Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Transcriptie

1 Samenvatting Maatschappijleer Massamedia Samenvatting door een scholier 1565 woorden 19 april ,5 8 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Natuur: datgene wat aangeboren is. Cultuur: alle waarden,normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en dus vanzelfsprekend beschouwd worden. Kenmerken: - Normen (gedragregels) en waarden (principes) - Kennis - Sport - Gewoontes - Symbolen - Opvattingen - Feestdagen - Het gedrag van mensen is een combinatie van cultuur en natuur. - Culturen verschillen per plaats, tijd en groep. - Waar normen en waarden verschillen kunnen conflicten ontstaan. Dominante cultuur: als Eén cultuurgroep in een samenleving overheerst Subcultuur: wanneer normen, waarden en andere cultuurkenmerken op bepaalde onderdelen afwijken van de dominante cultuur. Iedere subcultuur heeft zijn eigen gewoonten en regels. Tegencultuur: deze cultuur hoort bij mensen die zich verzeten tegen de dominante cultuur of daar een bedreiging voor vormen. Via protesten proberen mensen de dominante cultuur te veranderen. Vb feministes in jaren `70. Bedrijfscultuur: bestaat uit alle normen, waarden en gewoonten die er in een bedrijf gelden. - Vaak is een tegencultuur een uiting van een generatieconflict. - De basis van een tegencultuur wordt gelegd door het creëren van een conflictsituatie. Multiculturele samenleving: een maatschappij waar mensen naast elkaar leven met verschillende culturele achtergronden. Oorzaken dat mensen uit verschillende landen naar NL komen om hier te komen wonen: * Betere communicatie => dankzij nieuwe media weten we tegenwoordig wat erin de rest van de wereld gebeurd, mensen weten meer van elkaar en andere culturen zijn minder vreemd. * Betere vervoer => transportmiddelen hebben ervoor gezorgd dat we snel verre gebieden makkelijker te bereiken zijn. Pagina 1 van 6

2 - Leven in een multiculturele samenleving betekent dat mensen een manier moeten vinden om met elkaars cultuur om te gaan veel culturen nemen steeds meer van elkaar over. - Jeugdculturen ontstaan doordat: 1)Jongeren een eigen leefstijl willen die anders is dan de leefwijze van hun ouders. Ze willen meer vrijheid om dingen zelf te beslissen. 2)Na WO2 nam de welvaart toe en kregen jongeren steeds meer te besteden. 3)Jongeren hebben behoefte aan geborgenheid van een groep. - Jeugdculturen komen vaak voort uit muziekstromingen, vb rap,house,punk. Socialisatie: is het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert. Doel is aanpassing van het individu aan zijn omgeving, maar ook instandhouding en continuering van de cultuur over een periode van vele jaren. - Socialisatie zorgt ervoor dat het leven in een samenleving geordend kan verlopen, zonder socialisatie kan vrijwel niemand overleven, maar ook een cultuur kan niet zonder socialisatie overleven en dreigt een samenleving uit elkaar te vallen. Socialiserende instituties: instellingen, organisaties en overige collectieve gedragspatronen waarmee de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt. Belangrijke socialiserende instituties: * School: hier leren kinderen discipline. * Werk: hier moet je prestaties leveren. * Maatschappelijke groeperingen: mensen leren zich gedragen naar normen en waarden van vooral geloofsinrichtingen/sportsclubs. * Overheid: in onze maatschappij gelden talloze regels, wie de wet overtreed kan te maken krijgen met strafvervolging. * Media: beïnvloeden het gedrag van de mensen, vooral de televisie. - Onder collectieve gedragspatronen verstaan we gemeenschappelijke gebeurtenissen als carnaval, prinsjesdag, kerstmis, ramadan => hiermee worden normen en waarden overgebracht. Sociale controle: de wijze waarop mensen andere mensen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden. - Sociale controle noemen we formeel wanneer deze is gebaseerd op geschreven regels, vb wetten, reglement. - Sociale controle noemen we informeel wanneer deze is gebaseerd op ongeschreven regels, vb beleefdheidsvormen. - Sociale controle vind plaats in sancties, waarmee mensen ervoor zorgen dat anderen zich gedragen naar de geldende formele en informele normen 4 vormen van maatregelen: * Formele positieve sancties => diploma-uitreiking. * Formele negatieve sancties => beroerte. * Informele positieve sancties => compliment. * Informele negatieve sancties => kind wordt naar zijn kamer gestuurd. Pagina 2 van 6

3 - Doel van socialisatie en sociale controle is bereikt, wanneer er internalisatie van de cultuur plaatsvindt. Hiermee bedoelen we dat mensen zich sommige aspecten van hun cultuurgroep zo eigen hebben gemaakt. - Socialisatie en internalisatie vinden ook vaak plaats doordat kinderen het gedrag van hun ouders nabootsen. Communicatie: een proces waarbij een zender bedoeld of onbedoeld een bepaalde boodschap overbrengt aan een ontvanger. Communicatie is een sociaal proces. Soorten communicatie: * Directe, indirect => face to face contact, bij indirect juist niet. * Eenzijdig, meerzijdig => sprake van eenrichtingsverkeer vb radio,tv. Meerzijdig is het als er meerder deelnemers zijn vb telefoongesprek. * Verbale, non-verbale => als er gebruik wordt gemaakt van gesproken en geschreven woord. Non-verbale wordt onbedoeld overgebracht vb tekeningen, symbolen. * Massacommunicatie. Gemeenschappelijke kenmerken van massacommunicatie: * De informatie die ze overbrengen is bedoeld voor een groot en anoniem publiek. * De informatie is openbaar en voor iedereen toegankelijk. * De relatie tussen zender en ontvanger is onpersoonlijk. * De communicatie verloopt meestal eenzijdig. De ontvanger kan meeste gevallen alleen indirect en achteraf reageren. Er is dus weinig feedback, en zenders kunnen vaak niet meteen controleren of de boodschap wordt begrepen. Soorten boodschappen van massamedia (boodschappen lopen meestal door elkaar heen): * Amusement * Nieuws * Meningsvorming * Cultuur * Educatie en onderwijs Media belangrijk voor de samenleving => 1) voor de instandhouding van de democratie. 2) voor de cultuuroverdracht => boekdrukkunst uitgevonden => op grotenschaal lezen van kranten, tijdschriften. Verschillende gedrukte massamedia: * Tijdschriften: doel => overbrengen van verschillende informatie. * Kranten: doel => brengen van nieuwsfeiten, aangevuld met achtergrondinformatie en andere praktische gegevens. * Huis-aan-huisbladen: doel => overbrengen van plaatselijk of regionaal nieuws. Pagina 3 van 6

4 Kranten: landelijk dagblad verschijnt in heel Nederland (telegraaf, AD,volkskrant). Regionale dagblad zijn alleen te verkrijgen in een bepaalde streek (parool,de Limburger). Populaire krant leggen de nadruk op sensationeel nieuws, amusement (telegraaf,ad) Kwaliteit krant richten zich vooral op politieke ontwikkelingen en achtergronden van nieuws (NRC handelsblad). - Tijdschriften hebben 2 dingen met elkaar gemeen: komen eens per week/maand/kwartaal uit en vaak bedoeld voor een bepaalde doelgroep. Soorten tijdschriften: * Jongerenbladen => bobo voor kleuters tot yes voor jongeren. * Vrouwenbladen => libelle, margriet, cosmopolitan, ELLE. * Vakbladen => kinderopvang, personeel&organisatie. * Roddelbladen => privé, story, weekend. * Secial-intrestbladen => onze hond,pc koop. * Opiniebladen => HP de tijd, vrij Nederland. * Omroepgidsen => veronica, VARA. Soorten zenders: * Publieke omroepen:wordt bepaald dat ze een deel van de zendtijd aan bepaalde dingen besteden. Krijgen hun geld via omroepbijdrage en deel van de reclameopbrengst * Regionale en lokale omroepen:brengen plaatselijk/regionaal nieuws. Geld uit subsidies * Commerciële omroepen: inkomensbron uit opbrengst uit reclameboodschappen. Duaal bestel: zowel publieke als commerciële omroepen zenders uitzenden. Nieuwe media: nieuwe informatiebronnen naast gedrukt media,radio, televisie => begin internet was te moeilijk 1990 kwam een gebruiksvriendelijk versie. Objectiviteit: beschrijving van feiten en meningen die in overeenstemming is met de werkelijkheid. Om objectiviteit zo dicht mogelijk te benaderen, moeten journalisten in ieder geval: * Scheiding maken tussen feiten en commentaar. * Het principe van hoor en wederhoor toepassen. * Over kennis van zaken te beschikken. De leiding van kranten is gescheiden in 2 aparte verantwoordelijkheden: * Directe: is verantwoordelijk voor het zakelijk en financiële management. * Redactie: heeft de inhoudelijke verantwoordelijkheid. Om conflicten te voorkomen is de verhouding tussen de verantwoordelijkheden vastgelegd in het redactiestatuut, en is opgenomen in de COA van dagbladjournalisten. Meeste kranten streven naar identiteit, dit blijkt uit: * Keuze van de onderwerpen door journalisten en de redactie. * Presentatie (de grote van de koppen, plaats, lengte van het artikel. * Eigen commentaar en analyse. Pagina 4 van 6

5 Redacties zijn verantwoordelijk voor het eindproduct van kranten,televisieprogramma s, tijdschriften. Verschillende nieuwsbronnen: * Personen en instellingen * Nieuwsgaring * Persbureau`s: ANP,DPA,algemeen Nederlands persbureau. Selectiecriteria: * Hoe uitzonderlijk is een bericht. * Hoe ingrijpend zijn de gevolgen. * Is het feit van belang voor het totaalinzicht in een bepaalde kwestie. * Wat sluit aan bij de interesse van de doelgroep. Off the record: iemand zegt tijdens een interview dingen die hij/zij liever niet gepubliceerd wil zien. Embargo: er mag niet voor een bepaald tijdstip de informatie gepubliceerd worden. Beïnvloedingstheoriën: * De injectienaald-theorie: in beginjaren van massamedia geloofde men sterk in de macht van radio en tv, de media werd gezien als injectienaald die het publiek druppel voor druppel met bepaalde ideeën kon volspuiten. Volgens deze theorie zou het publiek de boodschap klakkeloos overnemen waardoor meningen minder verdeeld raakten en de cultuur homogener werd. Door indoctrinatie en manipulatie. * Multipe-step-flow of communication: volgens deze theorie hebben de massamedia meestal alleen indirecte invloed. Deze beïnvloeding verloopt via bepaalde mensen uit onze naaste omgeving (zogenaamde opinieleiders) * Selectieve perceptie: deze theorie benadrukt het geven dat mensen informatie nooit objectief waarnemen, elke informatie wordt zodanig geselecteerd en vervormd dat deze zoveel mogelijk past in ons referentiekader. * Politieke agendatheorie: soms besteden de media zoveel aandacht aan een onderwerp, dat ook politici zich moeten uitspreken. Indoctrinatie:het opdringen van meningen. Manipulatie: leugens mensen beïnvloeden, komt vaak voor bij een dictatuur. Opinieleiders: mensen die binnen een bepaalde kring veel gezag hebben. Referentiekader: geheel van normen, waarden, kennis en ervaring. Vooroordeel: oordeel over iemand dat niet op kennis van zaken berust, (meestal gaat dit over 1 persoon). Stereotypering: een vaststaand beeld waarbij we aan een hele groep bepaalde kenmerken toeschrijven, (meestal gaat het hier alleen om een hele groep). Meestal gebruiken mensen vooroordelen en stereotyperingen om zich af te zetten tegen andere groepen, Pagina 5 van 6

6 het gevaar is dat het gemakkelijk kan leiden tot discriminatie. - Media geeft ons geen reëel beeld van de omvang en soorten criminaliteit. - Media is ook van invloed op onze angst om slachtoffer te worden. 2 algemene uitgangspunten duidelijk aanwezig in het beleid van de Nederlandse overheid: * Vrijheid van meningsuiting (deze is wel gebonden aan regels). * Bescherming van pluriform aanbod. Houding van de overheid tegenover de pers wordt gekenmerkt door 2 tegengestelde principes: * Vrijemarktprincipe, d.w.z. het bestaansrecht van bladen overlaten aan de vraag of er voldoende behoeft aan is. * Bescherming van pluformiteit, d.w.z. ervoor zorgen dat er voldoende bladen met een duidelijke verschillende `kleur` te krijgen zijn. Marktgericht: actief bezig zijn om voldoende betalende lezeres te bereiken, ze halen hun inkomsten uit abonnementen, losse verkoop en advertenties => bedrijfsfonds voor de pers: geld uit dit fonds werd vooral gebruikt om enkele landelijke dagbladen met een duidelijke politieke of kerkelijke kleur die in nood verkeerden te helpen, vb parool,trouw. Kenmerk 20ste eeuw => overheid ging zich met de maatschappelijke leven bemoeien. Sluikreclame (is verboden):het doelbewust tonen of noemen van een product of productnaam, zonder dat het publiek weet dat het om reclame gaat. Verzuiling: verschillende groepen in een samenleving, met ieder een ieder een eigen kerken, politieke richting, krant Ontzuiling: het wegvallen van de verschillende groepen binnen een samenleving. Belangrijke reden voor een fusie van uitgevers zijn de technologische veranderingen die alleen de grote concerns zich kunnen veroorloven. Hoe hoger het kijkcijfer, hoe meer er moet worden betaald voor een spotje. Kijkcijfer is vooral belangrijk voor commerciële zenders, omdat reclamegelden hun enige inkomsten zijn. Pagina 6 van 6