Notitie actualiteit MER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Notitie actualiteit MER"

Transcriptie

1 Notitie actualiteit MER A27/A1 Aansluiting Utrecht-Noord - Knooppunt Eemnes - Aansluiting Bunschoten- Spakenburg Datum april 2014 Status definitief

2

3 Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden Nederland Informatie Telefoon Datum April 2014 Status definitief Documentnummer

4

5 Inhoud 1 Inleiding 6 2 Gewijzigde uitgangspunten Verkeersmodel NRM-West Project Ring Utrecht in referentiesituatie Invoering 130km/uur Zienswijzen 8 3 Effecten verkeer Huidige situatie Autonome ontwikkeling Verkeerskundig effect van de verbreding van de A27 en A Conclusie verkeerseffecten 19 4 Invloed op omgeving en milieueffecten Verkeersveiligheid Geluid Lucht Natuur Bodem en Water Landschap en cultuurhistorie Archeologie Externe veiligheid Sociale aspecten Ruimtegebruik 28 5 Mitigerende en compenserende maatregelen 29 6 Conclusie 30

6 1 Inleiding Voor het project A27-A1 is een milieueffectrapport (MER) opgesteld. Het doel van een MER is het verschaffen van inzicht in de positieve en negatieve effecten van de verschillende oplossingsalternatieven, zodat een keuze voor een alternatief kan worden gemaakt. Het MER is gebaseerd op de uitgebreide deelrapporten die voor elk aspect opgesteld zijn, bijvoorbeeld voor geluid, lucht, bodem en water, natuur en landschap. In het Milieueffectrapport A27/A1 aansluiting Utrecht-Noord knooppunt Eemnes aansluiting Bunschoten-Spakenburg zijn het voorkeursalternatief en het minimumalternatief (de situatie dat de A27 en A1 beperkter dan in het voorkeursalternatief worden verbreed) vergeleken met het nulalternatief (de situatie dat de A27 en de A1 niet worden verbreed, ook wel referentiesituatie genoemd). Het resultaat van de vergelijking was dat het voorkeursalternatief beter scoorde dan het minimumalternatief. Er is dan ook voor gekozen om het voorkeursalternatief verder uit te werken en het minimumalternatief te laten afvallen. Deze uitwerking van het voorkeursalternatief is opgenomen in het Ontwerp- Tracebesluit, dat tegelijk met het MER ter visie heeft gelegen van 12 november tot en met 23 december Voor het opstellen van het Tracébesluit is bekeken of het Milieueffectrapport nog voldoende actueel is voor de besluitvorming over de verbreding van de A27/A1 aansluiting Utrect-Noord knooppunt Eemnes aansluiting Bunschoten-Spakenburg. In de periode tussen de ter visie legging van het Ontwerp-Tracébesluit en het verschijnen van het Tracébesluit zijn een aantal uitgangspunten voor de onderzoeken naar de effecten van de wegverbreding gewijzigd. Om zorgvuldig met deze wijzigingen om te gaan is ervoor gekozen een aantal onderzoeken opnieuw uit te voeren. De resultaten van deze nieuwe onderzoeken zijn bij het Tracébesluit gevoegd. Daarnaast is het nodig om na te gaan in hoeverre de wijzigingen in uitgangspunten een effect hebben op de beschrijving en beoordeling van de milieuaspecten zoals opgenomen in het Milieueffectrapport. Kern van de zaak is om te bepalen of de keuze van destijds om door te gaan met het voorkeursalternatief ook gemaakt zou worden als de gewijzigde uitgangspunten in de afweging worden betrokken. In deze Notitie wordt deze analyse beschreven. Tevens wordt voor de onderzoeken die niet opnieuw zijn uitgevoerd aangegeven in hoeverre ze nog actueel zijn. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de gewijzigde uitgangspunten. Daarna worden de effecten van de wijzigingen op verkeer beschreven. Vervolgens wordt per aspect beoordeeld in hoeverre de effectbeschrijving in het MER nog voldoende actueel is, en of de wijzigingen van de uitgangspunten gevolgen hebben voor de effectbeschrijving en/of beoordeling. In deze notitie is de hoofdstukvolgorde van het MER aangehouden. Het Milieueffectrapport en de bijbehorende deelrapporten uit 2010 worden niet aangepast. Aanpassingen worden dus volledig in deze notitie beschreven. Zowel het Milieueffectrapport als deze notitie worden als bijlage bij de Toelichting op het Tracébesluit gevoegd. Pagina 6 van 30

7 2 Gewijzigde uitgangspunten Voor het opstellen van het Tracébesluit is een aantal uitgangspunten voor de onderzoeken naar de effecten van de wegverbreding gewijzigd. Het betreft de volgende wijzigingen: de verkeersberekeningen zijn geactualiseerd op basis van het Nederlands Regionaal Model West (NRM-West), met prognosejaar 2030; het project Ring Utrecht is in de referentiesituatie als gerealiseerd verondersteld; in de milieuonderzoeken is rekening gehouden met de invoering van 130km/uur; een aantal zienswijzen op het OTB/MER heeft gevolgen voor de beschrijving van de milieueffecten; Hieronder zijn de wijzigingen nader beschreven Verkeersmodel NRM-West Bij het MER en het Ontwerp-Tracébesluit is gebruik gemaakt van het verkeersmodel NRM 2.3. Hiermee zijn de verkeerskundige effecten in beeld gebracht. Daarnaast vormen de uitkomsten van het verkeersmodel de basis voor een aantal (milieu-) effectonderzoeken. Voor het Tracébesluit en de daarbij behorende onderzoeken is gebruik gemaakt van het Nederlands Regionaal Model West 2013 (NRM-West). Dit is de meest actuele versie van het NRM, en hanteert een aantal andere uitgangspunten dan het NRM 2.3. In het model NRM-West is een beleidsscenario opgenomen en zijn verschillende relevante actuele ruimtelijke ontwikkelingen verwerkt. De sociaal-economische gegevens zijn gebaseerd op het Global Economy-scenario van het Centraal Planbureau (CPB). Dit leidt tot andere gegevens over autobezit, economische ontwikkelingen, gebruik van openbaar vervoer, inwoneraantallen en het aantal arbeidsplaatsen. Ook is er in dit model gerekend met de in 2012 vastgestelde snelheden (130km/uur) op de autosnelwegen. Tevens is de laatste versie van het MIRT-programma gebruikt, zoals is vastgesteld bij de rijksbegroting (Miljoenennota) van MIRT staat voor Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport. In het MIRT staan alle projecten die (mede)gefinancierd worden uit de rijksbegroting. Daarnaast is de modeltechniek van het verkeersmodel aangepast en maakt het NRM-West gebruik van een nieuw basisjaar (2004 in plaats van 2000). Dit basisjaar is een historisch nagebootst jaar op basis waarvan middels groeimodellen de toekomst wordt geprognosticeerd bij een bepaald groeiscenario (zoals het Global Economy-scenario). Ten behoeve van het Tracébesluit wordt niet langer naar 2020 gekeken, maar zijn prognoses opgesteld voor Op deze manier wordt met dit verkeersmodel een zo goed mogelijk beeld verkregen van het verkeer op de snelwegen in Nederland in de toekomst. In bijlage 3 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen bij de Toelichting op het Tracébesluit worden de uitgangspunten nader toegelicht Project Ring Utrecht in referentiesituatie In de referentiesituatie die in beeld is gebracht voor het MER en het OTB was het project Ring als niet gereed verondersteld. De reden hiervoor is dat het project Ring in die periode in een dusdanig pril stadium verkeerde, dat er nog onvoldoende helderheid was over het te kiezen voorkeursalternatief. Voor het Tracébesluit is beslo- Pagina 7 van 30

8 ten om alle projecten die opgenomen zijn in het MIRT als gerealiseerd te veronderstellen in de referentiesituatie. De reden hiervoor is dat de verbreding van een aangrenzend traject de verkeersintensiteit op de A27 en A1 zou kunnen vergroten. Alle andere aangrenzende projecten waren al wel meegenomen Invoering 130km/uur In 2012 is het besluit genomen om 130km/uur als reguliere maximumsnelheid in te stellen, en op een aantal aangewezen trajecten een (dynamische) snelheidsverlaging in te voeren. Voor de A27/A1 betekent dit dat de snelheid op de A27 tussen Utrecht en Knooppunt Eemnes op 120km/uur is gebleven. Ten noorden van knooppunt Eemnes is de snelheid wel verhoogd naar 130km/uur tijdens de avond- en nachturen. Ook op de A1 tussen knooppunt Eemnes en knooppunt Hoevelaken is de snelheid in de avond- en nachturen 130km/uur. In het gebruikte NRM-West en in de geluid- en natuuronderzoeken zijn deze snelheden verwerkt. Op het traject van de spitsstrook (van Utrecht-Noord tot aansluiting Bilthoven) geldt dat bij geopende spitsstrook de snelheid 100km/uur is Zienswijzen Een aantal zienswijzen heeft geleid tot aanpassing of uitbreiding van milieuonderzoeken. Dit is bijvoorbeeld het geval voor natuur (aanvullend stikstof- en dassenonderzoek) en geluid (fouten in adresgegevens en eerder vastgestelde hogere waarden, het jaar 1987 ipv 1986 voor saneringsopgave). In hoofdstuk 4 worden de wijzigingen naar aanleiding van de zienswijzen per aspect beschreven. Pagina 8 van 30

9 3 Effecten verkeer In hoofdstuk 7X Verkeer van het MER en in het OTB van oktober 2010 zijn de noodzaak en de verkeerskundige effecten van de verbreding van de A27 en A1 beschreven. De projectsituatie is hiervoor afgezet tegen de situatie waarin er niets aan de weg zou worden gedaan. Dit wordt de referentiesituatie, of autonome ontwikkeling genoemd. In het MER is tevens het minimumalternatief beoordeeld. Deze effectbeschrijving is gebaseerd op verkeersberekeningen die zijn uitgevoerd met het destijds vigerende verkeersmodel NRM. Het verkeerskundig onderzoek dat heeft plaatsgevonden voor het Tracébesluit is gebaseerd op een geactualiseerde versie van het verkeersmodel. In dit model zijn de uitgangspunten en modeljaren aangepast aan de nieuwste inzichten. Ook is er rekening gehouden met het project Ring Utrecht. Door deze actualisatie verschillen de uitkomsten van het nieuwe verkeersonderzoek van het verkeersonderzoek dat voor het MER en het OTB is gebruikt. In deze paragraaf wordt aangetoond dat ook de nieuwe uitkomsten de keuze voor het voorkeursalternatief ondersteunen, zoals die in 2010 gemaakt is op basis van het MER. 3.1 Huidige situatie Intensiteiten In het Milieueffectrapport is voor inzicht in de verkeersintensiteiten 2009 als huidige situatie beschouwd. Deze wordt beschreven in hoofdstuk 2 van het MER. Voor het opstellen van het Tracébesluit is als huidige situatie het jaar 2012 gehanteerd. De verkeersintensiteit in 2012 op de A27 tussen Bilthoven en Hilversum was motorvoertuigen per etmaal op werkdagen. Op de A1 was de intensiteit tussen Soest en Eembrugge motorvoertuigen per etmaal. In 2009 lagen de werkdagintensiteiten rond en De cijfers van 2012 laten zien dat de daling van de intensiteit sinds 2007 is gestabiliseerd en dat op de A1 weer groei is waar te nemen. De conclusies uit het MER worden daarmee bevestigd. Reistijdfactoren In de Nota Mobiliteit zijn streefwaarden geformuleerd voor betrouwbare en acceptabele reistijden. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is de Nota Mobiliteit (als bijlage 6) deels overgenomen. De streefwaarde voor het hoofdwegennet is dat de gemiddelde reistijd op snelwegen tussen de steden in de spits maximaal anderhalf keer zo lang is als de reistijd buiten de spits 1. De trajecten A27 knooppunt Almere Utrecht-Noord v.v. en A1 knooppunt Diemen knooppunt Hoevelaken v.v. zijn trajecten (de zogenaamde NoMo-trajecten) waarvoor de streefwaarden zijn bepaald. Op de A27 Almere Utrecht-Noord voldeed in 2012 de reistijdverhouding in de ochtendspits niet aan de streefwaarde (reistijdfactor<1,5). Ditzelfde geldt voor de A1 knooppunt Diemen knooppunt Almere in de avondspits. 1 Bron StructuurVisie Infrastructuur en Ruimte, bijlage 6; voorheen Nota Mobiliteit Pagina 9 van 30

