WP 8.2 Resultaten van Gebruikersgroeptesten AZ Groeninge, Januari 2014 ESF-Project SGGO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WP 8.2 Resultaten van Gebruikersgroeptesten AZ Groeninge, Januari 2014 ESF-Project SGGO"

Transcriptie

1 WP 8.2 Resultaten van Gebruikersgroeptesten AZ Groeninge, Januari 2014 ESF-Project SGGO

2 WP 8.2 RESULTATEN VAN GEBRUIKERSGROEPTESTEN RAPPORT & ANALYSE KWANTITATIEVE DATA ESF PROJECT : SGGO RAPPORTAGE BETREFFENDE DE DATA-ANALYSE VAN DE KWANTITATIEVE GEGEVENS BEKOMEN VIA DE GEBRUIKERSGROEPTESTEN BINNEN HET AZ GROENINGE TE KORTRIJK. IN KADER VAN HET ESF-PROJECT SERIOUS GAMES ALS OPLEIDINGSTOOL IN GROTE ORGANISATIES: EEN CASE STUDY ROND VEILIGHEID EN PREVENTIE. INHOUD Lijst van Tabellen... 3 Lijst van figuren... 5 Inleiding... 6 Algemene gegevens... 7 Leeftijd... 7 Geslacht... 7 Beroepsmatige functie... 8 Anciënniteit... 8 Gevolgde opleidingen Moedertaal Laatste Opleiding Kennisoverdracht Kennisvragen

3 Resultaten van de Pre-test Huidige kennis Invloed van andere variabelen op de pre-kennis Evolutie in kennis na het spelen van het prototype Evolutie in kennis omtrent Brandveiligheid Invloed van andere variabelen op de evolutie in kennis Ervaringen en bevindingen van de doelgroep met het spelen van het prototype Ervaringen met het spelen van het prototype Beleven van plezier Mate van controle Ervaren van autonomie Visualisatie Verhaallijn Bereiken van doelstellingen Ervaren van Feedback Invloed van variabelen op de ervaringen en bedenkingen van de doelgroep Invloed van het geslacht op de ervaringen tijdens het spelen Invloed van de leeftijd op de ervaringen tijdens het spelen Invloed van de anciënniteit op de ervaringen tijdens het spelen Invloed van de beroepsmatige functies op de ervaringen tijdens het spelen Invloed van het aantal opleidingen op de ervaringen tijdens het spelen Conclusie Bijlage 1: Vragenlijst voor de deelnemers

4 LIJST VAN TABELLEN Tabel 1: Jaartal laatst gevolgde opleiding Tabel 2: Vragenlijst betreffende de Kennis: Deel Tabel 3: Vragenlijst betreffende de Kennis: Deel Tabel 4: Verdeling totale score op de pre-test (Kennis) Tabel 5 : Frequentie scores kennisvraag 1 Wat is de eerste actie bij het vaststellen van brand? Tabel 6: Frequentie scores op kennisvraag 2 'Mogelijke manieren om alarm te slaan' Tabel 7: Frequentie scores kennisvraag 3 Welke bijkomende actie onderneem je bij een uitslaande brand?. 16 Tabel 8: Frequentie scores kennisvraag 4 'Wat is de tweede actie die ondernomen wordt bij brand?' Tabel 9: Frequentie scores kennisvraag 5 'Hoe gebruik je een brandblusser?' Tabel 10: Frequentie scores kennisvraag 6 'Hoe gebruik je een brandhaspel?' Tabel 11: Frequentie scores kennisvraag 7 'Hoe gebruik je een brandlaken?' Tabel 12: Frequentie scores kennisvraag 8 'Welke soorten brandblusapparaten zijn er?' Tabel 13: Gemiddelden + SD kennisvragen op basis van Geslacht Tabel 14: Significantie verschillen in scores op kennisvraag 5 en kennisvraag Tabel 15: Gemiddelde score + SD op basis van de leeftijdscategorie (pre-test) Tabel 16: Gemiddelde score + SD op basis van de anciënniteit (pre-test) Tabel 17: Gemiddelde score + SD op basis van de Beroepsmatige functie (pre-test) Tabel 18: Gemiddelde score + SD op basis van het aantal gevolgde opleidingen Tabel 19: Verschil in totale score tussen pre- en post-test Tabel 20 : Evolutie in score op kennisvraag Tabel 21: Evolutie in score op kennisvraag Tabel 22: Evolutie in score op kennisvraag Tabel 23: Evolutie in score op kennisvraag Tabel 24: Evolutie in score op kennisvraag Tabel 25: Evolutie in score op kennisvraag Tabel 26: Evolutie in score op kennisvraag Tabel 27: Evolutie in score op kennisvraag Tabel 28: Toegenomen score op de totale kennis met betrekking tot de beroepsmatige functie Tabel 29: Percentages scores op item 'Ik vond het leuk om de game te spelen' Tabel 30: Percentages scores op item 'Ik was tijdens of na het spelen van de game gefrustreerd' Tabel 31: Percentages scores op item 'Ikzou de game nogmaals willen spelen' Tabel 32: Percentages scores op item 'Ik zou graag veel tijd spenderen aan het spelen van de game' Tabel 33: Percentages scores op item 'Ik verveelde me tijdens het spelen van de game' Tabel 34: Percentages scores op item 'de game bleef me continue motiveren om verder te spelen' Tabel 35: Percentages scores op item 'Ik had controle over de game' Tabel 36: Percentages scores op item 'De besturing reageerde zoals in verwachte' Tabel 37: Percentages scores op item 'Ik herinner me welke controllers ik dien te gebruiken om specifieke acties uit te voeren in het spel' Tabel 38: Percentages scores op item 'Ik slaagde erin de game te laten doen wat ik wou dat het deed' Tabel 39: Percentages scores item 'de game gaf me de vrijheid te reageren zoals ik het zelf zou willen' Tabel 40: Percentages scores item 'De game maakte het moeilijk om te doen wat ik wou doen' Tabel 41: Percentages scores item 'Het ziekenhuis en de kamers zijn goed ontworpen' Tabel 42: Percentages scores item 'Ik vond de game er grafisch goed uitzien' Tabel 43: Percentages scores item 'De interface van de game was duidelijk'

5 Tabel 44: Percentages scores item 'Het bedienen van het personage ging vlot' Tabel 45: Percentages scores item 'De opdracht- en instructievensters waren duidelijk' Tabel 46: Percentages scores item 'Ik wist wat ik moest doen om de game te voltooien' Tabel 47: Percentages scores item 'Het scenario in de game was interessant' Tabel 48: Percentages scores item 'ik vond het scenario in de game maar niks' Tabel 49: Percentages scores item 'De game was uitdagend' Tabel 50: Percentages scores item 'De game was moeilijk' Tabel 51: Percentages scores item 'Ik begrijp de regels van de game' Tabel 52: Percentagen scores item 'De algemene doelstelling van het spel was duidelijk' Tabel 53: Percentages scores item 'Tussentijdse doelstellingen werden telkens duidelijk geformuleerd' Tabel 54: Percentages scores item 'Ik kreeg feedback over de vooruitgang in mijn spel' Tabel 55: Percentages scores item 'Ik kreeg onmiddellijk feedback over mijn acties' Tabel 56: Percentages scores item 'Ik kreeg onmiddellijk informatie over succes (of falen) van tussentijdse doelstellingen Tabel 57: Percentages scores item 'De game is in staat om kennis bij te brengen' Tabel 58: Percentages scores item 'Door het spel is mijn kennis toegenomen' Tabel 59: Gemiddelde scores op de schalen uit de vragenlijst op basis van het geslacht Tabel 60: Gemiddelde scores op de schalen uit de vragenlijst op basis van de leeftijd Tabel 61: Gemiddelde scores op de schalen uit de vragenlijst op basis van de anciënniteit Tabel 62: Gemiddelde score op de schaal Enjoyment op basis van de beroepsmatige functie Tabel 63: Gemiddelde score op schaal 'Goals' op basis van de beroepsmatige functie Tabel 64: Gemiddelde scores op de schalen van de vragenlijst op basis van het aantal reeds gevolgde opleidingen

6 LIJST VAN FIGUREN Figuur 1: Verdeling Leeftijdscategorieën... 7 Figuur 2: Verdeling Geslacht... 7 Figuur 3: Verdeling Beroepsmatige functie... 8 Figuur 4: Anciënniteit... 8 Figuur 5: Aantal gevolgde opleidingen Figuur 6: Gemiddelde score op kennisvraag 1 op basis van Anciënniteit Figuur 7: Gemiddelde score op kennisvraag 1 op basis van de beroepsmatige functie Figuur 8: Gemiddelde score op kennisvraag 8 op basis van de Beroepsmatige functie Figuur 9: Evolutie in totale kennis tussen pre- en post-test op basis van de beroepsmatige functie Figuur 10: Evolutie in score op kennisvraag 1 tussen pre- en post-test op basis van het aantal reeds gevolgde opleidingen Figuur 11: Evolutie in score op kennisvraag 3 tussen pre- en post-test op basis van het aantal reeds gevolgde opleidingen Figuur 12: Evolutie in totale score tussen pre- en post-test op basis van het aantal reeds gevolgde opleidingen Figuur 13: Scores op de schaal Enjoyment op basis van de beroepsmatige functie Figuur 14: Gemiddelde scores op de schaal 'Goals' op basis van de beroepsmatige functie

7 INLEIDING In kader van het ESF Project rond Serious Games als opleidingstool binnen Grote Organisaties: Een Case study rond Preventie en Veiligheid werden in de maand januari 2014 gebruikersgroeptesten georganiseerd binnen de verscheidene campussen van het AZ Groeninge te Kortrijk. Deze gebruikersgroeptesten werden geïntroduceerd vanuit verschillende doelstellingen binnen het project, namelijk het testen van het eerst ontwikkelde prototype van de Serious Game in het kader van (1) het in kaart brengen van de mogelijke kennisoverdracht na het spelen van de game, (2) het in kaart brengen van de ervaringen en bevindingen van de doelgroep betreffende het spelen van de game. In functie van deze doelstellingen werd beoogd relevante data te verzamelen, betreffende het uiteindelijke doelpubliek van het project, aan de hand van kwalitatieve en kwantitatieve methoden. De uiteindelijke test werd ontworpen door de projectmedewerkers binnen Howest (Digital Arts & Entertainment, Industrieel Ontwerp en Toegepaste Psychologie). De opbouw, methodologische achtergrond en vragenlijsten voor deze test zijn terug te vinden in bijlage 1. Dit rapport beschrijft in de hierop volgende alinea de relevante kwantitatieve gegevens bekomen aan de hand van de vragenlijsten tijdens deze gebruikersgroeptesten. Deze gegevens werden geanalyseerd en verwerkt door gebruik te maken van het programma IBM SPSS Statistics 21. 6

8 ALGEMENE GEGEVENS In onderstaande alinea worden de algemene gegevens beschreven betreffende de deelnemers van de hierboven omschreven gebruikerstesten. Voor deze gebruikersgroeptesten werden binnen het AZ-Groeninge 51 personeelsleden gerekruteerd om deel te nemen aan de test. Hierbij werd beoogd personeel te rekruteren vanuit verschillende afdelingen, beroepsmatige functies, leeftijden, geslacht en opleidingen, om op deze manier een representatieve weergave te verkrijgen van het uiteindelijke doelpubliek binnen het project. LEEFTIJD Om de leeftijd van de verschillende deelnemers in kaart te brengen, werd gekozen een opdeling te maken in 5 verschillende leeftijdscategorieën, namelijk jonger dan 25 jaar, tussen 25 en 35 jaar, tussen 35 en 45 jaar, tussen 45 en 55 jaar en ouder dan 55 jaar. De procentuele verdeling van de deelnemers binnen deze verschillende categorieën wordt weergegeven in figuur 1. Uit de analyse bleek dat het grootste deel van de deelnemers zich binnen de leeftijdscategorieën tussen 35 en 45 jaar en tussen 45 en 55 jaar bevond. FIGUUR 1: VERDELING LEEFTIJDSCATEGORIEËN GESLACHT Tijdens de gebruikersgroeptesten binnen het AZ- Groeninge namen uiteindelijk 33 vrouwen deel (64,7%) ten opzichte van 18 mannen (35,3%). Figuur 2 geeft de verdeling weer van de deelnemers op basis van hun geslacht (1) Man of (2) Vrouw. FIGUUR 2: VERDELING GESLACHT 7

9 BEROEPSMATIGE FUNCTIE andere. In kader van het verzamelen van algemene informatie betreffende de deelnemers aan de gebruikersgroeptesten, werd de beroepsmatige functie van de deelnemers in kaart gebracht. Er werd getracht een zo gevarieerd mogelijke testgroep te creëren, in overeenstemming met de werkelijke verdeling binnen het AZ-Groeninge. In figuur3 worden de verscheidene beroepsmatige functies van de deelnemers weergegeven opgedeeld aan de hand van verschillende categorieën, namelijk (1) ICT, (2) managementfunctie, (3) arts, (4) verplegend personeel, (5) technisch personeel, (6) schoonmaak personeel en (7) de categorie FIGUUR 3: VERDELING BEROEPSMATIGE FUNCTIE Het percentage van het personeel die een beroepsmatige functie uitvoert die toegewezen werd aan de categorie andere bedraagt 27,5%. In een verder stadia binnen het project zal worden nagegaan welke nieuwe categorieën nog kunnen worden toegevoegd aan de opdeling. Op deze manier zal worden getracht de werkelijke verdeling betreffende de beroepsmatige functies binnen de steekproef, te verfijnen. ANCIËNNITEIT Een volgende variabele die bevraagd werd tijdens de gebruikersgroeptesten betreft de anciënniteit van de deelnemers. Hierbij werd een opdeling gemaakt in verschillende categorieën afhankelijk van het aantal jaar dat men reeds tewerkgesteld is binnen het AZ-Groeninge. Deze opdeling werd opgesplitst in volgende categorieën, namelijk (1) minder dan 1 jaar, (2) tussen 1 en 3jaar, (3) tussen 4 en 10 jaar en (4) 11 jaar of meer. De procentuele verdeling van de deelnemers binnen deze verschillende categorieën wordt weergegeven in figuur 4. FIGUUR 4: ANCIËNNITEIT 8

10 9

11 GEVOLGDE OPLEIDINGEN In het kader van verdere analyses binnen de gebruikersgroep werd nagegaan hoe vaak de deelnemers de opleiding omtrent Brandveiligheid en Preventie reeds gevolgd hebben. Hierbij werd een opdeling gemaakt in verschillende categorieën, namelijk (1) nog nooit, (2) 1 keer, (3) 2 keer, (4) 3keer en (5) meer dan 3 keer. De procentuele verdeling van de deelnemers binnen deze categorieën wordt weergegeven in figuur 5. FIGUUR 5: AANTAL GEVOLGDE OPLEIDINGEN MOEDERTAAL Aan de hand van de vragenlijsten werd de moedertaal van de deelnemers bevraagd. Binnen de groep die deelnam aan de gebruikerstesten binnen het AZ Groeninge werd bevonden dat alle deelnemers Nederlands als moedertaal aangaven. LAATSTE OPLEIDING Een laatste variabele die werd bevraagd binnen het luik van de algemene gegevens was het jaartal waarbinnen de deelnemers de laatste maal de opleiding gevolgd hebben. Volgens de procedure en het beleid binnen het AZ-Groeninge te Kortrijk, dient ieder personeelslid jaarlijks de opleiding te volgen. In tabel 1 op volgende pagina worden de frequenties weergegeven betreffende het jaartal waarbinnen de deelnemers voor de laatste keer de opleiding omtrent Brandveiligheid en Preventie gevolgd hebben. Uit deze gegevens blijkt dat slechts 87% van de deelnemers de opleiding vorig jaar gevolgd hebben, wat niet strookt met de procedure binnen het AZ-Groeninge. Aantal deelnemers Percentage , , , , ,0 Totaal ,0 Ontbrekend 5 Totaal 51 TABEL 1: JAARTAL LAATST GEVOLGDE OPLEIDING 10

12 KENNISOVERDRACHT De eerste doelstelling binnen de gebruikersgroeptesten was het in kaart brengen van de kennisoverdracht na het spelen van het prototype van de game. Om deze kennisoverdracht zo concreet mogelijk in kaart te brengen werd een pre-test en een post-test uitgevoerd. De pre-test had als doel na te gaan wat de huidige kennis was van de deelnemers betreffende de inhoud van de opleiding omtrent Brandveiligheid en Preventie. Aan de hand van de post-test werd nagegaan hoe de kennis van de deelnemers evolueerde na het spelen van het prototype. KENNISVRAGEN De huidige kennis en de evolutie in de kennis werd bevraagd aan de hand van specifieke vragen die weergegeven worden in tabel 2 en 3. Deze kennisvragen werden gebaseerd op de inhoud die aan bod gebracht wordt tijdens het eerste level binnen het prototype. De vragen polsen naar de specifieke kennis, waarbij de deelnemers gevraagd werd schriftelijk een antwoord te formuleren op de vragen. Vraag 1 tot en met 7 betreffen kennisvragen waarvan de inhoud aangeboden wordt tijdens het spelen van het eerste level in het prototype. Vraag 8 betrof kennis die niet aan bod gebracht wordt tijdens het spelen van het eerste level van het prototype. Deze vraag werd binnen de kennisvragen geïmplementeerd om te kunnen uitsluiten dat een mogelijke evolutie in de kennis te wijten zou zijn aan andere factoren. Zowel binnen de pre-test als de post-test werden dezelfde kennisvragen aan de deelnemers weergegeven. Op deze manier kon een mogelijke evolutie in kennis duidelijk worden weergegeven en kon de invloed van de verschillende determinanten op deze evolutie in kaart worden gebracht. Vraag 1../2 Wat is de eerste actie bij het vaststellen van een brand? Vraag 2../2 Hoe doe je dat? (2 manieren) Vraag 3../4 Wat is de bijkomende actie bij een uitslaande brand? Hoe doe je dat? Vraag 4../5 Wat is de tweede actie bij het vaststellen van een brand?. Over welke mogelijkheden beschik je? (3 mogelijkheden)

13 -. TABEL 2: VRAGENLIJST BETREFFENDE DE KENNIS: DEEL 1 De kennisvragen werden opgenomen in de volledige vragenlijst voor de deelnemers. Een eerste maal na het luik betreffende de algemene gegevens, een tweede maal na het invullen van de vragenlijst die polst naar de ervaringen van de deelnemers met het spel. Hierbij werd telkens de instructie gegeven dat het de deelnemers niet toegestaan werd al verder te bladeren in de vragenlijst, voordat hier een signaal voor gegeven werd. Op deze manier werd getracht alle mogelijke invloeden vanuit de omgeving zo minimaal mogelijk te houden. De totale score op de kennisvragen betrof 25 punten. In tabel 2 en 3 wordt weergeven hoe de puntenverdeling zich verhoud ten opzichte van de verschillende vragen. Vraag 5../3 Hoe gebruik je een brandblustoestel? Vraag 6../3 Hoe gebruik je een brandhaspel? Vraag 7../3 Hoe gebruik je een branddeken? Vraag 8../3 Welke verschillende soorten brandblussers zijn er? TABEL 3: VRAGENLIJST BETREFFENDE DE KENNIS: DEEL 2 12

14 13

15 RESULTATEN VAN DE PRE-TEST De resultaten van de pre-test werden geanalyseerd aan de hand van IBM SPSS statistics 21. Hierbij werd in een eerste deel gekeken naar de huidige kennis van de volledige groep deelnemers en de specifieke resultaten op de vragen afzonderlijk. In een tweede deel werd nagegaan of specifieke variabelen zoals het geslacht, de leeftijd, anciënniteit, de beroepsmatige functie en het aantal reeds gevolgde opleidingen een invloed hadden op de huidige kennis van de deelnemers. HUIDI GE K ENNI S Uit de analyses van de resultaten op de pre-test blijkt dat de gemiddelde score van de deelnemers 13,12 op 25 betrof (SD = 4,72). Hierbij was de minimumscore die behaald werd op de pre-test 4 op 25 en de maximumscore 23 op 25. In tabel 4 wordt de verdeling weergegeven van de behaalde scores van de deelnemers op de kennisvragen tijdens de pre-test. Score op 25 Aantal deelnemers Percentage Cumulatieve Percentage 4 2 3,9 3, ,9 7, ,9 11, ,8 21, ,9 25, ,9 31, ,0 33, ,8 43, ,8 51, ,8 58, ,8 68, ,8 76, ,0 78, ,9 84, ,8 94, ,9 98, ,0 100,0 Total ,0 TABEL 4: VERDELING TOTALE SCORE OP DE PRE-TEST (KENNIS) Naast de totale score op de kennisvragen van de pre-test werden alsook de scores op de verscheidene vragen afzonderlijk geanalyseerd. In volgende tabellen,, wordt de frequentie van de scores van de deelnemers op de verschillende kennisvragen van de pre-test weergegeven. 14

16 E E R S T E A C T I E B I J H E T V A S T S T E L L E N V A N E E N B R A N D De eerste vraag polste naar de kennis van de deelnemers betreffende de eerste actie die ze dienen te ondernemen wanneer ze een brand vaststellen. Het correcte antwoord op deze vraag verwijst naar het feit dat men in de eerste plaats alarm dient te slaan vooraleer een andere actie ondernomen wordt. Deze vraag kreeg een maximale score toegewezen van 2 punten. Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde score van de deelnemers 1,69 (SD=0,68) bedroeg. Daarnaast bleek dat 80,4% van de deelnemers deze vraag correct beantwoordde. Slechts 11,8% van de deelnemers had deze vraag volledig fout. In onderstaande tabel 5 wordt de verdeling van de antwoorden op deze vraag weergegeven. Aantal deelnemers Percentage Cumulatieve Percentage ,8 11, ,8 19, ,4 100,0 TABEL 5 : FREQUENTIE SCORES KENNISVRAAG 1 WAT IS DE EERSTE ACTIE BIJ HET VASTSTELLEN VAN BRAND? M O G E L I J K H E D E N O M A L A R M T E S L A A N De tweede vraag bouwt verder op de eerste kennisvraag. Deze vraag polste naar de kennis van de deelnemers betreffende de twee mogelijke manieren waarop men alarm kan slaan binnen het ziekenhuis. Het correcte antwoord op deze vraag verwijst naar de twee mogelijkheden, namelijk het indrukken van de knop van het brandalarm of het bellen naar het intern noodnummer van het ziekenhuis Deze vraag kreeg een maximale score toegewezen van 2 punten. Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde score van de deelnemers 1,45 (SD=0,61) bedroeg. Daarbij bleek dat 51,0% van de deelnemers deze vraag correct beantwoordde. Daarbij wist 43,1% van de deelnemers 1 van beide mogelijkheden en 5,9% van de deelnemers had deze vraag volledig fout. In onderstaande tabel 6 wordt de verdeling van de antwoorden op deze vraag weergegeven. Aantal deelnemers Percentage Cumulatieve Percentage 0 3 5,9 5, ,1 49, ,0 100,0 TABEL 6: FREQUENTIE SCORES OP KENNISVRAAG 2 'MOGELIJKE MANIEREN OM ALARM TE SLAAN' U I T S L A A N D E B R A N D De derde kennisvraag binnen de pre-test ging de huidige kennis na betreffende situaties waarbij een uitslaande brand wordt gedetecteerd. Hierbij werd nagegaan bij de deelnemers welke actie ondernomen dient te worden en op welke manier men deze actie dient te ondernemen. Het correcte antwoord op deze vraag betreft het feit dat men in het ziekenhuis bij uitslaande brand ook extern alarm dient te slaan door de brandweer te bellen via het nummer 112. Deze vraag werd een totaalscore van 4 punten toegekend, waarbij op elke deelvraag 2 punten verkregen konden worden. 15

17 Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde score van de deelnemers 0,35 (SD=0,89) bedroeg. Daarnaast bleek dat geen enkele deelnemers het antwoord op de vraag volledig correct omschreven had. Daarnaast bleek dat 84,3% van de deelnemers de procedure omtrent de uitslaande brand niet kon formuleren. De gegevens betreffende de 3 de kennisvraag wordt weergegeven in tabel 7. Aantal deelnemers Percentage Cumulatieve Percentage ,3 84, ,9 88, ,9 92, ,8 100,0 TABEL 7: FREQUENTIE SCORES KENNISVRAAG 3 WELKE BIJKOMENDE ACTIE ONDERNEEM JE BIJ EEN UITSLAANDE BRAND? T W E E D E A C T I E B I J B R A N D + M O G E L I J K H E D E N De vierde kennisvraag polst naar de huidige kennis van de deelnemers betreffende de tweede actie die ze dienen te ondernemen na het slaan van alarm. Hierbij werd aansluitend nagegaan welke de drie verschillende mogelijkheden zijn waarop deze tweede actie genomen kan worden. Het correcte antwoord op deze vraag betrof de actie om een bluspoging te ondernemen door gebruik te maken van één van volgende methodes, namelijk een brandblusser, een brandhaspel of een branddeken. Deze vraag werd een maximumscore toegekend van 5 punten. Om te voorkomen dat de deelnemers de correcte antwoorden konden afleiden uit vraag 5, 6 en 7 werd hen gevraagd hun blad in de bundel niet om te draaien vooraleer dit door de instructeurs opgedragen werd. Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde score van de deelnemers 2,9 (SD=1,73) bedroeg. De frequenties van de verschillende scores op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 8. Aantal deelnemers Percentage Cumulatieve Percentage ,6 17, ,0 19, ,6 39, ,7 52, ,5 80, ,6 100,0 TABEL 8: FREQUENTIE SCORES KENNISVRAAG 4 'WAT IS DE TWEEDE ACTIE DIE ONDERNOMEN WORDT BIJ BRAND?' G E B R U I K V A N D E B R A N D B L U S S E R De volgende kennisvraag binnen de vragenlijst bracht in kaart welke stappen de deelnemers dienen te ondernemen om een brandblusapparaat op een correcte manier te gebruiken. Hierbij dienen drie opeenvolgende stappen genomen te worden, namelijk (1) Het verwijderen van de veiligheidspin, (2) het apparaat onder druk zetten door middel van de hendel/knop en (3) de brand blussen door te richten op de 16

18 basis van de vlam. Deze vraag werd een score toegekend van maximaal 3 punten, hierbij diende de correcte volgorde van de acties gerespecteerd te worden. Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde score van de deelnemers 2,22 (SD=0,83) bedroeg. De frequenties van de verschillende scores op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 9. Van alle deelnemers kon 43,1% de correcte stappen in de juiste volgorde opnoemen voor het gebruik van het brandblusapparaat. De overige 56,9% kon deze verschillende stappen niet volledig correct omschrijven. Aantal deelnemers Percentage Cumulatieve Percentage 0 2 3,9 3, ,7 17, ,2 56, ,1 100,0 TABEL 9: FREQUENTIE SCORES KENNISVRAAG 5 'HOE GEBRUIK JE EEN BRANDBLUSSER?' G E B R U I K V A N D E B R A N D H A S P E L De 6 de kennisvraag polst naar de kennis van de deelnemers betreffende het gebruik van een brandhaspel. Hierbij dienen alsook drie verschillende stappen ondernomen te worden om deze op een correcte manier te hanteren, namelijk (1) het openen van de hoofdkraan, (2) het afrollen van de slang tot maximaal 4meter van de brand en (3) het openen van de kraan op een vernevelde straal om de brand te blussen. Deze vraag werd in het totaal een score toegekend van maximaal 3 punten. Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde score van de deelnemers 1,92 (SD=1,997) bedroeg. De frequenties van de verschillende scores op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 10. Slechts 31,4% van de deelnemers kon alle stappen in de correcte volgorde omschrijven betreffende het gebruik van een brandhaspel. Aantal deelnemers Percentage Cumulatieve Percentage ,7 13, ,8 25, ,1 68, ,4 100,0 TABEL 10: FREQUENTIE SCORES KENNISVRAAG 6 'HOE GEBRUIK JE EEN BRANDHASPEL?' G E B R U I K V A N E E N B R A N D D E K E N De voorlaatste kennisvraag polst, gelijkaardig aan kennisvraag 5 en 6, naar de verschillende stappen die ondernomen dienen te worden bij het gebruik van een branddeken. Hierbij dienen drie verschillende stappen ondernomen te worden, namelijk (1) wikkel het branddeken op een correcte manier rond de handen en armen, zodat deze bedekt zijn, (2) benader de brandhaard tot op een rustige manier en (3) plaats het brandlaken voorzichtig op de brandhaard, zonder deze te smijten. Deze 7 de kennisvraag werd een totale maximumscore van 3 punten toegekend. 17

19 Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde score van de deelnemers 1,33 (SD=0,952) bedroeg. De frequenties van de verschillende scores op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 11. Daarnaast bleek dat slechts 9,8% van alle deelnemers de correcte stappen voor het gebruik van een branddeken kon omschrijven in de correcte volgorde. Aantal deelnemers Percentage Cumulatieve Percentage ,5 23, ,4 52, ,3 90, ,8 100,0 TABEL 11: FREQUENTIE SCORES KENNISVRAAG 7 'HOE GEBRUIK JE EEN BRANDLAKEN?' V E R S C H I L L E N D E S O O R T E N B R A N D B L U S S E R S De laatste kennisvraag bracht in kaart wat de huidige kennis van de deelnemers was betreffende de verschillende soorten brandblusapparaten die terug te vinden zijn in het ziekenhuis. In het ziekenhuis kunnen drie verschillende soorten brandblussers voorkomen, namelijk (1) CO2 blussers, (2) ABC Poederblussers en (3) schuimblussers. Deze laatste vraag werd een maximale totaalscore van 3 punten toegekend. Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde score van de deelnemers 1,25 (SD=1,06) bedroeg. De frequenties van de verschillende scores op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 12. In het totaal bleek 33,3% van de deelnemers geen enkele van de brandblusapparaten op te kunnen sommen. Aantal deelnemers Percentage Cumulatieve Percentage ,3 33, ,6 52, ,3 88, ,8 100,0 TABEL 12: FREQUENTIE SCORES KENNISVRAAG 8 'WELKE SOORTEN BRANDBLUSAPPARATEN ZIJN ER?' INV LO ED V AN AN DER E VA RI ABELEN O P DE P RE-K ENNI S Naast de analyses betreffende de scores van de deelnemers op de kennisvragen tijdens de pre-test werd alsook nagegaan of verschillende determinanten een invloed hadden op de scores van de deelnemers. Hierbij werd in kaart gebracht of er significante verschillen in de scores konden worden teruggevonden op basis van het geslacht, de leeftijd, de anciënniteit, de beroepsmatige functie en het aantal reeds gevolgde opleidingen. Indien hier verschillen in worden teruggevonden, dient hier rekening mee gehouden worden in de conclusie van de resultaten van de gebruikerstest. I N V L O E D V A N G E S L A C H T O P D E H U I D I G E K E N N I S 18

20 Een eerste variabele die in kaart gebracht werd, betrof de invloed van het geslacht op de huidige kennis. Via het statistisch programma SPSS werd aan de hand van verschillende Independent Sample T-testen de invloed van het geslacht op de totale kennis en de verschillende kennisvragen afzonderlijk geanalyseerd. In onderstaande tabel 13 worden de gemiddelden en de standaardvariaties weergegeven voor de verschillende kennisvragen en de totale score, opgedeeld op basis van het geslacht van de deelnemers. Geslacht Gemiddelde score Std. Deviation Vraag 1 (score op 2) man 1,56 0,856 vrouw 1,76 0,561 Vraag 2 (score op 2) man 1,39 0,502 vrouw 1,48 0,667 Vraag 3 (score op 4) man 0,17 0,707 vrouw 0,45 0,971 Vraag 4 (score op 5) man 2,72 1,776 vrouw 3,00 1,714 Vraag 5 (score op 3) man 1,94 0,938 vrouw 2,36 0,742 Vraag 6 (score op 3) man 2,06 0,998 vrouw 1,85 1,004 Vraag 7 (score op 3) man 1,39 0,916 vrouw 1,30 0,984 Vraag 8 (score op 3) man 1,61 0,979 vrouw 1,06 1,059 Totaal (score op 25) man 12,83 4,805 vrouw 13,27 4,739 TABEL 13: GEMIDDELDEN + SD KENNISVRAGEN OP BASIS VAN GESLACHT Als tweede werd nagegaan of de totale score en de scores op de kennisvragen significant verschilden op basis van het geslacht. Hierbij werd aan de hand van Levene s test for Equality of Variances nagegaan of de variantie van beide groepen gelijk verdeeld was. Indien deze niet gelijk verdeeld zijn, dient men te kijken naar de significantiecijfers voor groepen met ongelijke variantie. Betreffende de totale score en de scores op de kennisvragen 1, 2, 3, 4, 6 en 7 werden geen significante verschillen gerapporteerd in de scores op basis van het geslacht. Hieruit kan men concluderen dat betreffende de pre-test binnen deze kennisvragen geen verschillen werden teruggevonden in de scores tussen mannen en vrouwen. Omtrent kennisvraag 5 (Gebruik van een brandblusapparaat) en kennisvraag 8 (Verschillende soorten brandblusapparaten) werd een trend tot significantie gerapporteerd (p = 0,085) en (p = 0,075). Deze resultaten worden weergegeven in tabel 14. Op de vraag Verschillende stappen bij het gebruik van een brandblusser? behaalden de vrouwelijke deelnemers een gemiddelde score van 2,36 op 3 (SD=0,742) ten opzichte van de mannen die een gemiddelde score behaalden van 1,94 op 3 (SD=0,938). Hieruit kan worden geconcludeerd dat er een mogelijk verschil kan bestaan betreffende de scores op deze vraag afhankelijk van het geslacht van de deelnemers, waarbij vrouwen een hogere score behalen dan mannen. 19

21 Bij de vraag Welke verschillende soorten brandblusapparaten kan men terugvinden in het ziekenhuis? behaalden de vrouwelijke deelnemers een gemiddelde score van 1,06 op 3 (SD=1,059) ten opzichte van de mannelijke deelnemers die een gemiddelde score behaalden van 1,61 op 3 (SD=0,979). Hieruit kan worden geconcludeerd dat er een mogelijk verschil kan bestaan betreffende de scores op deze vraag afhankelijk van het geslacht van de deelnemers, waarbij mannen een hogere score behalen dan vrouwen. Levene's Test for Equality of Variances F Significa t Signifi Verschil in Verschil ntie cantie gemiddelde in SD Vraag 5 Gelijke Variantie,861,358-1,754,086 -,419,239 Ongelijke Variantie -1,637,112 -,419,256 Vraag 8 Gelijke Variantie,594,445 1,821,075,551,302 Ongelijke Variantie 1,865,070,551,295 TABEL 14: SIGNIFICANTIE VERSCHILLEN IN SCORES OP KENNISVRAAG 5 EN KENNISVRAAG 8 I N V L O E D V A N D E L E E F T I J D O P D E H U I D I G E K E N N I S Een tweede variabele waarvan de mogelijke invloed op de scores werd geanalyseerd betrof de leeftijd van de deelnemers. De deelnemers werden onderverdeeld in verschillende leeftijdscategorieën, omschreven in de gegevens op pagina 7. Aan de hand van verschillende One-way ANOVA s werden in SPSS de mogelijke verschillen in de totale scores en de scores op de verschillende kennisvragen afzonderlijk in kaart gebracht. Daarnaast werd de analyse een tweede maal gecontroleerd door uitvoering van een MANOVA waarin alle vragen opgenomen werden. In tabel 15 worden de gemiddelde scores op de verschillende kennisvragen en de totale score weergegeven per leeftijdscategorie. Uit de resultaten van beide analyses bleek dat er op geen enkele van de kennisvragen en de totale score geen significant verschil kon worden gerapporteerd op basis van de leeftijd van de deelnemers. Alle waarden omtrent de significatieniveaus lagen hoger dan p = 0,1. Op basis van deze informatie kan geconcludeerd worden dat de leeftijd van de deelnemers geen invloed had op de behaalde scores op de kennisvragen tijdens de pre-test. Leeftijdsgroepen Gemiddelde score Std. Deviation Aantal Vraag 1 <25 1,83, ,44, ,53, ,00,

22 >55 1,40,894 5 Totaal 1,69, Vraag2 <25 1,67, ,33, ,53, ,44, >55 1,20,447 5 Totaal 1,45, Vraag3 <25,33, ,33 1, ,40 1, ,44, >55,00,000 5 Totaal,35, Vraag4 <25 3,33 1, ,11 1, ,20 1, ,19 1, >55 3,20 2,049 5 Totaal 2,90 1, Vraag5 <25 2,00, ,44, ,07 1, ,38, >55 2,00,707 5 Totaal 2,22, Vraag6 <25 2,33, ,89, ,53 1, ,25, >55 1,60 1,140 5 Totaal 1,92, Vraag7 <25 1,17, ,78 1, ,93, ,56, >55 1,20,447 5 Totaal 1,33, Vraag8 <25,83, ,67, ,27 1, ,31,

23 >55,80,837 5 Totaal 1,25 1, Totale score Pre-test <25 13,50 2, ,00 5, ,47 5, ,56 4, >55 11,40 3,647 5 Totaal 13,12 4, TABEL 15: GEMIDDELDE SCORE + SD OP BASIS VAN DE LEEFTIJDSCATEGORIE (PRE-TEST) I N V L O E D V A N D E A N C I Ë N N I T E I T O P D E H U I D I G E K E N N I S Een derde variabele waarvan de mogelijke invloed op de scores werd geanalyseerd betrof de anciënniteit van de deelnemers. De deelnemers werden onderverdeeld in categorieën op basis van het aantal jaar dat ze reeds tewerk gesteld zijn in het AZ-Groeninge te Kortrijk. Deze verschillende categorieën worden omschreven in de gegevens op pagina 8. Aan de hand van verschillende One-way ANOVA s werden in SPSS de mogelijke verschillen in de totale scores en de scores op de verschillende kennisvragen afzonderlijk in kaart gebracht. Daarnaast werd de analyse een tweede maal gecontroleerd door uitvoering van een MANOVA waarin alle vragen opgenomen werden. De groep met een anciënniteit minder dan 1 jaar werd uiteindelijk niet mee in overweging genomen tijdens de analyses, daar het aantal deelnemers in deze groep (N=2) te klein was om correcte resultaten te verkrijgen. De gemiddelden van deze groep worden echter wel weergegeven in de tabellen. In tabel 16 worden de gemiddelde scores op de verschillende kennisvragen en de totale score weergegeven per categorie op basis van de deelnemers hun anciënniteit in het AZ-Groeninge te Kortrijk. Anciënniteit Gemiddelde score Std. Deviation Aantal Vraag 1 < 1 jaar 2,00, jaar 1,93, jaar 1,23 1, of meer 1,77, Totaal 1,69, Vraag 2 < 1 jaar 1,50, jaar 1,64, jaar 1,31, of meer 1,41, Totaal 1,45, Vraag 3 < 1 jaar,00, jaar,36, jaar,31,

24 11 of meer,41, Totaal,35, Vraag 4 < 1 jaar 4,50, jaar 2,86 1, jaar 2,54 1, of meer 3,00 1, Totaal 2,90 1, Vraag5 < 1 jaar 1,50, jaar 2,14, jaar 2,23 1, of meer 2,32, Totaal 2,22, Vraag6 < 1 jaar 2,50, jaar 2,07, jaar 1,85, of meer 1,82 1, Totaal 1,92, Vraag7 < 1 jaar 1,00 1, jaar 1,57 1, jaar 1,08, of meer 1,36, Totaal 1,33, Vraag8 < 1 jaar 1,00 1, jaar 1,43 1, jaar 1,23 1, of meer 1,18 1, Totaal 1,25 1, Totale score Pre-test < 1 jaar 14,00 2, jaar 14,00 4, jaar 11,77 4, of meer 13,27 5, Totaal 13,12 4, TABEL 16: GEMIDDELDE SCORE + SD OP BASIS VAN DE ANCIËNNITEIT (PRE-TEST) Uit beide analyses blijkt dat er een significant verschil kon worden aangetoond op basis van de anciënniteit op de eerste kennisvraag Wat is de eerste actie die men onderneemt bij een waargenomen brand? (p=0,032). Na verdere analyse bleek dat de gemiddelde score van deelnemers met een anciënniteit tussen 4-10 jaar significant lager ligt dan de gemiddelde score van de deelnemers met een anciënniteit tussen 1-3 jaar (p=0,007) en een anciënniteit van 11jaar of meer (p=0,019). De gemiddelde scores voor deze groepen bedragen respectievelijk 1,23 op 2 (SD=1,013), 1,93 op 2 (SD=0,267) en 1,77 op 2 (0,528). 23

25 Figuur geeft de scores van de deelnemers weer op de eerste kennisvraag op basis van hun anciënniteit. FIGUUR 6: GEMIDDELDE SCORE OP KENNISVRAAG 1 OP BASIS VAN ANCIËNNITEIT Daarnaast blijkt uit de resultaten van beide analyses dat er op de andere kennisvragen en de totale score geen significant verschil kon worden gerapporteerd op basis van de anciënniteit van de deelnemers. Alle waarden omtrent de significatieniveaus lagen hoger dan p = 0,1. Op basis van deze informatie kan geconcludeerd worden dat de leeftijd van de deelnemers geen invloed had op de behaalde scores op de kennisvragen tijdens de pre-test. I N V L O E D V A N D E B E R O E P S M A T I G E F U N C T I E O P D E H U I D I G E K E N N IS Naast de invloed van het geslacht, de leeftijd en de anciënniteit werd de invloed van de beroepsmatige functie van de deelnemers op de huidige kennis geanalyseerd. De deelnemers werden opgedeeld in verschillende categorieën op basis van hun beroepsmatige functie binnen het AZ-Groeninge te Kortrijk. Deze onderverdeling is terug te vinden op pagina 8 binnen dit rapport. 24

26 Aan de hand van verschillende One-way ANOVA s werden in SPSS de mogelijke verschillen in de totale scores en de scores op de verschillende kennisvragen afzonderlijk in kaart gebracht. Daarnaast werd de analyse een tweede maal gecontroleerd door uitvoering van een MANOVA waarin alle vragen opgenomen werden. In tabel 17 worden de gemiddelde scores op de verschillende kennisvragen en de totale score weergegeven per categorie op basis van de deelnemers hun beroepsmatige functie binnen het AZ-Groeninge te Kortrijk. Hierbij werden de deelnemers opgedeeld in 7 verschillende groepen op basis van hun huidige beroepsmatige functie, waarvan één categorie Andere genaamd. Functie Gemiddelde Std. Deviation Aantal Vraag1 ict 1,50,926 8 manager 2,00,000 6 dokter 1,00 1,155 4 verplegend 1,25,886 8 technisch 2,00,000 3 schoonmaak 2,00,000 8 andere 1,86, Totaal 1,69, Vraag2 ict 1,38,518 8 manager 2,00,000 6 dokter 1,25,500 4 verplegend 1,25,886 8 technisch 1,33,577 3 schoonmaak 1,38,744 8 andere 1,50, Totaal 1,45, Vraag3 ict,00,000 8 manager,83 1,329 6 dokter,00,000 4 verplegend,38 1,061 8 technisch,00,000 3 schoonmaak,50 1,069 8 andere,43, Totaal,35, Vraag4 ict 2,50 1,690 8 manager 3,67 1,366 6 dokter 2,25 1,708 4 verplegend 2,75 1,

27 technisch 4,33 1,155 3 schoonmaak 3,13 1,808 8 andere 2,64 2, Totaal 2,90 1, Vraag5 ict 1,88,641 8 manager 2,67,516 6 dokter 1,75 1,500 4 verplegend 2,25,463 8 technisch 1,67,577 3 schoonmaak 2,38 1,188 8 andere 2,36, Totaal 2,22, Vraag6 ict 1,88,991 8 manager 2,17,753 6 dokter 1,50 1,732 4 verplegend 1,50 1,069 8 technisch 2,00 1,000 3 schoonmaak 2,13 1,126 8 andere 2,07, Totaal 1,92, Vraag7 ict 1,25 1,035 8 manager 1,67,516 6 dokter,75,957 4 verplegend 1,63,916 8 technisch 1,33,577 3 schoonmaak 1,38 1,188 8 andere 1,21 1, Totaal 1,33, Vraag8 ict 1,13,835 8 manager 2,67,516 6 dokter 1,25 1,500 4 verplegend,88,835 8 technisch 1,33,577 3 schoonmaak,63,916 8 andere 1,29 1, Totaal 1,25 1, Totale score ict 11,50 2,726 8 manager 17,67 2,503 6 dokter 9,75 6,946 4 verplegend 11,88 4,734 8 technisch 14,00 1,000 3 schoonmaak 13,50 5,

28 andere 13,36 4, Totaal 13,12 4, TABEL 17: GEMIDDELDE SCORE + SD OP BASIS VAN DE BEROEPSMATIGE FUNCTIE (PRE-TEST) Uit beide analyses blijkt dat er een significant verschil kon worden aangetoond op basis van de beroepsmatige functie op de eerste kennisvraag Wat is de eerste actie die men onderneemt bij een waargenomen brand? (p=0,039). Na verdere analyse bleek dat de gemiddelde score van deelnemers die als arts tewerkgesteld zijn significant lager ligt dan de gemiddelde score van de deelnemers met als functie manager (p=0,017) technisch personeel (p=0,042), schoonmaak personeel (p=0,012) en andere (p=0,020). De gemiddelde scores voor deze groepen bedragen respectievelijk (1) artsen: 1,00 op 2 (SD=1,155), (2) manager: 2,00 op 2 (SD=0,00) (3) technisch personeel: 2,00 op 2 (SD=0,00) (4) schoonmaak personeel: 2,00 op 2 (SD=0,00) en (5) andere: 1,83 op 2 (SD=0,363). Daarnaast werd een significant verschil gerapporteerd omtrent de deelnemers binnen de groep verpleegkundige met een gemiddelde score van 1,25 op 2 (SD=0,886). Deze gemiddelde score op de eerste kennisvraag ligt significant lager dan de gemiddelde scores van deelnemers binnen de groepen manager (p=0,032), schoonmaak personeel (p=0,21) en andere (p=0,034). Figuur 7 geeft de gemiddelde scores weer op de eerste kennisvragen op basis van de beroepsmatige functies van de deelnemers. FIGUUR 7: GEMIDDELDE SCORE OP KENNISVRAAG 1 OP BASIS VAN DE BEROEPSMATIGE FUNCTIE 27

29 Naast een significant verschil op de eerste kennisvraag, werd een significant verschil op basis van de beroepsmatige functie teruggevonden betreffende de scores op de 8 ste kennisvraag Welke soort brandblussers bestaan er? (p=0,013) Na verdere analyse bleek dat de gemiddelde score van deelnemers die als manager tewerkgesteld zijn significant hoger ligt dan de gemiddelde score van de deelnemers met als functie ict (p=0,004), arts (p=0,025), verplegend personeel (p=0,001), technisch personeel (p=0,052), schoonmaak personeel (p<0,000) en andere (p=0,004). De gemiddelde scores voor deze groepen bedragen respectievelijk (1) manager: 2,67 op 3 (SD=0,516), (2) ict: 1,13 op 3 (SD=0,835) (3) arts: 1,25 op 3 (SD=1,500) (4) verplegend personeel: 0,88 op 3 (SD=0,835) (5) technisch personeel: 1,33 op 3 (SD=0,577) (6) schoonmaak personeel: 0,63 op 3 (SD=0,916) en (7) andere: 1,29 op 3 (SD=1,069). Figuur 8 geeft de gemiddelde scores weer op de eerste kennisvragen op basis van de beroepsmatige functies van de deelnemers. 28 FIGUUR 8: GEMIDDELDE SCORE OP KENNISVRAAG 8 OP BASIS VAN DE BEROEPSMATIGE FUNCTIE

30 I N V L O E D V A N H E T A A N T A L G E V O L G D E O P L E I D I N G E N O P D E H U I D I G E K E N N I S Een laatste variabele waarvan de mogelijke invloed op de scores van de deelnemers tijdens de pre-test in kaart gebracht werd, betreft het aantal reeds gevolgde opleidingen. Van alle deelnemers hadden reeds 50 de opleiding minstens één keer gevolgd, slechts één deelnemer had de opleiding nog niet gevolgd. Om de invloed van het aantal gevolgde opleidingen in kaart te brengen werden net als bij voorgaande analyses meerdere One way ANOVA s en een MANOVA uitgevoerd in het statistisch programma SPSS. De gemiddelde scores op de verschillende kennisvragen en de totale scores zijn terug te vinden in tabel 18. Aantal opleidingen Gemiddelde Std. Deviation Aantal Vraag1 0 keer, keer 1,58, keer 1,67,

31 3 keer 2,00, of meer 2,00,000 6 Totaal 1,69, Vraag2 0 keer, keer 1,37, keer 1,50, keer 1,57, of meer 1,67,516 6 Totaal 1,45, Vraag3 0 keer, keer,11, keer,22, keer,43 1, of meer 1,50 1,378 6 Totaal,35, Vraag4 0 keer 1, keer 2,26 1, keer 3,44 1, keer 2,86 1, of meer 3,67 1,862 6 Totaal 2,90 1, Vraag5 0 keer 2, keer 1,84, keer 2,50, keer 2,43, of meer 2,33 1,033 6 Totaal 2,22, Vraag6 0 keer 1, keer 1,95 1, keer 1,89 1, keer 1,71 1, of meer 2,33,816 6 Totaal 1,92, Vraag7 0 keer 2, keer 1,32 1, keer 1,28, keer 1,43 1, of meer 1,33 1,033 6 Totaal 1,33, Vraag8 0 keer 2, keer 1,42 1, keer 1,17,

32 3 keer,57, of meer 1,67 1,033 6 Totaal 1,25 1, Totale score 0 keer 8, keer 11,84 4, keer 13,67 4, keer 13,00 4, of meer 16,50 6,058 6 Totaal 13,12 4, TABEL 18: GEMIDDELDE SCORE + SD OP BASIS VAN HET AANTAL GEVOLGDE OPLEIDINGEN Uit de resultaten van de analyses bleek dat er een significant verschil konden worden waargenomen op alle kennisvragen en de totale score (p=0,014). Echter bij meer verdiepende analyse blijkt dat deze verschillen zich bij elke kennisvraag en de totale score afzonderlijk voordoen tussen de deelnemers die nog geen opleiding gevolgd hebben ten opzichte van de deelnemers die wel reeds een opleiding gevolgd hebben. Daar binnen de groep deelnemers die nog geen opleiding gevolgd heeft slechts één deelnemer opgenomen wordt, kunnen we geen realistische uitspraken doen over een werkelijk verschil. Om een representatief beeld te hebben dient deze steekproef binnen deze groep veel groter te zijn dan 1. Er kunnen als gevolg nog geen duidelijke uitspraken gemaakt worden over een mogelijk verschil in gemiddelde score tussen deelnemers die de opleiding wel of niet gevolgd hebben. Betreffende het aantal opleidingen werden geen significante verschillen gerapporteerd in de gemiddelde scores bij de deelnemers die de opleiding reeds gevolgd hadden. Hieruit kan worden geconcludeerd dat het aantal gevolgde opleidingen, indien deelnemers minimaal één keer de opleiding voltooiden, geen invloed heeft op de gemiddelde scores binnen de pre-test. EVOLUTIE IN KENNIS NA HET SPELEN VAN HET PROTOTYPE De resultaten van de post-test werden geanalyseerd aan de hand van IBM SPSS statistics 21. Hierbij werd in een eerste deel gekeken naar de evolutie in kennis van de volledige groep deelnemers en de specifieke resultaten op de vragen afzonderlijk. In een tweede deel werd nagegaan of specifieke variabelen zoals het geslacht, de leeftijd, anciënniteit, de beroepsmatige functie en het aantal reeds gevolgde opleidingen een invloed hadden op deze evolutie in kennis van de deelnemers. EVOLUTI E I N KENNIS O M T R ENT BRANDV EI LI GHEID De evolutie in de toegenomen kennis na het spelen van het prototype van de game werd op twee verschillende manieren geanalyseerd. Enerzijds werd gekeken naar het verschil in kennis tussen de pre en de post-test, hierbij werden de scores op de pre-test afgetrokken van de behaalde scores op de post-test om op deze manier het gemiddelde verschil in kaart te brengen. Daarnaast werden via Repeated Measures MANOVA s de evolutie op de verschillende kennisvragen in kaart gebracht en nagegaan wat de invloed van verschillende variabelen was op deze evolutie. In de eerste plaats bleek uit de Repeated Measures MANOVA dat er een sterk significant verschil kon worden aangetoond tussen de scores van de deelnemers op de pre-test ten opzichte van de scores van de deelnemers 31

33 op de post-test (p<0,001). Hierbij zal zowel de evolutie in de totale score van de deelnemers worden besproken als de evolutie in de scores op de verschillende kennisvragen afzonderlijk. E V O L U T I E I N D E T O T A L E K E N N I S Na het spelen van het prototype van de game omtrent brandveiligheid en preventie bleek dat er betreffende de totale score van de deelnemers een sterk significant verschil kon worden aangetoond tussen de scores op de pre-test ten opzichte van de post-test (p<0,001). Uit de analyses van de resultaten blijkt dat de totale gemiddelde score van de deelnemers 5,88 punten steeg (SD = 3,97). Hierbij was de minimale stijging die gerapporteerd werd -1 (daling in totale score) en de maximale stijging 16. In tabel 19 wordt de verdeling weergegeven van de gemiddelde stijging in scores van de deelnemers op de kennisvragen na de afname van de post-test. Hieruit kan worden geconcludeerd dat het spelen van de eerste prototype van de game een significante invloed heeft op toename in kennis bij de deelnemers betreffende brandveiligheid en preventie. Verschil in scores Aantal deelnemers Percentage Cumulatieve Percentage -1,00 2 3,9 3,9 1, ,7 19,6 2,00 3 5,9 25,5 3,00 4 7,8 33,3 4,00 2 3,9 37,3 5,00 1 2,0 39,2 6, ,8 51,0 7, ,6 68,6 8, ,8 80,4 9,00 2 3,9 84,3 10,00 2 3,9 88,2 11,00 2 3,9 92,2 12,00 1 2,0 94,1 14,00 2 3,9 98,0 16,00 1 2,0 100,0 TABEL 19: VERSCHIL IN TOTALE SC ORE TUSSEN PRE- EN POST-TEST Naast de totale score op de kennisvragen van de pre-test werden alsook de scores op de verscheidene vragen afzonderlijk geanalyseerd. E E R S T E A C T I E B I J H E T V A S T S T E L L E N V A N E E N B R A N D De eerste vraag polste naar de kennis van de deelnemers betreffende de eerste actie die ze dienen te ondernemen wanneer ze een brand vaststellen. Het correcte antwoord op deze vraag verwijst naar het feit dat men in de eerste plaats alarm dient te slaan vooraleer een andere actie ondernomen wordt. Deze vraag kreeg een maximale score toegewezen van 2 punten. 32

34 Net als bij de totale score werd bij de eerste kennisvraag een significant verschil waargenomen tussen de scores van de deelnemers op de pre-test ten opzichte van de scores op de post-test (p=0,002). Uit de analyses van deze vraag bleek dat het gemiddelde score op de eerste kennisvraag steeg met 0,29 punten (SD=0,64). Uit de pre-test bleek dat reeds 80,4% de vraag correct beantwoordde, bij dezelfde hoeveelheid deelnemers werd dan ook geen evolutie in score gerapporteerd. Daarnaast bleek dat de overige 19,6% minimaal 1 punt meer scoorde op de eerste kennisvraag na het spelen van het prototype. In tabel 20 wordt de toegenomen score betreffende kennisvraag 1 weergegeven. Toegenomen score Aantal Percentage Cumulatieve Percentage, ,4 80,4 1,00 5 9,8 90,2 2,00 5 9,8 100,0 TABEL 20 : EVOLUTIE IN SCORE OP KENNISVRAAG 1 M O G E L I J K H E D E N O M A L A R M T E S L A A N De tweede vraag polste naar de kennis van de deelnemers betreffende de twee mogelijke manieren waarop men alarm kan slaan binnen het ziekenhuis. Het correcte antwoord op deze vraag verwijst naar de twee mogelijkheden, namelijk het indrukken van de knop van het brandalarm of het bellen naar het intern noodnummer van het ziekenhuis Deze vraag kreeg een maximale score toegewezen van 2 punten. Alsook bij de analyse van de tweede kennisvraag een significant verschil waargenomen tussen de scores van de deelnemers op de pre-test ten opzichte van de scores op de post-test (p=0,011). Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde stijging in score van de deelnemers 0,25 punten (SD=0,688) bedroeg. Daarbij bleek uit de pre-test dat 51,0% van de deelnemers deze vraag de eerste keer correct beantwoordde. Uit de gegevens blijkt dat 29,4% van de deelnemers minimaal 1 punt meer scoorde op deze kennisvraag. Daarnaast bleek dat 5,9% een lagere score behaalde op de post-test in vergelijking met de pre-test. De evolutie van de deelnemers op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 21. Toegenomen score Aantal Percentage Cumulatieve Percentage -2,00 1 2,0 2,0-1,00 2 3,9 5,9, ,7 70,6 1, ,5 96,1 2,00 2 3,9 100,0 TABEL 21: EVOLUTIE IN SCORE OP KENNISVRAAG 2 U I T S L A A N D E B R A N D De derde kennisvraag binnen de pre-test ging de huidige kennis na betreffende situaties waarbij een uitslaande brand wordt gedetecteerd. Hierbij werd nagegaan bij de deelnemers welke actie ondernomen dient te worden en op welke manier men deze actie dient te ondernemen. Het correcte antwoord op deze vraag betreft het feit dat men in het ziekenhuis bij uitslaande brand ook extern alarm dient te slaan door de brandweer te bellen via 33

35 het nummer 112. Deze vraag werd een totaalscore van 4 punten toegekend, waarbij op elke deelvraag 2 punten verkregen konden worden. Uit de analyses van deze vraag bleek dat ook hier een significante stijging kon worden aangetoond (p<0,001) waarbij de gemiddelde stijging in score van de deelnemers 0,80 punten (SD=1,400) bedroeg. Daarnaast bleek uit de pre-test dat 84,3% van de deelnemers de procedure omtrent de uitslaande brand niet kon formuleren. Uit de gegevens blijkt dat 41,2% van de deelnemers minimaal 1 punt meer scoorde op deze kennisvraag. Daarnaast bleek dat 4,0% een lagere score behaalde op de post-test in vergelijking met de pre-test. De evolutie van de deelnemers op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 22. Toegenomen score Aantal Percentage Cumulatieve Percentage -3,00 1 2,0 2,0-1,00 1 2,0 3,9, ,8 62,7 1,00 4 7,8 70,6 2,00 5 9,8 80,4 3, ,6 98,0 4,00 1 2,0 100,0 TABEL 22: EVOLUTIE IN SCORE OP KENNISVRAAG 3 T W E E D E A C T I E B I J B R A N D + M O G E L I J K H E D E N De vierde kennisvraag polst naar de huidige kennis van de deelnemers betreffende de tweede actie die ze dienen te ondernemen na het slaan van alarm. Het correcte antwoord op deze vraag betrof de actie om een bluspoging te ondernemen door gebruik te maken van één van volgende methodes, namelijk een brandblusser, een brandhaspel of een branddeken. Deze vraag werd een maximumscore toegekend van 5 punten. Om te voorkomen dat de deelnemers de correcte antwoorden konden afleiden uit vraag 5, 6 en 7 werd hen gevraagd hun blad in de bundel niet om te draaien vooraleer dit door de instructeurs opgedragen werd. Uit de analyses van deze vraag bleek dat een significante stijging in score kon worden aangetoond (p<0,001) waarvan de gemiddelde stijging van de scores op deze vraag 1,74 punten (SD=1,741) bedroeg. Uit de gegevens blijkt dat 72,5% van de deelnemers minimaal 1 punt meer scoorde op deze kennisvraag. Daarnaast bleek dat 2% een lagere score behaalde op de post-test in vergelijking met de pre-test. De evolutie van de deelnemers op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 23. Toegenomen score Aantal Percentage Cumulatieve Percentage -2,00 1 2,0 2,0 34

36 , ,5 27,5 1, ,4 56,9 2,00 4 7,8 64,7 3, ,6 84,3 4,00 2 3,9 88,2 5, ,8 100,0 TABEL 23: EVOLUTIE IN SCORE OP KENNISVRAAG 4 G E B R U I K V A N D E B R A N D B L U S S E R De volgende kennisvraag binnen de vragenlijst bracht in kaart welke stappen de deelnemers dienen te ondernemen om een brandblusapparaat op een correcte manier te gebruiken. Hierbij dienen drie opeenvolgende stappen genomen te worden, namelijk (1) Het verwijderen van de veiligheidspin, (2) het apparaat onder druk zetten door middel van de hendel/knop en (3) de brand blussen door te richten op de basis van de vlam. Deze vraag werd een score toegekend van maximaal 3 punten, hierbij diende de correcte volgorde van de acties gerespecteerd te worden. Net als bij de voorafgaande analyses werd bij de eerste kennisvraag een significant verschil waargenomen tussen de scores van de deelnemers op de pre-test ten opzichte van de scores op de post-test (p<0,001). Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde stijging in score van de deelnemers 0,57 punten (SD=0,830) bedroeg. Daarbij bleek uit de pre-test dat 43,1% van de deelnemers deze vraag de eerste keer correct beantwoordde. Uit de gegevens blijkt dat 30,2% van de deelnemers minimaal 1 punt meer scoorde op deze kennisvraag. Daarnaast bleek dat 0,0% een lagere score behaalde op de post-test in vergelijking met de pre-test. De evolutie van de deelnemers op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 24. Toegenomen score Aantal Percentage Cumulatieve Percentage, ,8 60,8 1, ,5 86,3 2,00 5 9,8 96,1 3,00 2 3,9 100,0 TABEL 24: EVOLUTIE IN SCORE OP KENNISVRAAG 5 G E B R U I K V A N D E B R A N D H A S P E L De 6 de kennisvraag polst naar de kennis van de deelnemers betreffende het gebruik van een brandhaspel. Hierbij dienen alsook drie verschillende stappen ondernomen te worden om deze op een correcte manier te hanteren, namelijk (1) het openen van de hoofdkraan, (2) het afrollen van de slang tot maximaal 4meter van de brand en (3) het openen van de kraan op een vernevelde straal om de brand te blussen. Deze vraag werd in het totaal een score toegekend van maximaal 3 punten. 35

