Met botox meer rimpels

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Met botox meer rimpels"

Transcriptie

1 Met botox meer rimpels Een kwantitatief onderzoek naar de onbedoelde effecten van makeoverprogramma s Manouk van Groeningen Januari 2013 Bachelorscriptie Communicatiewetenschap Begeleiding: Dr. Sandra Zwier Aantal woorden: 7071 Samenvatting Deze scriptie richt zich op de vraag wat het effect is van blootstelling aan makeoverprogramma s op de intentie om zelf een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan en ontevredenheid over het eigen uiterlijk. Daarnaast werd er gekeken in hoeverre de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan afhangt van tevredenheid over het uiterlijk. De effecten zijn achterhaald door middel van een experiment onder 85 participanten. Aan de hand van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat participanten uit de experimentele groep geen sterkere intentie hebben om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan na het zien van het filmpje, maar zij waren wel minder tevreden over hun uiterlijk dan de participanten uit de controlegroep. Ook bleek dat wanneer participanten meer tevreden waren over het uiterlijk, zij minder snel de intentie hadden om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. De gevonden resultaten zouden een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappelijke discussie rondom de problematiek van een laag zelfbeeld van vrouwen, waaraan de media ten grondslag zouden liggen. 1. Inleiding Je kunt geen tijdschrift doorbladeren of je wordt geconfronteerd met foto s en advertenties van geretoucheerde en net iets te perfecte modellen. Tik het woord schoonheidsideaal in op Google, en de artikelen en reclames vliegen je om de oren. Ook op televisie kun je er niet omheen: makeover-programma s zoals Extreme make-over en Gewoon mooier, waarin wordt gesuggereerd dat cosmetisch-chirurgische ingrepen normaal zijn. 1

2 Veel vrouwen zijn ontevreden over hun uiterlijk. Slechts 2% van de vrouwen over de hele wereld vindt zichzelf mooi. Dit werd gesuggereerd in een wereldwijd onderzoek van Dove (2005). Bovendien worden wij, voor het 18 e levensjaar, geconfronteerd met gemiddeld 200 duizend reclameboodschappen gerelateerd aan uiterlijk, en dan vooral het perfecte uiterlijk (RoSa, n.d.). Is het nu zo dat ontevredenheid over uiterlijk wordt opgeroepen door die duizenden reclameboodschappen of was die ontevredenheid er daarvoor ook al? In de documentaire Beperkt houdbaar uit 2007 wordt scherpe kritiek geleverd op de schoonheidsindustrie. Waar in de jaren zeventig oksel- en beenhaar bij een vrouw langzamerhand taboe werd, is het volgens documentairemaakster Sunny Bergman inmiddels zover dat een rimpeltje niet meer kan. Deze normalisatie van de cosmetische chirurgie is volgens de documentairemaakster te wijten aan de steeds extremere schoonheidsidealen in de media. In de media worden beelden gepresenteerd van bewerkte modellen en bekende sterren die een cosmetisch-chirurgische ingreep hebben ondergaan. Door deze onrealistische beelden komt de lat van mooi zijn steeds hoger te liggen. Een schoonheidsnorm die extreem afwijkt van de feitelijke norm. Ook de televisiekijker die regelmatig makeover-programma s kijkt, krijgt wellicht een vertekend beeld waarbij cosmetische chirurgie een voor de hand liggende manier zou zijn om het uiterlijk te verbeteren. De onderzoeksvraag die in dit onderzoek centraal staat luidt: In hoeverre beïnvloedt blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, en in hoeverre kan dit worden verklaard door ontevredenheid over het eigen uiterlijk?" De resultaten uit dit onderzoek zouden verheldering kunnen bieden bij de maatschappelijke discussie rondom de problematiek van een laag zelfbeeld van vrouwen waaraan de media ten grondslag zouden liggen. Maar ook degenen die zich bezighouden met richtlijnen voor reclame voor cosmetische chirurgie kunnen met deze resultaten hun beleid mede vormgeven. Omdat er in het verleden meer onderzoek is gedaan naar het effect van beelden in tijdschriften dan naar het effect van televisiebeelden met cosmetische chirurgie op de zelfperceptie van vrouwen kan dit onderzoek nieuwe inzichten bieden (Groesz, Levine & Murnen, 2002). Er is in de bestaande onderzoeken naar de effecten van televisiebeelden over cosmetische chirurgie bovendien vooral nagegaan of er een correlatie was tussen de blootstelling aan makeover-programma s en de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan en ontevredenheid over het lichaam. In dit onderzoek wordt 2

3 gebruikgemaakt van een experimenteel design om eventuele causale verbanden te kunnen onderzoeken, zodat men met meer zekerheid kan spreken over een oorzaak-gevolgrelatie. Bovendien zijn de bestaande onderzoeken over de effecten van blootstelling aan makeoverprogramma s voornamelijk in Amerika uitgevoerd en is er nog weinig onderzoek in Nederland gedaan. Dit paper bevat een theoretisch kader, waarna de methode van onderzoek en de resultaten worden besproken. Tot slot zullen een conclusie en eventuele aanbevelingen voor vervolgonderzoek aan bod komen. 2. Theoretisch kader 2.1 Definities Met makeover-programma s worden in dit onderzoek programma s zoals Extreme makeover, Make me perfect en Gewoon mooier bedoeld. In deze makeover-programma s ondergaan mensen binnen een aantal weken een metamorfose door middel van cosmetischchirurgische ingrepen. Mogelijke complicaties en psychische gevolgen van de operatie komen vaak niet aan de orde en het programma lijkt ons te willen doen geloven dat deze cosmetisch-chirurgische ingreep iemands leven compleet kan veranderen. Met cosmetische chirurgie wordt bedoeld: chirurgie waarbij structuren van het lichaam verfraaid worden met als doel het uiterlijk te optimaliseren en tevens het zelfbeeld te verbeteren. In tegenstelling tot plastische chirurgie is cosmetische chirurgie niet medisch noodzakelijk, en deze operaties worden gewoonlijk ook niet gedekt door ziektekostenverzekeringen. 2.2 Theoretische achtergrond Er zijn in de loop der jaren diverse verklaringen en theorieën geformuleerd over de manier waarop individuen omgaan met de media en hoe ze zich mogelijk hierdoor laten beïnvloeden. Hier worden een aantal theorieën besproken die relevant zijn voor het mogelijke effect van blootstelling aan makeover-programma s op ontevredenheid over het uiterlijk en de eventuele intentie een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan Cultivatietheorie De eerste belangrijke theorie is de cultivatietheorie, waarin wordt verondersteld dat denkbeelden en situaties die veel voorkomen in de media, door de kijker worden 3

