SROB/03/091. Dit is voor betrokkene aanleiding geweest om hiertegen een bezwaarschrift in te dienen.

Transcriptie

1 Rug o-i- oo & Gemeente eente fl n Eero Eergen op Zoom RAADSVERGADERING Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp 23 juli 2003 SROB/03/091 Voorstel tot het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift van de heer J. de Rooij inzake de afwijzing van het verzoek om planschade Aan de gemeenteraad, Voorstel Het bezwaarschrift van de heer J.A. de Rooij, Halsterseweg 72 te Halsteren, gericht tegen het raadsbesluit van de gemeente Bergen op Zoom d.d. 30 januari 2003, ongegrond te verklaren inleiding Op 30 januari 2003, nr. SROB/03/003, heeft u besloten om het verzoek om planschade van de heer De Rooij, Halsterseweg 72 te Halsteren als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening op grond van het bepaalde in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht en onder verwijzing naar de raadsbesluiten van 28 januari 1999 en 22 juli 1999, af te wijzen. De reden hiertoe is gelegen in het feit, dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij besluit van 14 augustus 2002 heeft besloten om een eerder ingediend verzoek van planschade als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van de heer J. de Rooij, voor het perceel Zuidgeest 17 af te wijzen. Daarbij is in de overwegingen van de Afdeling bestuursrechtspraak van.de Raad van State is uitvoerig ingegaan op alle planologisch relevante aspecten. Hiervoor is door de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak nauwgezet onderzoek verricht. Op grond van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht is besloten, dat nu niet gebleken is, dat er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden onder verwijzing naar zijn eerdere afwijzende beschikking, geen toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 4:5 (de voorbereidingsprocedure). Dit is voor betrokkene aanleiding geweest om hiertegen een bezwaarschrift in te dienen. Uitwerking voorstel Overeenkomstig het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht is betrokkene in de gelegenheid gesteld om ten overstaan van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften Bergen op Zoom een toelichting op zijn bezwaarschrift te geven. Deze commissie constateert, dat sinds 24 mei 1994 geen planologische wijzigingen hebben plaatsgevonden ten aanzien van het perceel Zuidgeest 17 te Bergen op Zoom. Voorts is niet gebleken, dat er zich nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan, sinds het verzoek waarop door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is beslist.

2 -2- Voorts heeft de commissie vastgesteld, dat uit de overwegingen van eerdergenoemd raadsbesluit gebleken is, dat op een gelijkluidend verzoek d.d. 24 november 1999, waarop nog niet eerder is beslist en ook geen fictieve weigering is ingeroepen, tevens gezien moet worden als een afwijzing van het verzoek van 24 november Daarom moet het onderhavige bezwaar tevens worden opgevat als een bezwaar tegen de afwijzing tegen de afwijzing van het verzoek d.d. 24 november De Adviescommissie adviseert het bezwaar tegen beide afwijzingen ongegrond te verklaren. De constatering van de Adviescommissie is in lijn met de strekking van het door u genomen besluit van 30 januari Destijds is de heer De Rooij kenbaar gemaakt, dat geen aanleiding bestond om het verzoek in behandeling te nemen aangezien een soortgelijk verzoek nog steeds onder de Raad van State was. Er bestaat derhalve geen aanleiding om het advies van de Adviescommissie niet te volgen. Bijlagen De volgende bijlagen zijn, als achtergrondinformatie voor dit raadsvoorstel, ter inzage gelegd: het dossier met daarin relevante stukken, het advies van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften Bergen op Zoom. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeesteren wethouders van Bergen op Zoom, De secretaris, V Mr. P.B.J.M. Thomassen. De burgemeester, Dhr. P-ArStM-SiaR-dêr Velden.

3 Gemeente il Eergen op Zoom De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 10 juni 2003, nr. SROB/03/091; gelezen het naar aanleiding van dit bezwaarschrift door de Adviescommissie voor de bezwaarschriften Bergen op Zoom uitgebrachte advies; gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Algemene wet bestuursrecht en de Procedureverordening Planschadevergoeding 1995 van de gemeente Bergen op Zoom; BESLUIT: Het bezwaarschrift van de heer J, A. de Rooij, Halsterseweg 72 te Halsteren, gericht tegen het raadsbesluit van de gemeente Bergen op Zoom d.d. 30 januari 2003, SROB/03/003, ongegrond te verklaren Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2, 3 JÜL 2003, De griffier, J60&T De v/orzitter, F.P.deVos

4 Adviescommissie voor de bezwaarschriften Bergen op Zoom Aan de raad van Bergen op Zoom Geachte leden van de raad, Hierbij treft u ons advies aan over het bezwaarschrift ingediend door JA de Rooij gericht tegen het besluit van de raad van Bergen op Zoom om hem geen planschadevergoeding te verlenen. De commissie heeft appellant en een vertegenwoordiger van uw raad in de gelegenheid gesteld om een mondelinge toelichting te geven. De hoorzitting is gehouden op 29 april Het verslag van de hoorzitting is aan dit advies gehecht en maakt er deel van uit. overzicht van de feiten In de vergadering van 28 januari 1999 heeft de raad het verzoek om planschade d.d. 5 januari 1997 van de heer De Rooij ingevolge artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRÖ) afgewezen. Het verzoek betrof het perceel Zuidgeest 17 te Woensdrecht waar tot 1 oktober 1991 het bestemmingsplan "Uitbreidingsplan gemeente Woensdrecht" gold. Daarna is het bestemmingsplan "Buitengebied Woensdrecht Noord" vastgesteld, dat op 24 mei 1994 onherroepelijk is geworden. Appellant was tot 4 april 1996 samen met zijn twee broers eigenaar van het perceel. Op 22 juli 1999 heeft de raad van de gemeente Bergen op Zoom het bezwaar van de heer De Rooij, gericht tegen de afwijzende beschikking van 29 januari 1999, ongegrond verklaard. De rechtbank heeft dit besluit in stand gelaten en vervolgens heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in haar uitspraak van 14 augustus 2002 de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd. Op 10 september 2002 heeft de heer De Rooij opnieuw een verzoek om planschade ingediend voor het perceel Zuidgeest 17 te Woensdrecht. In zijn vergadering van 30 januari 2003 heeft de raad het verzoek afgewezen onder verwijzing naar zijn eerdere besluiten van 28 januari 1999 en 22 juli 1999 en artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De heer De Rooij is op 12 februari 2003 op de hoogte gebracht van dit besluit. Op 10 maart 2003 heeft de heer De Rooij bezwaar gemaakt tegen de afwijzende beslissing van de raad van 30 januari In zijn bezwaarschrift voert hij aan dat er wel degelijk nieuwe feiten en omstandigheden zijn ten opzichte van het eerste verzoek om planschade dat hij had ingediend en dat was afgewezen.

5 De commissie overweegt het volgende De commissie heeft geconstateerd dat sinds 24 mei 1994 geen planologische wijzigingen hebben plaatsgevonden ten aanzien van het perceel Zuidgeest 17 te Woensdrecht. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op 14 augustus 2002 geoordeeld dat appellant door die bestemmingswijziging niet in een planologisch nadeliger positie is komen te verkeren. Nog daargelaten of appellant een goede reden had om niet de oprichting van de hondenkennel aan het StAB te melden, hetgeen naar het oordeel van de commissie niet het geval was, is de commissie van oordeel dat de Afdeling bestuursrechtspraak de aanvraag d.d. 5 januari 1997 om planschadevergoeding integraal heeft beoordeeld. Nu zich voor de beoordeling van een planschadeverzoek zich geen relevante nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan, sinds het verzoek waarop tot in hoogste instantie is beslist, kon het college terecht onder verwijzing naar de eerdere afwijzende beschikking de aanvraag afwijzen. De commissie heeft tevens vastgesteld dat de raad blijkens de overwegingen in het bestreden besluit heeft beslist op het verzoek d.d. 10 september Aangezien op het gelijkluidende verzoek d.d. 24 november 1999 nog niet eerder was beslist en appellant geen fictieve weigering heeft ingeroepen, moet worden aangenomen dat het bestreden besluit tevens een afwijzing is van het verzoek van 24 november Het onderhavige bezwaar moet, gelet hierop, mede worden opgevat als een bezwaar tegen de afwijzing van het verzoek d.d. 24 november Met inachtneming hiervan adviseert de commissie het bezwaar tegen beide afwijzingen ongegrond te verklaren. Bergen op Zoom, 29 april 2003 De adviescommissie voor de bezwaarschriften ~ ^^~~ f ^»«=y _«., de voorzitter de secretaris

