H8: Rijen en veranderingen H9: Kansverdelingen H10: Differentiëren..9-12
|
|
- Mathijs van de Veen
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Naam: Klas: Oefenmateriaal V5 wiskunde A Voorbereiding op SE-toets 1 INHOUDSOPGAVE H8: Rijen en veranderingen H9: Kansverdelingen H10: Differentiëren..9-12
2 Hoofdstuk 8: Rijen & veranderingen Rekenkundige rij Meetkundige rij Recursieve formule u n = u n 1 + v met u 0 u n = r u n 1 met u 0 Directe formule (met u 0 ) u n = u 0 + v n u n = u 0 r n Directe formule (met u 1 ) u n = u 1 + v (n 1) u n = u 1 r n 1 Functie-notatie Rij-notatie Lineair verband y = ax + b u n = u 0 + v n Exponentieel verband y = b g x of N = b g t u n = u 0 r n Directe formule omzetten naar recursieve formule Stappenplan - Gegeven een directe formule van u n - Stel de formule op van u n 1 - Stel een uitdrukking op van u n u n 1 - Herleid u n u n 1 - Schrijf u n als functie van u n 1 Voorbeeld - u n = 0,5n 2 + 0,5n - u n 1 = 0,5(n 1) 2 + 0,5(n 1) - u n u n 1 = 0,5n 2 + 0,5n [0,5(n 1) 2 + 0,5(n 1)] - u n u n 1 = n - u n = u n 1 + n met u 0 = 0 Opgave 1 Stel van de volgende rijen de recursieve en de directe formule op. a) 48, 51, 54, 57, 60, 63, b) 20, 10, 5; 2,5; 1,25; 0,625; Opgave 2 Gegeven zijn de twee tabellen hieronder. Er is sprake van een lineair verband. Stel de directe formule op bij beide tabellen. n n 3 8 u n u n 15 5 Opgave 3 Gegeven zijn de twee tabellen hieronder. Er is sprake van een exponentieel verband. Stel de directe formule op bij beide tabellen. n n 3 6 u n ,5 20,25 30,375 45,5625 u n Opgave 4 Sasha opent op 1 januari 2015 een spaarrekening en stort er 2200 euro op. De bank geeft een vast rentepercentage van 2% per jaar. a) Stel de recursieve en directe formule op van het bedrag op de spaarrekening. b) Op 1 januari van welk jaar is het bedrag (voor het eerst meer dan) verdubbeld? 1
3 Opgave 5 Stijn doet mee aan een hardloopwedstrijd over 15 km. Hij gebruikt een app op zijn telefoon die na elke kilometer meldt hoelang hij over die kilometer heeft gedaan. De eerste kilometer liep hij in 3 minuten en 55 seconden. Elke kilometer daarna liep hij drie seconden langzamer dan de kilometer daarvoor. a) Stel zowel de recursieve als de directe formule op van de tijd t in seconden waarin Stijn de n e kilometer loopt. b) Hoe lang doet Stijn over de 7 e kilometer? Opgave 6 a) Van een rij u n met een constant verschil is gegeven u 5 = 130 en u 15 = 90. Stel van u n de directe formule op. b) Van een rij u n met een constante factor is gegeven u 3 = 18 en u 8 = Stel van u n de directe formule op. Opgave 7 a) Bereken de 8 e term van de rij u n = n 3 3n + 1. b) Bereken de 6 e term van de rij u n = u n 1 met u 0 = 100. Rond af op 2 decimalen. Opgave 8 Gegeven is de recursieve formule u n = u n met u 0 = 2. De rij u n is ook te noteren met een formule van de vorm u n = 2 + a n. Welk getal is a? Opgave 9 Gegeven is de rij u n = u n 2 + 3u n 1 met u 0 = 2 en u 1 = 5. Bereken u 2 t/m u 8. Opgave 10 Van een rij is u(3) = 16 en u(8) = Neem aan dat u(n) een meetkundige rij is met beginterm u(1). Stel de directe formule van u(n) op. Opgave 11 Stel bij de volgende rijen de directe formule op. a) c(n) = c(n 1) 6 met c(1) = 150 b) F(n + 1) = F(n) + 15 met F(0) = 80 c) b(n) = 1 1 b(n 1) met b(1) = 75 8 d) K n+1 = 0,95 K n met K 0 = 650 e) t n 5 = 1,2 t n 6 met t 1 = 32 Opgave 12 Gegeven is de rij u n = 1023, 1016, 1009, 1002, 995, a) De hoeveelste term van de rij is 246? b) Hoeveel positieve termen heeft de rij? Opgave 13 Van een getallenrij u n is gegeven dat u 2 = 1800, u 5 = en u 9 = Onderzoek of deze termen bij een meetkundige rij kunnen horen. Opgave 14 Bij de termen u 2 = 12 en u 5 = 324 hoort de kwadratische rij van de vorm u n = an 2 + bn. Bereken a en b. 2
4 Opgave 15 Gegeven is de rij k(n) = k(n 1) + n 2 met k(0) = 10. a) Bereken de 12 e term. b) Hoeveel termen liggen tussen 300 en 1500? c) Voor welke n geldt k(n + 1) k(n) = 529. Opgave 16 Zet de directe formule R n = n 2 + n om in een recursieve formule. Opgave 17 Zet de directe formule V n = n2 1 n om in een recursieve formule. 2 Opgave 18 Gegeven zijn de rijen u n = 2n + 7, v n = n 2 + 3, w(n) = 2 n. Bereken. 5 a) u k b) v i c) w(k) k=0 Opgave 19 Schrijf met de sigmanotatie en bereken. a) b) Opgave 20 De Coca-Cola company had in 1995 een omzet van 11,3 miljard dollar. Sindsdien nam de omzet per jaar met 7,4% toe. Bereken de totale omzet in de periode 1995 t/m Rond af op miljarden. Opgave 21 Een fabrikant van transformatoren heeft het verband tussen de dagproductie q en de dagelijkse kosten K in de grafiek hiernaast weergegeven. a) Bereken de helling van lijn AB. b) Bereken K q 5 i=1 op [1000, 3000]. c) Voor welke q is de gemiddelde toename op [0, q] gelijk aan de gemiddelde toename [0, 3000]? Opgave 22 Bij het verloop van het aantal grieppatiënten N in een stad hoort de formule N = 140t 2 5t 3 met de tijd t in dagen. a) Bereken de gemiddelde toename van N in de tweede week. b) Bereken de gemiddelde toename van N op het interval [10, 16]. Opgave 23 Welke soorten van stijgen en dalen van de grafiek van y volgen uit de toenamendiagrammen in figuur hieronder? 4 k=0 3
5 Hoofdstuk 9: Kansverdelingen Met terugleggen Voorbeeld Zonder terugleggen Voorbeeld 6 knikkers 2 Rode 4 Witte 6 knikkers 2 Rode 4 Witte Geen volgorde P(1 rode en 2 witte) = P(1 rode en 2 witte) = ( 3 1 ) P(rww) = ( ) (2 6 ) ( ) ( 2 1 ) (4 2 ) ( 6 3 ) Wel volgorde P(1 rode en daarna 2 witte) = P(rww) = ( ) ( ) P(1 rode en daarna 2 witte) = P(rww) = Normale verdeling (continue toevalsvariabele) Binomiale verdeling (discrete toevalsvariabele) opp = normalcdf(l, R, μ, σ) P(X < g) = P(X g) = normalcdf( 10 99, g, μ, σ) P(X > g) = P(X g) = normalcdf(g, 10 99, μ, σ) g = invnorm(opp L, μ, σ) P(X = k) = ( n k ) pk (1 p) n k P(X = k) = binompdf(n, p, k) P(X < k) = P(X k 1) P(X k) = binomcdf(n, p, k) P(X k) = 1 P(X k 1) E(X) = n p (verwachtingswaarde) σ X = np(1 p) Opgave 1 Bij een loterij zijn vijftig loten verkocht. Er zijn zeven prijzen, namelijk een prijs van 100 euro, twee van 50 euro, vier van 10 euro. Rob heeft drie loten gekocht. Bereken de kans dat Rob a) Minstens één prijs wint b) 100 euro wint c) Minstens 30 euro wint 4
6 Opgave 2 Gemma gooit met vier dobbelstenen. Bereken exact de kans dat de som van de aantallen ogen a) Hoogstens 22 is b) Minstens 7 is Opgave 3 Een fabrikant van cornflakes start een actie om de verkoop te bevorderen. Elk pak bevat een foto van een topsporter. Eén op de vijf foto s is van een voetballer. De familie Fleming koopt elke week zo n pak cornflakes. Bereken de kans dat ze a) In vijf weken geen enkele foto van een voetballer hebben b) In zes weken minstens één foto van een voetballer hebben c) In acht weken precies één foto van een voetballer hebben Opgave 4 Dagelijks rijden veel vrachtwagens met gevaarlijke stoffen over de weg. Van deze vrachtwagens bevat 60% brandbare stoffen en 15% bijtende stoffen. Ga er van uit dat een stof niet zowel brandbaar als bijtend is. Bij een controle wordt op een snelweg tien vrachtwagens aangehouden die gevaarlijke stoffen vervoeren. Bereken de kans dat a) Geen van deze vrachtwagens bijtende stoffen vervoert b) Acht van deze vrachtwagens brandbare stoffen en twee bijtende stoffen vervoeren c) Minstens negen van deze vrachtwagens brandbare stoffen vervoeren. Opgave 5 In een vaas zitten 3 rode en 4 witte knikkers. Er worden één voor één knikkers uit de vaas gehaald totdat er een witte knikker gepakt wordt. X is het aantal knikkers dat gepakt wordt. a) Stel de kansverdeling op van X. b) Bereken E(X) en σ X. Opgave 6 Bij een spel met een dobbelsteen gelden de volgende regels. Je gebruikt een dobbelsteen met op de zijvlakken de cijfers 1, 1, 1, 1, 5, 5. Je gooit drie keer met een dobbelsteen. De uitbetaling is de som van de gegooide cijfers in euro s. De inleg is 8,-. Bereken de verwachtingswaarde van de winst per spel. Opgave 7 Bereken de kans dat je a) Bij 25 worpen met een geldstuk tussen de 10 en 15 keer munt gooit. b) Bij 15 worpen met een dobbelsteen hoogstens tien keer minstens vijf ogen gooit. Opgave 8 In een vaas zitten twaalf rode, acht zwarte en vijf witte knikkers. Sofie pakt twee knikkers uit de vaas en kijkt welke kleur deze knikkers hebben. Sofie voert dit experiment 15 keer uit. Elke keer legt ze de twee gepakte knikkers weer in de vaas terug. Bereken de kans dat Sofie a) Drie keer twee rode knikkers pakt. b) Minstens tien keer precies één zwarte knikker pakt. 5
7 Opgave 9 In een zak snoep zitten nog 4 groene kikkertjes, 5 spekkies en 6 colaflesjes. Eefje pakt één voor één een snoepje uit de zak zonder te kijken. Bereken de kans dat a) Ze bij het opeten van 6 snoepjes alleen colaflesjes pakt b) Ze 3 spekkies en 3 colaflesjes pakt c) Ze eerst 3 spekkies en daarna 3 colaflesjes pakt d) Ze 2 kikkers en 3 spekkies pakt en als laatste een colaflesje Opgave 10 a) Hoeveel procent van de waarnemingsgetallen ligt binnen 1σ van μ (op basis van vuistregels)? b) Hoeveel procent van de waarnemingsgetallen ligt binnen 2σ van μ (op basis van vuistregels)? Opgave 11 Van een bepaald type batterij is de levensduur normaal verdeeld met μ = 85 uur en σ = 280 min. Hoeveel procent van de batterijen voldoet niet aan een levensduur van 78 uur? Opgave 12 Bij een toelatingstest zijn de scores normaal verdeeld met een gemiddelde van 63,2 en een standaardafwijking van 13,2. Op grond van deze test wil men hoogstens 20% van de deelnemers uitnodigen voor een vervolgtest. Vanaf welke gehele score mag je aan de vervolgtest meedoen? Opgave 13 Bij een normale verdeling is μ = Het gebied onder de normaalkromme tussen 2080 en 2320 heeft een oppervlakte van 0,62. Bereken σ in tientallen nauwkeurig. Opgave 14 Een basketbalspeler heeft bij een vrije worp een trefkans van 40%. Hoeveel vrije worpen moet hij minstens nemen om met een kans van meer dan 90% minstens vijf keer te scoren? Opgave 15 Uit een vaas met vier rode en zes witte knikkers pakt Heleen twee knikkers. Vervolgens legt ze de knikkers terug in de vaas. Hoeveel keer moet Heleen zo n greep van twee knikkers doen, opdat de kans op minstens drie keer twee witte knikkers groter is dan 0,95? Opgave 16 (zie bijlage) In de tabel is van een aantal schelpen van de soort Polymita Picta de breedte gegeven. a) Onderzoek met het normaalwaarschijnlijkheidspapier of de breedte bij benadering normaal verdeeld is. b) Geef een schatting van μ en σ. breedte in mm frequentie 17,5 -< 18,5 3 18,5 -< 19,5 5 19,5 -< 20, ,5 -< 21, ,5 -< 22, ,5 -< 23, ,5 -< 24, ,5 -< 25,5 4 Opgave 17 Bij een reisorganisatie weet met uit ervaring dat de kans dat een volledig verzorgde reis naar Malta wordt geannuleerd, gelijk is aan 0,08. De reisorganisatie speelt hier op in door meer van deze reizen te verkopen dan de 1250 beschikbare reizen. a) Neem aan dat er 1350 reizen naar Malta verkocht zijn. Bereken de kans dat het aantal ingekochte reizen toch voldoende is. b) Neem aan dat er 1300 reizen naar Malta verkocht zijn. Bereken de kans dat het aantal annuleringen minder dan één standaardafwijking van het verwachte aantal annuleringen afligt. 6