4 overgenomen (Gerbner, 1998). Mensen die meer dan vier uur per dag televisiekijken, de zogenaamde zware televisiekijkers, zullen volgens deze theorie een ander beeld van de werkelijkheid hebben dan mensen die minder dan twee uur per dag televisiekijken, de zogenaamde lichte televisiekijkers (Gerbner, 1998). Gerbner veronderstelt in zijn theorie dat mensen die veel televisiekijken op den duur meer op elkaar gaan lijken. Zware televisiekijkers zullen eerder geneigd zijn om in stereotypen te denken en vinden de televisiewerkelijkheid meer lijken op de werkelijkheid dan lichte televisiekijkers (Gerbner, 1998). De cultivatietheorie zou het ontstaan van een heersend onrealistisch schoonheidideaalbeeld onder zware televisiekijkers eventueel kunnen verklaren. Hoe vrouwen eruit dienen te zien volgens zware televisiekijkers, zou dan vooral bepaald worden door stereotiepe representaties in de media. Het regelmatig zien van makeover-programma s zou mogelijk van invloed kunnen zijn op de perceptie en het gedrag van zware televisiekijkers. De onrealistische beelden van modellen in gesponsorde programma s over cosmetische chirurgie zouden een onwerkelijke schoonheidsnorm kunnen creëren omdat mensen gaan geloven dat dit de norm is Sociale leertheorie Een tweede belangrijke theorie die van toepassing zou kunnen zijn op de effecten van blootstelling aan gesponsorde programma s over cosmetische chirurgie, is de sociale leertheorie (Bandura, 2001). In de sociale leertheorie wordt ervan uitgegaan dat een persoon gemotiveerd wordt door het observeren van het gedrag en de gevolgen daarvan bij een rolmodel. Kortom, het is een cognitieve leertheorie waarbij ervan uit wordt gegaan dat mensen leren door zich te spiegelen aan rolmodellen. Het denken en doen van mensen wordt volgens deze benadering beïnvloed door voorbeelden die in de media worden weergegeven en die beloond of afgekeurd worden (Bandura, 2001). Dit zou betekenen dat de specifieke beelden en verwachtingen die media weergeven over uiterlijk en schoonheidsnormen volgens de sociale leertheorie het gedrag en de houding van kijkers kunnen beïnvloeden. Volgens de sociale leertheorie nemen mensen niet klakkeloos alles over, maar zijn er vier voorwaarden die ten grondslag liggen aan sociaal leren: attention, retention, production en motivation (Bandura, 2001). Mediavoorbeelden en rolmodellen moeten relevant zijn voor de kijker. Wanneer een mediavoorbeeld niet interessant genoeg is, zal deze niet geobserveerd worden ( attention ). Vervolgens moet de lezer of kijker in staat zijn om een mediavoorbeeld of opvatting te onthouden en in staat zijn dit te plaatsen in de juiste context ( retention ). De 4

5 derde voorwaarde is dat de kijker of lezer het waargenomen gedrag of de houding van een rolmodel kan projecteren op zichzelf en dit kan kopiëren ( production ). Tot slot moet het waargenomen gedrag of de houding van het rolmodel als positief voorbeeld worden gezien ( motivation ). Aan de hand van de sociale leertheorie kan begrepen worden welke invloed de blootstelling aan makeover-programma s heeft op de houding, het zelfbeeld en het gedrag van de kijker. Men zou bijvoorbeeld kunnen verwachten dat een persoon die uiterlijk belangrijk vindt, zich meer kan identificeren met degene die de metamorfose ondergaat in een makeover-programma. De sociale leertheorie stelt dat personen gemotiveerd kunnen worden door de positieve gevolgen van het gedrag van andere rolmodellen. Door het zien van de positieve effecten van cosmetisch-chirurgische ingrepen bij de persoon in kwestie in een makeover-programma, zou een kijker eerder geneigd kunnen zijn hier ook toe over te gaan Sociale vergelijkingstheorie Ten slotte zou ook de sociale vergelijkingstheorie van toepassing kunnen zijn op de effecten van blootstelling aan makeover-programma s op de intentie cosmetisch-chirurgische ingrepen te ondergaan en tevredenheid over het uiterlijk. In deze theorie wordt gesteld dat mensen behoefte hebben om zichzelf te vergelijken met anderen. Volgens Festinger (1954) is zelfevaluatie de motivatie voor het vergelijken met anderen. Mensen willen het liefst gelijk of beter zijn dan personen met wie ze zich vergelijken. Uit deze theorie is af te leiden dat vrouwen zich zullen vergelijken met modellen uit de media die op foto s vaak perfect zijn geretoucheerd. Als vrouwen zich vergelijken met zogenaamd perfect uitziende personen in de media, dan kan dit leiden tot een negatieve evaluatie van het eigen lichaam en een verminderde tevredenheid over het uiterlijk (Spitzer, Henderson & Zivian, 1999). Zoals hieronder zal worden besproken, kan een verminderde tevredenheid over het uiterlijk vervolgens leiden tot de intentie om een cosmetische ingreep te ondergaan. 2.3 Intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan In diverse onderzoeken wordt een relatie gevonden tussen de blootstelling aan makeoverprogramma s en de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Crockett, Pruzinksy en Persing (2007) deden onderzoek naar de invloed van makeoverprogramma s op de attitude van vrouwen tegenover cosmetische chirurgie en de besluitvorming om een cosmetisch-chirurgische ingreep te laten doen. Aan de hand van een surveyonderzoek onder 42 Amerikaanse vrouwen die voor het eerst een cosmetischchirurgische ingreep ondergingen, werd hun kennis over cosmetische chirurgie onderzocht. 5

6 Daarnaast werd ook de mate van waargenomen vergelijkbaarheid van het eigen leven met de beelden van een makeover-programma gemeten en de intentie om zelf een cosmetischchirurgische ingreep te laten doen na het zien van een makeover-programma. Crockett et al. concluderen in hun onderzoek dat vier van de vijf vrouwen die cosmetisch-chirurgische ingrepen ondergingen, beweerden deze beslissing mede te hebben genomen doordat zij regelmatig naar makeover-programma s kijken. De groep participanten werd verdeeld in lichte en zware makeover-programmakijkers. De beelden uit de makeover-programma s waren volgens de zware kijkers meer vergelijkbaar met de werkelijkheid dan volgens degenen die minder keken naar deze programma s. Ook in een onderzoek van Sperry, Thompson, Sarwer en Cash (2009) werd gekeken naar de relatie tussen het kijkgedrag naar makeover-programma s en de attitude ten opzichte van cosmetische chirurgie. De onderzoekers keken tevens naar het ondervinden van druk om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, het zelfbeeld en symptomen van eetstoornissen. Dit onderzoek werd gedaan door middel van een survey onder 2057 vrouwelijke Amerikaanse studenten. De onderzoekers suggereren dat zwaardere kijkers naar makeover-programma s een positievere attitude hadden tegenover cosmetische chirurgie dan mensen die minder of niet kijken naar makeover-programma s. Naarmate de vrouwen meer naar die programma s keken, voelden zij meer druk om te voldoen aan het schoonheidsideaal en waren zij sneller geneigd om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Met het oog op de sociale leertheorie kan verondersteld worden dat vrouwen zich zullen identificeren met de rolmodellen in de makeover-programma s. Doordat er in make-overprogramma s bijna altijd een positief eindresultaat wordt getoond na de cosmetischchirurgische ingreep, zullen de kijkers ook eerder geneigd zijn zelf een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan. In voorgaande onderzoeken zijn echter alleen correlationele verbanden aangetoond. Daarmee is niet uit te sluiten dat vrouwen die van zichzelf ontevredener zijn over hun uiterlijk en/of de intentie hebben om een chirurgische ingreep te ondergaan, vaker naar makeover-programma s kijken. In dat geval is het kijken naar makeover-programma s dus geen oorzaak, maar een gevolg van ontevredenheid over het eigen uiterlijk en/of de intentie een ingreep te ondergaan. Door het ontwikkelen van een experimenteel design kunnen mogelijke causale relaties blootgelegd worden. Op basis van de bovenstaande onderzoeken kan verwacht worden dat blootstelling aan makeoverprogramma s de intentie bevordert om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. De 6

7 volgende hypothese is opgesteld: H1: Blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie bevordert de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. 2.4 Ontevredenheid over het uiterlijk Volgens de sociale vergelijkingstheorie hebben mensen behoefte om attitudes en uiterlijke kenmerken met die van anderen te vergelijken (Festinger, 1954). Als vrouwen hun werkelijke lichaam vergelijken met het ideale lichaam dat wordt weergegeven naar aanleiding van een cosmetisch-chirurgische ingreep in de makeover-programma s, zouden vrouwen hun uiterlijk negatiever kunnen gaan beoordelen. Tiggemann (2003) onderzocht de invloed van media op lichaamsontevredenheid, eetproblematiek, bewustzijn en internalisatie van het schoonheidsideaal dat dun en mooi is. Dit onderzoek werd gedaan door middel van een survey onder 104 vrouwelijke studenten uit Australië. Tiggemann suggereert dat de lichaamsontevredenheid bij vrouwen die vaak naar televisieprogramma s met dunne vrouwen keken, groter was dan bij vrouwen die minder naar dit soort programma s keken. Ook aan de hand van de cultivatietheorie benadrukt Tiggemann het geportretteerde ideaalbeeld van schoonheid dat in de media wordt geschetst en de invloed daarvan op zware televisiekijkers. Zware televisiekijkers bleken minder tevreden te zijn met hun uiterlijk dan lichte televisiekijkers. Opvallend is dat er in een onderzoek van Nabi (2009) wordt gesuggereerd dat er geen significant verband is tussen blootstelling aan makeover-programma s en ontevredenheid over het uiterlijk. Aan de hand van twee verschillende surveys onder respectievelijk 170 en 271 Amerikaanse studenten onderzocht Nabi (2009) het verband tussen blootstelling aan makeover-programma s, lichaamstevredenheid, perceptie van risico s van cosmetische chirurgie en de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te laten doen. De onderzoekster vond wel een significant positief verband tussen blootstelling aan makeoverprogramma s en de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Kijkers van makeover-programma s waren eerder geneigd om een cosmetisch-chirurgische ingreep te laten doen dan mensen die niet naar deze soortgelijke programma s kijken. Nabi vermoedt dat het ontbreken van een relatie tussen blootstelling aan makeover-programma s en ontevredenheid over het eigen lichaam ligt aan het feit dat de participanten die zich druk maken om hun uiterlijk minder snel geneigd zijn om te kijken naar makeover-programma s. 7

8 In de tweede survey van Nabi (2009) werd de relatie tussen de lichaamsontevredenheid en intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan onderzocht. Uit dit onderzoek bleek wel dat een grote mate van sociale vergelijking met de hoofdpersonen uit makeoverprogramma s gepaard gaat met lage lichaamswaardering. Het leek er echter opnieuw op dat niet alle kijkers van makeover-programma s werden beïnvloed. Alleen het zelfbeeld van de kijker met specifieke kenmerken werd beïnvloed, onder wie vrouwen die zich in sterke mate vergelijken met de hoofdpersonen uit makeover-programma s. Aangezien de bovenstaande onderzoeken alleen correlationele verbanden onderzochten, kan toepassing van een experimenteel design meer licht werpen op oorzaak-gevolgrelaties in het verband tussen het kijken naar makeover-programma s en ontevredenheid over het eigen uiterlijk. Ondanks verschillende resultaten in voorgaand onderzoek, kan verwacht worden dat blootstelling aan makeover-programma s leidt tot meer ontevredenheid over het eigen uiterlijk. De volgende hypothese is opgesteld: H2: Het zien van makeover-programma s met cosmetische chirurgie roept ontevredenheid op over het eigen uiterlijk. Vrouwen ondergaan cosmetisch-chirurgische behandelingen over het algemeen omdat zij ontevreden zijn met hun lichaam. Sarwer, Wadden, Pertschuk and Whitaker (1998) ontwierpen een model waarin de relatie tussen lichaamsbeeld en de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan wordt beschreven. Sarwer et al. maken onderscheid tussen mensen met een hoge en lage importantie van het lichaamsbeeld en kijken naar de mate van tevredenheid over het lichaam. Mensen met een hoge importantie van het lichaamsbeeld ontlenen een groot deel van hun eigenwaarde aan hun lichaamsbeeld. De onderzoekers vermoeden dat de importantie en de mate van tevredenheid over het lichaam samen voorspellen of iemand cosmetische chirurgie overweegt. De onderzoekers suggereren dat alleen mensen die uiterlijk heel belangrijk vinden voor hun eigenwaarde cosmetische chirurgie zullen overwegen, vooral wanneer zij ontevreden zijn over het eigen lichaam. Daartegenover staat dat bij iemand voor wie eigenwaarde minder afhangt van het lichaamsbeeld, deze persoon geen cosmetische chirurgie zal overwegen, ook niet wanneer deze persoon ontevreden is over zijn of haar lichaam. Ook Swami (2009) heeft onderzocht welke factoren ten grondslag liggen aan de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Door middel van een survey is de relatie tussen de overweging van het ondergaan van een cosmetisch-chirurgische ingreep, 8

9 lichaamswaardering, mediablootstelling en demografische kenmerken onder 322 Engelse vrouwelijke studenten onderzocht. Swami suggereert in zijn onderzoek dat lage lichaamswaardering, mediablootstelling en lichaamsgewicht van de participant significante voorspellers zijn voor het overwegen van een cosmetisch-chirurgische ingreep. De sterkste voorspeller was lichaamswaardering. De participanten die ontevreden over hun lichaam waren, overwogen eerder een cosmetisch-chirurgische ingreep te laten doen. Ondanks het ontbreken van onderzoek waaruit conclusies over causale verbanden kunnen worden getrokken, kan men verwachten dat ontevredenheid over het uiterlijk leidt tot het eerder overwegen om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. De volgende hypothese is opgesteld: H3: Hoe groter de ontevredenheid over het uiterlijk, hoe groter de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Conceptueel model De drie beschreven hypothesen zijn verwerkt in het onderstaande conceptueel model. Intentie om cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan Blootstelling aan makeover-programma met cosmetische chirurgie H1 + H2 + H3 + Ontevredenheid over het uiterlijk Figuur 1. Conceptueel model 3. Methode 3.1 Steekproef Het experiment is uitgevoerd onder 89 participanten, van wie 4 man waren. De gegevens van deze mannelijke participanten zijn niet meegenomen in de verdere dataverwerking. De 9

10 resterende steekproef bestond daarmee uit 85 vrouwelijke participanten. De controlegroep bestond uit 40 participanten en de experimentele groep bestond uit 45 participanten. Het grootste deel van de participanten had een leeftijd tussen de 19 en 30 jaar (75,6%) en de overige participanten hadden een leeftijd tussen de 31 en 58 jaar oud (24,4%). Verder had het grootste deel van de participanten als hoogst genoten opleiding wo-niveau (35,3%) of hboniveau (35,3%). De overige participanten hadden als hoogst genoten opleiding mbo-niveau (13%), havoniveau (7,1%) of vwo-niveau (4%). 3.2 De methode van onderzoek Om de hypothesen te toetsen, is gebruik gemaakt van een één-factorieel experimenteel ontwerp. In het experiment vond alleen een nameting plaats, geen voormeting. De onafhankelijke variabele is blootstelling aan een makeover-programma (makeoverprogramma met cosmetisch-chirurgische ingreep vs. makeover-programma zonder cosmetisch-chirurgische ingreep). Na het experiment is er een vragenlijst afgenomen om de afhankelijke variabelen ontevredenheid over uiterlijk en de intentie om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan, te meten. Tabel 1 geeft het experimentele ontwerp grafisch weer. Tijdstip t 1 t 2 groep I R X 0 1 experimentele groep groep II R 0 2 controlegroep Tabel 1: Experimenteel design 3.3 Operationalisatie Onafhankelijke variabelen Blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie De onafhankelijke variabele is blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie. Om te meten of blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie de afhankelijke variabelen beïnvloedt, werden de 85 vrouwelijke studenten at random toegewezen aan twee verschillende condities; 40 participanten aan de controlegroep en 45 participanten aan de experimentele groep. 10

11 Conditie 1 De eerste helft participanten kreeg een kort fragment te zien uit een makeover-programma, waarbij degene die een metamorfose ondergaat een chirurgische borstvergroting krijgt. Het filmpje bestond uit een aantal korte fragmenten uit het programma Gewoon mooier van RTL4, uitgezonden op 11 februari Dit programma wordt gesponsord door een kliniek voor cosmetische chirurgie, Bergman Clinics. In dit programma worden diverse vrouwen gevolgd die onzeker zijn over hun uiterlijk en een cosmetisch-chirurgische ingreep overwegen. In het programma wordt de indruk gewekt dat het ondergaan van een cosmetischchirurgische ingreep een gebruikelijke manier is om het uiterlijk te verbeteren. In de eerste scène die werd getoond aan de participanten, vertelt de jonge vrouw in kwestie over haar onzekerheid over haar kleine borsten en haar wens om een borstvergroting te ondergaan. Vervolgens werd in de tweede scène getoond hoe de jonge vrouw de cosmetisch-chirurgische ingreep ondergaat. In de laatste scène werd de jonge vrouw gefilmd na haar metamorfose. De jonge vrouw en een vriendin werden geïnterviewd en de blijdschap en tevredenheid met het uiterlijk na de borstvergroting van de jonge vrouw komen naar voren. Conditie 2 De andere helft participanten kreeg een fragment te zien uit een makeover-programma waarbij degene die onzeker is over haar borsten een metamorfose ondergaat zonder een cosmetisch-chirurgische ingreep. Het filmpje bestond uit een aantal korte fragmenten uit het programma Trinny and Susannah: missie Holland van RTL4, uitgezonden op 28 september Het programma wordt gesponsord door het lingeriemerk Marie Jo. De bekende Britse stylisten Trinny Woodal en Susannah Constatine adviseren in elke aflevering onzekere vrouwen en mannen op het gebied van kleding, make-up en kapsels. De twee stylisten proberen aan de hand van een make-over met kleding, make-up en haar, de onzekerheid van diverse vrouwen en mannen weg te nemen. In de eerste scène die werd getoond aan de participanten, vertelt een jonge vrouw over haar onzekerheid over haar kleine borsten. Vervolgens werd in de tweede scène getoond dat je met het dragen van een goede beha en het gebruik van cupvullingen een heel mooi decolleté kunt creëren. Ook wordt verteld dat met het dragen van het juiste ondergoed een taille gecreëerd kan worden, waardoor borsten beter uitkomen. Vervolgens wordt de vrouw gerestyled met kleding die haar borsten en figuur beter laat uitkomen. Er is rekening gehouden met het feit dat de vrouwen in kwestie die de metamorfose ondergaan in beide programma s zo veel mogelijk vergelijkbaar zijn. In beide fragmenten 11

12 ogen de vrouwen jong, gezond en succesvol en kampen ze met dezelfde onzekerheid over hun borsten. 3.4 Afhankelijke variabelen Ontevredenheid over het uiterlijk De eerste afhankelijke variabele is ontevredenheid over het uiterlijk. Er is gemeten in hoeverre het zien van een makeover-programma ontevredenheid oproept over het uiterlijk. Aan de hand van het voorleggen van een vragenlijst met vier stellingen, na het zien van de stimulus, kan de ontevredenheid over het uiterlijk na blootstelling aan het fragment gemeten worden. Aan de respondent werd gevraagd de mate van instemming met een bepaalde uitspraak aan te geven door middel van een 7-punts-Likertschaal, lopend van 1 (Geheel mee oneens) tot 7 (Geheel mee eens). De volgende vier stellingen zijn voorgelegd: 1. Ik vind de grootte van borsten passen bij mijn lichaam. 2. Ik vind mijn uiterlijk zoals het is precies goed. 3. Ik ben tevreden met mijn borsten. 4. Ik vind mezelf er aantrekkelijk uitzien. Om na te gaan of de vier items die ontevredenheid over het eigen uiterlijk meten, één component dekken, werd gebruikgemaakt van een factoranalyse. Uit de factoranalyse bleek dat er één component was die een eigenwaarde boven de 1 heeft. De eigenwaarde van deze component was 2,988. Deze component verklaarde voor 74,71% de variantie over de vier items. Deze component wordt als het begrip ontevredenheid over het uiterlijk beschouwd. Deze vier items tezamen vormden een zeer betrouwbare schaal (α =.886, M= 4,88, SD = 1,55). De score voor ontevredenheid is bepaald door het gemiddelde over de vier items heen en kon daarmee lopen van minimaal 1 (zeer ontevreden over het uiterlijk) tot maximaal 7 (zeer tevreden over het uiterlijk) Intentie cosmetisch-chirurgische ingreep De tweede afhankelijke variabele was de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Deze variabele werd gemeten na het tonen van de stimulus aan de hand van een vragenlijst met vier items. Ook bij dit onderdeel van de vragenlijst werd gebruikgemaakt van de hierboven genoemde 7-punts-Likertschaal. De volgende vier stellingen zijn voorgelegd: 12