10 Tabel 1: Reistijdfactoren 2012 (Bron: NIS) Traject Streefwaarde Reistijdfactor Ochtendspits Reistijdfactor Avondspits Knpt Almere - Utrecht Noord (A27) 1,5 1,6 1,0 Utrecht Noord - knpt Almere (A27) 1,5 0,9 2 1,0 Knpt Diemen knpt Hoevelaken (A1) 1,5 1,2 1,7 Knpt Hoevelaken - knpt Diemen (A1) 1,5 1,4 1,2 De reistijdfactoren die zijn opgenomen in het Milieueffectrapport voor 2007 verschillen van de hierboven genoemde gemeten factoren voor De reistijdfactoren lagen in 2007 hoger dan in Desondanks overschrijden in 2012 twee trajecten in één van beide spitsperioden de streefwaarde. De lagere gemeten reistijdfactoren hebben zeer waarschijnlijk te maken met de economische crisis en de gevolgen hiervan op het verkeer. Wanneer de economie weer aantrekt, zal de intensiteit gaan groeien en de reistijd toenemen. 3.2 Autonome ontwikkeling Hier beschrijven we de autonome ontwikkeling. Dat is de toekomstige situatie zonder verbreding van de A27/A1, maar wel met alle andere ontwikkelingen. Dit gebruiken we als referentiesituatie, waar de projecteffecten mee worden vergeleken. Voor de nieuwe verkeersberekeningen is, in afwijking van het MER, uitgegaan van het jaar Zoals in hoofdstuk 2 is toegelicht, is Ring Utrecht als gereed verondersteld in de nieuwe verkeersberekeningen. Dit heeft gevolgen voor de verkeerseffecten in de autonome situatie. Opgemerkt wordt dat ook project knooppunt Hoevelaken net als bij het Ontwerp-Tracébesluit als gereed is verondersteld in de verkeersberekeningen. Intensiteiten In Tabel 2 zijn de verkeersprognoses voor 2030 vergeleken met de gemeten intensiteiten in 2012 op twee locaties. De intensiteiten zijn weergegeven in indexwaarden, waarbij 2012 op 100 is gezet. Tabel 2: Indexwaarden etmaalintensiteiten referentiesituatie (2012 = 100) Wegvak Indexwaarde 2012 Indexwaarde 2030 A27 Bilthoven Hilversum A1 Soest Eembrugge In het MER is geconcludeerd dat nauwelijks groei kon plaatsvinden op A27 en A1 vanwege de beperkte capaciteit van de wegen. De verkeersberekeningen met het 2 Een reistijdfactor kleiner dan 1 is mogelijk doordat bij reistijdfactor wordt uitgegaan van een snelheid van 100 km/uur in de dalperiode. Indien de trajectsnelheid in de spits boven de 100 km/uur ligt, wordt de reistijdfactor kleiner dan 1. Pagina 10 van 30

11 nieuwe verkeersmodel en met een tijdshorizon van 2030 in plaats van 2020 laten zien dat toch groei verwacht wordt op zowel A27 als A1. Als gevolg van het meenemen van project Ring Utrecht neemt de verwachte groei op A27 meer toe dan de verwachte groei op A1. Afwikkeling verkeer In het MER werd de I/C verhouding gehanteerd als indicator voor de afwikkeling van verkeer. In het NRM-West heeft de I/C-waarde een nieuwe betekenis; het geeft de mate van benutting weer. Knelpunten in de verkeersafwikkeling zijn in het NRM- West af te leiden uit de afwikkelsnelheid van het verkeer. De afwikkelsnelheid is de berekende snelheid van het verkeer in het model. Om die reden worden in deze notitie de afwikkelsnelheden inzichtelijk gemaakt. We spreken van een knelpunt als de snelheid daalt onder 50 km/uur. In onderstaande figuren is de afwikkelsnelheid weergegeven voor de referentiesituatie. Figuur 1 Afwikkelsnelheid ochtendspits referentiesituatie (2030) Figuur 2 Afwikkelsnelheid avondspits referentiesituatie (2030) Pagina 11 van 30

12 Uit Figuur 1 en Figuur 2 blijkt dat er op de A1 in zowel de ochtend- als de avondspits afwikkelingsproblemen bestaan in 2030 tussen Soest en Bunschoten- Spakenburg. Ook op de A27 zijn afwikkelingsproblemen tussen aansluiting Utrecht- Noord en knooppunt Eemnes. In de ochtendspits is dit vooral in de richting Utrecht, in de avondspits met name in de richting Almere. Bovenstaande laat een ander beeld zien van de verkeersafwikkeling in de referentiesituatie dan in het MER. Dit geldt vooral voor de A27 waarbij uit het MER bleek dat er sprake was van een slechte verkeersafwikkeling tussen Utrecht-noord en Hilversum in zowel de ochtend- als avondspits. Dit verschil tussen MER en Tracébesluit wordt vooral verklaard door het meenemen van project Ring Utrecht in de berekeningen voor het Tracébesluit. In de ochtendspits ondervindt het verkeer op de A27 richting Utrecht minder afwikkelingsproblemen wanneer Ring Utrecht gerealiseerd is. Er is dan namelijk extra wegcapaciteit beschikbaar vanaf aansluiting Bilthoven In de avondspits geldt dit voor het verkeer op de A27 richting Almere. Door de extra aanvoer vanuit zuidelijke richting (4 rijstroken tot aan Bilthoven) lopen de twee rijstroken tussen Bilthoven en Hilversum in de referentiesituatie vol. In het MER was de Ring niet meegenomen, en was er dus minder aanvoer vanuit zuidelijke richting. Hier stond de file voor Utrecht-Noord. De extra aanvoer van verkeer vanaf Utrecht in combinatie met de vermindering van het aantal beschikbare rijstroken ter hoogte van de aansluiting Bilthoven zorgt voor een doserende werking (en daarmee verbeterde verkeersafwikkeling ten opzichte van de referentiesituatie in het MER) op de A27 ten noorden van de aansluiting Bilthoven. Reistijdfactoren Voor de referentiesituatie (2030) zijn de reistijdfactoren opgenomen in Tabel 3. De reistijdfactor overschrijdt de streefwaarde in de ochtendspits op de trajecten A27 tussen Almere en Utrecht-Noord en op de A1 tussen Hoevelaken en Diemen. In de avondspits is dit het geval in tegenovergestelde richting. Dit verschilt met de reistijdfactoren die in het MER zijn beschreven voor de referentiesituatie. De overschrijdingen van de streefwaarde van 1,5 is in Tabel 3 hoger op het traject A27 tussen Utrecht-Noord en Almere dan in het MER. Dit wordt veroorzaakt door het meenemen van project Ring Utrecht in de uitgangspunten van de verkeersberekeningen. De extra aanvoer van verkeer vanuit Utrecht veroorzaakt meer vertraging op het stroomafwaarts gelegen traject tussen Utrecht-Noord en Almere. Pagina 12 van 30

13 Tabel 3: Reistijdfactoren referentiesituatie (2030) Traject Streefwaarde Reistijdfactor Ochtendspits Reistijdfactor Avondspits Knpt Almere - Utrecht Noord (A27) 1,5 1,6 1,2 Utrecht Noord - knpt Almere (A27) 1,5 1,2 1,6 Knpt Diemen knpt Hoevelaken (A1) 1,5 1,3 1,5 Knpt Hoevelaken - knpt Diemen (A1) 1,5 2,1 1,3 Deeltraject Knpt Eemnes - Utrecht Noord (A27) 1,8 1,5 Utrecht Noord - knpt Eemnes (A27) 1,4 2,2 Knpt Eemnes - knpt Hoevelaken (A1) 1,6 1,6 Knpt Hoevelaken - knpt Eemnes (A1) 2,5 1,7 Voertuigverliesuren In het MER zijn voertuigverliesuren voor de autonome situatie inzichtelijk gemaakt. Door voertuigverliesuren te berekenen, wordt duidelijk hoeveel meer tijd het wegverkeer binnen het onderzoeksgebied kost om een afstand af te leggen in vergelijking tot een situatie met vrije doorstroming. Uit onderstaande tabel is af te lezen dat op etmaalniveau het aantal voertuigverliesren op het hoofdwegennet in de referentiesituatie 52% hoger ligt dan in Op het onderliggend wegennet is dit gelijk aan 89%. Zonder wegaanpassing zal het verkeer langer onderweg zijn (staat langer in de file). Tabel 4: Indexwaarden voertuigverliesuren referentiesituatie (2004=100) Gebied Voertuigverliesuren Indexwaarde 2004 Voertuigverliesuren Indexwaarde 2030 Onderliggend Wegennet Hoofdwegennet Studiegebied (totaal) Verkeerskundig effect van de verbreding van de A27 en A1 In hoofdstuk 7X Verkeer van het MER is beschreven wat het effect is van de verbreding van de A27 tussen Utrecht-Noord en Eemnes en de A1 tussen Eemnes en Bunschoten-Spakenburg, ten opzichte van de autonome ontwikkeling. Hiervoor is gekeken naar de criteria mobiliteit, bereikbaarheid en betrouwbaarheid. Hieronder wordt kort per criterium beschreven in hoeverre er wijzigingen zijn. Pagina 13 van 30

14 Mobiliteit Verkeersintensiteiten Als gevolg van het gebruik van een geactualiseerd verkeersmodel en de wijziging van de uitgangspunten die in dit verkeersmodel gehanteerd zijn, zijn de verkeersprognoses voor de A27 en A1 met verbreding hoger dan in het MER. In het MER en OTB is bovendien geen rekening gehouden met een gerealiseerd project Ring Utrecht. Deze extra infrastructuur op de A27 leidt tot hogere verkeersintensiteiten dan is beschreven in het MER. De verkeersintensiteiten zijn af te lezen in de tabel bij Figuur 3. Het effect van de wegaanpassing van de A27/A1 in 2030 ten opzichte van de autonome ontwikkeling in 2030 is een toename van de verkeersintensiteit op het wegvak tussen Bilthoven en Hilversum met 28% en op het wegvak tussen Soest en Eembrugge met bijna 40%. Figuur 1: Intensiteiten in de projectsituatie (2030) D E G H C F I B A J Pagina 14 van 30

15 Verschil Locatie Aantal Aantal personenvoertuigen vrachtvoertuigen Totaal aantal voertuigen met referentie situatie A A27 Utrecht Noord - Bilthoven ,0% B A27 Bilthoven Hilversum ,0% C A27 Hilversum kp Eemnes ,3% D A27 kp Eemnes Eemnes ,5% E A1 kp Eemnes Laren ,6% F A1 kp Eemnes - Soest ,7% G A1 Soest Eembrugge ,7% H A1 Eembrugge Bunschoten ,3% I A1 Amersfoort Noord kp Hoevelaken ,2% J A28 Den Dolder Soesterberg ,7% Verkeersprestatie Net als in het MER is er sprake van een mobiliteitstoename in het studiegebied. Deze mobiliteitstoename wordt uitgedrukt in voertuigkilometers, dat is het totaal aantal kilometers dat alle voertuigen samen binnen het studiegebied afleggen. In het MER was de toename 5%, uit de nieuwe verkeersberekeningen voor het Tracébesluit blijkt een toename van 6%. Ondanks de totale mobiliteitsgroei in het studiegebied neemt de druk op het onderliggend wegennet af. De capaciteitsuitbreiding op A27 en A1 leidt er toe dat verkeer wordt aangetrokken van het onderliggend wegennet naar het hoofdwegennet. In het MER was dit effect groter dan in de nieuwe verkeersberekeningen. De reden voor dit verschil is dat met het nieuwe NRM de berekende intensiteiten op het hoofdwegennet groter is dan bij het MER. Hierdoor is er minder ruimte om verkeer van het onderliggend wegennet weg te trekken. Dit heeft geen aanleiding de keuze voor het voorkeursalternatief te heroverwegen. Er is nog steeds sprake van een positieve verschuiving van onderliggend wegennet naar hoofdwegennet. Basisjaar 2004 Project 2030 Verschil met referentie situatie Index voertuigkilometers OWN ,6% Index voertuigkilometers HWN ,1% Index voertuigkilometers studiegebied (totaal) ,0% Pagina 15 van 30

16 Bereikbaarheid Reistijdfactoren De wegaanpassing van de A27 en de A1 in 2030 heeft ten opzichte van de autonome ontwikkeling in 2030 tot gevolg dat in de avondspits geen overschrijding meer is van de streefwaarde van 1,5 op het traject A1 tussen knooppunt Diemen en knooppunt Hoevelaken. Op de deeltrajecten is de reistijdfactor voor alle trajecten in zowel de ochtend- als de avondspits lager dan 1,5, met uitzondering van de A27 tussen Utrecht-Noord en knooppunt Eemnes in de avondspits. Tabel 5: Reistijdfactoren in 2030 voor referentie- en projectsituatie Reistijdfactor Ochtendspits Reistijdfactor Avondspits Traject Streefwaarde referentie project referentie project Knpt Almere - Utrecht Noord (A27) 1,5 1,6 1,6 1,2 1,1 Utrecht Noord - knpt Almere (A27) 1,5 1,2 1,1 1,6 1,5 Knpt Diemen knpt Hoevelaken (A1) 1,5 1,3 1,1 1,5 1,2 Knpt Hoevelaken - knpt Diemen (A1) 1,5 2,1 1,6 1,3 1,2 Deeltraject Knpt Eemnes - Utrecht Noord (A27) 1,8 1,2 1,5 1,0 Utrecht Noord - knpt Eemnes (A27) 1,4 0,9 2,2 1,5 Knpt Eemnes - knpt Hoevelaken (A1) 1,6 0,9 1,6 0,9 Knpt Hoevelaken - knpt Eemnes (A1) 2,5 1,1 1,7 1,0 De reistijdfactoren uit de nieuwe verkeersberekeningen zijn anders dan de reistijdfactoren die in het MER zijn opgenomen. De verschillen worden verklaard door het gebruik van een ander prognosejaar in combinatie met de gewijzigde uitgangspunten waaronder het meenemen van een gerealiseerd project Ring Utrecht. Afwikkeling verkeer In het MER werd de I/C verhouding gehanteerd als indicator voor de afwikkeling van verkeer. In het NRM-West heeft de I/C verhouding een nieuwe betekenis: het geeft de mate van benutting weer. Knelpunten in de verkeersafwikkeling zijn in het NRM- West af te leiden uit de afwikkelsnelheid van het verkeer. Om die reden worden in deze notitie de afwikkelsnelheden inzichtelijk gemaakt. In Figuur 4 en Figuur 5 is de afwikkelsnelheid weergegeven van de toekomstige situatie met project (2030). Pagina 16 van 30

17 Figuur 4: Afwikkelsnelheid ochtendspits projectsituatie (2030) Figuur 5: Afwikkelsnelheid avondspits projectsituatie (2030) Uit Figuur 4 en Figuur 5 blijkt dat het aantal knelpunten na de verbreding van de A27 en A1 afneemt ten opzichte van de referentiesituatie. Op de A27 tussen Bilthoven en Utrecht-Noord ligt de afwikkeling van het verkeer in zowel de ochtend als de avondspits tussen de 50 en 75 km/u, wat betekent dat hier sprake is van een matige afwikkeling. Dit geldt ook voor het wegvak tussen Hilversum en knooppunt Eemnes in de avondspits. Bovenstaande laat een positiever beeld zien van de verkeersafwikkeling in de projectsituatie dan bleek uit de I/C verhoudingen zoals opgenomen in het MER. In het MER werd beschreven dat de verkeersafwikkeling in de ochtendspits matig zou zijn op de A1 richting Amsterdam tussen Bunschoten-Spakenburg en Soest en op de A27 richting Utrecht tussen Bilthoven en Utrecht-Noord. In de avondspits werd een Pagina 17 van 30

18 matige verkeersafwikkeling geconstateerd op de A27 richting Almere tussen Utrecht-Noord en knooppunt Eemnes en op de A1 richting Apeldoorn tussen Soest en Bunschoten-Spakenburg. Voertuigverliesuren Door voertuigverliesuren te berekenen, wordt duidelijk hoeveel meer tijd het wegverkeer binnen het onderzoeksgebied kost om een afstand af te leggen in vergelijking tot een situatie met vrije doorstroming. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt hoe de optredende vertraging op de wegen in het onderzoeksgebied wijzigt als gevolg van het project. Door onderscheid te maken tussen het hoofdwegennet (HWN) en onderliggend wegennet (OWN) wordt ook inzichtelijk welke verschuivingen optreden tussen deze twee typen wegen. Tabel 6: Indexwaarden voertuigverliesuren projectsituatie (2004=100) Gebied Voertuigverliesuren Indexwaarde 2004 Voertuigverliesuren Indexwaarde 2030 Verschil met referentiesituatie Onderliggend Wegennet ,1% Hoofdwegennet ,0% Studiegebied (totaal) ,7% Uit de tabel blijkt dat de wegaanpassing een positief effect heeft op de voertuigverliesuren op zowel onderliggend wegennet als hoofdwegennet. Ten opzichte van het MER is het positieve effect op het hoofdwegennet groter en op het onderliggend wegennet kleiner in de nieuwe verkeersberekeningen. Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid Om de betrouwbaarheid in beeld te brengen wordt gekeken naar de restcapaciteit op het tracé. Hiervoor wordt de I/C verhouding gebruikt, dat de mate van benutting aangeeft. Naarmate de I/C verhouding lager is, is er sprake van meer reservecapaciteit. In de projectsituatie is op de meeste wegvakken sprake van een grotere reservecapaciteit dan in de referentiesituatie. De volgende wegvakken vormen hierop een uitzondering. Op de A1 tussen Bunschoten-Spakenburg en Soest is zowel in de referentie- als in de projectsituatie in de ochtendspits weinig tot geen restcapaciteit beschikbaar. Op de A27 tussen knooppunt Eemnes en Hilversum is in de projectsituatie minder restcapaciteit beschikbaar dan in de referentiesituatie in de ochtendspits. In de avondspits is op de A27 tussen Bilthoven en knooppunt Eemnes in zowel de referentie- als de projectsituatie weinig tot geen restcapaciteit. Hetzelfde geldt in de andere rijrichting voor de A27 tussen Bilthoven en Utrecht-Noord. Door de over het algemeen grotere reservecapaciteit is er sprake van een grotere betrouwbaarheid. Dit komt overeen met de beoordeling in het MER dat de betrouwbaarheid verbetert. De geringe restcapaciteit op de A1 in de eindsituatie geeft wel aan dat 2x3 rijstroken op deze weg onvoldoende zou zijn om de knelpunten op te lossen. Robuustheid De beoordeling van de robuustheid wijzigt niet ten opzichte van het MER. Pagina 18 van 30

19 3.4 Conclusie verkeerseffecten De verkeerskundige effecten vertonen door het gebruik van het verkeersmodel NRM-West en de gewijzigde uitgangspunten verschillen ten opzichte van de verkeerskundige effecten die beschreven zijn in het MER. De conclusie dat de projectsituatie op alle verkeerskundige criteria positief scoort ten opzichte van de referentiesituatie, in andere woorden dat nut en noodzaak van de verbreding verkeerskundig wordt onderbouwd, blijft echter ongewijzigd. Door de geringe restcapaciteit op de A1 scoort op betrouwbaarheid de 2x4 beter dan een 2x3. De keuze voor het VKA is daarmee nog steeds de goede keuze. Pagina 19 van 30

20 4 Invloed op omgeving en milieueffecten In onderstaande paragrafen wordt per aspect beschreven in hoeverre de beschrijving en beoordeling in het MER wordt beïnvloed door de gewijzigde uitgangspunten zoals beschreven in hoofdstuk Verkeersveiligheid Het effect van de wegaanpassing op verkeersveiligheid is beschreven in het MER deelrapport Verkeersveiligheid. Naar aanleiding van de nieuwe verkeersberekeningen is beoordeeld in hoeverre de effectbeoordeling voor verkeersveiligheid in het MER nog actueel is. In het MER is de verkeersprestatie per wegtype (onderscheid in hoofdwegennet en onderliggend wegennet) afgezet tegen het risicocijfer per wegtype. Om de vergelijkbaarheid met het MER zoveel mogelijk te waarborgen, is het onderzoeksgebied voor verkeersveiligheid gelijk gehouden aan het onderzoeksgebied bij het MER. Daarnaast zijn geen nieuwe risicocijfers berekend, maar is gebruik gemaakt van de risicocijfers uit het MER. Wel is een nieuwe verkeersprognose gebruikt met het NRM2013. Uit het onderzoek blijkt dat in de situatie met wegaanpassing er 9,1% meer verkeer op het hoofdwegennet (HWN) en 2,6% minder verkeer op het onderliggend wegennet (OWN) rijdt ten opzichte van de referentiesituatie. In het MER was dat respectievelijk 10,7% meer op het HWN en 4,7% minder op het OWN. Hierdoor blijkt dat met de nieuwe verkeersprognoses het voorkeursalternatief net als bij het MER positief scoort ten opzichte van de referentie. De verkeersveiligheid wordt dus verbeterd met het voorkeursalternatief. De conclusie uit het MER blijft gehandhaafd. 4.2 Geluid Ten behoeve van het MER en OTB A27/A1 zijn de effecten van de wegaanpassing op geluid onderzocht (akoestisch onderzoek, 2010). Als gevolg van het actualiseren van de verkeersgegevens en de invoering van een snelheid van 130 km per uur is het akoestisch onderzoek volledig geactualiseerd. Het geactualiseerde akoestisch onderzoek (2014) is als bijlage 4 bij de Toelichting van het Tracébesluit gevoegd. In het akoestisch onderzoek worden de effecten van de wegaanpassing op geluid en de te treffen geluidmaatregelen beschreven en worden wijzigingen ten opzichte van het akoestisch onderzoek uit 2010 toegelicht. Voor een verdere toelichting op de effecten van de wegaanpassing op geluid wordt daarom naar het akoestisch onderzoek verwezen. Op basis van het geactualiseerde akoestisch onderzoek wordt geconcludeerd dat de geluidbelasting toeneemt als gevolg van de toename in de hoeveelheid verkeer. Door het toepassen van mitigerende maatregelen (tweelaags ZOAB en schermen) verbetert de geluidsituatie in de projectsituatie (2028) echter aanzienlijk ten opzichte van de referentiesituatie (2015). De conclusie uit het MER dat het voorkeursalternatief positief scoort ten opzichte van de referentiesituatie, blijft daarom gehandhaafd. Pagina 20 van 30

21 4.3 Lucht In het MER is voor luchtkwaliteit onderstaande tabel opgenomen met de beoordeling van de effecten van de drie alternatieven. De lagere score van het MINA-alternatief werd veroorzaakt doordat in dit alternatief maar drie rijstroken per richting op de A1 waren opgenomen, één meer dan in de referentie. Hierdoor is de kans op congestie op de A1 groter, en neemt de emissie van NO2 toe. De aanpassing in de verkeerscijfers door de overstap op een ander verkeersmodel is voor alle alternatieven gelijk. Het effect op de emissie zal daarmee ook vergelijkbaar zijn. Het MINA-alternatief zal slechter blijven scoren dan het VKA. De wijzigingen in de verkeerscijfers hebben in het TB niet geleidt tot een voor luchtkwaliteit significante verandering van het ontwerp en het ruimtebeslag. Hierdoor zal het effect op de concentraties vergelijkbaar zijn. Net als in het MER zal er ook nu geen sprake zijn van overschrijdingsgebieden. Daardoor zijn er ook geen woningen of andere gevoelige bestemmingen gelegen binnen overschrijdingsgebieden. De conclusie uit het MER blijft gehandhaafd. 4.4 Natuur Het effect van de wegaanpassing op natuur is beschreven in het MER deelrapport Natuur. Naar aanleiding van de nieuwe verkeersberekeningen, de invoering van dynamisch 130 km per uur, aanpassingen in het ontwerp en relevante zienswijzen, is beoordeeld in hoeverre de effectbeoordeling voor natuur zoals beschreven in het MER deelrapport nog actueel is. Ten opzichte van het deelrapport natuur uit 2010 is tevens een relevante beleidswijziging doorgevoerd. Het betreft het vervangen van de Nota Ruimte (2006) door de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012). De spelregels voor EHS zijn onverminderd van toepassing en ook de SVIR gaat uit van externe werking op EHS, waardoor er geen wijzigingen zijn in de beoordeling van effecten als gevolg van de SVIR. Als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen zijn er wijzigingen in de beschrijving van de huidige situatie en in de effectbeschrijving voor: Beschermde soorten Stikstofdepositie op Natura 2000 gebieden en beschermde natuurmonumenten Stikstofdepositie op de EHS Geluidbelast oppervlak op beschermde natuurmonumenten Geluidbelast oppervlak EHS De wijzigingen ten opzichte van het deelrapport natuur voor bovengenoemde aspecten worden hieronder achtereenvolgens beschreven. Vervolgens wordt beschreven in hoeverre de wijzigingen in effecten gevolgen hebben voor de mitigerende en compenserende maatregelen voor natuur. Pagina 21 van 30

22 De beschrijving in deze paragraaf is gebaseerd op het rapport A27/A1 Deelrapport natuur (Arcadis, 2014), dat bijlage 5 vormt bij de Toelichting op het Tracébesluit, waarin een uitgebreide analyse van de actualiteit van het deelrapport natuur is opgenomen. Beschermde soorten Als gevolg van zienswijzen en nieuwe waarnemingen, is de inventarisatie van beschermde soorten in de huidige situatie aangevuld. De soortenbeschrijving die is opgenomen in het deelrapport natuur is gebaseerd op een veldinventarisatie voor het MER uit 2009, en is aangevuld met nieuwe gegevens uit de Nationale databank flora en fauna (NDFF), inclusief reguliere monitoring RWS terreinen, veldonderzoek naar dassen in 2012 en 2013 en recente gebiedinventarisaties (broed-)vogels van de verschillende beschermde natuurmonumenten. In 2014 start een nieuw veldonderzoek om voor de realisatie en de daarvoor benodigde ontheffingen de meest actuele gegevens beschikbaar te hebben. In het Ontwerp-Tracébesluit zijn maatregelen voorgesteld om het zicht op het open landschap van het Noorderpark te vergroten. De beplantingstrook tussen weg en spoor vervult echter een belangrijke rol als migratie- en foerageergebied voor vleermuizen. Het verwijderen van deze beplantingstrook zou leiden tot een overtreding van de Flora- en faunawet. Om die reden is deze maatregel niet opgenomen in het Tracébesluit. Door deze aanpassing vindt er geen aantasting van het leefgebied van verschillende soorten vleermuizen plaats. Uit het dassenonderzoek in de periode is duidelijker geworden hoe dassen gebruik maken van het gebied rondom het project en gebruik maken van de verschillende dassentunnels en andere faunamaatregelen. De resultaten geven nauwkeurigere inzichten dan die voorhanden waren bij het Ontwerp-Tracébesluit. En zijn vooral heel waardevol voor de realisatie. Voor de maatregelen in het MER heeft dit onderzoek geen gevolgen. Stikstofdepositie op Natura 2000 gebieden en beschermde natuurmonumenten Tijdens het MER/OTB heeft voor wat betreft het aspect Natuur het effectenonderzoek alleen betrekking gehad op het plangebied. Binnen dit gebied vinden namelijk de fysieke ingrepen plaats die effect kunnen hebben op de landschappelijke en cultuurhistorische waarden, wat gevolgen kan hebben voor Natuur. Op basis van nieuwe inzichten is het onderzoeksgebied uitgebreid tot het gebied waarin ook netwerkeffecten zijn meegenomen, het zogenaamde studiegebied. Daarnaast hebben ook de geactualiseerde verkeersberekeningen en de invoering van (dynamisch) 130 km per uur gevolgen voor de stikstofdepositie op beschermde gebieden. Het studiegebied voor het aspect natuur omvat het tracé van de A27/A1 en de omgeving daarvan, waaronder ook het onderliggende wegennet (OWN), voor zover daar effecten van de voorgenomen activiteit kunnen gaan optreden. Om de potentiële reikwijdte van de effecten te bepalen, heeft afbakening van het studiegebied voor het natuuronderzoek plaatsgevonden voor de deelaspecten stikstofdepositie en geluid. De afbakening is onder meer bepaald middels de verwachte netwerkeffecten. Om de netwerkeffecten inzichtelijk te maken, heeft een selectie plaatsgevonden op basis van een toename van een etmaalintensiteit in de plansituatie ten opzichte van de autonome situatie. Hiervoor is in peiljaar 2019 (1 jaar na openstelling) de autonome situatie vergeleken met de plansituatie. Het studiegebied is bepaald door te kijken waar nog effecten vanwege de weg zijn waar te nemen. Er zijn daarom nieuwe stikstofdepositieberekeningen uitgevoerd. Pagina 22 van 30

23 Uit het onderzoek is gebleken dat er in Natura 2000 gebieden als gevolg van het project ten opzichte van de huidige situatie geen toename van de stikstofdepositie plaatsvindt. Op basis van de uitgevoerde effectbeoordeling wordt geconcludeerd dat negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van de Natura 2000-gebieden Oostelijke Vechtplassen, Naardermeer en Veluwe zijn uitgesloten, ook in cumulatie met andere plannen en projecten. Door de kleine verminderde afname van stikstofdepositie ten opzichte van de autonome ontwikkeling wordt het realiseren van uitbreidings- en verbeterdoelen niet vertraagd of bemoeilijkt en is er geen sprake van verslechtering. Voor de overige habitattypen in Natura 2000-gebieden geldt dat er geen sprake is van een toename van stikstofdepositie met als gevolg overschrijding van de KDW als gevolg van het project (Arkemheen, Eemmeer & Gooimeer Zuidoever, Markermeer & IJmeer, Oostvaardersplassen, Veluwe, Binnenveld en Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek). Negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van (stikstofgevoelige) habitattypen en soorten als gevolg van stikstofdepositie door de wegaanpassing worden voor alle Natura 2000-gebieden uitgesloten. Voor de Beschermde Natuurmonumenten binnen de invloedsfeer van de A27 als de A1 (inclusief netwerkeffecten) is voor Heidebloem geoordeeld dat ten opzichte van de huidige situatie de gemiddelde stikstofdepositie in 2020 toe neemt. Op de voor stikstofdepositie gevoelige natuurtypen in dit gebied bedraagt de toename in 2019 ten opzichte van de huidige situatie (2014) gemiddeld 1 mol N/ha/jaar. De laagste kritische depositiewaarde voor dit Beschermde Natuurmonument is mol N/hectare/jaar. Deze waarde wordt al jarenlang met honderden mol N/hectare/jaar overschreden door de achtergronddepositie (momenteel mol N/hectare/jaar). Dit is al die jaren geaccumuleerd in de bodem en opgaande vegetatie. De toename in 2020 ten opzichte van de huidige situatie van 1mol N/hectare/jaar is 0,1% van de kritische depositiewaarde van deze gebieden. Op basis van de hiervoor genoemde jarenlange overschrijding van de kritische depositiewaarden door de achtergronddepositie wordt geconcludeerd dat een dergelijke kleine toename niet kan leiden tot een schadelijk effect het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of op aanwezige planten en dieren dan wel het monument ontsieren, zodat overtreding van het verbod op schadelijk handelen (Artikel 16 Natuurbeschermingswet 1998) is uitgesloten. Voor alle andere beschermde natuurmonumenten is er geen sprake van een (tijdelijke) toename. In vergelijking met de autonome ontwikkeling is er voor alle Beschermde Natuurmonumenten in de projectsituatie wel sprake van een verminderde afname van de gemiddelde stikstofdepositie. De verminderde afname van stikstofdepositie in de projectsituatie ten opzichte van de afname die in deze gebieden autonoom opgetreden zou zijn, is ten opzichte van de totale achtergronddepositie verwaarloosbaar (0,1 0,9%) en zal niet leiden tot een meet- of merkbare verzwaring van de herstelopgave voor deze gebieden. Een dergelijke kleine vermindering van de afname kan dus niet leiden tot een schadelijk effect op het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of op aanwezige planten en dieren, zodat overtreding van het verbod op schadelijk handelen (Artikel 16 Natuurbeschermingswet 1998) is uitgesloten. Stikstofdepositie op de EHS De zeven Beschermde Natuurmonumenten zijn tevens onderdeel van de EHS. Op deze gebieden zijn geen schadelijke effecten te verwachten als gevolg van stikstof- Pagina 23 van 30

24 depositie. Daarnaast is op de - buiten Beschermde Natuurmonumenten gelegen - stikstofgevoelige natuurdoeltypen in de EHS sprake van een plaatselijk (alleen dicht bij de weg) en licht toenemende stikstofdepositie in de plansituatie. In vergelijking met de totale stikstofdepositie is dit een verwaarloosbare toename. In de overige EHS-gebieden met stikstofgevoelige natuurdoeltypen is er sprake van een afname van stikstofdepositie. De bijdrage van de wegaanpassing op de totale stikstofdepositie op de EHS wordt als neutraal beoordeeld. Er treedt daarom ook geen significant effect op de wezenlijke kenmerken en waarden van de Ecologische Hoofdstructuur op. Geluidbelast oppervlak op beschermde natuurmonumenten In tabel 7 is aangegeven wat het geluidbelaste oppervlak op Beschermde Natuurmonumenten is. Ten aanzien van Beschermde Natuurmonumenten is uitgegaan van een drempelwaarde van 42 db(a), die geldt voor bosvogels, vanwege de grote oppervlaktes bos in en rondom deze gebieden. De geluidbelaste oppervlaktes in de alternatieven zijn berekend inclusief de akoestische maatregelen die in het kader van de Wet geluidhinder zullen worden toegepast. Tabel 7. Geluidbelast oppervlak >42 db(a) op Beschermde Natuurmonumenten (ha) in HS 2014 en VKA 2028, inclusief maatregelen Wet geluidhinder Beschermd Natuurmonument HS 2014 VKA TB 2028 verschil VKA TB - HS Bussumer-/Westerheide Heide achter sportpark Heidebloem Hilversums Wasmeer Hoorneboegse Heide Postiljonheide Zuiderheide/Laarderwasmeer Op Heide achter sportpark, Heidebloem, Hilversums Wasmeer, Hoorneboegse Heide en Postiljonheide is geen sprake van significante negatieve effecten als gevolg van geluidbelasting. Op Hoorneboegse Heide en Postiljonheide worden zelfs positieve effecten verwacht. Voor Bussumer- en Westerheide en Zuiderheide/Laarderwasmeer neemt het >42 db(a) geluidbelast oppervlak in het voorkeursalternatief toe met respectievelijk 18 ha en 7 ha ten opzichte van de huidige situatie. De belangrijkste oorzaak is de toename van het aantal motorvoertuigen als gevolg van de wegverbreding. De toename van geluidbelast oppervlak in deze gebieden kan gevolgen hebben voor de broedvogels in deze gebieden. In het gebied Bussumer- en Westerheide is de meest abundante soort van de mogelijk geluidgevoelige soorten de roodborsttapuit. De aantallen broedparen liggen op ruim 60. Voor roodborsttapuit is volgens de methode Reijnen, Veenbaas & Foppen (1992) de voorspelde afname maximaal 0,98 broedpaar. Dit komt overeen met een reële kans op een afname van maximaal 1 broedpaar van de meest abundante soort. Dit betekent dat de kans op het verdwijnen van een broedterritorium van schaarsere soorten, ten gevolge van de toenemende geluidbelasting, klein tot verwaarloosbaar is. In het gebied Zuiderheide/Laarderwasmeer is de meest abundante soort van de mogelijk geluidgevoelige soorten de roodborsttapuit. De aantallen broedparen liggen op 22 broedparen. Voor roodborsttapuit is volgens de methode Reijnen, Veenbaas & Foppen (1992) de voorspelde afname maximaal 0,2 broedpaar. Dit komt overeen Pagina 24 van 30

25 met een zeer kleine kans op een afname van maximaal 1 broedpaar van de meest abundante soort. Dit betekent dat de kans op het verdwijnen van een broedterritorium van schaarsere soorten (de rietvogels kleine karekiet, bosrietzanger, rietgors en snor zijn vermoedelijk helemaal niet meer aanwezig in het gebied), ten gevolge van de toenemende geluidbelasting, zeer klein tot verwaarloosbaar is. Bij deze voorspellingen moet worden bedacht dat broedvogeldichtheid en broedsucces afhankelijk is van tal van factoren, waaronder aanwezigheid geschikte nestlocaties, voedselbeschikbaarheid, predatie en verstoring door andere menselijke activiteiten. Veranderingen in deze factoren zullen veelal van grotere invloed zijn op de aanwezige broedvogels dan de geringe toename aan verkeersgeluid door de voorgenomen aanpassing van de A27/A1. Geluidbelast oppervlak EHS In tabel 8 is het geluidbelaste oppervlak van >42 en >47 db(a) op Ecologische Hoofdstructuur voor de huidige situatie en voor de plansituatie in 2028 aangegeven. De oppervlaktes zijn inclusief de akoestische maatregelen die in het kader van de Wet Geluidhinder worden genomen. Tabel 8. Geluidbelast oppervlak Ecologische Hoofdstructuur (ha), inclusief maatregelen Wet geluidhinder verschil VKA Klasse db(a) HS 2014 VKA TB 2028 TB - HS Noord-Holland > 47 db(a) Utrecht Totaal Noord-Holland > 42 db(a) Utrecht Totaal Ten aanzien van geluidbelast oppervlak op de Ecologische Hoofdstructuur is er bij het voorkeursalternatief een afname van geluidbelast oppervlak >42 db(a) ten opzichte van de huidige situatie. De A27 loopt door de bosrijke Noord-Hollandse Ecologische Hoofdstructuur waarop de 42 db(a)-contour voor bosvogels van toepassing is. Voor het VKA is er sprake van een afname van 49 ha geluidbelast oppervlak in de Noord-Hollandse Ecologische Hoofdstructuur. Het VKA heeft in totaal een afname van 62 ha van >42 db(a) geluidbelast oppervlak op de Ecologische Hoofdstructuur als gevolg. De A1 loopt langs de open Utrechtse Ecologische Hoofdstructuur waarop de 47 db(a)-contour voor weidevogels van toepassing is. Voor het voorkeursalternatief is op deze locaties geen sprake van een toename van geluidbelast oppervlak. Het VKA heeft in totaal een afname van 56 ha van >47 db(a) geluidbelast oppervlak op de Ecologische Hoofdstructuur als gevolg. De sterke afname van de totale geluidbelasting op de Ecologische Hoofdstructuur wordt veroorzaakt door het verwijderen van de grote aansluitinglus van de aansluiting Hilversum en de getroffen maatregelen (tweelaags ZOAB in plaats van enkellaags ZOAB en geluidschermen). Pagina 25 van 30

26 4.5 Bodem en Water Bij het MER is een deelrapport bodem en water en een historisch bodemonderzoek gevoegd. In het MER wordt geconcludeerd dat de effecten van de verbreding van de A27 en A1 op bodemkwaliteit, grondwater en oppervlaktewater beperkt of zelfs afwezig zijn. Ook zijn de verschillen tussen de beide alternatieven niet onderscheidend. De maatregelen die getroffen worden zijn voldoende om de negatieve aspecten teniet te doen. In het TB zijn de maatregelen geactualiseerd. De wijziging in verkeerscijfers geeft geen andere uitkomst van de effectonderzoeken voor bodem en water. De conclusie uit het MER blijft gehandhaafd. 4.6 Landschap en cultuurhistorie In het MER is aangegeven dat het aspect Landschap onderscheidend is op alle deelcriteria. Het voorkeursalternatief is voor bijna alle criteria negatiever beoordeeld dan het minimumalternatief, vanwege het grotere ruimtebeslag en/of doorsnijding. De wijziging in de verkeerscijfers en de overdracht van het Nationale Landschappenbeleid van Rijk naar Provincies leidt niet tot een aanpassing van deze conclusie. Ook voor Cultuurhistorie wordt het voorkeursalternatief voor alle criteria negatiever beoordeeld dan het minimumalternatief. Deze conclusie wijzigt niet door de andere verkeerscijfers. Het onderzoek bij het MER is derhalve nog steeds actueel. In het geactualiseerde Landschapsplan worden compenserende en mitigerende maatregelen voorgesteld. Deze zijn in het Tracébesluit opgenomen. Daarnaast wordt in voorbereiding op de realisatie een Esthetisch Programma van Eisen voor de architectonische vormgeving opgesteld. Hierbij wordt de inbreng van omgeving en welstand meegenomen. De beleving en de zichtrelaties tussen weg en omgeving worden hiermee positief beïnvloed. 4.7 Archeologie Bij het MER is een archeologisch bureauonderzoek gevoegd. Hieruit blijkt dat beide alternatieven een kleine aantasting van AMK-terreinen veroorzaken. Met mitigerende maatregelen is deze aantasting weggenomen. De wijzigingen van de verkeerscijfers hebben niet geleid tot een significante verandering van het ontwerp en het ruimtebeslag op AMK-terreinen. De conclusie voor Archeologie is ten opzichte van het MER dan ook niet gewijzigd. Het onderzoek bij het MER is derhalve nog steeds actueel. Ter voorbereiding op de realisatie wordt nu een archeologisch vervolgonderzoek uitgevoerd, in afstemming met de bevoegd gezagen. 4.8 Externe veiligheid Voor het aspect externe veiligheid worden twee criteria onderscheiden: het Plaatsgebonden Risico en het Groepsrisico. In het MER zijn deze in beeld gebracht aan de hand van de circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (crnvgs) van juli Er zijn wijzigingen/verlengingen van de circulaire geweest in 2009, 2010 en Deze wijzigingen leiden er niet toe dat het externe veiligheidsonderzoek aangepast hoeft te worden. Het externe veiligheid onderzoek is niet conform het Basisnet uitgewerkt omdat pas naar verwachting op 1 juli 2014, het nieuwe externe veiligheid beleid voor het Pagina 26 van 30

