FUNCTIEPROFIEL PA-CONSULENT DIENST PERSOONLIJKE ASSISTENT

Transcriptie

1 FUNCTIEPROFIEL PA-CONSULENT DIENST PERSOONLIJKE ASSISTENT V.Z.W. STIJN 1 FUNCTIEDOEL De consulent ondersteunt voornamelijk de budgethouder of de wettelijke vertegenwoordiger bij het gebruik van zijn persoonlijk budget, toegekend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.. De budgethouder kan zowel een kind of een volwassene zijn. De consulent geeft informatie en advies aan diegene die vragen hebben betreffende het bekomen van een persoonlijk budget. Naast het geven van informatie en advies helpt de consulent bij het invullen van de nodige formaliteiten (documenten of online) Indien het budget wordt toegekend kan de consulent, op vraag van de budgethouder of zijn wettelijke vertegenwoordiger, het volledige of gedeeltelijke traject bij de opstart mee ondersteunen en begeleiden. De consulent gaat samen met hem op zoek naar de meest geschikte persoonlijke assistent. De consulent neemt verder het werkgeverschap voor zijn rekening. Dit komt er op neer dat de budgethouder ontlast wordt van alle verplichtingen waaraan een werkgever moet voldoen. De consulent volgt de tewerkstelling van zijn persoonlijk assistenten op en ondersteunt hen bij de uitoefening van hun functie. De consulent voert de nodige gesprekken zoals werkgesprekken, evaluatiegesprekken, disfunctioneringsgesprekken en verzuimgesprekken. Ook voor de verplichtingen die de budgethouder heeft naar het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap toe, kan hij beroep doen op de consulent. Een bijkomende service die de consulent biedt is dat de budgethouder of zijn wettelijke vertegenwoordiger bij de consulent terecht kan met vragen over allerlei andere sociale aangelegenheden en voorzieningen. Indien nodig neemt de consulent deel aan interne en externe overlegorganen of infomomenten, zoals o.a. de C.O.C. personeelsdiensten, Op Stap, regionaal zorgoverleg. 2 POSITIE OF PLAATS IN DE ORGANISATIE De consulent legt verantwoording af aan de directeur van de Dienst Persoonlijke Assistent v.z.w. Stijn. Hij of zij draait mee in een team van consulenten. 3 KWALIFICATIEVEREISTEN OF GELIJKWAARDIG NIVEAU Een diploma hoger onderwijs korte type met sociale, orthopedagogische, pedagogische, psychologische of paramedische oriëntatie is een absolute basisvereiste. Verloning is gebaseerd op de barema s PC Vlaamse Huisvestings- & opvoedingsinstellingen vanaf bachelor niveau barema 17 of 20.

2 On-the-jobtraining en ervaringsgerichte competentieverwerving na aanwerving zien wij als een uiting van een noodzakelijke leergierige basishouding. Kennis m.b.t. de doelgroep van personen met een beperking/handicap is noodzakelijk. 4 RESULTAAT EN TAAKOMSCHRIJVING 4.1 Resultaat 1 De budgethouder heeft de nodige praktische en inhoudelijke ondersteuning en assistentie bij het vervullen van zijn verplichten naar het Team Budgetbesteding van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. - De PA-consulent biedt ondersteuning aan bij het opmaken van de kostenstaten. - De PA-consulent biedt ondersteuning aan bij de opvolging van de besteding van het budget. - De PA-consulent volgt de wetgeving van het VAPH nauwgezet op. - De PA-consulent geeft de nodige Informatie en advies aan de budgethouder en/of wettelijke vertegenwoordiger - De PA-consulent stelt de nodige contracten op, zoals de individuele dienstverleningsovereenkomsten en aannemingsovereenkomsten 4.2 Resultaat 2 De dagdagelijkse werking van de Dienst Persoonlijke Assistentie verloop vlot en goed georganiseerd. - De PA-consulent voert de taken m.b.t. het sociaal secretariaat correct uit. - De PA-consulent beschikt over de nodige kennis inzake sociale wetgeving. - De PA-consulent voert de administratieve verplichtingen naar het VAPH Team Budgetbesteding correct uit. 4.3 Resultaat 3 De persoonlijke assistenten worden goed ondersteunt bij de uitoefening hun functies - De PA-consulent blijft op de hoogte van vb. de aanpassing van de zorgstrategie (wijzigende zorg- en/of ondersteuningsnoden, wijzigende zorgverstrekkers, ), het opstellen en mee evalueren van de zorgondersteuning/handelingsplanning. - De PA-consulent voert de nodige werkgesprekken, evaluatiegesprekken, disfunctioneringsgesprekken en verzuimgesprekken - De PA-consulent overlegt met de budgethouder of zijn wettelijke vertegenwoordiger over de taakinhoud van de persoonlijke assistent. 4.4 Resultaat 4 Er is een goede interne en externe samenwerking met de Dienst Persoonlijke assistent. - De PA-consulent neemt deel aan verschillende interne overlegorganen binnen vzw Stijn, zoals: De COC personeelsdiensten, Op Stap,