37 Alsook bij de analyse van deze kennisvraag werd een significant verschil waargenomen tussen de scores van de deelnemers op de pre-test ten opzichte van de scores op de post-test (p<0,001). Uit de analyses van deze vraag bleek dat de gemiddelde stijging in score van de deelnemers 0,84 punten (SD=1,046) bedroeg. Daarbij bleek uit de pre-test dat 31,4% van de deelnemers deze vraag de eerste keer correct beantwoordde. Uit de gegevens blijkt dat 56,9% van de deelnemers minimaal 1 punt meer scoorde op deze kennisvraag. Daarnaast bleek dat 3,9% een lagere score behaalde op de post-test in vergelijking met de pre-test. De evolutie van de deelnemers op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 25. Toegenomen score Aantal Percentage Cumulatieve Percentage -1,00 2 3,9 3,9, ,2 43,1 1, ,3 80,4 2,00 4 7,8 88,2 3, ,8 100,0 TABEL 25: EVOLUTIE IN SCORE OP KENNISVRAAG 6 G E B R U I K V A N E E N B R A N D D E K E N De voorlaatste kennisvraag polst, gelijkaardig aan kennisvraag 5 en 6, naar de verschillende stappen die ondernomen dienen te worden bij het gebruik van een branddeken. Hierbij dienen drie verschillende stappen ondernomen te worden, namelijk (1) wikkel het branddeken op een correcte manier rond de handen en armen, zodat deze bedekt zijn, (2) benader de brandhaard tot op een rustige manier en (3) plaats het brandlaken voorzichtig op de brandhaard, zonder deze te smijten. Deze 7 de kennisvraag werd een totale maximumscore van 3 punten toegekend. Uit de analyses van deze vraag bleek dat een significante stijging (p<0,001) in score kon worden aangetoond waarbij de stijging gemiddeld 1,24 punten (SD=1,106) bedroeg. Daarbij bleek uit de pre-test dat slechts 9,8% van de deelnemers deze vraag de eerste keer correct beantwoordde. Uit de gegevens blijkt dat 72,5% van de deelnemers minimaal 1 punt meer scoorde op deze kennisvraag. Daarnaast bleek dat 3,9% een lagere score behaalde op de post-test in vergelijking met de pre-test. De evolutie van de deelnemers op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 26. Toegenomen score Aantal Percentage Cumulatieve Percentage -1,00 2 3,9 3,9, ,5 27,5 1, ,3 60,8 2, ,5 84,3 3, ,7 100,0 TABEL 26: EVOLUTIE IN SCORE OP KENNISVR AAG 7 V E R S C H I L L E N D E S O O R T E N B R A N D B L U S S E R S De laatste kennisvraag bracht in kaart wat de huidige kennis van de deelnemers was betreffende de verschillende soorten brandblusapparaten die terug te vinden zijn in het ziekenhuis. In het ziekenhuis kunnen drie verschillende soorten brandblussers voorkomen, namelijk (1) CO2 blussers, (2) ABC Poederblussers en (3) schuimblussers. Deze laatste vraag werd een maximale totaalscore van 3 punten toegekend. 36

38 Uit de analyses van deze vraag bleek dat de evolutie in scores op deze kennisvraag niet significant verschilde tussen de pre-test en de post-test. Er werd wel een trend in significantie aangetoond (p=0,090) waarbij een lichte stijging in de score van 0,14 punten (SD=0,566) werd teruggevonden. Daarbij bleek uit de pre-test dat 11,8% van de deelnemers deze vraag de eerste keer correct beantwoordde. Uit de gegevens blijkt dat 17,6% van de deelnemers minimaal 1 punt meer scoorde op deze kennisvraag. Daarnaast bleek dat 5,9% een lagere score behaalde op de post-test in vergelijking met de pre-test. De hoofdreden die kan verklaren waarom bij deze kennisvraag in vergelijking met alle voorgaande geen sterk significant verschil kon worden gerapporteerd, betreft het feit dat deze kennis niet wordt aangeboden tijdens het spelen van de game. Indien hier een significante evolutie kon worden aangetoond, kon men niet met zekerheid verklaren dat de toegenomen kennis van de deelnemers betreffende brandveiligheid en preventie te wijten was aan het spelen van het prototype. Op deze manier wordt deze mogelijke misinterpretatie uitgesloten. De trend in evolutie van de deelnemers op desbetreffende kennisvraag wordt weergegeven in tabel 27. Toegenomen score Aantal Percentage Cumulatieve Percentage -2,00 1 2,0 2,0-1,00 1 2,0 3,9, ,4 82,4 1, ,7 98,0 2,00 1 2,0 100,0 TABEL 27: EVOLUTIE IN SCORE OP KENNISVRAAG 8 37

39 INV LO ED V AN AN DER E VA RI ABELEN O P DE EVO LU TI E I N KENNIS Naast de analyses betreffende de evolutie in de scores van de deelnemers op de kennisvragen na het spelen van het prototype werd alsook nagegaan of verschillende determinanten een invloed hadden op deze evolutie in de scores van de deelnemers. Hierbij werd in kaart gebracht of er significante verschillen in de toename in scores konden worden teruggevonden op basis van het geslacht, de leeftijd, de anciënniteit, de beroepsmatige functie en het aantal reeds gevolgde opleidingen. Indien hier verschillen in worden teruggevonden, dient hier rekening mee gehouden worden in de conclusie van de resultaten van de gebruikerstest. Alle variabelen werden via SPSS ingevoerd in de Repeated Measures MANOVA als de between factor. Op deze manier kan al dan niet worden aangetoond of de evolutie in scores anders verloopt tussen verschillende groepen. In onderstaande hoofdstukken worden de resultaten van deze analyses betreffende de verschillende variabelen weergegeven. I N V L O E D V A N G E S L A C H T O P D E E V O L U T I E I N K E N N I S Een eerste variabele die in kaart gebracht werd, betrof de invloed van het geslacht op de evolutie in de kennis. Uit de analyses blijkt dat er geen significant verschil in de evolutie van de scores tussen de pre-test en de posttest kan worden aangetoond op basis van het geslacht (p=0,727). Dit geldt zowel voor de totale score van de deelnemers op de kennisvragen als voor elke kennisvraag individueel. Hieruit kan worden geconcludeerd dat vrouwelijke en mannelijke deelnemers die het prototype van de game spelen op een gelijke manier een toename in kennis vertonen. Het prototype sluit met andere woorden niet beter aan bij één van beide geslachten, maar kan voor beide geslachten op dezelfde manier aangeboden worden. I N V L O E D V A N D E L E E F T I J D O P D E E V O L U T I E I N K E N N I S Een tweede variabele waarvan de mogelijke invloed op de scores werd geanalyseerd betrof de leeftijd van de deelnemers. De deelnemers werden, zoals in voorgaande hoofdstukken beschreven, onderverdeeld in verschillende leeftijdscategorieën. Uit de analyses blijkt dat er geen significant verschil in de evolutie van de scores tussen de pre-test en de posttest kan worden aangetoond op basis van de leeftijdscategorie waarbinnen de deelnemers werden onderverdeeld (p=0,934). Dit geldt zowel voor de totale score van de deelnemers op de kennisvragen als voor elke kennisvraag individueel. Hieruit kan worden geconcludeerd dat deelnemers met een verschillende leeftijd die het prototype van de game spelen op een gelijke manier een toename in kennis vertonen. Het prototype sluit met andere woorden niet beter aan bij één of meerdere leeftijdscategorieën, maar kan voor alle leeftijden op dezelfde manier aangeboden worden. I N V L O E D V A N D E A N C I Ë N N I T E I T O P D E E V O L U T I E I N K E N N I S Een derde variabele waarvan de mogelijke invloed op de scores werd geanalyseerd betrof de anciënniteit van de deelnemers. De deelnemers werden onderverdeeld in categorieën op basis van het aantal jaar dat ze reeds tewerk gesteld zijn in het AZ-Groeninge te Kortrijk. De groep met een anciënniteit minder dan 1 jaar werd uiteindelijk niet mee in overweging genomen tijdens de analyses, daar het aantal deelnemers in deze groep (N=2) te klein was om correcte resultaten te verkrijgen. 38

40 Uit de analyses blijkt dat er geen significant verschil in de evolutie van de scores tussen de pre-test en de posttest kan worden aangetoond op basis van de anciënniteit de deelnemers werden (p=0,647). Dit geldt zowel voor de totale score van de deelnemers op de kennisvragen als voor elke kennisvraag individueel. Hieruit kan worden geconcludeerd dat deelnemers met een verschillende anciënniteit die het prototype van de game spelen op een gelijke manier een toename in kennis vertonen. Het prototype sluit met andere woorden niet beter aan bij deelnemers die reeds enige tijd werken binnen het AZ-Groeninge te Kortrijk of deelnemers die pas recentelijk aanvaard werden. I N V L O E D V A N D E B E R O E P S M A T I G E F U N C T I E O P D E E V O L U T I E I N K E N N I S Naast de invloed van het geslacht, de leeftijd en de anciënniteit werd de invloed van de beroepsmatige functie van de deelnemers op de evolutie in kennis geanalyseerd. De deelnemers werden opgedeeld in 7 verschillende categorieën op basis van hun beroepsmatige functie binnen het AZ-Groeninge te Kortrijk. Uit de analyses blijkt dat er slechts één significant verschil in de evolutie van de scores tussen de pre-test en de post-test kan worden aangetoond op basis van de beroepsmatige functie van de deelnemers. Bij de evolutie in de totale score op alle kennisvragen kon een significant verschil worden aangetoond (p=0,015). Bij nadere interpretatie van de resultaten bleek dat de evolutie in de totale score op de kennisvragen bij managers significant verschilt van de evolutie in de totale score bij deelnemers uit de groep ict (p=0,016), artsen (p=0,040), verplegend personeel (p=0,013) en de groep andere (p=0,033). In onderstaande tabel 28 wordt de totale toename in score van de verschillende groepen op basis van hun beroepsmatige functie weergegeven. Aantal Gemiddelde Std. Deviation Minimum Maximum toename toename toename ict 8 7,6250 3, ,00 14,00 manager 6 4,5000 3, ,00 9,00 dokter 4 11,0000 4, ,00 16,00 verplegend 8 6,5000 4, ,00 12,00 technisch 3 4,3333 2, ,00 6,00 schoonmaak 8 2,7500 2, ,00 7,00 andere 14 5,7857 3, ,00 11,00 Totaal 51 5,8824 3, ,00 16,00 TABEL 28: TOEGENOMEN SCORE OP DE TOTALE KENNIS MET BETREKKING TOT DE BEROEPSMATIGE FUNCTIE Uit de analyses blijkt dat de toegenomen totale kennis van de groep managers kleiner was in vergelijking met de andere groepen. Dit significant verschil in evolutie van de totale score van managers ten opzichte van de andere groepen kan worden verklaard door het feit dat de gemiddelde score van deze groep op de pre-test reeds 17,67 op 25 bedroeg. Daar de maximale score op de test 25 punten bedraagt, werd de mogelijke toename in kennis bij deze groep reeds beperkt daar zij reeds over zeer veel kennis beschikten. 39

41 In figuur 9 wordt de evolutie in de totale kennis van de verschillende deelnemers op basis van hun beroepsmatige functie weergegeven. FIGUUR 9: EVOLUTIE IN TOTALE KENNIS TUSSEN PRE- EN POST-TEST OP BASIS VAN DE BEROEPSMATIGE FUNCTIE Om volledig uit te sluiten dat de kennistoename van deelnemers uit de groep managers anders evolueert dan de andere groepen. Werd de totale score op de pre-test in de analyses ingevoerd als covariabele. Hiermee wordt de invloed van de behaalde score op de pre-test, de huidige kennis voor het spelen van het prototype, uit de analyses gefilterd. Uit deze analyses blijkt dat het significant verschil op basis van de beroepsmatige functies met betrekking tot de totale score vervalt (p=0,654). Wanneer de analyse voor elke kennisvraag individueel wordt bekeken konden geen significante verschillen worden gerapporteerd. Hieruit kan worden geconcludeerd dat deelnemers met een verschillende beroepsmatige functie die het prototype van de game spelen op een gelijke manier een toename in kennis vertonen. Het prototype sluit met andere woorden aan bij alle personeelsleden binnen het AZ-Groeninge te Kortrijk. I N V L O E D V A N H E T A A N T A L G E V O L G D E O P L E I D I N G E N O P D E E V O L U T I E I N K E N N I S Een laatste variabele waarvan de mogelijke invloed op de scores van de deelnemers tijdens de pre-test in kaart gebracht werd, betreft het aantal reeds gevolgde opleidingen. Van alle deelnemers hadden reeds 50 de opleiding minstens één keer gevolgd, slechts één deelnemer had de opleiding nog niet gevolgd. Daar slechts één deelnemer de opleiding nog niet gevolgd had, werd deze uit de analyse gehaald. De steekproef van het aantal deelnemers zonder opleiding is te klein om een realistische uitspraak te doen over eventuele verschillen in evolutie. 40

42 Uit de analyses bleek dat er in de evolutie op de totale score (p=0,014), op kennisvraag 1 (p=0,003) en kennisvraag 3 (p=0,047) een significant verschil in evolutie konden worden aangetoond op basis van het aantal reeds gevolgde opleidingen. Bij verdere interpretatie van de resultaten blijkt dat deelnemers die de opleiding reeds 4 keer of meer gevolgd hadden in het verleden een significant kleinere toename hadden in score dan deelnemers die de opleiding reeds minder dan 4 keer gevolgd hadden. Dit kan net als in het vorige hoofdstuk te wijten zijn aan het feit dat hun kennis voor het spelen van het prototype reeds zeer hoog was. Wanneer de score op de pre-test als covariabele werd ingevoerd in de analyses viel dit significant verschil alsook weg. In figuur 10, 11 en 12 wordt de evolutie van de scores van de deelnemers betreffende de totale kennis, kennisvraag 1 en kennisvraag 3 weergegeven. Hieruit kan net als hierboven worden afgeleid dat deze groep deelnemers betreffende kennisvraag 1 en 3 reeds de maximale kennis bezat bij de afname van de pre-test. Als gevolg heeft dit een invloed op de evolutie op de totale score. FIGUUR 10: EVOLUTIE IN SCORE OP KENNISVRAAG 1 TUSSEN PRE- EN POST-TEST OP BASIS VAN HET AANTAL REEDS GEVOLGDE OPLEIDINGEN 41

43 FIGUUR 11: EVOLUTIE IN SCORE OP KENNISVRAAG 3 TUSSEN PRE- EN POST-TEST OP BASIS VAN HET AANTAL REEDS GEVOLGDE OPLEIDINGEN FIGUUR 12: EVOLUTIE IN TOTALE SCORE TUSSEN PRE- EN POST-TEST OP BASIS VAN HET AANTAL REEDS GEVOLGDE OPLEIDINGEN 42

44 ERVARINGEN EN BEVINDINGEN VAN DE DOELGROEP MET HET SPELEN VAN HET PROTOTYPE Een tweede grote doelstelling binnen deze gebruikerstesten was om na te gaan wat de ervaringen van de doelgroep was omtrent het spelen van de game. In de vragenlijst voor de deelnemers (zie bijlage 1) werden deze ervaringen en bevindingen in kaart gebracht aan de hand van een gevalideerde vragenlijst (CEGEQ vragenlijst). De vragenlijst werd opgebouwd uit items uit reeds bestaande vragenlijsten met als doel de ervaringen en bevindingen van mensen omtrent het spelen van games in kaart te brengen. Vooraleer op basis van deze vragenlijst besluiten werden getrokken werd de vragenlijst zelf gevalideerd om zeker te zijn dat de items die gebruikt werden aansluiten bij de variabelen die in kaart gebracht dienden te worden. De totale vragenlijst omtrent de ervaringen en bevindingen van de doelgroep omvat in het totaal 34 items. Deze werden aan de hand van een factor analyse samengevoegd in verschillende schalen waarvan geacht werd dat alle items binnen de schaal hetzelfde kenmerk meten. Om dit te controleren werd alsook de cronbach s alfa van deze schalen bepaald. Deze correlatie gaat na of alle items binnen eenzelfde schaal hetzelfde meten. Om de betrouwbaarheid van de vragenlijst te optimaliseren diende de waarde minimaal 0,70 te zijn. Na controle werden uiteindelijk 7 verschillende schalen behouden en werd 1 schaal (Competences) geëlimineerd daar de cronbach s alfa niet voldeed aan de vooropgestelde criteria. Volgende schalen werden opgenomen in de analyses: E N J O Y M E N T De eerste schaal bracht in kaart in welke mate de deelnemers plezier toekenden aan het spelen van de game. Volgende items werden hierbij in de schaal opgenomen. 1.Ik vond het leuk om de game te spelen. 2.Ik was na of tijdens het spelen van de game gefrustreerd. 3.Ik zou de game nogmaals willen spelen. 13.Ik zou graag veel tijd spenderen aan het spelen van de game. 14.Ik verveelde me tijdens het spelen van de game. 15.De game bleef me continue motiveren om verder te spelen. C O N T R O L De tweede schaal bevat items die nagaan in welke mate de deelnemers controle ervaren tijdens het spelen van de game. Volgende items werden hierbij opgenomen. 4.Ik had controle over de game 5.De besturing reageerde zoals ik het verwachtte. 6.Ik herinner me welke controllers ik dien te gebruiken om specifieke acties uit te voeren tijdens het spel. 43

45 A U T O N O M Y Een derde schaal brengt de autonomie die de deelnemers ervaren tijdens het spelen van de game in kaart. Deze schaal bevat volgende items. 32.Ik slaagde erin de game te laten doen wat ik wou dat het deed. 33.De game gaf me de vrijheid te reageren zoals ik het zelf zou willen. 34.De game maakte het moeilijk om te doen wat ik wou doen. V I S U A L I S A T I O N Een volgende schaal bracht de bedenkingen van de deelnemers omtrent de visualisaties van de game in kaart. Volgende items worden hierin opgenomen. 7.Het ziekenhuis en de kamers zijn goed ontworpen. 9.Ik vond de game er grafisch goed uitzien. 19.De interface van de game was duidelijk. 20.Het bedienen van het personage ging vlot. 21.De opdracht- en instructievensters waren duidelijk. S T O R Y L I N E De 5 de schaal die opgenomen werd in de vragenlijst heeft betrekking op de bedenkingen van de deelnemers betreffende de verhaallijn binnen de game. Volgende items werden hierbinnen opgenomen. 10.Ik wist wat ik moest doen om de game te voltooien. 11.Het scenario van de game was interessant. 12.Ik vond het scenario in de game maar niks. G O A L S Een volgende schaal die opgenomen werd in de vragenlijst brengt de mening van de deelnemers betreffende het bereiken van hun doelen in kaart. Volgende items werden binnen deze schaal opgenomen. 16.De game was uitdagend. 17.De game was moeilijk. 18.Ik begrijp de regels van de game. 25.De algemene doelstelling van de game was duidelijk. 26.Tussentijdse doelstellingen werden telkens duidelijk gecommuniceerd. 44

46 F E E D B A C K De laatste schaal binnen de vragenlijst heeft betrekking op volgende items die de ervaring van de deelnemers omtrent de feedback in kaart brengt. 27.Ik kreeg feedback over mijn vooruitgang in het spel. 28.Ik kreeg onmiddellijk feedback omtrent succes (of falen) van tussentijdse doelstellingen. 29.De game is in staat om mij kennis bij te brengen. 30.Door het spel is mijn kennis toegenomen. ERVARINGEN MET HET SPELEN VAN HET PROTOTYPE Een eerste doelstelling binnen de analyses met betrekking tot de ervaringen betrof het in kaart brengen van de waarde die de deelnemers toeschreven aan de verschillende items. Binnen de vragenlijst kregen de deelnemers de opdracht aan te duiden in welke mate ze akkoord gingen met de uitspraken die hen werden aangeboden. Hiervoor werd een Likert schaal gebruikt met 7 verschillende waarden van helemaal akkoord (toegekende score 1) tot helemaal niet akkoord (toegekende score 7). Om een duidelijker beeld te verkrijgen betreffende de waarde die deelnemers geven aan de verschillende uitspraken werden deze scores positief gemaakt. Op deze manier kreeg de aanduiding helemaal akkoord een waarde van 7 tot helemaal niet akkoord met waarde 1. Items die binnen de vragenlijst op een negatieve manier geformuleerd werden zoals bijvoorbeeld item 2 ik was na of tijdens het spelen van de game gefrustreerd, werden niet omgescoord. Dit omwille van het feit dat hoe hoger de score die deelnemers toekennen aan dergelijke items, hoe negatiever hun ervaring met het spelen van de game. Om een score te verkrijgen op de schalen zelf werd de gemiddelde score bepaald op een maximale score van 7 aan de hand van de scores die werden toegekend aan de verschillende items die tot de desbetreffende schaal behoren. In volgende onderdelen worden de verschillende schalen overlopen. 45

47 BELEV EN V AN P LEZI ER Een eerste schaal die werd geanalyseerd was de mate waarin de deelnemers plezier ervaren tijdens het spelen van de game. Uit de analyses blijkt dat de gemiddelde score die werd toegekend aan deze schaal 5,84 (SD=0,848) bedroeg. Hierbij was de minimumscore op deze schaal 3,67 en de maximale score die werd toegekend 7. In onderstaande tabellen 29 tot en met 34 worden de percentages betreffende de beoordelingen van de deelnemers op de verschillende items van de schaal Enjoyment weergegeven. Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Neutraal 2 4,0 4,0 Eerder akkoord 4 8,0 12,0 Akkoord 12 24,0 36,0 Helemaal akkoord 32 64,0 100,0 Totaal ,0 TABEL 29: PERCENTAGES SCORES OP ITEM 'IK VOND HET LEUK OM D E GAME TE SPELEN' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 30 60,0 60,0 Niet akkoord 12 24,0 84,0 Eerder niet akkoord 3 6,0 90,0 Eerder akkoord 3 6,0 96,0 Akkoord 2 4,0 100,0 Totaal ,0 TABEL 30: PERCENTAGES SCORES OP ITEM 'IK WAS TIJDENS OF NA HET SPELEN VAN DE GAME GEFRUSTREERD' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 1 2,0 2,0 Niet akkoord 2 4,0 6,0 Eerder niet akkoord 1 2,0 8,0 Neutraal 6 12,0 20,0 Eerder akkoord 2 4,0 24,0 Akkoord 13 26,0 50,0 Helemaal akkoord 25 50,0 100,0 Totaal ,0 TABEL 31: PERCENTAGES SCORES OP ITEM 'IKZOU DE GAME NOGMAAL S WILLEN SPELEN' 46

48 Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 1 2,0 2,0 Niet akkoord 4 8,0 10,0 Eerder niet akkoord 5 10,0 20,0 Neutraal 18 36,0 56,0 Eerder akkoord 11 22,0 78,0 Akkoord 2 4,0 82,0 Helemaal akkoord 9 18,0 100,0 Totaal ,0 TABEL 32: PERCENTAGES SCORES OP ITEM 'IK ZOU GRAAG VEEL TIJD SPENDEREN AAN HET SPELEN VAN DE GAME' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 28 56,0 56,0 Niet akkoord 16 32,0 88,0 Eerder niet akkoord 1 2,0 90,0 Eerder akkoord 3 6,0 96,0 Akkoord 1 2,0 98,0 Helemaal akkoord 1 2,0 100,0 Totaal ,0 TABEL 33: PERCENTAGES SCORES OP ITEM 'IK VERVEELDE ME TIJDENS HET SPELEN VAN DE GAME' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Niet akkoord 3 6,0 6,0 Eerder niet akkoord 1 2,0 8,0 Neutraal 2 4,0 12,0 Eerder akkoord 6 12,0 24,0 Akkoord 24 48,0 72,0 Helemaal akkoord 14 28,0 100,0 Totaal ,0 TABEL 34: PERCENTAGES SCORES OP ITEM 'DE GAME BLEEF ME CONTINUE MOTIVEREN OM VERDER TE SPELEN' MAT E VAN CONTRO LE Een tweede schaal die werd geanalyseerd was de mate waarin de deelnemers controle ervaren tijdens het spelen van de game. Uit de analyses blijkt dat de gemiddelde score die werd toegekend aan deze schaal 5,54 (SD=1,206) bedroeg. Hierbij was de minimumscore op deze schaal 1,67 en de maximale score die werd toegekend 7. In onderstaande tabellen 35, 36 en 37 worden de percentages betreffende de beoordelingen van de deelnemers op de verschillende items van de schaal Control weergegeven. 47

49 Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Niet akkoord 3 5,9 6,0 Eerder niet akkoord 3 5,9 12,0 Neutraal 6 11,8 24,0 Eerder akkoord 7 13,7 38,0 Akkoord 22 43,1 82,0 Helemaal akkoord 9 17,6 100,0 Total 50 98,0 Missing System 1 2,0 Total ,0 TABEL 35: PERCENTAGES SCORES OP ITEM 'IK HAD CONTROLE OVER DE GAME' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 2 3,9 3,9 Niet akkoord 1 2,0 5,9 Eerder niet akkoord 5 9,8 15,7 Neutraal 4 7,8 23,5 Eerder akkoord 8 15,7 39,2 Akkoord 19 37,3 76,5 Helemaal akkoord 12 23,5 100,0 TABEL 36: PERCENTAGES SCORES OP ITEM 'DE BESTURING REAGEERDE ZOALS IN VERWACHTE' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 1 2,0 2,0 Niet akkoord 1 2,0 3,9 Eerder niet akkoord 1 2,0 5,9 Neutraal 1 2,0 7,8 Eerder akkoord 8 15,7 23,5 Akkoord 20 39,2 62,7 Helemaal akkoord 19 37,3 100,0 TABEL 37: PERCENTAGES SCORES OP ITEM 'IK HERINNER ME WELKE CONTROLLERS IK DIEN TE GEBRUIKEN OM SPECIFIEKE ACTIES UIT TE VOEREN IN HET SPEL' 48

50 ERVAREN VAN AUTONO MI E Een volgende schaal die werd geanalyseerd was de mate waarin de deelnemers autonomie ervaren tijdens het spelen van de game. Uit de analyses blijkt dat de gemiddelde score die werd toegekend aan deze schaal 5,54 (SD=1,128) bedroeg. Hierbij was de minimumscore op deze schaal 2,67 en de maximale score die werd toegekend 7. In onderstaande tabellen 38, 39 en 40 worden de percentages betreffende de beoordelingen van de deelnemers op de verschillende items van de schaal Autonomy weergegeven. Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Niet akkoord 1 2,0 2,0 Eerder niet akkoord 3 5,9 7,8 Neutraal 4 7,8 15,7 Eerder akkoord 8 15,7 31,4 Akkoord 20 39,2 70,6 Helemaal akkoord 15 29,4 100,0 TABEL 38: PERCENTAGES SCORES OP ITEM 'IK SLAAGDE ERIN DE GAME TE LATEN DOEN WAT IK WOU DAT HET DEED' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 1 2,0 2,0 Niet akkoord 2 3,9 5,9 Eerder niet akkoord 5 9,8 15,7 Neutraal 6 11,8 27,5 Eerder akkoord 11 21,6 49,0 Akkoord 17 33,3 82,4 Helemaal akkoord 9 17,6 100,0 TABEL 39: PERCENTAGES SCORES ITEM 'DE GAME GAF ME DE VRIJHEID TE REAGEREN ZOAL S IK HET ZELF ZOU WILLEN' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 22 43,1 43,1 Niet akkoord 14 27,5 70,6 Eerder niet akkoord 6 11,8 82,4 Neutraal 3 5,9 88,2 Eerder akkoord 3 5,9 94,1 Akkoord 3 5,9 100,0 49

51 TABEL 40: PERCENTAGES SCORES ITEM 'DE GAME MAAKTE HET MOEILIJK OM TE DOEN WAT IK WOU DOEN' VISUALI S ATI E Een vierde schaal die werd geanalyseerd was de mate waarin de deelnemers de gebruikte visualisaties binnen de game beoordeelden. Uit de analyses blijkt dat de gemiddelde score die werd toegekend aan deze schaal 6,03 (SD=0,770) bedroeg. Hierbij was de minimumscore op deze schaal 3,80 en de maximale score die werd toegekend 7. In onderstaande tabellen 41 tot en met 45 worden de percentages betreffende de beoordelingen van de deelnemers op de verschillende items van de schaal Visualisation weergegeven. Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Neutraal 5 9,8 9,8 Eerder akkoord 6 11,8 21,6 Akkoord 13 25,5 47,1 Helemaal akkoord 27 52,9 100,0 TABEL 41: PERCENTAGES SCORES ITEM 'HET ZIEKENHUIS EN DE KAMERS ZIJN GOED ONTWORPEN' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Eerder akkoord 3 5,9 5,9 Akkoord 19 37,3 43,1 Helemaal akkoord 29 56,9 100,0 TABEL 42: PERCENTAGES SCORES ITEM 'IK VOND DE GAME ER GRAFISCH GOED UITZIEN' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Niet akkoord 2 3,9 3,9 Eerder niet akkoord 1 2,0 5,9 Neutraal 3 5,9 11,8 Eerder akkoord 7 13,7 25,5 Akkoord 17 33,3 58,8 Helemaal akkoord 21 41,2 100,0 TABEL 43: PERCENTAGES SCORES ITEM 'DE INTERFACE VAN DE GAME WAS DUIDELIJK' 50

52 Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Niet akkoord 2 3,9 3,9 Eerder niet akkoord 2 3,9 7,8 Neutraal 4 7,8 15,7 Eerder akkoord 10 19,6 35,3 Akkoord 19 37,3 72,5 Helemaal akkoord 14 27,5 100,0 TABEL 44: PERCENTAGES SCORES ITEM 'HET BEDIENEN VAN HET PERSONAGE GING VLOT' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 1 2,0 2,0 Eerder niet akkoord 4 7,8 9,8 Neutraal 2 3,9 13,7 Eerder akkoord 5 9,8 23,5 Akkoord 18 35,3 58,8 Helemaal akkoord 21 41,2 100,0 TABEL 45: PERCENTAGES SCORES ITEM 'DE OPDRACHT- EN INSTRUCTIEVENSTER S WAREN DUIDELIJK' VER HAALLIJN De volgende schaal die werd geanalyseerd was de mate waarin de deelnemers zich aangetrokken voelden tot de verhaallijn die gebruikt werd binnen de game. Uit de analyses blijkt dat de gemiddelde score die werd toegekend aan deze schaal 6,23 (SD=0,823) bedroeg. Hierbij was de minimumscore op deze schaal 3,33 en de maximale score die werd toegekend 7. In onderstaande tabellen 46, 47 en 48 worden de percentages betreffende de beoordelingen van de deelnemers op de verschillende items van de schaal Storyline weergegeven. Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Niet akkoord 1 2,0 2,0 Eerder niet akkoord 2 3,9 5,9 Eerder akkoord 9 17,6 23,5 Akkoord 17 33,3 56,9 Helemaal akkoord 22 43,1 100,0 51

53 TABEL 46: PERCENTAGES SCORES ITEM 'IK WIST WAT IK MOEST DOEN OM DE GAME TE VOLTOOIEN' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Eerder niet akkoord 1 2,0 2,0 Neutraal 2 3,9 5,9 Eerder akkoord 5 9,8 15,7 Akkoord 25 49,0 64,7 Helemaal akkoord 18 35,3 100,0 TABEL 47: PERCENTAGES SCORES ITEM 'HET SCENARIO IN DE GAME WAS INTERESSANT' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 37 72,5 72,5 Niet akkoord 9 17,6 90,2 Eerder niet akkoord 2 3,9 94,1 Neutraal 2 3,9 98,0 Eerder akkoord 1 2,0 100,0 TABEL 48: PERCENTAGES SCORES ITEM 'IK VOND HET SCENARIO IN DE GAME MAAR NIKS' BEREIK EN V AN DO ELST EL LINGEN De voorlaatste schaal die werd geanalyseerd bracht in kaart in welke mate de deelnemers tijdens het spelen van de game hun doelstellingen konden bereiken. Uit de analyses blijkt dat de gemiddelde score die werd toegekend aan deze schaal 6,06 (SD=0,800) bedroeg. Hierbij was de minimumscore op deze schaal 4,40 en de maximale score die werd toegekend 7. In onderstaande tabellen 49 tot en met 53 worden de percentages betreffende de beoordelingen van de deelnemers op de verschillende items van de schaal Goals weergegeven. Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Niet akkoord 4 7,8 7,8 Eerder niet akkoord 4 7,8 15,7 Neutraal 6 11,8 27,5 Eerder akkoord 8 15,7 43,1 Akkoord 20 39,2 82,4 Helemaal akkoord 9 17,6 100,0 52

54 TABEL 49: PERCENTAGES SCORES ITEM 'DE GAME WAS UITDAGEND' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 25 49,0 49,0 Niet akkoord 16 31,4 80,4 Eerder niet akkoord 2 3,9 84,3 Neutraal 3 5,9 90,2 Eerder akkoord 2 3,9 94,1 Akkoord 3 5,9 100,0 TABEL 50: PERCENTAGES SCORES ITEM 'DE GAME WAS MOEILIJK' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Eerder niet akkoord 2 3,9 3,9 Neutraal 3 5,9 9,8 Eerder akkoord 2 3,9 13,7 Akkoord 16 31,4 45,1 Helemaal akkoord 28 54,9 100,0 TABEL 51: PERCENTAGES SCORES ITEM 'IK BEGRIJP DE REGELS VAN DE GAME' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Neutraal 2 3,9 3,9 Eerder akkoord 1 2,0 5,9 Akkoord 16 31,4 37,3 Helemaal akkoord 32 62,7 100,0 TABEL 52: PERCENTAGES SCORES ITEM 'DE ALGEMENE DOELSTELL ING VAN HET SPEL WAS DUIDELIJK' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Eerder niet akkoord 1 2,0 2,0 Neutraal 2 3,9 5,9 Eerder akkoord 5 9,8 15,7 53

55 Akkoord 15 29,4 45,1 Helemaal akkoord 28 54,9 100,0 TABEL 53: PERCENTAGES SCORES ITEM 'TUSSENTIJDSE DOELSTELLINGEN WERDEN TELKENS DUIDELIJK GEFORMULEERD' ERVAREN VAN F EEDBACK De laatste schaal die werd geanalyseerd had betrekking op de mate waarin de deelnemers feedback ervaren bij het bekomen van succes en/of falen tijdens het spelen van de game. Uit de analyses blijkt dat de gemiddelde score die werd toegekend aan deze schaal 6,10 (SD=0,980) bedroeg. Hierbij was de minimumscore op deze schaal 2,50 en de maximale score die werd toegekend 7. In onderstaande tabellen 54 tot en met 58 worden de percentages betreffende de beoordelingen van de deelnemers op de verschillende items van de schaal Feedback weergegeven. Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 2 3,9 3,9 Niet akkoord 1 2,0 5,9 Eerder niet akkoord 2 3,9 9,8 Neutraal 1 2,0 11,8 Eerder akkoord 10 19,6 31,4 Akkoord 14 27,5 58,8 Helemaal akkoord 21 41,2 100,0 TABEL 54: PERCENTAGES SCORES ITEM 'IK KREEG FEEDBACK OVER DE VOORUITGANG IN MIJN SPEL' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 2 3,9 3,9 Niet akkoord 1 2,0 5,9 Eerder niet akkoord 1 2,0 7,8 Eerder akkoord 9 17,6 25,5 Akkoord 19 37,3 62,7 Helemaal akkoord 19 37,3 100,0 TABEL 55: PERCENTAGES SCORES ITEM 'IK KREEG ONMIDDELLIJK FEEDBACK OVER MIJN ACTIES' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 2 3,9 3,9 Niet akkoord 1 2,0 5,9 Neutraal 1 2,0 7,8 Eerder akkoord 6 11,8 19,6 54

56 Akkoord 17 33,3 52,9 Helemaal akkoord 24 47,1 100,0 TABEL 56: PERCENTAGES SCORES ITEM 'IK KREEG ONMIDDELLIJK INFORMATIE OVER SUCCES (OF FALEN) VAN TUSSENTIJDSE DOELSTELLINGEN Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Eerder akkoord 1 2,0 2,0 Akkoord 10 19,6 21,6 Helemaal akkoord 40 78,4 100,0 TABEL 57: PERCENTAGES SCORES ITEM 'DE GAME IS IN STAAT OM KENNIS BIJ TE BRENGEN' Aantal Percentage Cumulatieve Percentage Helemaal niet akkoord 1 2,0 2,0 Niet akkoord 2 3,9 5,9 Eerder niet akkoord 1 2,0 7,8 Eerder akkoord 4 7,8 15,7 Akkoord 15 29,4 45,1 Helemaal akkoord 28 54,9 100,0 TABEL 58: PERCENTAGES SCORES ITEM 'DOOR HET SPEL IS MIJN KENNIS TOEGENOMEN' 55

57 INVLOED VAN VARIABELEN OP DE ERVARINGEN EN BEDENKINGEN VAN DE DOELGROEP Een laatste aspect die bekeken werd binnen de analyses was de mogelijke invloed van specifieke variabelen op de scores van de schalen. Hierbij werd in kaart gebracht of er significante verschillen in de scores betreffende de ervaringen konden worden teruggevonden op basis van het geslacht, de leeftijd, de anciënniteit, de beroepsmatige functie en het aantal reeds gevolgde opleidingen. Indien hier verschillen in worden teruggevonden, dient hier rekening mee gehouden worden in de conclusie van de resultaten van de gebruikerstest. Alle variabelen werden via SPSS ingevoerd in een MANOVA. Op deze manier kan al dan niet worden aangetoond of de waarde die gegeven werd aan de items op de verschillende schalen binnen de vragenlijst verschilt binnen de verschillende groepen. Indien bepaalde groepen andere ervaringen of bevindingen hebben betreffende een bepaalde schaal, kan het zijn dat deze groep onvoldoende aansluiting vind met het spelen van de game. Indien dit het geval zou zijn, dienen er eventuele aanpassingen te gebeuren binnen de game om ervoor te zorgen dat het aanbieden van een serious game omtrent brandveiligheid en preventie voor de volledige doelgroep een meerwaarde biedt. In onderstaande hoofdstukken worden de resultaten van deze analyses betreffende de verschillende variabelen weergegeven. INV LO ED V AN HET GESLA CHT O P DE ERV ARI NGEN TI JDENS HET S PELEN Een eerste aspect die werd geanalyseerd is het feit of er verschillen kunnen worden terug gevonden in de ervaringen die deelnemers hebben tijdens het spelen van de game op basis van het geslacht. Uit de analyse blijkt dat er geen significante verschillen konden worden gerapporteerd in de gemiddelde scores die werden toegekend aan de verschillende schalen op basis van het geslacht (p=0,356). Hieruit kan worden geconcludeerd dat zowel mannelijke deelnemers als vrouwelijke deelnemers een gelijkaardige waarde toekennen aan de schalen Enjoyment, Control, Autonomy, Visualisation, Storyline, Goals en Feedback. Er dienen met andere woorden geen geslacht specifieke aanpassingen te gebeuren binnen de game. In onderstaande tabel 59, worden de gemiddelde scores van beide geslachten op de verschillende schalen weergegeven. Verschillende schalen (Score max. =7) Geslacht Gemiddelde Std. Error Enjoyment man 5,574,196 vrouw 5,995,145 Control man 5,500,285 vrouw 5,576,210 Autonomy man 5,463,267 vrouw 5,616,197 Visualisation man 5,900,181 vrouw 6,121,133 Storyline man 6,185,195 vrouw 6,273,144 Goals man 5,967,188 vrouw 6,121,139 Feedback man 6,347,229 vrouw 5,985,169 TABEL 59: GEMIDDELDE SCORES OP DE SCHALEN UIT DE VR AGENLIJST OP BASIS VAN HET GESLACHT 56

58 INV LO ED V AN DE LEEFT I JD OP DE ERV ARINGEN TIJDENS HET S PELEN Een tweede analyse die werd uitgevoerd ging na of er verschillen kunnen worden terug gevonden in de ervaringen die deelnemers hebben tijdens het spelen van de game op basis van de leeftijd van de deelnemers. Hierbij werden net als in voorgaande analyses de vooropgestelde leeftijdscategorieën gebruikt om een onderscheid te maken in de leeftijd. Uit de analyse blijkt dat er geen significante verschillen konden worden gerapporteerd in de gemiddelde scores die werden toegekend aan de verschillende schalen op basis van de leeftijd van de deelnemers (p=0,733). Hieruit kan worden geconcludeerd dat zowel de jongere als de oudere deelnemers een gelijkaardige waarde toekennen aan de schalen Enjoyment, Control, Autonomy, Visualisation, Storyline, Goals en Feedback. Er dienen met andere woorden geen leeftijdsgebonden aanpassingen te gebeuren binnen de game. In onderstaande tabel 60, worden de gemiddelde scores van de verschillende leeftijdscategorieën op de verschillende schalen weergegeven. Schalen (score max. =7) Leeftijdsgroepen Gemiddelde Std. Deviation N Enjoyment <25 5,7500, ,8704, ,7444 1, ,8854, >55 6,1000, Control <25 5,2778 1, ,0741, ,9111 1, ,9375 1, >55 5,8000, Autonomy <25 5,1667 1, ,2593 1, ,6000 1, ,1667 1, >55 5,9333, Visualisation <25 6,1667, ,4444, ,1733, ,7000, >55 5,8800, Storyline <25 6,3889, ,4444, ,2000, ,1667,

59 >55 6,0667, GoalsGem <25 6,1000, ,3333, ,0000, ,9875, >55 6,0000, FeedbackGem <25 6,3750, ,3333, ,4000, ,6719 1, >55 5,9500 1, TABEL 60: GEMIDDELDE SCORES OP DE SCHALEN UIT DE VR AGENLIJST OP BASIS VAN DE LEEFTIJD INV LO ED V AN DE AN CI ËN NITEIT OP DE ER VARI NGEN TI JDEN S H ET SP ELEN Een volgende analyse die werd uitgevoerd ging na of er verschillen kunnen worden terug gevonden in de ervaringen die deelnemers hebben tijdens het spelen van de game op basis van de anciënniteit van de deelnemers. Hierbij werden net als in voorgaande analyses de vooropgestelde categorieën gebruikt om een onderscheid te maken in de anciënniteit. Uit de analyse blijkt dat er geen significante verschillen konden worden gerapporteerd in de gemiddelde scores die werden toegekend aan de verschillende schalen op basis van de leeftijd van de deelnemers (p=0,588). Hieruit kan worden geconcludeerd dat zowel deelnemers die nog niet lang tewerkgesteld zijn binnen het AZ- Groeninge te Kortrijk als deelnemers die er al enige tijd tewerkgesteld zijn een gelijkaardige waarde toekennen aan de schalen Enjoyment, Control, Autonomy, Visualisation, Storyline, Goals en Feedback. Er dienen met andere woorden geen aanpassingen te gebeuren binnen de game op basis van verschillen in het aantal jaar anciënniteit. In onderstaande tabel 61, worden de gemiddelde scores van de verschillende categorieën op de verschillende schalen weergegeven. Schalen (score = max. 7) Anciënniteit Gemiddelde Std. Error Enjoyment < 1 jaar 5,833, jaar 5,619, jaar 5,782, of meer 6,030,183 Control < 1 jaar 5,000, jaar 5,833, jaar 5,538, of meer 5,424,259 Autonomy < 1 jaar 4,667, jaar 5,929, jaar 5,590,310 58

60 11 of meer 5,394,239 Visualisation < 1 jaar 5,800, jaar 6,314, jaar 5,846, of meer 6,009,164 Storyline < 1 jaar 6,000, jaar 6,024, jaar 6,359, of meer 6,333,178 Goals < 1 jaar 6,000, jaar 6,100, jaar 5,908, of meer 6,145,173 Feedback < 1 jaar 6,000, jaar 6,393, jaar 6,308, of meer 5,830,208 TABEL 61: GEMIDDELDE SCORES OP DE SCHALEN UIT DE VR AGENLIJST OP BASIS VAN DE ANCIËNNITEIT INV LO ED V AN DE BERO EP S MATIGE FUNCTI ES O P DE ERV ARINGEN TI JDEN S HET SP ELEN Naast mogelijke verschillen in ervaringen tijdens het spelen van de game op basis van het geslacht, de leeftijd en de anciënniteit van de deelnemers, werd de invloed van de beroepsmatige functie binnen het AZ-Groeninge te Kortrijk in kaart gebracht. Uit de analyses bleek dat betreffende de schalen Control, Autonomy, Visualisation, Storyline en Feedback geen significante verschillen werden gerapporteerd in de waarde die de deelnemers uit de verschillende beroepscategorieën koppelden aan deze schalen. Onafhankelijk van de soort functie die de deelnemers uitoefenen binnen het ziekenhuis werden gelijkaardige ervaringen teruggevonden omtrent de controle en autonomie die ze ondervonden tijdens het spelen van de game. Daarnaast deelden alle deelnemers uit de verschillende beroepscategorieën een gelijkaardige ervaring omtrent de visualisatie en de verhaallijn binnen het spel en de mate waarin ze feedback verkregen. Een eerste schaal waar wel een significant verschil werd teruggevonden op basis van de beroepsmatige functie, was de schaal Enjoyment (p=0,013). Uit de resultaten blijkt dat deelnemers die tot de beroepscategorie van de artsen behoorden een significant lagere score toekenden aan de mate waarop ze plezier beleefden tijdens het spel. Deze significant lagere score bij de artsen werd gevonden ten opzichte van alle andere beroepscategorieën (p=0,013). Tussen de andere beroepscategorieën onderling werden geen significante verschillen teruggevonden betreffende de mate waarop ze plezier beleefden tijdens het spelen van de game. Op de volgende pagina wordt in tabel 62 de gemiddelde waarde die de deelnemers toekennen aan de schaal Enjoyment weergegeven op basis van de beroepsmatige functie. Figuur 13 geeft een visuele weergave van het verschil in waarde tussen de verschillende beroepscategorieën. 59

61 Schaal (score = max. 7) Beroepsmatige functie Gemiddelde Std. Error Enjoyment Ict 5,792,269 Manager 5,917,310 Dokter 4,375,380 Verplegend 5,958,269 Technisch 6,500,439 Schoonmaak 6,104,269 Andere 5,917,203 TABEL 62: GEMIDDELDE SCORE OP DE SCHAAL ENJOYMENT OP BASIS VAN DE BEROEPSMATIGE FUNCTIE FIGUUR 13: SCORES OP DE SCHAAL ENJOYMENT OP BASIS VAN DE BEROEPSMATIGE F UNCTIE Een tweede schaal waar wel een significant verschil werd teruggevonden op basis van de beroepsmatige functie, was de schaal Goals (p=0,042). Uit de resultaten blijkt dat deelnemers die tot de beroepscategorie van de artsen behoorden een significant lagere score toekenden aan de mate waarop ze de indruk hadden bepaalde doelen te bereiken tijdens het spel. Deze significant lagere score bij de artsen werd gevonden ten opzichte van alle andere beroepscategorieën (p=0,042) buiten de categorie met deelnemers die als schoonmaak personeel tewerkgesteld zijn (p=0,140). Tussen de andere beroepscategorieën onderling werden geen significante verschillen teruggevonden betreffende de mate waarop ze de indruk hadden hun doelen te bereiken tijdens het spelen van de game. 60

62 Op de volgende pagina wordt in tabel 63 de gemiddelde waarde die de deelnemers toekennen aan de schaal Goals weergegeven op basis van de beroepsmatige functie. Figuur 14 geeft een visuele weergave van het verschil in waarde tussen de verschillende beroepscategorieën. Beroepsmatige functie Gemiddelde Std. Error Ict 6,150,260 Manager 6,400,300 Dokter 5,050,367 Verplegend 6,550,260 Technisch 6,267,424 Schoonmaak 5,725,260 Andere 6,043,196 TABEL 63: GEMIDDELDE SCORE OP SCHAAL 'GOALS' OP BASIS VAN DE BEROEPSMATIGE FUNCTIE FIGUUR 14: GEMIDDELDE SCORES OP DE SCHAAL 'GOALS' OP BASIS VAN DE BEROEPSMATIGE FUNCTIE 61

3.3 RESULTATEN VAN DE

3.3 RESULTATEN VAN DE 3.3 RESULTATEN VAN DE GEBRUIKERSGROEPTESTEN ESF PROJECT : EEN SERIOUS GAME ALS OPLEIDINGSTOOL VOOR VEILIGHEID EN PREVENTIE Barbara Plovie, Projectmedewerker Toegepaste Psychologie Howest Helga Peeters,

Nadere informatie

4 VERTALING VAN KENNIS NAAR

4 VERTALING VAN KENNIS NAAR 4 VERTALING VAN KENNIS NAAR SERIOUS GAME ESF PROJECT : EEN SERIOUS GAME ALS OPLEIDINGSTOOL VOOR VEILIGHEID EN PREVENTIE Joost Ingels, Projectmedewerker DAE-Research. Samuel Eeckhaut, Projectmedewerker

Nadere informatie

WP 8.1 Ontwikkelen gebruikersgroep testen

WP 8.1 Ontwikkelen gebruikersgroep testen WP 8.1 Ontwikkelen gebruikersgroep testen Inleiding In werkpakket 8 testen we het eerste opleidingsonderdeel bij 52 personeelsleden van het AZ Groeninge. De 52 personeelsleden zijn verdeelt over de 6 persona

Nadere informatie

1. PROJECT DEFINIËREN

1. PROJECT DEFINIËREN 1. PROJECT DEFINIËREN ESF PROJECT : EEN SERIOUS GAME ALS OPLEIDINGSTOOL VOOR VEILIGHEID EN PREVENTIE Joost Ingels, Projectmedewerker DAE-Research. 1.1 IN KAART BRENGEN VAN HUIDIGE OPLEIDINGSVORM & PROBLEEMSTELLING

Nadere informatie

3.2 ONTWIKKELEN TESTEN

3.2 ONTWIKKELEN TESTEN 3.2 ONTWIKKELEN TESTEN COMPUTERVAARDIGHEDEN VAN DOELPUBLIEK ESF PROJECT : EEN SERIOUS GAME ALS OPLEIDINGSTOOL VOOR VEILIGHEID EN PREVENTIE Barbara Plovie, Projectmedewerker Toegepaste Psychologie Howest

Nadere informatie

Serious game brandbestrijding. ESF project 4039

Serious game brandbestrijding. ESF project 4039 Serious game brandbestrijding. ESF project 4039 Serious game Infobundel Serious game brandbestrijding. ESF project 4039 az groeninge Behalen van kwaliteitslabel: JCI (Join Commision International) Naast

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013 7.2.4 Voorbeeld van een kwantitatieve analyse (fictief voorbeeld) In onderstaand voorbeeld werken we met fictieve data. Doel van dit voorbeeld is dat je inzicht krijgt in hoe een onderzoeksrapport van

Nadere informatie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Feiten en cijfers tot nu toe Managementsamenvatting Na twee en een half jaar kwaliteitsmetingen in de fysiotherapie is het een geschikt moment

Nadere informatie

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer INBO.R.2012.16 INBO.R.2012.26 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO Geraardsbergen Gaverstraat 4 9500 Geraardsbergen T: +32 54 43 71 11 F: +32

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

HOOFDSTUK VIII VARIANTIE ANALYSE (ANOVA)

HOOFDSTUK VIII VARIANTIE ANALYSE (ANOVA) HOOFDSTUK VIII VARIANTIE ANALYSE (ANOVA) DATA STRUKTUUR Afhankelijke variabele: Eén kontinue variabele Onafhankelijke variabele(n): - één discrete variabele: één gecontroleerde factor - twee discrete variabelen:

Nadere informatie

A. Week 1: Introductie in de statistiek.

A. Week 1: Introductie in de statistiek. A. Week 1: Introductie in de statistiek. Populatie en steekproef. In dit vak leren we de basis van de statistiek. In de statistiek probeert men erachter te komen hoe we de populatie het beste kunnen observeren.

Nadere informatie

Handleiding SPSS. 1) Maak je bestand

Handleiding SPSS. 1) Maak je bestand Handleiding SPSS 1) Maak je bestand In de file die op Minerva staat, zijn de data opgenomen van alle groepjes. Het is de bedoeling dat je je eindverslag schrijft over de data van jouw groepje. Om dit te

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten

Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten Auteur: Dick Vrenssen, docent pedagogiek psychologie onderwijskunde, Fontys Hogeschool Kind en Educatie In het schooljaar 2013/ 2014 heeft het

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Statistische analyses. Statistische analyse (1) Persoons achtergrond kenmerken

Statistische analyses. Statistische analyse (1) Persoons achtergrond kenmerken Statistische analyses Statistische analyse (1) Persoons achtergrond kenmerken Statistische analyse (2) Vergelijking gemiddelde scores ontwerpcriteria per OGP De scores worden als volgt geïnterpreteerd

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Bijlage 1: Gezondheidsdoelstellingen Vlaamse Overheid

Bijlage 1: Gezondheidsdoelstellingen Vlaamse Overheid Bijlage 1: Gezondheidsdoelstellingen Vlaamse Overheid Concreet werden (voor volwassenen) volgende aanbevelingen geformuleerd: 1. met betrekking tot beweging: ofwel dagelijks minstens 30 minuten per dag

Nadere informatie

WP 8.3 Resultaten van de videoanalyse van de gebruiksgroeptesten.

WP 8.3 Resultaten van de videoanalyse van de gebruiksgroeptesten. WP 8.3 Resultaten van de videoanalyse van de gebruiksgroeptesten. Tijdens het doorlopen van het eerste opleidingsonderdeel werd bij elke persoon het beeldscherm opgenomen. Dit maakt het mogelijk om nadien

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Januari 2012 Jan van Nispen Inleiding Sinds 2008 zijn woorden zoals crisis, financieringsproblemen, waarborgen en bailouts niet meer uit de

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2)

S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2) S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2) 21 juni 2011 Naam : Jaar en studierichting : Lees volgende aanwijzingen eerst voor het examen te beginnen : Wie de vragen aanneemt en bekijkt, moet minstens 1

Nadere informatie

Examen G0N34 Statistiek

Examen G0N34 Statistiek Naam: Richting: Examen G0N34 Statistiek 7 juni 2010 Enkele richtlijnen : Wie de vragen aanneemt en bekijkt, moet minstens 1 uur blijven zitten. Je mag gebruik maken van een rekenmachine, het formularium

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik Charles Picavet, Linda van der Leest en Cecile Wijsen Rutgers Nisso Groep, mei 2008 Achtergrond Hoewel er veel verschillende anticonceptiemethoden

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht? 2.1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset GEGEVENS154LEERLINGEN. a. Hoe lang is het grootste meisje? En de grootste jongen? b. Welke lengtes komen het meeste voor? c. Is het berekenen van gemiddelden

Nadere informatie

*Inkomende post 3368 %PAGE%

*Inkomende post 3368 %PAGE% studiejaar 2011-2012 Inhoud Irll i i () Afnames studiejaar 201 1-2012 Kandidaten studiejaar 201 1-2012 Trends tot en met studiejaar 201 1-2012 2 3 7 9 pagina 1 / 1 1 Inleiding In deze rapportage zal worden

Nadere informatie

RAPPORT ANALOGIEËNTEST (HOGER NIVEAU)

RAPPORT ANALOGIEËNTEST (HOGER NIVEAU) RAPPORT ANALOGIEËNTEST (HOGER NIVEAU) Respondent: Jill Voorbeeld E- mailadres: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leef tijd: 30 Opleiding sniveau: hbo Verg elijking sg roep: Representatieve steekproef

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

16. Statistische analyse Meldpunt

16. Statistische analyse Meldpunt 16. Statistische analyse Meldpunt Statistische analyse Meldpunt Inleiding In de periode 19 juli 2010 tot en met 16 maart 2012 ontving de commissie zevenhonderdeenenveertig meldingen van seksueel misbruik.

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. 3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. Absolute verandering = Aantal 2004 Aantal 1994 = 1625 3070 = -1445 Relatieve verandering = Nieuw Oud Aantal

Nadere informatie

De resultaten van het eindoordeel over de tevredenheidsonderzoek

De resultaten van het eindoordeel over de tevredenheidsonderzoek 4.2.2 Patiënttevredenheidsonderzoek Wij hebben in 2014 een patiënttevredenheidonderzoek uitgevoerd. Elke patiënt krijgt na behandeling een enquêteformulier. Van alle vragenlijsten hebben wij er 110 ingevuld

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op 5 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief FEBRUARI 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief nieuwe stijl In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod De maandelijkse nieuwsbrief

Nadere informatie

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 1. Iemand kiest geblinddoekt 4 paaseitjes uit een mand met oneindig veel paaseitjes. De helft is melkchocolade, de andere

Nadere informatie

AFKORTINGEN IN TABELLEN

AFKORTINGEN IN TABELLEN VERANTWOORDING Dit document bevat de tabellen waarop het volgende artikel gebaseerd is: Veer, A.J.E. de, Francke, A.L. Verpleegkundigen positief over bevorderen van zelfmanagement. TVZ: Tijdschrift voor

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.4 Oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief NOVEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere Inleiding Al begin 20ste eeuw opende de eerste bioscopen hun deuren in België en midden de jaren twintig van de 20 e eeuw telde België al meer dan 1000 bioscopen (Convents, 2007; Biltereyst & Meers, 2007)

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief OKTOBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie In het schooljaar 2014-2015 is de vernieuwde versie van Veilig leren lezen de kimversie

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Onderzoek. B-cluster BBB-OND2B.2

Onderzoek. B-cluster BBB-OND2B.2 Onderzoek B-cluster BBB-OND2B.2 Succes met leren Leuk dat je onze bundels hebt gedownload. Met deze bundels hopen we dat het leren een stuk makkelijker wordt. We proberen de beste samenvattingen voor jou

Nadere informatie

Medewerkersonderszoek 2012/2013. Hoofdrapportage MBO branche

Medewerkersonderszoek 2012/2013. Hoofdrapportage MBO branche Medewerkersonderszoek 2012/2013 Hoofdrapportage MBO branche Inleiding Voor u ligt het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) in het bekostigd middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Dit eerste MTO is sectorbreed

Nadere informatie

RAPPORT CIJFERREEKSENTEST (HOGER NIVEAU)

RAPPORT CIJFERREEKSENTEST (HOGER NIVEAU) RAPPORT CIJFERREEKSENTEST (HOGER NIVEAU) Respondent: Jill Voorbeeld E- mailadres: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leef tijd: 30 Opleiding sniveau: hbo Verg elijking sg roep: Representatieve

Nadere informatie

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten Bevraging Management De Vlaamse overheid Resultaten Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 7 3. Algemene tevredenheid p. 8 4. De resultaten per vraag p. 9 5. Informatie open vragen p. 17 2

Nadere informatie

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 1. De onderzoekers van een preventiedienst vermoeden dat werknemers in een bedrijf zonder liften fitter zijn dan werknemers

Nadere informatie

Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding.

Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding. Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding. SPSS is een alom gebruikt, gebruiksvriendelijk statistisch programma dat vele analysemogelijkheden kent. Voor HBO en universitaire

Nadere informatie

RESULTATEN KOTENQUÊTE

RESULTATEN KOTENQUÊTE RESULTATEN KOTENQUÊTE ACADEMIEJAAR 2005-2006 A. Algemeen De enquête werd afgenomen onder studenten van de UGent na de Paasvakantie van het academiejaar 2005-2006. Via de elektronische leeromgeving Minerva

Nadere informatie

RAPPORT CIJFERREEKSENTEST (MIDDELBAAR NIVEAU)

RAPPORT CIJFERREEKSENTEST (MIDDELBAAR NIVEAU) RAPPORT CIJFERREEKSENTEST (MIDDELBAAR NIVEAU) Respondent: Jill van Reem ( voorbeeld) E- mailadres: voorbeeld@testing talents.nl Geslacht: vrouw Leef tijd: 30 Opleiding sniveau: wo Verg elijking sg roep:

Nadere informatie

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN / Archief cijfers PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Personeel in Vlaamse Ziekenhuizen 1/20 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op januari

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2012

Correctievoorschrift VWO 2012 Correctievoorschrift VWO 0 tijdvak wiskunde C (pilot) Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels

Nadere informatie

Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt

Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt Hans Vermeersch(*) en Pieter De Pauw(**) (*) Expertisecentrum Sociale Innovatie,

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk

Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk TECHNISCH RAPPORT 3 december 2018 Universiteit Gent Leerstoel NN Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen werk en de algemene

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief SEPTEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Smartphonegebruik in de auto

Smartphonegebruik in de auto Samenvatting Onderzoeksrapport Smartphonegebruik in de auto Juli 2014 1 Onderzoeksopzet Methode Doelgroep: beginnende bestuurders auto in de leeftijd 17 tot en met 34 jaar; Doelgroep is afgezet tegenover

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correctievoorschrift VWO 2009 tijdvak 2 wiskunde A,2 Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY. april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk.

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY. april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl Inhoudsopgave Inleiding 3 Samenvatting 5 Onderzoeksvariabelen

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

Statistische variabelen. formuleblad

Statistische variabelen. formuleblad Statistische variabelen formuleblad 0. voorkennis Soorten variabelen Discreet of continu Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht. Bij een discrete

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel VWO wiskunde A 009-II Vraag Antwoord Scores Zeemonsters maximumscore 3 P(895) = 85 P(995) = 9 Er zijn 3 soorten ontdekt maximumscore ( t 767) 6 (6t 76657) P'( t) = ( t 767) 069 P'( t)

Nadere informatie

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1 Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1 1 Onderwerpen van de lessenserie: De Normale Verdeling Nul- en Alternatieve-hypothese ( - en -fout) Steekproeven Statistisch toetsen Grafisch

Nadere informatie

DEEL 3. Hoofdstuk 7: MICTIVO3 versus MICTIVO1 en MICTIVO2

DEEL 3. Hoofdstuk 7: MICTIVO3 versus MICTIVO1 en MICTIVO2 DEEL 3 7 Hoofdstuk 7: MICTIVO3 versus MICTIVO1 en MICTIVO2 1. INLEIDING In dit hoofdstuk wordt er teruggekoppeld naar de resultaten van de eerste afname van MICTIVO tijdens het schooljaar 2007-2008 en

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²: Vlaamse Patiënten Peiling

Vlaams Indicatoren Project VIP²: Vlaamse Patiënten Peiling Vlaams Indicatoren Project VIP²: Vlaamse Patiënten Peiling Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1

Nadere informatie

uitwerkingen voorbeeldexamenopgaven statistiek wiskunde A havo

uitwerkingen voorbeeldexamenopgaven statistiek wiskunde A havo uitwerkingen voorbeeldexamenopgaven statistiek wiskunde A havo uitwerkingen voorbeeldexamenopgaven statistiek wiskunde A havo - 5-6-205 lees verder Kijkcijfers maximumscore 4 Het toepassen van de formule

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief DECEMBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Beschrijvende statistiek

Beschrijvende statistiek Beschrijvende statistiek Beschrijvende en toetsende statistiek Beschrijvend Samenvatting van gegevens in de steekproef van onderzochte personen (gemiddelde, de standaarddeviatie, tabel, grafiek) Toetsend

Nadere informatie

LEZERSONDERZOEK Gemengde Branche INHOUDSOPGAVE

LEZERSONDERZOEK Gemengde Branche INHOUDSOPGAVE LEZERSONDERZOEK Gemengde Branche INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 2 2. RESPONDENTEN... 3 3. LEESFREQUENTIE RUBRIEKEN... 3 3.1 Gebra-nieuws... 3 3.2 Personeel & Organisatie... 4 3.3 Thesis... 4 3.4 Favoriete

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009 EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I 30 januari 2009 - Dit tentamen bestaat uit vier opgaven onderverdeeld in totaal 2 subvragen. - Geef bij het beantwoorden van de vragen een zo volledig mogelijk antwoord.

Nadere informatie