6 Adviescommissie voor de bezwaarschriften Bergen op Zoom Verslag hoorzitting d.d. 29 april 2003 Aanwezig: de commissie mr. E.C.D. de Kort, voorzitter mr. E.A.A.M. Mijnsbergen mr. P.H.M. Verdonschot secretaris appellant namens de raad mr. M.B. de Klerk Wolters J.A. de Rooij J. Verpaalen Aan de orde: Het bezwaarschrift ingediend door J.A. de Rooij gericht tegen het besluit van de raad van Bergen op Zoom om geen planschadevergoeding toe te kennen. De voorzitter opent de vergadering en stelt de heer De Rooij in de gelegenheid om een toelichting te geven op het bezwaarschrift. De heer De Rooij toont de commissie enkele foto's. Hij stelt dat de waarde van zijn woning is verminderd nadat de "etterpuist", de hondenkennel etc. is opgericht. Verder refereert de heer De Rooij aan de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 10 april 1998 inzake de toepassing van bestuursdwang. De heer De Rooij wijst erop dat hij de proceskosten niet vergoed heeft gehad. De heer De Rooij zegt dat het in 1997 ging om het wegstemmen van de agrarische woning en het afsluiten van de weg. In 1998 heeft hij een nieuw verzoek ingediend, waarbij het ging om de hondenkennel. De heer De Rooij geeft aan dat hij destijds aan StAB, de deskundige benoemd door de Afdeling bestuursrechtspraak, niet alle schadefactoren heeft genoemd, aangezien hij een nieuw verzoek ging indienen. De heer Verpaalen merkt op dat zowel op het verzoek om schade (zuiver schadebesluit) als op het verzoek om planschade in hoogste instantie door de Afdeling bestuursrechtspraak is beslist. Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling d.d. 11 november 1999 heeft de heer De Rooij een nieuw verzoek om planschade ingediend op 24 november 1999 en daar is volgens de heer De Rooij nooit op beslist. Daar maakt hij bezwaar tegen. De heer Verpaalen geeft aan dat zich geen planologische wijzigingen hebben voorgedaan na 24 mei 1994.

7 Vervolgens licht de heer Verpaalen het standpunt van de raad toe aan de hand van een pleitnotitie die aan dit verslag is gehecht en er deel van uitmaakt. Voldoende gehoord en niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering. Aldus opgemaakt, Bergen op Zoom, 29 april 2003 De adviescommissie voor de bezwaarschriften Bergen op Zoom,, de voorzitter, de secretaris

8 & Gemeente eente fl il Eergen Berg op Zoom Pleitnotitie t.b.v. ingediend bezwaarschrift door de heer J.A. de Rooij tegen de afwijzing van een hernieuwd verzoek om planschade als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Geachte voorzitter, Het is u bekend, dat de heer De Rooij al eerder een verzoek om planschade bij de gemeenteraad heeft ingediend. Dit verzoek had, evenals dit verzoek, betrekking op de planologische wijzigingen voor het perceel Zuidgeest 17. Bij de behandeling van deze kwestie is nauwgezet onderzocht of de planologische situatie voor de heer De Rooij zodanig verslechterd zou zijn, dat er rechtens aanspraak gemaakt zou kunnen worden op een schadevergoeding. Daarbij zijn alle door de heer De Rooij aangehaalde facetten uitgebreid bekeken. Uiteindelijk heeft de Raad van State bij besluit van 14 augustus 2002 besloten, dat hiervan geen sprake is door het ingestelde beroep ongegrond te verklaren. Gelet op deze uitspraak is het niet redelijk om nu wederom een gehele procedure met betrekking tot dit perceel op te starten. Er is namelijk geen sprake van nieuwe gebleken relevante feiten om omstandigheden. Dit is voor de raad aanleiding geweest om op basis van de Algemene wet bestuursrecht - zonder verdere procedure- het verzoek af te wijzen. Ik verzoek u dan ook de gemeenteraad te adviseren om het bestreden besluit in stand te houden. Namens de gerrl nteraad J. Verpaalen Postbus AA Bergen op Zoom JacobObrechtlaan4 T (0164) F (0164) E Neemt u telefonisch contact met ons op indien u niet alle pagina's in goede orde heeft ontvangen.

9 Postbus AA Bergen op Zoom Jacob Obrechtlaan 4 Stafbureau Bestuursondersteuning Telefoon: (0164) Telefax : (0164) geadresseerde Uw kenmerk: Ons kenmerk: Nr.: Uw brief d.d.: Onderwerp: advies Beh.door: Datum: MdKW/LvO Doorkiesnr.: 243/244 Bijlage(n): 1 Geachte heer/mevrouw, Bijgaand treft u het advies aan van de adviescommissie voor de bezwaarschriften. Wij verzoeken u het bezwaar verder in behandeling te nemen en het betreffende bestuursorgaan een voorstel te doen omtrent de beslissing op het bezwaar. Graag ontvangen wij een afschrift van het besluit op bezwaar ten behoeve van ons jaarverslag. Ook als beroep wordt ingesteld tegen het besluit op bezwaar vernemen wij dat graag. Tenslotte kunt u met het secretariaat contact opnemen als u kennelijke fouten in het advies en/of verslag opmerkt. Wij zullen die dan herstellen. Voor overige vragen of suggesties staan wij altijd open! Met vriendelijke groet, Lydia van^5otie~naren Mirjam de Klerk Wolters Postrekening tn.v. Gemeente Bergen op Zoom Bankrekening ABN-AMRO