en ze komen in de problemen, dan komen ze maar terug. Maar ze moeten laten zien wat er gebeurt met de stenen, de kantoren en het management. Wethouder De Putter reageert dat de VZG-richtlijn een jaarlijks terugkerend ritueel is. In VZG-verband is afgesproken dat er jaarlijks een bezuinigingstaakstelling wordt opgelegd van twee procent, met daarbij de afspraak dat de inflatiecorrectie in de septembercirculaire van het jaar voorafgaand daaraan gekort wordt. Voor volgend jaar is dat een korting van twee procent, met de inflatiecorrectie is dat 0,6 procent. Dit gebeurt al een aantal jaren en dat is heel bewust gedaan, omdat er aanzienlijke kortingen op de gemeente af gaan komen. Er is ook bij de gemeenschappelijke regelingen begrip voor dat de situatie is zoals deze is. De GGD is al een aantal jaren op die manier gekort en komt op de grens of de wettelijke taken nog naar behoren uitgevoerd kunnen worden. Hiervan is gezegd dat er begrip voor is, maar desondanks is de financiële situatie zo nijpend dat de korting van twee procent gehandhaafd wordt. Er is in de financieringssystematiek van de gemeenschappelijke regelingen een ontsnappingsclausule opgenomen en dat is de component loonkosten. De heer Oudshoorn maakt terecht een onderscheid tussen wat zelf gedaan kan worden en dat zit inderdaad in het management en de gebouwen. Daarin kan zelf gestuurd worden en meer of minder kosten gemaakt worden. Het is beperkt maar het is wel mogelijk. Maar de looncomponent die wordt landelijk opgelegd en als er een salarisstijging is afgesproken met de bonden, dan moet de organisatie die doorvoeren en uitbetalen aan het personeel. Op het moment dat een gemeenschappelijke regeling in de problemen komt met bijvoorbeeld zo n looncomponent die naar boven moet ingevolge loonafspraken, dan is daarvoor een mogelijkheid om gemotiveerd aan te geven naar VZG-verband dat er een tekort is. Dan kan er, en dat is ook weleens gebeurd in het verleden, aanpassing plaatsvinden van de korting. Maar het mag duidelijk zijn er is voor iedere gemeenschappelijke regeling die afgesproken wordt een toetsgemeente en die kijkt naar de boeken en ook naar de verdeling tussen de personele en materiële kant. Deze gemeente kijkt daar heel kritisch naar. Het is vaak een financiële afdeling van een gemeente die heel goed weet hoe het in gemeenteland met de financiën gesteld is. Die gemeente is echt heel kritisch ook naar de gemeenschappelijke regelingen toe, maar desondanks moet de twee procent node opgelegd worden. In het begin was daar echt wel rek in, maar nu is er echt het punt dat er principiële keuzes gemaakt moeten worden. Dan komt het op de kerntakendiscussie en moet er gekeken worden naar de wettelijke taken. Aan de andere kant zullen wenselijke taken op een gegeven moment in de knel komen. Over de trits van acht naar twee jaar zegt de wethouder dat het niet loopt tot en met 2018, want er is nog geen korting van twee procent ingeboekt. Er wordt nog niet zo ver vooruit gekeken en daarom is 2018 niet ingeboekt. Jaarlijks wordt de kortingssystematiek vastgesteld en wordt er gekeken naar de financiële situatie bij de gemeenten en wat nodig is of niet nodig is. Jaar voor jaar wordt er gekeken wat er nodig is. Het is wel zo dat de gemeenschappelijke regelingen in VZG-verband afgesproken worden. De mening van de raad wordt daarin vertolkt op het moment dat deze een afwijkend standpunt wil innemen. Het is een gemeenschappelijke regeling van dertien gemeenten en daarbij wreekt zich natuurlijk Raadsvergadering 10 april 2014/Pagina 4

5 ook dat Noord-Beveland één van de dertien is en er niet zelfstandig honderd procent over kan besluiten. Tweede termijn De heer Faasse vraagt als er gekeken wordt naar het takenpakket van de betreffende instelling of de gemeente erbij mag zitten of dat de instelling het autonoom doet. De heer Oudshoorn merkt op dat het een uiterst correcte uitleg is van de wethouder. Maar na hij begrepen heeft zijn er onder de Zeeuwse gemeenten meerdere die net zo denken als hij heeft verwoord. In dit verband is Noord-Beveland echt niet de enige en die strijd moet nog komen. Andere Zeeuwse gemeenten hebben heel zware financiële problemen en die gaan echt naar deze materie kijken. In die zin mag een kritisch geluid vanuit Noord-Beveland best op tafel. Aan de andere kant is de fractie er niet van onder de indruk dat het niet zou kunnen vanwege het takenpakket. Als een organisatie komt met argumentatie en laat zien waar er bezuinigd is, dan is dat goed en dan moet er gezorgd worden dat die wettelijke taken worden uitgevoerd. Het gaat de gemeente geld kosten. In het verleden is gebleken dat een gemeenschappelijke regeling een openeindfinanciering was. Er was steeds een tekort en er moest steeds geld bij. De fractie wil nu echt een beetje scherper inzetten. Wethouder De Putter reageert dat hij kritisch is op de financiën, omdat de gemeenschappelijke regelingen de gemeente heel veel geld kosten. Dus dat kritische geluid is al gehoord. Maar als de raad zegt dat dit kritische geluid nog een keer moet worden gehoord, dan zal hij dat zeker doen want de gemeente moet er ook voor zorgen dat het huishoudboekje op orde blijft. De heer Oudshoorn heeft gezegd dat een aantal gemeenten er op dezelfde manier in zit. In het overleg portefeuillehouders financiën is dit punt aan de orde geweest en unaniem is deze systematiek vastgesteld, daar was geen verschil van mening. Op de vraag van de heer Faasse geeft de wethouder aan dat in iedere gemeenschappelijke regeling de gemeente vertegenwoordigd is. De voorzitter zit bijvoorbeeld bij de GGD, de Muziekschool en de Veiligheidsregio. In iedere gemeenschappelijke regeling zit een afvaardiging van de gemeente. Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling doet een voorstel aan het algemeen bestuur, en daarin zit vaak een vertegenwoordiger van de gemeente, en dat moet eigenlijk instemmen met het voorstel van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. Het is een getrapte inspraak en invloed die de gemeente daar kan uitoefenen. De raad heeft dus indirect invloed op die keuzes. De voorzitter stelt voor om de heer De Meij van de GGD als een van de eersten een presentatie te laten houden om aan te geven hoe de systematiek werkt vanuit financiën en wat de gevolgen zijn voor de GGD en hoe wordt het opgelost. De raad krijgt dan een kijkje in de keuken. De heer Oudshoorn reageert dat hiervan bekend is dat er een tekort is, hij heeft dan liever een presentatie van een gemeenschappelijke regeling waar niets van bekend is. De voorzitter geeft aan dat er ook nieuwe raadsleden zijn. Iedere gemeenschappelijke regeling komt nog een keer langs, zodat iedereen daarvan kennis kan nemen. Ook is het dan duidelijk dat de systematiek van de bezuinigingen doorwerkt en daar gaat het hem om. Het is voor de nieuwe mensen. De heer Oudshoorn merkt op dat hij dat Raadsvergadering 10 april 2014/Pagina 5

6 ook bedoelt voor de nieuwe mensen, maar geen GGD want iedereen leest de krant en weet dat. De voorzitter zegt dat het om de systematiek gaat. Hij stelt dat het aan de griffier wordt overgelaten. Het voorstel komt als bespreekstuk in de besluitvormende vergadering. 7. Behandeling voorstel 1 e begrotingswijziging van de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD). Mevrouw Van der Klooster merkt op dat zij een technische vraag heeft. Op de laatste bladzijde staat een staatje met daarin aangegeven wat de gemeentes moeten betalen. Er staat een toevoeging van ,-. Voor 2014 wordt een bedrag genoemd van ,- In het voorstel staat een bedrag van ,-, aangevuld met, indien noodzakelijk, onvoorzienbare kosten. Zij vraagt of ,- die ,- is, aangevuld met, indien noodzakelijk, de onvoorzienbare kosten. Wethouder Van der Maas bevestigt dit. Het is in een eerder stadium met de raad afgesproken en als het niet nodig is dan wordt het ook niet benut. Maar het is wel zo ingeboekt en zo is het ook met de raad afgesproken. De heer Oudshoorn vraagt naar aanleiding van het staatje hoe het komt dat er zulke grote verschillen zijn, bijvoorbeeld Veere in vergelijking met Noord-Beveland. Zijn dat rijksgelden die rechtstreeks worden doorgesluisd, hoe zit dit verhaal in elkaar? Wethouder Van der Maas reageert dat dit een goede vraag is, maar het lijkt hem een beetje overbodig om dit allemaal te vertellen. Het heeft te maken met