BEOORDELINGSRAPPORT SSRIs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BEOORDELINGSRAPPORT SSRIs"

Transcriptie

1 BEOORDELINGSRAPPORT SSRIs Veiligheids- en doseeradvies Conclusie: Citalopram: CTP A+B+C: geen nadelige effecten bekend Escitalopram: CTP A+B+C: geen nadelige effecten bekend Fluvoxamine: CTP A+B+C: geen nadelige effecten bekend Paroxetine: CTP A+B: geen nadelige effecten bekend CTP C: onveilig Venlafaxine: CTP A+B: geen nadelige effecten bekend CTP C: onveilig Fluoxetine: CTP A: geen nadelige effecten bekend CTP B+C: onveilig Sertraline: CTP A: geen nadelige effecten bekend CTP B+C: onveilig Dapoxetine: CTP A: geen nadelige effecten bekend CTP B+C: onveilig Dosering: Citalopram: CTP A: aanpassing van de dosering is niet nodig CTP B+C: dosering met 50% verminderen Escitalopram: CTP A: aanpassing van de dosering is niet nodig CTP B+C: dosering met 50% verminderen Fluvoxamine: CTP A: aanpassing van de dosering is niet nodig CTP B: startdosering met 50% verminderen CTP C: start en maximale dosering met 50% verminderen Paroxetine: CTP A: aanpassing van de dosering is niet nodig CTP B: dosering met 50% verminderen CTP C: geen doseeradvies (onveilig) Venlafaxine: CTP A+B: dosering met 50% verminderen CTP C: geen doseeradvies (onveilig) Fluoxetine: CTP A: dosering met 50% verminderen CTP B+C: geen doseeradvies (onveilig) Sertraline: CTP A: dosering met 50% verminderen CTP B+C: geen doseeradvies (onveilig) Dapoxetine: CTP A: aanpassing van de dosering is niet nodig CTP B+C: geen doseeradvies (onveilig) Toelichting: Alle selectieve serotonine heropname remmers (SSRIs) worden gemetaboliseerd in de lever en de blootstelling neemt toe met de ernst van de cirrose. Sertraline, fluoxetine en dapoxetine zijn hier het meest gevoelig voor. Bijwerkingen zijn met name dosis-gerelateerd en daarom wordt geadviseerd laag te beginnen voor de meeste SSRIs en doseringen langzaam te verhogen. Dapoxetine wordt gebruikt voor een andere indicatie, maar wordt hier wel besproken. Samenvatting van de literatuur Overwegingen Alle selectieve serotonine heropname remmers (SSRIs) worden gemetaboliseerd in de lever en levercirrose heeft hier invloed op. Met betrekking tot de veiligheid werden enkele case-reports gevonden over Qt-tijd verlenging, serotonine syndroom en een gastro-intestinale bloeding. Dit was in bijna alle gevallen in combinatie met andere medicatie die hier ook voor kan zorgen en waarop al bewaakt wordt. Hieronder een overzicht van de overwegingen per SSRI. Dapoxetine wordt gebruikt voor een andere indicatie, maar wordt hier wel besproken. De farmacokinetiek van citalopram is onderzocht in negen patiënten met cirrose (Child-Pugh (CTP) A/B/C n=2//3) in één studie (bewijsniveau 3) en in een modelleringsstudie (niveau ). De klaring bleek met 33% gereduceerd en de halfwaardetijd verdubbeld. In de modelleringsstudie bleek de AUC verdubbeld in CTP B en C cirrose, maar nog niet in CTP A. Tenslotte was er nog een studie beschreven in de SPC waar de steady-state plasmaconcentratie verdubbeld was in vergelijking met gezonde controles. Citalopram werd in de farmacokinetische studie goed getolereerd, evenals in een andere studie (niveau 3) met 2 patiënten. Citalopram kan gebruikt worden bij patiënten met cirrose (geen nadelige effecten bekend). Het wordt aangeraden de dosering bij patiënten met CTP B en C te halveren. 1

2 Escitalopram werd onderzocht in een farmacokinetische studie (niveau 3) in 12 patiënten met cirrose (CTP A/B 6/6) en een modelleringsstudie (niveau ). De blootstelling nam met 50% toe bij CTP A en met 70% in CTP B in vergelijking met gezonde controles. In deze studie werd escitalopram goed getolereerd. De modelleringsstudie voorspelde een verdubbelde AUC in CTP B en C cirrose. De SPC raadt een halve dosering aan voor alle patiënten met cirrose. Wij raden dit aan bij CTP B en C cirrose, maar nog niet bij CTP A. Het wordt geclassificeerd als geen nadelige effecten bekend voor alle CTP-klassen, in overeenkomst met citalopram. Fluoxetine is gebruikt in een farmacokinetische studie (niveau 3) bij 12 patiënten met gecompenseerde cirrose. Fluoxetine heeft een niet-lineaire kinetiek en na een eenmalige dosering bleek de klaring gehalveerd in vergelijking met controles. De halfwaardetijd was in deze patiënten verdrievoudigd tot meer dan 6 dagen. De modelleringsstudie voorspelt grote veranderingen in de kinetiek in CTP B en C cirrose. De SPC raadt een lagere dosering aan of een groter doseerinterval. In een retrospectieve studie (bewijsniveau ) en in de farmacokinetische studie werd ook naar de veiligheid van fluoxetine gekeken, waarbij Qt-tijd verlenging en serotonine-syndroom optrad in combinatie met andere geneesmiddelen. Vanwege de grote voorspelde veranderingen in blootstelling in CTP B en C en de lange halfwaardetijd is het beter om fluoxetine niet te gebruiken in deze patiënten (onveilig). In CTP A cirrose kan fluoxetine gebruikt worden als de dosering gehalveerd wordt (geen nadelige effecten bekend). Drie farmacokinetische studies (niveau ) onderzochten fluvoxamine in 53 patiënten met cirrose (CTP A/B/C 20/0/20, rest onbekend), evenals een modelleringsstudie (niveau ). Fluvoxamine heeft een niet-lineaire kinetiek. Na meermalig doseren waren de dalspiegels enigszins verhoogd in CTP A en 73% verhoogd in CTP C. De blootstelling verhoogde met 50% in CTP A en met 170% in CTP C. In de single-dose studie was de blootstelling 60% hoger (ernst onbekend). In de modelleringsstudie was voorspeld dat de AUC in CTP A gelijk was, CTP B 50% hoger en in CTP C verdubbeld. In de farmacokinetische studies werden enkel milde bijwerkingen gevonden (slaperigheid, misselijkheid) die relatief iets vaker voorkwamen in CTP C patiënten. Fluvoxamine wordt geclassificeerd als geen nadelige effecten bekend voor alle Child-Pugh klassen. In CTP B wordt aangeraden om met een halve startdosering te beginnen. In CTP C wordt dit ook aangeraden en daarnaast ook een halvering van de maximale dosering. Paroxetine werd in twee studies (niveau 3 en ) gebruikt door 2 patiënten met cirrose (ernst onbekend). Paroxetine heeft een niet-lineaire kinetiek. In een studie met meermalige doseringen, was de blootstelling verdubbeld in patiënten in vergelijking met gezonde controles. Dit werd ook in een modelleringsstudie voorspeld bij patiënten met CTP B, in CTP A werd een kleinere verhoging voorspeld en in CTP C werd een verhoging van meer dan 200% voorspeld. Drie studies (niveau 3 en ) onderzochten de veiligheid in 8 patiënten met cirrose. In een farmacokinetische studie werd paroxetine goed getolereerd terwijl in de multiple-dosing studie 3 patiënten stopten vanwege ernstige misselijkheid. Daarnaast waren er nog 2 case-reports met meer zeldzame bijwerkingen. Gebaseerd op de farmacokinetische studies adviseren we om geen dosisaanpassing te doen bij CTP A, terwijl bij CTP B een halvering van de gebruikelijke dosering wordt geadviseerd. Het is voor deze patiënten geclassificeerd als geen nadelige effecten bekend. In patiënten met CTP C wordt paroxetine niet aangeraden (onveilig) vanwege de verwachte grote farmacokinetische veranderingen en de aanwezigheid van alternatieven. Sertraline heeft een groot first-pass effect en een hoge hepatische extractie ratio. In een farmacokinetische studie (niveau ) onder 10 patiënten met cirrose (ernst onbekend) was de blootstelling verdrievoudigd. In een andere studie (niveau 3) onder 9 patiënten (CTP A en B) was de blootstelling verviervoudigd. In de modelleringsstudie werd voorspeld dat de AUC ongeveer verdubbelde in CTP A en meer dan verdubbelde in CTP B en C. Twee studies keken naar de veiligheid van sertraline in acht patiënten met cirrose (niveau 3 en ) evenals de twee farmacokinetische studies. Gastro-intestinale bijwerkingen traden op in enkele patiënten (misselijkheid, braken en diarree). In een case-report trad er een serotonine syndroom op in een CTP B patiënt na verhoging van 50 naar 100 mg per dag, zonder dat er andere serotonerge medicatie werd gebruikt. In patiënten met CTP A wordt aangeraden de gebruikelijke dosering te halveren en wordt het geclassificeerd als geen nadelige effecten bekend. In patiënten met CTP B en C worden grotere stijgingen in blootstelling voorspeld en gemeten en wordt het geclassificeerd als onveilig. Er werd geen farmacokinetische studie gevonden met venlafaxine. Er was wel weer de modelleringsstudie (niveau ), die een 50% verhoging in AUC voorspelt in CTP A, 200% in CTP B en 500% in CTP C. In het FDA label worden twee studies beschreven waarbij ze een gehalveerde klaring vonden in patiënten met CTP A en B. Ook beschrijven ze een 90% afname in klaring in patiënten die waarschijnlijk ernstige cirrose hadden. In een retrospectieve studie (niveau ) en een 2

3 case-report trad er Qt-tijd verlenging en serotonine syndroom op in combinatie met andere geneesmiddelen. Tenslotte waren er nog twee case-reports van respiratoir falen en een persisterende hypoglykemie in de ander. In patiënten met CTP A en B worden de aanbevelingen uit de SPC overgenomen om een halve dosering te gebruiken (geen nadelige effecten bekend). Dit is niet mogelijk bij een paniekstoornis en dus wordt hier een alternatief aanbevolen. in CTP C wordt het als onveilig geclassificeerd vanwege de grote voorspelde veranderingen en de data uit het FDA label (90% afname in klaring). Met dapoxetine is geen studie gevonden bij patiënten met cirrose. De enige data komt uit de SPC waarin een verdubbeling in blootstelling wordt beschreven in CTP B en een verdriedubbelde blootstelling in CTP C. Het wordt vaak als eenmalige dosering gegeven en wordt daarom als geen nadelige effecten bekend geclassificeerd in CTP A. In CTP B en C wordt het als onveilig geclassificeerd gebaseerd om de verhoogde blootstelling, de moeilijkheden om de dosering aan te passen en de contra-indicatie in de SPC. Farmacokinetische data Absorptie: Citalopram, escitalopram en fluoxetine worden bijna geheel geabsorbeerd (F 80%) en hebben een lage hepatische extractieratio. Dapoxetine, fluvoxamine, paroxetine en venlafaxine ondergaan een first-pass effect en hebben hierdoor een lagere biologische beschikbaarheid (F=0-55%) en een intermediaire hepatische extractieratio. Sertraline heeft de laagste biologische beschikbaarheid en een hoge hepatische extractieratio. De topspiegels van zowel paroxetine als sertraline waren beide bijna verdubbeld in patiënten met cirrose in vergelijking met gezonde controles. Fluoxetine, fluvoxamine en paroxetine hebben een niet-lineaire farmacokinetiek. Distributie: Dapoxetine, fluoxetine, paroxetine en sertraline zijn allen sterk eiwitgebonden (f b>90%), terwijl de resterende SSRIs een lagere eiwitbinding hebben. Alle SSRIs hebben een groot verdelingsvolume. In de studies met citalopram en fluoxetine werd een groter verdelingsvolume gevonden in patiënten met cirrose in vergelijking met gezonde controles. Metabolisme: Alle SSRIs worden uitgebreid in de lever gemetaboliseerd, met name door CP50- enzymen. Fluvoxamine en paroxetine hebben niet-actieve metabolieten, terwijl de metabolieten van de andere SSRIs wel actief zijn (in mindere mate). In studies waar ook de metabolieten werden gemeten, werd vaak een verminderde blootstelling aan de metaboliet gevonden en een verlaagde klaring. Eliminatie: Citalopram wordt met name hepatisch geklaard, sertraline zowel hepatisch als renaal. De resterende SSRIs worden voor het grootste deel renaal geklaard. Blootstelling: Citalopram: in een single-dose studie was de klaring met een derde verminderd in patiënten met cirrose in vergelijking met gezonde controles en de eliminatie halfwaardetijd meer dan verdubbeld (83 vs. 37 uur). In een modelleringsstudie nam de blootstelling aan citalopram toe met de ernst van de cirrose tot een bijna verdubbelde AUC in CTP B en een meer dan verdubbelde AUC in CTP C. De SPC geeft aan dat de steady-state spiegels verdubbeld zijn in cirrose. Escitalopram: in een studie was een non-lineair mixed effect model gemaakt voor CTP A en B patiënten waarbij de AUC met 52% was gestegen in CTP A en 69% in CTP B. Een andere modelleringsstudie voorspelde een bijna verdubbelde AUC in CTP B en een meer dan verdubbelde AUC in CTP C. Fluoxetine: in een single-dose studie bij 12 patiënten met gecompenseerde cirrose was de klaring gehalveerd en de halfwaardetijd verdrievoudigd (6,6 dagen in plaats van 2,2 dagen). De klaring van de metaboliet was ook verminderd en de halfwaardetijd verdubbeld. In een modelleringsstudie was de blootstelling aan fluoxetine verdubbeld in CTP A, verviervoudigd in B en vertienvoudigd in CTP C. Fluvoxamine: drie studies onderzochten de farmacokinetiek van fluvoxamine in cirrose. In een single-dose studie was de blootstelling met 50% verhoogd en de halfwaardetijd verlengd tot 25 uur (vs. 16 uur in controles). De twee andere multiple-dose studies includeerden patiënten met CTP A en C cirrose. Blootstelling was 50% verhoogd in CTP A met 30% dalspiegels na 5 dagen. Voor CTP C patiënten was de blootstelling met 167% gestegen en de dalspiegels 30% hoger na 5 dagen. In de modelleringsstudie was de blootstelling enigszins verhoogd in CTP B en C cirrose (+2% en 59%). Paroxetine: in een single-dose studie werd een vergelijkbare kinetiek gevonden bij patiënten met cirrose. In een multiple-dose studie werd een verdubbelde blootstelling gevonden en verdubbelde top- en dalspiegels. De halfwaardetijd was verlengd van 36 uur tot 83 uur in patiënten. In de modelleringsstudie werd een verdubbelde AUC in CTP B voorspeld en een verdrievoudigde in CTP C. 3

4 Sertraline: in een single-dose studie met CTP A en B patiënten, de halfwaardetijd was verlengd van 25 u tot 82 u in de patiënten. De blootstelling van verviervoudigd. In een multiple-dosing studie waren de topspiegels en de blootstelling ongeveer verdrievoudigd in vergelijking met gezonde controles en de halfwaardetijd verlengd tot uur. Een modelleringsstudie de blootstelling nam toe met de ernst van de cirrose tot een verdubbelde AUC in CTP A en B en een verdriedubbelde blootstelling in CTP C. Venlafaxine: in twee studies in het FDA label werd een gehalveerde klaring gemeten bij CTP A en B. In drie patiënten met ernstigere cirrose was de klaring met 90% gereduceerd. Een modelleringsstudie voorspelde een verdriedubbelde AUC in CTP B en een verzesvoudigde AUC in CTP C. Dapoxetine: in de SPC staat een studie beschreven waaruit bleek dat de blootstelling aan dapoxetine en de actieve metaboliet niet veranderde bij CTP A, ongeveer verdubbelde in CTP B en verdriedubbelde in CTP C. Veiligheidsdata In tien studies werd de veiligheid van SSRIs in patiënten met cirrose onderzocht, zeven hiervan waren case-reports. Negen van de farmacokinetische studies rapporteerden ook eventuele bijwerkingen tijdens de studie. In de meeste (farmacokinetische) studies kwamen er milde bijwerkingen voor. Deze leken relatief vaker voor te komen in de patiënten met cirrose dan in de gezonde controles, waarschijnlijk verklaard door de hogere blootstelling in deze patiënten. Gastrointestinale bijwerkingen (misselijkheid en braken), duizeligheid en slaperigheid werden het vaakst gemeld. In de case-reports en case-series waren er enkele bijwerkingen die vaker voorkwamen. In drie case-reports en 1 retrospectieve studie, trad het serotonine syndroom op in zes patiënten met cirrose die een SSRI gebruikten. In bijna al deze cases werd het SSRI in combinatie met een ander serotonerg medicijn gebruikt. Uitzondering hierop was het case-report waarin sertraline (100 mg/d) alleen gebruikt werd en waarbij rechallenge met citalopram (0 mg/d) voor dezelfde reactie zorgde. Beide keren trad het op na een dosisverhoging. Een retrospectieve studie vond drie gevallen van Qt-tijdverlenging in patiënten aan een SSRI (n=2 fluoxetine, n=1 venlafaxine) ook hier weer in combinatie met een ander geneesmiddel dat Qt-tijd verlenging kan veroorzaken. Tenslotte was er een case-report waarbij een patiënt met CTP A een ernstige gastro-intestinale bloeding kreeg, waarschijnlijk door een combinatie van aspirine en paroxetine. Een verhoogd bloedingsrisico werd ook in de retrospectieve studie gevonden in een patiënt die venlafaxine en laag gedoseerd aspirine gebruikte. Twee andere case-reports vonden meer zeldzame bijwerkingen in patiënten die venlafaxine gebruikten: acuut respiratoir falen en een persistente hypoglykemie. Tenslotte was er nog een case-report waarbij een patiënt met CTP A paroxetine kreeg. Na een maand trad er verergering van de leverfunctie op met ascites, icterus en verhoogde leverfunctietesten. Na het staken van paroxetine verbeterde de patiënt.

5 CONCEPT ASSESSMENT REPORT SSRIs 1. Data from the product information Citalopram Section Cipramil 20 mg filmomhulde tabletten- SmPC Absorption F: 80% tmax: 3 h Citalopram wordt na orale toediening snel geabsorbeerd: de maximale plasmaconcentratie wordt gemiddeld bereikt 3 uur na inname van een tablet. De absorptie is onafhankelijk van eventuele voedselinname. De biologische beschikbaarheid is ca. 80% na inname van een tablet. De biologische beschikbaarheid van de druppelvloeistof (Cipramil 0 mg/ml, RVG 22687) is ca. 25% hoger in vergelijking met tabletten. Distribution fb: <80% Vd: L/kg Het schijnbaar verdelingsvolume bedraagt l/kg. De plasmaeiwitbinding van citalopram en haar metabolieten bedraagt minder dan 80%. Metabolism M: <77% Active? yes Lever: CYP2C19, CYP3A, CYP2D6 Citalopram wordt gemetaboliseerd tot het actieve demethylcitalopram, didemethylcitalopram, citalopramn-oxide en het gedeamineerde propionzuurderivaat. Alle metabolieten zijn, evenals citalopram, selectieve serotonineheropnameremmers, zij het in mindere mate. Onveranderd citalopram is de meest voorkomende vorm in het plasma. De concentraties van demethylcitalopram, didemethylcitalopram zijn respectievelijk ongeveer 30-50% en 5-10%. De biotransformatie van citalopram tot demethylcitalopram vindt plaats door CYP2C19 (ongeveer 38%), CYP3A (ongeveer 31%) en CYP2D6 (ongeveer 31%). Elimination t1/2: 1.5 days HE: 85% RE: 15% De plasma-halfwaardetijd (t 1/2)is ongeveer 1½ dag. De plasmaklaring na systemische toediening (Cls) is ongeveer 0,3-0, l/min. en de plasmaklaring na orale toediening (Cloral) is ongeveer 0, l/min. Citalopram wordt voornamelijk via de lever (85%), maar gedeeltelijk (15%) ook via de nieren uitgescheiden. Van de toegediende hoeveelheid citalopram wordt 12-23% onveranderd in de urine uitgescheiden. De hepatische klaring is ongeveer 0,3 l/min. en de renale klaring is 0,05-0,08 l/min. Hepatic impairment Voor de eerste twee weken van de behandeling wordt een startdosis van 10 mg per dag aanbevolen voor patiënten met een lichte of matige leverfunctiestoornis. Afhankelijk van de individuele respons kan de dosis worden verhoogd tot maximaal 20 mg per dag. Er wordt geadviseerd voorzichtigheid te betrachten en extra behoedzaam te zijn bij het verhogen van de dosering bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie. De eliminatie van citalopram verloopt trager bij patiënten met een gestoorde leverfunctie. De plasmahalfwaardetijd van citalopram is ongeveer tweemaal zo lang en de steady-state plasmaconcentratie is ongeveer tweemaal zo hoog in vergelijking met patiënten met een normale leverfunctie. FDA-Label citalopram tablet, film coated Apotex Corp. Citalopram oral clearance was reduced by 37% and half-life was doubled in patients with reduced hepatic function compared to normal subjects. 20 mg/day is the maximum recommended dose for hepatically impaired patients, due to the risk of QT prolongation. 5

6 Dapoxetine Section Priligy 30 mg filmomhulde tabletten - SPC Absorption F: 2% [15-76%] tmax: 1-2 h Dapoxetine wordt snel geabsorbeerd met maximale plasmaconcentraties die optreden ongeveer 1-2 uur na inname van de tablet. De absolute biologische beschikbaarheid is 2% (bereik: 15 76%), en dosisafhankelijke toenames in blootstelling (AUC en C max) werden waargenomen tussen de 30 en 60 mg sterktes. Na meervoudige doses verhoogden de AUC-waarden voor zowel dapoxetine als zijn actieve metaboliet desmethyldapoxetine (DED) met ongeveer 50% in vergelijking met AUC-waarden na enkelvoudige doses. Distribution fb: >99% Vd: 162 L In vitro wordt meer dan 99% van dapoxetine gebonden aan menselijke serumeiwitten. De actieve metaboliet desmethyldapoxetine (DED) wordt voor 98,5% aan eiwit gebonden. Dapoxetine heeft een gemiddeld steady-state distributievolume van 162 l. Metabolism M: ++ Lever: CYP2D6, CYP3A and FMO1 In vitro studies geven aan dat dapoxetine wordt geklaard door meerdere enzymsystemen in de lever en de nieren, voornamelijk CYP2D6, CYP3A en flavinemono-oxygenase (FMO1). Na orale inname van 1C-dapoxetine, werd dapoxetine uitgebreid omgezet tot meerdere metabolieten, voornamelijk via de volgende omzettingsroutes: N-oxidatie, N-demethylering, naftylhydroxylering, glucuronidering en zwavelbinding. Er was bewijs voor een presystemisch first-passmetabolisme na orale toediening. Intact dapoxetine en dapoxetine-n-oxide waren de belangrijkste vormen die in het plasma circuleerden. In vitro bindings- en transporterstudies laten zien dat dapoxetine-n-oxide inactief is. Verdere metabolieten, waaronder desmethyldapoxetine en didesmethyldapoxetine, nemen minder dan 3% van de totale circulerende geneesmiddelgerelateerde verbindingen in het plasma voor hun rekening. In vitro bindingsstudies laten zien dat DED even krachtig is als dapoxetine en dat didesmethyldapoxetine ongeveer 50% van de kracht van dapoxetine heeft. De blootstellingen aan ongebonden DED zijn resp. ongeveer 50% en 23% van de blootstelling aan ongebonden dapoxetine Elimination t1/2: 19 h HE: RE:++ De metabolieten van dapoxetine werden voornamelijk als conjugaten via de urine geëlimineerd. Onveranderde actieve stof werd niet in de urine gedetecteerd. Na orale toediening heeft dapoxetine een initiële (dispositie) halfwaardetijd van ongeveer 1,5 uur, met plasmaconcentraties van minder dan 5% van de piekconcentraties op 2 uur na toediening en een terminale halfwaardetijd van ongeveer 19 uur. De terminale halfwaardetijd van DED is ongeveer 19 uur. Hepatic impairment Priligy is gecontra-indiceerd bij patiënten met matige en ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pugh klasse B en C). Bij patiënten met lichte leverinsufficiëntie was de Cmax van ongebonden dapoxetine met 28% verlaagd en de AUC van ongebonden dapoxetine bleef onveranderd. De Cmax en de AUC van de ongebonden actieve fractie (de som van de blootstellingen aan ongebonden dapoxetine en desmethyldapoxetine) waren met respectievelijk 30% en 5% afgenomen. Bij patiënten met matige leverinsufficiëntie was de Cmax van ongebonden dapoxetine in wezen onveranderd (3% verlaagd) en de AUC van ongebonden dapoxetine met 66% toegenomen. De Cmax van de ongebonden actieve fractie was niet wezenlijk veranderd, de AUC was verdubbeld. Bij patiënten met ernstige leverinsufficiëntie was de Cmax van ongebonden dapoxetine afgenomen met 2%, maar de AUC van ongebonden dapoxetine was met ongeveer 223% toegenomen. De Cmax en de AUC van de actieve fractie waren in dezelfde mate veranderd. FDA-Label not licensed in the USA 6

7 Escitalopram Section Citraplax 20 mg/ml, druppels voor oraal gebruik, oplossing - SPC Absorption F: 80% tmax: h Gemiddelde tijd tot maximale concentratie (gemiddelde Tmax) is uur na multiple dosering). De absolute biobeschikbaarheid is, net als bij racemische citalopram, naar verwachting ongeveer 80%. Distribution fb: 80% Vd: L/kg Het blijkbare volume van distributie (Vd,β/F) na orale toediening is ongeveer12 tot 26 l/kg. De plasma-eiwitbinding is onder 80% voor escitalopram en zijn belangrijkste metabolieten Metabolism M: ++ Active? yes Lever: CYP2C19, (CYP3A + CYP2D6) Escitalopram wordt gemetaboliseerd in de lever naar de gedemethyleerde en gedidemethyleerde metabolieten. Beiden zijn farmacologisch actief. Mogelijk wordt het stikstof geoxideerd en vormt zo de N-oxide metaboliet. Zowel de moederstof als metabolieten worden gedeeltelijk uitgescheiden als glucoronides. Na meervoudige dosering zijn de gemiddelde concentraties van de demethyl- en didemethylmetabolieten meestal respectievelijk 28-31% en < 5% van de escitalopramconcentratie. Biotransformatie van escitalopram naar de gedemethyleerde metaboliet wordt hoofdzakelijk gemedieerd door CYP2C19. Enige bijdrage van de enzymen CYP3A en CYP2D6 is mogelijk. Elimination t1/2: 30 h HE: + RE:++ De eliminatie halfwaardetijd (t½β) na meervoudige dosering is ongeveer 30 uur en de orale plasmaklaring (Cloral) is ongeveer 0,6 l/min. De belangrijkste metabolieten hebben een significant langere halfwaardetijd. Aangenomen wordt dat escitalopram en zijn belangrijkste metabolieten geëlimineerd worden door zowel de hepatische (metabole) als de renale routes, waarbij het grootste deel van de dosis wordt uitgescheiden als metabolieten in de urine. Hepatic impairment Gedurende de eerste twee weken van de behandeling wordt een aanvangsdosis van 5 mg (5 druppels) per dag aanbevolen bij patiënten met lichte tot matige leverfunctiestoornis. Afhankelijk van de individuele respons van de patiënt kan de dosis verhoogd worden naar 10 mg (10 druppels) dagelijks. Bij patiënten met ernstig verminderde leverfunctie wordt voorzichtigheid en extra zorgvuldige dosis titratie geadviseerd. Het maken van een ECG wordt aanbevolen in het geval van een overdosering, bij patiënten met congestief hartfalen/bradyaritmieën, bij patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen gebruiken die het QT-interval verlengen en bij patiënten met een veranderd metabolisme, bijvoorbeeld een leverfunctiestoornis. Bij patiënten met lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child Pugh Criteria A en B), is de halfwaardetijd van escitalopram ongeveer tweemaal zo lang en was de blootstelling 60% hoger dan bij personen met een normale leverfunctie FDA-Label escitalopram oxalate solution Taro Pharmaceuticals U.S.A., Inc. In subjects with hepatic impairment, clearance of racemic citalopram was decreased and plasma concentrations were increased. The recommended dose of escitalopram oral solution in hepatically impaired patients is 10 mg/day Citalopram oral clearance was reduced by 37% and half-life was doubled in patients with reduced hepatic function compared to normal subjects. 7

8 Fluoxetine Section Prozac 20 mg dispergeerbare tabletten - SPC Absorption F: tmax: 6-8 h Fluoxetine wordt na orale toediening goed vanuit het maagdarmkanaal geabsorbeerd. Distribution fb: 95% Vd: 20-0 L/kg Fluoxetine is extensief gebonden aan plasma-eiwitten (ca. 95%) en wordt breed gedistribueerd (distributievolume: 20-0 l/kg). Na enkele weken behandeling worden steady-state plasmaconcentraties bereikt. Na langdurige medicatie zijn de steady-state concentraties gelijk aan de concentraties die na tot 5 weken worden waargenomen. Metabolism M: ++ Lever: CYP2D6 Fluoxetine heeft een niet-lineair farmacokinetisch profiel met het effect van de eerste leverpassage. De maximale plasmaconcentratie wordt in het algemeen 6 tot 8 uur na toediening bereikt. Fluoxetine wordt extensief gemetaboliseerd door het polymorfe enzym CYP2D6. Fluoxetine wordt primair door de lever gemetaboliseerd tot de werkzame metaboliet norfluoxetine (demethylfluoxetine), door demethylering Elimination t1/2: -6 days HE: RE: 60% De eliminatiehalfwaardetijd van fluoxetine is tot 6 dagen en die van norfluoxetine bedraagt tot 16 dagen. Deze lange halfwaardetijden zijn bepalend voor het voortduren van de werkzaamheid van het middel gedurende 5-6 weken na beëindiging. De uitscheiding geschiedt voornamelijk (ca. 60%) via de nieren. Hepatic impairment Men dient een lagere of minder frequente dosis (bijv. om de dag 20 mg) te overwegen bij patiënten met leverfunctiestoornissen of bij patiënten bij wie gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen het risico van interactie met Prozac in zich bergt. Fluoxetine wordt uitgebreid gemetaboliseerd door de lever en wordt door de nieren uitgescheiden. Bij patiënten met een significante leverdysfunctie wordt een lagere dosering, bijvoorbeeld toediening om de dag, aanbevolen. In geval van leverinsufficiëntie (alcoholische cirrose) worden de halfwaardetijden van fluoxetine en norfluoxetine verlengd tot respectievelijk 7 en 12 dagen. Een lagere of minder frequente dosering moet dan worden overwogen. FDA-Label fluoxetine capsules McKesson Packaging Services Business Unit of McKesson Corporation As with many other medications, a lower or less frequent dosage should be used in patients with hepatic impairment. In subjects with cirrhosis of the liver, the clearances of fluoxetine and its active metabolite, norfluoxetine, were decreased, thus increasing the elimination half-lives of these substances. A lower or less frequent dose of fluoxetine should be used in patients with cirrhosis. Caution is advised when using fluoxetine in patients with diseases or conditions that could affect its metabolism. 8

9 Fluvoxamine Section Fevarin 50, filmomhulde tabletten - SPC Absorption F: 53% tmax: 3-8 h Na orale toediening wordt fluvoxamine volledig opgenomen. Binnen 3-8 uur na toediening worden maximale plasmaspiegels bereikt. Door het first-pass metabolisme is de absolute biologische beschikbaarheid 53%. De farmacokinetische eigenschappen van fluvoxamine worden niet beïnvloed door gelijktijdige inname van voedsel. Distribution fb: 80% Vd: 25 L/kg In vitro is de plasma-eiwitbinding van fluvoxamine 80%. Het distributievolume bij mensen is 25 l/kg. Metabolism M: ++ Active? no Liver: yes Fluvoxamine wordt voornamelijk gemetaboliseerd in de lever. Bij gelijkblijvende dosering wordt na 10-1 dagen een constante plasmaspiegel bereikt. Fluvoxamine wordt in de lever, voornamelijk via oxidatieve demethylering, omgezet in tenminste 9 metabolieten, die door de nieren worden uitgescheiden. De twee belangrijkste metabolieten vertonen een verwaarloosbare farmacologische activiteit. Van de overige metabolieten is niet te verwachten dat ze farmacologisch actief zijn. Fluvoxamine vertoont een lineaire farmacokinetiek na toediening van een enkelvoudige dosis. De steady-state plasmaspiegels zijn hoger dan berekend op grond van de gegevens na enkelvoudige dosering en deze onevenredige toename is meer uitgesproken bij hogere dagelijkse doseringen. Elimination t1/2: h HE: RE: ++ De gemiddelde plasmahalfwaardetijd is ongeveer uur na een enkelvoudige dosis en iets langer (17-22 uur) na meervoudige dosering. Hepatic impairment Bij patiënten met lever- of nierinsufficiëntie dient de behandeling met een lage dosis onder zorgvuldige begeleiding te worden begonnen. Het metabolisme van fluvoxamine is verminderd bij patiënten met leverinsufficiëntie. FDA-Label fluvoxamine maleate tablet, film coated Synthon Pharmaceuticals, Inc A cross study comparison (healthy subjects vs. patients with hepatic dysfunction) suggested a 30% decrease in fluvoxamine clearance in association with hepatic dysfunction. Elderly patients and those with hepatic impairment have been observed to have a decreased clearance of fluvoxamine maleate. Consequently, it may be appropriate to modify the initial dose and the subsequent dose titration for these patient groups. 9

10 Paroxetine Section Seroxat 20 mg tablet, filmomhulde tabletten- SPC Absorption F: 50% tmax: 5 h Paroxetine wordt na orale toediening goed geabsorbeerd en ondergaat firstpass metabolisme. Gedeeltelijke verzadiging van het first-pass effect en verminderde plasmaklaring treden op als de belasting op het lichaam toeneemt met hogere enkelvoudige of meervoudige dosering. Dit leidt tot disproportionele toename van de plasmaconcentraties paroxetine en daardoor zijn de farmacokinetische parameters niet constant, wat leidt tot non-lineaire kinetiek. De non-lineariteit is echter in het algemeen klein en blijft beperkt tot die proefpersonen die lage plasmaspiegels bereiken bij lage doseringen. Steady state systemische spiegels worden bereikt 7 tot 1 dagen na het begin van de behandeling. Distribution fb: 95% Vd: ++ Paroxetine wordt sterk gedistribueerd in het weefsel en farmacokinetische berekeningen geven aan dat slechts 1% van de paroxetine in het lichaam in het plasma zit. Ongeveer 95% van de aanwezige paroxetine is eiwitgebonden bij therapeutische concentraties. Er is geen correlatie gevonden tussen de plasmaconcentraties paroxetine en het klinisch effect (bijwerkingen en werkzaamheid). Metabolism M: >90% Active? no Lever: partly by CP2D6 De hoofdmetabolieten van paroxetine zijn polair en geconjugeerde producten van oxidatie en methylering die direct geklaard worden. Gelet op hun relatief lage farmacologische activiteit is het zeer onwaarschijnlijk dat zij bijdragen aan de therapeutische effecten van paroxetine. Het metabolisme compromitteert de selectieve werking van paroxetine op de neuronale 5-HT opname niet. Elimination t1/2: 1 day HE: 36% RE: 6% De uitscheiding van onveranderd paroxetine in de urine is over het algemeen minder dan 2% terwijl die van de metabolieten ongeveer 6% van de dosering is. Ongeveer 36% van de dosering wordt uitgescheiden in de feces, vermoedelijk via de gal, waarvan onveranderd paroxetine minder dan 1% van de dosering bedraagt. De eliminatie van paroxetine geschiedt dus vrijwel geheel door metabolisme. De metabolietenexcretie kent twee fasen en is in eerste instantie het resultaat van het first-pass metabolisme en wordt vervolgens geregeld door systemische eliminatie van paroxetine. De eliminatie halfwaardetijd is variabel maar is in het algemeen één dag. Hepatic impairment Verhoogde plasmaconcentraties van paroxetine treden op bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring minder dan 30 ml/min) of bij personen met een leverfunctiestoornis FDA-Label paroxetine hydrochloride hemihydrate tablet, film coated Jubilant Cadista Pharmaceuticals Inc Increased plasma concentrations of paroxetine occur in subjects with renal and hepatic impairment. Patients with hepatic functional impairment had about a 2-fold increase in plasma concentrations (AUC, C max). The initial dosage should therefore be reduced in patients with severe renal or hepatic impairment, and upward titration, if necessary, should be at increased intervals. The recommended initial dose is 10 mg/day for elderly patients, debilitated patients, and/or patients with severe renal or hepatic impairment. Increases may be made if indicated. Dosage should not exceed 0 mg/day. 10

11 Sertraline Section Zoloft 25, filmomhulde tabletten 25 mg- SPC Absorption F: tmax:.5 8. h Na orale toediening van eenmaal daagse dosering van 50 tot 200 mg sertraline aan de mens, ontstaan maximale plasmaconcentraties van sertraline na,5 tot 8, uur na de dagelijkse toediening van het geneesmiddel. Distribution fb: 98% Vd: Ongeveer 98 % van het circulerende geneesmiddel is gebonden aan plasmaeiwitten. Metabolism M: ++ Active:? Liver: yes, CYP3a, CYP2C19, CYP2B6 Sertraline ondergaat uitgebreid first-pass levermetabolisme. Gebaseerd op klinische en op in-vitro gegevens kan geconcludeerd worden dat sertraline gemetaboliseerd wordt via verschillende wegen, waaronder CYP3A, CYP2C19 en CYP2B6. Sertraline en zijn belangrijkste metaboliet desmethylsertraline zijn in-vitro ook substraat van P-glycoproteïne. Elimination t1/2: 26 h HE: + RE:+ De gemiddelde halfwaardetijd van sertraline is ongeveer 26 uur (bereik uur). In overeenstemming met de terminale eliminatiehalfwaardetijd is er een ongeveer tweevoudige accumulatie tot aan steady state concentraties, die na een week van eenmaal daagse dosering bereikt worden. De halfwaardetijd van N-desmethylsertraline ligt in het bereik van 62 tot 10 uur. Sertraline en N- desmethylsertraline worden beide uitgebreid gemetaboliseerd in de mens en de resulterende metabolieten worden in gelijke hoeveelheden in de feces en de urine uitgescheiden. Slechts een kleine hoeveelheid (<0,2%) wordt onveranderd in de urine uitgescheiden. Hepatic impairment Het gebruik van sertraline bij patiënten met leveraandoeningen dient voorzichtig te geschieden. Bij patiënten met leverfunctiestoornissen dient een lagere of minder frequente dosis te worden gebruikt. Sertraline dient niet gebruikt te worden in geval van ernstige leverfunctiestoornis aangezien hiervoor geen klinische gegevens beschikbaar zijn. Sertraline wordt grotendeels door de lever gemetaboliseerd. In een farmacokinetische studie met herhaalde doses sertraline bij patiënten met een lichte, stabiele cirrose werd een, in vergelijking met normale individuen, verlengde halfwaardetijd en een ongeveer drie keer zo grote AUC en C max gezien. Er werden geen significante verschillen in de plasma-eiwitbinding tussen de twee groepen waargenomen. Het gebruik van sertraline bij patiënten met leverziekte dient voorzichtig te geschieden. Indien sertraline wordt toegediend aan patiënten met leverinsufficiëntie dient een lagere of minder frequente dosis te worden overwogen. Sertraline dient niet gebruikt te worden bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen FDA-Label sertraline hydrochloride tablet, film coated West- Ward Pharmaceutical Corp As might be predicted from its primary site of metabolism, liver impairment can affect the elimination of sertraline. In patients with chronic mild liver impairment (N=10, 8 patients with Child-Pugh scores of 5 to 6 and 2 patients with Child-Pugh scores of 7 to 8) who received 50 mg sertraline per day maintained for 21 days, sertraline clearance was reduced, resulting in approximately 3-fold greater exposure compared to age-matched volunteers with no hepatic impairment (N=10). The exposure to desmethylsertraline was approximately 2-fold greater compared to age-matched volunteers with no hepatic impairment. There were no significant differences in plasma protein binding observed between the two groups. The effects of sertraline in patients with moderate and severe hepatic impairment have not been studied. The results suggest that the use of sertraline in patients with liver disease must be approached with caution. If sertraline is administered to patients with liver impairment, a lower or less frequent dose should be used 11