8 Opgave 18 Een machine vult pakken hagelslag. Het vulgewicht is normaal verdeeld met een gemiddelde van 130 gram en een standaardafwijking van 5 gram. Bereken de kans dat in een steekproef van 50 pakken hagelslag a) Er hoogstens vier minder dan 125 gram bevatten b) Er precies acht meer dan 132 gram bevatten. Opgave 19 a) Van een binomiale toevalsvariabele X is E(X) = 80 en σ X = 8. Bereken n en p. b) Van een binomiale toevalsvariabele Y met n = 1600 is σ Y = 12. Bereken p. Opgave 20 Uit onderzoek is bekend dat het kopergehalte van messing sierkannetjes van fabrikant zomerhuis normaal verdeeld is met een gemiddelde van 68%. Per 100 kannetjes zijn er 9 met een kopergehalte van meer dan 70%. Hieruit volgt dat de standaardafwijking in één decimaal nauwkeurig gelijk is aan 1,5%. a) Bereken de standaardafwijking in twee decimalen nauwkeurig. b) De kannetjes met een kopergehalte van minder dan 65,5% worden uit de handel genomen. Hoeveel zijn dat er naar verwachting bij een productie van 500 stuks? Opgave 21 In veel casino s in Las Vegas wordt het Keno-spel gespeeld. Om mee te spelen koop je voor 1 dollar een kaart waarop de getallen 1 tot en met 80 staan. Je mag op deze kaart maximaal 15 getallen aankruisen. Nadat de spelers hun kaart hebben ingeleverd worden 20 balletjes gepakt uit een bak met 80 balletjes waarop de getallen 1 tot en met 80 staan. De aangekruiste getallen worden vervolgens vergeleken met de getallen op de getrokken balletjes. Afhankelijk van het aantal aangekruiste getallen heb je kans op een prijs. Zo krijg je $3,- als je één getal hebt aangekruist en dit getal bij de getrokken balletjes voorkomt. Heb je twee getallen aangekruist en komen deze getallen voor bij de getrokken balletjes, dan ontvang je $12,-. Heb je drie getallen aangekruist, dan zijn er twee mogelijkheden: je ontvangt $1,- als twee getallen overeenstemmen en je ontvangt $43,- als alle drie de getallen overeenstemmen. a) Bij het aankruisen van drie getallen krijg je je dollar terug als twee van de drie getallen overeenstemmen. De kans hierop is ongeveer 0,139. Bereken deze kans op vier decimalen. b) Bereken in dollarcenten nauwkeurig de verwachtingswaarde en de standaardafwijking van de winst per spel als je drie getallen aankruist. c) Bereken in dollarcenten nauwkeurig de verwachtingswaarde van de winst per spel als je twee getallen aankruist. Opgave 22 Bij bakker Bolhuis kun je gewone oliebollen en oliebollen met krenten kopen. Door een goede balans tussen baktijd en baktemperatuur bakt Bolhuis bollen die niet al te vet zijn. Het vetpercentage van de gewone oliebollen is normaal verdeeld met een gemiddelde van 7,3% en een standaardafwijking van 2,2%. Victor koopt bij Bolhuis een zak met tien gewone oliebollen. a) Bereken de kans dat hij meer dan vier bollen met een vetpercentage van meer dan 8% krijgt. Ook het vetpercentage van de oliebollen met krenten is normaal verdeeld. Het gemiddelde vetpercentage is 6,9%. Van elke 50 oliebollen met krenten hebben er twaalf een vetpercentage boven 8%. b) Bereken de standaardafwijking in één decimaal nauwkeurig. 7
9 Bijlage bij opgave 16 (hoofdstuk 9) 99,99 0,01 99,95 99,9 99,8 0,05 0,1 0,2 99,5 99 0, , ,5 0,2 0,1 0,05 99,8 99,9 99,95 0,01 99,99 8
10 H10: Differentiëren Rekenregels voor machten Rekenregels voor het differentiëren Machten Voorbeeld Functie Afgeleide functie 1 a p a q = a p+q a 6 a 2 = a 8 1 f(x) = ax n f (x) = nax n 1 2 a p : a q = a p q a 6 : a 2 = a 4 2 f(x) = g(x) + h(x) f (x) = g (x) + h (x) 3 (a p ) q = a pq (a 6 ) 2 = a 12 3 f(x) = g(x) h(x) f (x) = g (x) h(x) + g(x) h (x) 4 (ab) p = a p b p (ab) 6 = a 6 b 6 4 f(x) = t(x) n(x) f (x) = n(x) t (x) t(x) n (x) (n(x)) 2 5 a p = 1 a p a 6 = 1 a 6 5 f(x) = g(h(x)) f (x) = g (h(x)) h (x) 6 a p q q = a p a = a 5 Speciale gevallen 7 a 1 = 1 a 8 a 0 = 1 9 a 1 2 = a Opgave 1 Schrijf als macht van x. 5 a) x 4 b) 2 x 3 c) x 3 x d) (x 3 ) 2 e) f) 1 4 x 3 x x 2,4 x 1 x 1,7 Opgave 2 Schrijf in de vorm y = ax n. a) y = 5x x b) y = x c) y = x 5 x2 d) y = 70x (2 x) 3 e) y = 15x 1,8 5x 0,9 f) y = 1,8x 1,7 (5x 2,6 ) 2 Opgave 3 Gegeven is de formule s = 8 5 t+2. Hierin is s de afgelegde afstand in meters na t seconden. Benader in m/s de snelheid op t = 1. Neem t = 0,01 en rond af op twee decimalen. 9
11 Opgave 4 Bij betaald voetbal moeten scheidsrechters een goede conditie hebben. Voordat het seizoen begint, moeten ze een coopertest doet op het KNVB-sportcentrum. In 12 minuten moeten ze minstens 2700 meter afleggen. In figuur 10,8 zijn de grafieken getekend van de coopertests van de scheidsrechters Kuipers en Nijhuis. a) Wat kun je zeggen van de snelheid van Kuipers? Hoeveel km/uur is zijn snelheid? b) Omschrijf de manier waarop Nijhuis zijn coopertest heeft opgebouwd. c) Schat de snelheid in km/uur van Nijhuis 7 minuten na de start. d) Welke snelheid heeft Nijhuis na 12 minuten? e) Op welk moment lopen Kuipers en Nijhuis even hard? f) Waarom vindt de KNVB dat de snelheid van Nijhuis onvoldoende is? Opgave 5 Frank wordt getroffen door griep. Zijn lichaamstemperatuur wordt gegeven door de formule T = t. t T is de temperatuur in en t de tijd in uren met t = 0 op 1 mei om 12:00 uur en 0 t 100. a) Met welke snelheid neemt de temperatuur van Frank toe op 1 mei 17:30 uur? b) Met welke snelheid neemt de temperatuur van Frank af op 2 mei om 8:00 uur? c) Hoeveel is de maximale lichaamstemperatuur van Frank? Op welke dag en hoe laat is de griep op zijn hoogtepunt? d) Hoe lang is de lichaamstemperatuur boven 39? Opgave 6 Gegeven is de formule y = 3 x + 4. a) Stel de formule op van de raaklijn k in het punt P en x P = 5. b) Stel de formule op van de raaklijn m in het snijpunt R van de grafiek met de y-as. Opgave 7 Gegeven is de functie f(x) = x 2 4x. a) Plot de grafiek van f en haar hellingsfunctie. b) De hellingsgrafiek is een lijn. Hierbij hoort de formule y = ax + b. Wat zijn de getallen a en b? Opgave 8 a) In de figuur hiernaast zie je de grafiek van f. Schets de hellinsgrafiek van f. b) In de figuur hiernaast zie je de hellingsgrafiek van g. Schets een mogelijke grafiek van g. 10
12 Opgave 9 Differentieer. a) f(x) = 17 b) g(x) = x c) h(x) = 2x 7 3x 5 + 3,4 d) i(x) = 0,006x 4 + 0,2x 3 (x 5) 8 e) j(x) = (3x + 6) 2 8x Opgave 10 Gegeven zijn de formules y = 7x 4 a 3, R = q 3 5pq en B = a 3 3t 2. Bereken. a) dy dx b) dy da dr c) dq d) dr dp e) f) db dt db da Opgave 11 De maandelijkse winst van een bedrijf is gegeven door de formule W = aq q3. Hierin is W in honderden euro s en q de maandproductie in honderdtallen. De positieve constante a is afhankelijk van het economisch perspectief en kan per maand verschillen. a) Bereken algebraïsch de maximale winst per maand in het geval a = 4. b) Toon met de afgeleide aan dat W maximaal is voor q = 4a. c) Toon aan dat W max = a3. Opgave 12 Differentieer. a) f(x) = 6 x 3 + 6x3 4 b) g(t) = 12t t c) l(p) = p 2p 2 d) h(x) = 3x x 2 x Opgave 13 Gegeven is de grafiek van y = 8 16 x + 24 x 2. a) Bereken algebraïsch de coördinaten van de top A. b) Op de grafiek ligt een punt B waarin de snelheid waarmee y toeneemt maximaal is. Bereken de coördinaten van B en rond zo nodig af op twee decimalen. Opgave 14 Bereken de afgeleide. a) f(x) = 2(3x 2 4x) 5 b) g(x) = x + 2 c) h(x) = 4x+x3 8x
13 Opgave 15 Bereken de afgeleide. a) f(x) = 6x + x 4 + 0,3x b) g(x) = 6x x 4 + 0,3x c) h(x) = 4x 3 2x 3 x+7 d) N = ( 2t t 1 )4 Opgave 16 Een fabrikant gaat uit van de prijs-afzetformule p = q. Hierbij is p de prijs in euro s en q de dagverkoop met 10 < q < 500. a) Bereken algebraïsch met welke snelheid de prijs afneemt bij een verkoop van 250 stuks. Bij de prijs-afzetformule hoort de opbrengstfunctie R = 12500q 2 25q 3. b) Bereken m.b.v. de afgeleide voor welke q de opbrengst maximaal is. Rond af op gehelen. Opgave 17 Gegeven is de functie f(x) = (x 2 9)(x 1). De grafiek van f snijdt de x-as van links naar rechts in de punten P, Q en R. a) Onderzoek m.b.v. de afgeleide of de helling in P gelijk is aan de helling in R. b) De lijn k raakt de grafiek van f in het punt Q. Stel algebraïsch de formule op van k. c) De grafiek van f snijdt de y-as in het punt B. Stel algebraïsch de raaklijn m op in het punt B. 12
14 Antwoorden hoofdstuk 8 1a u n = u n met u 0 = 48 u n = n miljard 1b u n = 1 u 2 n 1 met u 0 = 20 21a 4 u n = 20 ( )n 2 u n = 3 + 4n 21b 1 4 u n = 21 2n 3 u n = 4 1,5 n 21c 5500 u n = ,5 n 4a u n = 1,02 u n 1 met u 0 = a 1225 u n = ,02 n 4b b a 5b t n = t n met t 1 = 235 t n = n 253 sec. (of 4 min. 13 sec.) 23a I constant dalend II afnemend stijgend III afnemend dalend 6a u n = 150 4n IV toenemend dalend 6b u n = 2 3 3n 7a 323 7b 11, , 56, 183, 611, 2018, 6665, u(n) = 4 n 1 11a c n = 156 6n 11b F n = n 11c b n = (11 8 )n 11d 11e K n = 650 0,95 n t n = ,2n 12a b Nee 14 a = 19,6 b = 33,2 15a b 6 15c R n = R n 1 + 2n met R 0 = 0 17 V n = V n 1 + 3n 2 met V 0 = 0 18a 72 18b 70 18c 31 19a 25 (1 + 4k) 19b k= ( 1 2 )k k=
15 Antwoorden hoofdstuk 9 1a 0,370 22a 0,306 1b 0,048 22b 1,6% 1c 0,173 2a 1291/1296 2b 427/432 3a 0,328 3b 0,738 3c 0,336 4a 0,197 4b 0,017 4c 0,046 5a x P(X = x) 4/7 2/7 4/35 1/35 5b E(X) = 1,6 σ X = 0,8 6 1 euro 7a 0,576 7b 0,998 8a 0,246 8b 0,081 9a 0,0002 9b 0,040 9c 0,002 9d 0,012 10a 68% 10b 95% 11 6,7% a Ja, bij benadering normaal verdeeld 16b μ 21,9 σ 1,8 17a 0,802 17b 0,669 18a 0,085 18b 0,002 19a n = 400 p = 0,2 19b p = 0,1 of p = 0,9 20a 1,49% 20b 23 21a 0, b 0, c E(X) 0,26 dollar σ W 5,05 dollar 14
16 Antwoorden hoofdstuk 10 1a x a 28x 3 1b 2x 3 10b 3a 2 1c x c 3q 2 5p 1d x 4,3 10d 5q 1e x e 6t 1f x 1,9 10f 3a 2 2a y = 5x a 341,33 2b y = 3x b d.m.v. afgeleide = 0 krijg je q = 4a 2c y = 15x c d.m.v. antwoord van vraag 11b invullen in W 2d y = 35 4 x a f (x) = 18 x x2 2e y = 3x 2,7 4 12b g (t) = 15 t 2f y = 45x 6,9 12c l (p) = 2 p 2 1 p 3 3 0,55 12d h (x) = x + 1 x x 4a 15 13a A(3, 5 1 ) 3 4b Snelle start, daarna langzamer 13b B(4.5; 5.63) 4c 10 14a f (x) = (60x 40)(3x 2 4x) 4 4d 7,5 km/uur 14b 1 g (x) = 2 x + 2 4e Na 3,5 min. 14c h (x) = 8x4 47x 2 20 (8x 2 5) 2 4f 2500 m in 12 min is geen 2700 m 15a 5a 0,18 15b 5b -0,07 15c 5c 39,7 1 mei om 20:22 uur 15d f (x) = 6 + 4x3 + 0,3 2 x 4 + 0,3x g (x) = 6 x 4 + 0,3x + 12x4 + 0,9x x 4 + 0,3x h (x) = 12x 2 17 (x + 7) 2 dn dt = 64t3 (t 1) 5 5d 15,04 uur 16a 0,16 6a k: y = 0,5x + 6,5 16b 333 6b m: y = 0,75x a Niet gelijk 7a Zie uitwerkingenblad 17b k: y = 8x + 8 7b a = 2, b = 4 17c m: y = 9x + 9 8a Zie uitwerkingenblad 8b Zie uitwerkingenblad 9a f (x) = 0 9b g (x) = c h (x) = 14x 6 15x 4 9d i (x) = 0,776x 3 3x 2 9e j (x) = 18x
H8: Regelmaat & verandering H9: Kansverdelingen...4-7
Oefenmateriaal V5 wiskunde C Voorbereiding op SE-toets 1 wiskunde INHOUDSOPGAVE H8: Regelmaat & verandering...1-3 H9: Kansverdelingen....4-7 Hoofdstuk 8: Regelmaat & veranderingen Rekenkundige rij Meetkundige
Nadere informatieH10: Allerlei functies H11: Kansverdelingen..6-7
Oefenmateriaal V5 wiskunde A Voorbereiding op PTA-toets1 wiskunde INHOUDSOPGAVE H9: Rijen & Reeksen..1-3 H10: Allerlei functies....4-5 H11: Kansverdelingen..6-7 Hoofdstuk 9: Rijen & Reeksen Recursieve
Nadere informatieH9: Rijen & Reeksen..1-2. H10: Kansverdelingen..3-4. H11: Allerlei functies.5-6
Oefenmateriaal V5 wiskunde C Voorbereiding op PTA-toets1 wiskunde INHOUDSOPGAVE H9: Rijen & Reeksen..1-2 H10: Kansverdelingen..3-4 H11: Allerlei functies.5- Hoofdstuk 9: Rijen & Reeksen Recursieve formule
Nadere informatie10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:
10.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [1] a [2] q a q p pq p p p a a [3] ( ab) a b [4] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 1 8 : a a : a a a a 3 8 3 83 5 Voorbeeld
Nadere informatieSamenvatting Wiskunde A
Bereken: Bereken algebraisch: Bereken exact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte opties. Kies op een examen in dit geval voor
Nadere informatie6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.
6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. f(x) = x x Differentiequotiënt van f(x) op [0, 3] = y f (3) f (0) 60 x 30 30 y x 1 Algemeen: Het differentiequotiënt
Nadere informatie2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2
.0 Voorkennis Herhaling merkwaardige producten: (A + B) = A + AB + B (A B) = A AB + B (A + B)(A B) = A B Voorbeeld 1: (5a) (a -3b) = 5a (4a 1ab + 9b ) = 5a 4a + 1ab 9b = 1a + 1ab 9b Voorbeeld : 4(x 7)
Nadere informatieSamenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8
Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting door N. 1410 woorden 6 januari 2013 5,4 13 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Getal en Ruimte 7.1 toenamediagrammen Interval
Nadere informatie9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel.
9.0 Voorkennis Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel. Productregel: Voor de gebeurtenis G 1 bij het ene kansexperiment en de gebeurtenis G 2 bij het andere kansexperiment
Nadere informatieVoorbeeld 1: kansverdeling discrete stochast discrete kansverdeling
12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Yvette pakt vier knikkers uit een vaas waar er 20 inzitten. 9 van de knikkers zijn rood en 11 van de knikkers zijn blauw. X = het aantal rode knikkers dat Yvette pakt. Er zijn
Nadere informatieV6 Programma tijdens de laatste weken
V6 Programma tijdens de laatste weken Datum ma. 18-4-11 di. 19-4-11 ma. 5-4-11 di. 6-4-11 ma. -5-11 di. 3-5-11 ma. 9-5-11 di. 10-5-11 Activiteit 1. Differentiëren. Vergelijkingen oplossen e Paasdag 3.
Nadere informatie14.1 Kansberekeningen [1]
14.1 Kansberekeningen [1] Herhaling kansberekeningen: Somregel: Als de gebeurtenissen G 1 en G 2 geen gemeenschappelijke uitkomsten hebben geldt: P(G 1 of G 2 ) = P(G 1 ) + P(G 2 ) B.v. P(3 of 4 gooien
Nadere informatie13.1 Kansberekeningen [1]
13.1 Kansberekeningen [1] Herhaling kansberekeningen: Somregel: Als de gebeurtenissen G 1 en G 2 geen gemeenschappelijke uitkomsten hebben geldt: P(G 1 of G 2 ) = P(G 1 ) + P(G 2 ) B.v. P(3 of 4 gooien
Nadere informatieMETA-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies
META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies Wat heb ik nodig: GR of afgeleide? Hoe ziet de grafiek eruit? Moet ik de afgeleide berekenen? Kan ik bij deze functie de afgeleide berekenen? Welke
Nadere informatie(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a
Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde
Nadere informatie3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1]
3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1] Voorbeeld: Op een schijf staan een zestal afbeeldingen in even grote vakjes: 3 keer appel, 2 keer banaan, 1 keer peer. Sandra draait zes keer aan de schijf. a)
Nadere informatie13.0 Voorkennis. Links is de grafiek van de functie f(x) = 5x 4 + 2x 3 6x 2 5 getekend op het interval [-2, 2]; Deze grafiek heeft drie toppen.
13.0 Voorkennis Links is de grafiek van de functie f(x) = 5x 4 + 2x 3 6x 2 5 getekend op het interval [-2, 2]; Deze grafiek heeft drie toppen. Op het interval [-2; -0,94) is de grafiek dalend; Bij x =
Nadere informatieVoorbereiding PTA1-V5 wiskunde A
Voorbereiding PTA1-V5 wiskunde A ma. 1 mrt. Les 1 Allerlei vergelijkingen oplossen (1) wo. 3 mrt. Les Valt uit: ga zelf iets oefenen! vr. 5 mrt. Les 3 Normale verdeling ma. 8 mrt. Les 4 Allerlei vergelijkingen
Nadere informatieTentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 24 juni 2013 Tijd: 19.00-22.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van
Nadere informatieParagraaf 2.1 Toenamediagram
Hoofdstuk 2 Veranderingen (H4 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 2.1 Toenamediagram Les 1 Interval / Getallenlijn / x-notatie Interval Getallenlijn x-notatie -------------
Nadere informatiewiskunde A vwo 2016-II
OVERZICHT FORMULES Kansrekening Voor toevalsvariabelen X en Y geldt: E( X + Y) = E( X) + E( Y) Voor onafhankelijke toevalsvariabelen X en Y geldt: 2 2 σ ( X + Y) = σ ( X) +σ ( Y) n -wet: bij een serie
Nadere informatie7,7. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei keer beoordeeld. Wiskunde C theorie CE.
Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei 2016 7,7 13 keer beoordeeld Vak Wiskunde Wiskunde C theorie CE. Permutaties: -Het aantal permutaties van drie dingen die je kiest uit acht dingen is: 8*7*6= 336.
Nadere informatie11.1 Kansberekeningen [1]
11.1 Kansberekeningen [1] Kansdefinitie van Laplace: P(gebeurtenis) = Aantal gunstige uitkomsten/aantal mogelijke uitkomsten Voorbeeld 1: Wat is de kans om minstens 16 te gooien, als je met 3 dobbelstenen
Nadere informatieVB: De hoeveelheid neemt nu met 12% af. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? = 1655 oud = 1655 nieuw = 0,88 x 1655 = 1456
Formules, grafieken en tabellen Procenten - altijd afronden op 1 decimaal tenzij anders vermeld VB: Een hoeveelheid neemt met 12% toe to 1456. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? Oud =? Nieuw =
Nadere informatiewiskunde A vwo 2018-II
OVERZICHT FORMULES Differentiëren naam van de regel functie afgeleide somregel s( x) f( x) g( x) s' ( x) f'x ( ) g'x ( ) verschilregel s( x) f( x) g( x) s' ( x) f'x ( ) g'x ( ) productregel px ( ) f( x)
Nadere informatieParagraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide
Hoofdstuk 13 Toepassingen vd differentiaalrekening (V5 Wis A) Pagina 1 van 7 Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide Differentiëren van e-machten en logaritmen f() = e f () = e f() = ln() f () =
Nadere informatie8.0 Voorkennis ,93 NIEUW
8.0 Voorkennis Voorbeeld: In 2014 waren er 12.500 speciaalzaken. Sinds 2012 is het aantal speciaalzaken afgenomen met 7%. Bereken hoeveel speciaalzaken er in 2012 waren. Aantal 2014 = 0,93 Aantal 2012
Nadere informatieParagraaf 2.1 : Snelheden (en helling)
Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf.1 : Snelheden (en helling) Les 1 Benadering van de helling tussen twee punten Definities Differentiequotiënt = { Gemiddelde helling }
Nadere informatieTentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 29 juli 2013 Tijd: 14.00-17.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2016 tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen VWO 2017 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit
Nadere informatie5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B
Boekverslag door P. 1778 woorden 11 januari 2012 5.7 103 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde B Getal en ruimte Wiskunde Hoofdstuk 1 Formules en Grafieken 1.1 Lineaire verbanden Van de lijn y=ax+b is de
Nadere informatieWerken met de grafische rekenmachine
Werken met de grafische rekenmachine Plot de grafiek blz. Schets de grafiek of teken een globale grafiek blz. 3 Teken de grafiek blz. 4 Het berekenen van snijpunten blz. 3 5 Het berekenen van maxima en
Nadere informatieExamen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor
Nadere informatieFormules en grafieken Hst. 15
Formules en grafieken Hst. 5. De totale kosten zijn dan : 0,5. 0000 = 0.000 dollar. Dan zijn de kosten per ton, dollar. De prijs is dan :,. 0.000 = 4.000 dollar. 0,50 dollar per ton en 4000 mijl. Aflezen
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
bladzijde 9 a, 3 3000 = 8900 = 830, b 0, 07 000000 = 8000 = 80, c 300 700 = 6870000 = 690, 8 d 0, 000 0, 007 = 0, 00000 =, 0 6 e 6344, 78, 98 = 49604, 336 = 4960, 6 9 6 f, 0 + 4 0 = 74000000 =, 74 0 9
Nadere informatieFuncties. Verdieping. 6N-3p 2013-2014 gghm
Functies Verdieping 6N-p 01-014 gghm Standaardfuncties Hieronder is telkens een standaard functie gegeven. Maak steeds een schets van de bijbehorende grafiek. Je mag de GRM hierbij gebruiken. Y f ( x)
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1 havo 2003-II
Kalveren In de veeteelt gebruikt men voor rundvee reeds lang de methode van kunstmatige inseminatie (afgekort KI). De laatste jaren is daarnaast de reageerbuisbevruchting ofwel invitrofertilisatie (afgekort
Nadere informatiewiskunde A vwo 2017-II
wiskunde A vwo 07-II Eiwit en vet in melk maximumscore 4 Voorbeeld van een juiste berekening: 005, 8500 aflezen De punten ( 985, 5500 ) en ( ) De toename per jaar is 50 De vergelijking 8500 + 50t = 000
Nadere informatieTentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 11 juni 2012 Tijd: 19.00-22.00 uur Aantal opgaven: 8 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van
Nadere informatiewiskunde C bezem vwo 2018-I
OVERZICHT FORMULES Kansrekening Voor toevalsvariabelen X en Y geldt: E( X Y) E( X) E( Y) Voor onafhankelijke toevalsvariabelen X en Y geldt: 2 2 ( X Y) ( X) ( Y) n -wet: bij een serie van n onafhankelijk
Nadere informatieParagraaf 11.0 : Voorkennis
Hoofdstuk 11 Verbanden en functies (H5 Wis B) Pagina 1 van 15 Paragraaf 11.0 : Voorkennis Les 1 : Stelsels, formules en afgeleide Los op. 3x + 5y = 7 a. { 2x + y = 0 2x + 5y = 38 b. { x = y + 5 a. 3x +
Nadere informatie7.1 Ongelijkheden [1]
7.1 Ongelijkheden [1] In het plaatje hierboven zijn vier intervallen getekend. Een open bolletje betekent dat dit getal niet bij het interval hoort. Een gesloten bolletje betekent dat dit getal wel bij
Nadere informatieKeuze onderwerp: Kansrekening 5VWO-wiskunde B
Keuze onderwerp: Kansrekening 5VWO-wiskunde B Blaise Pascal (1623-1662) Pierre-Simon Laplace (1749-1827) INHOUDSOPGAVE 1. Permutaties & Combinaties... 3 Rangschikking zonder herhaling (permutaties)...
Nadere informatiewiskunde C vwo 2017-II
OVERZICHT FORMULES Kansrekening Voor toevalsvariabelen X en Y geldt: EX ( Y) EX ( ) EY ( ) Voor onafhankelijke toevalsvariabelen X en Y geldt: 2 2 ( X Y) ( X) ( Y) n -wet: bij een serie van n onafhankelijk
Nadere informatie2.1 Lineaire formules [1]
2.1 Lineaire formules [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte
Nadere informatiewiskunde A bezem vwo 2018-I
OVERZICHT FORMULES Kansrekening Voor toevalsvariabelen X en Y geldt: E( X Y) E( X) E( Y) Voor onafhankelijke toevalsvariabelen X en Y geldt: 2 2 ( X Y) ( X) ( Y) n -wet: bij een serie van n onafhankelijk
Nadere informatieTentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 23 januari 2012 Tijd: 19.00-22.00 uur Aantal opgaven: 8 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1 vwo 2005-II
Eindeamen wiskunde B vwo 2005-II Twee benaderingen van sin Met domein [0, ] is gegeven de functie f() = sin. De grafiek van f snijdt de -as in en en heeft als top T. Zie figuur. figuur T Gegeven is verder
Nadere informatieExamen VWO. tijdvak 1 maandag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2018 tijdvak 1 maandag 14 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen.
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1,2
wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 2 juni 3.30 6.30 uur 20 06 Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen; het examen bestaat uit 8 vragen. Voor
Nadere informatieHoofdstuk 2: Grafieken en formules
Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1 havo 2007-II
Broze botten Oudere mensen kunnen last krijgen van allerlei ouderdomskwalen, onder andere van broze botten. Mensen met broze botten hebben een grotere kans dat ze een bot breken. In figuur 1 is een staafdiagram
Nadere informatie4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1]
4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] Relatief frequentiepolygoon van de lengte van mannen in 1968 1 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] In dit plaatje is een frequentiepolygoon getekend.
Nadere informatieExamen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)
Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.30 16.30 uur 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen; het examen bestaat uit 19
Nadere informatieTentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 28 juli 2014 Tijd: 14.00-17.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor
Nadere informatieUitwerkingen Hst. 10 Kansverdelingen
Uitwerkingen Hst. 0 Kansverdelingen. Uittellen: 663 ; 636 ; 366 ; 654 (6 keer) ; 555 0 mogelijkheden met som 5.. Som geen 5 = 36 som 5 Som 5: 4, 3, 3, 4 4 mogelijkheden dus 3 mogelijkheden voor som geen
Nadere informatieUitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek
Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde A Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Schroefas Opgave 1. In de figuur trekken we een lijn tussen 2600 tpm op de linkerschaal en
Nadere informatieFuncties. Verdieping. 6N-3p gghm
Functies Verdieping 6N-p 010-011 gghm Standaardfuncties Hieronder is telkens een standaard functie gegeven. Maak steeds een schets van de bijbehorende grafiek. Je mag de GRM hierbij gebruiken. Y f ( x)
Nadere informatie2.1 Lineaire functies [1]
2.1 Lineaire functies [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur
wiskunde B Eamen VW Voorbereidend Wetenschappelijk nderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit eamen zijn maimaal 86 punten te behalen; het eamen bestaat uit 9 vragen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieTentamen Wiskunde A CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 6
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 19 december 2018 Tijd: 13.30 16.30 uur Aantal opgaven: 6 Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde A. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2017 tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk
Nadere informatieHoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2
Hoofdstuk 7 - veranderingen getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2 0. voorkennis Plotten, schetsen en tekenen Een grafiek plotten Een grafiek schetsen Een grafiek tekenen Na het invoeren van de formule
Nadere informatieEindexamen wiskunde A1-2 havo 2006-II
Eindexamen wiskunde A1-2 havo 26-II Fooien In de Verenigde Staten is het gebruikelijk dat je in een restaurant een flinke fooi geeft aan degene die je bedient. Het basisloon is er zeer laag en daardoor
Nadere informatieParagraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde
Hoofdstuk 9 Kansverdelingen (V5 Wis A) Pagina 1 van 8 Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde Les 1 Verwachtingswaarde Definities : Verwachtingswaarde Verwachtingswaarde = { wat je verwacht } { gemiddelde
Nadere informatie15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x))
5.0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor differentiëren: f ( x) a f '( x) 0 n f ( x) ax f '( x) nax n f ( x) c g( x) f '( x) c g'( x) f ( x) g( x) h( x) f '( x) g'( x) h'( x) p( x) f ( x) g( x) p'( x)
Nadere informatie11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k)
11.0 Voorkennis Let op: Cumulatieve binomiale verdeling: P(X k) = binomcdf(n,p,k) Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k) Voorbeeld 1: Binomiaal kanseperiment
Nadere informatieHoofdstuk 11: Kansverdelingen 11.1 Kansberekeningen Opgave 1: Opgave 2: Opgave 3: Opgave 4: Opgave 5:
Hoofdstuk : Kansverdelingen. Kansberekeningen Opgave : kan op manieren 5 kan op! manieren 555 kan op manier 0 0 som 5) Opgave : som 5) som 5) som ) som ) c. som 0) d. som 0) som ) Opgave : som ) som )
Nadere informatie6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x. 50 10( x 1) Willem-Jan van der Zanden
6.0 Voorkennis Kruislings vermenigvuldigen: A C AD BC B D Voorbeeld: 50 0 x 50 0( x ) 50 0x 0 0x 60 x 6 6.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [] a [2] q a q p pq p
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1 havo 2007-I
De wet van Moore Eén van de belangrijkste onderdelen van de computer is de chip. Een chip is een elektronische schakeling die uit vele duizenden transistors bestaat. Toch is een chip niet groter dan een
Nadere informatieExamen VWO. tijdvak 1 maandag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2018 tijdvak 1 maandag 14 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen.
Nadere informatieTentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 16 januari 2014 Tijd: 14.00-17.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel
Nadere informatie11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20
.0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor machten: Vermenigvuldigen is exponenten optellen: a 3 a 5 = a 8 Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + a 3 = 7a 3 Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen:
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde A1,2. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 2 Woensdag 21 juni uur
wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.3 16.3 uur 2 6 Voor dit examen zijn maximaal 8 punten te behalen; het examen bestaat uit 22 vragen. Voor elk
Nadere informatieHet is niet toegestaan om een formulekaart of rekenmachine te gebruiken. f(x) = 9x(x 1) en g(x) = 9x 5. Figuur 1: De grafieken van de functies f en g.
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FNWI Voorbeeld Toets Wiskunde A Het is niet toegestaan om een formulekaart of rekenmachine te gebruiken. 1. De twee functies f en g worden gegeven door f(x) = 9x(x 1) en g(x)
Nadere informatie3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.
3.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;
Nadere informatieTentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 28 januari 2013 Tijd: 19.00-22.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel
Nadere informatieReflecties bij de invoering van TI-Nspire CAS op de Europese Scholen L.A.A. Blomme
Reflecties bij de invoering van TI-Nspire CAS op de Europese Scholen L.A.A. Blomme In 2010 is op de Europese Scholen het nieuwe wiskunde programma gestart. Een van de grote innovaties betreft het invoeren
Nadere informatie5.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: In een vaas zitten 10 rode, 5 witte en 6 blauwe knikkers. Er worden 9 knikkers uit de vaas gepakt.
5.0 Voorkennis Voorbeeld 1: In een vaas zitten 10 rode, 5 witte en 6 blauwe knikkers. Er worden 9 knikkers uit de vaas gepakt. a) Bereken de kans op minstens 7 rode knikkers: P(minstens 7 rood) = P(7 rood)
Nadere informatieVoorbeeldtentamen Wiskunde A
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Datum: Najaar 2018 Tijd: 3 uur Aantal opgaven: 6 Voorbeeldtentamen Wiskunde A Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.
Nadere informatieExamen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur
Examen HAVO 2017 tijdvak 1 vrijdag 19 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde A Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel
Nadere informatiewiskunde B pilot havo 2015-II
wiskunde B pilot havo 05-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 2007 tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen.
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen VWO 2017 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 13.30-16.30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit
Nadere informatieHoofdstuk 6 - de afgeleide functie
Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie 0. voorkennis Het differentiequotiënt Het differentiequotiënt van y op de gemiddelde verandering van y op [ ] is: A B de richtingscoëfficiënt (ook wel helling) van de
Nadere informatiet in uren 0 1 2 3 5 8 10 H in mg 100 68 46,2 31,4 Hoeveel procent breekt het lichaam ieder uur af? voelen. Geef je antwoord in minuten nauwkeurig.
Opgave 1 Een peuter heeft in een onbewaakt moment 100 mg gedronken van een medicijn dat uitsluitend bestemd is voor volwassenen. De tabel hieronder geeft aan hoeveel werkzame stof H er na t uren nog in
Nadere informatieParagraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde
Hoofdstuk 9 Kansverdelingen (V5 Wis A) Pagina 1 van 8 Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde Les 1 Verwachtingswaarde Definities : Verwachtingswaarde Verwachtingswaarde = { wat je verwacht } { gemiddelde
Nadere informatieEindexamen wiskunde A 1-2 havo 2004-I
Vermogens van huishoudens Onderstaand diagram stond in mei 2001 in de Volkskrant. Het geeft informatie over hoeveel vermogen of schuld huishoudens in Nederland hebben, uitgesplitst naar de leeftijd van
Nadere informatieParagraaf 6.1 : Kwadratische formules
Hoofdstuk 6 Machtsverbanden (V Wis A) Pagina 1 van 10 Paragraaf 6.1 : Kwadratische formules Gegeven is de formule W(x) = x 2 + 8x met W de winst in euro s per uur en x het aantal producten dat per uur
Nadere informatieKansrekening en statistiek WI2105IN deel I 4 november 2011, uur
Kansrekening en statistiek WI05IN deel I 4 november 0, 4.00 7.00 uur Bij dit examen is het gebruik van een (evt. grafische) rekenmachine toegestaan. Een formuleblad wordt uitgereikt. Meerkeuzevragen Toelichting:
Nadere informatieEindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II
Sprintsnelheid Een hardloopster is gespecialiseerd op de 1 meter. Bij dit atletiekonderdeel moet je zo snel mogelijk je topsnelheid halen en die dan proberen vast te houden tot de finish. Haar trainer
Nadere informatieWerk het Practicum Functies en de [GR] door tot aan Families van functies. Onthoud alvast de uitdrukking karakteristieken van een functie.
2 Domein en bereik Verkennen grafieken Domein en bereik Inleiding Verkennen Werk het Practicum Functies en de [GR] door tot aan Families van functies. Onthoud alvast de uitdrukking karakteristieken van
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1
wiskunde B Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Woensdag juni 3.30 6.30 uur 0 06 Voor dit eamen zijn maimaal 84 punten te behalen; het eamen bestaat uit 9 vragen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieParagraaf 7.1 : Het Vaasmodel
Hoofdstuk 7 Kansrekening (V4 Wis A) Pagina 1 van 8 Paragraaf 7.1 : Het Vaasmodel Les 1 : Kansen Herhalen kansen berekenen Hoe bereken je de kans als je een aantal keren achter elkaar een experiment uitvoert?
Nadere informatieEindexamen wiskunde A1-2 vwo 2002-II
Speelgoedfabriek Een speelgoedfabrikant maakt houten poppenhuizen en houten treinen. Voor het vervaardigen van het speelgoed onderscheiden we drie soorten arbeid: zagen, timmeren en verven. Het aantal
Nadere informatiewiskunde A bezem vwo 2018-II
OVERZICHT FORMULES Kansrekening Voor toevalsvariabelen X en Y geldt: EX ( Y) EX ( ) EY ( ) Voor onafhankelijke toevalsvariabelen X en Y geldt: 2 2 σ( X Y) σ ( X) σ ( Y) n -wet: bij een serie van n onafhankelijk
Nadere informatie