13 1. Ik denk dat ik cosmetische chirurgie zou ondergaan als ik op middelbare leeftijd ben. 2. Als een cosmetisch-chirurgische ingreep gratis was, zou ik overwegen om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. 3. Als ik zou weten dat het ondergaan van cosmetisch-chirurgische ingreep geen negatieve kanten heeft, zou ik een behandeling wel willen proberen. 4. Als ik me zelfverzekerder kan voelen door het ondergaan van cosmetische chirurgie, zou ik best een cosmetisch-chirurgische ingreep willen ondergaan. Om na te gaan of de vier items die intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan meten, één component dekken, werd gebruikgemaakt van een factoranalyse. Uit de factoranalyse bleek dat er één component is die een eigenwaarde boven de 1 heeft. De eigenwaarde van deze component was 3,06. Deze component verklaarde voor 76,54% de variantie over de vier items. De component wordt als het begrip intentie om een cosmetische-chirurgische ingreep te ondergaan beschouwd. Deze vier items tezamen vormden een zeer betrouwbare schaal (α =.897, M = 3,32, SD = 1,81). De score voor de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, is bepaald door het gemiddelde over de vier items heen en kon daarmee lopen van minimaal 1 (zeer ontevreden over het uiterlijk) tot maximaal 7 (zeer tevreden over het uiterlijk). 3.5 Manipulatiecheck Datgene wat gemanipuleerd werd in het onderzoek, is het ondergaan van een cosmetischchirurgische ingreep door de hoofdpersoon uit het televisiefragment. Om na te gaan of datgene wat gemanipuleerd moest worden in het experiment, daadwerkelijk waargenomen is door de participanten, werd er aan het eind van de vragenlijst voor beide condities een laatste vraag gesteld om dit te testen. De volgende vraag is gesteld: Was er in de video die u aan het begin van de vragenlijst te zien kreeg sprake van een cosmetisch chirurgische ingreep? De antwoordcategorie bestond uit een 7-punt-Likertschaal, van zeker niet tot zeker wel. 3.6 Procedure De participanten werden via een en via de social media site Facebook benaderd om mee te doen aan het onderzoek. In het bericht met de link naar het onderzoek stond dat het 13

14 een onderzoek was dat hoogstens tien minuten zou duren. Zodra de studenten op de link hadden geklikt, kwamen zij op een welkomstscherm. De participanten werden geïnstrueerd dat ze meededen aan een onderzoekje over makeover-programma s en dat ze een fragment zouden zien en na afloop een vragenlijst zouden invullen. Ook werd duidelijk gemaakt dat de participanten schokkende beelden te zien zouden krijgen, dat het geluid aan moest staan en dat het een onderzoek betrof van de Universiteit van Amsterdam. Er zijn geen verschillen in instructie tussen de twee condities. Na de inleiding kon er op een button gedrukt worden om het onderzoek te laten starten. De studenten zijn at random toegewezen aan een van de twee condities. De ene groep, de experimentele groep, kreeg een fragment te zien van een makeover-programma waarin diegene die de metamorfose ondergaat, een cosmetisch-chirurgische ingreep onderging. De andere groep, de controlegroep, kreeg een variant te zien van het fragment waarbij iemand een metamorfose ondergaat zonder cosmetisch chirurgische ingreep. Na het zien van het fragment, moest er teruggekeerd worden naar de vragenlijst, waarbij de participanten acht items moesten invullen. Na de vragen over tevredenheid over het uiterlijk en de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, kwam de vraag voor de manipulatiecheck. Tot slot werden er demografische gegevens zoals leeftijd en opleiding gevraagd. Na afloop van het invullen van alle vragen werd de participant in het laatste scherm bedankt voor deelname aan het onderzoek. Alle participanten deden vrijwillig mee aan het onderzoek, er stond geen financiële vergoeding tegenover. 4. Resultaten 4.1 Manipulatiecheck Om na te gaan of datgene wat gemanipuleerd moest worden in het experiment, daadwerkelijk waargenomen is door de participanten, is aan de participanten gevraagd of er een cosmetischchirurgische ingreep plaatsvond in de bekeken video. De participanten in de experimentele conditie gaven eerder aan dat de hoofdpersoon in het makeover-programma een cosmetischchirurgische ingreep onderging (M = 6,18, SD = 1,6) dan de participanten uit de controlegroep (M = 1,38, SD = 1,01). Dit verschil is significant, t (83) = 16,33, p <.01, 95% CI [4,22; 5,38]. De in de makeover-programma s gemanipuleerde elementen zijn dus in voldoende mate opgemerkt door de participanten; de manipulatie is gelukt. 14

15 4.1 Toetsing hypothese 1 en 2 Voor het toetsen van de hypothesen werd gebruikgemaakt van de F-toets (ANOVA), met als onafhankelijke variabele blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie en als afhankelijke variabele respectievelijk de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan en de ontevredenheid over het eigen uiterlijk Intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan Wat betreft de intentie om een cosmetische ingreep te ondergaan, werd de volgende hypothese getoetst: Hypothese 1: Blootstelling aan makeover-programma s bevordert de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Er is een eenwegsvariantieanalyse uitgevoerd met blootstelling aan make-overprogramma s met cosmetische chirurgie als onafhankelijke variabele en de intentie om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan als afhankelijke variabele. Er mocht worden uitgegaan van gelijke populatievarianties, Levene s F (1, 83) = 0,12, p = 0,727. Er is geen significant verschil gevonden tussen de controlegroep en de experimentgroep wat betreft de intentie om een cosmetische ingreep te ondergaan, F (1, 83) = 0,65, p = 0,424, η2 = 0,008. Dit betekent dat je met de variabele blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie 0,8% van de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, kunt verklaren. Participanten die in de experimentele groep zaten, hadden geen significant sterkere intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan (M = 3,47; SD = 1,86) dan de participanten uit de controlegroep (M = 3,15; SD = 1,77). Hypothese 1 moet worden verworpen. Effect van persoonlijke kenmerken Hoewel hierover geen specifieke hypothese zijn geformuleerd, is eveneens nagegaan of persoonlijke kenmerken van de participanten verschil maken wat betreft de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, is het effect van zowel leeftijd als opleidingsniveau ook meegenomen in de variantieanalyse. 15

16 Effect van leeftijd Er is een (2x2) tweefactor-variantieanalyse uitgevoerd met blootstelling aan makeoverprogramma s en leeftijd als onafhankelijke variabelen, en de intentie om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan als afhankelijke variabele. Er is een nieuwe variabele Leeftijd (jonger vs. ouder) aangemaakt, waarbij alle participanten jonger dan 30 werden gezien als jonger en participanten ouder dan 30 jaar als ouder. 62 participanten hadden een leeftijd tussen de 19 t/m 29 jaar (jongere leeftijdsgroep) en 23 participanten een leeftijd van 30 jaar tot 58 jaar (oudere leeftijdsgroep). Er mag worden uitgegaan van gelijke populatievarianties in de groepen, Levene s F (3,81) = 2,49, p = 0,067. Er is geen significant hoofdeffect gevonden van leeftijd op de intentie om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan, F(1,81) = 1,31 p = 0,255, η2 = 0,02. Jongere participanten hadden geen significant sterkere intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan (M = 3,45, SD = 1,73) dan oudere participanten (M = 2,97, SD = 1,81). Ook is er geen significant hoofdeffect van blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie op de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, F(1,81) = 0,83 p = 0,365, η2 = 0,01. Participanten in de experimentele groep hadden geen significant sterkere intentie om een cosmetische ingreep te ondergaan (M = 3,47, SD = 1,86) dan de participanten in de controlegroep (M = 3,15, SD = 1,81). Er is geen significant interactie-effect gevonden tussen leeftijd en blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie op de intentie om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan, F(1,81) = 0,12, p = 0,723, η2 = 0,00. Jonge participanten die in de experimentele groep zaten, hadden geen significant sterkere intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan (M = 3,57, SD = 1,68) dan de oudere participanten (M = 3,21, SD = 2,29). Ook in de controlegroep hadden de jongere participanten geen significant sterkere intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan (M = 3,32, SD = 1,80) dan de oudere participanten (M = 2,65, SD = 1,67). Het effect van de blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie op de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan was niet anders bij jongere of oudere participanten. 16

17 Effect van opleiding Er is een (2x2) tweefactor-variantieanalyse uitgevoerd met blootstelling aan makeoverprogramma s en opleiding als onafhankelijke variabelen, en de intentie om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan als afhankelijke variabele. Er is een nieuwe variabele Opleiding (hoger opgeleid vs lager opgeleid) aangemaakt, waarbij alle participanten met hbo of wo-niveau werden gezien als hoger opgeleiden en participanten met lager onderwijs, mbo, mavo, mulo, havo of vwo-niveau als lager opgeleiden. 60 participanten waren hoger opgeleid en 25 participanten waren lager opgeleid. Er mag worden uitgegaan van gelijke populatievarianties in de groepen, Levene s F (3,81) = 1,25, p = 0,296. Er is geen significant hoofdeffect van opleiding op de intentie om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan, F(1,81) = 6,90, p = 0,151, η2 = 0,03. Hoger opgeleide participanten hadden geen significant sterkere intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan (M = 3,47, SD = 1,72) dan lager opgeleide participanten (M = 2,96, SD = 2,00). Er is geen significant interactie-effect gevonden tussen opleiding en blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie op de intentie om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan, F(1,81) = 0,11, p = 0,743, η2 = 0,00. Hoger opgeleide participanten die in de experimentele groep zaten, hadden geen significant sterkere intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan (M = 3,68, SD = 1,72) dan lager opgeleide participanten (M = 3,15, SD = 2,06) in de experimentele groep. Ook in de controlegroep hadden de hoger opgeleide participanten geen significant sterkere intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan (M = 3,30, SD = 1,73) dan de lager opgeleide participanten (M = 2,46, SD = 1,91) in de controlegroep. Het effect van blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie op de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan was niet anders bij hoog- of laagopgeleide participanten. Tot slot is er een significant interactie-effect gevonden tussen leeftijd en opleiding op de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, F (1, 83) = 5,16, p <.05, η2 = 0,052. Jongere laagopgeleide participanten hadden een significant sterke intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan (M = 3,68, SD = 2,02) dan jongere hoogopgeleide participanten (M = 3,38, SD = 1,65). De oudere hoogopgeleide participanten 17

18 hadden een significant sterke intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan (M = 3,81, SD = 2,02) dan de oudere laagopgeleide participanten (M = 2,05, SD = 1,64). Leeftijd in combinatie met opleiding heeft effect op de intentie om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan Ontevredenheid over het uiterlijk Wat betreft de mate van ontevredenheid over het uiterlijk werd de volgende hypothese getoetst: Hypothese 2: Het zien van makeover-programma s met cosmetische chirurgie roept ontevredenheid op over het eigen uiterlijk. Er is een eenwegsvariantieanalyse uitgevoerd met de blootstelling aan makeoverprogramma s met cosmetische chirurgie als onafhankelijke variabele en de ontevredenheid over het uiterlijk als afhankelijke variabele. Er mag worden uitgegaan van gelijke populatievarianties, Levene s F (1, 83) = 0,85, p = 0,361. Er is een significant verschil gevonden tussen de controlegroep en de experimentgroep wat betreft de mate van ontevredenheid over het eigen uiterlijk, F (1, 83) = 5,16, p <.05, η2 = 0,059. Dit betekent dat de variabele blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie 5,9 % van de variabele ontevredenheid over het uiterlijk verklaarde. Participanten die in de experimentele groep zaten, waren minder tevreden over hun uiterlijk (M = 4,53; SD = 1,60) dan de participanten uit de controlegroep (M = 5,28; SD = 1,42). Dit betekent dat Hypothese 2 mag worden aangenomen. Er kan gesteld worden dat na de blootstelling aan een makeover-programma met cosmetische chirurgie, participanten minder tevreden waren over hun uiterlijk. 4.3 Toetsing hypothese 3 Om na te gaan in hoeverre er een verband is tussen de mate van ontevredenheid over het uiterlijk en de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, werd de volgende hypothese getoetst: Hypothese 3: Hoe groter de ontevredenheid over het uiterlijk, hoe groter de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. 18

19 Correlatie tussen intentie en tevredenheid De correlatiecoëfficiënt tussen intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan en tevredenheid over het eigen uiterlijk was -0,282 (r = - 0,28), p <.05. Het is een zwakke negatieve samenhang tussen de twee variabelen. Hoe minder tevreden iemand is over zijn uiterlijk, hoe groter de intentie is om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, en hoe meer tevreden iemand is over zijn uiterlijk, hoe minder groot de intentie is om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Hypothese 3 mag worden aangenomen. 5. Conclusie Met behulp van een experiment is getracht een antwoord te vinden op de volgende onderzoeksvraag die in dit onderzoek centraal heeft gestaan: In hoeverre beïnvloedt blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, en in hoeverre kan dit worden verklaard door ontevredenheid over het eigen uiterlijk?" Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat participanten die keken naar makeoverprogramma s met cosmetische chirurgie geen sterkere intentie hadden om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan dan de participanten die keken naar makeoverprogramma s zonder cosmetische chirurgie. Daarentegen bleek wel dat het zien van makeover-programma s met cosmetische chirurgie ontevredenheid kan oproepen over het eigen uiterlijk. Participanten die keken naar makeover-programma s met cosmetische chirurgie waren minder tevreden over hun eigen uiterlijk dan participanten die keken naar makeover-programma s zonder cosmetische chirurgie. Ook bleek dat wanneer participanten meer tevreden waren over hun uiterlijk, zij minder snel de intentie hadden om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Concluderend kan gesteld worden dat blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie niet zorgt voor een sterkere intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, maar wel ontevredenheid kan oproepen over het eigen uiterlijk. Ten slotte kan er geconcludeerd worden dat de mate van ontevredenheid over het uiterlijk samenhangt met de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. 19

20 6. Discussie 6.1 Beperkingen en aanbevelingen voor aanvullend onderzoek Dit onderzoek kent een aantal kleine beperkingen. De procedure van het experiment kan een beperking vormen. De participanten hebben een link opgestuurd gekregen en hun werd gevraagd naar een filmpje te kijken om vervolgens de vragenlijst in te vullen. Er kan niet met zekerheid nagegaan worden of alle participanten daadwerkelijk het filmpje hebben (af)gekeken. Wanneer de participanten op een onderzoekslocatie zouden meewerken aan dit experiment, zou hier meer zicht op zijn en zou dit beter gecontroleerd kunnen worden. Gezien de beperkte omvang van de onderzoeksgroep (n = 85) kunnen er geen harde conclusies getrokken worden. Ook de spreiding in leeftijd (62 participanten tussen de 19 en 30 jaar en 23 participanten 31 jaar of ouder) had beter verdeeld kunnen zijn. Het belangrijkste resultaat van dit onderzoek was dat het zien van makeover-programma s met cosmetische chirurgie ontevredenheid opriep over het eigen uiterlijk. De sociale vergelijkingstheorie (Festinger, 1954) kan deze aangenomen hypothese verklaren. Volgens deze theorie hebben mensen de behoefte zich te vergelijken met anderen. Als vrouwen hun lichaam vergelijken met het ideale lichaam, dat wordt weergegeven in de makeoverprogramma s, beoordelen vrouwen hun uiterlijk negatiever. Ook de cultivatietheorie (Gerbner, 1998) speelt een mogelijke verklarende rol bij de aangenomen hypothese. De cultivatietheorie zou het ontstaan van een heersend onrealistisch schoonheidideaalbeeld onder zware televisiekijkers eventueel kunnen verklaren. Door de stereotiepe representaties van de perfecte vrouw in de makeover-programma s wordt weergegeven hoe vrouwen eruit dienen te zien en hierdoor kunnen vrouwen minder tevreden zijn met hun eigen uiterlijk. Een kanttekening bij dit onderzoek is dat het kijkgedrag van de respondent niet is meegenomen in de analyse. Vervolgonderzoek zou zich meer kunnen richten op het mogelijke verschil tussen zware en lichte kijkers naar makeover-programma s wat betreft tevredenheid over het uiterlijk en de intentie om zelf een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Blootstelling aan het makeover-programma met cosmetische chirurgie bleek niet te zorgen voor een sterkere intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. De sociale leertheorie steunt deze hypothese niet voldoende. Met het oog op deze theorie was voorspeld 20

21 dat de kijker eerder geneigd zou zijn een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, omdat de positieve effecten van deze ingreep duidelijk getoond worden in de makeoverprogramma s. Om na te gaan of persoonlijke kenmerken van de participanten wel verschil maken wat betreft de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, is het effect van zowel leeftijd als opleidingsniveau meegenomen in de variantieanalyse. Het is echter opmerkelijk te noemen dat er geconcludeerd werd dat er geen significant verschil was tussen hoog- en laagopgeleide participanten wat betreft hun intentie om een cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan. Voor vervolgonderzoek kan het belangrijk zijn om een meer gelijke verdeling te maken tussen hoger en lager opgeleide participanten en om de beroepsgroep van de participanten mee te nemen in het onderzoek. Verondersteld kan worden dat iemand die werkt in een omgeving waarbij uiterlijk een grote rol speelt of cosmetische chirurgie meer geaccepteerd is, sneller de intentie krijgt om zelf een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Ook het meenemen van de variabele leeftijd op de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan bleek geen significant verschil te maken tussen de experimentele groep en de controlegroep. Verondersteld zou kunnen worden dat vrouwen op oudere leeftijd mogelijk eerder geneigd zouden zijn om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, omdat zij het gevoel hebben dat ze minder makkelijk kunnen voldoen aan het schoonheidsideaal. Daarentegen kan ook verondersteld worden dat vrouwen op jongere leeftijd juist eerder geneigd zullen zijn om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, omdat leeftijdsgenoten dit in makeover-programma s ook doen. In vervolgonderzoek zou een grotere groep participanten nodig zijn met een meer gelijke verdeling tussen oude en jongere participanten. In het huidige onderzoek waren de oude participanten niet echt oud maar alleen relatief oud. Het is echter wel opmerkelijk te noemen dat er geconcludeerd kan worden dat er een significant interactie-effect is tussen leeftijd en opleiding op de intentie om cosmetischchirurgische ingreep te ondergaan. Oudere hoogopgeleide en jongere laagopgeleide participanten hebben de sterkste intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan ongeacht de blootstelling aan makeover-programma s met of zonder cosmetische chirurgie. 21

22 Er is een samenhang gevonden tussen de mate van ontevredenheid over het uiterlijk en de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Er kan gesteld worden dat hoe minder tevreden je bent over je uiterlijk, hoe sterker de intentie is om een cosmetische ingreep te ondergaan. Er is in de eerste hypothese geen causaal verband gevonden tussen de variabelen blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie en intentie om een cosmetischchirugische ingreep te ondergaan. Maar gezien blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie ontevredenheid over uiterlijk oproept en er een verband is tussen ontevredenheid en intentie, zou verondersteld kunnen worden dat er toch indirect een verband zou moeten zijn tussen blootstelling aan makeover-programma s met cosmetische chirurgie en de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan. Vervolgonderzoek is nodig om deze relaties uitgebreider te onderzoeken met mogelijk het toevoegen van extra factoren die de intentie om een cosmetisch-chirurgische ingreep te ondergaan, beïnvloeden. De gevonden resultaten zouden een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappelijke discussie rondom de problematiek van een laag zelfbeeld van vrouwen, waaraan de media ten grondslag zouden liggen. De veronderstelling dat de duizenden reclameboodschappen over schoonheid ontevredenheid over het uiterlijk oproepen, kan ondersteund worden door de resultaten van dit onderzoek. Door de onrealistische beelden van perfecte vrouwen komt de lat van mooi zijn steeds hoger te liggen en zijn vrouwen minder tevreden met hun eigen uiterlijk. Daarentegen is in dit onderzoek niet aangetoond dat blootstelling aan makeoverprogramma s met cosmetische chirurgie de intentie bevordert om een cosmetischchirurgische ingreep te laten doen. Om meer inzicht te krijgen in deze problematiek is daarom vervolgonderzoek nodig. Literatuurlijst Bandura, A. (2001). Social cognitive theory of mass communication, Media Psychology, 3, doi: /S XMEP0303_03. Bergman, S. (Director/Producer). Beperkt houdbaar. (2007) Nederland: Opgehaald 25 september, 2012 van: 22

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

You need a makeover!

You need a makeover! Vitaly Bidrosyan, 6369413 januari 2013 Bachelorscriptie Communicatiewetenschap Begeleiding: Dr. Sandra Zwier You need a makeover! Samenvatting In deze scriptie staat beschreven wat het effect is van blootstelling

Nadere informatie

Makeover-programma s met cosmetische chirurgie: Effect op waargenomen prevalentie en acceptatie van cosmetische chirurgie

Makeover-programma s met cosmetische chirurgie: Effect op waargenomen prevalentie en acceptatie van cosmetische chirurgie Makeover-programma s met cosmetische chirurgie: Effect op waargenomen prevalentie en acceptatie van cosmetische chirurgie Stefan Borghuis, studentnummer 5813530 14 januari 2013 Bachelorthesis Communicatiewetenschap

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

De perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar

De perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar De perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar Master thesis Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Een foto zegt meer dan 1000 woorden.

Een foto zegt meer dan 1000 woorden. 1 RUNNING HEAD: Het effect van Facebookfoto s op het lichaamsbeeld Een foto zegt meer dan 1000 woorden. Een onderzoek naar de invloed van Facebookfoto s op het lichaamsbeeld bij mannen en vrouwen Master

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

1 Televisiezenders die men wel eens bekijkt en de mate waarin men deze zou missen. (Basis: n=319)

1 Televisiezenders die men wel eens bekijkt en de mate waarin men deze zou missen. (Basis: n=319) Samenvatting Om een indruk te krijgen van de prestaties van Talpa is de respondenten gevraagd aan te geven naar welke zenders zij wel eens kijken. Van alle zenders die men kijkt is vervolgens vastgesteld

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Premasterthesis Communicatiewetenschappen Het effect van informatielabels bij afbeeldingen van dunne modellen

Premasterthesis Communicatiewetenschappen Het effect van informatielabels bij afbeeldingen van dunne modellen Premasterthesis Communicatiewetenschappen Het effect van informatielabels bij afbeeldingen van dunne modellen A Angela Willemse 2504531 27 juni 2012 Begeleidend docent: Marjolein van der Aar Vrije Universiteit

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Van een onschuldige televisiekijker naar een afspraak bij de plastisch chirurg BACHELOR THESIS

Van een onschuldige televisiekijker naar een afspraak bij de plastisch chirurg BACHELOR THESIS Een online surveyonderzoek onder Nederlandse volwassenen naar het verband tussen kijken naar het reality televisieprogramma Keeping up with the Kardashians en het zelfbeeld, zelfvertrouwen, de zelftevredenheid

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten

Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten Merlene Rasing Bachelorthesis Studentnummer: 6214649

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts E-Health en de huisarts Digitaal Stadspanel Rotterdam Achtergrond Een taak van de gemeente is het bevorderen van de gezondheid van haar inwoners. In haar nota Publieke Gezondheid 2016-2020 Rotterdam Vitale

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno. TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

A. Business en Management Onderzoek

A. Business en Management Onderzoek A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Factsheet Veilig Uitgaan = Veilig thuiskomen

Factsheet Veilig Uitgaan = Veilig thuiskomen Factsheet Veilig Uitgaan = Veilig thuiskomen Achtergrond Veilig uitgaan = Veilig thuiskomen Onderzoeksdoel en onderzoeksopzet Steekproef Resultaten werkelijk gebruik Resultaten gebruik in verkeer Resultaten

Nadere informatie

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten 1 Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten In opdracht van InterBank juli 2006 2 Copyright 2006 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. De resultaten zoals beschreven

Nadere informatie

2 Emoties in de spreekkamer

2 Emoties in de spreekkamer Welkom! Welkom bij de zesde PanelCom nieuwsbrief. Als lid van PanelCom houden wij u op de hoogte van onderzoeken waar u aan kunt meewerken én de onderzoeken waar u mogelijk aan hebt meegewerkt. Wij waarderen

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Structuur van wetenschappelijke verslagen

Structuur van wetenschappelijke verslagen Structuur van wetenschappelijke verslagen In de wetenschap is een structuur ontwikkeld voor de verslaglegging van toegepast onderzoek. Deze structuur wordt in de meeste wetenschappelijke artikelen aangehouden

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Wat heeft dat te betekenen?!

Wat heeft dat te betekenen?! Wat heeft dat te betekenen?! De relatie tussen de ervaren betekenisvolheid van het rekenonderwijsaanbod en de resultaten op rekentoetsen op de pabo Puck Lamers, WO-student Radboud Universiteit Nijmegen,

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

De invloed van docentenprofessionalisering op het leren van studenten. Ann Stes Sven De Maeyer David Gijbels Peter Van Petegem

De invloed van docentenprofessionalisering op het leren van studenten. Ann Stes Sven De Maeyer David Gijbels Peter Van Petegem De invloed van docentenprofessionalisering op het leren van studenten Ann Stes Sven De Maeyer David Gijbels Peter Van Petegem Docentenprofessionalisering Universiteit Antwerpen Onderwijskundig - didactische

Nadere informatie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie 1) Vul de volgende uitspraak aan, zodat er een juiste bewering ontstaat: De verdeling van een variabele geeft een opsomming van de categorieën en geeft daarbij

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Het Inleveren van Goederen bij Kringloopbedrijf De Beurs: Gedragsdeterminantenonderzoek en Klanttevredenheidsonderzoek.

Het Inleveren van Goederen bij Kringloopbedrijf De Beurs: Gedragsdeterminantenonderzoek en Klanttevredenheidsonderzoek. Het Inleveren van Goederen bij Kringloopbedrijf De Beurs: Gedragsdeterminantenonderzoek en Klanttevredenheidsonderzoek. Bacheloronderzoek Communicatiewetenschap M. L. Kampman Het Inleveren van Goederen

Nadere informatie

SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA

SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA Een onderzoek naar sportmotivatie en het effect van de causale oriëntaties uit de Self-Determination Theory Naam: Britta Glimmerveen Studentnummer: 10251642

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

Klantevredenheidsonderzoek Ditzo schade December 2016

Klantevredenheidsonderzoek Ditzo schade December 2016 Klantevredenheidsonderzoek Ditzo schade December 2016 Klanttevredenheidsonderzoek 13.152 schadeklanten benaderd: 779 deelnemers, 6%! 2 selecties: Klantgroep 1 - Totaal 6.574, deelnemers 311 Klantgroep

Nadere informatie

Angst zaaien, problemen oogsten

Angst zaaien, problemen oogsten Angst zaaien, problemen oogsten Experiment naar de effecten van nieuwsframes en attitudes over de vluchtelingencrisis op de angst voor terrorisme Sterre Burgers, 10581928, Universiteit Van Amsterdam Bachelor

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3

De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3 3 De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3 Experiment 2 Onderzoek naar sociale beïnvloeding laat zien dat mensen over het

Nadere informatie

Internetpanel over de lokale media

Internetpanel over de lokale media Internetpanel over de lokale media In opdracht van: Afdeling Communicatie Rapportage door: Team Beleidsonderzoek & Informatiemanagement Gemeente Purmerend J. van Poorten november 2008 Verkrijgbaar bij:

Nadere informatie

Girls Talk+ Ontwikkeling en evaluatie van een counselingsprogramma over relaties en seksualiteit voor meisjes met een lichte verstandelijke beperking

Girls Talk+ Ontwikkeling en evaluatie van een counselingsprogramma over relaties en seksualiteit voor meisjes met een lichte verstandelijke beperking Girls Talk+ Ontwikkeling en evaluatie van een counselingsprogramma over relaties en seksualiteit voor meisjes met een lichte verstandelijke beperking Willy van Berlo 1 Wie is wie? Ontwikkelaars: Annelies

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2 (Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De

Nadere informatie

De Japanse vrouw: Slachtoffer van het westers schoonheidsideaal

De Japanse vrouw: Slachtoffer van het westers schoonheidsideaal De Japanse vrouw: Slachtoffer van het westers schoonheidsideaal Bachelorthese Sociale Psychologie Naam: Carian Thus Collegekaartnummer: 0580449 Inleverdatum: 13 augustus 2008 Begeleider: Helma van de Berg

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop. Bewust en positief omgaan met ADHD. Universiteit van Tilburg Forensische psychologie. 23 april 2010

Evaluatierapport. Workshop. Bewust en positief omgaan met ADHD. Universiteit van Tilburg Forensische psychologie. 23 april 2010 Evaluatierapport Workshop Bewust en positief omgaan met ADHD Universiteit van Tilburg Forensische psychologie 23 april 2010 Drs. Arno de Poorter (workshopleider) Drs. Anne van Hees (schrijver evaluatierapport)

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Irritable Bowel Syndrome & Inflammatory Bowel Disease

Irritable Bowel Syndrome & Inflammatory Bowel Disease Rijksuniversiteit Groningen Wetenschapswinkel Geneeskunde & Volksgezondheid Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Vakgroep Sociologie Irritable Bowel Syndrome & Inflammatory Bowel Disease

Nadere informatie

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools Hoe kan de leerkracht het leerproces van leerlingen tijdens een coöperatief leren (CL) curriculum op multiculturele basisscholen optimaliseren? Moet de leerkracht de leerlingen zoveel mogelijk aansturen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015 Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015 Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen Andrew Britt, Volkan Atalay, augustus 2015 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 SAMENVATTING 2 HOOFDSTUK 2 WAARDERING

Nadere informatie