Beslissing op bezwaar

Transcriptie

1 Beslissing op bezwaar Kenmerk: 29982/612264/ Betreft: beslissing op bezwaar tegen de vaststelling toezichtskosten 2012 van NostalgieNet B.V. Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat), gezien zijn besluit van 4 april 2013, kenmerk: 27508/ , waarbij het Commissariaat de toezichtskosten voor het jaar 2012 heeft vastgesteld die NostalgieNet B.V. (hierna: NostalgieNet) als commerciële media-instelling verschuldigd is voor het programmakanaal NostalgieNet, gezien het daartegen bij brief van 10 juni 2013 ingediende bezwaarschrift, gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), gelet op het bepaalde in artikel 3.1 en 3.30, eerste lid, van de Mediawet 2008, artikel 17 en artikel 1 van de bijlage van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 december 2008 houdende uitvoeringsregels van de Mediawet 2008 (hierna: de Mediaregeling 2008), overweegt als volgt: A. Verloop van de procedure 1. Met zijn besluit van 4 april 2013, kenmerk: 27508/ , heeft het Commissariaat het bedrag vastgesteld dat door NostalgieNet als commerciële media-instelling op grond van artikel 3.30, eerste lid, van de Mediawet 2008 verschuldigd is ter vergoeding van de kosten die verbonden zijn aan het toezicht voor het jaar Bij brief van 10 juni 2013, door het Commissariaat ontvangen op 12 juni 2013, heeft NostalgieNet bezwaar gemaakt tegen het besluit van 4 april Bij brief van 21 juni 2013, kenmerk: 29982/ , heeft het Commissariaat aan NostalgieNet meegedeeld dat het bezwaarschrift na afloop van de bezwaartermijn is ingediend en heeft het Commissariaat NostalgieNet verzocht om vóór 5 juli 2013 mee te delen wat de reden daarvoor is. 4. In een telefoongesprek en bij van 1 juli 2013 heeft NostalgieNet de reden aangegeven voor het na afloop van de bezwaartermijn indienen van het bezwaarschrift. B. Juridisch kader 5. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

2 C. Ontvankelijkheid 6. Het Commissariaat heeft het bestreden besluit op 4 april 2013 per post aan NostalgieNet verzonden, zodat de bezwaartermijn (ingevolge artikel 6:8, eerste lid, van de Awb) aanving op 5 april 2013 en (ingevolge artikel 6:7 van de Awb) eindigde op 16 mei NostalgieNet heeft het bezwaarschrift op 10 juni 2013 per post toegezonden aan het Commissariaat en op 12 juni 2013 is dit door het Commissariaat ontvangen. Nu dit valt buiten de wettelijke termijn voor het indienen van het bezwaarschrift, is het bezwaarschrift (ingevolge artikel 6:9, eerste lid, van de Awb) niet tijdig ingediend. 8. Op het verzoek van het Commissariaat de reden mee te delen voor het na afloop van de termijn indienen van het bezwaarschrift, heeft NostalgieNet op 1 juli 2013 aangegeven dat de termijnoverschrijding gelegen is in de omstandigheid dat de directeur van NostalgieNet, in de maanden april en mei 2013, een groot aantal weken niet op kantoor is geweest in verband met het overlijden van zijn vader, na een kort en hevig ziektebed. 9. Uit vaste rechtspraak (de volgende uitspraken zijn illustratief: Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ABRvS) van 20 januari 2010, LJN: BK9906; ABRvS 17 september 2008, LJN: BF0966; Centrale Raad van Beroep (hierna: CRvB) van 11 juli 2002, LJN: AF0501 en CRvB 10 juli 1998, LJN: ZB7873) volgt dat voor zover een belanghebbende als gevolg van ziekte of andere ingrijpende gebeurtenissen in het persoonlijke leven, niet in staat kon worden geacht om zelf tijdig bezwaar te maken, van hem of haar mocht worden verwacht dat hij of zij iemand had ingeschakeld ter behartiging van zijn of haar belangen. Slechts in zeer bijzondere omstandigheden waarin, bijvoorbeeld aan de hand van medische verklaringen, aannemelijk wordt gemaakt dat geen mogelijkheid was om daarvoor zorg te dragen, kan daarop in verband met het dwingende karakter van de bezwaartermijn een uitzondering worden gemaakt. 10. Het Commissariaat acht het zeer begrijpelijk dat het ziektebed en overlijden van de vader van de directeur van NostalgieNet, een belastende gebeurtenis is in het leven van de directeur en dat hij in verband daarmee een aantal weken niet op kantoor aanwezig was. Echter, voor zover hij daardoor onbekend was met het bestreden besluit, is niet gebleken dat hij het nodige heeft gedaan om te voorkomen dat hij te laat op de hoogte kwam van het besluit. Voor zover hij wel op de hoogte was van het bestreden besluit, maar niet in staat was een bezwaarschrift te schrijven, is niet aannemelijk gemaakt dat hij buiten staat was om maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat het bezwaarschrift niettemin tijdig zou worden ingediend, zo nodig onder aankondiging van aan te vullen gronden. Relevante medische gegevens of verklaringen hieromtrent zijn niet overgelegd. De door NostalgieNet aangevoerde omstandigheden kunnen derhalve, hoe ernstig zij op zichzelf ook zijn, niet leiden tot het oordeel dat de termijnoverschrijding hem niet kan worden tegengeworpen. Hierbij heeft het Commissariaat tevens in aanmerking genomen dat de adressant van het bestreden besluit, NostalgieNet, een bedrijf is, waarvan mag worden verwacht dat hunnerzijds bij afwezigheid van degene die het bedrijf bestuurt maatregelen ter vervanging worden genomen

3 11. Derhalve verklaart het Commissariaat het bezwaar van NostalgieNet kennelijk niet-ontvankelijk wegens niet-verschoonbare overschrijding van de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift. 12. Van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien indien het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is (ingevolge artikel 7:3, aanhef en onder a, van de Awb). Daarvan is sprake als er geen twijfel mogelijk is over de oorzaak van de termijnoverschrijding. Nu NostalgieNet de reden van de termijnoverschrijding heeft meegedeeld en er geen reden is om aan deze verklaring te twijfelen, maakt het Commissariaat gebruik van de mogelijkheid om af te zien van het horen van NostalgieNet. D. Overwegingen ten overvloede 13. Hoewel uit bovengenoemde overwegingen volgt dat het bezwaar van NostalgieNet kennelijk niet-ontvankelijk is, overweegt het Commissariaat ten overvloede nog het volgende. 14. De gronden van bezwaar van NostalgieNet zien op de vermeende onredelijkheid van de hoogte van het bedrag aan toezichtskosten dat NostalgieNet verschuldigd is en de omstandigheid dat de toezichtskostenregeling verouderd zou zijn. NostalgieNet toont zich al langer kritisch over de hoogte van de aan hem op basis van de Mediaregeling 2008 te berekenen toezichtskosten. Een nieuwe regeling, waarin de tarieven met zo n 20% naar beneden worden gebracht, gaat pas in per 1 januari De toezichtskosten voor het jaar 2012 zijn nog hoger dan in 2011 en gaan de begroting van NostalgieNet ver te boven, aldus NostalgieNet. 15. Naar aanleiding van het bezwaar van NostalgieNet over de hoogte van de toezichtskosten voor het jaar 2011, heeft het Commissariaat in zijn beslissing op bezwaar van 29 mei 2011, kenmerk 26574/ , geoordeeld dat in de desbetreffende bepalingen uit de Mediaregeling 2008 en de bijbehorende bijlage is vastgelegd hoe de hoogte van de toezichtskosten wordt bepaald en dat het Commissariaat bij de berekening van de toezichtskosten hieraan is gebonden, temeer omdat niet gebleken is dat deze ministeriële regeling in strijd is met algemene rechtsbeginselen. Het Commissariaat verwijst NostalgieNet voor de goede orde naar de overwegingen die hieraan zijn gewijd. 16. Aldus heeft het Commissariaat de toezichtskosten die een commerciële media-instelling voor het jaar 2012 aan het Commissariaat is verschuldigd berekend volgens artikel 1 van de bijlage bij artikel 17 van de Mediaregeling Gelet op de opgave door NostalgieNet van het aantal huishoudens dat het programmakanaal NostalgieNet kan ontvangen (> ) en de gemiddelde duur van het door NostalgieNet in het jaar 2012 verzorgde programma-aanbod per dag (> 12 uren), heeft het Commissariaat met toepassing van genoemd artikel het bedrag dat NostalgieNet als commerciële media-instelling is verschuldigd, vastgesteld op ,-. Dat dit bedrag hoger is dan in 2011 is gelegen in het ten opzichte van 2011 toegenomen bereik van het programmakanaal NostalgieNet

4 17. Weliswaar is de toezichtskostenregeling inmiddels vervangen, met ingang van 1 januari 2013 door de Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 december 2012, nr. MLB/461975, houdende wijziging van de bijlage behorende bij artikel 17 van de Mediaregeling 2008, echter bij het vaststellen van de toezichtskosten voor het jaar 2012 was de toen geldende regeling van toepassing en kon het Commissariaat niet op de nieuwe regeling anticiperen. E. Publicatie 18. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking van het besluit afgewogen tegen het belang van NostalgieNet. Aan het algemeen belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe. Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van NostalgieNet door onverkorte openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld

5 F. Besluit Op grond van vorenstaande overwegingen heeft het Commissariaat het volgende besloten. Het Commissariaat: I. verklaart het bezwaarschrift van NostalgieNet tegen zijn besluit van 4 april 2013 met kenmerk 27508/ kennelijk niet-ontvankelijk wegens niet-verschoonbare termijnoverschrijding bij het indienen daarvan; II. handhaaft zijn besluit van 4 april 2013 waarbij het bedrag aan toezichtskosten dat NostalgieNet als commerciële media-instelling voor het jaar 2012 is verschuldigd, is vastgesteld op ,-; III. publiceert op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur de volledige tekst van dit besluit over twee weken op zijn website. Hilversum, 30 juli 2013 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt beroep instellen bij de Rechtbank van het arrondissement waarbinnen hun woonplaats zich bevindt

6 Bijlage: Juridisch kader Artikel 6:4 van de Awb: 1. Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Artikel 6:6 van de Awb: Het bezwaar of beroep kan niet-ontvankelijk worden verklaard, indien: a. niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, of b. het bezwaar- of beroepschrift geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 2:15, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn. Artikel 6:7 van de Awb: De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken. Artikel 6:8 van de Awb: 1. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Artikel 6:9 van de Awb: 1. Een bezwaar- of beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Artikel 6:11 van de Awb: Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft nietontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Artikel 7:3 van de Awb: Van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien indien: a. het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is. Artikel 3.30 van de Mediawet 2008: 1. Een commerciële media-instelling is aan het Commissariaat jaarlijks kosten verbonden aan het toezicht verschuldigd voor elke verkregen toestemming en voor elke van haar mediadiensten op aanvraag. 2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de vaststelling van de toezichtskosten, bedoeld in het eerste lid, waarbij: a. onderscheid kan worden gemaakt tussen omroepdiensten en mediadiensten op aanvraag; b. onderscheid kan worden gemaakt tussen toestemmingen voor radio-omroep en voor televisieomroep; en c. rekening kan worden gehouden met de gemiddelde duur van de uitzendingen en met het aantal huishoudens in Nederland, dat het programma-aanbod kan ontvangen. 3. Het Commissariaat kan de verschuldigde toezichtskosten invorderen bij dwangbevel

7 Artikel 17 van de Mediaregeling 2008: Een commerciële media-instelling is voor elke verkregen toestemming, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de wet, en voor elke van haar mediadiensten op aanvraag, bedoeld in artikel 3.29a van de wet, jaarlijks aan het Commissariaat toezichtskosten verschuldigd berekend volgens de bij deze regeling gevoegde bijlage. Artikel 1 van de Bijlage, behorend bij artikel 17 toezichtskosten commerciële mediadiensten (Mediaregeling 2008): 1. Een commerciële omroepinstelling is per toestemming voor het verzorgen van een omroepdienst jaarlijks aan het Commissariaat een bedrag verschuldigd overeenkomstig de onderstaande tabel in euro s: Aantal huishoudens in Nederland dat het programma-aanbod kan ontvangen Gemiddelde duur van het verzorgde programma-aanbod per dag in het desbetreffende kalenderjaar < Tabel > < 3 uren < 6 uren < 9 uren < 12 uren > uren In afwijking van het eerste lid, gelden per toestemming voor radio-omroep de bedragen van tabel 1 voor vijftig procent met een minimum van In afwijking van het eerste lid, gelden per toestemming voor televisieomroep die bestaat uit het veelvuldig en aaneensluitend herhalen van programma-aanbod dat uitsluitend of vrijwel uitsluitend bestaat uit stilstaande beelden, de bedragen van tabel 1 voor vijfentwintig procent met een minimum van Als een toestemming in de loop van een kalenderjaar wordt verleend, vervalt of wordt ingetrokken, worden de bedragen in het eerste tot en met derde lid naar evenredigheid van de overgebleven dagen in het kalenderjaar vastgesteld met een minimum van