3 - De PA-consulent neemt deel aan verschillende externe overlegorganen, zoals het regionaal zorgoverleg,. BESCHRIJVING KERNCOMPETENTIES V.Z.W. STIJN 4.5 Competentie 1: Respectvol bejegenen van personen met een handicap. Op een gelijkwaardige manier omgaan met de persoon met een handicap, de waardigheid en de rechten van de personen met een handicap respecteren (die minimaal vervat liggen in de Grondwet en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van de VN-verklaring (resolutie )). - Houdt rekening met de verwachtingen en de wensen van de persoon met een handicap. - Houdt rekening met de eigenheid van de persoon met een handicap. - Houdt rekening met de privacy van de persoon met een handicap. - Dringt eigen normen en waarden niet op aan de persoon met een handicap. 4.6 Competentie 2: Hartelijk en geëngageerd zijn. Open staan voor contact met zorggebruikers en hun sociaal netwerk. opnemen in plaats van ze te laten liggen voor anderen, ongevraagd extra service bieden. - Is vriendelijk. - Zoekt contact met anderen. - Vraagt waarmee kan ik u van dienst zijn. - Geeft ondersteuning waar nodig. 4.7 Competentie 3: Een open communicatie voeren. Correct met elkaar communiceren over goede en lastige zaken, ook over gevoelens, ongeacht het thema of de gesprekspartner. - Ontvangt en geeft op een opbouwende manier feedback. - Reageert op de boodschap en niet op de boodschapper. - Brengt anderen op de hoogte waarmee je bezig bent en waar je naartoe wilt. - Luistert wanneer het nodig is. - Ziet het effect van de eigen communicatie op anderen en kan hierop reageren. - Gaat een vervelend of pijnlijk gesprek niet uit de weg. - Brengt een moeilijke boodschap op een rustige manier. 4.8 Competentie 4: Betrouwbaar en integer zijn. Rechtschapen, eerlijk en onkreukbaar zijn. De werkelijkheid (inclusief de risico s en minder mooie kanten) correct weergeven. Zich houden aan de algemene en professionele gedragsnormen. verantwoordelijkheid nemen voor het eigen handelen. - Komt afspraken na. - Geeft eerlijk informatie door. - Draagt de gevolgen van het eigen handelen. - Is het vertrouwen waard.

4 5 BESCHRIJVING FUNCTIESPECIFIEKE COMPETENTIES 5.1 Competentie 1: Wetten, wettelijke voorschriften, rechtsprocedures kennen. Beschikken over kennis van, en het kunnen toepassen van de wetten die gelden in de sector. - Heeft kennis van de regelgeving in verband met het gehandicaptenbeleid. - Heeft kennis van de personeelswetgeving. - Past deze wetgeving vlot toe in de praktijk. 5.2 Competentie 2: Beschikken over administratieve en ICT vaardigheden. Kan vlot administratieve en ICT- handelingen verrichten.. - Kan vlot werken met Microsoft Office-programma s. - Kan vlot werken met organisatie specifieke software (AS 400, Toepassingen,. ). - Vervult vlot administratieve werkzaamheden (opstellen dossiers, opmaken rekenschema s, invullen formulieren). 5.3 Competentie 3: Goed kunnen plannen en organiseren. Systematisch en methodisch kunnen werken. Een plan van aanpak kunnen formuleren om een doel te bereiken met duidelijke inschatting van tijd en middelen. Dit plan ten uitvoer kunnen (laten) brengen - stelt prioriteiten. - Komt met een plan van aanpak met een duidelijke inschatting van tijd en middelen die nodig zijn. - Werkt ordelijk en systematisch. 5.4 Competentie 4: Evenwichtig zijn. Onder variërende omstandigheden emotioneel evenwichtig blijven en in staat zijn om in zijn rol te blijven. Heeft een grote draagkracht, is niet snel van zijn of haar stuk gebracht. - Relativeert zaken. - Is bestand tegen stress. - Functioneert goed in snel veranderende situaties. - Is emotioneel stabiel. - Plaatst moeilijke situaties in hun juiste context. 5.5 Competentie 5: Cliëntgericht zijn. Onderzoeken van wensen en behoeften van de cliënten en hiernaar handelen. De mate waarin men op actieve wijze anticipeert op de uitgesproken en onuitgesproken behoeften van de cliënt. - Toont belangstelling voor vragen/problemen van de cliënt, kan luisteren. - Heeft respect voor de waarden en normen van de cliënt. - Kan het vertrouwen van de cliënt winnen. - Heeft respect voor de privacy van de cliënt en houdt zich aan het beroepsgeheim. - Is op de hoogte van de individuele mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

5 5.6 Competentie 6: Flexibel zijn. Gaat gepast in op diverse hulpvragen en problematieken en is soepel in werktijden en benaderingswijze. Is soepel en betrouwbaar voor de noden van de werking. Reageert op problemen en kansen door het veranderen van zijn eigen stijl, benaderingswijze of aanpak wanneer dat nodig is voor het bereiken van het gewenste resultaat. - Kan zijn weekschema aanpassen aan de noden van het moment. - Houdt rekening met noden en gevoelens van de zorgvrager. - Verandert van aanpak als het beoogde resultaat in gevaar komt. - Is bereid om andere taken op te nemen. - Vervangt collega s indien nodig. 5.7 Competentie 7: Empathie/inlevingsvermogen hebben. In staat zijn rekening te houden met de omstandigheden waarin mensen zich soms bevinden en zich kunnen voorstellen hoe zij zich daarbij voelen. Daar voor begrip hebben en tonen. Zich vlot kunnen inleven in de persoon en de leefwereld van de zorggebruiker. - Houdt rekening met de omstandigheden waarin een ander zich bevindt. - Weet gebruikers te binden door goed naar ze te luisteren. - Staat open voor de interesses van de budgethouder - Respect tonen voor de eigen keuzes van het gezin. : 5.8 Competentie 8: Schriftelijk en mondeling communiceren. Informatie kunnen ontvangen, verwerken en uitzenden volgens de regels van de kunst. Zich mondeling en schriftelijk duidelijk kunnen uitdrukken op een manier aangepast aan de ontvanger. - Drukt zich zowel schriftelijk als mondeling op een doordachte en heldere wijze uit. - Stemt zijn taalgebruik af op de doelgroep. - Geeft spontaan informatie door aan collega s. 5.9 Competentie 9: Constructief samenwerken. Draagt bij aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer het een onderwerp betreft dat niet in het persoonlijk belang is. - Neemt actief deel aan het teamoverleg, komt op voor eigen mening, luistert en houdt rekening met de mening van collega s. - Neemt adviezen van collega s ter harte en voert ze uit. - Pleegt overleg met collega s : zowel op informele momenten als op meer formeel overleg Competentie 10: Initiatief nemen. Stelt zelf dingen voor, onderneemt uit zichzelf. - Draagt uit zichzelf ideeën en/of oplossingen aan. - Onderneemt ongevraagd acties buiten wat oorspronkelijk gevraagd is.

6 5.11 Competentie 11: leerbereidheid tonen. Verfijnt zijn kennis en vaardigheden op een permanente wijze. - Wenst zich voortdurend bij te scholen met betrekking tot de evoluties binnen zijn/haar werkdomein. - Toont interesse in het werk van zijn/haar collega s, en is bereid hiervan te leren Competentie 12: Verantwoordelijkheid nemen. Hij weet waarvoor hij staat en waarvoor hij gaat. Kent zijn eigen job in al zijn aspecten en gaat hiervoor. Hij voelt zich verantwoordelijk voor het resultaat op kwalitatief en/of kwantitatief vlak dat bereikt wordt, ook als meerdere mensen hiertoe hebben bijgedragen. - Voert zijn opdrachten stipt uit. - Handelt correct en binnen de afgesproken taken en/of kaders. - Neemt verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen.