FlitsGids goederenvervoer PHS aspecten van goederenvervoer in Oost-Nederland bij Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FlitsGids goederenvervoer PHS aspecten van goederenvervoer in Oost-Nederland bij Programma Hoogfrequent Spoorvervoer"

Transcriptie

1

2 FlitsGids goederenvervoer PHS aspecten van goederenvervoer in Oost-Nederland bij Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Datum 1 oktober 2010 Uitgave Regionaal Overleg Noordelijke Aftakking (RONA)

3 Colofon Uitgave Regionaal Overleg Noordelijke Aftakking Postadres: Parallelweg CA De Steeg Informatie Thea Hiemstra Telefoon Datum 1 oktober 2010 Website Pagina 2

4 Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding 9 2 Leefbaarheid rondom de IJssel-, Twente- en Twentekanaallijn Geluidshinder Trillingen Transport van gevaarlijke stoffen; risico s en veiligheidsaspecten 17 Visie Rona op ontwikkeling infrastructuur 22 3 Knelpunten van huidige spoorinfrastructuur Overzicht knelpunten Knelpunten toegelicht voor de situatie in Dieren, gemeente Rheden Gevolgen komst goederentreinen voor IJsselbrug en Zutphen Knelpunten in Deventer 29 Visie Rona op goederen- en personenvervoer in Oost-Nederland 31 4 Kosten en baten Omgevingsscenario voor het goederenvervoer Bedrijfsspecifieke kosten-batenverhouding van de PHS goederenvariant Naar een maatschappelijke kosten-batenverhouding 34 5 Perspectief op technologische innovaties 39 6 Alternatieven voor de routering van het goederenvervoer via Oost-Nederland Inleiding Alternatieven per spoor Alternatieven over water Alternatieven via de weg Conclusies 45 7 Maatschappelijke afwegingen Gezondheid van omwonenden van het spoor Natuur en milieu De rechtspositie van de burger in relatie tot het spoor Uitspraak van de Raad van State inzake de Oortjes van Elst 56 8 Lessen uit het recente verleden 58 Afkortingen 60 Pagina 3

5 Goederenvervoer op de Laan van Meerdervoort in Den Haag. Voorgestelde situatie identiek aan de toekomstige situatie in Velp, Gelderland. De spoorlijnen in het oosten van het land waar zowel de herroutering als de intensivering van het goederenvervoer plaatsvindt. Pagina 4

6 Samenvatting Het voorliggende kabinetsbesluit, op voordracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat, om te komen tot een toekomstvaste routering voor het spoorgoederenvervoer in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS), dreigt grote consequenties te hebben voor de leefbaarheid van omwonenden van het spoortraject door Oost-Nederland (Elst Oldenzaal, via de IJssellijn en de Twentelijn). De bedoelde voorkeursbeslissing van het kabinet houdt in dat er voor de afwikkeling van het goederenvervoer per spoor is gekozen voor twee goederenpaden per uur per richting over de IJssellijn en drie goederenpaden per uur per richting over de Twentelijn. Dit houdt in dat er 40 tot 62 treinen per dag (in beide richtingen samen) respectievelijk 52 tot 80 treinen per dag (in beide richtingen samen) over de Twentelijn zullen worden geleid. Een verdere groei naar drie goederenpaden ( treinen per dag) dreigt voor de IJssellijn als de groei van het goederenvervoer per spoor doorzet zoals in de afgelopen jaren. Leefbaarheid Op dit moment zijn al veel locaties langs de lijn Elst Oldenzaal aan te wijzen waar de geluidsbelasting hoog is en sprake is van een slechte tot zeer slechte leefomgeving volgens de criteria van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Een toename van het aantal goederentreinen zal tot een forse stijging van de geluidsoverlast leiden. Zelfs bij toepassing van zogenaamde geluidsproductieplafonds - die een werkruimte van 1,5 db verhoging toestaan - zal dit alsnog een toename van de geluidsbelasting met 50 procent betekenen bovenop de reeds bestaande situatie, die op veel plaatsen abominabel is. De aanname van het kabinet in de PHS-plannen is, dat 80 procent van de goederentreinen in 2020 zal zijn uitgerust met zogenaamde modernere remblokken, namelijk (retrofit) LL-blokken, een technologie die potentieel een reductie van 7 decibel kan opleveren. Deze aanname is niet realistisch. De praktijk van voorgaande innovaties leert dat het uitrusten van goederenwagons met LLblokken meer tijd in beslag zal nemen. De Europese Commissie geeft aan dat het nog tot 2025 zal duren voordat de helft van de potentiële geluidsreductie gerealiseerd kan worden. Een groot probleem voor de leefbaarheid zullen de nachtelijke treinpassages zijn. Passages van goederentreinen veroorzaken een dusdanig hoge gevelbelasting, in de orde van 80 tot 90 decibel, dat zelfs in zeer goed geïsoleerde woningen slaapverstoring zal optreden. Een tweede bron van hinder voor omwonenden zal de toename van trillingen zijn. Met de toename van aantal, lengte, snelheid en gewicht (het aslastengewicht neemt toe tot 22,5 ton) van de goederentreinen, zullen de trillingen van nabijgelegen woningen sterk toenemen, dag en nacht. Gevolgen voor de stabiliteit van woningen en de gezondheid van mensen zijn niet uit te sluiten. Gezien het gebrek aan een daadwerkelijke wettelijke bescherming op dit vlak en de technische moeilijkheden om tot een goede oplossing te komen, zullen trillingen van sterke invloed zijn op de ervaren woonomgeving. Pagina 5

7 Geluidsbelastingen en trillingen hebben een sterke invloed op de gezondheid van omwonenden, vooral wanneer beide zich tegelijkertijd voordoen. Onderzoek heeft meerdere malen aangetoond dat slaapverstoring s nachts en onrust overdag, tot ernstige gevolgen kunnen leiden, zoals verhoogde bloeddruk, stress, hartproblemen en leerproblemen bij kinderen. Deze gevolgen blijken onvoldoende in de afweging meegewogen te worden. Een derde belangrijke factor voor omwonenden is de doorsnijding van dorpen en steden in het traject. Kleine kernen zullen te maken krijgen met gesloten spoorovergangen die kunnen oplopen tot dertig tot veertig minuten per uur overdag (bij zes goederentreinen en acht reizigerstreinen per uur). Het budget voor de aanleg van ongelijkvloerse kruisingen is volstrekt onvoldoende om dit probleem op te lossen. In het traject liggen 111 gelijkvloerse kruisingen, waaronder alleen al in de gemeente Rheden 37 stuks. In andere plaatsen, zoals Deventer en Zutphen, leidt de inpassing van het goederentracé tot grote planologische problemen, omdat bestaande wijken aangetast worden en bestaande plannen doorkruist. Op meerdere plaatsen zal de toegenomen passagetijd leiden tot onaanvaardbare aanrijdtijden voor brandweer en ziekenauto s. Veiligheid blijkt door het Basisnet Spoor niet gewaarborgd te kunnen worden. De prognoses van het aantal goederentreinen met gevaarlijke stoffen blijken telkens weer op een te laag niveau te liggen. Het aandeel van gevaarlijke stoffen in het totale goederenvervoer over het spoor neemt bovendien relatief toe. De kans op incidenten neemt navenant toe. Er valt pas achteraf vast te stellen welke producten in welke hoeveelheden en hoe zijn vervoerd; de kwaliteit van vele goederenwagons blijft telkens onder de maat. Er ontbreekt bestuurlijke verantwoording inzake het groepsrisico. De rekenmodellen zijn volgens de Adviesraad voor Gevaarlijke Stoffen meer een ritueel dan een werkelijke inschatting van risico s voor omwonenden. Het bestaand spoor is te oud en gelet op de ligging, dwars door dichtbevolkte steden en dorpen, niet geschikt voor toepassing van goederentransport. Dat was de conclusie in 1996 van de Milieu Effect Rapportage en het Tracébesluit van dat jaar bij het onderzoek naar een Noordelijke Aftakking van de Betuweroute. Het voornemen werd dan ook ingetrokken. De omstandigheden zijn niet veranderd. Ook nu is het bestaande spoor nog ongeschikt voor intensief goederenvervoer. Nut en noodzaak Uit een analyse van de details van kosten en baten blijkt dat het deel PHS goederenvervoer, in tegenstelling tot het gedeelte PHS personenvervoer, een negatieve kosten-baten verhouding kent. De investeringen van een half miljard zullen ruim twee keer zeer zo hoog liggen als de uiteindelijke baten. Het PHS goederenvervoer is dus een slechte investering. De baten voor de Nederlandse economie liggen zeer laag, omdat er nauwelijks een toegevoegde waarde binnen Nederland wordt gerealiseerd. In de second opinion van het Kennis Instituut Mobiliteit (KiM) blijkt dat de toe te rekenen baten voornamelijk (voor 88 procent) naar het buitenland weglekken. De baten liggen volgens het KiM minimaal 12 procent en misschien wel 70 procent lager dan in de Maatschappelijke Kosten- Baten Analyse is voorgesteld. Ten tweede blijkt dat de ingeschatte kosten op vele punten lager worden getaxeerd dan reëel blijkt: de spoorboog in Deventer wordt door de gemeente 100 tot 200 miljoen euro duurder ingeschat, de kosten van ongelijkvloerse doorsnijdingen, de Pagina 6

8 kosten voor trillingsreductie, de kosten van de ongelijkvloerse kruising Velperpoort etcetera, liggen alle beduidend hoger dan ingepland. In de Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse zijn diverse kosten die de leefbaarheid van de omwonenden aantasten, niet opgenomen. Uit een berekening van de maatschappelijke kosten van geluid- en trillingshinder blijkt dat voor die aspecten de maatschappelijke kosten minimaal 200 miljoen euro hoger te liggen. Het effect op de waardedaling van woningen langs de spoorlijnen wordt geschat op 625 miljoen euro. Dit maakt de kosten-batenanalyse veel negatiever dan zij al is. De baten van de vervoerders worden afgewenteld op de bewoners door waardedaling van de aanliggende huizen, door toegenomen geluidsoverlast en trillingshinder, door extra gezondheidsproblemen en door planologische problemen. Er bestaan alternatieven voor het gekozen voorkeurstracé. Als op de vereiste Europese schaal gekeken wordt naar de vervoersstromen, blijkt een vervoersstroom naar Noord-Duitsland vanuit Antwerpen en een vervoerstroom vanuit Rotterdam goed via Oberhausen/Duisburg en Hannover afgewerkt te kunnen worden. Het IJzeren Rijn tracé, dan wel het Montzentrace, en vooral ook een verbetering van het tracé Zevenaar naar Oberhausen, bieden betere opties dan de gekozen varianten. Er dient geïnvesteerd te worden in overleg met buurland Duitsland om de aansluiting op de aanwezige voorzieningen in Nederland sterk te verbeteren. In een recent convenant tussen de Nederlandse overheid en de vereniging van schippers op de binnenvaart, heeft de overheid aangegeven zich te willen inzetten voor de bevordering van het vervoer over water. De verbinding tussen Rotterdam en Duitsland (denk aan de overslagcapaciteit te Duisburg) biedt hiervoor uitstekende kansen. Pagina 7

9 Op een klein stationnetje, s morgens in de vroegte De landelijke situatie wordt bedreigd met industrieel geweld. De Steeg, gemeente Rheden, een dorp dat bij een ontploffende LPG wagon letterlijk van de kaart wordt geveegd. Pagina 8

10 1. Inleiding Op 4 juni 2010 heeft het Kabinet, op voordracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat, het voorkeursbesluit genomen om te komen tot een toekomstvaste routering voor het spoorgoederenvervoer in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). Het Regionaal Overleg Noordelijke Aftakking (RONA) een in 1994 opgerichte vereniging van bewoners- en belangenverenigingen langs de IJssellijn, Twentelijn en Twentekanaallijn maakt zich grote zorgen over de consequenties van dit voorkeursbesluit voor de omwonenden van het traject Elst - Oldenzaal. Het is duidelijk dat de afwenteling van de congestie in de Randstad naar het bestaande spoor in het Oosten, geweldige gevolgen heeft voor de leefbaarheid van de omwonenden ter plaatse. In dit document stelt het RONA de gevolgen aan de orde van de intensivering van het spoorgoederenvervoer over de IJssellijn, de Twentelijn en de Twentekanaallijn. Het RONA is van oordeel dat het voorkeursbesluit van het Kabinet de bewoners langs het tracé onevenredig belast, doordat onvoldoende aandacht is geschonken aan de leefbaarheid. De toename in geluidsoverlast gedurende de dag en de nacht, alsook de trillingen als gevolg van de zware goederentreinen, zullen een ernstige inbreuk teweeg brengen op de woonomgeving. Voorts heeft een toename van het transport van gevaarlijke stoffen negatieve gevolgen voor de veiligheid van omwonenden, veelal op plaatsen waar risico s al onverantwoord hoog zijn. Ook voor de planologische ontwikkeling van diverse gemeenten langs de betrokken spoorlijnen heeft het besluit ingrijpende consequenties, die volgens het RONA onvoldoende in het besluit zijn meegewogen. In dit document zijn een aantal voorbeelden opgenomen van gemeenten waar zich dit voordoet. Op basis van de Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse is het RONA ervan overtuigd geraakt dat het voorstel van het Kabinet voor wat betreft het goederenvervoer een negatieve business case betreft: de kosten liggen hoger dan de baten. Hierbij zijn bovendien de vele maatschappelijke kosten voor omwonenden nog niet eens meegerekend. Tevens blijkt dat er goede alternatieven zijn voor het voorkeurstracé, zowel in de sfeer van transportmodaliteit (vervoer over water) als wat betreft de benutting van andere spoortracés, als het uitgangspunt wordt ingenomen dat de goederenstromen op Europese schaal moeten worden ingericht en niet slechts binnen de landsgrenzen. Dit natuurlijk wel met respect voor de mogelijkheden en kwaliteiten van Nederland. Ten slotte is ons gebleken dat dezelfde fouten, die in 2000 gesignaleerd zijn door de Algemene Rekenkamer bij haar evaluatie van de besluitvorming over de aanleg van de Betuweroute, nu opnieuw gemaakt dreigen te worden. In dit document vraagt het RONA aandacht voor aspecten die in de voorkeursbeslissing van het Kabinet onderbelicht blijven: de leefbaarheid voor bewoners langs het spoor, de financieel-economische risico s van de plannen en het bestaan van reële alternatieven voor het goederentransport. Pagina 9

11 Deze FlitsGids is samengesteld door de commissie Expertise van het RONA. Deze commissie wordt gevormd door burgers die veelal in de buurt van het spoor wonen, gespreid van Elst tot Oldenzaal. Vanuit de commissie zijn bijdragen opgenomen van de hand van Wander Brouwer, Fred van Daalen, Gerard de Kuijper, Maarten van der Meer, Bert Lof, Tom Luderer en Dick van der Torre. Deze zijn aangevuld met waardevolle teksten van Henk Derks, Thea Hiemstra, Arnoud Scheltema en Marko Sinke. De coördinatie en productie van dit RONA Handboek was in handen van Henk Stronkhorst. De teksten zijn door de auteurs onderling van commentaar voorzien en in diverse ronden aangescherpt en verbeterd. Er is ook veelvuldig gebruik gemaakt van inzichten van vakmensen, zowel via hun notities vooraf als via commentaren op concepten. Wij bedanken iedereen die heeft bijgedragen aan het tot stand brengen van deze FlitsGids. Enkele onderdelen uit deze uitgave (met name uit hoofdstukken 3 en 5) bestaan uit samenvattingen van uitvoeriger rapportages. De meer gedetailleerde versies zijn toegankelijk via de websites en Op deze sites wordt ook de actuele stand van zaken bijgehouden, waaronder activiteiten waaruit de snel toenemende onrust onder de bevolking naar voren komt. Pagina 10

12 2. Leefbaarheid rondom IJssel-, Twente- en Twentekanaallijn 2.1 Geluidshinder Algemeen Prognoses van het goederenvervoer laten zien dat een meer dan autonome toename tot 2020 te verwachten is. Deze toename is mede afhankelijk van de uitbreiding van de Tweede Maasvlakte en het gebruik van de Betuweroute. Op de IJssellijn wordt een verzesvoudiging verwacht, op de Twentelijn een verdubbeling tot verdrievoudiging en bij het uitwerken van de diverse varianten wordt ook het gebruik van de Twentekanaallijn in ogenschouw genomen, met een frequentie die overeenkomt met de IJssellijn. Dit is bij een te verwachten gemiddelde groei en afhankelijk van de routeringsvariant 1. Elke verdubbeling betekent een verdubbeling van de geluidsoverlast. Gevolgen van geluidsoverlast Mensen kunnen door geluid moeilijker in slaap vallen en s nachts vaker wakker worden. De Gezondheidsraad heeft in 2004 onderzoek gedaan naar de effecten van geluid op slaap en gezondheid. Deze effecten zijn niet bij ieder mens gelijk en hangen af van persoonlijke en omgevingsfactoren. De belangrijke effecten van omgevingsgeluiden tijdens de slaap zijn: - verminderde slaapkwaliteit; - verminderd algemeen welbevinden; - hogere prikkelbaarheid; - verminderde concentratie en prestatie; - voortijdige sterfte door hartziekten en verhoogde bloeddruk. Het geluid door spoorweglawaai wordt door omwonenden aan het spoor zeer verschillend ervaren. Bij een aantal lijkt het geïntegreerd te zijn in hun dagelijks levenspatroon. Een geluidsbelasting van meer dan 63 db wordt als lawaaiig betiteld en meer dan 68 db als zeer lawaaiig 2. Woonsituatie rond de IJssel-, Twente- en Twentekanaallijn Langs dit tracé wonen ca bewoners binnen een afstand van 200 m van deze lijnen. Vanaf circa die afstand van de spoorlijnen kwalificeert het RIVM de woonsituatie als slecht 3. Binnen 100 m als zeer slecht, met een geluidsbelasting van meer dan 65 db. Bij controle blijkt een groot aantal gebouwen in die situatie boven dit geluidsniveau uit te komen. Als dosismaat is voor weg- en railverkeerslawaai L den gekozen. Deze kan aan de hand van geluidsbelastingen over de drie dagperioden worden berekend. Hierbij staat d voor day, e = evening en n = night. Voor treinverkeer wordt de eenheid db gekozen. Het bureau Witteveen+Bos heeft in opdracht van de provincies Gelderland en Overijssel een inventarisatie gemaakt wat de gevolgen zullen zijn voor de 1 Vervoerwaarde goederen 2020, ten behoeve van PHS, ProRail, oktober De PHS plannen spreken de verwachting uit van 80 procent stiller materiaal in Deze verwachting is niet realistisch. Ten eerste verloopt vernieuwing van materiaal in het goederenvervoer veel trager. Bovendien : de 80 procent vertaalt zich in 5 db minder lawaai volgens modelberekeningen, maar het menselijk oor neemt pas bij een reductie van 10 db een halvering waar. 3 Landelijk Meetnet Geluid, Pagina 11

13 gemeenten in verband met het toenemen van het goederenvervoer 4. Een citaat over geluid in dat rapport: Bij het bepalen van de geluidssaneringsmaatregelen is uitgegaan van prognoses voor het goederenvervoer ten tijde van het NaNOV-besluit. In deze prognoses is de momenteel voorziene groei van het goederenvervoer op de IJssel- en Twentelijn niet meegenomen. Dit houdt in dat bijvoorbeeld de hoogte van geluidschermen gebaseerd is op lagere intensiteiten dan momenteel in de diverse PHS scenario s worden voorzien. Dit betekent dat bij een intensivering van het goederenvervoer geluidschermen mogelijk niet meer voldoen om de geluidbelasting beneden de wettelijke vastgestelde grenswaarden te houden. Aanvullende saneringsmaatregelen of verhoging van geluidschermen kunnen hierdoor noodzakelijk worden. Wetgeving geluidshinder De huidige Wet geluidshinder (Wgh) van 1 januari 1970 is voornamelijk een instrument voor gemeenten en provincies voor het toepassen in de ruimtelijke ontwikkeling voor gebouwen en woningen. Voor een spoorlijn is voor het bestaande spoor een streefwaarde van 55 db, met een (maximale) grenswaarde van 71 db, bedacht. Als deze waarde wordt overschreden is er tot nu toe geen enkele wettige mogelijkheid de beheerder van de spoorlijnen te dwingen het geluidsniveau onder de maximale waarde te brengen. Hoogstens kan de minister zijn goede wil tonen door sanerende maatregelen te laten uitvoeren. In de komende wet Milieubeheer zullen wel wettelijke maatregelen afgedwongen kunnen worden. In onderstaande tabel zijn de geldende wettelijke waarden en de waarden uit artikel 11.2 van de nieuwe wet naast elkaar gezet. Tabel. Voorkeurswaarden, maximale waarden en binnenwaarden, bestaande en nieuwe wet, in db Wet Maximale waarde Voorkeurswaarde Binnenwaarde A Binnenwaarde B Bestaande Wet Geluidshinder Voorstel Wet Milieubeheer Ter toelichting: De voorkeurswaarden en de maximale waarden hebben betrekking op de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten. Binnenwaarde A is van toepassing op geluidsgevoelige ruimten van geluidsgevoelige objecten, voor zover deze zijn gelegen langs spoorwegen die in gebruik zijn genomen op of na 1 juli 1987; en indien voor de bouw van die objecten een bouwvergunning is afgegeven na 1 januari Binnenwaarde B is van toepassing op geluidsgevoelige ruimten van andere geluidsgevoelige objecten dan bedoeld in het hier voorgaande lid. 4 Witteveen+Bos, 2009, Inventarisatie lokale bedreigingen door toename van het spoorgoederenvervoer in Oost Nederland, 3 december Pagina 12

14 In feite maken de nu voorgestelde grenzen het mogelijk het goederentreinverkeer op dezelfde manier uit te blijven voeren als voorheen. Citaat uit de aanstaande wet Milieubeheer In de wet is vastgelegd dat een werkruimte van +1,5 db toelaatbaar is. De werkruimte van 1,5 db staat een groei van het verkeer toe. In vergelijking met de huidige wet is dit echter geen achteruitgang. Zoals eerder aangegeven, genieten bewoners vanuit de huidige wet geen enkele bescherming tegen toename van geluid zolang er geen sprake is van een reconstructie van een weg of een wijziging van een spoorweg. Indien er wel sprake is van een reconstructie van een weg of een wijziging van een spoorweg, geniet de bewoner pas bescherming als de geluidsbelasting met meer dan 1,5 db toeneemt ten opzichte van de geluidsbelasting vlak voor de reconstructie. De Raad van State heeft tegen deze verhoging bezwaar aangetekend 5. Glasconstructie om spoorlawaai te dempen bij flat aan Mussenstraat te Hengelo, Twente. Betaald door de vervuiler? Conclusies 1. Het voorstel voor de nieuwe wet Milieubeheer is in deze vorm onacceptabel. Het bestendigt de nu nog geldende Wet Geluidshinder en verhoogt nota bene ook nog de toelaatbare geluidsgrens waartegen de Raad van State terecht bezwaar aantekent. Toegestaan wordt dat bewoners langs de oude lijnen circa zes maal meer geluidshinder moeten verdragen dan de drempelwaarde als toelaatbaar acht. 5 Raad van State over wetsvoorstel geluidproductieplafonds, 14 december 2009 Pagina 13

15 Het wetsvoorstel dient vergezeld te worden door het plan voor de periode na 2020 een nieuwe Noord-oostelijke verbinding (NOV) aan te leggen, zoals deze was bedoeld in de trajectnota/mer Noord-oostelijke verbinding van In dat rapport werd de noodzaak voor die lijn benadrukt, omdat het goederenvervoer anders een onacceptabele milieu-overlast zou gaan veroorzaken. Ook de toen gestelde eis van de maximaal toelaatbare 21 goederentreinen per etmaal is sinds 2007 bereikt 6. Daarom moet de maximaal toelaatbare geluidsbelasting, tot in gebruikname van de nieuwe lijn, in de nieuwe wet teruggebracht worden tot 65 db, net zoals bij wegen. Dit is overigens een grenswaarde die door het RIVM al als zeer slecht wordt betiteld. Bovendien moeten er verscherpte eisen aan het rollend materieel (ook het buitenlandse) afgedwongen kunnen worden. Daarnaast moeten fondsen ter beschikking komen om extra geluidwerende maatregelen langs de bedreigde lijnen aan te kunnen brengen. 2. Meten is weten, zegt minister Eurlings. Daarom moet zowel langs de IJsselals de Twentelijn op korte termijn een meetnetwerk voor het geluid worden aangelegd. Schiphol heeft geleerd dat modelberekeningen weinig realistisch zijn en het is nodig dat ProRail met betrekking tot de loop van de goederentreinen bij voortduring wordt gemonitord. De door ProRail ter beschikking gestelde cijfers zijn namelijk verre van actueel; ze vertonen een achterstand van minstens twee jaar. Door de VROM-inspectie is bijvoorbeeld aan ProRail een dwangsom opgelegd voor het oneigenlijke gebruik van de Twentekanaallijn voor goederenvervoer. Sinds februari 2010 worden vragen aan ProRail over dit vervoer, ondanks herhaald verzoek, niet beantwoord. Kortom het mag niet zo zijn dat mede door PHS een belangrijk deel van de bevolking geconfronteerd gaat worden met een nog meer onleefbare situatie. 2.2 Trillingen Hinder en schade Trillingen tengevolge van het treinverkeer kan hinder voor personen en schade aan gebouwen veroorzaken. Uit de praktijk blijkt dat het behandelen van die claims jarenlange procedures tot gevolg kunnen hebben. Bij de Noord-Zuidlijn in Amsterdam, is de aansprakelijkheid duidelijker vast te stellen omdat er een direct verband is tussen de werkzaamheden en de calamiteit. Geheel anders ligt dat bij claims van schade en hinder als gevolg van het treinverkeer. Naast schade aan gebouwen en bouwconstructies kunnen trillingen ook nadelig zijn voor de gezondheid (zie hierna onder regelgeving). Een specifieke norm voor trillingen langs het spoor bestaat niet. In PHS gaat het om goederentreinen van 700 meter lengte en (met een 50% hogere asdruk tot) 22.5 ton, die met grote snelheid over de IJssellijn en Twentelijn gaan rijden. Bewoners vrezen het ergste. Richtlijnen en regelgeving De Stichting Bouwresearch SBR ( geeft richtlijnen, zoals het effect van trillingen op gebouwen en personen, over de toelaatbare niveaus en de adviezen 6 ProRail. Vervoerswaarde goederen in 2020, p.14, fig Pagina 14

16 om problemen te voorkomen. De overheid hanteert, door het ontbreken van regelgeving voor schade aan gebouwen door trillingen, de SBR-richtlijnen. Een helder overzicht van de werking van de richtlijnen van SBR wordt weergegeven in 7. Voor het gezondheidsaspect is er regelgeving. Dit zijn: - De meetsystematiek volgens ISO / ISO 5349 en - De grenswaarden volgens EU-richtlijn 2002/44/EG. De EU-richtlijnen voor het beoordelen van trillingen in het kader van de ARBOwetgeving moeten worden gezien als wetgeving. Kennis en advisering op het gebied van trillingen moet worden overgelaten aan daarin gespecialiseerde instanties en bureaus. Het bureau Witteveen+Bos heeft, in opdracht van de provincies Gelderland en Overijssel, een inventarisatie gemaakt wat de gevolgen zullen zijn voor de gemeenten in verband met het toenemen van het goederenvervoer. 8 Een citaat uit het rapport over trillingen: Uit onlangs uitgevoerde trillingsonderzoeken in de gemeenten Hengelo, Borne en Oldenzaal blijkt dat er nu al sprake is van een significante toename van trillingen en trillinghinder ten opzichte van de uitgevoerde nulmetingen in Conform de geldende SBR-richtlijn deel B kan de nu veroorzaakte trillinghinder voor de beoordeelde woningen worden gekwalificeerd als matige hinder en als hinder en in een enkel geval zelfs als ernstige hinder. Naar de toekomst toe is een verdere toename van de trillinghinder te verwachten. De gemeenten zijn van mening dat, gezien de memorie van toelichting bij de wijziging van de wet Geluidhinder, de SBR-richtlijn deel B van toepassing is op trillingen veroorzaakt door spoorwegen, en dat ProRail daarom maatregelen moet treffen. Verder zijn zij van mening dat in de huidige situatie deze maatregelen al noodzakelijk zijn en dat een verder toename van de trillingen niet acceptabel is. Hinder en schade langs de Twente en IJssellijn Twentelijn De gemeente Hengelo heeft in een eerste brief aan ProRail van 13 oktober 2008 melding gemaakt, dat na metingen is gebleken dat streefwaarden zoals die in de SBR-richtlijnen zijn vastgelegd in vier woningen zijn overschreden. De grenswaarden deden dat niet. Wel was sprake van matige tot zeer ernstige hinder. De gemeente stelt dat ook in Borne en Oldenzaal na metingen is gebleken dat de streefwaarden overschreden zijn. Het antwoord van ProRail wordt door de gemeente niet geaccepteerd en vervolgens zijn er brieven aan de minister van V&W, VROM, Regio Twente en de woordvoerders in de Tweede Kamer gestuurd. Uiteindelijk is door de gemeente Hengelo, ook namens de colleges van Borne en Oldenzaal, op 1 juni 2010 een laatste brief gestuurd aan ProRail, de ministers van V&W en VROM, met kopieën aan de woordvoerders ter zake, waarbij het standpunt niet anders was dan al was 7 WNP, Wijnia-Noorman-Partners, raadgevend ingenieurs, ( 8 Witteveen+Bos, 2009, Inventarisatie lokale bedreigingen door toename van het spoorgoederenvervoer in Oost Nederland, 3 december Pagina 15

17 omschreven in de vorige correspondentie. Een eventueel antwoord van de ministers is nog niet gegeven. De laatste brief van ProRail van 25 maart 2010 (van ir. C. de Vries, directeur regio Noord-Oost) laat zien dat van ProRail weinig te verwachten is. Een citaat uit deze brief: Er zijn nagenoeg geen fysieke maatregelen om trillingen te voorkomen c.q. te beperken. De tot nog toe onderzochte maatregelen zijn niet effectief of het effect is niet bekend c.q. zijn niet te meten. Daarbij zijn de maatregelen zeer kostbaar en in bestaande situaties technisch nagenoeg onuitvoerbaar. IJssellijn Ook langs de IJssellijn zijn trillingmetingen verricht. In de tweede helft van 2009 zijn naar aanleiding van klachten van bewoners over trillingshinder van het treintype Sprinter, metingen verricht door de gemeente Rheden in samenwerking met de provincie Gelderland. Het resultaat toont op vier van de negen locaties een ruime overschrijding van de streefwaarden ter voorkoming van hinder volgens de SBR-richtlijn B, in de categorie hinder. De Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben in brieven aan NS en ProRail gevraagd maatregelen te treffen om de extra- trillingen terug te dringen. Het gaat hier dus niet om goederentreinen, maar om veel lichtere en kortere personentreinen. Standpunt van het kabinet betreffende Kamervragen Op 14 december 2009 is door Tweede Kamerlid Aptroot cum suis een motie ingediend, gericht aan VROM en V&W, met het verzoek normen op te stellen voor het beoordelen van de gevolgen van trillingen door het treinverkeer. Ook wordt verzocht in 2010 op de IJssellijn een inventarisatie en metingen te gaan verrichten. Minister Eurlings antwoordt in zijn brief 9 van 21 juni 2010, ook namens zijn collega van VROM, dat er geen aanleiding is hiervoor aparte regelgeving op te stellen. De SBR-richtlijnen voldoen. Wel gaat hij in op het aspect metingen met de volgende alinea: In de aangehouden motie wordt ook verzocht om een inventarisatie en metingen te starten in 2010, te beginnen met de IJssellijn. Daarnaast hebben enkele Twentse gemeenten (Oldenzaal, Hengelo en Borne) klachten over trillingen onderzocht. Voor de IJssellijn en de spoorlijn Deventer - Almelo is een metingenprogramma voor trillingen vastgelegd in april 2000 door mijn ambtsvoorganger, in het kader van het besluit om geen nieuwe Noordoostelijke verbinding van de Betuweroute naar Twente aan te leggen (het zogenaamde NaNOV besluit, Kamerstuk , nr. 157). Ter uitvoering van dat besluit heeft ProRail in 2003 trillingmetingen gedaan langs de IJssellijn en langs de spoorlijn Deventer - Almelo; over de resultaten heeft ProRail toen overleg gevoerd met de betrokken gemeenten en provincies. Volgens het zogenaamde NaNOV-besluit zullen die metingen herhaald worden als en wanneer de samenstelling van het treinverkeer substantieel veranderd is doordat er meer goederentreinen rijden. Naar aanleiding van de motie Aptroot 9 Brief met kenmerk VENW/DGMo-2010/3755 Pagina 16

18 heb ik ProRail gevraagd om die tweede ronde trillingmetingen naar voren te halen en nog dit jaar uit te voeren, en om aansluitend met de betrokken gemeenten en provincies daarover overleg te voeren. Naar aanleiding van rapportage van hinder en schade aan gebouwen langs onder andere de Twente- en IJssellijn, is op 29 juni 2010 een motie aangenomen, die de regering opdraagt wetgeving voor trillingen te maken. De aanpak Uit het voorgaande is duidelijk geworden dat het onderwerp Trillingen weerbarstiger is dan dat van bijvoorbeeld Geluid. Echte specifieke regelgeving voor het spoor ontbreekt en de minister is niet van plan die te gaan ontwikkelen. Er zijn wel voornemens om een inventarisatie en metingen te gaan verrichten. Van ProRail is weinig te verwachten. Die organisatie moet worden aangestuurd door de verantwoordelijke ministers. Reeds nu klagen bewoners over schade door het treinverkeer. Dat zal alleen maar toenemen. Individuele acties van burgers zijn zinloos als niet de nodige juridische en vakkundige ondersteuning kan worden ingeroepen. Er dienen onder andere nulmetingen aan de gebouwen uitgevoerd te worden. Hiervoor ontbreekt echter het nodige budget. Om te beginnen moet de centrale overheid onder druk gezet gaan worden door onder andere het verzamelen van klachten van de bewoners van de IJssel- en de Twentelijn in samenwerking met de gemeenten langs de lijn en daarover elkaar en de media bij voortduring te informeren. De gemeenten Hengelo, Borne en Oldenzaal en de Provincie Gelderland hebben aangetoond dat zij hun burgers nu al ondersteunen door het laten verrichten van onderzoek. Dat zou door alle gemeenten langs de lijn moeten gebeuren. Dit dient gestructureerd te worden uitgevoerd. Nog los van de uitkomst van de besluitvorming rond de PHS Voorkeursbeslissing dient het RONA bestaande klachten te inventariseren. Vervolgens dient met de gemeenten waar klachten worden gesignaleerd, overleg plaats te vinden om een representatieve keus voor verdere metingen te kunnen maken. Er moet financiële ruimte komen om met expertisebureaus overleg te voeren voor het opstellen van een daadwerkelijke, praktische aanpak. Een groepering van RONA-leden, vertegenwoordigers van gemeenten en provincies zouden daar deel vanuit kunnen gaan maken. Het kan betekenen dat een centrale task force met werkgroepen van plaatselijke vertegenwoordigers (o.a. burgers en gemeentelijke ambtenaren) gaat ontstaan, die aan de respectievelijke ministers rapporteert. Op die manier ontstaan korte lijnen, zodat de burger het gevoel heeft direct betrokken te zijn. Daarom is er een duidelijke taak voor het RONA weggelegd. 2.3 Transport van gevaarlijke stoffen; risico s en veiligheidsaspecten Wet- en regelgeving Het vervoer van gevaarlijke stoffen is in Nederland onderworpen aan het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen (VGS, 5 juni 1996). De wetgever beroept zich hierbij op Pagina 17

19 internationale verdragen (ADR 10, ADNR 11 en RID 12 ). Tot zover lijkt alles keurig geregeld, ware het niet dat deze internationale afspraken enkele fundamentele leemtes vertonen 13. Dit en vele andere gevaarlijke stoffen op 5 meter van je huis (Elst) De huidige stand van zaken De schoen wringt bij de ketenverantwoordelijkheid en de gebrekkige naleving van de regels evenals de controle hierop 13. Intussen zijn er aanbevelingen gedaan voor BLEVE-vrij transport (BLEVE = Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion). De vervoerders zeggen echter nu al dat de capaciteit onvoldoende is binnen de bestaande wetgeving, getuige het hiernavolgende citaat van 29 april 2010 op de website een platform voor vervoer, op- en overslag van gevaarlijke stoffen: Het risicoplafond dat we nu toebedeeld krijgen is zo laag, dat we op korte termijn alle maatregelen moeten nemen die we in petto hadden voor een langere periode. Zoals het aanbrengen van crashbuffers op de wagons, verbeteringen aan het spoor en BLEVE-vrij rijden", aldus Hennie Standaar. "Daardoor is er tot 2020 nauwelijks ruimte voor een verdere groei van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Gezaghebbende instanties, zoals de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS), hebben geconstateerd dat het matig gesteld is met de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen ADR: Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route 11 ADNR: Règlement pour le transport des matières dangereuses sur le Rhin 12 RID: Règlement concernant le transport international ferroviaire des marchandises dangereuses 13 Rapport Raad voor de Transportveiligheid, september AGS Risicoberekeningen volgens voorschrift: een ritueel voor vergunningverlening, april 2010 Pagina 18

20 Indachtig de uitspraak van Ir. Hans Smits, President-directeur van het havenbedrijf Rotterdam, hoeven we hun conclusies niet in twijfel te trekken: Om andermans werk te kunnen beoordelen, moet je beter zijn dan degene die het doet (Elsevier ). Risico s en veiligheidsaspecten De AGS laat zich in zijn advies 14 weinig lovend uit over de risicoberekeningen: In 2006 heeft de Adviesraad de resultaten gepubliceerd van een onderzoek naar de voorgeschreven methodiek voor de berekening van de omgevingsrisico s van het vervoer van gevaarlijke stoffen (AGS, 2006). De Adviesraad concludeerde destijds dat deze rekenmethodiek (Risicoberekeningsmethode II of RBM II) onvoldoende transparant, verifieerbaar en robuust was. Ook is geconstateerd dat RBM II slechts zeer beperkt bruikbaar was voor het afwegen van de mogelijkheden om de veiligheid te verhogen. Dit is nog steeds het geval. De beperkingen van de voorgeschreven rekenmethodiek voor de risico s van het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn zeer actueel, gelet op de rol van de uitkomsten van risicoberekeningen bij de vaststelling van de basisnetten weg, water en spoor. Daardoor berust de vaststelling van de basisnetten weg, water en spoor in hoge mate op een cijfermatige exercitie, die op het eerste oog weliswaar duidelijkheid biedt aan de verschillende belanghebbenden, maar bij nadere beschouwing een grote spreiding aan mogelijke uitkomsten biedt. De veiligheid komt daarbij in het gedrang: De Adviesraad ziet parallellen tussen beleidsontwikkelingen op het gebied van het vervoer van gevaarlijke stoffen en beleidsontwikkelingen op het gebied van stationaire inrichtingen. In beide gevallen wordt de aandacht in toenemende mate gericht op knelpunten in besluitvormingsprocessen in de uitvoering en processen van vergunningverlening. De relatie met de veiligheid lijkt daarbij secundair. De Adviesraad wil de problemen in besluitvorming en vergunningverlening zeker niet bagatelliseren, maar acht het wel zorgwekkend dat de tweede doelstelling van het inzetten van een QRA * )- instrumentarium, het verbeteren van veiligheid door het afwegen van veiligheidsverhogende maatregelen, niet adequaat geschiedt. Dit kan wellicht worden verklaard door het feit dat rampen en zware ongevallen met gevaarlijke stoffen zich zelden voordoen en uitvoeringsperikelen dagelijks worden ervaren, maar het dient de veiligheid niet. * (QRA= Quantitative Risk Assessment) Voor de risicoberekeningen van het Basisnet Spoor is RBM II, versie 1.2 (mei 2008) 15 toegepast. Dit programma kent diverse tekortkomingen: 1. De voorgeschreven toeslagfactor voor overwegen wordt niet gehanteerd. 2. De snelheid van de trein is een belangrijke invoerparameter. Als de trein sneller rijdt dan wordt ingevoerd in de berekening, dan verhoogt dat het 15 RBM Risicoberekeningsmethodiek. Een rekenprogramma, ontwikkeld in opdracht van RWS Pagina 19

21 ongevallenrisico. Bovendien zal er bij een lekkage meer gevaarlijke stof uitstromen over een groter gebied. 3. Verhoogde en verdiepte ligging van het spoor worden niet in de berekeningen meegenomen. 4. De invloed van geluidschermen (lengte en hoogte) voor de bereikbaarheid van hulpdiensten kan niet in de berekening worden verwerkt. De gevolgen van deze beperkte rekenmethode kunnen desastreus zijn; punten 2, 3 en 4 kunnen ook nog samenvallen. De berekende risico s worden mooier voorgesteld dan ze zijn. Daar komt nog bij dat de faalkans van drukvaten (lees: ketelwagens) zonder een gedegen argumentatie met een factor 10 is verlaagd (AGS , p. 24) en dat werkt rechtstreeks door in de berekeningen. Bovendien wordt geen rekening gehouden met andere invloeden die betrekking hebben op de faalkans van een ketelwagen (AGS , p. 29): Zo betreffen de voorgeschreven faalkansen van drukvaten situaties zonder corrosie, vermoeiing door trillingen, menselijke fouten en externe impacts. Dit veronderstelt impliciet de aanwezigheid van voorzieningen, onderhoud, inspectie en managementsystemen die in werkelijkheid wellicht ontbreken. Royal Haskoning heeft in opdracht van het Ministerie van VROM onderzocht hoe het bevoegde gezag de risico s afweegt bij vergunningaanvragen van risicobedrijven (zoals LPG-tankstations) en het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor, d.w.z. risico s voor personen die zich op de desbetreffende plaatsen bevinden. De uitkomsten zijn gepubliceerd in het rapport Evaluatie Verantwoording Groepsrisico. Daaruit blijkt dat de verantwoording van het groepsrisico, een van de pijlers van het Nederlandse externe veiligheidsbeleid, in de praktijk niet goed uit de verf komt. Een bewuste bestuurlijke afweging ontbreekt meestal en het bevoegde gezag heeft onvoldoende kennis van de risicoberekeningen. De onderzoekers constateren een 'onvoldoende functioneren van de verantwoordingsplicht' en geven daarvoor de volgende verklaringen: 1. Er is onduidelijkheid over het doel dat met de verantwoordingsplicht bereikt moet worden; 2. Groepsrisico wordt in vergelijking met andere thema's niet genoeg als urgent ervaren; 3. De verantwoordingsplicht past niet één op één in de wijze waarop besluitvorming plaatsvindt. Zo blijkt dat bij het bepalen van het groepsrisico niet goed wordt bekeken hoeveel personen aanwezig zijn in het invloedsgebied (of kunnen zijn) en of deze personen kwetsbaar zijn. Ook heeft het bevoegde gezag onvoldoende kennis om te kunnen bepalen of een risicoberekening is gebaseerd op de juiste informatie en goed is uitgevoerd. Bovendien zijn de berekeningen van beperkte reproduceerbaarheid doordat niet is aangegeven op welke informatie ze zijn gebaseerd. Ook kunnen veiligheidsmaatregelen slechts in zeer beperkte mate worden verwerkt in de berekeningen (zie 3 september 2010). Pagina 20

22 Ongevallen en bijna-ongevallen uit het verleden tonen aan dat de gevaren niet denkbeeldig zijn: 1. De lekkende ketelwagen met acrylnitril in Amersfoort, Amersfoort is aan een ramp ontsnapt: Acrylnitril is gecodeerd met R23/24/25, hetgeen betekent: Vergiftig bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid. Langere blootstelling leidt tot de dood. Bovendien is het licht ontvlambaar. 2. De explosie na de ontsporing van de goederentrein bij Viareggio, Italië in 2007, waarbij 17 mensen het leven verloren. De oorzaak was een asbreuk. 3. De ontsporing van een goederentrein bij Tornesch, Duitsland, in januari 2007, waarbij een grote hoeveelheid chloorazijnzuur uit een ketelwagen stroomde zodat de hulpverleners in eerste instantie niets konden uitrichten. De trein kwam uit Nederland. 4. De ontsporing van de kalktrein, in november 2008, bij station Amsterdam Muiderpoort. Een warmgelopen wielbevestiging. Conclusie Het mag duidelijk zijn dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over de IJssel-, Twente- en Twentekanaallijn volstrekt onverantwoord is. Wij moeten er niet aandenken dat een dergelijke ketelwagen met acrylnitril op het emplacement van Zutphen of Deventer ontspoort! Een toename van deze transporten is natuurlijk helemaal onacceptabel. 111 gelijkvloerse spoorwegovergangen tussen Elst en Oldenzaal Pagina 21

23 Visie RONA op ontwikkeling infrastructuur De problemen op de IJssellijn, Twentelijn en Twentekanaallijn ontstaan door een te eenzijdige benadering ten aanzien van het vervoer per spoor. De aandacht wordt direct gericht op spoorcapaciteit. De vraag of het verstandig is om te investeren in vervoer per spoor komt niet serieus aan de orde. RONA staat voor een brede benadering van dit vraagstuk. Verschillende vervoersmodaliteiten (spoor, weg, water en pijpleidingen) dienen te worden vergeleken, op een Europese schaal. Uitgangspunten De overheid dient oplossingen aan te dragen die wonen, werken en recreëren in Nederland nu en in de toekomst leefbaar, veilig en gezond houden. In een zich steeds sneller ontwikkelende samenleving, waar veranderende technologische ontwikkelingen, inzichten, eisen en wensen elkaar snel opvolgen, is behoefte aan flexibele, makkelijk aanpasbare oplossingen voor het vervoer. Nederland is een dichtbevolkt land, waarin permanente doorsnijdingen beperkingen opleggen aan economische en ruimtelijke ontwikkelingen. Visie 1. Infrastructuur dient in eerste instantie gebaseerd te zijn op hetgeen op natuurlijke wijze wordt aangeboden. 2. Infrastructuur dient flexibel en landschappelijk gezien inpasbaar te kunnen worden uitgevoerd. Meervoudig ruimtegebruik is hierbij een positieve factor. Barrièrewerking moet worden voorkomen. 3. Investeringen dienen zichzelf terug te verdienen. 4. Investeringen in infrastructuur dienen huidige marktontwikkelingen te stimuleren en op zijn minst niet te conflicteren. Dit is belangrijk voor economische ontwikkeling en maatschappelijke acceptatie. 5. De betrokken partijen en organisaties dienen over voldoende bewezen innovatieve kracht te beschikken om nieuwe inzichten en technologische ontwikkelingen te volgen en te implementeren. 6. Infrastructuur en ingezet materieel mogen niet ten koste gaan van veiligheid, leefmilieu en ruimtelijke ontwikkeling. 7. Infrastructuur mag geen schade veroorzaken. 8. Normen moeten op een objectieve wijze worden bepaald, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen nieuw en bestaand spoor, omdat dit rechtsongelijkheid in de hand werkt. Pagina 22

24 3. Knelpunten van de huidige spoorinfrastructuur 3.1 Overzicht van knelpunten Inleiding Door de te verwachten verdere groei van het aantal goederentreinen op de lijn Elst- Oldenzaal is in de Trajectnota/MER van december 1998 de noodzaak aangegeven een nieuwe Noord-Oostelijke spoorverbinding aan te leggen. De gevolgen van de te verwachten groei werd in de rapportage als onacceptabel gekwalificeerd en diende daarom als hoofdargument voor het nieuw aan te leggen tracé. De toenmalige minister Netelenbos heeft in 1999 echter de aanleg geschrapt, en tegelijkertijd het maximaal toelaatbare aantal van 21 goederentreinen per etmaal genoemd. Dit aantal is nu op de Twentelijn bereikt. Gezien de jaarlijkse autonome groei van 5 procent, zal dit verder worden overschreden. Op de Twente- en IJssellijn is volgens de laatste prognoses door het Ministerie van V&W, mede door het effectueren van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer, in 2020 een aantal van 62 tot 80 goederentreinen per dag (in beide richtingen samen) te verwachten. In het vorige hoofdstuk zijn de gevolgen zoals geluidsoverlast, trillingen en risico s door het vervoer van gevaarlijke stoffen meer in detail omschreven. Enkele knelpunten die zowel als hinderlijk en als bedreigend worden ervaren, worden in deze paragraaf expliciet weergegeven. In de drie daarop volgende paragrafen van dit hoofdstuk worden, ter illustratie, voor drie punten langs beide spoorlijnen beschreven hoe deze knelpunten in de praktijk uitwerken, namelijk in Dieren, Zutphen en Deventer. Enkele knelpunten op een rij Op basis van de huidige toename zijn op het traject Deventer-Oldenzaal op basis van de NaNOV-regeling enkele spoorwegovergangen vervangen door tunnels en een tunnelbak in Almelo. Die waren noodzakelijk, omdat nog afgezien van de hinder, dodelijke ongelukken het gevolg waren van de lange sluitingstijden van de overwegbomen. Dergelijke ongelukken zullen vaker voorkomen als gevolg van de PHS plannen en zij zullen tunnelbouw op andere plaatsen ook noodzakelijk maken. Op het totale traject van de IJssel- en de Twentelijn komen 111 gelijkvloerse spoorwegovergangen voor. De mate van hinder hiervan hangt af van de wegtracé s waarin zij voorkomen. Het rapport van Witteveen+Bos 16 geeft hier detailinformatie over. Een groot aantal overgangen wordt nu al als een belemmering voor het verkeer gezien. Ondanks het plan Basisnet Spoor geldt de prognose dat gevaarlijke stoffen over de beide lijnen vervoerd blijven worden. Rampenplannen zijn ontwikkeld, maar de mogelijkheid van hulpverlening is uitermate beperkt. Om bijvoorbeeld een eventuele brand van gevaarlijke stoffen te kunnen blussen is een aanzienlijke hoeveelheid water of blusschuim nodig. De regionale brandweer stelt nu al, dat de benodigde hoeveelheid water of blusschuim langs het spoor niet voldoende aanwezig is. Ook nu kan de brandweer de veiligheid niet afdoende garanderen, mede gelet op de lange aanrijdroutes en de dikwijls gesloten overwegen. De 16 Witteveen+Bos, 2009, Inventarisatie lokale bedreigingen door toename van het spoorgoederenvervoer in Oost- Nederland, 3 december 2009 Pagina 23

25 huidige capaciteit van de hulpdiensten is beperkt en niet uitgerust voor de bestrijding van calamiteiten (Witteveen+Bos 1999, par. 3.7). Andere aspecten zijn o.a. de onderlinge spoorafstand. Volgens de huidige voorschriften van ProRail is voor een veilig treinverkeer een minimumafstand van 4,5 meter vereist tussen de sporen in beide richtingen. Deze veilige afstand is mede nodig in verband met mogelijke drukgolven bij zwaar treinverkeer en voor spooronderhoud. In de praktijk blijkt dat het huidige spoor op de IJssellijn op een afstand ligt van 3,6-3,8 meter. Dit is echter de voorgeschreven minimale afstand voor personenvervoer. Op diverse bochten over het traject van de IJssellijn zijn de boogstralen van de spoorbaan aanzienlijk kleiner dan de huidig voorgeschreven boogstraal van minimaal 400 meter. Een te korte boogstraal is onveiliger en geeft meer geluidsoverlast. 3.2 Knelpunten toegelicht voor de situatie in Dieren, gemeente Rheden In Dieren kunnen eventuele aanpassingen aan het spoor als gevolg van de invoering van het PHS, niet los worden gezien van geplande aanpassingen aan het wegennet. Daarnaast is sprake van een aantal instellingen en bedrijven die op een zeer risicovolle afstand van het spoor zijn gelegen. De doorgaande provinciale weg N348, vormt samen met de parallel lopende spoorbaan, een corridor door Dieren. Deze corridor wordt al lange tijd als belastend ervaren voor de leefbaarheid van het dorp. Rond 2000 werd door de provincie in samenwerking met de gemeente Rheden een integraal plan ontwikkeld om de leefbaarheid te verbeteren, met als hoofduitgangspunten: - Verbetering oversteekbaarheid van weg en spoor; - Beperking hinder en gevaar door auto s en treinen. Op 19 mei 2010 is de provinciale Startnotitie Traverse Dieren van de N348 uitgebracht. Hierin worden diverse alternatieven voorgesteld en uitgewerkt om de verkeersafwikkeling te verbeteren. Opmerkelijk is dat daarbij wordt uitgegaan van maximaal 21 goederentreinen per etmaal, aanzienlijk minder dan wat bij het voorgenomen PHS voor ogen staat 17. Rond 2000 was nog sprake van een oplossing waarbij zowel spoor als de N348 in een tunnelbak zouden worden gevoerd. Daarmee zou in hoge mate tegemoet zijn gekomen aan de twee hiervoor genoemde hoofduitgangspunten. Om financiële redenen is al vroeg in het proces de tunnelbak voor het spoor uit het project gehaald en later ook de tunnelbak voor de weg ingekort. Recent is door de provincie deze tunnelbak nog verder ingekort. De in de Startnotitie aangedragen 17 Deze 21 treinen zijn ontleend aan de Standpuntbepaling Noord-Oostelijke Verbinding (NOV) in het kader van de Tracéwet, van minister Netelenbos van V&W in samenspraak met de toenmalige minister van VROM d.d. 24 september Opmerkelijk is dat het besluit tevens omvat dat er geen goederentreinen op de IJssellijn zouden mogen rijden tussen en uur, terwijl de handhaving van dit besluit ontbreekt. Dit is een officieel besluit vanuit de Tracéwet en gebaseerd op de toenmalige prognoses voor 2015 met 110 goederentreinen/etmaal over de NOV, waarbij goederentreinen ten noorden van de Betuweroute niet zijn meegeteld. Pagina 24

FlitsGids 2.0. Deze uitgave vervangt de FllitsGids uitgave 1 okt 2010. goederenvervoer PHS

FlitsGids 2.0. Deze uitgave vervangt de FllitsGids uitgave 1 okt 2010. goederenvervoer PHS FlitsGids 2.0 Deze uitgave vervangt de FllitsGids uitgave 1 okt 2010 goederenvervoer PHS aspecten van goederenvervoer in Oost-Nederland bij Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Datum 31 december 2012 Uitgave

Nadere informatie

Een toekomstbestendige goederenroute door Oost-Nederland Wat betekent dat voor u?

Een toekomstbestendige goederenroute door Oost-Nederland Wat betekent dat voor u? Een toekomstbestendige goederenroute door Oost-Nederland Wat betekent dat voor u? Uitvoering van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Het reizigers- en goederenvervoer in Nederland groeit. Deze groei

Nadere informatie

Reizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Reizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Zes intercity s en zes sprinters per uur in de drukste

Nadere informatie

Samen voor Vught. 13 juni 2013

Samen voor Vught. 13 juni 2013 Samen voor Vught 13 juni 2013 Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is de aanleiding dat DKC is ingeschakeld Het PHS van het Ministerie van Infrastructuur

Nadere informatie

Veelgestelde vragen PHS

Veelgestelde vragen PHS Veelgestelde vragen PHS Inhoud 1. PHS algemeen 2. Reizigers 3. Goederen 4. PHS Maatregelen 5. Vervolgproces PHS Aanvullend op de informatie op www.rijksoverheid.nl/phs hieronder een overzicht van een aantal

Nadere informatie

De Velpse Betuweroute

De Velpse Betuweroute De Velpse Betuweroute Stichting Spoorhinder 3 maart 2014 Historie Vergaderjaar 1998 1999 22 589 Betuweroute 26 373 Trajectnota/MER Noordoostelijke verbinding Nr. 149 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN

Nadere informatie

Meest gestelde vragen tijdens de informatieavonden juni 2013

Meest gestelde vragen tijdens de informatieavonden juni 2013 Meest gestelde vragen tijdens de informatieavonden juni 2013 Vragen Nut en noodzaak Waarom is programma Hoogfrequent Spoorvervoer nodig? Waarom zouden wij extra hinder moeten accepteren terwijl het voor

Nadere informatie

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer 1 oktober 2014 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Presentatie aan bewoners Vughterpoort Vertegenwoordiging gemeente s-hertogenbosch Sonja de Jong, projectmanager Inleiding en rol gemeente Proces en planning

Nadere informatie

Vervoer van gevaarlijke stoffen Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Vervoer van gevaarlijke stoffen Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Vervoer van gevaarlijke stoffen Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Deze folder gaat over het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor en de mogelijke gevolgen daarvan voor de omgeving. Vervoer van

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

Aan de minister van infrastructuur en milieu te Den Haag

Aan de minister van infrastructuur en milieu te Den Haag Aan de minister van infrastructuur en milieu te Den Haag Geven te kennen: De stichting Stichting Burgerinitiatief No Rail (hierna te noemen No Rail), gevestigd te Hengelo, postadres: Enschedesestraat 116

Nadere informatie

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Heijmans Vastgoed b.v. Maart 2012 Concept Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F dossier : BA8595 registratienummer

Nadere informatie

Vooraf We maken kennis met (nieuw klankbordgroeplid) Frans Spoor, en de heer De Kort.

Vooraf We maken kennis met (nieuw klankbordgroeplid) Frans Spoor, en de heer De Kort. Verslag Klankbordgroep Den Bosch, project PHS Meteren-Boxtel Datum overleg: 5 februari 2015 Deelnemers Diana van Lieshout klankbordgroep Annemarie Bon Dhr. Grefkens Jan Verkuylen Sander de Kort Frans Spoor

Nadere informatie

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren - Boxtel

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren - Boxtel Geen goede weergave? Klik hier voor de nieuwsbrief op onze website. december 2016 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren - Boxtel Planning van het project Het project PHS Meteren-Boxtel duurt meerdere

Nadere informatie

Vragen en antwoorden PHS Meteren Boxtel

Vragen en antwoorden PHS Meteren Boxtel Vragen en antwoorden PHS Meteren Boxtel 17 december 2015 1/9 Inhoudsopgave 1. Algemeen.3 2. Goederenvervoer 4 3. Veiligheid..5 4. Schade en waarde..6 5. Trillingen en geluidsoverlast..7 6. Ruimtebeslag...8

Nadere informatie

B en W-voorstel. Ter kennisneming

B en W-voorstel. Ter kennisneming B en W-voorstel portefeuillehouder J.C. Elsenaar begrotingsprogramma 4. Bereikbaarheid b en w-vergadering agendapunt bijlage(n) rol raad Ter kennisneming onderwerp Ontwikkelingen gebruik IJssellijn, de

Nadere informatie

PROJECTNUMMER D ONZE REFERENTIE D

PROJECTNUMMER D ONZE REFERENTIE D ONDERWERP Samenvatting Akoestisch onderzoek Zevenaar-Didam-Wehl DATUM 25-8-2016 PROJECTNUMMER D02131.000095 ONZE REFERENTIE 078983752 D VAN Johan Christen AAN ProRail Het spoortraject Arnhem-Winterswijk

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek bij verzoek wijziging geluidproductieplafond

Akoestisch onderzoek bij verzoek wijziging geluidproductieplafond Akoestisch onderzoek bij verzoek wijziging geluidproductieplafond N15 Wet milieubeheer, hoofdstuk 11 Uitvoerder Geluidloket WVL Onderzoek Datum 15 januari 2015 Status Definitief Versienr. 2.0 Kenmerk Inhoudsopgave

Nadere informatie

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 Datum Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 2 van 11 1. Probleemstelling Ingevolge artikel 8.22 van de Wet luchtvaart schrijft de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat (hierna:

Nadere informatie

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Statenmededeling aan Provinciale Staten Statenmededeling aan Provinciale Staten Onderwerp Programma Hoogfrequent Spoor (PHS), tracé Meteren-Boxtel. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Kennisnemen van De stand van zaken en het vervolgproces

Nadere informatie

Programma Hoogfrequent Spoor- Goederenroute Oost-Nederland 20 jaar doorschuiven Voor iedereen die denkt: hoe zat het ook al weer

Programma Hoogfrequent Spoor- Goederenroute Oost-Nederland 20 jaar doorschuiven Voor iedereen die denkt: hoe zat het ook al weer Programma Hoogfrequent Spoor- Goederenroute Oost-Nederland 20 jaar doorschuiven Voor iedereen die denkt: hoe zat het ook al weer Om het mechanisme te begrijpen, moet onder ogen worden gezien dat in Duitsland

Nadere informatie

De SGP, D66, Christen Unie, Trots op Nederland, PW ende Partij vande Dieren hebben totop heden niet gereageerd.

De SGP, D66, Christen Unie, Trots op Nederland, PW ende Partij vande Dieren hebben totop heden niet gereageerd. pagina 1 van 1 Van: RONA noordtak [rona.noordtak@gmail.com] Verzonden: donderdag 3 juni 2010 16:29 Onderwerp: Partijstandpunten komst goederentreinen Oost-Nederland als gevolg van spoorboekloos rijden

Nadere informatie

Notitie 1. Inleiding

Notitie 1. Inleiding Notitie Datum: 14 juli 2015 Project: Nauernasche Vaartdijk 50 Westzaan Uw kenmerk: - Locatie: Westzaan Ons kenmerk: V073260aa.00001.cvg Betreft: Externe Veiligheid, vervoer gevaarlijke Versie: 01_001 stoffen

Nadere informatie

Provincie Gelderland Provincie Overijssel. Inventarisatie lokale bedreigingen door toename van het spoorgoederenvervoer in Oost-Nederland

Provincie Gelderland Provincie Overijssel. Inventarisatie lokale bedreigingen door toename van het spoorgoederenvervoer in Oost-Nederland Provincie Gelderland Provincie Overijssel Inventarisatie lokale bedreigingen door toename van het spoorgoederenvervoer in Oost-Nederland Van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer tel 0570 69 79

Nadere informatie

Basisinformatie december 2009

Basisinformatie december 2009 Basisinformatie december 2009 Burgerlijk Wetboek, Boek 5 Titel 4. Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven Artikel 37 (J) De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze

Nadere informatie

Nadere toelichting op en uitwerking van wat we willen bereiken. Reconstructie Knooppunt Hoevelaken als een test case voor SWUNG 1

Nadere toelichting op en uitwerking van wat we willen bereiken. Reconstructie Knooppunt Hoevelaken als een test case voor SWUNG 1 Nadere toelichting op en uitwerking van wat we willen bereiken. Reconstructie Knooppunt Hoevelaken als een test case voor SWUNG 1 Inleiding Namens de inwoners van Hoevelaken en Holkerveen wil de Stichting

Nadere informatie

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Beantwoording vragen over gevaren voor burgers nabij het spoor

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Beantwoording vragen over gevaren voor burgers nabij het spoor Gemeente Hengelo Lokaal-Hengelo T.a.v. de heer L.F.M. Janssen Postbus 18 7550AA Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Beantwoording vragen over gevaren voor burgers nabij

Nadere informatie

SCM Milieu BV. mr. I. Vromen. WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax.

SCM Milieu BV. mr. I. Vromen. WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. Opdrachtgever: SCM Milieu BV Contactpersoon: mr. I. Vromen Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72

Nadere informatie

Project: Derde spoor Duitsland

Project: Derde spoor Duitsland Project: Derde spoor Duitsland Veelgestelde vragen ten behoeve van communicatie in Oost Nederland Versie 27 februari 2015 Over het project... 2 Effect op Nederland (algemeen)... 3 Oost Nederland... 5 Gevaarlijke

Nadere informatie

Informatiemarkt Vught 19 mei 2016 Informatie in het kort

Informatiemarkt Vught 19 mei 2016 Informatie in het kort Informatiemarkt Vught 19 mei 2016 Informatie in het kort Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Waarom PHS? Het reizigers- en goederenvervoer over het spoor in Nederland groeit. Die groei is voor de

Nadere informatie

Van de fracties PvdA, D66, CDA en LPF over Veel meer gevaarlijke stoffen dan is toegestaan

Van de fracties PvdA, D66, CDA en LPF over Veel meer gevaarlijke stoffen dan is toegestaan gemeente Eindhoven 16R6886 Raadsnummer Inboeknummer 16bst00917 Beslisdatum B&W 5 juli 2016 Dossiernummer 16.27.103 2.4.1 Raadsvragen Van de fracties PvdA, D66, CDA en LPF over Veel meer gevaarlijke stoffen

Nadere informatie

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Nieuwsbrief 6 17 december 2008 Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Nieuwsbrief 6 17 december 2008 Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel Inhoud Het Basisnet voor vervoer van gevaarlijke stoffen streeft een duurzame oplossing voor het spanningsveld tussen vervoer, ruimte en veiligheid na. Een belangrijk onderdeel zijn de Basisnetten voor

Nadere informatie

Vught Jp. ovb Ũ 7 MEI 2015. kopie ļ. afd. Gemeente Boxtel t.a.v. het College van B&W postbus 10.000 5280 DA BOXTEL

Vught Jp. ovb Ũ 7 MEI 2015. kopie ļ. afd. Gemeente Boxtel t.a.v. het College van B&W postbus 10.000 5280 DA BOXTEL Vught Jp Gemeente Boxtel t.a.v. het College van B&W postbus 10.000 5280 DA BOXTEL afd. Ũ 7 MEI 2015 ovb kopie ļ m Uw kenmerk Ons kenmerk BMO/PB I ZÍ5-065514 I UIT/15-121144 Behandeld door P.M. van den

Nadere informatie

Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.

Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat. Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat. Spoorboekloos reizen in de Randstad Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Spoorboekloos reizen in de Randstad Er

Nadere informatie

Zienswijzen van de verenigde D66-fracties Langs de Lijn

Zienswijzen van de verenigde D66-fracties Langs de Lijn De Minister van Infrastructuur en Milieu Programma Hoogfrequent spoorvervoer T.a.v. Mw. C. van Schaik Kamer D03.13 Postbus 20901 2500EX DEN HAAG Onderwerp Zienswijzen van de verenigde D66-fracties Langs

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERUSSEL Reg.nr.P5/iU> 12./*^ 1-ZMRT 2012

PROVINCIALE STATEN VAN OVERUSSEL Reg.nr.P5/iU> 12./*^ 1-ZMRT 2012 PROVINCIALE STATEN VAN OVERUSSEL Reg.nr.P5/iU> 12./*^ Dat. 1-ZMRT 2012 ontv.: a.d. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038499 88 99 _ Fax 038425 48 88 o.nl postbus(g>o. nl RABO Zwolle

Nadere informatie

Vragen van drs. C. Bozelie, mw. C.H.E. Trautwein-de Wit en mw. drs. N.A.M. Schouten (GroenLinks)

Vragen van drs. C. Bozelie, mw. C.H.E. Trautwein-de Wit en mw. drs. N.A.M. Schouten (GroenLinks) VRAGEN NR. 48 Haarlem, 17 september 2002 Onderwerp: Vragen van drs. C. Bozelie, mw. C.H.E. Trautwein-de Wit en mw. drs. N.A.M. Schouten (GroenLinks) De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland

Nadere informatie

27 JUN 2011. Nanuru,MH. (Anna) «Gjaaepra btatengrifie; Page 1 of2 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL

27 JUN 2011. Nanuru,MH. (Anna) «Gjaaepra btatengrifie; Page 1 of2 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Nanuru,MH. (Anna) Van: RONA noordtak [rona.noordtak@gmail.com] Verzonden: vrijdag 24 juni 2011 9:33 Aan: Griffie commissies Prov. Gelderland;griffie provincale statenl Peters, Willie; Provinciale Statenleden

Nadere informatie

Externe Veiligheid haalbaarheidstoets Stationsstraat short stay appartementen

Externe Veiligheid haalbaarheidstoets Stationsstraat short stay appartementen Externe Veiligheid haalbaarheidstoets Stationsstraat 10-27 short stay appartementen Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, de heer E. Harsevoort Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman

Nadere informatie

Milieueffectrapportage

Milieueffectrapportage Milieueffectrapportage 1 e fase Milieueffectrapportage Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Goederenroute Oost-Nederland Aanvulling op het MER 1 e fase MER 1 e fase Goederenroute Oost-Nederland Programma

Nadere informatie

Hogere Waarden Wet geluidhinder ONTWERPBESLUIT

Hogere Waarden Wet geluidhinder ONTWERPBESLUIT Hogere Waarden Wet geluidhinder ONTWERPBESLUIT Datum besluit : GEGEVENS LOCATIE Naam inrichting/locatie : Hoofdweg te Nieuwerkerk aan den IJssel Adressen : Hoofdweg Noord 15 en Hoofdweg Zuid 22a Ons kenmerk

Nadere informatie

verijssel provincie Onderwerp: Spoor goederenvervoer door Oost Nederland. Geachte mevrouw Dijksma,

verijssel provincie Onderwerp: Spoor goederenvervoer door Oost Nederland. Geachte mevrouw Dijksma, Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overljssel.nl postbus@o. nl Ministerie Infrastructuur en Milieu De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

Externe veiligheid spoor bedrijvenpark A1 oost

Externe veiligheid spoor bedrijvenpark A1 oost Externe veiligheid spoor bedrijvenpark A1 oost Gemeente Deventer september 2011 Definitief Externe veiligheid spoor bedrijvenpark A1 oost dossier : BA7081 registratienummer : MD-AF20111742/MVI versie :

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Afsluiting / herinrichting Breestraat

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Afsluiting / herinrichting Breestraat COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Afsluiting / herinrichting Breestraat Te besluiten om: 1. alle eerder genomen verkeersbesluiten in stand te laten; 2. niet over te gaan tot fysieke afsluiting door middel van

Nadere informatie

11 juni L.C. Luijendijk. Onderwerp Verantwoording groepsrisico bestemmingsplannen Bergweg Zuid e.o. en Boterdorp Zuidwest/Oosthoeck

11 juni L.C. Luijendijk. Onderwerp Verantwoording groepsrisico bestemmingsplannen Bergweg Zuid e.o. en Boterdorp Zuidwest/Oosthoeck Notitie Aan Gemeente Lansingerland, Afdeling RO t.a.v. M. Loos Postbus 1 2650 AA Berkel en Rodenrijs Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 11 juni 2012 21339313 L.C. Luijendijk Onderwerp Verantwoording

Nadere informatie

Besprekingsverslag overleg op het ministerie van VROM 8 april 2010

Besprekingsverslag overleg op het ministerie van VROM 8 april 2010 Besprekingsverslag overleg op het ministerie van VROM 8 april 2010 Aanwezig: Namens VROM: Marjan van Giezen, clustermanager geluid Leo Jacobs, geluid Inez Kleijs, juridische zaken Caspar Franken, VROM-inspectie

Nadere informatie

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. 1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000

Nadere informatie

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar Gemeenteraad Castricum 25 juni 2014 Robert de Jong (IenM) Inhoud presentatie Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Maatregelen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

Nota zienswijzen vaststelling hogere waarden, Wet Geluidhinder, Oud Gastel Noord

Nota zienswijzen vaststelling hogere waarden, Wet Geluidhinder, Oud Gastel Noord Nota zienswijzen vaststelling hogere waarden, Wet Geluidhinder, Oud Gastel Noord Overzicht Reclamanten Nr. Naam / Adres 1. XXX (Rijpersweg 108, Oud Gastel) 2. XXX (Rijpersweg 73a, Oud Gastel) 3. XXX (Rijpersweg

Nadere informatie

Informatie over de huidige en verwachte geluidsoverlast in Hoevelaken en Holkerveen, vooral langs de oostkant van de A28

Informatie over de huidige en verwachte geluidsoverlast in Hoevelaken en Holkerveen, vooral langs de oostkant van de A28 Informatie over de huidige en verwachte geluidsoverlast in Hoevelaken en Holkerveen, vooral langs de oostkant van de A28 Ligging van Hoevelaken, Het Hoevelakense Bos en Holkerveen Hoevelaken en Holkerveen

Nadere informatie

Bijlage 4 Memo externe veiligheid spoorlijn

Bijlage 4 Memo externe veiligheid spoorlijn Bijlage 4 Memo externe veiligheid spoorlijn SAB 1 memo datum: 6 mei 2010 betreft: 90569, Bestemmingsplan Maastricht Centraal, gemeente Maastricht, paragraaf externe veiligheid Inleiding In december 2009

Nadere informatie

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Planlocatie Nuland Oost te Nuland Planlocatie Nuland Oost te Nuland Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Definitief In opdracht van: Gemeente Maasdonk Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 31 januari 2011 Verantwoording Titel : Planlocatie

Nadere informatie

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht Meer treinen met giftige stoffen dan toegestaan? 1

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht Meer treinen met giftige stoffen dan toegestaan? 1 > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen revisie 00 maart 2011 Auteur: Tom van der Linde Save Postbus 321 7400 AH Deventer Opdrachtgever Gemeente Vught datum vrijgave beschrijving revisie 04 goedkeuring

Nadere informatie

Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols over goederentreinen rijden

Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols over goederentreinen rijden gemeente Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer lk Milieu Raadsnummer 0 9. RQQ7$. QOI Inboeknummer o9bstoat46 Beslisdatum B&W 9 november 2009 possiernummer 945 55> Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen

Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen In opdracht van: Gemeente Nieuwkoop Opgesteld door: Bart Hertsig, afdeling

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 862 Wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en enige andere wetten in verband met de totstandkoming van een basisnet (Wet basisnet)

Nadere informatie

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid Memo memonummer 1 datum 26 februari 2015 aan ProRail van J. Eskens kopie M. Mutsaers project Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr. 268405 betreft Notitie Externe veiligheid Wettelijk kader Externe

Nadere informatie

de Kortsluitroute. Dit nieuw aan te leggen spoortracé verbindt de Havenspoorlijn met de Betuweroute (hier ook wel de verlegde

de Kortsluitroute. Dit nieuw aan te leggen spoortracé verbindt de Havenspoorlijn met de Betuweroute (hier ook wel de verlegde De Kortsluitroute Een onderdeel van het project Betuweroute is het aanleggen van de Kortsluitroute. Dit nieuw aan te leggen spoortracé verbindt de Havenspoorlijn met de Betuweroute (hier ook wel de verlegde

Nadere informatie

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2018

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2018 Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van in 2018 Datum: 27 mei 2019 Status: Definitief Pagina 2 van 9 Inhoud Inhoud 3 1. Samenvatting 4 2. Inleiding

Nadere informatie

Ontwerp Basisnet Spoor

Ontwerp Basisnet Spoor Ontwerp Basisnet Spoor Stand van zaken november 2010 Frank van Heijst [I&M-DGMo] Waar gaat het Basisnet spoor over? Veiligheid: het vervoer over het spoor veiliger maken, EN het leven langs het spoor veiliger

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : POLR/8154A312 Aantal pagina s

Nadere informatie

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Datum : 24 januari 2018 Aan Van : Frederik Stouten : Marcel Scherrenburg Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Inleiding Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken

Nadere informatie

Halderberge en het Basisnet Spoor. 11 december 2013

Halderberge en het Basisnet Spoor. 11 december 2013 Halderberge en het Basisnet Spoor 11 december 2013 Programma Informatie en stand van zaken Wat is het Basisnet Spoor (kort) Voortraject Projectplan Bestuurlijke aandachtpunten Risicoruimte over het spoor

Nadere informatie

Welkom. Kennissessie. Vervoer van gevaarlijke stoffen: Externe Veiligheid

Welkom. Kennissessie. Vervoer van gevaarlijke stoffen: Externe Veiligheid Welkom Kennissessie Vervoer van gevaarlijke stoffen: Externe Veiligheid Project: PHS Meteren - Boxtel Eigenaar: Rolf Wiemer 19 mei 2016 Status: Definitief Inhoud Wat is externe veiligheid? Begrippen externe

Nadere informatie

Spoorproblematiek in Borne in vogelvlucht

Spoorproblematiek in Borne in vogelvlucht BORNE Spoorproblematiek in Borne in vogelvlucht 1. De aanleiding Al meerdere decennia wordt de plaats Borne in drie ruimtelijke parten verdeeld door de N743 en de spoorverbinding. (bijlage 1) Deze laatste,

Nadere informatie

Minder treinen over Betuweroute

Minder treinen over Betuweroute transport 33 EVO magazine november 2014 ZORGEN OVER SPOORCAPACITEIT DOOR AANLEG DERDE SPOOR Minder treinen over Betuweroute Door werkzaamheden aan het zogeheten derde spoor in Duitsland kunnen er de komende

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen RUD Utrecht Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : RUD Utrecht Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0324 Aantal pagina

Nadere informatie

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 28 JANUARI 2014, PZH-2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL OVER DE WIJZE VAN INVULLING VAN DE GROEPSRISICOVERANTWOORDING IN EXTERNE VEILIGHEID WETGEVING

Nadere informatie

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven. Notitie 2015.245.02-01: Beperkte verantwoording tijdelijk asielzoekerscentrum Jachthuisweg te Hardenberg Berg en Terblijt, 6 oktober 2015 1. Inleiding Men is voornemens een asielzoekerscentrum te vestigen

Nadere informatie

Havenbedrijf: Het water komt niet overal. Antwoord: Wat dacht je dan van treinen?

Havenbedrijf: Het water komt niet overal. Antwoord: Wat dacht je dan van treinen? V&W: De weg is vol, daar is geen ruimte. Antwoord: Spoorboekloos rijden maakt daar toch een einde aan? Trouwens na 4,6 miljard is daar ook ruimte. Wat dacht je van autobeprijzing? Havenbedrijf: Het water

Nadere informatie

Notitie. : M. Bekker. Kopie aan : Datum : 29 november 2018 : Akoestische situatie en geluidonderzoek traject Hoek van Holland Haven-Strand

Notitie. : M. Bekker. Kopie aan : Datum : 29 november 2018 : Akoestische situatie en geluidonderzoek traject Hoek van Holland Haven-Strand Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Wilhelminakade 179 Postadres: Postbus 3072 AP Rotterdam Website: www.rotterdam.nl Aan Kopie aan : : M. Bekker Datum : 29 november 2018 Betreft : Akoestische situatie

Nadere informatie

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4-sporigheid Rijswijk - Delft Zuid

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4-sporigheid Rijswijk - Delft Zuid Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4-sporigheid Rijswijk - Delft Zuid Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 mei 2015 / rapportnummer 2621 35 1. Oordeel over het milieueffectrapport De staatssecretaris

Nadere informatie

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum Opdrachtgever: Mv. T. Swijghuizen gemeente Loppersum Opgesteld door: P.P. van Lennep Steunpunt

Nadere informatie

Project: Derde spoor Duitsland

Project: Derde spoor Duitsland Project: Derde spoor Duitsland Veelgestelde vragen ten behoeve van communicatie langs de Brabantroute Versie 21-4-2016 Over het project... 2 Effect op Nederland (algemeen)... 3 Brabantroute... 6 Effect

Nadere informatie

Project: Derde spoor Duitsland

Project: Derde spoor Duitsland Project: Derde spoor Duitsland Veelgestelde vragen ten behoeve van communicatie langs de Brabantroute Versie 1-4-2016 Over het project... 2 Effect op Nederland (algemeen)... 3 Brabantroute... 5 Effect

Nadere informatie

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2017

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2017 Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2017 Datum: 14 mei 2018 Status: Definitief Pagina 2 van 9 Inhoud Inhoud 3 1. Samenvatting

Nadere informatie

PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel

PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel 19:00 19:15 Presentatie IenM 19:15 20:00 Presentatie ProRail 20:00 21:00 Informatie markt 21:00 Gelegenheid tot plenair aandragen zorgen en belangen

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING D.D. 26 NOVEMBER 2012 NR. 2012-014986 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING D.D. 26 NOVEMBER 2012 NR. 2012-014986 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING D.D. 26 NOVEMBER 2012 NR. 2012-014986 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet geluidhinder Aanleg weg en reconstructie van de kruisende wegen 1 INLEIDING De provincie Gelderland is

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg

Nadere informatie

Planstudie Knooppunt Hoevelaken als test case voor SWUNG 1

Planstudie Knooppunt Hoevelaken als test case voor SWUNG 1 Referentie: 121204 Planstudie Knooppunt Hoevelaken als test case voor SWUNG 1 In de onderstaande tekeningen ziet u de gegevens van RWS voor geluidsschermen en de huidige GPP s voor Planstudie Knooppunt

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0411 Aantal pagina s : 9 exclusief

Nadere informatie

ons kenmerk 14UIT00522 doorkiesnummer fase PHS Goederenroutering Oost Nederland en de Reactienota MER 1 ste

ons kenmerk 14UIT00522 doorkiesnummer fase PHS Goederenroutering Oost Nederland en de Reactienota MER 1 ste Centrum Publieksparticipatie PHS GON aanvulling MER eerste fase Postbus 30316 2500 GH 'S-GRAVENHAGE, I II I, I T I,I, I,I IENM/BSK- 2103/266002 14UIT00522 2 3 JAN. 20M contactpersoon J. Wissink doorkiesnummer

Nadere informatie

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen Goirle, Vennerode Onderzoek externe veiligheid projectnr. 183803 revisie 02 31 maart 2009 Auteur(s) drs. M. de Jonge Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel projectnr. 201716 revisie 00 november 2009 Auteur ing. S. M. O. Krutzen Opdrachtgever Gemeente Capelle aan den IJssel Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Postbus

Nadere informatie

Herinrichting Neherkade Den Haag

Herinrichting Neherkade Den Haag Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni Rapportnummer: 2011/196

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni Rapportnummer: 2011/196 Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni 2011 Rapportnummer: 2011/196 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester

Nadere informatie

Besluit hogere grenswaarden Wet Geluidshinder bestemmingsplan Partiele herziening bestemmingsplan Monnikenberg

Besluit hogere grenswaarden Wet Geluidshinder bestemmingsplan Partiele herziening bestemmingsplan Monnikenberg Besluit hogere grenswaarden Wet Geluidshinder bestemmingsplan Partiele herziening bestemmingsplan Monnikenberg Overwegende Burgemeester en wethouders van Hilversum; - Gelet op artikel 110a van de Wet geluidhinder

Nadere informatie

DMC -L DoelMatigheidsCriterium Locaal

DMC -L DoelMatigheidsCriterium Locaal DMC -L DoelMatigheidsCriterium Locaal 1. Inleiding In de afgelopen jaren groeit behoefte aan duidelijke vergelijking van de akoestisch en financiële uitkomsten van de te treffen maatregelen. Vooral in

Nadere informatie

provinsje fryslân provincie fryslân

provinsje fryslân provincie fryslân Heerenveen provinsje fryslân provincie fryslân Provinciale Staten van Fryslân postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 5125 ;vvsv.fryslan.ni provincie@fryslan.nl

Nadere informatie

., l,,ll.. - ll l hl l T l hlll' l - l - l ll

., l,,ll.. - ll l hl l T l hlll' l - l - l ll Centrum Publieksparticipatie PHS GON Postbus 30316 2500 GH 'S-GRAVENHAGE., l,,ll.. - ll l hl l T l hlll' l - l - l ll uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum verzending 22 mei 2013 IENM/BSK-2013/99398

Nadere informatie

Geluidshinder in Nederland door weg-, rail- en vliegverkeer, 2012

Geluidshinder in Nederland door weg-, rail- en vliegverkeer, 2012 Geluidshinder in Nederland door weg-, rail- en vliegverkeer, 2012 Indicator 10 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

EEN NIEUWE HOOFDSTRUCTUUR VOOR VERVOER VAN GOEDEREN PER SPOOR IN ONZE STAD EN REGIO. Vervoer gevaarlijke stoffen buiten de woonwijken om

EEN NIEUWE HOOFDSTRUCTUUR VOOR VERVOER VAN GOEDEREN PER SPOOR IN ONZE STAD EN REGIO. Vervoer gevaarlijke stoffen buiten de woonwijken om EEN NIEUWE HOOFDSTRUCTUUR VOOR VERVOER VAN GOEDEREN PER SPOOR IN ONZE STAD EN REGIO Vervoer gevaarlijke stoffen buiten de woonwijken om Inleiding Ontwikkelingen binnen Sittard-Geleen Ministerie van Verkeer

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal

LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal Plaatsgebonden risico De doorzet van LPG is in de vergunning vastgelegd op maximaal 1.000 m² LPG/jaar. Op grond van de Regeling externe veiligheid (Revi) gelden dan

Nadere informatie

Eindrapport Geluidsmetingen Spoor

Eindrapport Geluidsmetingen Spoor G E M E E N T E B O R N E B en W voorstel 13INT01507 Onderwerp Eindrapport Geluidsmetingen Spoor Samenvatting voorstel Naar aanleiding van het besluit van de raad van 13 december 2011 is er opdracht gegeven

Nadere informatie

Paragraaf externe veiligheid bij planbesluit Zijlweg 245 Haarlem met een verantwoording van het groepsrisico

Paragraaf externe veiligheid bij planbesluit Zijlweg 245 Haarlem met een verantwoording van het groepsrisico Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Paragraaf externe veiligheid bij planbesluit Zijlweg 245 Haarlem met een verantwoording van het groepsrisico

Nadere informatie

Externe veiligheid uitbreiding Houtens Erf

Externe veiligheid uitbreiding Houtens Erf Externe veiligheid uitbreiding Houtens Erf Zorgspectrum mei 2010 definitief Externe veiligheid uitbreiding Houtens Erf dossier : D1417-01.001 registratienummer : MD-AF20100152/MVI versie : 2 Zorgspectrum

Nadere informatie