het aantal inrichtingen binnen een gemeente en de gemeente is ingestapt op het niveau zoals de gemeente had. Dit is ook met de raad afgesproken en dat betekent dat Noord-Beveland op een kwalitatief goed niveau is ingestapt. Veere is ingestapt op een niveau waarvan het zeker is dat er straks moet worden bijgeplust, terwijl dat bij Noord-Beveland nog zeer de vraag is. Hij gaat ervan uit dat bij P maal Q, kostenmaker en kostendrager, Veere bij moet plussen en Noord-Beveland kan het blijven doen met het budget dat daarvoor geraamd is. Het is even de vraag of dat helemaal gaat lukken, maar hij gaat er wel vanuit omdat Noord-Beveland kwalitatief goed is beoordeeld in de RUD-procedure. Het voorstel komt als bespreekstuk in de besluitvormende vergadering. 8. Behandeling voorstel tot het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen voor de bouw van een woning aan de Westdijk 1a te Kortgene. De heer Oudshoorn geeft aan dat de fractie direct akkoord is met het voorstel. Maar hij wil erop wijzen dat het eigenlijk een beetje vreemd is. Het gaat nu om één huis en er wordt gevraagd om geen bedenkingen, en dat is natuurlijk ook volgens de procedure. Maar als er zestig slaaphuisjes gebouwd worden, dan moet hij het in de krant lezen en mag er niets over gezegd worden. Die frictie kan hij buiten niet uitleggen. Wethouder Van der Maas reageert dat dit voorstel voorligt en dat mag hij verdedigen. Die strandslaaphuisjes zijn in een eerder stadium met de raad besproken en volgens hem was er een meerderheid voor. Het lijkt hem niet verstandig om heel die discussie overnieuw te doen. Het is de Koninklijke procedure. De heer Oudshoorn zegt dat hij dit niet ontkent, maar de wethouder zal toch ook niet kunnen Raadsvergadering 10 april 2014/Pagina 6

7 ontkennen dat hij begrip heeft voor deze vraag. Wethouder Van der Maas reageert dat hij het snapt en ook begrip heeft voor de vraag. 9. Rondvraag. Mevrouw Breure merkt op dat de raadsleden een nieuwe computer of laptop hebben gekregen, de andere is afgeschreven maar voldoet nog wel. Het is misschien een suggestie om deze leeg te maken en in te leveren, zodat deze hergebruikt kan worden. De voorzitter merkt op dat deze misschien ter beschikking aan de minima kunnen worden gesteld en geeft aan dat dit een sympathiek voorstel is. Wethouder De Putter adviseert om heel voorzichtig te zijn met het leegmaken, er zijn al veel pijnlijke situaties ontstaan omdat men dacht dat een computer leeg was. Dit moet professioneel en diepgaand gedaan worden. Het valt niet mee om een computer helemaal leeg te maken. Hij is het er wel van harte mee eens om een computer te geven aan iemand die deze kan gebruiken. De voorzitter stelt voor om dit via de griffier te laten lopen en dat er gekeken wordt of de computers door deskundigen kunnen worden leeggemaakt. Mevrouw Van der Maas geeft aan dat de fractie via de PZC is geïnformeerd over het voornemen van RWS om haar woningbestand in Noord-Beveland uit te dunnen. Onder andere in Wissenkerke en Geersdijk was RWS al zeer concreet over dit voornemen. Het voornemen vanuit RWS heeft geleid tot grote onrust onder de bestaande huurders. Terwijl er daarnaast vraag is naar huurwoningen, met name onder de jongeren en andere toekomstige huurders. De fractie is zeer ongelukkig met dit voornemen van RWS en wordt daar ook op aangesproken, terwijl de fractie ook niet weet waar het over gaat. Gezien de maatschappelijke ongerustheid in dezen, zeker omdat het gaat om sociale woningbouw, stelt de fractie concreet voor om RWS op korte termijn uit te nodigen voor een openbare presentatie in de raad, zodat de raad kennis kan nemen van de in de pers aangekondigde plannen. De fractie acht dit ook wenselijk richting de inwoners. De gemeente is hierin namelijk ook partij. Het gaat om sociale woningbouw, de leefbaarheid en het feit dat de gemeente bij sloop toch ook een sloopvergunning moet afgeven. Zij vraagt of het college aan dit verzoek kan voldoen. Wethouder Van der Maas reageert dat hij het ook in de krant heeft gelezen en hij was ook niet op de hoogte van hetgeen RWS precies van plan is. Er is een brief verstuurd naar RWS voor uitleg. Hij zou het ook graag volgordelijk willen doen. Hij stelt voor dat RWS eerst reageert met een stuk uitleg op papier en hij wil samen met de voorzitter kijken of RWS hier kan worden uitgenodigd na die exercitie, zodat er een openbaar debat gevoerd kan worden met elkaar. Nogmaals wel in die volgorde. Hij kent die plannen ook niet en hij zou het toch fijn vinden als wethouder volkshuisvesting om daar eerst met de coöperatie over te praten en daarna samen met de raad het debat aan te gaan. Met de raad is wel eerder gesproken over de woningen van Woonzorg, waarbij unaniem wel is gezegd dat die op termijn of vernieuwd of volledig aangepast moeten worden. Volledige aanpassing kost te veel, dus op termijn komt er een stuk vernieuwing. Dit is met elkaar afgesproken, maar dat staat los van dit verzoek. De voorzitter stelt dat het antwoord van RWS wordt afgewacht en dan wordt overlegd wanneer RWS hier een presentatie houdt. De heer Faasse merkt op dat RWS op 19 mei hier komt spreken. Wethouder Van der Maas antwoordt dat dit Raadsvergadering 10 april 2014/Pagina 7

8 twee verschillende zaken zijn. De prestatieafspraken betreffen het totale pakket van RWS als het gaat om bestand en beleid, niet alleen op de huurwoningen maar ook op ander beleid. Dit is een probleem dat Noord-Bevelands Belang aankaart specifiek op de huurwoningen en het beleid om die huurwoningen deels te gaan saneren. In de prestatieafspraken komt dat ook wel gedeeltelijk aan de orde, maar hij wil ook graag een openbaar debat met RWS om te kijken hoe er in de toekomst met het woningbestand op Noord-Beveland wordt omgegaan als het specifiek gaat om de huurwoningen van RWS. Mevrouw Van der Maas merkt op dat de fractie via de PZC van 5 april werd geïnformeerd over de Zeeuwse grondbedrijven en de bouwgrondexploitaties van de gemeenten. Borsele zou als enige gemeente in Zeeland een gezond grondbedrijf hebben. Het gaat om een onderzoek van Deloitte Real Estate. Dit wetende is de fractie zeer benieuwd naar de cijfers van de gemeente. Ook de grondposities van de gemeente Noord-Beveland zouden namelijk onderzocht zijn. Het gaat om een openbaar rapport en de fractie zou dit rapport graag ontvangen. Wethouder Van der Maas zegt dit toe. Mevrouw Van der Maas geeft aan dat de fractie een paar weken terug werd geconfronteerd met de problemen van iemand die dakloos was geworden. Er is getracht die persoon hulp te bieden met verwijzing naar sociale zaken en maatschappelijk werk. Het ging in alle eerlijkheid om een complexe materie en om zware in de persoon gelegen factoren. Tot verbazing van de fractie bleek een opvang van een dergelijk persoon bijna niet mogelijk. Per saldo zwierf deze persoon weken op straat en sliep hij in een stalletje, soms bij andere mensen en soms in een schuurtje in de buurt. Zelfs de buurt vond deze gang van zaken onacceptabel ten opzichte van deze persoon. Het ging namelijk om crisisopvang. Een opvang die blijkbaar niet gerealiseerd kon worden. Waar deze persoon zich thans bevindt, is de fractie onbekend. Gezien de ervaring wil de fractie toch graag weten hoe het staat met de crisisopvang in de regio. Is er plaats in het Witte Huis in Vlissingen voor acute opvang? Is er plaats bij het Leger des Heils in Goes en Zierikzee? Is er plaats in Emergis voor acute opvang? Of zitten deze regio-opvangmogelijkheden vol met cliënten en kan men derhalve geen mogelijkheden bieden in geval van crisis? Laatste punt: Klopt de bewering dat het Leger des Heils geen zaken meer doet of kan doen met de gemeente Noord-Beveland? Wethouder Slenter reageert dat zij hiervoor navraag moet doen, zij kan hier nu geen antwoord op geven. De fractie krijgt hier zo spoedig mogelijk schriftelijk antwoord op. De voorzitter antwoordt dat de vraag morgen ambtelijk wordt uitgezet en er komt netjes een schriftelijk antwoord op. 10. Sluiting. De voorzitter bedankt allen voor de aanwezigheid en inbreng, ook de nieuwe raadsleden. Hij wenst hun succes met de voorbereidingen voor de besluitvormende raadsvergadering. De voorzitter sluit de vergadering om uur. Raadsvergadering 10 april 2014/Pagina 8

9 Wissenkerke, 10 april 2014 de griffier, de voorzitter, Raadsvergadering 10 april 2014/Pagina 9