Zuid-Hollandse leden in de Programmaraad van de Randstedelijke Rekenkamer

Transcriptie

1 Zuid-Hollandse leden in de Programmaraad van de Randstedelijke Rekenkamer Postadres Provinciehuis Postbus LP DenHaag T Datum 8juni2007 Aan de (plv) leden van de statencommissies: H a Samenleving Groen, Water en Milieu Inlichtingen Statengriffie Frits Kas T f.kas@pzh.nl Onderwerp Onderzoeken door de Randstedelijke Rekenkamer Geachte heer/mevrouw, In onze brief van 13 juli 2006 hebben wij uw commissies getnformeerd over het voornemen van de Randstedelijke Rekenkamer om onderzoek te gaan doen naar de effectiviteit van het provinciaie cultuur beleid (commissie Samenleving) en meldingsplicht bij vergunningen voor grondwateronttrekking (commissie Groen, Water en Milieu). Van de Randstedelijke Rekenkamer is bericht ontvangen over de feitelijke start van beide onderzoeken. Voor de inhoud van de betreffende onderzoeken verwijzen wij graag naar de bijgaande brieven van de Randstedelijke Rekenkamer. Wij hopen u met deze informatie van dienst geweest te zijn. Hoogachjend, de Zuid-Hollandse ieden in de programmaraad Randstedelijke Rekenkamer, Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW DenHaag uringa. Tram 9 en bus 65 stoppen bij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's is beperkt

2

3 Provinciale Staten van de provincie Zuid-HoHand T,a.v. de statengriffier, kamer C133 Postbus LP DENHAAG Datum Bijfago Uwkenrnerk 5 juni Q07/GM/103 Ontferwerp Onderzoek "Cultuurhistorie" Geachte leden van Provinciate Staten, De Randstedelijke Rekenkamer gaat in juni 2007 van start met een onderzoek naar het provinciaai beteid op het gebied van cuftuurhistorie Dit onderzoek is in de prograrnniabegroting 2007 vermeld onder de titel "Effectiviteit van het provinciaai cultuurbeieicf. in de bijiage bij deze brief staat het doe! van dit onderzoek kort beschreven. Wij hopen u hiermee voidoende te hebben getnformeerd. Mocht u echter nog vragen hebben over dit onderzoek, dan gaven wij graag een ioelichting. Hoogachtend ; Dr. G, Molenaar Direetieiid Randstedeitjke Rekenkarmer Proldr L,D,Noordam Bestuurder/direGteur Randstedelijke Rekenkamer

4 randstedelilke rekenkamer Bijfage Onderzoek naar provineiaai beieid op ttet gebied van Wat is de aanleiding? Vanuit de programmaraad van de Randstedelijke Rekenkamer Is de wens geuit ora onderzoek te doen naar de doeltreffendheid van het provinciaai cuituurbeleid, Gezien de dlversitert aan activiteiten die op dit beteidsterrein piaatsvinden, heeft de Rekenkamer ervoor gekozen het onderzoek toe te spitsen op een onderdeei van het cultuurbeleid, narnelijk cuftuurhistorie. De volgende overwegingen hebben een rof gespeeld bij de keuze voor cultuurhistorie:» In de meeste provincies (in de provincie Flevoland is dit in mindere mate het gevai) Is cultuurhtstorie qua inzet van zowel financi&ie als personeie middeten een belangrijk deelterrein van het cuituurbeleid. «De aandacht voor cultuurhistorie in het provinciaai cultuurbeleid heeft in de afgelopen jaren aan betekenis gewonnen,» Op het gebied van cyltuurhistorie zijn nog niet of nauwelijks evaluates van de doeltreffendheid van het beieid uitgevoercl Wat willen we beretken? Pet dit onderzoek streeftde Rekenkamer de volgende doeistehing na: "Het inziohteli)k maken van het provinciale beieid op het gebied van cultuurhistorie, het beoordelen van de uitvoertng van dat beieid en het bepafert van de mate waarin daamiee de geformuieerde doeisteliingen worden gerea!iseerd/ J Wat gaan we daarvoor Het onderzoek wordt in drie stappen uitgevoerd: *\. Uitwerking beoord&tmgskader an mtectie g&mlstudies. De eerste stap bestaat uit: a. Net ontwikkelen van een beoordejingskader Dit kader bevat beoordelingscriteria met betrekking tot de versehiilende fasen van de beleidscycius (beieidsvoorbereidtng, - ontwikkeling, - uitvoering en -verantwoording). b. Het selecteren van n of twee gevafstudies, De gevalstudies dienen om meer inzicht te krijgen in de uitvoering van beieid. In de gevalstudies wordt de werking bestudeerd van een beieidsinstrument dat wordt ingezet om (een deel van) het cultuurhistorische befeid uit te voeren, 2, Informatiemrzamen^g, De tweede stap bestaat uit het verzamelen van informatie over het provindaa! cultuurhistorische beieid in het algemeen en de gevalstudies in het bijzonder. Daze informatie wordt verzameid door middei van documetitonderzoek, een analyse van sybsidiedossiers en interviews, 3. infarfnati&malyse &n rapportage, De derde en laatste stap van het onderzoek betreft het toetsen van de verzamelde informatie aan het beoordelingskader en het vergeiijken van de bevindingen voor de vier provlncies. Op basis daarvan worden conclusies getrokken en, waar mogelijk, aanbevelingen gedaan. Het onderzoek zal resuiteren in vier provinciespeeifieke rapporten die in het eerste kwartaa! van 2008 worden gepubficeerd.

5 Provinciate Staten van de provincie Zuid-Hoiland T.a.v, de statengriffier kamer O1.33, griffer Postbus DEW HAAG Oatum 5 juni 2007 (Jw k&mnerk /GM/102 Qncj&rw&rp Ondefzoeksopzet "Mefdingspiicht bij vergunningen voor grondwateronttrekking" Geachte leden van Provinciate Staten, De Randstedelijke Rekenkamer is in Jyai 2007 gestart met het onderzoek "Meidingsplicht bij vergutmmgen voor grondwateronttrekking^ Dit onderzoek is in de programmabegroting 2007 vermeld onder de titel Water', In de bijiage bij deze brief staat het doel van dit onderzoek kort beschreven. De Rekenkamer is verder gestart met een vooronderzoek wer het thema Water en Ruirnte, dat deze zomer wordt uitgevoerd. Op basis van dit vooronderzoek zullen wij bepafen of wij ook op dit thema onderzoek gaan doen. Wij zuilen u hierover te zijner tijd infornieren, Wij hopen u hiermee voidoende te hebben geinformeerd, IViocht u hierover nog vragen hebben, dan geven wi] graag een toelichting. Hoogachtend, DrG, Directielid Randstedelpe Rekenkamer Proldr. LD, Noordam Bestuurder/directeur Randstedeiijke Rekenkamer

6 randstedetijke rekenkamer Bijiage "flfleldingspiicht bij vergynningen voor grondwateronttrekking" Wat Is de aanteiding? De provincles zijn op grand van de Grondwaterwet (Gww) verantwoordefijk voor het grondwaterbeheer, in art. 14 van de Gww is opgenomen dat het verboden is grondwater te onttrekken, tenzij Gedeputeerde Staten daarvoor een vergunning hebben verleend, Deze bevoegdheid bfijft voor zover nu bekend na het opgaan van de Gww in de nieuwe Waterwet bestaan voor grote industrtsle onttrekkingen. Het gaat bijvoorbeeld om bedrijven die water nodig hebben voor hun productieproces of om waterleidmgsbedrijven. Voor onttrekkingen van grote omvang geldt dat zij een merkfaare invloed hebben op het grondwaterpeii in het betreffende gebied, Stopzetting of vermindering van een grote onttrekking kan daarom fefden tot een aanzieniljke stijging van het grondwaterpeii en daarmee tot overlast Voor provincies is het zaak tijdig op de hoogte te zijn van het voornemen van de vergunninghouder tot stopzetting of vermindering van de grondwateronttrekking, Zij kunnen dan tijdig maatregeien nemen om de verwachte overlast te voorkomen. In verband hiermee hebben provincies sinds 1995 de mogelijkheid aan de verlening van een vergunning een meidingspiicht bij het voornemen tot vermindering of stopzetting van de grondwateronttrekking te verbinden, De Rekenkamer vraagt zich af in hoeverre de provincies Flevoiand, Noord-Holiand, Utrecht en Zuid-Hoiiand gebruik maken van deze mogelijkheid. Wat willen we bereiken? De probleemsteliing van het onderzoek luidt: Heeft de provincie in de vergunningen voor grondwateronttrekking de meidingspiicht voor vermindering of stopzetting van de onttrekking opgenomen? De probleemsteliing is uitgewerkt in de volgende onderzoeksvragen: 1 Wat is het aanta! geldige vergunningen voor grondwateronttrekkingen van meer dan 0,5 miljoen m 3 per jaar in de provincie? 2. in hoeveel van deze vergunningen is er een meidingspiicht voor vermindering of stopzetting van de onttrekking opgenomen en is aan deze meidingspiicht een termijn voor de vermindering of stopzetting gekoppeld? 3. Bevatten vergunningen die na de invoering van de meidingspiicht zijn afgegeven, standaard deze meidingspiicht? 4. Neemt de provincie de meidingspiicht ook op in vergunningen die voor invoering van de meidingspiicht liepen en in weik tempo gebeurt dit? 5. Welke maatregeien heeft de provincie om naieving van de meidingspiicht af te dwingen? 6. Wat kan de impact van de vermindering of stopzetting van grote grondwateronttrekkingen zijn? Wat gaan wa daarvoor do0n? Het onderzoek taestaat uit drie onderdelen, nameiijk bestudering van provinciate beleids- en uitvoeringstukken, een inventarisatie welke vergunningen zijn voorzien van een meidingspiicht en de beschrijving van een casus waarin de mogelijke impact van vermindering of stopzetting van de grondwateronttrekking wordt geschetst