Beslissing op bezwaar

Transcriptie

1 Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26407/ Betreft: beslissing op bezwaar inzake het besluit tot openbaarmaking van het besluit van 13 september 2011 betreffende aanvraag toestemming ex artikel 3.1, van de Mediawet 2008 Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 13 september 2011, verzonder op 20 september 2011, kenmerk 25915/ , waarbij het Commissariaat voor de Media heeft besloten tot openbaarmaking van het genoemde besluit, waarmee het Commissariaat voor de Media het verzoek van de Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland om verlenging van de toestemming voor het verzorgen van een commerciële omroepdienst met de naam Fresh 102 FM, heeft afgewezen, gezien het daartegen bij brief van 2 december 2011, ingekomen op 6 december 2011, door de Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland ingediende bezwaarschrift, gelet op de Mediawet 2008, gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, overweegt als volgt, A. Verloop van de procedure 1. Bij fax van 19 augustus 2011 heeft de Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland (hierna: de Stichting) verzocht de haar als commerciële media-instelling verleende toestemming voor het verzorgen van het radioprogrammakanaal met de naam Fresh 102 FM, te verlengen. In dezelfde brief heeft de Stichting tevens gevraagd om vertrouwelijke behandeling van haar verzoek tot verlenging van de toestemming. 2. Bij besluit van 13 september 2011, verzonden 20 september 2011, kenmerk 25915/ heeft het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) het verzoek van de Stichting afgewezen. Daarbij heeft het Commissariaat tevens meegedeeld dat alle besluiten worden gepubliceerd op de website van het Commissariaat en dat, mocht de Stichting van mening zijn dat in het besluit bedrijfsvertrouwelijke gegevens staan, verzocht wordt dit binnen twee weken schriftelijk en gemotiveerd aan het Commissariaat kenbaar te maken. 3. Op 2 november 2011 heeft het Commissariaat zijn uitgave CoMedia nummer 138 op zijn website gepubliceerd waarin een samenvatting van het besluit van 13 september 2011 is opgenomen.

2 4. Bij brief van 2 december 2011, ingekomen op 6 december 2011, heeft de Stichting bezwaar gemaakt tegen verdere publicatie of toelichting van het besluit van 13 september 2011 en dit verder geheim te houden. 5. Bij brief van 12 december, kenmerk 26407/ , heeft het Commissariaat de ontvangst van het bezwaarschrift bevestigd. B. Juridisch kader 6. In de bijlage bij dit besluit worden de relevante wetsartikelen vermeld. C. Ontvankelijkheid 7. Ingevolge artikel 6:7, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken. In artikel 6:8, eerste lid, van de Awb is bepaald dat deze termijn aanvangt met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. 8. Blijkens het bepaalde in artikel 6:9, van de Awb is een bezwaarschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen, dan wel, bij verzending per post, indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. 9. Ingevolge artikel 6:11, van de Awb blijft ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaarschrift niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het bezwaarschrift in verzuim is geweest. 10. Bij besluit van 13 september 2011 heeft het Commissariaat het verzoek van de Stichting om verlenging van de toestemming voor het verzorgen van een commerciële omroepdienst met de naam Fresh 102 FM afgewezen. Tevens heeft het Commissariaat daarbij meegedeeld dat alle besluiten worden gepubliceerd op de website van het Commissariaat. Op 20 september 2011 is het desbetreffende besluit op de voorgeschreven wijze aan de Stichting bekendgemaakt. 11. Op 2 november 2011 heeft het Commissariaat een samenvatting van het besluit van 13 september 2011 gepubliceerd. 12. De Stichting heeft bij brief van 2 december 2011 bezwaar gemaakt tegen verdere publicatie of toelichting van het besluit van 13 september Het Commissariaat stelt vast dat de Stichting bij brief van 2 december 2011 bezwaar heeft ingesteld tegen het bestreden besluit. Het Commissariaat stelt voorts vast dat het bestreden besluit op 20 september 2011 aan de Stichting is toegezonden. De bezwaartermijn is derhalve aangevangen op 21 september 2011 en geëindigd op 1 november

3 14. Het bezwaarschrift van de Stichting is op 6 december 2011 en derhalve na het einde van de bezwaartermijn door het Commissariaat ontvangen. Het bezwaarschrift is ook na het einde van de bezwaartermijn ter post bezorgd. Dit blijkt uit het door PostNL op 3 december 2011 geplaatste poststempel op de envelop. Het bezwaarschrift is derhalve niet tijdig ingediend. 15. In haar bezwaar stelt de Stichting dat zij bij brief van 19 augustus 2011 het Commissariaat heeft verzocht het desbetreffende besluit geheim te houden. Volgens de Stichting is het Commissariaat zonder enige motivatie en vooraankondiging voorbij gegaan aan het verzoek tot geheimhouding van de Stichting. 16. Het Commissariaat stelt vast dat het standpunt van de Stichting feitelijk onjuist is. De Stichting heeft in haar brief van 19 augustus 2011 het Commissariaat slechts verzocht om vertrouwelijke behandeling van haar verzoek tot verlenging van de toestemming voor het verzorgen van het radioprogrammakanaal met de naam Fresh 102 FM. Bij besluit van 13 september 2011 heeft het Commissariaat het verzoek van de Stichting tot verlenging van de toestemming afgewezen en meegedeeld dat alle besluiten worden gepubliceerd op de website van het Commissariaat en dat, mocht de Stichting van mening zijn dat in het besluit bedrijfsvertrouwelijke gegevens staan, verzocht wordt dit binnen twee weken schriftelijk en gemotiveerd aan het Commissariaat kenbaar te maken. Tevens heeft het Commissariaat erop gewezen dat de Stichting binnen zes weken een bezwaarschrift tegen het genomen besluit kan indienen bij het Commissariaat. 17. Het Commissariaat stelt vast dat de Stichting geen gebruik heeft gemaakt van de geboden mogelijkheid om aan te geven dat sprake zou zijn van bedrijfsvertrouwelijke informatie neergelegd in het desbetreffende besluit. De Stichting heeft evenmin bezwaar gemaakt tegen openbaarmaking van het desbetreffende besluit. 18. Het Commissariaat stelt vast dat de Stichting de wettelijke termijn van zes weken voor het indienen van een bezwaarschrift heeft overschreden en dat niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan deze termijnoverschrijding verschoonbaar kan worden geacht. Nu het bezwaar van de Stichting kennelijk niet-ontvankelijk is, kan van het horen van de Stichting op grond van artikel 7:3, aanhef en onder a, van de Awb worden afgezien. 19. Het Commissariaat verklaart het bezwaar van de Stichting kennelijk niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de termijn voor het indienen van bezwaar

4 D. Besluit Het Commissariaat: I. besluit het bezwaarschrift van de Stichting van 2 december 2011 kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren wegens niet-verschoonbare termijnoverschrijding bij het indienen daarvan; II. handhaaft het primaire besluit van 13 september Hilversum, 20 december 2011 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. dr. Tineke Bahlmann voorzitter prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt beroep instellen bij de Rechtbank van het arrondissement waarbinnen hun woonplaats zich bevindt

5 Bijlage: Juridisch kader Artikel 3:41 Awb 1. De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager. 2. Indien de bekendmaking van het besluit niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze. Artikel 6:7 Awb De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken. Artikel 6:8 Awb 1. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. 2. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit waartegen alleen door een of meer bepaalde belanghebbenden administratief beroep kon worden ingesteld, vangt aan met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn ongebruikt is verstreken. 3. De termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen een besluit dat aan goedkeuring is onderworpen, vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit, inhoudende de goedkeuring van dat besluit, op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. 4. De termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen een besluit dat is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onderdeel a, ter inzage is gelegd. Artikel 6:9 Awb 1. Een bezwaar- of beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. 2. Bij verzending per post is een bezwaar- of beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. Artikel 6:11 Awb Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft nietontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Artikel 7:2 Awb 1. Voordat een bestuursorgaan op het bezwaar beslist, stelt het belanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord. 2. Het bestuursorgaan stelt daarvan in ieder geval de indiener van het bezwaarschrift op de hoogte alsmede de belanghebbenden die bij de voorbereiding van het besluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht. Artikel 7:3 Awb Van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien indien: a. het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is, b. het bezwaar kennelijk ongegrond is, c. de belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, of d. aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad