Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Transcriptie

1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1411 woorden 10 oktober ,6 16 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi HOOFDSTUK 1 Massamedia Communicatiemedia zijn in onze samenleving niet meer uit het dagelijkse leven weg te denken -> televisie, radiozenders, kranten en surfen op het Internet. Maar ook mobiele telefoon of eigen adres. Dankzij snelle technologische ontwikkelingen kun je goed geïnformeerd blijven over de wereld om je heen. Persoonsgericht-> brieven, fax, telefoon en . Kranten en televisie niet. -> Richten zich op het grote publiek ->massamedia Speelt een grote rol in onze samenleving. Hoofdvraag: Wat is de invloed van de massamedia op de hedendaagse samenleving? Communicatie -> het proces waarbij een zender, bedoeld of onbedoeld, een boodschap overbrengt aan een ontvanger. -> is mogelijk met of zonder hulpmiddelen, taal en met of zonder directe reactiemogelijkheid. Vormen van communicatie: Face to face = zender en ontvanger zijn beide lijfelijk aanwezig. directe reactie: feedback Kunnen van functie verwisselen Zender en ontvanger maken gebruik van een communicatiemiddel. (indirect) Directe reactie mogelijk: telefoon Soms ook niet: brief De zender richt zich tot een groot, meestal betrekkelijk anoniem publiek. Reactie mogelijk: lezing in een zaal. Meestal niet mogelijk: radioprogramma s en tv programma s. Pagina 1 van 5

2 Boodschap ->kern van het communicatieproces. Bevat informatie, en er wordt als het goed is correct op gereageerd. Communicatiestoornis -> dan wordt er op de informatie niet correct gereageerd. Verbale communicatie -> er wordt gesproken taal gebruikt. Non verbale communicatie -> geen gebruik van gesproken taal, iemand tik bijv. Met zijn vinger op zijn voorhoofd. (betekent: ben je gek?) Maar het kan ook misverstanden veroorzaken: In Spanje betekent het dat je heel slim bent! Bij een telefoongesprek mis je het non verbale deel. Indirecte vorm van communicatie waarbij een technisch medium gebruikt wordt. Medium -> middel om een boodschap over te brengen. Media: taal en een technisch medium. Massacommunicatie -> een vorm van communicatie waarbij de zender met technische hulpmiddelen (media)in staat is om grote aantallen mensen met een boodschap te bereiken. Technische hulpmiddelen is bepalen voor dit begrip!!! Massamedia: De geboden informatie is openbaar en voor iedereen toegankelijk De informatie is bedoeld voor een groot, heterogeen en anoniem publiek. Relatie tussen zender en ontvanger is onpersoonlijk. Verloop van communicatie is eenzijdig. Directe feedback bijna onmogelijk. Alleen indirect is mogelijk. A: Gedrukte media kranten en tijdschriften B: audiovisuele media radio en televisie In onze democratische samenleving hebben de massamedia een aantal functies. Er wordt in alle functie een boodschap of informatie overgebracht. Nieuws Kranten bestaan voornamelijk uit nieuws. Op radio en televisie maakt nieuws een belangrijk deel uit van het totale aanbod. Nieuws is vaak een publiektrekker. Hoge kijkcijfers worden behaald door programma s met een zekere nieuwswaarde erin. Amusement Quizzen, shows en soaps. Bij commerciële tv zenders speelt amusement de hoofdmoot van het aanbod. Publieke omroepen zender minder amusement uit. Educatie Programma s waarin informatie wordt uitgezonden waarvan de kijker iets van kan leren: bijv. Teleac. Ook Pagina 2 van 5

3 programma s die worden uitgezonden voor het onderwijs. opinievorming Discussieprogramma s, sommige talkshows. Gedrukte media: hoofdredactie geeft de mening van de krant weer over politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Kranten hebben een rubriek waar de lezer zijn mening kenbaar maakt (vaak maatschappelijke onderwerpen). Politieke functies Sommige tv programma s vervullen meerdere functies tegelijk, en zou je beter kunnen preken van een mengfunctie. Om goede kijkcijfers te halen wordt er vaak amusement door heen gemengd. In een democratisch land vervullen de massamedia een aantal functies die betrekking hebben op de verhouding tussen overheid en burgers (politieke functies): Woordvoeders of spreekbuisfunctie Massamedia verwoorden de bestaande standpunten van de maatschappij. Enquêtes veel gebruikt middel. Resultaten in kranten en actualiteitenrubrieken. Na zulke publicaties (hoe over een probleem wordt gedacht) wordt er actie ondernomen door tweedekamer leden of door andere mensen die wat te zeggen hebben over een bepaald probleem. informatieve functie De massamedia wordt gebruikt om snel informatie te verspreiden over politieke ontwikkelingen. Politiek nieuws heeft in de meeste massamedia een vaste plaats. Op vaste tijdsstippen zijn er radio en tv uitzendingen waarin de politiek centraal staat. Publicatie in Staatsblad -> officiële manier om wetten en algemene maatregelen rechtsgeldig te maken. commentaar functie Massamedia leveren commentaar op politieke besluiten. Direct: redactioneel in een dagblad. Of indirect in een actualiteitenrubriek waarin voorstanden en tegenstand van besluiten en politiek voornemen hun commentaar geven. onderzoeksfunctie Journalisten geven nieuwsfeiten door, onderzoeken achtergronden (informatie die wordt achtergehouden). Soms heeft de publicatie van die onderzoeken grote gevolgen. Controlerende functie Deze functie gaat door uit de voorgaande functies. De resultaten van beleid of juist het ontbreken daarvan geven aanleiding tot publicaties, die op hun beurt weer aanleiding kunnen zijn voor kritiek van dat beleid. In een democratie vervult de vrije pers een belangrijke rol. Omdat door de functies weinig achter de schermen kan afspelen. Politici kunnen media ook als drukmiddel gebruiken om besluitvorming te beïnvloeden. Bijv. Door vertrouwelijke informatie door te lekken en ze in openbaarheid brengen. Algemene functies van massamedia gaan in de praktijk vaak vermengd. Politieke functies doen het zelfde. Pagina 3 van 5

4 Paragraaf 3 Aan reclame wordt via de massamedia veel geld uitgegeven. Reclamemakers gaan ervan uit dat ze koopgedrag van consumenten kunnen beïnvloeden en dat ze hun uitgaven kunnen terug verdienen. Staten waar minder vrijheid van meninguiting is beperken de machtshebbers de kritiek van politieke geluiden -> censuur Verschillen over hoe groot de invloed is van de massamedia (4 theorieën) Selectieve-perseptietheorie = dat het object waarnemen van informatie een illusie is. Iedereen interpreteert informatie zodanig dat die past in zijn eigen referentiekader Referentiekader-> dat gene wat je al weet, en eerder aangeleerde normen, waarden, gedragsregels en opvattingen over goed/kwaad, mooi/lelijk enz. Mensen selecteren hun waarnemingen, waarbij hun voorkamer uitgaat naar feiten die passen bij hun normen en opvattingen. Informatie die daar niet bij pas wordt niet, minder goed of vervormd waargenomen. ciagendatheorie Richt zich op de betekenis van de massamedia bij het bepalen van de publieke agenda. Publieke agenda de onderwerpen die in het centrum van aandacht staan van het grote publiek. Massamedia moet selecteren uit ene grote hoeveelheid onderwerpen, zijn bepalen dus waarover in de samenleving wordt gedacht en gediscussieerd. Injectienaaldtheortie Ziet de mens als een weerloze persoon die kritiekloos de aangeboden onderwerpen aanvaardt. De grote massa wordt volgespoten met informatie. Als dit juist is, dan is het mogelijk om de samenleving te indoctrineren. Manipulatie onder druk van een machthebber aanpassen van informatie voordat het gepubliceerd word. Duitsland hitlers nationaal socialisme en Sovjetunie met Stalin. AANHAAK THEORIE Gaat er van uit dat dat de meeste mensen in het algemeen niet in staat zijn of zichzelf niet in staat achten een oordeel te vormen over onderwerpen op basis van grote informatie dat via de massamedia tot hun komt. Sluiten zich aan bij een oordeel van iemand die ze betrouwbaar achten... Politieke leider, nieuwscommentator enz. deze leiders worden opinieleiders genoemd. Door hun macht en invloedrijke positie. Reclame is niet meer weg te denken uit onze samenleving Meest indringe vorm. Radio, dagbladen en televisie. De massamedia dus. Televisiereclame is het meest opvallend. Ondernemers zijn ervan overtuig dat door reclame hun verkoop stijgt. Massamedia profiteert hiervan. Commerciële zenders zijn bijna geheel afhankelijk van reclame inkomsten. Pagina 4 van 5

5 Reclame is eenzijdige informatie! Om de consument goed te beïnvloeden zijn er een aantal trucks. 1 bekent persoon. Nationale en internationale beroemdheden vaak in reclames. 2 Wetenschappelijke termen gebruiken. Niemand weet de betekenis maar maakt wel indruk. 3 Termen uit andere talen. Klink mooier vaak engels maar soms ook Frans. 4 Product koppelen aan een bepaalde sfeer. Bijv. alcohol en gezelligheid. 5 In spelen op specifieke gevoelens. Verantwoordelijkheid. 6 Muziek. Reclame herkennen aan de begeleidende melodie. Hoogste wat een reclamemaker kan bereiken. 7 Trends. Enorme stroom van producten die worden aangeprezen. 8 Benaderen van doelgroepen. Tv/reclame voor kinderprogramma s. 9 Humor in reclame. Houdt aandacht van de kijker-lezer-luisteraar vast. Kan riskant zijn. Men herinnert wel de grap maar niet het product! 10 Consument aan het woord laten. Beste is als merknaam wordt soortnaam. Doe maar een beetje maggi erin! Sommige reclame roept irritatie op. Maar irritatie kan tot naamsbekendheid leiden. Bij koopgedrag speelt naamsbekendheid een grote rol. Reclame wordt dus gemaakt om mensen te beïnvloeden. En spotjes om kijkers ergens van bewust te maken. Maar dat geldt niet voor het merendeel van het programma aanbod. Soap en actiefilm worden niet gemaakt om de kijkers te beïnvloeden. Maar vind er toch beïnvloeding plaats. Elke gemeenschap ontwikkelt waarden en normen. Die de cultuur van die gemeenschap of samenleving vormen. Waarden opvattingen over goed/kwaad, lelijk-mooi enz. Normen zijn gedragsregels gebaseerd op die waarden. Gemeenschappen zijn nationale samenleving, gezien, vriendkring enz. Socialisatie overdracht van waarden en normen. Bijv. Opvoeding van kinderen. Bestaat deels uit aanpassing. Aanpassingsproces begint vaak met imitatie. Het individu imiteert het gedrag van leden van die groep waar hij graag bij wil horen of mee identificeren. Kleding, muziek enz. Bij socialisatie speelt de massamedia ook een rol. Bijv. MTV en TMF je hoort/ziet niet alleen jou voorkeur maar ook muziek waar jij bij wil horen. Agressief gedrag gedrag dat bewust is gericht op het toebrengen van schade aan anderen of aan zaken die aan anderen toebehoren. Kan fysiek zijn maar ook niet fysiek geweld zijn. Geweld wordt soms gebruikt om een doel te bereiken, gedrag af te dwingen. Maar ook vertoon van macht. Pagina 5 van 5