27 transport van gevaarlijke stoffen Basisnet van kracht zal worden. Dit zorgt vaak voor verwarring vergeleken met ruimtelijke besluiten. Want in de huidige circulaire RNVGS, is reeds een voorschot genomen op de Basisnet Weg voor alléén ruimtelijke cq omgevingsbesluiten (ondermeer nieuwe woonwijken en industriegebieden) en niet voor infrastructuurbesluiten. Bij deze ruimtelijke besluiten moet al gewerkt worden met maximale vervoersaantallen uit het Basisnet die in de crnvgs zijn opgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat door nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen knelpunten zullen ontstaan als het Basisnet van kracht wordt. De berekeningen in de huidige infrastructuurbesluiten MER en (O)TB zijn daarom ongewijzigd (op basis van de werkelijke vervoersaantallen per jaar) uitgevoerd. In het MER is voor externe veiligheid onderstaande tabel opgenomen met de beoordeling van de effecten van de drie alternatieven. Alle alternatieven scoren gelijk. In het MER is gerekend met versie 1.3 van het RBM II. Inmiddels is versie 2.3 de te gebruiken versie. Uit het historisch overzicht (dat is te downloaden op blijkt dat er tussen versie 1.3 en 2.3 geen inhoudelijke aanpassingen aan het model zijn gedaan die tot andere risico s zullen leiden. De aanpassing in de verkeerscijfers door de overstap op een ander verkeersmodel is voor de berekening van het plaatsgebonden- en groepsrisico niet van belang. Voor de risicoberekening worden geen verkeerscijfers gebruikt maar, conform de circulaire, het aantal transporten van vervoer van gevaarlijke stoffen en de bevolkingsdichtheden. De wijzigingen van de verkeerscijfers hebben daardoor niet geleid tot een verandering van de externe veiligheid. De conclusie uit het MER blijft gehandhaafd. De actuele telgegevens zijn te vinden op: ensiteitenvgsopdeweg/ 4.9 Sociale aspecten Bij het MER is een deelrapport Sociale Aspecten gevoegd. In het MER was dit aspect niet onderscheidend. De negatieve effecten (bijvoorbeeld verlenging van de onderdoorgangen) worden met maatregelen (verlichting aanpassen) verminderd. De wijzigingen van de verkeerscijfers hebben niet geleid tot een voor dit aspect relevante verandering van het ontwerp en het ruimtebeslag. De conclusie voor sociale aspecten is ten opzichte van het MER dan ook niet gewijzigd. Het onderzoek bij het MER is derhalve nog steeds actueel. Pagina 27 van 30

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit

Nadere informatie

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast). Proces en procedure Wat ging vooraf? Na de publicatie van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) in december 2017 zijn: Wegontwerpen gemaakt van de alternatieven Smart Mobility-maatregelen vertaald

Nadere informatie

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda Natuurtoets Permanente openstelling A12 Woerden Gouda 1. Wet- en regelgeving Flora- en faunawet (Ffw) De Ffw is gericht op de bescherming van inheemse dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied.

Nadere informatie

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen Datum 2 november 2017 Status definitief 1 Inleiding In deze bijlage vindt u een beschrijving van de gehanteerde uitgangspunten bij het maken

Nadere informatie

Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting

Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting Datum Mei 214 Versie Definitief Pagina 2 van 9 Samenvatting Milieueffectrapport A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Mei 214 Samenvatting Voor

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Aanvulling toets Natuurbeschermingswet ivm de wijziging van het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere

Aanvulling toets Natuurbeschermingswet ivm de wijziging van het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere Aanvulling toets Natuurbeschermingswet ivm de wijziging van het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere Datum 12 juni 2012 Status Definitief Inhoud 1 Inleiding 5 2 Nadere beschouwing wijzigingen

Nadere informatie

Notitie actualiteit MER en Landschapsplan A27/A12 Ring Utrecht. Datum Juni 2018 Status Definitief

Notitie actualiteit MER en Landschapsplan A27/A12 Ring Utrecht. Datum Juni 2018 Status Definitief Notitie actualiteit MER en Landschapsplan A27/A12 Ring Utrecht Datum Juni 2018 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijkswaterstaat Midden Nederland Postbus

Nadere informatie

Bijlage F Uitgangspunten stikstofdepositieberekeningen projecten Hoofdwegennet (HWN), planuitwerkingsfase

Bijlage F Uitgangspunten stikstofdepositieberekeningen projecten Hoofdwegennet (HWN), planuitwerkingsfase Bijlage F Uitgangspunten stikstofdepositieberekeningen projecten Hoofdwegennet (HWN), planuitwerkingsfase Versie 1.2 Definitief - 21 december 2016 1 1 Inleiding Deze bijlage beschrijft de uitgangspunten

Nadere informatie

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Tussenresultaten Inhoud Waar staan we nu, vervolgstappen en planning? NRD januari 2018 en zienswijzen Drie alternatieven A20 Resultaten van het onderzoek:

Nadere informatie

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse projectnr. 196305 revisie 3 23 maart 2010 Opdrachtgever Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB LELYSTAD datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave

Nadere informatie

TB Verdubbeling N33 Stikstofdepositieonderzoek

TB Verdubbeling N33 Stikstofdepositieonderzoek TB Verdubbeling N33 Stikstofdepositieonderzoek Stikstofdepositie Rijkswaterstaat directie Noord-Nederland april 2012 Definitief TB Verdubbeling N33 Stikstofdepositieonderzoek Stikstofdepositie dossier

Nadere informatie

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6 MEMO Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Onderwerp Evaluatie Spoedaanpak - ontwikkeling verkeersprestatie (VP) per project Datum 27 januari 212 Projectnummer 7211112 Status Definitief

Nadere informatie

Notitie. blad 1 van 8

Notitie. blad 1 van 8 Notitie datum 14 april 2017 aan Williard van der Sluis Rijkswaterstaat van Hans van Herwijnen Antea Group kopie Marijke Visser Antea Group project Corridor Amsterdam-Hoorn projectnr. 0410260.00 Notitie

Nadere informatie

Bijlage 10 Notitie uitgangspunten verkeerscijfers N235-N247

Bijlage 10 Notitie uitgangspunten verkeerscijfers N235-N247 Bijlage 10 Notitie uitgangspunten verkeerscijfers N235-N247 Spitsbusbaan N235-2016 255 NOTITIE nummer 004 project Doorstromingsmaatregelen N247/N235 en Groot Onderhoud werkpakket RV04 projectnr. 402663

Nadere informatie

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls, abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301

Nadere informatie

Bijlage 3: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen

Bijlage 3: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Bijlage 3: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen A27/A1 Aansluiting Utrecht Noord - Knooppunt Eemnes - Aansluiting Bunschoten- Spakenburg Datum 6 februari 2014 Status Definitief HB 2410702 Bijlage

Nadere informatie

Planstudie A27/A1. Informatieavonden in: Hollandsche Rading (26 april 2010) Groenekan (27 april 2010) Maartensdijk (15 juni 2010)

Planstudie A27/A1. Informatieavonden in: Hollandsche Rading (26 april 2010) Groenekan (27 april 2010) Maartensdijk (15 juni 2010) Planstudie A27/A1 Informatieavonden in: Hollandsche Rading (26 april 2010) Groenekan (27 april 2010) Maartensdijk (15 juni 2010) Een samenwerkingsverband dat werkt aan oplossingen voor de mobiliteitsproblematiek

Nadere informatie

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet,

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Tussen 2000 en 2017 is het

Nadere informatie

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7april 2011 / rapportnummer 2281 61-1- 1. Voorlopig oordeel over het MER De gemeente Amersfoort en woningcorporatie

Nadere informatie

Spitsstrook A1 Hoevelaken- Barneveld Zuidbaan Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Spitsstrook A1 Hoevelaken- Barneveld Zuidbaan Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Spitsstrook A1 Hoevelaken- Barneveld Zuidbaan Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2009 / rapportnummer 1498-63 OORDEEL OVER HET MER In het kader van de Spoedwet wegverbreding heeft

Nadere informatie

Bijlage I Verklarende woordenlijst

Bijlage I Verklarende woordenlijst Bijlage I Verklarende woordenlijst Aansluiting De plaats waar een weg van het onderliggend wegennet aansluit op een weg van het hoofdwegennet. Door middel van toe- en afritten van de aansluiting kan de

Nadere informatie

Meteren-Boxtel. Klankbordgroep Vught - 29 augustus Martijn de Ruiter - ARCADIS. Imagine the result

Meteren-Boxtel. Klankbordgroep Vught - 29 augustus Martijn de Ruiter - ARCADIS. Imagine the result Meteren-Boxtel Klankbordgroep Vught - 29 augustus 2013 Martijn de Ruiter - ARCADIS Imagine the result Toelichting Beoordelingskader MER Afweging varianten Ontwerp s-hertogenbosch-vught Toelichting varianten

Nadere informatie

TB A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen

TB A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen TB A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Uitgangspuntendocument voor berekeningen met het NRM Oost Definitief Inhoudelijk ongewijzigd vastgesteld t.o.v. het OTB In opdracht van: Rijkswaterstaat Oost-Nederland

Nadere informatie

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Deze samenvatting bevat de hoofdlijn van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) van de MIRT Verkenning

Nadere informatie

Samenvatting onderzoeken variant 7 en 7B

Samenvatting onderzoeken variant 7 en 7B De volgende onderzoeken zijn uitgevoerd: Verkeerstechnisch (tekeningen) Verkeerskundig (verkeersmodellen) Kostenramingen Geluidberekeningen Strategische Milieu Beoordeling Maatschappelijke Kosten Baten

Nadere informatie

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Informatiebijeenkomst Inhoud De MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk a/d IJssel - Gouda Drie alternatieven Voorlopig voorkeursalternatief Resultaten onderzoek

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor

Nadere informatie

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Achtergrond De Marathonweg in Vlaardingen vormt de verbinding tussen de A20, afslag 8 Vlaardingen West, en de zuidkant van Vlaardingen (industriegebied Rivierzone)

Nadere informatie

Emissieontwikkeling op onderliggend wegennet ten gevolge van realisatie Tweede Coentunnel en Westrandweg

Emissieontwikkeling op onderliggend wegennet ten gevolge van realisatie Tweede Coentunnel en Westrandweg Notitie Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn Aan RWS Noord Holland ir. E. Tenkink Van Ir. P.W.H.G. Coenen Kopie aan www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 541 98 37 Onderwerp Emissie ontwikkeling

Nadere informatie

Herinrichting Neherkade Den Haag

Herinrichting Neherkade Den Haag Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de

Nadere informatie

OTB/MER A27/A1 Deelrapport verkeer. Datum Augustus 2010 Status Definitief

OTB/MER A27/A1 Deelrapport verkeer. Datum Augustus 2010 Status Definitief OTB/MER /A1 Deelrapport verkeer Datum Augustus 2010 Status Definitief OTB/MER /A1 Deelrapport verkeer Datum Augustus 2010 Status Definitief OTB/MER /A1 Deelrapport Verkeer Colofon Uitgegeven door Ministerie

Nadere informatie

De gemeente Amersfoort heeft het voornemen om de Westelijke ontsluiting te realiseren. Deze weg is in strijd met het vigerende bestemmingsplan.

De gemeente Amersfoort heeft het voornemen om de Westelijke ontsluiting te realiseren. Deze weg is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Gemeente Amersfoort Postbus 4000 3800 EA AMERSFOORT Betreft: Memo Gripscan stikstofdepositie Westelijke ontsluiting Amersfoort Datum: 30 augustus 2016 Nummer: 16011/02 bijlage(n) 1; AERIUS_bijlage_20160526140529_Rub6EW86aHfW.pdf

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant

Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 februari 2018 / projectnummer: 2981 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

PROJECTNUMMER D ONZE REFERENTIE D

PROJECTNUMMER D ONZE REFERENTIE D ONDERWERP Samenvatting Akoestisch onderzoek Zevenaar-Didam-Wehl DATUM 25-8-2016 PROJECTNUMMER D02131.000095 ONZE REFERENTIE 078983752 D VAN Johan Christen AAN ProRail Het spoortraject Arnhem-Winterswijk

Nadere informatie

Samenvatting onderzoeken variant 7

Samenvatting onderzoeken variant 7 De volgende onderzoeken zijn uitgevoerd: Verkeerstechnisch (tekeningen) Verkeerskundig (verkeersmodellen) Kostenramingen Geluidberekeningen Strategische Milieu Beoordeling Maatschappelijke Kosten Baten

Nadere informatie

Samenvatting Milieueffectrapport

Samenvatting Milieueffectrapport MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Samenvatting Milieueffectrapport Deel 1 ten behoeve van voorlopig voorkeursalternatief Oktober 2018 Samenvatting Aanleiding De A20 is van groot belang

Nadere informatie

Toelichting op vragen over het MER

Toelichting op vragen over het MER Bestuur Regio Utrecht (BRU) Toelichting op vragen over het MER Datum 20 november 2007 TMU054/Brg/0725 Kenmerk Eerste versie 1 Aanleiding Tijdens een werkbijeenkomst van de gemeenteraad van Bunnik op 1

Nadere informatie

Openbaar Miriam van Meerten MIRT

Openbaar Miriam van Meerten MIRT Raadsmededeling Van Aan Datum B&W vergadering Zaaknummer Vertrouwelijkheid Portefeuillehouder Onderwerp Het college van burgemeester en wethouders De gemeenteraad 6 juni 2017 Openbaar Miriam van Meerten

Nadere informatie

Bestemmingsplannen en PAS

Bestemmingsplannen en PAS Bestemmingsplannen en PAS Dr. F.L.H. Vanweert PAGINA 0 Bestemmingsplannen en PAS 3 NOVEMBER 2015 Overzicht PAS; Natuurbeschermingswet en Bestemmingsplannen; PAS en Bestemmingsplannen; Voortoets en Passende

Nadere informatie

Deelrapport Verkeer. MER A28/A1 Knooppunt Hoevelaken. Datum 31 augustus 2018 Status Definitief

Deelrapport Verkeer. MER A28/A1 Knooppunt Hoevelaken. Datum 31 augustus 2018 Status Definitief Deelrapport Verkeer MER A28/A1 Knooppunt Hoevelaken Datum 31 augustus 2018 Status Definitief Versie C Colofon Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijkswaterstaat Midden Nederland

Nadere informatie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. ruimtelijke aspecten

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. ruimtelijke aspecten Projectteam Overnachtingshaven Lobith Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith ruimtelijke aspecten INHOUDSOPGAVE blz. 1. KADERS 1 1.1. Wettelijk kader 1 1.2. Beleidskader

Nadere informatie

Inspraakpunt Verkeer en Waterstaat Startnotitie planstudie knooppunt Hoevelaken Postbus 30316 2500 GH DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw,

Inspraakpunt Verkeer en Waterstaat Startnotitie planstudie knooppunt Hoevelaken Postbus 30316 2500 GH DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw, Inspraakpunt Verkeer en Waterstaat Startnotitie planstudie knooppunt Hoevelaken Postbus 30316 2500 GH DEN HAAG Datum: 28 januari 2009 Nummer: 09017-jr Onderwerp: inspraakreactie Startnotitie Planstudie

Nadere informatie

Milieueffectrapportage A27 Houten Hooipolder Samenvatting

Milieueffectrapportage A27 Houten Hooipolder Samenvatting Milieueffectrapportage A27 Houten Hooipolder Samenvatting Datum 28-4-2016 Status Definitief Voor u ligt de samenvatting van het Milieueffectrapport A27 Houten-Hooipolder. Op de A27 tussen het knooppunt

Nadere informatie

Datum 10 december 2015 Aanpassen van de maximumsnelheid op wegtrajecten van autosnelweg A1

Datum 10 december 2015 Aanpassen van de maximumsnelheid op wegtrajecten van autosnelweg A1 ONTWERP-VERKEERSBESLUIT Datum 10 december 2015 Onderwerp Aanpassen van de maximumsnelheid op wegtrajecten van autosnelweg A1 DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU BESLUIT Door het verwijderen dan wel

Nadere informatie

RAPPORT. Tracébesluit A12/A15 Ressen - Oudbroeken (ViA15) Deelrapport verkeer. Rijkswaterstaat Oost-Nederland

RAPPORT. Tracébesluit A12/A15 Ressen - Oudbroeken (ViA15) Deelrapport verkeer. Rijkswaterstaat Oost-Nederland RAPPORT Tracébesluit A12/A15 Ressen - Oudbroeken (ViA15) Deelrapport verkeer Klant: Rijkswaterstaat Oost-Nederland Referentie: T&PBC2109R001D01 Versie: 04/Finale versie Datum: 15 februari 2017 HASKONINGDHV

Nadere informatie

Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude

Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2012 / rapportnummer 2557 72 1. Oordeel over het MER De gemeenten Rijnwoude en Alphen aan den Rijn willen

Nadere informatie

Voortoets Natura Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle

Voortoets Natura Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle Voortoets Natura 2000 Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle Aanleiding Voor het perceel gelegen aan de Dwarsdijk 2 te Halle is een vergroting van de rundveestalling voorzien, evenals een vergroting

Nadere informatie

Evaluatieprogramma MER Ellerveld Pagina 1 van 6

Evaluatieprogramma MER Ellerveld Pagina 1 van 6 Evaluatieprogramma MER Ellerveld 1-12-2009 Pagina 1 van 6 Evaluatieprogramma MER Ellerveld Gemeente Dronten, november 2009 1. Inleiding Ten behoeve van de realisatie van een evenemententerrein, een recreatiebungalowpark

Nadere informatie

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016 Onderzoek ontlasten Vlietbruggen Onderzoeksresultaten Adviesgroep 10 mei 2016 2 Algemene conclusies Verkeer Voertuigverliesuren ochtendspits Voertuigverliesuren avondspits 10000 9000 8000 7000 6000 5000

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit A27/A1 Aansluiting Utrecht-Noord Knooppunt Eemnes - Aansluiting Bunschoten- Spakenburg, oktober 2010

Ontwerp-Tracébesluit A27/A1 Aansluiting Utrecht-Noord Knooppunt Eemnes - Aansluiting Bunschoten- Spakenburg, oktober 2010 Pagina 3 van 83 Pagina 4 van 83 Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Inleiding 9 1.2 Aanleiding tot het project 9 1.3 1.4 Historie van het project 9 Wettelijk kader en gevolgde procedure 10 1.5 Relatie met andere

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss bijlage 11 bij toelichting. Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008

Bestemmingsplan. Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss bijlage 11 bij toelichting. Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008 Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss - 2013 bijlage 11 bij toelichting Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008 Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - 2013 bijlage

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek bij verzoek wijziging geluidproductieplafond

Akoestisch onderzoek bij verzoek wijziging geluidproductieplafond Akoestisch onderzoek bij verzoek wijziging geluidproductieplafond N15 Wet milieubeheer, hoofdstuk 11 Uitvoerder Geluidloket WVL Onderzoek Datum 15 januari 2015 Status Definitief Versienr. 2.0 Kenmerk Inhoudsopgave

Nadere informatie

1 Ontwikkeling hoofdwegennet

1 Ontwikkeling hoofdwegennet Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 ()57 666 222 F +31 ()57 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Toelichting nieuwe geluidwetgeving: SWUNG-1 Samenvatting informatieavond 10 november 2011 Rijkswaterstaat november 2011

Toelichting nieuwe geluidwetgeving: SWUNG-1 Samenvatting informatieavond 10 november 2011 Rijkswaterstaat november 2011 Toelichting nieuwe geluidwetgeving: SWUNG-1 Samenvatting informatieavond 10 november 2011 Rijkswaterstaat november 2011 Inleiding: Geluidsbelasting en nieuwe wetgeving Voor de omwonenden van de Ring Utrecht

Nadere informatie

A2 s Hertogenbosch - Eindhoven. Milieu-effectrapport

A2 s Hertogenbosch - Eindhoven. Milieu-effectrapport A2 s Hertogenbosch - Eindhoven Milieu-effectrapport Pagina 2 van 100 Inhoud 1 Inleiding 11 1.1 Aanleiding 11 1.2 Derde rijstrook A2 s-hertogenbosch - Eindhoven in beide richtingen 11 1.3 Leeswijzer 14

Nadere informatie

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde. 10 juni

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde. 10 juni Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde 10 juni 2003 1218-65 ISBN 90-421-1174-7 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1

Nadere informatie

Overzicht reacties externe partijen op strategische MER Hoevelaken en hoe hier mee om te gaan

Overzicht reacties externe partijen op strategische MER Hoevelaken en hoe hier mee om te gaan Overzicht reacties externe partijen op strategische MER Hoevelaken en hoe hier mee om te gaan Het eindconcept MER is gepresenteerd tijdens diverse raadscommissies van de betrokken gemeente en tijdens informatieavonden

Nadere informatie

Trajectnota/MER Stap 2 A4 Delft-Schiedam Deelrapport Verkeer

Trajectnota/MER Stap 2 A4 Delft-Schiedam Deelrapport Verkeer Trajectnota/MER Stap 2 A4 Delft-Schiedam Deelrapport Verkeer TN/MER A4 Delft-Schiedam Deelrapport Verkeer MER Stap 2 April 2009 Documentatiepagina Opdrachtgever(s) Rijkswaterstaat Zuid-Holland Titel rapport

Nadere informatie

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

Milieueffectrapport A27/A1

Milieueffectrapport A27/A1 Milieueffectrapport A27/A1 Definitief Oktober 2010 Oktober 2010 2 Inhoudsopgave Samenvatting 7 Hoofdstuk 1 Inleiding 23 A. Aanleiding van de planstudie A27/A1... 23 B. Te volgen procedure... 24 C. Historie

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Akoestisch onderzoek spitsstroken

1. Inleiding. 2. Akoestisch onderzoek spitsstroken NOTITIE Nr. : Versie : 001 Project : Wijziging A1 aansluiting Deventer-Oost Betreft : Resultaten akoestisch onderzoek 2020 Datum : 1 september 2009 1. Inleiding In opdracht van de gemeente Deventer heeft

Nadere informatie

Spitsstroken A7/A8. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 7 november 2014 / rapportnummer

Spitsstroken A7/A8. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 7 november 2014 / rapportnummer Spitsstroken A7/A8 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 november 2014 / rapportnummer 2899-28 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Rijkswaterstaat wil de doorstroming op de A7 tussen

Nadere informatie

Beschrijving gehanteerde verkeersmodel. Analyse verschillen trechteringsfase

Beschrijving gehanteerde verkeersmodel. Analyse verschillen trechteringsfase Inhoud Samenvatting... 4 1 Inleiding... 7 1.1 Het kader: OTB/MER A27 Houten - Hooipolder... 7 1.2 Leeswijzer... 12 2 Algemene uitgangspunten... 13 2.1 Gehanteerde verkeersmodel... 13 2.2 Kwaliteitsborging

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

: Notitie cumulatie Koningin Wilhelminaweg 329, Groenekan

: Notitie cumulatie Koningin Wilhelminaweg 329, Groenekan HaskoningDHV Nederland B.V. Logo Notitie cumulatie Koningin Wilhelminaweg 329, Groenekan Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Niels Hubbers, Rijkswaterstaat Midden Nederland : Bertus van t Wout : Arold

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit A27/A1

Ontwerp-Tracébesluit A27/A1 Bijlage 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Status Definitief Deze bijlage maakt geen deel uit van Ontwerp-Tracébesluit. Bijlage 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Status

Nadere informatie

BESLUIT WET GELUIDHINDER

BESLUIT WET GELUIDHINDER BESLUIT WET GELUIDHINDER Vaststelling hogere waarden weg- en railverkeer voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen in de Indische Buurt te Almere, artikel 110a Wet geluidhinder Besluit Wet geluidhinder

Nadere informatie

Ontwerp Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Reconstructieonderzoek aanpassing Kamperweg gemeente Noordoostpolder. Datum 13 november 2013

Ontwerp Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Reconstructieonderzoek aanpassing Kamperweg gemeente Noordoostpolder. Datum 13 november 2013 Ontwerp Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord Reconstructieonderzoek aanpassing Kamperweg gemeente Noordoostpolder Datum 13 november 2013 Status definitief Colofon Referentienummer RW1929-28/torm/141 Uitgegeven

Nadere informatie

Samenvatting 1. 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling Participatieproces Leeswijzer 8

Samenvatting 1. 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling Participatieproces Leeswijzer 8 Inhoudsopgave Blz. Samenvatting 1 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Doelstelling 7 1.3 Participatieproces 7 1.4 Leeswijzer 8 2 Combinaties van maatregelen 9 2.1 Benutten zoals bedoeld 13 2.2 Optimalisatie

Nadere informatie

Planstudie Ring Utrecht. 16 maart 2010 De Bilt

Planstudie Ring Utrecht. 16 maart 2010 De Bilt Planstudie Ring Utrecht 16 maart 2010 De Bilt Programma 19.30-19.45 Welkom en inleiding 19.45-20.15 Presentatie Planstudie Ring Utrecht 20.15-20.30 Gelegenheid voor vragen plenair 20.30-21.30 Gelegenheid

Nadere informatie

Dijkversterking Werkendam Akoestisch onderzoek wegverkeer

Dijkversterking Werkendam Akoestisch onderzoek wegverkeer Dijkversterking Werkendam Akoestisch onderzoek wegverkeer Gemeente Werkendam 9 december 2011 Definitief rapport HASKONING NEDERLAND B.V. PLANNING & TRANSPORT Barbarossastraat 35 Postbus 151 6300 AD Nijmegen

Nadere informatie

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Augustus 2014 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende

Nadere informatie

2 Bijlagen 1 en 2: Kamervragen en Tracébesluit en Filezwaarte vs Voertuigverliesuren

2 Bijlagen 1 en 2: Kamervragen en Tracébesluit en Filezwaarte vs Voertuigverliesuren 2017/49496 Notitie 01804-15567-04 Verificatie verkeersgegevens A8; reactie op aanvullende stukken bewonersgroep Gatwickstraat 11 1043 GL AMSTERDAM Postbus 9396 1006 AJ AMSTERDAM T +31 (0)20-6967181 E amsterdam.ch@dpa.nl

Nadere informatie

RBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek. bedrijventerrein Oosteind

RBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek. bedrijventerrein Oosteind RBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek bedrijventerrein Oosteind INHOUDSOPGAVE blz. 1. ACHTERGROND 1 2. UITGANGSPUNTEN 3 2.1. Beoordelingsmethode 3 2.2. Beoordelingslocaties 5 3. RESULTATEN

Nadere informatie

1. De doorstroming op etmaalniveau op de t Goylaan is in 2017 t.o.v licht verbeterd;

1. De doorstroming op etmaalniveau op de t Goylaan is in 2017 t.o.v licht verbeterd; Arane Adviseurs in verkeer en vervoer Groen van Prinsterersingel 43b 2805 TD Gouda Memo e info@arane.nl t 0182 555 030 Van: Aan: Arane Adviseurs in verkeer en vervoer Gemeente Utrecht Datum: 6 april 2017

Nadere informatie

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 BESTUURLIJKE SAMENVATTING De komst van een Factory Outlet Centre (Holland Outlet Mall) naar Zoetermeer heeft grote gevolgen voor de bereikbaarheid

Nadere informatie

A27 Houten Hooipolder

A27 Houten Hooipolder A27 Houten Hooipolder Deelrapport verkeer t.b.v. TB Zaaknummer 31047319 Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Programma s, projecten en Onderhoud Datum vrijgave Beschrijving revisie 1e lijns goedkeuring 2e lijns

Nadere informatie

Randweg Haps, gemeente Cuijk

Randweg Haps, gemeente Cuijk Randweg Haps, gemeente Cuijk Voorlopig Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 oktober 2013 / rapportnummer 2442 84 VOORLOPIG 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het college van Burgemeester

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

Bijlage E: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen

Bijlage E: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Rijkswaterstaat Noord-Holland Bijlage E: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum 20 mei 2011 RW1664-142-10/dijw/027 Definitief Kenmerk Eerste versie Inleiding De prognoses voor het project OTB

Nadere informatie

Achtergrondrapport stikstofdepositie. Bijlage bij achtergrondrapport Natuur MIRT A67 Leenderheide - Zaarderheiken

Achtergrondrapport stikstofdepositie. Bijlage bij achtergrondrapport Natuur MIRT A67 Leenderheide - Zaarderheiken Achtergrondrapport stikstofdepositie MIRT A67 Leenderheide - Zaarderheiken definitief revisie 01 14 december 2018 MIRT A67 Leenderheide - Zaarderheiken definitief revisie 01 14 december 2018 Auteurs E.

Nadere informatie

Bijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel

Bijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel Bijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel Wat is een verkeersmodel? Een verkeersmodel is een model dat inzicht geeft in huidige en/of toekomstige verkeersen vervoerstromen. Een verkeersmodel wordt

Nadere informatie

Evaluatie spitsstrook E34-E313

Evaluatie spitsstrook E34-E313 Evaluatie spitsstrook E34-E313 Dr. Stefaan Hoornaert (Vlaams Verkeerscentrum) 11-13/09/2013 start: 21 14 13 10 86 415 12 11 97 53 sec Probleemstelling Evaluatie spitsstrook E34-E313 slide 1/11 Knelpunt

Nadere informatie

VERRUIMING OPENSTELLINGSTIJDEN SPITSSTROKEN (VOS) A28 - ASPECT NATUUR

VERRUIMING OPENSTELLINGSTIJDEN SPITSSTROKEN (VOS) A28 - ASPECT NATUUR VERRUIMING OPENSTELLINGSTIJDEN SPITSSTROKEN (VOS) A28 - ASPECT NATUUR RIJKSWATERSTAAT OOST-NEDERLAND 29 september 2014 075777813:F - Definitief B02013.000186.0100 Inhoud 1 Spitsstroken tracé A28 Zwolle

Nadere informatie

Randweg Haps, gemeente Cuijk

Randweg Haps, gemeente Cuijk Randweg Haps, gemeente Cuijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 19 december 2013 / rapportnummer 2442 88 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het college van

Nadere informatie

TB A27/A1. Aansluiting Utrecht-Noord - Knooppunt Eemnes - Aansluiting Bunschoten- Spakenburg. Datum 29 april 2014

TB A27/A1. Aansluiting Utrecht-Noord - Knooppunt Eemnes - Aansluiting Bunschoten- Spakenburg. Datum 29 april 2014 TB A27/A1 Aansluiting Utrecht-Noord - Knooppunt Eemnes - Aansluiting Bunschoten- Spakenburg Datum 29 april 2014 Status definitief TB A27A1 29 april 2014 Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden

Nadere informatie

Achtergronddocument Verkeer Planuitwerking

Achtergronddocument Verkeer Planuitwerking Bijlage 1 Verkeer Achtergronddocument Verkeer Planuitwerking (O)WTB A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2 Datum 9 februari 2017 Status Definitief Achtergronddocument Verkeer Planuitwerking 9 februari

Nadere informatie

Verkenning N65 Vught - Haaren. Informatieavond. 25 November 2015. 25 november 2015

Verkenning N65 Vught - Haaren. Informatieavond. 25 November 2015. 25 november 2015 Verkenning N65 Vught - Haaren Informatieavond 25 November 2015 25 november 2015 Opbouw presentatie Het waarom van de verkenning: wat is het probleem? Proces en bestuurlijke uitgangspunten (mei 2013) Tussenbalans

Nadere informatie

Heihorsten, Someren. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Definitief. Gemeente Someren. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 2 april 2010

Heihorsten, Someren. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Definitief. Gemeente Someren. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 2 april 2010 Heihorsten, Someren Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Definitief Gemeente Someren Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 2 april 2010 188685.ehv.212.R001, revisie 00 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1

Nadere informatie

Ontwerp-Verkeersbesluit A28 Zwolle-Zuid - aansluiting Ommen

Ontwerp-Verkeersbesluit A28 Zwolle-Zuid - aansluiting Ommen BEDRIJFSINFORMATIE Oost-Nederland Ordelseweg 2 8035 PB Zwolle Postbus 9070 6800 ED Arnhem www.rijkswaterstaat.nl Onderwerp Ontwerp-Verkeersbesluit A28 Zwolle-Zuid - aansluiting Ommen Contactpersoon Nils

Nadere informatie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. externe veiligheid

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. externe veiligheid Projectteam Overnachtingshaven Lobith Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith externe veiligheid INHOUDSOPGAVE blz. 1. KADERS 1 1.1. Wettelijk kader 1 1.2. Beleidskader

Nadere informatie

Ontsluiting Houten. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 18 mei 2011 / rapportnummer

Ontsluiting Houten. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 18 mei 2011 / rapportnummer Ontsluiting Houten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 mei 2011 / rapportnummer 2475 80 Oordeel over het MER Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht wil een nieuwe ontsluiting

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Bestemmingsplannen Boerestreek en Bosberg (Appelscha) gemeente Ooststellingwerf

Bestemmingsplannen Boerestreek en Bosberg (Appelscha) gemeente Ooststellingwerf Bestemmingsplannen Boerestreek en Bosberg (Appelscha) gemeente Ooststellingwerf Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 26 februari 2013 / rapportnummer 2602 76 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie