Titel: INTERVENTIEBELEID DIERTRANSPORT Versie 3. MT divisie V&I, 4 oktober Hoofd afdeling Toezichtsontwikkeling divisie V&I, NVWA 4 oktober 2012

Transcriptie

1 Titel: INTERVENTIEBELEID DIERTRANSPORT Vervangt: IB 01 SPEC 17 versie 2 Diertransport Opgesteld door: Toezichtsontwikkeling divisie Veterinair en Import, NVWA versie 3 Inhoudelijk beoordeeld door: MT divisie V&I, 4 oktober 2012 Goedgekeurd door documenteigenaar: Hoofd afdeling Toezichtsontwikkeling divisie V&I, NVWA 4 oktober 2012 Vervallen verklaard door: d.d. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 1 van 21

2 1. DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Het specifiek interventiebeleid Diertransport beschrijft binnen de kaders van het algemeen interventiebeleid de interventiegrenzen voor de beoordeling van specifieke overtredingen voor het werkterrein/sector Diertransport en geeft per overtreding invulling van het algemeen interventiebeleid. Op andere overtredingen m.b.t. Diertransport dan in dit document beschreven, is het algemene interventiebeleid NVWA van toepassing. Een geconstateerde overtreding kan leiden tot interventies richting verscheidene actoren. Alle actoren wiens handelen heeft bijgedragen tot het ontstaan van de overtreding en wie verwijtbaarheid of verantwoordelijkheid ten laste gelegd kan worden in relatie tot de overtreding kunnen een passende interventie tegemoet zien. Daarbij wordt per actor de historie gewogen. In individuele gevallen kan worden afgeweken van de hier uiteengezette interventiecascade. Indien van deze discretionaire bevoegdheid gebruik wordt gemaakt, wordt de reden uiteengezet en toegelicht. 2. DEFINITIES EN WETTELIJKE BASIS 2.1 Definities Het transport van dieren kent veel actoren met verschillende verantwoordelijkheden. In sommige gevallen zijn verscheidene rollen in één persoon verenigd. De interventies die de VWA pleegt, hangen in sterke mate af van de actor en het moment waarop de overtreding wordt geconstateerd, het is daarom essentieel om de verschillende rollen helder te hebben. De actoren die voor het VWA-interventiebeleid relevant zijn, zijn de volgende, waarbij de definities zoals in EU- verordening nr. 1/2005 weergegeven worden gehanteerd: Vervoerder Organisator Chauffeur (NB waar over chauffeur wordt gesproken kan ook verzorger zoals gedefinieerd in EU-verordening nr. 1/2005 worden gelezen) Eigenaar van het vervoermiddel Houder op plaats van vertrek (bijvoorbeeld verzamelcentrum, veehouder) Houder op plaats van bestemming (bijvoorbeeld slachthuis, veehouder) Houder van verzamelcentrum Medewerker verzamelcentrum Ook de andere definities uit de transportverordening en de beleidsregels zijn relevant. Expliciet dienen te worden genoemd de definities van geringe overtreding, overtreding en ernstige overtreding, zoals deze zijn verwoord in Beleidsregels dierenwelzijn Dit zijn de definities die gelden voor dit specifiek interventiebeleid. Enkelvoudige bestuurlijke boete: bestuurlijke boete die voor een overtredingstype voor de eerste keer wordt opgelegd aan de betreffende actor. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 2 van 21

3 Samengestelde bestuurlijke boete: de actor heeft voor een gelijke of soortgelijke overtreding binnen de afgelopen 3 jaar al een bestuurlijke boete ontvangen en zal nu een hogere bestuurlijke boete krijgen opgelegd; de hoogte van de boete is samengesteld uit de hoogte van de eerdere boete vermeerdert met de hoogte van de boete voor de nieuwe overtreding als dit een enkelvoudige bestuurlijke boete zou zijn geweest. Gelijksoortige overtredingen: twee of meer overtredingen van hetzelfde artikel of twee of meer overtredingen van bepalingen uit één en hetzelfde hoofdstuk van Bijlage I of Bijlage II (journaal) van V0 (EG) nr. 1/2005. Verhoogde bestuurlijke boete: in een aantal gevallen kan een verhoogde boete worden opgelegd, indien er verscheidene dieren zijn betrokken bij de overtreding. Voor het bepalen van de volgende stap in de handhavingscascade wordt altijd een window van 3 jaar bekeken met als ijkpunt de datum dat de overtredingen zijn begaan of de vorige interventie is toegepast. 1 Gebruikte afkortingen: AID Algemene Inspectiedienst AM Ante mortem (keuring op het slachthuis bij het levende dier) CCV divisie CCV van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen DA Dierenarts DV(P) Diergeneeskundige Verklaring (Pluimvee) DOA dood bij aankomst (dead on arrival) eot ernstige overtreding mot overtreding van de middencategorie got geringe overtreding IBD Interventie Bureau Dier (hierin is het voormalig Bureau Veetransport opgenomen) LOD 1,2,3 LS NL-CA NVWA OT RDW SW TDA Last onder dwangsom (1 e 2 e 3 e categorie qua hoogte, zoals omschreven in de beleidsregels) lidstaat Nederland compentent autority (bevoegde autoriteit) (nieuwe) Voedsel en Waren Autoriteit overtreding voorheen Rijksdienst voor wegverkeer schriftelijke waarschuwing Toezichthoudend dierenarts TVo Transportverordening; EU-verordening nr. 1/ In de Beleidsregels dierenwelzijn 2009 wordt hierbij een verschil gemaakt. Artikelen 5 en 6 hebben het over binnen drie jaar nadat de waarschuwing is gegeven of de dwangsom is verbeurd. Artikel 7 echter, zie het tweede lid, over binnen drie jaar nadat de overtreding is begaan. Dus gelet op de Beleidsregels kan de datum dat de overtreding is begaan niet altijd als ijkpunt dienen. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 3 van 21

4 VC Verzamelcentrum/Verzamelcentra 2.2 Wettelijke Basis De wettelijke basis voor het specifiek interventiebeleid is: De EU-Verordening nr 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van verordening 1255/97; De Regeling dierenvervoer 2007; De Regeling bestuurlijke boetes GWWD (van 2/9/2010, Stcrt nr ); De Beleidsregels dierenwelzijn 2009 (van 22/12/2008, Stcrt nr. 2670, laatstelijk gewijzigd door Regeling bestuurlijke boetes GWWD). Het toezicht op de wetgeving betreffende diertransport is over verschillende diensten verdeeld: RDW: keuring en verlening certificaat vervoermiddel CCV: toetsing en verlening getuigschrift chauffeur e/o verzorger voorheen VWA: Bestuursrechtelijke handhaving Verlening en onderhoud vervoerdersvergunning; Controles voorafgaand aan export; Controles op het slachthuis; Pilotteams; Opstellen diergeneeskundige verklaringen (basis voor bestuursrechtelijke of strafrechtelijke handhaving Voorheen AID: Bestuursrechtelijke handhaving Boeterapport opmaken; Strafrechtelijke handhaving; Controles onderweg; pilotteams. IBD (voorheen BVT, bureau preventie, backoffice combiteams) Backoffice interventies tav diertransport, dierenwelzijn en preventieregeling Filteren strafrecht bestuursrecht Voorbereiden dossier voor juridische afhandeling (Afdeling JZ team bestuurlijke maatregelen) Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 4 van 21

5 3. WERKWIJZE 3.1 Inleiding In het algemeen interventiebeleid VWA is een lijn uitgezet wanneer welke interventiemaatregelen worden ingezet. Voor het specifieke interventiebeleid Diertransport wordt deze lijn in belangrijke mate gevolgd en zijn de soorten overtredingen ingedeeld in de categorieën (gering (midden)overtreding ernstig). Belangrijk voor het bepalen van de wijze van interveniëren is naast de ernst van de overtreding het moment van constateren: vooraf (exportcertificering), onderweg, bij aankomst op de bestemming (AM keuring slachthuis, bestemmingscontroles), achteraf (documentcontroles, meldingen, notificaties). Ook is belangrijk wat de herkomst is van de actoren: bij Nederlandse vergunningen, certificaten, getuigschriften, houders, etc. wordt anders gehandeld dan bij documenten/actoren van of uit andere EU lidstaten. Om verwarring te voorkomen is gekozen om daar waar de categorie overtredingen tussen gering en ernstig is bedoeld, deze aan te duiden als midden. Daar waar niet naleven van de regelgeving wordt bedoeld zonder duiding of dit gering, midden of ernstig is wordt de term overtreding gebruikt. Ten algemene kan het volgende worden opgemerkt: - Er is een focus op voorkomen van herhalingen van gelijk(soortig)e overtredingen de hoogte van de BB e/o de LOD stijgt bij herhaalde overtreding. Dit moet de overtreder stimuleren om niet nogmaals dezelfde overtreding te begaan. - Ook kan er sprake zijn van verzwarende omstandigheden. Bijvoorbeeld ten tijde van dierziektecrises de regels overtreden, of verscheidene dieren tegelijk vervoeren die niet vervoerd mogen worden. - Die bedrijven die ernstige overtredingen begaan moet het moeilijk worden gemaakt te recidiveren door bijv te stimuleren om de bedrijfsprocessen te wijzigen waardoor overtredingen moeilijker kunnen worden begaan. - Overtredingen uit de categorie gering of midden zullen in de praktijk alleen bij frequent overtreden of bij herhaling van dezelfde (soort) overtreding leiden tot schorsing. Daarmee wordt voorkomen dat een bedrijf voor een beperkt incident tijdelijk of definitief de vergunning verliest. Anderzijds zullen die bedrijven waar de bedrijfsprocessen aanleiding geven tot geregeld overtreden/recidiveren worden gedwongen hun bedrijfsprocessen aan te passen. Dit zou de kwaliteit van het diertransport ten goede moeten komen. - De eerste insteek is om zaken bestuursrechtelijk aan te pakken en alleen in speciale gevallen (zie toelichting regeling bestuurlijke boete) te kiezen voor strafrecht. 3.2 Bestuurlijke boete Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 5 van 21

6 De bestuurlijke boete kan worden gebruikt voor geringe, midden en ernstige overtredingen. De hoogte varieert met de ernst van de overtreding en is vastgelegd in de Regeling bestuurlijke boetes GWWD. Omschrijving overtreding Geringe overtreding 500 Midden overtreding 1500 Ernstige overtreding 2500 Overtreding ten aanzien van 6 dieren, of 7,5% (bij pluimvee), of 5% 6000 dood (bij pluimvee) per transport. Overtreding ttv vervoersverbod irt dierziekte waarbij de overtreding de risico Boete maal factor 1,5 op verspreiding beïnvloedt Overtreding waarbij ten aanzien van 11 dieren, of 10% (bij pluimvee), Voorleggen aan de officier van per transport sprake is van letsel of dieren die niet vervoerd hadden mogen justitie worden. Bij recidive binnen 3 jaar van een (soort)gelijke overtreding wordt de bestuurlijke boete gelijk aan de optelling van de voor die categorie overtredingen op te leggen boete en van de voor die eerdere overtreding opgelegde BB (samengestelde BB). Indien 5 BB voor dezelfde of soortgelijke overtredingen binnen 3 jaar worden opgelegd, kan de vergunning worden geschorst bij de volgende (soort)gelijke overtreding. De bestuurlijke boete zal met name daar worden ingezet waar een overtreding niet teruggedraaid kan worden. Om herhaling te ontmoedigen kan een BB gecombineerd worden met LOD of schorsing. De algemene lijn, waar ten aanzien van sommige actoren of overtredingen om gemotiveerde redenen van af wordt geweken, is (zie ook bijlage 1): Eerste overtreding: Als got of mot een SW waarin ook wordt gewezen op de mogelijkheden om interventies toe te passen. Als eot wordt BB opgelegd (eventueel in combinatie met schorsing of LOD afhankelijk van het type overtreding en de omstandigheden) 2. Tweede overtreding binnen 3 jaar: als got na een got of mot wederom SW als got na een eot wordt een BB opgelegd, immers de betrokkene heeft al een duidelijke waarschuwing ontvangen. Hierbij wordt gekozen voor een enkelvoudige BB ook als de overtreding gelijk(soortig) is. Als mot na een got, mot of eot wordt een BB opgelegd. Dit is een enkelvoudige BB 2 Schorsing en LOD zijn beide herstelsancties en kunnen dus niet tezamen worden opgelegd. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 6 van 21

7 Als eot na een got/mot: BB evt in combinatie met schorsing of LOD afhankelijk van type overtreding en de omstandigheden. Als eot na een eot: BB (als gelijk(soortig) aan een eerdere overtreding een samengestelde BB) daarnaast schorsing of LOD opleggen. Derde overtreding binnen 3 jaar: got(onafhankelijk van categorie(ën) van eerdere overtredingen): opleggen BB of samengestelde BB mot(onafhankelijk van categorie(ën) van eerdere overtredingen): opleggen BB of samengestelde BB eot (na eerdere g/mot): opleggen BB evt in combinatie met schorsing of LOD afhankelijk van type overtreding en de omstandigheden. eot na eerdere eot: als 3 e eot binnen 3 jaar kan de vergunning ingetrokken worden, andere opties: BB /samengestelde BB eventueel in combinatie met schorsing of LOD afhankelijk van type overtreding en de omstandigheden. 3.3 Last onder dwangsom De LOD wordt toegepast conform de lijnen zoals deze zijn uitgezet in de Beleidsregels dierenwelzijn In het algemeen geldt dat bij toepassing van de LOD de volgende volgorde wordt aangehouden: 1. eerste tekortkoming geconstateerd SW met hierin verwijzing naar LOD mogelijkheden 2. tweede tekortkoming geconstateerd SW met vooraankondiging van de LOD 3. derde gelijksoortige tekortkoming geconstateerd opleggen dwangsom 4. vierde gelijksoortige tekortkoming geconstateerd verbeuren van de opgelegde dwangsom. In sommige gevallen kunnen de stappen sneller worden gezet of op een iets andere wijze worden toegepast. De LOD kan in combinatie met de BB worden toegepast, daar de LOD gericht is op voorkomen van herhaling dan wel op opheffing van de overtreding en de BB een straffende sanctie is gericht op de overtreder. De hoogten en het maximale bedrag aan dwangsommen zijn vastgesteld in de Beleidsregels dierenwelzijn LOD 1 bedraagt 3.000,= met een maximum van LOD 2 bedraagt 5.000,= met een maximum van LOD 3 bedraagt ,= met een maximum van Schorsing Een schorsing van de vervoersvergunning heeft tot doel om de vervoerder te dwingen tot een time-out. Hierin dient hij zich te beraden hoe hij in de toekomst overtredingen gaat vermijden. Hij dient hiertoe een protocol op te stellen en ter goedkeuring aan de NVWA voor te leggen, zodat overtuigend gemaakt kan worden dat de werkwijze van het bedrijf zodanig is aangepast dat overtredingen in de toekomst worden voorkomen. De eisen aan het protocol staan verwoord in de regelgeving (art 15 Beleidsregels dierenwelzijn 2009). Als de NVWA constateert dat het bedrijf zich niet aan het goedgekeurde protocol houdt, wordt ingegrepen. De VWA kan een periode van verscherpt toezicht na een schorsing toepassen. Gedurende die periode zullen extra controles worden uitgevoerd en door de vervoerder moeten extra gegevens worden aangeleverd. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 7 van 21

8 3.5 Intrekking Een intrekking van de vervoersvergunning heeft tot doel om of het bedrijf te laten stoppen met diertransport of om de voortduring van de overtreding van de bepaling dat een rechtspersoon slechts één vergunning mag hebben op te heffen. In het eerste geval heeft de vervoerder in de afgelopen 3 jaar verscheidene gelijksoortige ernstige overtredingen begaan. Hij heeft de mogelijkheid gehad om protocollen te schrijven en te herzien. Dit alles heeft echter geen verbetering tot gevolg gehad en gelijksoortige ernstige overtredingen blijven geconstateerd worden. Een derde mogelijkheid om de vervoersvergunning in te trekken is als de vergunning onterecht is afgegeven. Bijvoorbeeld omdat de aanvrager geen correcte informatie heeft verstrekt, of verzuimd heeft bepaalde zaken te melden. Te denken valt aan een verzwegen intrekking van een (buitenlandse) vergunning in verband met begane overtredingen. Het begaan van overtredingen voor de aanvraag en deze niet vermelden bij de aanvraag. Of niet aan de verleningscriteria voldoen, maar er in geslaagd zijn dit te verhullen ten tijde van de aanvraag. 3.6 Bestuursrecht of strafrecht Het uitgangspunt is om zoveel mogelijk via bestuursrecht te werken. Dit werkt sneller waardoor overtreders directer en sneller met de gevolgen van hun handelen worden geconfronteerd, waar hopelijk een betere preventieve werking van uit gaat: Lik op stuk beleid. In een aantal gevallen zal het strafrechtelijk spoor worden ingezet. In aanmerking komen met name: - Er is sprake van letsel of dieren die niet vervoerd hadden mogen worden en dit betrof 11 of meer dieren/meer dan 10% van het transport. Het gaat over fysieke geschiktheid voor vervoer - De te handhaven norm sluit aan bij in de maatschappij levende fundamentele waarden en er bestaat een zekere behoefte aan openbare berechting van de overtreder - de overtreder is een buitenlandse actor (houder, vervoerder, chauffeur etc) - er is sprake van veelvuldige recidive. 3.7 Exportcertificering Bij exportcertificering geldt dat er geen transport mag worden gecertificeerd zonder dat als niet alles in orde is. Bij exportcertificering is daarom de interventie over het algemeen: mogelijkheid tot (direct) herstel bieden en indien dat niet mogelijk is niet certificeren. Deze non-conformiteiten dienen wel genoteerd en gemeld te worden. Hiervoor dient het relevante meldingsformulier te worden gebruikt. Niet in alle gevallen mag mogelijkheid tot herstel worden geboden. Soms kan herstel leiden tot overtreding van (andere) regelgeving. In die gevallen is alleen weigering mogelijk. 3.8 Stal- / klepkeuring Met de deelnemers aan het kwaliteitssysteem QLL is afgesproken dat bij exportcertificering van varkens (uitgezonderd slachtzeugen en slachtbiggen) stalkeuring kan worden toegepast in plaats van de normaal gebruikelijke Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 8 van 21

9 klepkeuring. Stalkeuring is dus een voordeel dat wordt geboden aan de vervoerders, houders VC en organisatoren die extra hun best doen om de regelgeving na te leven op basis van vertrouwen. Als er overtredingen worden geconstateerd zal conform het interventiebeleid worden gehandhaafd. Daarnaast kunnen maatregelen worden getroffen ten aanzien van de zgn. stal- en klepkeuring. Er zijn immers geen redenen meer om het voordeel voor deze deelnemer in deze gevallen te handhaven. De betrokken deelnemer zal om het vertrouwen te herwinnen tijdelijk weer onder het normale keuringsregime moeten gaan vallen. De stalkeuring kan niet langer worden toegepast in de volgende gevallen: - indien een (vervoerders)vergunning geschorst is geweest; - na een ernstige overtreding (vervoerder, houder VC); - Indien binnen de periode van 1 jaar 3 overtredingen zijn geconstateerd, gevolgd door een SW, BB, PV, LOD of melding overtreding door buitenlandse CA, waarvan tenminste 2 overtredingen van de middencategorie (vervoerder, houder VC) De periode van klepkeuring duurt drie maanden en gaat in op de datum die wordt genoemd in het schriftelijke besluit van de NVWA aan de ondernemer. Deze periode is nodig om weer het volledige vertrouwen in de ondernemer terug te krijgen. Als in de periode van drie maanden opnieuw een overtreding wordt geconstateerd wordt de periode van klepkeuring met drie extra maanden verlengd tot een half jaar. Bij nog een volgende overtreding in deze periodes zal het klepkeuringsregime worden verlengd tot 1 jaar. Indien tijdens de genoemde periodes geen nieuwe overtredingen meer zijn geconstateerd, komt de ondernemer, indien hij nog altijd deel neemt aan het kwaliteitssysteem en voldoet aan de vereisten ervan, weer in aanmerking voor exportkeuring op stal. Bij een eerstvolgende nieuwe overtreding na de hiervoor genoemde periode zal de telling uitsluitend en alleen ten aanzien van de bestuurlijke maatregel van stal- en klepkeuring opnieuw starten. De hiervoor genoemde maatregelen per ondernemer zullen aan het kwaliteitssysteem QLL worden medegedeeld. Zij staan los van de eventuele maatregelen die het kwaliteitssysteem zelf aan de betreffende ondernemer kan opleggen, na constatering van een overtreding door de NVWA en/of QLL. Daarnaast kan de NVWA ook steekproefsgewijs en risicogebaseerd een deel van de exportcertificeringsactiviteiten die onder het stalkeuring regime vallen te allen tijde als klepkeuring uitvoeren. 3.9 Verscherpt toezicht De NVWA kan er voor kiezen om tijdelijk een bepaalde actor onder verscherpt toezicht te plaatsen. Dit zal meestal worden gedaan als er ernstige overtredingen of herhaalde overtredingen worden geconstateerd. Ook kan het worden toegepast bij ernstige vermoedens dat er structurele overtredingen worden begaan. Het verscherpt toezicht wordt op maat toegepast en hangt samen met het type overtreding(en) of verdenkingen die er bestaan. Enkele voorbeelden zijn: Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 9 van 21

10 - Tijdelijk structureel verstrekken van satelliet navigatie gegevens van alle wagens, temperatuurregistratie gegevens en tachograafschijfgegevens; - Gedetailleerde gegevens verstrekken van bepaalde typen transport - Gerichte controles laten uitvoeren op de plaats van bestemming in samenwerking met collegadiensten. - Tijdelijk geen vrijstelling verlenen van de in Annex II staande bepaling dat het journaal tenminste 2 werkdagen voor vertrek aan de VWA wordt verstrekt. - Wekelijkse rapportages over de verrichte transporten. - Uitvoeren van klepkeuringen (ook bijvoorbeeld bij gebruikspaarden). Een periode van verscherpt toezicht zal in het algemeen 2 tot 6 maanden duren afhankelijk van het type bedrijf, de soort overtreding, de inhoudelijke karakteristieken van het verscherpte toezicht en de bevindingen. Het verscherpt toezicht kan niet worden vermeden door tijdelijk de activiteiten onder een andere naam te laten uitvoeren. De looptijd van het verscherpt toezicht zal pas beginnen als de vergunning (weer) wordt gebruikt Journaal (retourneren) Het niet retourneren van een correct en volledig journaal na afloop van een transport (een vervoerder met een Nederlandse type II vergunning dient volgens de TVo een kopie van ieder journaal, ook als het een reis betrof die niet vanuit Nederland startte, naar de VWA te sturen) is veelal een te repareren non-conformiteit. Daarom wordt hierbij per journaal overgegaan tot het opleggen van een LOD na verzoek tot herstel. Wordt uiteindelijk het correcte en volledige journaal niet ingezonden, dan wordt overgegaan tot het opleggen van een BB. Als de vervoerder telkens de journaals te laat of pas na een waarschuwing of oplegging van een LOD instuurt, is sprake van structureel overtreden. In zo n geval zijn de bedrijfsprocessen rond de administratie niet voldoende zorgvuldig ingericht en is verbetering noodzakelijk. Als een vervoerder voor de vijfde keer via een LOD traject wordt verzocht een journaal te retourneren wordt tevens gemeld dat een volgend journaal dat niet wordt ingestuurd zal leiden tot oplegging van een BB in combinatie met een LOD-traject om het betreffende journaal alsnog te ontvangen. Of indien een volgend journaal te laat wordt ingestuurd wordt een BB opgelegd. Voor het niet volledig of correct invullen van het journaal wordt de matrix gevolgd met betrekking tot de indeling in gering, midden, ernstig. De interventies zijn afhankelijk van de actor die de overtreding heeft begaan Nederlandse vervoerders De werkwijze is erop gericht om herhaling van een gelijksoortige overtreding te ontmoedigen en daarmee te voorkomen. Daarom worden herhalingen van gelijke of gelijksoortige overtredingen telkenmale zwaarder beboet. Gelijk of gelijksoortig zijn allereerst de overtredingen van dezelfde regel van de interventiematrix. Daarnaast worden dezelfde afwijkingen maar qua ernst afwijkend ook geschaard onder de noemer gelijksoortig. Een en ander is ook Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 10 van 21

11 terug te vinden in de tabel van bijlage 1. Bij gelijk(soortige) overtredingen wordt de samengestelde boete toegepast. Geringe overtredingen dienen wel te worden ontmoedigd, maar leiden niet tot intrekking van de vergunning. Indien het een allereerste overtreding betreft zal een SW worden gegeven. Indien daarna binnen 3 jaar een tweede got wordt geconstateerd wordt wederom een SW gegeven. Bij een derde got wordt de BB toegepast. Bij een aantal herhalingen van gelijksoortige overtredingen wordt de samengestelde BB gehanteerd en bij 5 keer een BB voor een gelijke of gelijksoortige overtreding in 3 jaar kan bij de volgende gelijksoortige overtreding worden overgegaan tot het opleggen van een BB in combinatie met een schorsing. De overtreder kan de schorsing opheffen door een protocol in te dienen, conform de Beleidsregels dierenwelzijn Indien daar aanleiding toe bestaat kan tevens of in plaats van een BB een LOD ter voorkoming van herhaling worden opgelegd. Verder wordt een schorsing gevolgd door een periode van verscherpt toezicht waarbij onder andere het privilege van stalkeuring kan worden ingetrokken voor een periode van 2 maanden. Midden overtredingen kunnen ook leiden tot schorsing van de vergunning. Net als bij got geldt bij mot dat bij herhalingen van gelijke of gelijksoortige overtredingen de samengestelde BB gehanteerd wordt. In de Beleidsregels dierenwelzijn 2009 is ook vastgelegd vanaf wanneer een vergunning kan worden geschorst indien sprake is van mot s: - op basis van artikel 6 lid 6 kan worden geschorst indien na een 2 e SW voor een mot een volgende mot wordt geconstateerd binnen 3 jaar. - Op basis van artikel 6 lid 5 kan worden geschorst indien een LOD van de 3 e categorie is opgelegd en verbeurd en een nieuwe soortgelijke overtreding wordt begaan binnen 3 jaar. - Op basis van artikel 7a, indien in een periode van 3 jaar 5 BB zijn opgelegd voor dezelfde of soortgelijke overtredingen kan bij eenzelfde of gelijksoortige overtreding binnen 3 jaar na de 5 e BB de vergunning worden geschorst. Voor de opheffing en nasleep van de schorsing geldt hetzelfde als reeds bij got is vermeld: protocol, verscherpt toezicht, intrekking stalkeuring. Bij combinaties van geringe en midden overtredingen wordt de lijn gevolgd zoals in de tabel van bijlage 1 is uitgewerkt. Hierbij geldt dat na de 3 e mot binnen 3 jaar gekozen kan worden voor een schorsing. Los van het aantal got dat daar tussendoor is geconstateerd. Als er tussendoor een ernstige overtreding wordt geconstateerd, heeft dit effect voor de hoogte van boetes voor volgende gelijk(soortig)e got/mot en wordt daarnaast het spoor voor eot gevolgd. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 11 van 21

12 Bij ernstige overtredingen wordt eerder overgegaan tot schorsing van de vergunning. Dit zijn meestal overtredingen waarbij ernstig verwijtbaar lijden is geconstateerd. Zulke overtredingen dienen daarom sterk te worden ontmoedigd. Er wordt niet eerst gewaarschuwd maar direct geschorst, een BB of een LOD3 opgelegd. Een LOD zal meestal niet de voorkeur hebben. Bij herhaling van een eot binnen 3 jaar wordt afhankelijk van de keuze bij de eerdere eot of geschorst in combinatie met een BB of de LOD3 ingevorderd. Een derde eot binnen 3 jaar na de eerste eot kan leiden tot een BB en een intrekking van de vergunning dan wel tot verbeuring LOD3 e/o schorsing mede afhankelijk van de keuzes zoals die zijn gemaakt bij de eerste & tweede eot. Indien na de derde eot de vergunning niet is ingetrokken kan bij de vierde OT in 3 jaar een BB worden opgelegd en de vergunning worden geschorst of ingetrokken. Is na de vierde eot in 3 jaar de vergunning niet ingetrokken dan wordt deze na de 5 e eot ingetrokken in combinatie met een BB. De BB is bij gelijk(soortig)e eot een samengestelde BB. Verder geldt na de schorsing het verscherpte toezicht regime in combinatie met het opheffen van het privilege van stalkeuring indien van toepassing. Voor eot geldt veel meer dan bij got/mot mede in verband met de ernst van de overtreding dat per geval maatwerk wordt geleverd. Bij meer dan één vergunning per rechtspersoon worden alle vergunningen ingetrokken totdat ten hoogste één vergunning resteert Personen die dieren vervoeren over een afstand korter dan 65 km Voor het vervoer over afstanden korter dan 65 km is geen vergunning nodig. In die gevallen dat een vervoerder altijd transporten korter dan 65 km uitvoert hoeft hij dus geen vergunning te hebben. Schorsen en intrekken van de vergunning is bij zo n vervoerder niet in te zetten als interventiemogelijkheid bij bestuursrechtelijk handhaven. De interventie is in dit geval beperkt tot het inzetten van de BB en de LOD bij overtredingen. De daarbij te volgen procedures komen overeen met de procedures beschreven in 3.5 voor de vervoerders met een vergunning. Daar waar de schorsing of de intrekking van de vergunning in beeld zou komen kan nu worden gekozen voor een additionele LOD om de druk om de regelgeving na te leven te verhogen. Ook kan een vervoerder tijdelijk worden verboden om dieren te vervoeren op Nederlands grondgebied Chauffeurs (artikel 8 Beleidsregels) Chauffeurs (en verzorgers) die transporten van runderen, geiten, schapen, varkens, pluimvee en niet geregistreerde eenhoevigen uitvoeren, dienen in bezit te zijn van een getuigschrift. Hoewel in veel gevallen de verantwoordelijkheid of verwijtbaarheid voor de overtredingen bij de vervoerder ligt, kan dit ook bij de chauffeur of verzorger liggen. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 12 van 21

13 In geval van een ernstige overtreding kan het getuigschrift direct worden ingetrokken. Bij midden overtredingen zal eerst tweemaal een SW worden gegeven. Bij geringe overtredingen zal niet worden opgetreden richting de chauffeur. Bij overtredingen waarvoor de verantwoordelijkheid of verwijtbaarheid mede of met name bij de vervoerder ligt kunnen zowel vervoerder als chauffeur/verzorger passende interventies tegemoet zien. Chauffeurs en verzorgers van andere dan de genoemde diersoorten hoeven niet over een getuigschrift te beschikken. In geval zij zich schuldig maken aan overtredingen resten dus alleen de SW, BB en LOD. In voorkomende gevallen zal maatwerk geleverd worden. Vervoermiddel (gecertificeerd wegvervoermiddel/veeschip/container, artikel 9 Beleidsregels) Afhankelijk van de aard van de afwijkingen van een vervoermiddel wordt gekozen voor de te volgen weg om het vervoermiddel weer in orde te laten maken. Dit kan zijn door snelle, bevredigende reparatie ter plaatse, of een schorsing of een intrekking van het certificaat. Bij een intrekking dient een nieuwe keuring en certificering door de RDW plaats te vinden. In sommige gevallen kan het nodig zijn dat de NVWA aanwezig is bij de herkeuring. Kleinere onvolkomenheden kunnen direct of snel worden gerepareerd en door de NVWA worden gecheckt, hierbij wordt een schorsing tot het euvel verholpen is ingezet. De schorsing of intrekking kan worden vergezeld door een last onder dwangsom om te voorkomen dat een ongeschikte wagen wordt gebruikt voor diertransport. Afhankelijk van het type afwijking kan het vervoermiddel eventueel wel voor kort transport worden gebruikt (vb drinkwatersysteem defect onder 8h is dit niet verplicht). Buitenlandse certificaten van goedkeuring kunnen door de NVWA niet worden geschorst of ingetrokken. Wel kan een melding gedaan worden naar het land waar de wagen goedgekeurd is en mag Nederland tijdelijk verbieden om met deze wagen transporten op NL-grondgebied uit te voeren Vervoermiddel zonder certificaat Intrekking of schorsing van een certificaat is geen optie. Wel kan een BB worden opgelegd. Daarnaast kan een LOD worden opgelegd om herhaling van de overtreding te voorkomen, met name bij grote afwijkingen van de wenselijke situatie zal dit worden toegepast. Wagens gekeurd door DEKRA moeten analoog aan het RDW traject behandeld worden. Deze wagens dienen hersteld en herkeurd te worden en tot die tijd niet op de lijst van wagens te staan die kunnen worden gebruikt bij keuren zonder wagen. Over buitenlandse wagens kan een melding naar het land van herkomst worden gestuurd en Nederland mag tijdelijk verbieden om met de wagen transporten op haar grondgebied uit te voeren. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 13 van 21

14 3.15 Houder / veehouder / VC / Slachthuis / organisator Diverse actoren zijn betrokken en hoeven in principe geen vergunning te hebben in het kader van de TVo. Soms zijn ze tevens de vervoerder en hebben uit die hoofde dan wel een vergunning. Mocht het echter actoren betreffen die geen vergunning hebben zal met name via BB en LOD geïntervenieerd worden. De daarbij te volgen procedure is in grote lijnen overeenkomstig de procedure zoals beschreven is bij de vergunninghoudende vervoerder. Schorsing/intrekking van de vergunning kan niet worden toegepast. Bij veelvuldig recidive kan wel worden besloten het strafrechtelijk spoor in te slaan en daarnaast een LOD op te leggen om verdere overtredingen te ontmoedigen. Daarnaast kan het zijn dat overtredingen relevant zijn in het kader van erkenningonderhoud bij het slachthuis of het VC. Via het hiervoor geldende specifieke interventiebeleid kan daar verdere invulling aan worden gegeven. De melding dient via het daarvoor relevante meldingsformulier aan het IBD worden gestuurd. Doordat het IBD ook de handhaving ten aanzien van de preventieregeling als taak heeft, kan de informatie over en weer van belang zijn. Ten aanzien van de houder van het VC geldt aanvullend dat hij in het kader van de kwaliteitssystemen bepaalde controles uitvoert die normaal door de NVWA gedaan zouden worden en dat er stalkeuring in plaats van klepkeuring plaatsvindt. Op basis van vertrouwen en steekproefsgewijze controles wordt dit voordeel gegeven. Net als bij vervoerders, geldt dat als er argumenten zijn om voordelen voor (on)bepaalde tijd op te schorten en het uitgangsregime toe te passen dit gedaan zal worden. Zie ook de toelichting onder klepkeuring/stalkeuring Overbelading pluimvee Bij overbelading van pluimvee wordt de overtreding geclassificeerd afhankelijk van de hoeveelheid geconstateerd lijden/doa enerzijds en overbeladingspercentage anderzijds. De indeling wijkt af van andere diersoorten dit omdat het transport qua uitvoering ook duidelijk afwijkt. Lijden DOA < 1% (kuikens) of DOA < 2% (kippen) of DOA > 1% (kuikens) of DOA > 2% (kippen) of Overbelading Lijden < 2% Lijden > 2% < 2 % mot categoriseren op basis lijden/doa 2 6 % Geringe OT mot 6 10 % mot mot > 10 % mot eot Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 14 van 21

15 3.17 Buitenlandse actoren In geval er buitenlandse actoren betrokken zijn, kan Nederland via het contactpunten TVo netwerk een notificatie zenden naar het contactpunt van de desbetreffende lidstaat waarin de feiten betreffende de geconstateerde tekortkoming worden toegelicht. Eventueel kan op basis van de TVo een buitenlandse vervoerder tijdelijk het recht om dieren te vervoeren in Nederland worden ontzegd na herhaalde melding richting het betreffende contactpoint. De lijn is om met name voor recidive en mot/eot het strafrechtelijk spoor in te zetten Constateringen onderweg Als een transport begonnen is en bij een controle gedurende de reis blijkt dat er overtredingen zijn, zijn de interventies tweeledig. Enerzijds kan een punitieve sanctie worden opgelegd, anderzijds moet worden besloten wat met het betreffende transport moet gebeuren. Dit laatste vraagt om maatwerk en de hieronder genoemde opties zijn niet uitputtend. Twee aspecten zijn van belang: het lijden van de dieren moet niet worden verergerd door de interventie en er moet worden vermeden dat er ten aanzien van diergezondheid onacceptabele situaties ontstaan. Als het transport net van start is gegaan en in Nederland is gecertificeerd dient altijd contact te worden opgenomen met de certificerende dierenarts. Dit om te bepalen of nog aan het certificaat wordt voldaan of dat opnieuw certificeren noodzakelijk is. Als de bestemming dichtbij is kan worden gekozen voor onder begeleiding doorreizen naar de bestemming. Overladen in een andere wagen, Verplicht rusten op een controlepost of eventueel ander passend adres, waar de dieren onder begeleiding naartoe worden gebracht, Afvoer richting nabijgelegen slachthuis. 4. HULPMIDDELEN EN REGISTRATIE Veel van de geconstateerde overtredingen dienen op specifieke formulieren te worden genoteerd: diergeneeskundige verklaring ( boete rapport ) diergeneeskundige verklaring pluimvee meldingsformulier tekortkoming diertransport te gebruiken bij respectievelijke - AM-keuring op het slachthuis - Exportcertificering - Bestemmingscontrole reisjournaal (afdeling 5) Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 15 van 21

16 5. VERANTWOORDELIJKHEDEN De medewerker van de NVWA is verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de procedure en voor het gebruiken van de daarvoor bestemde, actuele versie van het formulier. De toezichthouder maakt de rapportage op en zendt deze naar het IBD. Het IBD zal bepalen aan de hand van de voorgeschiedenis van de betrokkene, de interventiematrix, het interventiebeleid en de geconstateerde overtreding(en) wat de volgende stap in de handhavingscascade zou moeten zijn. En bereiden dit voor, voor de afdeling juridische zaken. Eén geconstateerde overtreding kan leiden tot interventies richting meer dan één actor. 6. DIVERSEN Bijlage 1: tabel voorbeelden opeenvolgende gecombineerde overtredingen Bijlage 2: interventiebeleid diertransport: Overzicht specifieke interventies NVWA m.b.t. diertransport Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 16 van 21

17 Bijlage 1: tabel voorbeelden opeenvolgende gecombineerde overtredingen Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 17 van 21

18 In alle gevallen betreft het de Xe OT binnen de 3 jaar periode 1e OT 2e OT 3e OT 4e OT 5e OT 6e OT 7e OT 8e OT en verder got SW got SW got BB got (g) BB (sambb) got (g) BB (sam BB) got (g) BB (sambb) got (g) BB (sambb) got (g) BB (indien 5* BB voor gelijk(soortig)e OT binnen 3 jaar --> schorsen en tenminste 2 maanden uitgesloten van stalkeuring mot BB g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) g/mot (g) BB (indien 5* BB voor gelijk(soortig)e OT binnen 3 jaar --> schorsen en tenminste 2 maanden uitgesloten BB/schorsen/LOD3 van stalkeu- eot opleggen g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) ring g/mot (g) eot (g) BB (sambb) en schorsen (en tenminste 2 maanden geen stalkeuring)/ verbeuren LOD3 g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) BB (sambb) en schorsen (en tenminste 2 maanden geen stalkeuring)/ verbeuren LOD3/ intrekken eot (g) vergunning BB (indien 5* BB voor gelijk(soortig)e OT binnen 3 jaar --> schorsen en tenminste 2 maanden uitgesloten van stalkeuring) BB (indien 5* BB voor gelijk(soortig)e OT binnen 3 jaar --> schorsen en tenminste 2 maanden uitgesloten van stalkeuring) BB (indien 5* BB voor gelijk(soortig)e OT binnen 3 jaar --> schorsen en tenminste 2 maanden uitgesloten van stalkeuring) Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 18 van 21

19 1e OT 2e OT 3e OT 4e OT 5e OT 6e OT 7e OT 8e OT en verder mot SW g/mot BB g/mot (g) BB (sambb); g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB kan met BB kan met mot BB mot BB kan met schorsing mot BB kan met schorsing mot schorsing mot schorsing BB (indien 5* BB voor gelijk(soortig)e OT binnen 3 jaar --> schorsen en tenminste 2 maanden uitgesloten van stalkeuring T g/mo (g) BB (indien 5* BB voor gelijk(soortig)e OT binnen 3 jaar -- > schorsen en tenminste 2 maanden uitgesloten van stalkeuring) eot BB/schorsen/LOD3 opleggen & tenminste 2 maanden geen stalkeuring g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) eot (g) BB (sambb) en schorsen (en tenminste 2 maanden geen stalkeuring)/ verbeuren LOD3 Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 19 van 21

20 1e OT 2e OT 3e OT 4e OT 5e OT 6e OT 7e OT 8e OT en verder eot BB & schorsen eot BB & schorsen eot intrekken g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) eot (g) BB & schorsen (sambb & schorsen) g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) g/mot (g) BB (sambb) eot (g) BB & intrekken (sambb & intrekken) LOD & schorsen eot g verbeuren LOD eot g verbeuren LOD eot BB & schorsen eot intrekken BB& intrekken of BB& intrekken of BB & schorsen eot BB& intrekken of schorsen eot schorsen eot schorsen eot BB & schorsen eot BB& intrekken of schorsen eot BB& intrekken of schorsen eot BB& intrekken of schorsen er kan worden afgeweken door een LOD op te leggen bij de 2e eot dit wordt met name gebruikt voor hen die geen vergunning hebben ikv TVo g/m/eot (g) gering/midden overtreding (gelijk of gelijksoortig) sambb samengestelde Bestuurlijke Boete voor gelijke of gelijksoortige overtreding schorsen Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 20 van 21

21 Bijlage 2: interventiebeleid diertransport: Overzicht specifieke interventies NVWA m.b.t. diertransport (zie bijlage bij dit document op de website ) Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via NVWA-Intranet beschikbaar. Pagina 21 van 21