Telefoonnummer: mevrouw E. Pelgrom (MKW secretariaatsservices)

Transcriptie

1 Verslag vergadering Cluster Ruimte Vergaderdatum: 12 mei 2011 Plaats: raadzaal, Stadhuis Tijd: uur tot uur Voorzitter: de heer W.J. van Es Raadsgriffier: mevrouw M. de Greef Telefoonnummer: Notulist: mevrouw E. Pelgrom (MKW secretariaatsservices) Aanwezig: Tevens aanwezig: de heer I. Abgij (SP) de heer P.J. Bekker (D66) de heer D.R. Brand (VVD) de heer J.H. Lappee (GroenLinks) de heer A.M.C. Lely (PvdA) de heer C. Lemstra (PvdA) de heer P.J. Rehatta (GroenLinks) de heer N. Slob (LDIJ) de heer E. Tas (CDA) de heer H.C.V. Veldhuijsen (VVD) de heer J.W.M. de Wit (CDA) de heer L. Wobma (ChristenUnie) wethouder F.J.L.M. Cremer wethouder M.G.M. de Jong wethouder R.G. de Vries de heer B. Hoenselaar (agendapunt 4) de heren B. Rietveld, B. Murk en W. van Sijl (agendapunt 6) de heer Visser (agendapunt 4) 1. Inventarisatie thema's en sprekersplein en bepalen orde van dienst De voorzitter opent de vergadering om uur en heet de aanwezigen welkom. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Vaststellen verslagen Verslag openbare vergadering cluster Ruimte van 31 maart 2011 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Verslag besloten vergadering cluster Ruimte van 3 februari 2011 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Lijst van ingekomen stukken cluster Ruimte van 12 mei 2011 Stuk 1: Het betreft een algemene brief aan de gemeenten over de toekomst van het recreatieschap. Inmiddels is ook een brief aan de cluster gestuurd over de toekomst van het recreatieschap. De brief staat echter nog niet op de lijst van ingekomen stukken. Daarom wordt hij behandeld in de volgende clustervergadering. Stuk 2: De wethouder zegt toe de brief volgende week uit te zullen sturen. Stuk 4: Het stuk is inmiddels afgedaan. Voor het overige wordt de lijst van ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. 1

2 4. Aandachtspuntenlijst april 2011 De voorzitter zegt dat een aantal gasten zal inspreken bij punten op de aandachtspuntenlijst. Aandachtspunt 3 De heer Hoenselaar werkt als vrijwilliger bij het Voedseldepot. Het depot bestaat vijf jaar en is nu drie jaar op zijn huidige locatie gevestigd. Het voedseldepot voorziet ongeveer vijftig huishoudens per week van de belangrijkste levensmiddelen. Per 1 augustus 2011 is de huidige locatie niet langer beschikbaar. Spreker heeft het college al meermalen uitgenodigd voor een bezoek. Ook heeft de voedselbank al meerdere keren verzocht om duidelijkheid over een nieuwe locatie en daarvoor heeft hij ook een aantal suggesties gedaan. De organisatie heeft een ruimte van minimaal 100 m² nodig. Wethouder De Jong gaf al eens aan dat de verhuizing van de kringloopwinkel en de voedselbank in gezamenlijkheid moet worden bezien. Het Voedseldepot is een onafhankelijke stichting. De gemeente spant zich in voor het vinden van een nieuwe locatie, maar financiële overwegingen spelen daarbij een grote rol. Voorlopig is de insteek om voor het Voedseldepot een beperkte ruimte te creëren bij de kringloopwinkel. De gemeente gaat ervan uit dat tijdig een goed onderkomen beschikbaar is voor beide organisaties en ook dat de ruimte die vrijkomt groot genoeg is. Op verzoek van de cluster zegt spreker toe overleg te zullen plegen met de heer Hoenselaar. De resultaten van deze bespreking zal hij terugkoppelen aan de cluster. Aandachtspunt 4 De notitie wordt in de volgende raadscyclus besproken. Aandachtspunt 5 De heer Visser is teleurgesteld over de voortgang van dit punt. De cluster sprak in januari 2011 al over de overlast en in februari 2011 ging spreker samen met de heer Van Reken in gesprek met een ambtenaar over een plan van aanpak. In dit plan konden beide heren zich goed vinden. Helaas is vervolgens geen enkele actie ondernomen. Bovendien werd een vervolgbijeenkomst gepland tijdens zijn vakantie. Nu is eind mei 2011 een nieuwe afspraak gemaakt. Spreker hoopt dat dan knopen worden doorgehakt, want de overlast op het plein bij Schonauwen is ernstig. Wethouder De Jong betreurt het dat door een communicatiefout een bijeenkomst werd belegd op een ongelegen moment. Hij neemt zich voor eind mei 2011 knopen door te hakken. Aandachtspunt 8 Wethouder Cremer deelt mee dat de ontwikkeling van Rijnenburg in verband met de economische crisis tijdelijk is stilgezet. Daarmee is ook de ontwikkeling van het recreatiegebied ten noorden van de IJsseldijk uitgesteld. Om dezelfde reden heeft het college de verdere ontwikkeling van het bestemmingsplan Groot Groengebied gepauzeerd. Indieners van zienswijzen zijn hierover al geïnformeerd. Veel is nog onduidelijk. DLG overweegt of en welke aankopen in het gebied nog kunnen worden teruggedraaid. Voor de familie Heijdra is dat waarschijnlijk niet meer mogelijk, omdat voor het bedrijf al een nieuwe locatie is aangekocht. Op dit moment vindt intensief overleg plaats met provincie en recreatieschap. Zodra er nieuws is, wordt de cluster daarover geïnformeerd. De voorzitter zegt dat aandachtspunt 8 wordt geschrapt. Op een ander moment wordt gesproken over de verplaatsing van het bedrijf van Heijdra. Ook aandachtspunt 9 wordt geschrapt. Alleen aandachtspunten 1, 2, 6 en 7 blijven staan. 5. Discussie over het waardevolle bomenbestand in IJsselstein en mogelijke kap De heer Lappee licht toe dat de voorstelnotitie Lijst monumentale bomen en lijst bijzondere bomen met toekomst mede is opgesteld naar aanleiding van het inspreken van de heer Van Orsouw in januari Bovendien sluit ze aan bij een passage over het onderhoud van bomen in het Groenstructuurplan. Bij het opstellen van de notitie heeft GroenLinks geput uit vergelijkbare documenten van andere gemeenten. Het bomenfonds is bedoeld om duidelijk te laten zien welke middelen worden besteed aan het onderhoud van bomen. 2

3 De heer Bekker vindt dat de gemeente moet voorkomen dat bomen op het laatste moment geadopteerd worden om kap tegen te houden. In bijzondere gevallen moet het mogelijk blijven om monumentale bomen toch te kappen. De beleidscriteria moeten zo objectief mogelijk zijn en de lijst mag niet te lang worden. De heer Brand vindt een bomenfonds overbodig. Liever ziet hij dat middelen voor onderhoud in de begroting worden opgenomen. De heer Abgij steunt het stuk. Wel wil hij weten of monumentale bomen aan een leeftijdscriterium moeten voldoen. De heer De Wit vindt dat de raad voor het behoud en onderhoud van bomen vertrouwen moeten hebben in het college. Er zijn al veel beperkingen voor het kappen van bomen. Het CDA vindt de lijst overbodig. De heer Slob steunt het voorstel. Wel vindt hij de formulering dat een kapvergunning voor bomen op de lijst alleen in het uiterste geval wordt verleend wat streng. Burgers moeten invloed hebben op eventuele kap van bomen in hun omgeving. De heer Wobma steunt het stuk. Hij vraagt zich af hoe de commissie die de lijsten opstelt, wordt samengesteld. De heer Lely vindt dat beeldbepalende bomen deel zouden moeten uitmaken van het Beeldkwaliteitplan. Hij waardeert het stuk, maar vindt het belangrijk dat er ruimte blijft voor flexibiliteit. Vermoedelijk komen bij de bespreking van het Beeldkwaliteitplan veel details aan de orde. De heer Veldhuijsen vraagt zich af of de lijst per se een formele status moet hebben. Bomen op de lijst krijgen hoe dan ook een zeker aanzien. Wethouder De Jong vindt dat de uniciteit van bomen wordt bepaald door de omgeving waarin ze staan. Omdat ruimte altijd een integrale benadering verdient, is hij geen voorstander van een lijst met specifieke bomen. Bovendien geeft onderhoud en inventarisatie van lijsten extra bestuurlijke drukte. Zoals afgesproken wordt het bomenbeleid meegenomen in het Beeldkwaliteitplan. Dit plan maakt een integrale benadering mogelijk en zal gelden als een objectieve meetlat waaraan diverse kwesties kunnen worden getoetst. De heer Lappee vindt dat leeftijd niet per se een rol speelt bij de vraag hoe beeldbepalend een boom is. Het gaat bij het voorstel niet om vertrouwen in het college of een gebrek daaraan. Er is immers ook een monumentenlijst. Een bomenlijst kan objectief worden opgesteld en geldt dan als helder toetsingsinstrument. GroenLinks wacht af wat in het Beeldkwaliteitplan over bomen staat en dient dan mogelijk alsnog een initiatiefvoorstel in over de status van monumentale bomen. 6. Bespreking deskundigendocumentatie Kasteeltoren De heer Rietveld is voorzitter van de Historische Kring IJsselstein (HKIJ). De stichting houdt zich al twintig jaar bezig met de ruimte rondom het kasteel. Ze heeft zich altijd sterk ingezet voor behoud van de karakteristieke kenmerken van het gebied en voor een snelle ontwikkeling van een visie. Spreker put uit een presentatie uit 2008 om de cluster inzicht te geven in de cultuurhistorische ruimte rondom het kasteel. Lange tijd zijn kasteelgebied, kloostergebied en binnenstad zeer herkenbaar gebleven in de gemeente IJsselstein. Helaas zijn de contouren van deze afzonderlijke gebieden in deze tijd onzichtbaar geworden. Klooster- en kasteelgebied maken inmiddels deel uit van de binnenstad. De HKIJ pleit voor herstel van de verbinding tussen de twee gebieden en de binnenstad. Daarom moet er na sloop van de twee flats in het kloostergebied geen nieuwbouw plaatsvinden. De gebieden dienen beide te worden aangemerkt als archeologisch rijksmonument. Voor een nieuwe visie kan de gemeente inspiratie putten uit de artist impression voor het gebied zoals BB en W die in 1998 presenteerde. Toen werden nog parkeerplaatsen ingetekend in het gebied, omdat de parkeerdruk erg hoog was. Inmiddels zijn daarvoor andere oplossingen bedacht. De parkeerplaatsen kunnen daarom achterwege blijven. De HKIJ heeft de clusterleden al voorzien van een boekje over de achtergrond van het kasteel en het klooster. Na afloop van de vergadering zal de heer Rietveld bovendien de volledige presentatie uit 2008 beschikbaar stellen. 3

4 De heer Murk spreekt namens BB en W. BB en W bestaat uit Bart Rietveld, Bert Murk en Wim van Sijl. Het beschouwt zichzelf als onafhankelijk adviesorgaan van het college. Sinds de sloop van de kleuterschool zijn vele suggesties gedaan voor de invulling van het terrein bij de kasteeltoren, maar nog steeds is er geen visie. De pers heeft in de loop der jaren veel aandacht aan het onderwerp besteed. Bouwplannen waren vaak omstreden. In 1998 presenteerde BB en W een artist impression, die nu opnieuw aan de cluster wordt getoond. Het plan geldt volgens BB en W nog steeds als waardevolle suggestie voor de invulling van het gebied. De historische beleving moet bij de invulling centraal staan. Er dient een archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van dit onderzoek kan het terrein waarop het voormalige kasteel gestaan heeft, gemarkeerd worden. BB en W is tegen herbouw van het kasteel. Spreker prijst wethouder Van Doesburg, die besloot het Vitrasgebouw aan te kopen. Het is goed dat dit nu gesloopt wordt. BB en W vindt een gefaseerde realisatie acceptabel, maar vindt dat nu snel een visie moet worden opgesteld. Meer vertraging is onaanvaardbaar. De heer Veldhuijsen vindt eveneens dat haast geboden is. Bij de sloop van het paviljoen van Isselwaerde moet duidelijk zijn hoe het gebied wordt ingevuld en hoe deze invulling gefinancierd wordt. VVD stelt voor om een groep samen te stellen die een plan van aanpak opstelt om tot een visie te komen. Een aantal adviezen uit de samenleving kunnen helpen bij het bepalen van de denkrichting. De heren Bekker, De Wit, Lemstra en Lappee sluiten graag bij deze groep aan. De voorzitter vraagt de heer Veldhuijsen de cluster op de hoogte te houden van de vorderingen van de zojuist samengestelde groep. Dit punt wordt opgenomen in de aandachtspuntenlijst. 7. Conceptraadsvoorstel tot het vaststellen van de Bouwverordening, 13 e wijziging onder invloed van WABO Het conceptvoorstel gaat als hamerstuk naar de raad. 8. Conceptraadsvoorstel tot instemmen met de brief aan het Dagelijks Bestuur van Bestuur Regio Utrecht als reactie op het conceptregiodocument BRU t.b.v. de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Het conceptvoorstel gaat als hamerstuk naar de raad. 9. Conceptraadsvoorstel tot het vaststellen van de Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven gemeente IJsselstein De heer Tas denkt dat het verstandig is om alvast te kijken of er ook initiatieven in andere wijken zijn voor het geval IJsselveld-Oost niet alle middelen opmaakt. Hij stelt voor een format te maken voor de indiening van voorstellen. De heer Bekker vraagt of het initiatiefvoorstel aansluit bij het rijksmodel. De heer Lely vraagt wanneer de verordening van kracht wordt en hoe men daarvan op de hoogte wordt gesteld. Wethouder De Jong zegt dat inderdaad geput is uit de standaardregeling van het ministerie van WWI. Hij vindt het een goed idee om alvast te kijken naar initiatieven buiten de aangewezen wijk. Eerst wil hij echter afwachten hoeveel initiatieven er uit deze wijk komen. Hij zal ervoor zorgen dat alle burgers goed op de hoogte zijn van de start van de verordening. De insteek is dat de actie laagdrempelig is. Daarom is niet gekozen voor een format. Wel bevat de verordening een aantal voorwaarden. Enthousiasme is in dit geval even belangrijk als de kwaliteit van de presentatie. De voorzitter concludeert dat het conceptvoorstel als hamerstuk naar de raad gaat. 10. Startnotitie van het CDA m.b.t. het opruimen van zwerfafval 4

5 De heer De Wit zegt dat hondenpoep en zwerfafval in IJsselstein de belangrijkste ergernissen zijn. Het CDA doet met de startnotitie een creatief en kostenneutraal voorstel als oplossing voor het zwerfafval. Insteek is dat goed gedrag beloond wordt. De heer Bekker zegt dat D66 initiatieven over zwerfafval van harte ondersteunt. Alle doelgroepen moeten daarbij betrokken worden. Wellicht kan voor ideeën over het voorkomen van zwerfvuil een prijsvraag worden uitgeschreven. De heer De Wit roept de lokale media op aandacht aan het onderwerp te besteden. Het is goed om instellingen en burgers die zich inzetten op een bepaalde manier te eren of complimenteren. De heer Abgij vindt dat burgers in ieder geval in de gelegenheid moeten worden gesteld vuil op te ruimen. Prullenbakken moeten daarom vaak genoeg geleegd worden. Hij suggereert dat voor de jeugd een themadag over zwerfafval georganiseerd kan worden. De politie zou in een bepaalde periode extra aandacht kunnen schenken aan vervuiling. De heer Lely steunt het idee om scholen de ruimte rondom het gebouw te laten adopteren. Hij zou graag spreken over manieren om dit voorstel te implementeren. De verhoging van de tarieven, zoals voorgesteld onder punt 4 van de notitie, vindt hij erg ver gaan. Het initiatief moet altijd van burgers uitgaan. De heer Slob denkt dat een kleine beloning voor de inspanning van scholen stimulerend kan werken. De heer Veldhuijsen vindt net als de heer Lely dat het initiatief van burgers moet uitgaan. Hij is benieuwd wat scholen vinden van het voorstel onder punt 2. De heer Lappee zegt dat in het verleden de knijperestafette werd georganiseerd. Ook daarvoor was een vergoeding beschikbaar en die werkte stimulerend. Hij vindt het goed om het initiatief aan wijkbewoners te laten. Het gaat echter om gedrag dat veranderd moet worden. Dat is niet eenvoudig. Spreker denkt dat uitgaan van het initiatief van bewoners alleen onvoldoende is. De heer Wobma denkt dat handhaving altijd een rol speelt bij gedragsverandering en bewustwording. Wethouder De Jong zegt dat in 2009 is gesproken over de integrale benadering van zwerfvuil. Er zijn landelijke afspraken met de verpakkingsindustrie. Bij het thema spelen gedrag en handhaving beide een rol. Helaas is het zo dat vuil ook vuil aantrekt. Bewonersgroepen en bedrijven worden daarom op dit moment al benaderd om een bijdrage te leveren. Spreker zal nadenken over manieren om scholen bij het onderwerp te betrekken en zal daarover overleggen. Ook kan verder worden gedacht over manieren om goed gedrag en waardevolle initiatieven te belonen. In de komende weken worden in IJsselveld-Oost nieuwe ondergrondse containers geplaatst. Het college onderzoekt hoe met bewoners afspraken kunnen worden gemaakt om ervoor te zorgen dat vuil zo veel mogelijk in de nieuwe containers wordt gedeponeerd. De heer De Wit spreekt graag nog eens over het onderwerp. Het is belangrijk dat de suggesties die nu gedaan zijn niet verloren gaan. Het CDA komt in de toekomst opnieuw met een voorstel. 11. Terugkoppeling verbonden partijen Welstand en Monumenten Midden-Nederland Wethouder Cremer zegt dat in het kader van deregulering in de volgende raadscyclus een nota zal worden verspreid. Daarin wordt voorgesteld vergunningen te verlenen zonder toetsing door de Welstandscommissie. Het college stelt een pilot voor per 1 september 2011 waarbij een stedenbouwkundige de welstandstoets uitvoert. De resultaten van de pilot worden eind 2011 teruggekoppeld. Ze monden uit in een voorstel tot nadere invulling. BRU Wethouder De Jong meldt dat op 16 mei 2011 in Vianen een bijeenkomst plaatsvindt over bezuinigingen in de regio Utrecht. De bijeenkomst is al schriftelijk aangekondigd. 12. Sluiting 5

6 De voorzitter sluit de vergadering om uur. 6