ALGEMENE TOELATINGS- EN AANWERVINGSVOORWAARDEN

Transcriptie

1 Infobundel openverklaarde betrekking van MAATSCHAPPELIJK ASSISTENT ALGEMENE SOCIALE ZORG I. GRAAD / NIVEAU / WEDDENSCHAAL/ STATUUT Maatschappelijk assistent / B / B1a - B3a / contractueel van bepaalde duur (1,5 VTE) II. TOELICHTING CONTRACT Inzet op algemene sociale zorg waarbij elke maatschappelijk assistent als generalist wordt geraadpleegd. Het betreft een vervangingscontract, waarbij de duur afhankelijk is van interne procedures en opname titularis. II. ALGEMENE TOELATINGS- EN AANWERVINGSVOORWAARDEN 1. Een gedrag vertonen in overeenstemming met de eisen van de functie, te staven met een uittreksel uit het strafregister; 2. De burgerlijke en politieke rechten genieten; 3. Medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie; 4. Voldoen aan de vereiste over de taalkennis, opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; 5. Slagen voor de selectieprocedure. III. SPECIFIEKE AANWERVINGSVOORWAARDEN 1. Houder zijn van een bachelor diploma in het sociaal werk of gelijknamig diploma behaald aan een andere Vlaamse instelling; 2. Basiskennis structuur en werking OCMW; 3. Basiskennis gangbare computertoepassingen.

2 IV. SELECTIEPROGRAMMA Indien de praktische organisatie wordt bemoeilijkt door een te grote hoeveelheid kandidaten kan een preselectie plaatsvinden op basis van het ingediende CV en motivatiebrief. Aan de hand van een sollicitatiegesprek over zaken van algemene aard en een ad-hocgesprek, wordt de persoonlijkheid en de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met het profiel van de functie van de kandidaat getest. Bijkomend worden een aantal relevante en korte casussen geschetst om jouw manier van redeneren te leren kennen. Een vervolggesprek of test kan plaatsvinden indien noodzakelijk wordt geacht (eventueel voorafgaandelijk aan het gesprek). Om te slagen, dient de sollicitant minstens 60 % te behalen. Uit de geslaagde kandidaten stelt de OCMW-raad een maatschappelijk assistent aan. V. TAAKOMSCHRIJVING 1. Verantwoordelijkheidsgebieden van de functie 1.1 Detecteren en identificeren van lokale, maatschappelijke noden en behoeften. Er proactief op anticiperen en inspelen. Opvolgen van actualiteit, maatschappelijke evoluties en ontwikkelingen op het vlak van lokaal (sociaal) beleid Een breed netwerk uitbouwen binnen en buiten de organisatie Actief op zoek gaan naar mogelijkheden tot uitwisseling van informatie en samenwerking met andere sociale actoren/partners Signaalfunctie vervullen en actief meewerken aan het lokaal (sociaal) beleid Op het terrein aanwezig zijn, een vinger aan de pols houden om te weten wat leeft in de wijken en de lokale gemeenschap Op een creatieve manier op zoek gaan naar oplossingen voor uitdagingen en problemen Innovatieve project opzetten 1.2 Hulp verlenen aan cliënten van het OCMW in alle stadia van de hulpverlening Voeren van intake gesprekken Verrichten van een sociaal onderzoek Diagnose stellen en een hulpverleningsplan opstellen Zorgen voor een goede hulpverleningsrelatie 1.3 Beantwoorden van vragen van cliënten, samenstellen en opvolgen van dossiers van cliënten inzake financiële beheer Dossiers onderzoeken en voorbereiden inzake financiële beheer Opmaken van budgetplannen Motiveren en overtuigen van cliënten om alle gegevens ter beschikking te stellen

3 Onderhandelen en bemiddelen in verband met beheer van schulden Uitvoeren van betalingen in het kader van budgetbegeleiding 1.4 Ondersteunen van cliënten op maatschappelijk en sociaal vlak Huisbezoeken doen bij cliënten Bemiddelen tussen cliënten en derden Cliënten informeren in hun taal Begeleiden van cliënten op verschillende levensdomeinen Doorverwijzen naar gespecialiseerde diensten Signaleren van behoeften en tekorten in de hulpverlening 1.5 Onderhouden van goede contacten met instanties waarnaar cliënten moeten doorverwezen worden of die belangrijk zijn in het dossier van cliënten Contacten leggen met andere instanties (sociale kaart) om vlotter een antwoord te kunnen bieden of hulp te kunnen verlenen aan cliënten Onderhouden van deze contacten en deze verder uitbreiden Onderhandelen met derden in het belang van de cliënt 1.6 Zorgen voor een vlotte samenwerking met collega s en leidinggevenden, met als belangrijkste doelstelling de continuïteit van de dienstverlening aan cliënten te waarborgen Actieve deelname aan teamoverleg Samenwerken met collega s Opmaken van sociale verslagen voor OCMW raad Bijspringen van collega s van de eigen dienst bij afwezigheid of tijdelijke werktoename Bijspringen van collega s van andere diensten om te helpen bij afwezigheid of een tijdelijke werktoename 1.7 Waken over de privacy van cliënten en hun familie en meewerken aan een positief imago van het OCMW Beroepsgeheim in acht nemen Mee uitdragen van de visie van OCMW Torhout Bijdragen tot een positief imago 2. Plaats in de organisatie Rapporteert rechtstreeks aan het diensthoofd van het Sociaal Huis. Heeft geen leidinggevende functie maar werkt ondersteunend en steeds in samenspraak met het diensthoofd.

4 VI. COMPETENTIEPROFIEL 1. Dynamisch: Openstaan voor vernieuwing en over een goed aanpassingsvermogen beschikken. Met een nieuwsgierige en enthousiaste geest meedenken en meewerken aan de toekomst van de organisatie. - past zich aan veranderende omstandigheden aan - accepteert nieuwe ideeën en initiatieven voor verandering - past zijn reacties aan in functie van mensen en werksituaties / omstandigheden - houdt een positieve kijk op het werk - energieke aanpak en positieve instelling - gaat goed om met kritiek en leert ervan 2. Klantgericht: Denken en handelen vanuit het perspectief van de klant waarbij een hoge prioriteit gegeven wordt aan de tevredenheid van klanten (extern en intern). - leeft zich in de situatie van klanten in - stelt zich dienstverlenend op voor iedereen - speelt in op de wensen van klanten binnen de beleidsrichtlijnen - neemt verantwoordelijkheid op bij fouten of klachten - streeft naar klanttevredenheid 3. Professioneel: Met de nodige bekwaamheid, kennis, vaardigheid en motivatie de functie uitoefenen en deze toepassen in de concrete werksituatie waarbij het eigen temperament wordt overstegen. - werkt met enthousiasme en gedrevenheid - verdedigt een beslissing - gaat ervoor om taken uit te voeren in functie van het realiseren van de doelstellingen van het bestuur - streeft naar neutraliteit, objectiviteit en gelijke behandeling - durft verantwoordelijkheid te nemen - blijft standvastig bij druk of machtsuitoefening - ziet en signaleert kansen of opportuniteiten - gaat adequaat om met feedback van klanten, cliënten, bewoners, medewerkers, collega s, hiërarchie 4. Flexibel en stressbestendig: Zich gemakkelijk kunnen aanpassen aan veranderende omgeving, werkwijzen, werktijden, taken, verantwoordelijkheden, beleidswijzigingen en gedragingen van anderen om een gesteld doel te bereiken. - verandert de wijze en/of organisatie van werken om het beoogde resultaat efficiënter te kunnen bereiken - kan overweg met diverse opdrachten, wisselende prioriteiten en plotse veranderingen - herkent weerstand en gaat hier gepast mee om - toont bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen

5 5. Initiatief nemen: - past werktijd aan aan de noodzaak van de organisatie en de vraag van klanten en bewoners - blijft ook onder tijdsdruk punctueel presteren zonder prioriteiten uit het oog te verliezen Alert zijn op en anticiperen op kansen, nieuwe situaties of problemen, en er in een vroeg stadium naar handelen. Problemen of belemmeringen signaleren, en zo snel mogelijk oplossen en daarbij verantwoorde risico s durven nemen. - ziet werk en komt uit eigen beweging tot actie - doet iets om de voortgang te versnellen - doet spontaan voorstellen om het werk te verbeteren 6. Samenwerken: Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door een optimale afstemming tussen de eigen kwaliteiten en belangen én die van de groep / de ander. - overlegt en maakt afspraken om tot een gezamenlijk resultaat te komen - leeft afspraken met leidinggevenden en collega s na - helpt anderen - stelt het gezamenlijk belang boven het eigen belang - stelt zich positief op en brengt energie en dynamiek in de groep - zoekt mee naar oplossingen bij conflicten - gaat respectvol om met anderen en toont waardering voor ieders eigenheid - houdt bij eigen beslissingen rekening met de opdracht en belangen van andere diensten 7. Zelfstandig werken: Met de beschikbare hulpmiddelen zelfstandig, correct en systematisch uitvoeren van taken. - kan met de nodige instructies aan de slag - is stipt in het nakomen van afspraken - kan werken zonder externe controle - volgt de voortgang op in tijd en van de kwaliteit van de eigen processen en / of die van collega s of medewerkers 8. Luisteren: Tonen van interesse en van het vermogen om belangrijke informatie op te pakken uit mondelinge gesprekken, en doorvragen bij onduidelijkheden. - luistert naar andermans standpunten en argumenten - toont interesse en heeft begrip voor anderen 9. Communicatief: Ideeën, meningen, standpunten en besluiten in begrijpelijke taal aan anderen duidelijk maken, afgestemd op de toehoorder, zowel schriftelijk als mondeling. - formuleert helder en duidelijk

6 10. Integer: - houdt een samenhangend betoog - kan de aandacht vasthouden - vraagt door op gegeven informatie - brengt structuur en geeft houvast - gaat strategisch om met argumenten - rapporteert beknopt, helder en duidelijk ten aanzien van klanten, cliënten, bewoners, collega s, hiërarchie en externe hulpverleners in het kader van de multidisciplinaire werking Consequent en correct handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg, ). - respecteert formele regels en afspraken - geeft volledige en juiste informatie door - komt open uit voor eigen fouten, vergissingen en nalatigheden - handelt consequent - kan inschatten of informatie al dan niet kan/mag verspreid worden - wijst anderen op gedrag dat afwijkt van de normen van de organisatie of functie - heeft aandacht voor duurzaamheid, algemeen belang en maatschappelijke verantwoordelijkheid 11. Creatief denken: Vindt invalshoeken die afwijken van de gevestigde denkpatronen en geeft originele oplossingen voor problemen die met de functie verband houden. - stelt bestaande zaken ter discussie en stelt alternatieven voor - durft te breken met tradities - bedenkt nieuwe werkwijzen - kan improviseren en experimenteren 12. Synthetisch denken: Gegevens en handelwijzen in het licht van relevante criteria tegen elkaar afwegen en tot onderbouwde beoordelingen komen. Meningen uiten en zicht hebben op de consequenties ervan, op basis van een afweging van relevante criteria. 13. Accuraat: Taken nauwgezet en met zin voor detail volbrengen en daarbij gepast omgaan met materialen en materieel. - komt gemaakte afspraken na - controleert eigen werk op fouten en stuurt bij indien nodig - houdt zich aan de afspraken qua detail en afwerking - is aandachtig en werkt geconcentreerd - werkt taken volledig en tijdig af - draagt zorg voor de gebruikte toestellen en materialen - heeft aandacht voor de geraamde hoeveelheden 14. Plannen en organiseren: Op effectieve wijze doelen en prioriteiten bepalen en benodigde tijd, acties, middelen en mensen aangeven en vervolgens doelmatig organiseren om deze doelen te kunnen bereiken. - plant acties en projecten, bepaalt objectieven en prioriteiten - stemt systemen, procedures, middelen, tijd en mensen op elkaar af

7 - houdt rekening met zaken die op lange termijn spelen - past planning aan indien de veranderende omstandigheden dit eisen - plant meetmomenten om bij te sturen waar nodig - verzekert continuïteit en behoudt overzicht Dhr. Tom Vandenberghe Algemeen Directeur Lokaal Bestuur Torhout Datum: / /.. Visum:..