Forfaitaire grondslagen van aanslag vastgesteld voor de hoptelers uit Poperinge en omliggende. Aanslagjaar inkomsten oogstjaar 2006

Transcriptie

1 Hoptelers uit Poperinge en omliggende Forfaitaire grondslagen van aanslag vastgesteld voor de hoptelers uit Poperinge en omliggende. Aanslagjaar inkomsten oogstjaar 2006 I. SEMI-BRUTOWINST PER HA 1. Semi-brutowinst Ontvangsten: 3.445,00 pond * 169,70 /100 pond = 5.846,17 Vaste uitgaven 4.124,85 Semi-brutowinst: 1.721,32 Afgerond: 1.721,00 Deze semi-brutowinst is te verhogen of te verlagen met het verschil in meer of in min zoals becijferd overeenkomstig de toepassingsregelen sub III Individueel bij te voegen inkomsten a) De E.E.G.-steungelden in 2006 toegekend, uitgezonderd de reconversiepremies waarvan sprake in rubriek d) hierna. Het betreft inzonderheid de premies toegekend ingevolge de verordening E.G. nr.1.554/97 van de raad van 22/07/97 (480 /ha). De telers die hun hopteelt gerooid of stilgelegd hebben ontvangen dezelfde premie die op dit ogenblik een "rooi- en stilleggingpremie" wordt genoemd (verordening nr van 25/05/1998). b) De ontvangsten wegens werken voor derden : mechanische pluk, persen van hop en afsnijden van ranken. c) De opbrengst van de verkoop van hopscheuten en hopstekken, verkoop van planten en bloeiende ranken voor de sierteelt. d) De toelagen in kapitaal ("reconversiepremies") in 2006 betaald door: het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds van de Landbouw (E.O.G.F.L.). de Belgische Staat, als steun voor het tijdelijk stilleggen van de hopproductie en/of het aanplanten van nieuwe variëteiten (uitbetaling door Febelhop). Met het schriftelijk en onherroepelijk akkoord (in het permanent dossier te rangschikken) van de belastingplichtige, worden deze steunbedragen bij de forfaitaire winst gevoegd, hetzij volledig en in éénmaal voor het jaar van betaling van elk gedeelte, hetzij gespreid over 10 opeenvolgende jaren, te rekenen vanaf het jaar waarin elk gedeelte van het steunbedrag is betaald. In het laatste geval gebeurt de taxatie door aan de winst die voortvloeit uit de toepassing van het forfait een bedrag toe te voegen dat gelijk is aan 10% van de genoemde steun. Het is wel te verstaan, en zulks dient in het bovenvermeld schriftelijk en onherroepelijk akkoord te worden opgenomen, dat de keuze geldt voor alle toelagen, zowel diegene vanwege het E.O.G.F.L. als vanwege de Belgische Staat, en

2 voor alle betalingen, ongeacht het jaar van betaling en de percelen waarvoor ze werden betaald. Indien de vorenbedoelde subsidies, ingevolge het niet-vervullen der voorwaarden, voor een later jaar moeten worden terugbetaald, dan zijn de terugbetaalde sommen te beschouwen als een bedrijfslast, aftrekbaar voor het jaar van terugbetaling, ten belope van het voorheen reeds aangegeven bedrag. e) De niet door bescheiden verantwoorde leveringscommissies ten belope van 1,2 % van de verkopen. f) Eventueel verkoop uit de voorraad van niet-verkochte hop uit oogsten van vorige jaren. g) De ontvangen fyto-sanitaire premies die de stad Poperinge uitbetaald voor het aanplanten van marktgerichte hopvariëteiten. Het betreft 0,30 per hopplant, aangekocht bij een erkende instelling in het vermeerderen van hopplantgoed. Het betreft 0,20 per hopplant vermeerderd op eigen bedrijf of aangekocht bij particuliere hopplanters. II. VASTSTELLEN VAN DE NETTOWINST 1. Van de aldus bepaalde semi-brutowinst voor de totale oppervlakte hopteelt mogen alleen nog worden afgetrokken, binnen de wettelijk bepaalde perken: 1. De wisselende uitgaven (zie nr. 2 hierna), namelijk de afschrijvingen, herstellingen en onderhoud van: sproeitoestel of vernevelaar; droogeest en brander; staken en draden hakselmachine en transportband; mechanische plukmachine; beregeningsinstallatie; plantgoed; 2. De lasten in verband met bezit en werking van eigen hoppe-pers en rankenplukker: die zijn individueel te bepalen; 3. De uitgaven voor mechanische pluk, persen van hop en afsnijden van ranken door een ondernemer: te bewijzen door voorlegging van de facturen; 4. De pacht zoals bepaald in de forfaitaire taxatiegrondslagen voor de landbouwers; 5. De betaalde belastingen in de mate dat hun aftrek wordt toegestaan door het Wetboek van de inkomstenbelastingen; 6. Alle intresten van de tot bedrijfsdoeleinden aangewende leningen die bij banken, kredietinstellingen of andere financiële instellingen zijn aangegaan of die bij notariële akte zijn vastgesteld, mogen individueel worden afgetrokken,alsmede de intresten van leningen die hebben gediend om de in art. 157 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, bedoelde voorafbetalingen te doen en/of om, op de normale vervaldag, het gedeelte van de personenbelasting te betalen dat evenredig betrekking heeft op de bedrijfsinkomsten; hieronder worden ook begrepen de kosten van wisselbrieven in verband met de activiteit als hopplanter; 7. De lonen; 8. Sommige sociale lasten en bijdragen;

3 9. De erelonen in 2006 betaald aan belastingconsulenten: zie landbouwbarema - gewoon stelsel. 10. De betaalde verzekeringspremies die betrekking hebben op de hopteelt, zijn individueel aftrekbaar, mits voorlegging van de bewijskrachtige bescheiden 11. De bijdragen betaald aan erkende landbouwberoepsverenigingen; 12. De wettelijk verplichte bijdragen in 2006 betaald aan de Afzetfondsen, met name de Vlaamse Agro Marketing, afgekort V.L.A.M. 13. De kosten betaald aan het federaal agentschap voor de voedselveiligheid (FAVV). 2. Wisselende uitgaven: afschrijvingen, onderhoud en herstellingen Inzake afschrijvingen, onderhoud en herstellingen van de hieronder vermelde activa die in het bedrijf zijn belegd, zal de volgende regeling worden toegepast: 1. Voor sproeitoestel zonder motor: a) afschrijving: aangekocht vóór : nihil aangekocht vanaf : volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen; b) onderhoud en herstellingen: 54,54 per toestel; voor de volledig afgeschreven toestellen (meer dan 10 jaar): 27,27 per ha, beperkt tot 6 ha of 163,61 ; 2. Voor vernevelaar: a) afschrijving: volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen; b) onderhoud en herstellingen: 203,55 per toestel; 3. Voor droog-eest: a) afschrijving: voor de volledig afgeschreven toestellen (meer dan 7 jaar): 101,79 per ha, beperkt tot 6 ha of 610,71 ; investering van vóór : nihil investering vanaf : volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen; b) onderhoud en herstellingen: moderne droog-eest: droogeest met gesloten vuur: droogeest met open vuur: 196,03 per bedrijf 65,96 per bedrijf 32,03 per bedrijf 4) Voor branders in moderne droogeest: a) afschrijving: volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen; b) onderhoud en herstellingen: 24,49 per ha

4 5) Voor staken en draden: a) afschrijving : investering vóór : nihil investering vanaf : volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen; b) onderhoud en herstellingen: werd verrekend in de vaste kosten voor investeringen tot en met 10 jaar; investeringen van meer dan 10 jaar: bijkomend 190,82 per ha; 6) Voor hakselmachine, transportband en hopversnijmachine: a) afschrijving: volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen, op de helft van de bewezen kostprijs (de andere helft wordt geacht te zijn gecompenseerd door een vermindering van de bemestingskosten of door een betere productie); b) onderhoud en herstellingen : 173,40 per bedrijf 7) Voor plukmachine: a) afschrijving: investering van vóór : nihil investering vanaf : volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen; b) onderhoud en herstellingen : voor volledig afgeschreven plukmachine: 402,06 per ha, beperkt tot 8 ha of 3216,47 voor niet volledig afgeschreven plukmachine: 268,05 per ha, beperkt tot 8 ha of 2144,38 ; c) werkingskosten (met inbegrip van tractorgebruik): 311,75 per ha. 8) Voor beregeningsinstallatie: Afschrijvingen individueel aftrekbaar volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen, maar beperkt tot de verhouding van de oppervlakte van de hopteelt tot de oppervlakte van de volledige landbouwexploitatie. 9) Voor plantgoed: te delgen over 5 jaar, te beginnen vanaf het jaar van de eerste oogst, op basis van het factuurbedrag (excl. B.T.W.), eventueel verminderd met het bedrag van de gemeentelijke premie.

5 3. Regels voor de berekening van de aftrekbare lonen 1. De aftrekbare lonen zijn: de gewone forfaitaire lonen met betrekking tot de gewone landbouwoppervlakte (berekend volgens de modaliteiten van het landbouwforfait); lonen met betrekking tot de werkelijke oppervlakte speciale teelten, de zogenaamde seizoenlonen. 2. Die seizoenlonen omvatten enerzijds gewone gerechtvaardigde lonen en anderzijds globaal te verantwoorden lonen d.w.z. lonen die worden betaald aan gelegenheidswerkers in de tuinbouw. Onder seizoenlonen wordt verstaan lonen betaald aan kinderen, familie, losse medewerkers, jobstudenten, PWA-ers, interim-arbeid, vast personeel, enz Zij bedragen: * voor een oppervlakte tussen 0 en 4 ha: = 1.309,00 * voor een oppervlakte boven 4 ha: = 1.781,00 * voor inleg: = 550,00 3. De seizoenlonen zijn aftrekbaar ten belope van het in 2. vastgestelde bedrag mits verantwoording door: 1. gerechtvaardige lonen; 2. globaal verantwoorde lonen, door betaling van een bedrijfsvoorheffing van 20,20 pct. (gelegenheidsarbeid). Het gedeelte van de seizoenlonen dat aldus niet is verantwoord, is niet aftrekbaar. 4. De gewone gerechtvaardigde lonen zijn als volgt aan te rekenen: eerst op de gewone forfaitaire lonen m.b.t. de landbouwoppervlakte; vervolgens op de seizoenlonen. 5. De bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de sub bedoelde lonen wordt aangegeven in een aangifte AUT. en uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op dat van de betaling of de toekenning gestort bij de ontvanger waarvan de gemeente afhangt die de taxatiedienst bepaalt waar de aangifte inzake inkomstenbelastingen moet worden ingediend. Indien de betrokken belastingplichtige tegen de voormelde datum een gewone aangifte AUT. van gerechtvaardigde lonen indient, mogen de globaal te verantwoorden seizoenlonen en de desbetreffende bedrijfsvoorheffing in deze aangifte AUT. worden opgetekend. 6. De globaal te verantwoorden seizoenlonen en de desbetreffende bedrijfsvoorheffing moeten worden vermeld in een samenvattende opgave of, in voorkomend geval, in de opgave betreffende de gewone lonen. In de plaats van de namen van de genieters wordt in kol. 2 vermeld : "globaal verantwoorde seizoenlonen...". 7. Het gedeelte van de gerechtvaardigde lonen dat de als hiervoor bepaalde forfaitaire gewone en seizoenlonen (of de wegens in het landbouwforfait opgegeven bijzondere omstandigheden verhoogde forfaitaire lonen) overtreft, is niet aftrekbaar. 8. De hoptelers die worden belast volgens de forfaitaire grondslagen van aanslag moeten de hier bedoelde loonregeling in haar geheel toepassen. Dit wil inzonderheid zeggen dat het in aanmerking te nemen bedrag van de globaal verantwoorde seizoenlonen nooit hoger kan zijn dan het in januari in de bedrijfsvoorheffing aangegeven bedrag waarop die voorheffing werd gestort (dat bedrag wordt dus niet aangepast indien een later ingesteld onderzoek uitwijst dat

6 de werkelijk geëxploiteerde oppervlakte groter is dan de in de aangifte I.B. aangegeven oppervlakte). 9. De gefactureerde loonkosten ten gevolge van de dienst bedrijfsverzorging zijn boven de forfaitaire lonen aftrekbaar van de semi-brutowinst (zie landbouwbarema). 4. Sociale lasten en bijdragen Mogen uit dien hoofde van de semi-brutowinst worden afgetrokken, volgens de modaliteiten en binnen de perken van de forfaitaire taxatiegrondslagen voor de landbouwers: a) de voor het jaar 2006 voor de tewerkgestelde arbeiders aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid gestorte sommen; het aftrekbaar bedrag wordt beperkt tot het percentage bepaald in het landbouwbarema, van het in de opgave vermelde bedrag, waarop deze bijdrage betrekking heeft en dat van de semi-brutowinst wordt afgetrokken. de in 2006 krachtens de sociale wetgeving betaalde bijdragen (gezinsbijdragen, pensioenbijdragen en verplichte bijdragen wegens ziekte- en invaliditeitsverzekeringen), evenals de mutualiteitbijdragen "kleine risico's" met uitsluiting van de bijdragen voor aanvullende verzekeringen, en de vrijwillig betaalde premies ter verzekering van een inkomensverlies wegens arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte en aanvullende invaliditeit. III. TOEPASSINGSREGELS EN BIJZONDERE OPMERKINGEN 1. De forfaitaire grondslagen van aanslag zijn slechts van toepassing bij gebrek aan bewijskrachtige gegevens geleverd, hetzij door de belastingplichtige, hetzij door de administratie. Indien de belastingplichtige in zijn aangifte de forfaitaire aanslag verkiest, drukt hij, door het feit zelf, zijn wil uit in te stemmen met de gezamenlijke toepassingsregelen van de in overleg met de betrokken bedrijfsgroeperingen vastgestelde forfaitaire grondslagen. Indien de belastingplichtige daarentegen oordeelt er niet mee te kunnen instemmen, moet hij, onder controle van de administratie, het bedrag vaststellen en aangeven van de door hem werkelijk behaalde winsten. De aanslagambtenaar mag zijnerzijds de toepassing van het forfait weigeren: a) indien hij in staat is te bewijzen dat de werkelijke winst aanzienlijk hoger is dan de forfaitair bepaalde winst; b) indien hij vaststelt, hetzij dat de belastingplichtige de bescheiden die inzake B.T.W. voor verrichtingen met betrekking tot zijn beroepswerkzaamheden zijn voorgeschreven, niet geëist of uitgereikt heeft, hetzij dat de betrokkene zijn verplichtingen inzake het houden van boeken en bescheiden niet is nagekomen. 2. Wanneer de werkelijke ontvangsten meer dan 409,02 per ha in meer of in min afwijken van de forfaitair berekende ontvangsten zoals bepaald in de rubriek I, wordt de nettowinst van het totale landbouwbedrijf verhoogd of verlaagd met het verschil tussen de werkelijke ontvangsten en de forfaitaire ontvangsten verhoogd of verlaagd met 409,02 per ha.

7 Bij de berekening van de werkelijke ontvangsten dient eveneens rekening te worden gehouden met de waarde van de nog niet verkochte hop, voortkomende van het oogstjaar De waarde van de onverkochte hop dient minimaal op een verkoopwaarde van 12,39 /100 pond of maximaal op de kostprijs ervan te worden bepaald en aldus aangegeven onder controle van de administratie. Indien in een later jaar deze hop wordt verkocht of vernietigd, moet een correctie worden uitgevoerd en wel als volgt: herberekening van de individuele werkelijke ontvangsten van 2006, door de voorlopig verrekende prijs te vervangen door de werkelijk behaalde prijs, die eerst wordt verminderd met de voor deze bewaring gedane kosten; het verschil met de voor het aj gemaakte berekening (rekening houdend met de marge van 409,02 per ha in meer of in min) zal worden behandeld als een winst of een verlies van het jaar van die verkoop; bij eventuele vernietiging van de hop moeten de bevoegde controlediensten hiervan vooraf worden verwittigd. 3. Voor het jaar van de aanplanting zelf worden de forfaitaire ontvangsten, de vaste uitgaven en de semi-brutowinst per ha als volgt bepaald: 958,00 169, ,73 droog en verkpkosten 894,00 0,28 248,61 161,20 0,28 44,83 293, , , , , , ,35 afgerond ,00 Ter verantwoording van nieuwe aanplantingen dient een afschrift of fotokopie van het teeltplan bij de aangifte te worden gevoegd. Enkel voor het jaar van de aankoop van nieuwe planten kan er "inleg" aangegeven worden. 4. Het forfait is niet van toepassing ingeval de individueel aftrekbare uitgaven in zulke mate de forfaitaire semi-brutowinst overtreffen, dat de compensatie van het daarboven uitgaande saldo van die uitgaven met de winsten uit andere speciale teelten of uit gewone landbouw en met de E.E.G.-steunbedragen die achteraf voor het verliesjaar worden toegekend (bv. bedragen verband houdende met de oogst 2005, maar uitbetaald in 2006), het totale resultaat van het landbouwbedrijf (gewone en speciale teelten samen)negatief maakt. In zulk geval dient het totale resultaat van het landbouwbedrijf (gewone en speciale teelten samen) op nul te worden bepaald, tenzij wel te verstaan het juiste bedrag van het totale verlies aan de hand van bewijskrachtige bescheiden wordt aangetoond. 5. Voor de percelen hop die gedurende het jaar 2006 niet als dusdanig werden uitgebaat, dient de forfaitaire winst te worden aangegeven die bepaald is in de forfaitaire taxatiegrondslagen

8 voor de landbouwers, tenzij de controlediensten vooraf ervan werden verwittigd dat de bedoelde oppervlakte niet in exploitatie zou worden genomen. Voor het berekenen van de forfaitaire winst wordt deze oppervlakte met 25% verminderd indien de hopstellingen zijn blijven staan.