12 Venlafaxine Section Efexor XR 37,5, capsules met verlengde afgifte, hard, 37,5 mg- SPC Absorption F: 0-5% tmax: 2-3 h Na een enkele orale dosis van venlafaxine directe afgifte, wordt ten minste 92% geabsorbeerd. De absolute biologische beschikbaarheid is 0% tot 5% als gevolg van presystemisch metabolisme. Na toediening van venlafaxine directe afgifte, treden piekplasmaconcentraties van venlafaxine en ODV binnen respectievelijk 2 tot 3 uur op. Na toediening van venlafaxine capsules met verlengde afgifte, worden piekplasmaconcentraties van venlafaxine en ODV binnen respectievelijk 5,5 en 9 uur bereikt. Distribution fb: Vd: Venlafaxine en ODV worden in therapeutische concentraties minimaal aan humane plasma-eiwitten gebonden (27% en 30%, respectievelijk). Het verdelingsvolume van venlafaxine op steady-state is,±1,6 l/kg na intraveneuze toediening. Metabolism M: Lever: Venlafaxine wordt uitgebreid gemetaboliseerd, voornamelijk tot de werkzame metaboliet O-desmethylvenlafaxine (ODV). Na absorptie ondergaat venlafaxine een uitgebreide metabolisatie in de lever. In vitro en in vivo onderzoek wijst uit dat venlafaxine tot zijn belangrijkste werkzame metaboliet ODV wordt gebiotransformeerd door CYP2D6. In vitro en in vivo onderzoek wijst uit dat venlafaxine tot een minder werkzame metaboliet, N-desmethylvenlafaxine, wordt gemetaboliseerd door CYP3A Elimination t1/2: HE: RE: Venlafaxine en zijn metabolieten worden hoofdzakelijk uitgescheiden via de nieren. Circa 87% van een dosis venlafaxine komt binnen 8 uur in de urine terecht als onveranderd venlafaxine (5%), ongeconjugeerd ODV (29%), geconjugeerd ODV (26%) of andere ondergeschikte niet-werkzame metabolieten (27%). De gemiddelde ± SD steady-state plasmaklaring van venlafaxine en ODV zijn respectievelijk 1,3±0,6 l/u/kg en 0,±0,2 l/u/kg. Hepatic impairment Bij patiënten met milde tot matige leverinsufficiëntie dient over het algemeen een dosisverlaging van 50% overwogen te worden. Echter, vanwege inter-individuele variabiliteit in de klaring kan individualisering van de dosering gewenst zijn. Er zijn beperkte gegevens van patiënten met ernstige leverinsufficiëntie. Voorzichtigheid dient te worden betracht en een dosisvermindering van meer dan 50% dient in overweging genomen te worden. Het potentiële voordeel dient te worden afgewogen tegen het risico van de behandeling voor patiënten met ernstige leverinsufficiëntie. Bij personen met Child-Pugh A (lichte leverinsufficiëntie) en Child-Pugh B (matige leverinsufficiëntie) werden, in vergelijking tot normale personen, de venlafaxine- en ODV-halfwaardetijden verlengd. Zowel de orale klaring van venlafaxine als die van ODV werden verminderd. Er werd een grote mate van interpersoonlijke variabiliteit waargenomen. Er zijn beperkte gegevens beschikbaar van patiënten met ernstige leverinsufficiëntie FDA-Label venlafaxine hydrochloride tablet Aurobindo Pharma Limited In 9 subjects with hepatic cirrhosis, the pharmacokinetic disposition of both venlafaxine and ODV was significantly altered after oral administration of venlafaxine. Venlafaxine elimination half-life was prolonged by about 30%, and clearance decreased by about 50% in cirrhotic subjects compared to normal subjects. ODV elimination half-life was prolonged by about 60% and clearance decreased by about 30% in cirrhotic subjects compared to normal subjects. A large degree of intersubject variability was noted. Three patients with more severe cirrhosis had a more substantial decrease in venlafaxine clearance (about 90%) compared to normal subjects. In a second study, venlafaxine was administered orally and intravenously in normal (n = 21) subjects, and in Child-Pugh A (n = 8) and Child-Pugh B (n = 11) subjects (mildly and moderately impaired, respectively). Venlafaxine oral bioavailability was increased 2 to 3 fold, oral elimination half-life was approximately twice as long and oral clearance was reduced by more than half, compared to normal subjects. In hepatically impaired subjects, ODV oral elimination half-life was prolonged by about 0%, while oral clearance for ODV was similar to that for normal subjects. A large degree of intersubject variability was noted. Given the decrease in clearance and increase in elimination half-life for both venlafaxine and ODV that is observed in patients with hepatic cirrhosis and mild and moderate hepatic impairment compared to normal subjects, it is recommended that the total daily dose be reduced by 50% in patients with mild to moderate hepatic impairment. Since there was much individual variability in clearance between subjects with cirrhosis, it may be necessary to reduce the dose even more than 50%, and individualization of dosing may be desirable in some patients. 12

13 2. Literature study Search strategy Pubmed ("Liver cirrhosis"[mesh] OR cirrho*[tiab] OR "hepatic impairment"[tiab] OR liver impairment [tiab] OR hepatic dysfunction [tiab] OR liver dysfunction [tiab] OR hepatic insufficiency [tiab] OR liver insufficiency [tiab]) AND ("Citalopram"[Mesh] OR "dapoxetine" [Supplementary Concept] OR "Fluoxetine"[Mesh] OR "Fluvoxamine"[Mesh] OR "Paroxetine"[Mesh] OR "Sertraline"[Mesh] OR "Venlafaxine Hydrochloride"[Mesh] OR "citalopram"[tiab] OR "dapoxetine" [tiab] OR escitalopram [tiab] OR "fluoxetine"[tiab] OR "fluvoxamine"[tiab] OR paroxetine [tiab] OR "sertraline"[tiab] OR "venlafaxine"[tiab]) NOT ("animals"[mesh Terms] NOT "humans"[mesh Terms]) Embase 'liver cirrhosis'/exp OR 'liver cirrhosis' OR cirrho*:ti OR 'hepatic impairment':ti OR 'liver impairment':ti OR 'hepatic dysfunction':ti OR 'liver dysfunction':ti OR 'hepatic insufficiency':ti OR 'liver insufficiency':ti) AND ('citalopram'/exp OR 'citalopram' OR 'dapoxetine'/exp OR 'dapoxetine' OR 'escitalopram'/exp OR 'escitalopram' OR 'fluoxetine'/exp OR 'fluoxetine' OR 'fluvoxamine'/exp OR 'fluvoxamine' OR 'paroxetine'/exp OR 'paroxetine' OR 'sertraline'/exp OR 'sertraline' OR 'venlafaxine'/exp OR 'venlafaxine' OR 'citalopram':ab,ti OR 'dapoxetine':ab,ti OR 'escitalopram':ab,ti OR 'fluoxetine':ab,ti OR 'fluvoxamine':ab,ti OR 'paroxetine':ab,ti OR 'sertraline':ab,ti OR 'venlafaxine':ab,ti) AND [humans]/lim Flowchart Records found in databases Pubmed: n=7 Embase: n=270 Title and abstract screened (n=3) Removal of dublicate records (n=23) Excluded records (n=267) No cirrhosis (n=110) o NAFLD (n=2) o Auto immune disease (n=1) o Hepatitis (n=28) o Transplantation (n=6) o Cholestatic disease (n=3) o Other (n=30) No SSRI (n=72) DILI (n=23) Animal study (n=1) Molecular level (n=1) Other (n=60) Complete study screened (n=5) Excluded records (n=22) Not specifically SSRI (n=3) Not specifically cirrhosis (n=9) Other outcome (n=) Other (n=6) Additional records found References: n=2 Citation tracking via Web of Science: n=0 Included studies (n=3) 13

14 3. Summary tables of literature Pharmacokinetic data Level of Referenc evidence e CITALOPRAM 3 Joffe; 1997 ESCITALOPRAM 3 FLUOXETINE Areberg; 2006 Design Single dose NON- MEM PK modeling Intervention 20 mg citalopram PO (also IV in controls) Single dose 20 mg escitalopram Results Healthy controls Cirrhotic patients CTP A CTP B CTP C Remarks n=12 n= 2 n= n= 3 Citalopram was well tolerated and no serious AEs were Cmax (nmol/l) 122 (22) 51 (1) Ratio 0.2 reported. Pharmacokinetic changes tmax (h; range) (2) 2.6 (1.) were poorly correlated to t1/2 (h) 36.8 (3.7) 83. (21.9)*** measures of organ function Cloral (l.h/kg) 0.33 (0.07) 0.21 (0.0)*** The authors suggest a lower ClR (l.h/kg) 0.05 (0.01) 0.07 (0.0) dosage may be appropriate Vz/F (L/kg) 17. (2.2) 2. (5.7)*** Authors state that peak Ae (% of dose) 9.9 (2.0) 21.5 (12.1) plasma concentration was not DCT Ae (% dose) 5.0 (1.5).6 (3.0)*** different? DDCT Ae (% dose) 0.9 (0.5) 1.7 (1.8)** n= 6 n= 6 n= 6 CL/F (L/h) 25.2± ± ±6.9 AUC (nm/h) 2590± ± ±162 0 ratio Escitalopram was tolerated well, no serious AEs were reported. Most AEs were gastrointestinal of origin and were transient and either mild or moderate in intensity. CYP2C19 activity was a better predictor or clearance than CTP class n= 12 n= 12 (compensated) 1 patient vomited shortly after administration, his data Cl (ml/min/kg) 9.6±6.9.2±2.3** were excluded. No other AEs occurred V (L/kg) 35±21 51±9 After about 1 week 0 (n=6) t1/2 norfluoxetine levels were Schenker; Single or 60 mg (days) 2.2± ±.9*** 3 higher in patients 1988 dose (n=6) fb (%) 90.9± ±1.3 No substantial correlation fluoxetine between hepatic function MET - Cl (ml/min/kg) 2.0± ±0.2* tests and PK parameters was MET - V (L/kg) 2±6.2 36±11*** found A reduction of 50% in dose is MET - t1/2 (days) 6.±2.5 12±2.3*** recommended Results are expressed as mean±sd. AE=adverse event, MET=norfluoxetine, ratio= ratio [cirrhotic patients/healthy controls]. * p<0.05 vs. healthy controls, ** p<0.01 vs. healthy controls, *** p<0.005 vs. healthy controls 1

15 Level of evidence FLUVOXAMINE Reference van Harten; 1993 Orlando; 2006 Orlando; 200 Design historically controlled trial Multiple dosing during 5 days Multiple dosing during days Intervention Single dose 100 mg fluvoxamine 50 mg fluvoxamine BID 100 mg fluvoxamin OD Results Healthy controls Cirrhotic patients Remarks n=12 n=13 fluvoxamine was well Cmax (µg/ml) 36 (31-3) 39 (31-8) Ratio 1.08 AUC(0- ) (ng.h/ml) 860 (6-118) 1338 ( ) Ratio 1.56 tmax (h) a 6 (-12) t1/2 (h) b 16±5 2.7±10.6 CL/F (L/h) 5.8 ( ) CTP A n=10 CTP C n=10 CMIN,SS (ng/ml) 75 ±26 95±0 130±2** ratio n=10 n=10 AUC0-1 h (ng.h/ml) 866± ± ±790* ratio tolerated in the patients. reported AEs: dry mouth (n=2), lassitude (n=3) and daytime drowsiness (n=2). BSP elimination rate and total bilirubin correlated with half-life Other outcome (-) AEs (fatigue, drowsiness, nausea) were somewhat more frequent in patients with CTP C. However, these were always moderate in severity, and none stopped because of AEs Other outcome (-) AUC until 1 hours Reported AEs (tiredness, drowsiness, nausea) were always moderate in severity, and somewhat more frequent in CTP C patients Results are expressed as mean (95%CI) [van Harten] or as mean±sd [Orlando]. AE=adverse event, BSP=bromosulphophthalein sodium test; test for degree of impairment of liver function, MET=desmethylsertraline, ratio= ratio [cirrhotic patients/healthy controls]. a. median (range), b. mean±sd 15

16 Level of evidence PAROXETINE 3 Reference Dalhoff; 1991 Krastev; 1989 Design Intervention Multipedose study for 1 days Single dose 30 mg paroxetine (controls + 2 patients) 20 mg in rest of patients 20 mg paroxetine Results Healthy controls Cirrhotic patients Remarks n=6 n=12 15 patients started, but 3 left the study after one day due AUC0-2h 5.6± ±6.6 to nausea. All patients except (ng.h/ml.mg) 1 experienced AEs. Most Ratio 1.96 frequently: transient nausea, lasting up to 3 days. There Cmax,SS (ng/ml/mg) 2.8±0.86.9±2.18 was no correlation found with Ratio 1.81 Cmax,SS. Tiredness was the second most frequent AE CMIN,SS (ng/ml/mg) 1.3± ±1.9 No correlation was found Ratio 2.2 between PK and hepatic function markers (APC and t1/2 (h) 36±20 83±82 GEC) Ae (mg/day) 0.50± ±0.52 n=12 None of the patients showed any AEs during the study Cmax (ng/ml).3 ( ) Compared to data from AUC (ng.h/ml) 16.2 ( ) [n=8] healthy controls in literature: data in cirrhotic patients was tmax (h; range) 2.8 ( ) comparable t1/2 (h) 18.8 ( ) [n=8] Ae (% of dose) 0.37 ( ) Results are expressed as mean±sd [Dalhoff] or as mean (range) [Krastev]. AE=adverse event, Ae= urinary excreation. APC=anitpyrine clearance, GEC=galactose elimination capacity, ratio= ratio [cirrhotic patients/healthy controls].] 16

17 Level of evidence SERTRALINE 3 Reference Demolis; 1996 Wilner; 1996 Design Single dose Intervention Multipledosing 100 mg sertraline PO 50 mg sertraline OD for 15 days Results Healthy controls Cirrhotic patients Remarks n=10 n= 9 (CTP A and B) correlation was observed Cmax (ng/ml) 20.6 [ ] 35.2 [ ]* between plasma concentration and serum Ratio 1.71 albumin and bilirubin concentration. AUC (ng.h/ml) 56 [ ] 2166 [35 386]* 1 patient and 1 control Ratio 3.97 experienced nausea of tmax (h; range) 6 [ 6] [2 6] moderate severity after 1 h, t1/2 (h) 25. [ ] 81.7 [ ]* followed by vomiting in the control. Another cirrhotic MET Cmax (ng/ml) 11.2 [ ] 7.9 [ ]* patient also vomited Ratio 0.71 Authors: start with 50 mg therapy, and adjust at least MET- tmax (h) 6 [6 10] 168 [96 216]* 15 days pass n=10 n= 10 abstract, no numbers (-) Cmax (ng/ml) there were no serious or untoward AEs observed Ratio 3 AUC0-2h (ng.h/ml) Ratio 3 t1/2 (h) fb (%) Results are expressed as mean (95%CI) [van Harten], mean±sd [Orland] or as median (95%CI) [Demolis]. AE=adverse event, BSP=bromosulphophthalein sodium test; test for degree of impairment of liver function, MET=desmethylsertraline, ratio= ratio [cirrhotic patients/healthy controls]. a. median (range), b. mean±sd 17

Beoordelingsrapport fosfomycine

Beoordelingsrapport fosfomycine Beoordelingsrapport fosfomycine Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A + B +C: Oraal: Geen nadelige effecten bekend IV: Onbekend Dosering: Toelichting: Oraal: Aanpassing van de dosering is

Nadere informatie

Beoordelingsrapport volumevergrotende laxantia

Beoordelingsrapport volumevergrotende laxantia Beoordelingsrapport volumevergrotende laxantia Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Dosering: Toelichting: ChildPugh A + B + C Psyllium: geen nadelige effecten bekend Sterculiagom: geen nadelige effecten

Nadere informatie

Beoordelingsrapport antacida

Beoordelingsrapport antacida Beoordelingsrapport antacida Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A + B + C Algeldraat/magnesiumhydroxide(/dimeticon): onbekend Aluminiumhydroxide/magnesiumcarbonaat: onbekend Calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat:

Nadere informatie

Beoordelingsrapport clindamycine

Beoordelingsrapport clindamycine Beoordelingsrapport e Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A + B + C: Geen nadelige effecten bekend Dosering: Child-Pugh A Aanpassing van de dosering is niet nodig Child-Pugh B + C Aangeraden

Nadere informatie

Beoordelingsrapport nitrofurantoïne

Beoordelingsrapport nitrofurantoïne Beoordelingsrapport nitrofurantoïne Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A + B + C: Onbekend Dosering: Toelichting: Doseeradvies niet mogelijk Er is maar een kleine studie gedaan met nitrofurantoïne

Nadere informatie

Beoordelingsrapport meglitiniden

Beoordelingsrapport meglitiniden Beoordelingsrapport meglitiniden Veiligheid en doseeradvies repaglinide Conclusie: Child-Pugh A: onbekend Child-Pugh B+C: nadelige effecten bekend Dosering: Child-Pugh A: Aanvankelijk 0% van de startdosering,

Nadere informatie

Beoordelingsrapport contactlaxantia

Beoordelingsrapport contactlaxantia Beoordelingsrapport contactlaxantia Veiligheid en doseeradvies Conclusie: ChildPugh A + B + C Bisacodyl: geen nadelige effecten bekend Picozwavelzuur: onbekend Senna: onbekend Sennosiden: onbekend Dosering:

Nadere informatie

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Barnidipine C08CA12, december 2017 Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt barnidipine door

Nadere informatie

Beoordelingsrapport dihydropyridines

Beoordelingsrapport dihydropyridines Beoordelingsrapport dihydropyridines Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A+B+C: Amlodipine: geen nadelige effecten bekend Nifedipine: geen nadelige effecten bekend Nimodipine: PO: geen nadelige

Nadere informatie

BEOORDELINGSRAPPORT BENZODIAZEPINES

BEOORDELINGSRAPPORT BENZODIAZEPINES BEOORDELINGSRAPPORT BENZODIAZEPINES Veiligheids- en doseeradvies Conclusie Child-Pugh A + B + C Alle benzodiazepines zijn geclassificeerd als nadelige effecten bekend. Zolpidem is geclassificeerd als onveilig

Nadere informatie

Farmacokinetiek in klinisch onderzoek. Dr. Floor van Rosse Apotheek Erasmus MC

Farmacokinetiek in klinisch onderzoek. Dr. Floor van Rosse Apotheek Erasmus MC Farmacokinetiek in klinisch onderzoek Dr. Floor van Rosse Apotheek Erasmus MC Even voorstellen BSc Biomedische wetenschappen (UU) MSc Epidemiologie (UU) O.a. klinische epidemiologie en farmaco-epidemiologie

Nadere informatie

BEOORDELINGSRAPPORT SYSTEMISCHE ANTIHISTAMINICA

BEOORDELINGSRAPPORT SYSTEMISCHE ANTIHISTAMINICA BEOORDELINGSRAPPORT SYSTEMISCHE ANTIHISTAMINICA Veiligheids- en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A + B + C Cetirizine: geen nadelige effecten bekend Levocetirizine: geen nadelige effecten bekend Desloratadine:

Nadere informatie

Beoordelingsrapport thiazidediuretica

Beoordelingsrapport thiazidediuretica Beoordelingsrapport thiazidediuretica Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A+B+C: Hydrochloorthiazide: geen nadelige effecten bekend Chloortalidon: onbekend Epitizide: onbekend Indapamide:

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Angiotensine-II-antagonisten

Beoordelingsrapport Angiotensine-II-antagonisten Beoordelingsrapport Angiotensine-II-antagonisten Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A Alle AT-2-antagonisten: geen nadelige effecten bekend Child-Pugh B Alle AT-2-antagonisten: Child-Pugh

Nadere informatie

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

SAMENVATTING EN CONCLUSIES SAMENVATTING EN CONCLUSIES De afgelopen 10 jaar hebben de taxanen paclitaxel (Taxol ) en docetaxel (Taxotere ) een belangrijke plaats verworven in de chemotherapeutische behandeling van kanker. Beide geneesmiddelen

Nadere informatie

200906_oefen.pdf. Tentamen 25 juni 2009, vragen

200906_oefen.pdf. Tentamen 25 juni 2009, vragen 200906_oefen.pdf Tentamen 25 juni 2009, vragen Universiteit Utrecht Farmacie Geneesmiddel en patient Naam: Collegekaartnummer: OPGAVEN TENTAMEN BLOK FA-201 GENEESMIDDEL EN PATIENT 25 juni 2009 9.00 12.00

Nadere informatie

Beoordelingsrapport galzuurbindende harsen

Beoordelingsrapport galzuurbindende harsen Beoordelingsrapport galzuurbindende harsen Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A+B+C: Colestyramine: Colesevelam: veilig geen nadelige effecten bekend Dosering: Toelichting: aanpassing van

Nadere informatie

Leverfunctiestoornis: benzodiazepineagonisten 5686

Leverfunctiestoornis: benzodiazepineagonisten 5686 Leverfunctiestoornis: benzodiazepineagonisten 5686 = = = = = ======= = = = Bron ref. 1 Vinkers et al. Kiezen voor de juiste benzodiazepine. Ned Tijdschr Geneeskd 2012;156:A4900. ref. 2 Ruiz et al. Keuze

Nadere informatie

Beoordelingsrapport fibraten

Beoordelingsrapport fibraten Beoordelingsrapport fibraten Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A Bezafibraat: Gemfibrozil: Ciprofibraat: Fenofibraat: Child-Pugh B en C Bezafibraat: onbekend Gemfibrozil: onbekend Ciprofibraat:

Nadere informatie

Farmacokinetiek en dynamiek

Farmacokinetiek en dynamiek Farmacokinetiek en dynamiek Het toepassen van informatie uit het farmacotherapeutisch kompas Douwe van der Meer Ziekenhuisapotheker 20-03-2018 Wie schrijf het Kompas? VWS ZI Verzekeraars Wat is de bron?

Nadere informatie

Beoordelingsrapport overige antilipaemica

Beoordelingsrapport overige antilipaemica Beoordelingsrapport overige antilipaemica Veiligheid en doseeradvies Conclusie: ChildPugh A: Ezetimib: geen nadelige effecten bekend Lomitapide: onbekend ChildPugh B en C: Ezetimib: onveilig Lomitapide:

Nadere informatie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers -- Commissie Analyse en Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers -- Commissie Analyse en Toxicologie SELECTIEVE SEROTONINE HEROPNAME REMMERS Geldt voor Indicatiegebied Monstermateriaal Afnametijdstip Bewaarcondities Inzending Interpretatie doelgroepen: volwassenen depressie en angststoornissen grote buis

Nadere informatie

Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een

Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een 1 2 Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een medicament tussen plasma en weefsels en de effecten

Nadere informatie

Beoordelingsrapport protonpompremmers

Beoordelingsrapport protonpompremmers Beoordelingsrapport protonpompremmers Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A + B Esomeprazol: geen nadelige effecten bekend Omeprazol: geen nadelige effecten bekend Rabeprazol: geen nadelige

Nadere informatie

Beoordelingsrapport SGLT-2-remmers

Beoordelingsrapport SGLT-2-remmers Beoordelingsrapport SGLT-2-remmers Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A of B Dapagliflozine: geen nadelige effecten bekend Empagliflozine: geen nadelige effecten bekend Canagliflozine: geen

Nadere informatie

Interactie VALPROINEZUUR + CARBAPENEMS. Dr. Stephanie Natsch Ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog

Interactie VALPROINEZUUR + CARBAPENEMS. Dr. Stephanie Natsch Ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog Interactie VALPROINEZUUR + CARBAPENEMS Dr. Stephanie Natsch Ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog Wat is het probleem? Bij toevoegen van een carbapenem bij patienten behandeld met valproïnezuur daalt

Nadere informatie

Beoordelingsrapport mycofenolaat mofetil

Beoordelingsrapport mycofenolaat mofetil Beoordelingsrapport mycofenolaat mofetil Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A+B: geen nadelige effecten bekend Child-Pugh C: onbekend Dosering: Child-Pugh A+B: Aanpassing van de dosering

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Beoordelingsrapport albumine

Beoordelingsrapport albumine Beoordelingsrapport albumine Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Dosering: Toelichting: Veilig Aanpassing van de dosering is niet nodig Albumine wordt veelvuldig gebruikt door patiënten met levercirrose.

Nadere informatie

Beoordelingsrapport tetracyclines

Beoordelingsrapport tetracyclines Beoordelingsrapport tetracyclines Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A + B Tigecycline: geen nadelige effecten bekend Doxycycline: onbekend Minocycline: onbekend Tetracycline: onbekend Child-Pugh

Nadere informatie

Beoordelingsrapport rifaximine

Beoordelingsrapport rifaximine Beoordelingsrapport rifaximine Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Dosering: Toelichting: Child-Pugh A+B+C: Veilig Aanpassing van de dosering is niet nodig e is een lokaal werkend antibioticum, dat goed

Nadere informatie

Beoordelingsrapport zwakke opioïden

Beoordelingsrapport zwakke opioïden Beoordelingsrapport zwakke opioïden Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A Tramadol: Codeïne: geen nadelige effecten bekend nadelige effecten bekend Child-Pugh B+C Tramadol: geen nadelige effecten

Nadere informatie

Beoordelingsrapport sterke opioïden

Beoordelingsrapport sterke opioïden Beoordelingsrapport sterke opioïden Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Fentanyl CTP A+B: CTP C: veilig, start met een halve begindosering en verhoog voorzichtig geen nadelige effecten bekend, start

Nadere informatie

Beoordelingsrapport thiazolidinedionen

Beoordelingsrapport thiazolidinedionen Beoordelingsrapport thiazolidinedionen Veiligheid en doseeradvies pioglitazon Conclusie: Child-Pugh A+ B + C: geen nadelige effecten bekend Dosering: Toelichting: Aanvankelijk laag beginnen met 1 maal

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Flavoxaat G04BD02, december 2018

Flavoxaat G04BD02, december 2018 Flavoxaat G04BD02, december 2018 Indicatie Urine-incontinentie, pollakisurie, nycturie, loze aandrang. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt flavoxaat door

Nadere informatie

Algemene kennis over farmacokinetiek (PK)

Algemene kennis over farmacokinetiek (PK) Algemene kennis over farmacokinetiek (PK) C max, klaring, Vd, halfwaardetijd, AUC, biologische beschikbaarheid, proteinebinding Watis ditjargon? Is dit belangrijk voor mij? 2-1 Algemene kennis over farmacokinetiek

Nadere informatie

Repaglinide + teriflunomide/leflunomide

Repaglinide + teriflunomide/leflunomide Repaglinide + /leflunomide 5789a SPC Aubagio + Public Assessment Report Aubagio (sept 2013) + extra info fabrikant Genzyme (mbt regime) toename Cmax repaglinide 1,7x en AUC 2,4x. Regime: dag 1-4 70 mg

Nadere informatie

Beoordelingsrapport sulfonamiden en trimethoprim

Beoordelingsrapport sulfonamiden en trimethoprim Beoordelingsrapport sulfonamiden en trimethoprim Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A+B+C Cotrimoxazol: geen nadelige effecten bekend Trimethoprim: geen nadelige effecten bekend Sulfadiazine:

Nadere informatie

ASSESSMENT REPORT PRO-KINETIC DRUGS

ASSESSMENT REPORT PRO-KINETIC DRUGS ASSESSMENT REPORT PRO-KINETIC DRUGS Safety and dosing advice Conclusion: Dosing: Child-Pugh A+B Metoclopramide: Domperidone: Child-Pugh C Metoclopramide: Domperidone: Child-Pugh A Metoclopramide: Domperidone:

Nadere informatie

Beoordelingsrapport pro-kinetica

Beoordelingsrapport pro-kinetica Beoordelingsrapport pro-kinetica Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A Metoclopramide: geen nadelige effecten bekend geen nadelige effecten bekend Dosering: Child-Pugh B Metoclopramide: Child-Pugh

Nadere informatie

Dosering van antibiotica tijdens dialyse. Anke Reuser AIOS Anesthesiologie

Dosering van antibiotica tijdens dialyse. Anke Reuser AIOS Anesthesiologie Dosering van antibiotica tijdens dialyse Anke Reuser AIOS Anesthesiologie 01-08-2017 AKI 60% mortaliteit Meeste mortaliteit agv sepsis (50%) Juiste dosering en spiegels van antibiotica cruciaal Onderdosering

Nadere informatie

Beoordelingsrapport DPP-4-remmers

Beoordelingsrapport DPP-4-remmers Beoordelingsrapport DPP-4-remmers Veiligheid en doseeradvies: Conclusie: Child-Pugh A/B: Linagliptine: geen nadelige effecten bekend Saxagliptine: geen nadelige effecten bekend Vildagliptine: geen nadelige

Nadere informatie

Summary of Product Characteristics

Summary of Product Characteristics 1.3.1.1 Summary of Product Characteristics 1.3.1.1-1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Loratadine Mdq 10 mg, tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke tablet bevat 10 mg loratadine. Voor

Nadere informatie

Medicatieaanpassing bij gestoorde nierfunctie: vaker dan u denkt!

Medicatieaanpassing bij gestoorde nierfunctie: vaker dan u denkt! (Diabetes-)(dialyse-)verpleegkundigen, internisten, arts-assistenten,.. Medicatieaanpassing bij gestoorde nierfunctie: vaker dan u denkt! Dr. T. van Gelder internist-nefroloog en internist-klinisch farmacoloog

Nadere informatie

Fesoterodine G04BD11, december 2017

Fesoterodine G04BD11, december 2017 Fesoterodine G04BD11, december 2017 Indicatie Urgency-incontinentie en/of toegenomen mictiefrequentie. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt fesoterodine

Nadere informatie

Summary of product characteristics / 1 van 5

Summary of product characteristics / 1 van 5 1.3.1.1 Summary of product characteristics 1.3.1.1 / 1 van 5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Isosorbidemononitraat CF 20 mg, tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Isosorbidemononitraat

Nadere informatie

Flash: chemotherapie en allergie

Flash: chemotherapie en allergie Flash: chemotherapie en allergie Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Opbouw Herkennen/graderen Bij welke producten/wanneer Behandeling Preventie? 2 Herkennen/graderen 3 4 5 6 Allergy 2013 7 Bij welke

Nadere informatie

Clobazam N05BA09, maart 2019

Clobazam N05BA09, maart 2019 Clobazam N05BA09, maart 2019 Indicatie Symptomatische behandeling van angst.(1,2) Adjuvant-therapie bij epileptische aanvallen, wanneer de patiënt met andere antiepileptica alleen niet voldoende kan worden

Nadere informatie

FARMACOKINETIEK EN ADME-PROCESSEN

FARMACOKINETIEK EN ADME-PROCESSEN TENTAMEN FARMACOKINETIEK EN ADME-PROCESSEN UITWERKINGEN Vakcode: 435084 Docent: dr. J.N.M. Commandeur Datum: 26 juni 2008 Tijd: 12-14 uur Zaal: KC.159 Zet op elk vel (incl. millimeterpapier) je naam en

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

Ervaring: het in RCTs geïncludeerde aantal oude patiënten is met <50 zeer klein.

Ervaring: het in RCTs geïncludeerde aantal oude patiënten is met <50 zeer klein. Nitrendipine C08CA08, januari 2018 Indicatie Nitrendipine is geregistreerd voor hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt nitrendipine door Ephor als

Nadere informatie

Indicatie Angina pectoris indien tevens hypertensie aanwezig is. Hypertensie.(1,2)

Indicatie Angina pectoris indien tevens hypertensie aanwezig is. Hypertensie.(1,2) Labetalol C07AG01, april 2019 Indicatie Angina pectoris indien tevens hypertensie aanwezig is. Hypertensie.(1,2) Parenteraal: Als snelle bloeddrukdaling vereist is, zoals bij ernstige hypertensie. Het

Nadere informatie

Beoordelingsrapport ACE-remmers

Beoordelingsrapport ACE-remmers Beoordelingsrapport ACEremmers Veiligheid en doseeradvies Conclusie: ChildPugh A Benazepril: Captopril: Enalapril: Fosinopril: Lisinopril: Perindopril: Ramipril: Quinapril: Trandolapril: Zofenopril: geen

Nadere informatie

Ervaring: het aantal ouderen dat in RCTs is bestudeerd is onbekend.

Ervaring: het aantal ouderen dat in RCTs is bestudeerd is onbekend. Clobazam N05BA09, mei 2018 Indicatie Angst Standpunt Ephor Clobazam wordt door Ephor niet als middel geadviseerd voor de behandeling van pathologische angst en spanning wegens de verlengde halfwaardetijd

Nadere informatie

Beoordelingsrapport COX-2-remmers

Beoordelingsrapport COX-2-remmers Beoordelingsrapport COX-2-remmers Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A+B+C: Celecoxib: onveilig Etoricoxib: onveilig Parecoxib: onveilig Dosering: Toelichting: Geen doseeradvies (onveilig)

Nadere informatie

Indicatie Urgency-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie.

Indicatie Urgency-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie. Tolterodine G04BD07, januari 2018 Indicatie Urgency-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt tolterodine door

Nadere informatie

DARO Retard capsules dextromethorfan 29,5 mg, capsules met gereguleerde afgifte

DARO Retard capsules dextromethorfan 29,5 mg, capsules met gereguleerde afgifte 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL DARO Retard capsules dextromethorfan 29,5 mg, capsules met gereguleerde afgifte 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 2.1 Algemene beschrijving DARO Retard capsules

Nadere informatie

van een arts, zelfs bij seizoensgebonden allergische conjunctivitis.

van een arts, zelfs bij seizoensgebonden allergische conjunctivitis. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Allergodil oogdruppels 0,5 mg/ml, oogdruppels, oplossing. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Azelastinehydrochloride 0,05%

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Azelastin-COMOD, 0,5 mg/ml oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Azelastinehydrochloride 0,05 % (0,50 mg/ml).

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Loratadine Sandoz 10 mg tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk tablet bevat 10 mg loratadine Voor de hulpstoffen,

Nadere informatie

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4) Fosinopril C09AA09, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt fosinopril door Ephor als behandeling van hypertensie niet

Nadere informatie

M, 65 j. Valproaat spiegels:

M, 65 j. Valproaat spiegels: M, 65 j. Valproaat spiegels: Medicatie: Paracetamol Doxycycline Meropenem Captopril Propofol Sufentanil Macrogol Zopiclon SDD Nadroparine Atenolol insuline Wat is er aan de hand? Interactie VALPROINEZUUR

Nadere informatie

VALDOXAN (agomelatine) Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Aanbevelingen met betrekking tot:

VALDOXAN (agomelatine) Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Aanbevelingen met betrekking tot: De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Valdoxan 25 mg. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze

Nadere informatie

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 augustus : Productinformatie Bladzijde : 1

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 augustus : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Fexofenadine HCl 180 PCH, 180 mg 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat 180 mg fexofenadinehydrochloride

Nadere informatie

Beoordelingsrapport sulfonylureumderivaten

Beoordelingsrapport sulfonylureumderivaten Beoordelingsrapport sulfonylureumderivaten Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Dosering: Toelichting: Child-Pugh A+B+C: Tolbutamide: veilig Glibenclamide: geen nadelige effecten bekend Gliclazide: geen

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol.

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol. 1.3.1.1 SmPC Page 1 of 5 1.3.1.1 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS Samenvatting van de productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Paracetamol 120 mg, zetpillen. Kruidvat Paracetamol 240 mg,

Nadere informatie

Beoordelingsrapport macroliden

Beoordelingsrapport macroliden Beoordelingsrapport macroliden Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A+B+C: Azitromycine: geen nadelige effecten bekend Claritromycine: geen nadelige effecten bekend Erytromycine: geen nadelige

Nadere informatie

Basale Farmacokinetiek op de Intensive care Armand R.J. Girbes & Noortje Swart

Basale Farmacokinetiek op de Intensive care Armand R.J. Girbes & Noortje Swart Basale Farmacokinetiek op de Intensive care Armand R.J. Girbes & Noortje Swart Intensive Care & Apotheek VU medisch centrum Netherlands Farmaco-terminologie Farmacologie de studie van geneesmiddelen observeerbare

Nadere informatie

Beoordelingsrapport overige calciumantagonisten

Beoordelingsrapport overige calciumantagonisten Beoordelingsrapport overige calciumantagonisten Veiligheid en doseeradvies Conclusie: Child-Pugh A + B Diltiazem: geen nadelige effecten bekend Verapamil: geen nadelige effecten bekend Child-Pugh C Diltiazem:

Nadere informatie

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 10 november : Productinformatie Bladzijde : 1

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 10 november : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Loratadine Teva 10 mg, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Loratadine Teva 10 mg bevat 10 mg loratadine per tablet. Hulpstof

Nadere informatie

Fesoterodine G04BD11, april 2019

Fesoterodine G04BD11, april 2019 Fesoterodine G04BD11, april 2019 Indicatie Behandeling van de symptomen (veelvuldig plassen en/of plotselinge aandrang tot plassen en/of urgency-incontinentie) die kunnen optreden bij volwassen patiënten

Nadere informatie

Summary 136

Summary 136 Summary 135 Summary 136 Summary The objectives of this thesis were to develop of a mouse model of neuropathic pain and spinal cord stimulation (SCS) and to increase the efficacy of spinal cord stimulation

Nadere informatie

Summary of the Product Characteristics

Summary of the Product Characteristics 1.3.1.1 Summary of the Product Characteristics 1.3.1.1-1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend

Nadere informatie

Paracetamol bij de patiënt met leverfunctiestoornissen. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC

Paracetamol bij de patiënt met leverfunctiestoornissen. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC Paracetamol bij de patiënt met leverfunctiestoornissen Mirjam Wikkerink, ANIOS IC Paracetamol Voor het eerst beschreven in 1886 1970 veilige dosering van 4d 1000 mg door FDA vastgesteld (deze dosering

Nadere informatie

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Natriumcromoglicaat oogdruppels 20 mg/ml, oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Nutritional Risk Screening (NRS 2002)

Nutritional Risk Screening (NRS 2002) Nutritional Risk Screening (NRS 2002) Bron: Kondrup, J., Rasmussen, H. H., Hamberg, O., Stanga, Z., & ad hoc ESPEN Working Group (2003). Nutritional Risk Screening (NRS 2002): a new method based on an

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Type 2 diabetes: hoe behandelen als de nieren niet meer zo willen

Type 2 diabetes: hoe behandelen als de nieren niet meer zo willen Type 2 diabetes: hoe behandelen als de nieren niet meer zo willen Bruce H.R. Wolffenbuttel, MD PhD Afd. Endocrinologie & Stofwisselingsziekten UMC www.umcg.net Pathogenese van type 2 diabetes defect insuline

Nadere informatie

Indicatie Urge-incontinentie en/of toegenomen mictiefrequentie.

Indicatie Urge-incontinentie en/of toegenomen mictiefrequentie. Darifenacine G04BD10, december 2017 Indicatie Urge-incontinentie en/of toegenomen mictiefrequentie. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt darifenacine door

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Farmacotherapie op maat

Samenvatting Hoofdstuk 1 Farmacotherapie op maat Samenvatting Hoofdstuk 1 Farmacotherapie op maat Patiënt komt bij arts en na diagnose schrijft hij of: Geen therapie voor. Niet medicamenteuze therapie voor. Farmacotherapie voor. Een combinatie van mogelijkheden

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Version 2017-12 Page 1 of 6 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat hooikoortstabletten loratadine 10 mg, tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke

Nadere informatie

Workshop farmacokinetiek. Marieke Zeeman Internist-ouderengeneeskunde Klinisch farmacoloog i.o.

Workshop farmacokinetiek. Marieke Zeeman Internist-ouderengeneeskunde Klinisch farmacoloog i.o. Workshop farmacokinetiek Marieke Zeeman Internist-ouderengeneeskunde Klinisch farmacoloog i.o. De wachtkamer Patiënt M Patiënt B Patiënt C Patiënt D Recapitulatie Oplaaddosis C 0 = F x D / Vd Klaring Cl

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Azelastinehydrochloride 0,05 % (0,50 mg/ml). Elke druppel (ca. 30 µl) bevat 0,015 mg Azelastinehydrochloride.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Azelastinehydrochloride 0,05 % (0,50 mg/ml). Elke druppel (ca. 30 µl) bevat 0,015 mg Azelastinehydrochloride. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Azelastin-COMOD, 0,5 mg/ml oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Azelastinehydrochloride 0,05 % (0,50 mg/ml).

Nadere informatie

METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG

METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG RUBEN VAN COEVORDEN HUISARTS HOSPICE ARTS JHI CONSULENT PALLIATIEVE ZORG WAT KOMT AAN BOD? Indicaties Beschikbare preparaten Farmacokinetiek Farmacodynamiek

Nadere informatie

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd.

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd. Fosinopril C09AA09, april 2019 Indicatie Behandeling van hypertensie en symptomatisch hartfalen.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Fosinopril wordt door Ephor niet geadviseerd als behandeling van hypertensie

Nadere informatie

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Selectieve Serotonine Heropnameremmers Geldt voor Indicatiegebied Monstermateriaal Afnametijdstip Volwassenen Depressie en angststoornissen Bepaling in serum of plasma 10-24 uur na laatste inname Bewaarcondities

Nadere informatie

SKP NL versie Clindabuc 200

SKP NL versie Clindabuc 200 BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN - 1 - 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL CLINDABUC 200 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per in vieren deelbare tablet: 226,67 mg clindamycine

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Otrivin neusallergie azelastine, neusspray 1 mg/ml. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Azelastinehydrochloride 1 mg/ml Eén

Nadere informatie

Assessment report other calcium channel blockers

Assessment report other calcium channel blockers Assessment report other calcium channel blockers Safety and dosing advice Conclusion: Child-Pugh A + B Diltiazem: no additional risks known Verapamil: no additional risks known Child-Pugh C Diltiazem:

Nadere informatie

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Opticrom, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml Opticrom Unit Dose, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie