Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven"

Transcriptie

1

2 Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven April 2002 Paul CLERBAUX Patricia VROMAN We danken de bedrijven die door hun medewerking rechtstreeks hebben bijgedragen tot het tot stand komen van deze studie. Onze dank gaat eveneens naar de groep van enquêteurs die de nodige informatie verzameld hebben.

3

4 Het Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de Kwalificaties is opgericht in 1995 en wordt gecofinanicierd door het Europees Sociaal Fonds in het kader van Doelstelling 3. Het heeft tot doel de evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te volgen. Op basis van thematische analyses worden de vragen naar veranderingen en verschuivingen met betrekking tot jobs, beroepen en kwalificaties onderzocht. Medewerkers : verantwoordelijke: Stéphane THYS (fr) 02/ sthys@orbem.be Amandine BERTRAND (fr) 02/ abertrand@orbem.be Paul CLERBAUX (fr) 02/ pclerbaux@orbem.be Bénédicte DECKER (fr) 02/ bdecker@orbem.be Mourad DE VILLERS (fr) 02/ mdevillers@orbem.be Chantal JACQUEMART (fr) 02/ cjacquemart@orbem.be Jean-François ORIANNE (fr) 02/ jforianne@orbem.be Patricia VROMAN (nl) 02/ pvroman@bgda.be secretariaat: Alexandra DE WIT (nl) 02/ sdewit@bgda.be lay-out : A. DE WIT / cover : B. REUMONT Anspachlaan Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/ ( studies@bgda.be - site Observatorium

5

6 Inhoudstafel A. INLEIDING... 1 B. METHODOLOGIE EN VERWEZENLIJKING VAN DE STUDIE... 2 B.1. Methodologie van de enquête...2 B.1.1. Het studieobject...2 B.1.2. De structuur van de vragenlijst...3 B.1.3. De verwezenlijking van de enquête...4 B.1.4. De methodiek van de enquête...4 B.1.5. De geënquêteerde steekproef...5 C. BESCHRIJVENDE ANALYSE VAN HET HAVENGEBIED... 6 C.1. Eigenschappen van de bedrijven...6 C.1.1. Juridische toestand van het bedrijf...6 C.1.2. Juridische vorm van de bedrijven...7 C.1.3. Oprichtingsdatum van de bedrijven...7 C.1.4. Is het beslissingscentrum gevestigd in het bezochte bedrijf?...7 C.2. Bedrijfsactiviteiten...9 C.2.1. Indeling van de bedrijven volgens de voornaamste activiteit en de omvang van het personeelsbestand...9 C.2.2. Gebruikers van de waterweg...11 C.3. Onderaanneming...13 C.3.1. Onderaanneming van activiteiten die voorheen in het bedrijf zelf werden uitgevoerd..13 C.4. Omvang en wijze van transport...14 C.4.1. Verhouding ten opzichte van de transportwijze...14 C.4.2. Omvang van het transport...15 C.4.3. Het aantal bedrijven naargelang het uitvoerpercentage en de transportwijze...16 C.4.4. Het aantal bedrijven naargelang het invoerpercentage en de transportwijze...16 C.4.5. Gecombineerd transport...17 C.4.6. Recente wijzigingen inzake transportwijze...17 C.4.7. Het voornemen om in de toekomst van transportwijze te veranderen...18 C.5. Oppervlakte...19 C.5.1. C.5.2. De gebruikte oppervlakte...19 Behoefte aan bijkomende ruimte...20 C.6. Omzet 21 C.6.1 Omzet...21 C.6.2. Omzet per sector...22

7 C.7. Investeringen...24 C.7.1. Investeringen...24 C.7.2. Indeling van de investeringen volgens soort en sector...25 C.7.3. Investeringplannen in het gebied...26 C.8. Kenmerken van de vestigingsplaats in het havengebied...27 C.8.1. Vestiging in de havenzone...27 C.8.2. Evaluatie van de huidige vestigingsplaats...30 C.8.3. Verhuisplannen...32 C.9. Werkgelegenheid in het gebied...34 C.9.1. De totale werkgelegenheid...34 C.9.2. Verdeling van de werkgelegenheid volgens sector...35 C.9.3. Dichtheid van de werkgelegenheid volgens het gebruikte oppervlak...38 C.9.4. Indeling van de werkgelegenheid volgens bepaalde criteria (jaar 2000)...39 C.10. Aanwerving en opleiding...43 C.10.1 Type van overeenkomst...43 C Plannen om nieuw personeel aan te werven...44 C Aanwervingsmoeilijkheden...44 C Praktijken inzake beroepsopleiding...46 D. HET BELANG EN DE INVLOED VAN DE HAVEN BINNEN HET GEWEST D.1. Benadering van het economische belang van de haven van Brussel...48 D.1.1. Belang van de bedrijven en de werkgelegenheid in het havengebied...48 D.1.2. Belang van de omzet van het havengebied...52 D.1.3. Belang van de toegevoegde waarde van het havengebied...53 D.1.4. Omzet binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest...54 D.2. Herkomst van leveranciers en klanten...57 D.2.1. Herkomst van leveranciers...57 D.2.2. Herkomst van klanten...58 D.3. Schatting van de geïnduceerde omzet en de werkgelegenheid...59 E. BESLUIT BIJLAGE 1: DE HAVEN IN HET GEWEST BIJLAGE 2 : METHODE EN BEREKENING VAN DE GEÏNDUCEERDE WERKGELEGENHEID BIJLAGE 3 : BIBLIOGRAFIE... 69

8 A. INLEIDING Gelegen in het centrum van de Europese transportnetwerken en in de onmiddellijke nabijheid van het stadscentrum, vormt de Brusselse haven een belangrijk zwaartepunt in het economische leven van de hoofdstad. Door zijn infrastructuur en zijn bereikbaarheid, vooral via de waterweg, heeft de haven een belangrijk aandeel in de bevoorrading van de Brusselse handelsondernemingen en industrieën. In het bijzonder dankzij een waterweg van Europees formaat, die 365 dagen per jaar en 24 uur op 24 open is voor de binnen- en de zeevaart, is de Brusselse haven één van de weinige Europese binnenhavens waar schepen tot ton kunnen aanmeren. Het transport over de waterweg vormt echter maar één onderdeel van de Brusselse havenactiviteiten. De Haven van Brussel heeft altijd gestreefd naar een optimale complementariteit van de verschillende transportwijzen: de waterweg, de weg (een makkelijke toegang tot de grote Europese autosnelwegen via de Ring), het spoor (het vormingsstation van Schaarbeek) en zelfs het intermodale transport, dankzij de opening in juni 2001 van een quadrimodale 1 containerterminal. Bovendien zijn in de haven een aantal industriële en economische bedrijven gevestigd die van groot belang zijn op gewestelijk niveau en zelfs onmisbaar zijn voor de stedelijke economie. Het gaat bijvoorbeeld om betoncentrales, entrepots voor bouwmaterialen, logistieke dienstverlening enz. De bedrijvigheid van de Brusselse havenbedrijven creëert, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks werkgelegenheid (die bovendien toegankelijk is voor de laaggeschoolde Brusselse beroepsbevolking), omzet en toegevoegde waarde. Aan dit economisch en sociaal potentieel wordt door de gewestelijke instanties heel wat aandacht besteed en dan vooral in het kader van het Europese project "Territoriaal pact voor de werkgelegenheid", die de havenactiviteiten als één van de "sectoren met groeiperspectieven" in Brussel beschouwt. In de Haven van Brussel lopen momenteel een hele reeks projecten: de modernisering en uitbreiding van het TIR-centrum, de vernieuwing van de kades die het dichtst bij het stadscentrum liggen en baggerwerken. Al deze werken dragen bij tot de integratie van de Brusselse havenvoorzieningen in de Trans-Europese transportnetwerken. In 1997 heeft het Observatorium van de arbeidsmarkt en de kwalificaties op verzoek van de haven van Brussel de havenbedrijven in kaart gebracht. De huidige studie, met als titel "Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven", werd gerealiseerd in 2001 en is een update van de in 1997 verkregen resultaten. Deze studie is opgebouwd vanuit twee invalshoeken. In het eerste deel worden de kenmerkende eigenschappen beschreven van de bedrijven in het Brusselse havengebied 2. Het tweede deel van de studie geeft een zicht op het belang en het aandeel van de havenbedrijven in de sociaal-economische structuur van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De resultaten van deze studie schetsen een beeld van de haven van Brussel aan het einde van het jaar onderdelen: zeecontainers en mobiele laadkisten en 4 transportwijzen: binnenvaart, zeevaart, spoor, weg In 1997 werd ons overigens gevraagd de verkregen resultaten, voor zover mogelijk, te vergelijken met de studie "Les entreprises en Région bruxelloise; l'espace du port de Bruxelles; photographie des activités, C. SCHAUT, UCL- USOC, 1990". 1

9 B. METHODOLOGIE EN VERWEZENLIJKING VAN DE STUDIE B.1. Methodologie van de enquête De "reproductie" van de resultaten van deze studie, die de waarde van een inventarisering van de havenbedrijven heeft, is niet zonder moeilijkheden verlopen. Een eerste moeilijkheid die zich voordeed (inventariseringlogica) heeft rechtstreeks te maken met het niet-dwingende karakter van de vragenlijst. Wij kunnen ondernemingen onmogelijk verplichten de vragenlijst in te vullen of een welbepaalde vraag te beantwoorden. Zo gebeurt het dat vragen om één of andere reden onbeantwoord blijven, wat belangrijke gevolgen kan hebben voor de cijfergegevens die wij verzamelen. Om dan toch zo volledig mogelijk te kunnen zijn, zijn wij verplicht andere informatiebronnen nauwkeurig te onderzoeken Anderzijds werd de methodologie van de studie herbekeken met als doel de kwaliteit van de verzamelde gegevens nog te verhogen. Wij hebben getracht zo veel mogelijk "geschatte" gegevens (afkomstig van de Cd-rom van de BNB) te vervangen door gegevens afkomstig uit onderzoek. Hierdoor krijgen we een beeld dat beter aansluit bij de realiteit, maar kan de vergelijking met vorige enquêtes bemoeilijkt worden. Ten slotte wijzen wij erop dat tussen de beide enquêtes drie jaar zijn verlopen, wat in ieder geval een onvoldoende tijdspanne is om de grote tendensen te bepalen die het economische leven van de havenbedrijven definiëren of het werk te evalueren dat de in het havengebied bevoegde overheden hebben geleverd. B.1.1. Het studieobject Teneinde de coherentie van onze inventarisering te garanderen en een diachronische analyse mogelijk te maken, werd voor de enquête 2000 hetzelfde referentiegebied 3 onderzocht als in Als referentiegebied namen wij de ruimte die hoofdzakelijk overeenstemt met de "perimeters voor havenen vervoersactiviteiten" 4 (PHVA) zoals vastgelegd in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan van Aan deze afbakening werden een aantal zijstraten toegevoegd, zoals de Picardstraat, en de bedrijven van de voorhaven (linkeroever) die stricto sensu niet gelegen zijn in de hierboven omschreven GOP-zone, maar die duidelijk in de onmiddellijke nabijheid van het kanaal liggen. Dit geldt ook voor het deel van het Béco-bassin dat niet is opgenomen in de PHVA. De ondernemingen op de site van de GOMB Kemira zijn niet in het onderzoek opgenomen. 3 4 Zie plan in bijlage 1 Deze perimeters zijn hoofdzakelijk bestemd voor distributie- of vervoersactiviteiten die een opslagfunctie vereisen; voor nijverheids- of ambachtsbedrijven die ter plaatse roerende goederen produceren of bewerken; voor activiteiten die de verbetering van het leefmilieu beogen, zoals waterzuivering, sortering en recycling,...(voor een volledige definitie zie: de geschreven stedebouwkundige voorschriften van de verordenende kaart van de bodembestemming in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan). 2

10 Enerzijds blijft de bestudeerde zone dus dezelfde (ruimtelijke benadering), maar anderzijds hebben wij ervoor gekozen ons onderzoek specifieker te richten op de notie van "economische havenactiviteit", m.a.w. transport, logistiek en goederenbehandeling, en de hiermee verbonden diensten. Dit heeft als onmiddellijk gevolg gehad dat een vijftiental ondernemingen werden uitgesloten die, hoewel ze in het havengebied gevestigd zijn, niet met de haven of met havenactiviteiten verbonden zijn. Een aantal grote ondernemingen, zoals bijvoorbeeld Electrabel, maken deel uit van deze groep uitgesloten bedrijven. Het effect op de algemene resultaten zal dan ook aanzienlijk zijn. Anders gezegd kunnen de algemene resultaten die in 1997 en in 2000 opgetekend werden soms moeilijk met elkaar vergeleken worden door de overgang van een ruimtelijke benadering (waarvan in 1997 werd uitgegaan om de vergelijking met de studie van Schaut mogelijk te maken) naar een benadering die meer gericht is op de eigenlijke economische activiteit. Om de vergelijking te vergemakkelijken zullen, daar waar nodig, drie indicatoren worden gegeven om de veranderingen die tussen 1997 en 2000 werden opgetekend weer te geven: 1. Een eenvoudige vergelijking van de databases (wat maar weinig zin heeft bij het vergelijken van cijfergegevens, bijvoorbeeld van het omzetcijfer). 2. Een vergelijking van de databases nadat in de studie van 1997 dezelfde ondernemingen werden uitgesloten als in die van 2000 (de meest gebruikte methode). 3. Een vergelijking van de databases ceteris paribus. De veranderingen worden enkel geanalyseerd bij die ondernemingen die in de gegevensbanken van beide studies voorkomen. We zullen zien dat deze indicator vooral relevant is voor de analyse van de vragen m.b.t. de perceptie van de omgeving en de veranderingen daarin. We willen de lezer erop wijzen dat de hier gepresenteerde gegevens niet vergeleken kunnen worden met de cijfers die in 1998 gepubliceerd werden. B.1.2. De structuur van de vragenlijst De vragenlijst is grotendeels geïnspireerd op die van Wel werden een aantal vragen anders geformuleerd rekening houdende met de resultaten die in 1997 werden bekomen. De vragenlijst telde 63 vragen over de volgende thema's de eigenheid van het bedrijf; de bedrijfsactiviteiten in het gebied en hun eventuele uitbesteding; de afhankelijkheid van de waterweg; de omzet van de laatste jaren en de evolutie ervan, met aandacht voor het aandeel van de omzet dat gerealiseerd wordt in Brussel; de rol en de vestigingsplaats van de handelspartners; investeringen die in het gebied werden gedaan en eventuele toekomstige projecten; vestigingscriteria en evaluatie van het gebied door de bedrijven; eventuele verhuisplannen; omvang en wijze van het transport en de veranderingen die zich in deze materie (kunnen) voordoen; rechtstreekse tewerkstelling (evolutie, structuur, kenmerken, praktijken inzake aanwerving en opleiding). 3

11 B.1.3. De verwezenlijking van de enquête De eerste stap bestond uit een zo nauwkeurig mogelijke inventarisering van de ondernemingen in het gebied. Een eerste belangrijke bron van informatie was de adressenlijst van de vorige studie. Deze werd geüpdatet met andere gegevensbronnen, zoals de databank van de Havenmaatschappij, de Aramis-databank van de BGDA die Euro-Db 5 -gegevens bevat, de databank van de Balanscentrale van de Nationale Bank van België Een eerste vergelijking van het materiaal uit de databanken met de gegevens die wij via de telefoon verzamelden, toonde de afwezigheid van een aantal bedrijven aan. Dit heeft ons ertoe aangezet de gegevens ter plaatse en via de telefoon aan te vullen. In realiteit blijkt immers dat vooral het aantal zeer kleine ondernemingen sterk fluctueert en dat een aantal ervan was verdwenen in de periode tussen het neerleggen van hun laatste handelsbalans en het tijdstip waarop wij onze enquête uitvoerden. De eigenlijke enquête werd uitgevoerd tussen april en juni B.1.4. De methodiek van de enquête De methodiek die voor de enquête werd gekozen, hield in dat wij in de mate van het mogelijk probeerden om een afspraak te maken met de persoon die het best geplaatst was om de vragen van de enquête te beantwoorden. In de praktijk betekende dit vaak dat wij terechtkwamen bij de directeur van het bedrijf, of bij de financieel directeur of de personeelschef wanneer het een grotere onderneming betrof. De face-to-face-enquêtemethode genoot de voorkeur. Voor de zeer kleine ondernemingen, d.w.z. bedrijven die minder dan 5 personen tewerkstellen, besloten wij de enquête telefonisch af te nemen. Hierbij maakten wij gebruik van een lichtjes ingekorte vragenlijst (52 vragen), waaruit vooral vragen waren weggelaten over de handelspartners, de sectoren waarin de klanten actief zijn en de vragen met betrekking tot de beoordeling van de ligging werden weggelaten, aangezien deze te lang waren om telefonisch gesteld te kunnen worden. In een aantal gevallen, die wij echter tot een minimum probeerden te beperken, verklaarden de gecontacteerde personen dat zij de enquête liever per post beantwoordden omdat het hen wegens tijdgebrek onmogelijk was een enquêteur te woord te staan. 5 Leverancier van administratieve gegevens. 4

12 B.1.5. De geënquêteerde steekproef De resultaten van deze werkwijze laten zich als volgt samenvatten: 326 bedrijven werden in het betreffende gebied geïnventariseerd. Zij kunnen als volgt worden onderverdeeld: 174 bedrijven werden geënquêteerd, waarvan er 108 meer dan 5 personeelsleden telden; 44 bedrijven gebruiken een gebouw in de haven (bijvoorbeeld loges onder douanetoezicht) zonder dat zij er specifiek personeel tewerkstellen. met 29 bedrijven mislukten de contacten, ondanks het hercontacteren ; 19 bedrijven weigerden categoriek mee te werken aan de enquête. Het betrof hier doorgaans zeer kleine bedrijven; Een groep van 15 bedrijven werd uit de te analyseren steekproef verwijderd omdat hun activiteiten niets of bijna niets te maken hebben met de algemene havenactiviteit. Om helemaal volledig te zijn, merken wij nog op dat 13 bedrijven uit onze lijsten het havengebied verlaten hadden, dat 21 andere niet meer bestonden op het ogenblik van het contact en dat wij voor een groep van een twintigtal bedrijven geen enkele informatie hebben kunnen verkrijgen. Opdat onze gegevens over de bedrijven van het betreffende gebied zo volledig mogelijk zouden zijn, hebben wij vervolgens uit verschillende databanken bijkomende informatie gehaald over de bedrijven die wij niet hebben kunnen enquêteren. Op die manier zijn wij erin geslaagd voor 86 bedrijven gegevens te bekomen met betrekking tot de sector, de grootte van het personeelsbestand, de omzet en de toegevoegde waarde. De gegevens kunnen dus worden onderverdeeld in 3 groepen: 108 bedrijven beantwoordden de volledige bedrijvenlijst; 66 beantwoordden de lichtjes ingekorte versie van de vragenlijst en van 86 bedrijven beschikken wij slechts over gedeeltelijke gegevens. Afhankelijk van de vraag zal de steekproef van de respondenten bijgevolg verschillen en schommelt het aantal deelnemende bedrijven van 108 tot

13 C. BESCHRIJVENDE ANALYSE VAN HET HAVENGEBIED Dit hoofdstuk wil een overzicht bieden van de karakteristieke eigenschappen van de bedrijven die wij in het havengebied hebben onderzocht. De grote thema's zijn de bedrijfsactiviteiten, de manier waarop de ondernemingen met de buitenwereld in contact treden, de kenmerken van het personeel dat er werkt; enz. Deze brede waaier vragen heeft tot doel om een zo gedetailleerd mogelijk beeld te vormen van één van de economische groeipolen van Brussel. Tenslotte wordt het belang van het havengebied voor het Brussels Gewest belicht aan de hand van de belangrijkste indicatoren van zowel het havengebied als het Gewest. C.1. Eigenschappen van de bedrijven Wij beginnen deze analyse met een overzicht van een aantal algemene eigenschappen van de bedrijven in het havengebied. Hieruit blijkt dat de bedrijven uit de steekproef een uitgesproken Brusselse verankering kennen, aangezien het beslissingscentrum van drie bedrijven op vier in de haven gevestigd is. De belangrijkste eigenschappen van de havenbedrijven die uit de enquête van 1997 naar voren kwamen, vinden we ook hier terug. C.1.1. Juridische toestand van het bedrijf Aantal % Zelfstandig bedrijf 97 59,9 Behorende tot een multinationale groep 29 17,9 Zelfstandige dochteronderneming 16 9,9 Afhankelijke eenheid 7 4,3 Maatschappelijke zetel 2 1,2 Andere 11 6,8 Totaal ,0 Voor zes bedrijven op tien geldt dat hun hoofdkantoor en hun voornaamste productie-eenheid in het havengebied gelegen is. 18% van de bedrijven verklaren dat zij tot een multinationale groep behoren. Een aantal ondernemingen zijn echter moeilijk te contacteren. Zo zijn er 44 bedrijven geïnventariseerd in het havengebied die slechts een opslagplaats gebruiken zonder dat zij ter plaatse vast personeel tewerkstellen. In welke mate deze bedrijven aan het Brussels Gewest verbonden zijn, is moeilijk te achterhalen en ongetwijfeld ligt het totale aantal van dergelijke houders van opslagplaatsen nog hoger. Ook de handelaars die actief zijn op de Vroegmarkt zijn moeilijk te contacteren, aangezien ze slechts tijdens de markt aanwezig zijn. Voor deze ondernemingen beschikken we niet over informatie over het aantal personeelsleden, de omzet en dergelijke meer, maar het staat buiten kijf dat zij ruimte in beslag nemen en bijdragen tot het transport in het gebied. 6

14 C.1.2. Juridische vorm van de bedrijven Aantal % NV ,6 BVBA 71 27,3 VZW 13 5,0 Natuurlijke persoon 3 1,2 Openbaar 5 1,9 Andere 13 5,0 Totaal ,0 Deze cijfers spreken in feite voor zich. In vergelijking met de vorige studie is op dit gebied niks veranderd. Er is een duidelijk overwicht van de klassieke juridische vormen van bedrijven, zoals de NV en de BVBA. Vermeldenswaard is de aanwezigheid van vijf openbare instellingen van openbare of paragewestelijke aard, met name de Haven van Brussel, Net Brussel, NMBS Tour en Taxis, de douaneadministratie en het gedecentraliseerd agentschap van de BGDA in de Haven. C.1.3. Oprichtingsdatum van de bedrijven Aantal % , , , ,8 Totaal ,0 Opvallend is dat één bedrijf op vier in de jaren negentig werd opgericht. 17 bedrijven werden opgericht tussen 1997 en Dit is ongeveer 8% van de ondervraagde bedrijven die niet voorkwamen in de vorige studie. C.1.4. Is het beslissingscentrum gevestigd in het bezochte bedrijf? Aantal % Ja ,6 Neen 38 23,2 Gedeeltelijk 4 2,4 Totaal ,0 Drie vierde van de bedrijven verklaart dat het beslissingscentrum in het havengebied gevestigd is. De vier bedrijven in de categorie "gedeeltelijk" zijn bedrijven die zeggen het advies van het moederbedrijf te vragen voor grote beslissingen zoals de langetermijnstrategie maar wel autonoom te beslissen voor praktische zaken. Ook in 1997 was het beslissingscentrum van drie vierde van de bedrijven in het havengebied gevestigd. 7

15 C Zo niet, waar bevindt het beslissingscentrum zich dan wel? Aantal % Elders te Brussel 10 23,8 Vlaams Gewest 18 42,9 Waals Gewest 6 14,3 Buitenland 8 19,0 Totaal ,0 Van de 42 bezochte bedrijven waar het beslissingscentrum niet of gedeeltelijk in het havengebied gevestigd is, volgt 43% de beslissingen van het moederbedrijf in het Vlaamse Gewest, 24% van de beslissingen komen uit de rest van het Brussels Gewest, 14% uit Wallonië en 19% uit het buitenland. In vergelijking met de vorige studie is het aantal bedrijven met een beslissingscentrum in de rest van het Brussels Gewest licht afgenomen ten voordele van bedrijven met een beslissingscentrum in Vlaanderen. Niettemin worden voor 138 van de 166 geënquêteerde bedrijven (dit is 83% van het totaal) de strategische beslissingen in het Brussels Gewest genomen en in de overgrote meerderheid van de gevallen in het havengebied zelf. De Brusselse verankering van de geënquêteerde bedrijven is niet fundamenteel veranderd sinds de vorige studie en blijft dan ook een zeer belangrijke variabele. 8

16 C.2. Bedrijfsactiviteiten Dit tweede deel geeft een beeld van de aanwezige sectoren in de havenzone, waarbij de diversiteit van de sectoren opvallend is. Ten slotte, wordt aandacht besteed aan een bijzondere groep bedrijven: de gebruikers van de waterweg. C.2.1. Indeling van de bedrijven volgens de voornaamste activiteit en de omvang van het personeelsbestand Onderstaande tabel biedt een overzicht van de sectorale structuur van de geënquêteerde bedrijven. Deze indeling geeft de waaier van activiteiten die in de haven worden ontplooid beter weer dan de NACE-BEL-codificatie. 1 4 pers pers. 50 en + Totaal Aant. % Aant. % Aant. % Aant. % % K Transport en logistiek Transport Opslag Goederenbehandeling Douaneagentschappen Maritieme agentschappen Productie en verwerking Metaalproducten Eindproducten Chemische producten Voedingsproducten Bouwmaterialen Vaste brandstoffen Groothandel Aardolieproducten Metaalproducten Eindproducten Chemische producten Voedingsproducten Bouwmaterialen Diensten Recycling Bouwnijverheid Kleinhandel Openbare sector Andere Totaal Het valt onmiddellijk op dat een groot en gediversifieerd aantal bedrijfsactiviteiten in het havengebied aanwezig zijn. Een aantal sectoren overheerst echter. De bedrijven die langs het kanaal liggen, zijn meestal actief in de groothandel 46% van de bedrijven, hoofdzakelijk groothandelimport van voedingsproducten (17%) en eindproducten (15%), transport en logistiek (17%) en kleinhandel (8%). Meer dan één onderneming op twee is dus rechtstreeks betrokken bij activiteiten van handelsverkeer, hetgeen bevestigt dat het gebied een draaischijf is voor koopwaar. Wanneer men het grote aantal bedrijven in aanmerking neemt dat hoofdzakelijk actief is in de transportsector, dan wordt het nog duidelijker dat het gebied een ware uitwisselingsplaats is voor koopwaar. 9

17 Wat ook opvalt is de sterke aanwezigheid van dienstverlenende bedrijven (15%). Het gaat in dit geval hoofdzakelijk om bedrijven in de vorm van een VZW die zich bezighouden met vrijetijdsbesteding, sectorale of werkgeversvertegenwoordiging, opleiding of management. Industriële productie- of verwerkingsactiviteiten komen weinig voor in het gebied. Het betreft hier slechts 17 bedrijven, die samen goed zijn voor 7%. Onder de rubriek "Andere" werden bedrijven ondergebracht die activiteiten uitoefenen die moeilijk elders zijn onder te brengen, namelijk de Vroegmarkt en "Elia", ook wel Regionaal Transportcentrum van Electrabel. Hun economische en ruimtelijke invloed in het gebied is aanzienlijk en wanneer men hen stricto sensu zou indelen bij een activiteitssector zou men het gevaar lopen een vertekend beeld op te roepen. De omvang van de bedrijven duidt met bijna 91% KMO s (< 50 pers.) op een sterke aanwezigheid van kleine ondernemingen. Meer dan één op drie bedrijven (38%) is een zeer kleine onderneming (met minder dan 5 personen). Op dit punt van de analyse is het niet mogelijk fundamentele of betekenisvolle verschillen tussen de sectoren onderling te detecteren. Onder de transportbedrijven en groothandelsimportzaken treft men meer grote bedrijven aan, terwijl dienstverlenende bedrijven en kleinhandels doorgaans kleine ondernemingen zijn. De totale concentratie van KMO s (91%) is in het havengebied een beetje lager dan in het geheel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar men 95% KMO s aantreft 6. Tenslotte dient te worden vastgesteld dat er opvallend sterke overeenkomsten zijn met de situatie zoals die tien jaar geleden werd beschreven (studie Schaut). Ook toen was het gebied polyfunctioneel, en lag de nadruk op transport en handel in voedingswaren. Proportioneel gezien lijkt het aantal transportbedrijven gekrompen, maar dit hoeft niet noodzakelijk te betekenen dat de transportactiviteiten in het gebied aan het wegkwijnen zijn. Het klein aantal bedrijven in bepaalde sectoren houdt een risico in om de sectorale evolutie van de havenbedrijven sinds 1997 te evalueren. Wij zullen ons hier dan ook beperken tot het aangeven van wat volgens ons de grote tendensen van de sectorale evolutie zijn: Stabilisatie van de transport- en logistieksector; Daling van de productie; Toename van de groothandel; Toename van de diensten; Stabilisatie van de recycling. 6 Jaarstatistieken BRES

18 C.2.2. Gebruikers van de waterweg C Afhankelijkheid ten opzichte van de waterweg Aantal % Neen ,2 Ja, gedeeltelijk 28 17,1 Ja, volledig 16 9,8 Totaal ,0 Deze variabele is belangrijk omdat zij aangeeft wat de relatie van de geënquêteerde bedrijven ten opzichte van de waterweg is. Wij inventariseerden 44 bedrijven die verklaren voor hun activiteiten gebruik te maken van de waterweg, hetgeen een verhouding is van één op vier. Van deze groep verklaren 16 bedrijven dat hun activiteiten volledig afhankelijk zijn van de waterweg. 28 bedrijven melden gedeeltelijk gebruik te maken van de waterweg. Dit zijn vaak bedrijven die materialen of koopwaar naar het Gewest vervoeren en deze vervolgens over de weg binnen het Gewest distribueren. Het gaat hierbij vooral om de invoer van zand, grind, olieproducten en dergelijke. Goederen waarbij het transport via de waterweg de ideale oplossing is of om het met de woorden van een bedrijfsleider te zeggen: "vervoer via vrachtwagens is veel te ingewikkeld, zeker aangezien het om grote hoeveelheden gaat die in- en uitgevoerd worden." Een andere groep van gebruikers van de waterweg organiseren socioculturele activiteiten of sportactiviteiten. Het aantal gebruikers van de waterweg (44) is dus toegenomen in vergelijking met 1997, toen we 41 bedrijven telden. Herinneren we er voor de duidelijkheid aan dat een groot aantal van de hierboven vermelde bedrijven in het TIR-centrum of MABRU gevestigd zijn, waar ze geen toegang hebben tot de waterweg. C Sectorale verdeling van de gebruikers van de waterweg Aantal bedrijven % van de bedrijven uit de sector Aantal banen Transport en logistiek 4 9% 9 Transport 1 4% 0 Goederenbehandeling 1 50% 6 Maritieme agentschappen 2 67% 3 Productie en verwerking 8 47% 399 Metaalproducten 2 50% 82 Chemische producten 1 33% 12 Voedingsproducten 1 100% 192 Bouwmaterialen 4 67% 113 Groothandel 17 15% 207 Aardolieproducten 8 44% 96 Metaalproducten 1 100% 9 Eindproducten 1 3% 19 Voedingsproducten 2 4% 28 Bouwmaterialen 5 45% 55 Diensten 10 26% 46 Recycling 1 13% 200 Bouwnijverheid 1 20% 7 Kleinhandel 2 9% 10 Openbare sector 1 20% 130 Totaal 44 27% Het merendeel van de sectoren zijn aanwezig in de bovenstaande tabel. Het kanaal treedt naar voren als een middel dat bruikbaar is voor een brede waaier aan (handels)activiteiten. 11

19 Wat in deze context bijzondere aandacht verdient, is het grote aantal "klassieke" industriële productiebedrijven dat gebruikt maakt van de waterweg (47%), terwijl dit type bedrijven slechts 7,5% van het totaal uitmaakt. Ook bedrijven die actief zijn in de groothandel van aardolieproducten en bouwmaterialen maken veelvuldig gebruik van het kanaal. Het gaat hier om sectoren waar niet dagelijks omvangrijke transporten nodig zijn en die beschikken over grote opslagruimtes voor massagoederen. Dit bevestigt de belangrijke rol die de waterweg speelt (of zou kunnen spelen) om industriële bedrijven of ondernemingen die actief zijn in de zware tertiaire sector ertoe te brengen zich in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te vestigen of er te blijven. De gebruikers van de waterweg vormen 27% van het totaal aantal bestudeerde bedrijven in de havenzone en creëren 18% van de totale werkgelegenheid in het gebied. 12

20 C.3. Onderaanneming In dit derde deel willen we een beeld schetsen van de activiteiten die bedrijven uitbesteden. Onderaanneming is een vorm van organisatorische flexibiliteit, die bedrijven toelaat om niet langer zelf in te staan voor een deel van de taken, waardoor de bedrijven een deel gaan vormen van een netwerk. Het gaat hierbij niet om het uitbesteden van het schoonmaken van de burelen of de veiligheid van de gebouwen, maar om activiteiten die verband houden met de productie of de dienstverlening. C.3.1. Onderaanneming van activiteiten die voorheen in het bedrijf zelf werden uitgevoerd Aantal % Neen 85 81,0 Ja 20 19,0 Totaal ,0 19% van de geënquêteerde bedrijven verklaart in een recent verleden bepaalde activiteiten in onderaanneming te hebben gegeven. Bij de enquête in 1997 werd de hypothese naar voren geschoven dat de nabijheid van dienstverlenende en transportbedrijven in de kanaalzone ondernemingen er gemakkelijker toe brengt van deze diensten gebruik te maken. Zo verklaarden nogal wat havenbedrijven in 1997 hun transportactiviteiten en soms hun goederenbehandeling of opslag geheel of gedeeltelijk uitbesteed te hebben. Vandaag ligt deze verhouding iets lager (60%). Andere uitbestede activiteiten zijn de verkoop, de technische dienst na-verkoop, de voorbereiding van technische dossiers Daarnaast zijn er activiteiten die uitbesteed worden die niks te zien hebben met de productie of dienstverlening, zoals het onderhoud van de gebouwen, de boekhouding en de veiligheid. 13

21 C.4. Omvang en wijze van transport In het vorig deel werd duidelijk dat transport een activiteit is die nogal wat bedrijven uitbesteden, dit deel wil hier dieper op in gaan door een beeld te schetsen van het gerealiseerde transport, zowel in het gewest als daarbuiten, en de transportwijze. Het is evenwel niet de bedoeling van deze studie om een gedetailleerd overzicht te geven van alle transport in het havengebied. C.4.1. Verhouding ten opzichte van de transportwijze Aantal % Afhankelijk van een transportbedrijf 47 24,4 Transport voor rekening van een derde 19 9,8 Transporteur van eigen productie 22 11,4 Gemengd ,7 Niet van toepassing 33 17,1 Totaal ,0 De meeste bedrijven (29%) zijn afhankelijk van transportfirma s voor de aan- en afvoer van hun koopwaar of producten. Dit lijkt een bevestiging van de hierboven ontvouwde hypothese over de invloed van de aanwezigheid van transportbedrijven in het havengebied op de transportpraktijken van naburige ondernemingen. Belangrijk is ook dat deze vraag niet van toepassing is voor 13% van de bedrijven. Het gaat hier om bedrijven die louter aan dienstverlening doen en die strikt genomen nooit goederen vervoeren. Ten opzichte van de situatie in 1997 zijn een aantal wijzigingen te noteren in de verhoudingen. De verhouding bedrijven die voor hun transport volledig afhankelijk zijn van een transportbedrijf, is afgenomen van 36% in 1997 naar 29% in 2000, terwijl het aantal bedrijven in de categorie "gemengd" gestegen is van 11% naar 25%. Dit wijst op een trend in de dienstverlening van bedrijven, waarbij bepaalde klanten een dienstverlening op maat krijgen. Voor deze klanten gaan de bedrijven dan eerder zelf het transport voor hun rekening nemen. 7 De categorie gemengd bevat een combinatie van twee of zelfs drie verhoudingen t.o.v. transport die reeds in de tabel vermeld worden. 14

22 C.4.2. Omvang van het transport De werkwijze die voor dit aspect gehanteerd werd, werd lichtjes aangepast voor de enquête van In het bijzonder hebben wij geprobeerd meer rekening te houden met de bestemming van de goederenstroom (Brussel of buiten Brussel). Daarnaast hebben wij op een meer algemene manier samen met de bedrijven die hun gerealiseerde transportvolume niet kenden (vaak omdat dit geen pertinente beheersvariabele was), geprobeerd hier een schatting van te maken. Omvang transport binnen het Brussels Gewest Omvang uitvoer uit het Brussels Gewest Omvang invoer in het Brussels Gewest Totale omvang ton ton ton ton De totale omvang van het transport dat gerealiseerd werd door de bedrijven van het havengebied kan voor het jaar 2000 geschat worden op meer dan 16,6 miljoen ton diverse goederen, waar 2,2 miljoen ton 8 goederen in transit moet toegevoegd worden. Dit maakt dat het totaal aantal goederen op 18,8 miljoen ton komt, wat vergelijkbaar is met het transportvolume dat in 1997 werd opgetekend. Men kan de transportactiviteiten ruwweg opdelen in drie grote groepen: invoer, uitvoer uit het Brussels Gewest en het geheel van transportactiviteiten binnen het Gewest (of het nu gaat om goederen die het Gewest via de haven verlaten, zoals bij de recyclingactiviteiten, of omgekeerd). In 2000 werden meer dan 6,5 miljoen ton goederen in de zone ingevoerd. Vier grote sectoren importeren aanzienlijke hoeveelheden in het gebied, met op de eerste plaats de groothandelaars in voedingswaren, gevolgd door de invoerders van aardolieproducten (waarvan een zeer belangrijk deel via het water gebeurt), de producenten van bouwmaterialen en ten slotte de recycling. Bijna 5 miljoen ton goederen worden uitgevoerd uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stricto sensu. Ook hier springen vier grote sectoren in het oog: de transporteurs zelf, de invoerders van aardolieproducten, de groothandelsimporteurs van voedingsproducten en de producenten van voedingsproducten. Bepaalde havenbedrijven zijn gevestigd op de grenzen van het Gewest, vlakbij Vlaamse gemeenten zoals Vilvoorde. Bovendien weten we dat de invloed van het Brussels economisch bassin de gewestgrenzen ver overstijgt. Ten slotte worden bijna 5 miljoen ton goederen binnen het Brussels gewest zelf vervoerd. Weer zijn er vier sectoren bijzonder actief: de producenten van bouwmaterialen, de recyclingbedrijven en de groothandelsimporteurs van voedings- en aardolieproducten. 8 Gegevens van de Haven van Brussel:

23 C Omvang van het transport per sector (x ton) Import Export Brussel Transport Productie en verwerking Groothandel Tussen de sectoren is een verschil te noteren in import-exportverhouding. De transportsector exporteert bijna drie keer meer goederen dan ze importeert of vervoert in het Gewest. De producenten voeren dan weer meer in, net zoals de groothandelaars. Deze laatste nemen ook een aanzienlijk deel van het transport in het gewest voor hun rekening. C.4.3. Het aantal bedrijven naargelang het uitvoerpercentage en de transportwijze Ter herinnering: hier wordt enkel de gebruikte transportwijze geanalyseerd en niet de omvang van de goederen die via deze of gene transportwijze werden vervoerd. De transportwijzen, de frequentie van het gebruik ervan en de combinaties liggen zeer dicht bij de situatie beschreven in Ondanks de bestaande infrastructuren, blijkt dat het spoor weinig wordt gebruikt. De onderstaande tabel geeft het aantal bedrijven weer volgens het percentage van hun invoer dat ze hebben gerealiseerd dankzij een bepaald transportmiddel. Bijvoorbeeld, het bedrijf x dat 17% invoert via de waterweg en 73% via de weg, zal twee keer geteld worden. % import Aantal bedrijven Water Weg Spoor 0 tot 25% tot 50% tot 75% tot 100% Totaal De invoer in de zone verloopt voornamelijk via de "weg". Daarna komen het water, het intermodale transport en ten slotte het spoor. We stellen vast dat bij het vervoer over de weg gewoonlijk alleen deze transportwijze wordt gebruikt, daar waar de gebruikers van de waterweg vaker variëren bij het vervoer van hun goederen. C.4.4. Het aantal bedrijven naargelang het invoerpercentage en de transportwijze % export Aantal bedrijven Water Weg Spoor 0 tot 25% tot 50% tot 75% tot 100% Totaal De transportwijze die het meest in trek is voor uitvoer uit het havengebied is ongetwijfeld het vervoer over de weg. Hierop volgen in mindere mate het vervoer over het water en per spoor. 16

24 Deze tabellen brengen een interessant verschil aan het licht tussen de wijze waarop bedrijven in het havengebied goederen in- en uitvoeren. Dit valt vooral op wanneer men het vervoer over het water en per spoor vergelijkt. Het veelvoud van modale combinaties die in de bovenstaande tabellen naar voor komt tonen duidelijk het veelzijdige karakter van de havenzone inzake transport. C.4.5. Gecombineerd transport Bij de bedrijven die in- en uitvoeren, is het gebruik van het wegtransport voor zowel de in- als de uitvoer de meest voorkomende combinatie van transportmiddelen (70% van de gevallen). Op de tweede plaats volgen de combinaties van water- en wegtransport (20% van de gevallen). Hierbij valt een sterke voorkeur op voor combinaties van water- en wegtransport voor de invoer, terwijl wegtransport enkel wordt aangewend voor de uitvoer. In 10% van de gevallen gebruiken bedrijven een combinatie van meerdere transportwijzen, namelijk water-, spoor- weg- en intermodaal transport. C.4.6. Recente wijzigingen inzake transportwijze Aantal % Neen ,7 Ja 4 3,3 Totaal ,0 De bedrijven uit het havengebied blijven over het algemeen trouw aan hun transportwijze, 97% van de bedrijven verklaart de laatste jaren geen wijzigingen te hebben doorgevoerd. C Nieuwe transportwijze Aantal % Weg 0 Water 4 100,0 Spoor 0 Totaal 4 100,0 De 4 bedrijven die veranderd zijn van transportwijze sinds 1997, hebben gekozen voor transport over het water. De redenen om te kiezen voor vervoer over het water zijn voornamelijk op financieel vlak te situeren (men vermeldt de lage vervoerskosten). Daarnaast vermelden de bedrijfsverantwoordelijken ook de toenemende problemen op het vlak van vervoer per vrachtwagen in het Gewest, of om het te bereiken. Anderen maken melding van een herconcentratie van de activiteiten naar een sector die meer een beroep kan doen op invoer over het water. In tegenstelling tot 1997 wordt het spoorverkeer niet meer in overweging genomen. 17

25 C.4.7. Het voornemen om in de toekomst van transportwijze te veranderen Aantal % Neen ,6 Ja, gedeeltelijk 15 12,2 Ja, volledig 0 0,0 Geen mening 4 3,3 Totaal ,0 85% van de ondernemingen verklaart niet van plan te zijn om in de nabije toekomst van transportwijze te veranderen, 3% heeft geen mening en 12% verklaart gedeeltelijk te willen veranderen. Geen enkel bedrijf verklaart volledig van transportwijze te willen veranderen. C Potentiële nieuwe transportwijze Aantal % Weg 0 0,0 Water 10 66,7 Intermodaal 4 26,7 Spoor 1 6,7 Totaal ,0 Van de 15 bedrijven die willen veranderen van transportwijze, willen er 10 de waterweg gebruiken, 4 willen "water - weg" of "water - spoor" combineren, 1 bedrijf wil overschakelen op het spoor. Het is opvallend dat de gebruikers van de waterweg niet van plan zijn over te schakelen op wegvervoer als zij in de nabije toekomst van transportwijze zouden moeten veranderen. De 10 bedrijven die verklaren gebruik te willen maken van vervoer over het water zijn hoofdzakelijk actief in de sectoren van de importeurs/groothandelaars (4), van de recuperatie van materialen (3) of van de producenten-verwerkers (4). Dit bevestigt de reeds vermelde aantrekkingskracht die deze transportwijze uitoefent op de zware industrie. Toch stellen we een stijging vast van het aantal bedrijven dat een verandering van hun transportwijze naar een veelvuldiger gebruik van het vervoer over water in overweging neemt (van 6 bedrijven in 1997 naar 10). De redenen die hiervoor worden aangehaald zijn uiteenlopend. Er wordt voornamelijk gesproken over de lagere kosten van dit type transport, maar men vermeldt ook de nabijheid van de waterweg, de kwaliteit van de bestaande infrastructuren en de makkelijke toegang tot het kanaal. Ook ecologische motieven spelen een rol. Sommige ondernemingen blijven niettemin sceptisch of stellen zich vragen over de rendabiliteit van watertransport. De bedrijven die reeds gedeeltelijk gebruik maken van de waterweg maken melding van het kanaal, van de installaties die ze gebruiken. De bedrijven die nog niet via het water vervoeren en die overwegen dit wel te doen, maken eerder gewag van financiële criteria, kosten, economische schaalvergroting, enz. Voor de sectoren waarbij vervoer over water economisch gezien plausibel of realiseerbaar is (grote hoeveelheden te vervoeren), blijken de ondernemers een overgang naar vervoer over water niet a priori af te keuren. Maar ze blijven sceptisch. 18

26 C.5. Oppervlakte De Brusselse haven is een zeehaven in het hart van de stad, of ook nog in het hart van een grote stedelijke markt die de gewestgrenzen overstijgt. Dit is een economisch belangrijke troef, maar houdt tegelijkertijd ook een aantal uitdagingen in. De economische logica van de haven kan botsen met de logica eigen aan een stad, waar wonen, recreatie, belangrijke elementen vormen. Enkel door op een verantwoorde manier de ruimte te gebruiken kunnen deze twee verzoend worden, vandaar het belang van het in kaart brengen van de gebruikte ruimte in het havengebied, het onderwerp van dit vijfde deel. In een tweede deel wordt de behoefte aan bijkomende ruimte nagegaan. C.5.1. De gebruikte oppervlakte Aantal Totaal (m²) Gemiddelde Gecorrigeerd gemiddelde* Transport en logistiek Transport Opslag Goederenbehandeling *** Douaneagentschappen Maritieme agentschappen Productie en verwerking Metaalproducten Eindproducten *** Chemische producten *** Voedingsproducten *** Bouwmaterialen Vaste brandstoffen *** Groothandel Aardolieproducten Metaalproducten *** Eindproducten Chemische producten Voedingsproducten Bouwmaterialen Diensten Recycling Bouw Kleinhandel Openbare sector Andere *** * Bij het berekenen van het gemiddelde worden de hoogste en laagste waarde weggelaten. *** Het is onmogelijk om voor deze sectoren een gecorrigeerd gemiddelde te berekenen ten gevolge van het te geringe aantal ondernemingen. De bovenstaande tabel geeft het gewone en het gecorrigeerd gemiddelde weer van de totale oppervlakte (uitgedrukt in m²) die wordt ingenomen door de bedrijven, ingedeeld volgens hun voornaamste activiteitensector. De sectoren die gemiddeld de grootste oppervlakte nodig hebben zijn de recycling van materialen en productie en verwerking aangezien er voor deze activiteiten nu eenmaal grote oppervlakten nodig zijn. Hetzelfde geldt voor de import van aardolieproducten en het transport, twee sectoren die ruimte nodig hebben voor de opslag van goederen. 19

27 C.5.2. Behoefte aan bijkomende ruimte Naast de vraag hoeveel ruimte de bedrijven reeds in beslag nemen, werd ook geïnformeerd naar hun behoeften op dit vlak. Hoewel er moet op gewezen worden dat een behoefte aan bijkomende ruimte niet steeds betekent dat ze de oppervlakte van het bestaande bedrijfsterrein uitgebreid willen zien. In een aantal gevallen is de behoefte aan bijkomende ruimte eerder onder de vorm van een dochteronderneming waar een aantal activiteiten aan zullen toevertrouwd worden, vaak strategisch ingepland in functie van de klanten en/of leveranciers. Het is belangrijk hierbij op te merken dat het gaat om de behoefte van bedrijven die reeds in de haven gevestigd zijn. Daarnaast zijn er nog de zogenaamde externe kandidaten, bedrijven die overwegen om naar de Brusselse havenzone te verhuizen. Aantal Geen behoefte aan bijkomende ruimte Behoefte aan bijkomende ruimte Totaal m² Transport en logistiek Productie en verwerking Groothandel Diensten Recycling Bouw Kleinhandel Andere Totaal Uit de tabel blijkt dat bijna een derde (30%) van de ondervraagde bedrijven behoefte heeft aan extra ruimte. Hoewel voor nogal wat bedrijfsverantwoordelijken deze behoefte eerder vaag blijft, zijn er ook een aantal verantwoordelijken die deze behoefte heel concreet kunnen invullen in termen van grootte. 19 van de 47 bedrijven die te kampen hebben met een plaatsgebrek behoren tot de groothandelssector. Vier van de zes bedrijven in de recycling beweren behoefte aan extra ruimte te hebben. Ook in de groothandel van bouwmaterialen is deze behoefte groot; 7 van de 9 bedrijven willen extra ruimte. Als de behoefte aan extra ruimte volgens de grootte van het bedrijf bekeken wordt, scoren twee categorieën boven het algemeen gemiddelde. Zowel in de categorie 5 tot 9 personeelsleden en 20 tot 49 personeelsleden zeggen vier op tien bedrijven behoefte te hebben aan extra ruimte. 20

28 C.6. Omzet Het is moeilijk om de omzet van de havenbedrijven op een algemene manier te analyseren. Wij hebben er reeds op gewezen dat het gebied getypeerd wordt door een grote verscheidenheid, zowel in bedrijfsgrootte als in activiteiten. Deze verscheidenheid weerspiegelt zich uiteraard in de omzet, deze verschilt soms zeer sterk, zowel tussen de verschillende sectoren onderling als binnen dezelfde sector. Dit wordt geïllustreerd door een zeer aanzienlijke standaardafwijking, hetgeen wijst op grote onderlinge verschillen tussen de omzet van de bedrijven. Bovendien heeft het weinig zin een kleine fruithandelaar van het Europees centrum voor groenten en fruit te vergelijken met een groothandel in aardolieproducten met een omzet van verschillende miljarden. Een aantal dochterondernemingen kon niet aangeven welk deel van de omzet in de havenzone werd gerealiseerd, zodat zij ons de algemene omzet van het bedrijf meedeelden (waarin de activiteiten van verschillende vestigingen zaten verwerkt). Voor de inventaris van 2000 werd dit zoveel mogelijk vermeden en in vele gevallen opteerden we ervoor de directeur van het bedrijf een schatting te laten maken van het eigenlijke aandeel binnen de totale omzet. C.6.1 Omzet Aantal bedrijven Totale som 3 269, ,607 Gemiddelde 16,266 16,181 Gecorrigeerd gemiddelde 7,239 7,574 Standaardafwijking 53,411 50,675 Gegevens in miljoen euro. De gegevens voor 1997 werden gecorrigeerd op basis van de nieuwe methodologie. In 2000 bedroeg het gecorrigeerd gemiddelde van de omzet per onderneming (berekend na uitsluiting van 10% van de minima en de maxima) circa 7,574 euro, en dit op een totale omzet van bijna miljard euro. Afgaande op de tabel lijkt dit gemiddelde lichtjes te stijgen, maar de cijfers dienen met de nodige reserves te worden benaderd. 21

29 C.6.2. Omzet per sector In dalende volgorde zijn de groothandel (hetgeen vooral te wijten is aan de import van aardolieproducten), de recycling gevolgd door de sector van de producerende-verwerkende bedrijven en de transportsector de sectoren met de hoogste (gecorrigeerd) gemiddelde omzet Aantal Gecumuleerde som Gecorrigeerd gemiddelde 9 Transport en logistiek ,7 Diensten ,2 Recycling ,4 Productie en verwerking ,5 Groothandel ,3 (gegevens in miljoen euro) 2000 Aantal Gecumuleerde som Gecorrigeerd gemiddelde 10 Transport en logistiek ,9 Diensten ,7 Recycling ,8 Productie en verwerking ,6 Groothandel ,0 (gegevens in miljoen euro) Een vergelijking van de gegevens van 1997 en 2000 levert voor de voornaamste sectoren enkele interessante elementen op: Het gecorrigeerd gemiddelde stijgt lichtjes in alle sectoren (met uitzondering van de dienstensector, die relatief weinig representatief is en er niet echt bijhoort). Er is een duidelijke wijziging merkbaar: de groothandel kent een duidelijke daling (-72 miljoen euro). Deze daling van de groothandel is voornamelijk te wijten aan een verminderde activiteit in de petroleumsector (-236,1 miljoen euro). De bestudeerde periode komt overeen met een aantal aanpassings- en renovatiewerken aan opslagruimtes in enkele grote bedrijven, waardoor de gerealiseerde omzet in 2000 sterk gedaald is. De effecten van deze werken zijn reeds merkbaar in Merken we ook nog de daling van de waarde van ruwe petroleum op, deze waarde speelt een onmiskenbare rol in de omzetcijfers van deze bedrijven. Ten slotte is het om meer dan één reden interessant om een indicator te geven voor de invloed van de bedrijven uit het havengebied op de hele Brusselse economie. In het tweede deel van de studie zullen we hier nog uitvoerig op terugkomen. Op dit punt kunnen we al vermelden dat 25% van de bedrijven verklaren dat zij 100% van hun omzet in Brussel verwezenlijken en dat bijna één bedrijf op twee (44%) meer dan drievierde van zijn omzet in de hoofdstad realiseert. 22 bedrijven realiseren zo goed als hun hele omzet buiten het Gewest. Deze resultaten tonen aan hoe belangrijk het havengebied is voor de economie van het hele Gewest Voor sectoren met meer dan 20 bedrijven wordt gewerkt met een gecorrigeerd gemiddelde door 10% van de uiterste waarden weg te laten; voor sectoren met minder dan 20 bedrijven worden alleen de twee uiterste waarden weggelaten. Zie voetnoot 9. 22

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied Brussels Observatorium voor de Oktober 2013 FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied De arbeidsmarkten van de 3 gewesten in België zijn erg verschillend en hebben elk hun eigen specificiteit,

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. STUDIE Faillissementen 1 december 2016 Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding

Nadere informatie

TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 2017

TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 2017 218-1-8 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 217 TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 217 Brussel 8 oktober 218 - De in de Belgische havens geproduceerde

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL 215-1-19 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 214 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen januari 2017

STUDIE. Faillissementen januari 2017 STUDIE Faillissementen januari 2017 01/02/2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De gegevens zijn

Nadere informatie

Socio-economisch belang van de bedrijven gevestigd in de Haven van Brussel

Socio-economisch belang van de bedrijven gevestigd in de Haven van Brussel Socio-economisch belang van de bedrijven gevestigd in de Haven van Brussel April 2007 Wij danken de bedrijven die dankzij hun medewerking rechtstreeks hebben bijgedragen tot de totstandkoming van deze

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen februari 2017

STUDIE. Faillissementen februari 2017 STUDIE Faillissementen februari 2017 01/03/2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De gegevens zijn

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017 ... Graydon studie Faillissementen November 2017 1 december 2017 [Typ hier] [Typ hier] [Typ hier] Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL. Maritieme cluster 1 Niet-maritieme cluster Totaal

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL. Maritieme cluster 1 Niet-maritieme cluster Totaal 213-1-14 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 212 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen. Maanden juli en augustus

STUDIE. Faillissementen. Maanden juli en augustus STUDIE Faillissementen Maanden juli en augustus 4 september 2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2015

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2015 216-1-26 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 215 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

ENQUÊTE BEDRIJVEN SCHOTEN

ENQUÊTE BEDRIJVEN SCHOTEN ENQUÊTE BEDRIJVEN SCHOTEN 1. INLEIDING De gemeente Schoten zal in de loop van 2013 starten met de herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het huidige gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

Nadere informatie

STUDIE FAILLISSEMENTEN. September 2015: de crisis achter ons

STUDIE FAILLISSEMENTEN. September 2015: de crisis achter ons STUDIE FAILLISSEMENTEN September 2015: de crisis achter ons 01/10/2015 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018 Graydon studie Faillissementen Oktober 2018 5 november 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Inleiding Bij de pensioenhervorming van 1996 werd besloten de pensioenleeftijd van vrouwen in

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen mei 2016

STUDIE Faillissementen mei 2016 STUDIE Faillissementen mei 2016 Maand mei: faillissementen stijgen +4,1%. Stijging vooral binnen de horeca Cumul 2016: -12,3% Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. over de "octroi de mer"-belastingregeling in de Franse overzeese departementen. SEC(2010) 1558 def.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. over de octroi de mer-belastingregeling in de Franse overzeese departementen. SEC(2010) 1558 def. NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2010 COM(2010) 742 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD over de "octroi de mer"-belastingregeling in de Franse overzeese departementen SEC(2010) 1558

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Januari februari 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Januari februari 2018 Graydon studie Faillissementen Januari 2018 1 februari 2018 Graydon Studie Barometer Faillissementen 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL. Maritieme cluster 1 Niet-maritieme cluster Totaal

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL. Maritieme cluster 1 Niet-maritieme cluster Totaal 212-1-22 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 211 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 17 MAART 2011.

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 17 MAART 2011. ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 17 MAART 2011 inzake de criteria aan te nemen voor de definitie van de begrippen

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Studie. 2 september In augustus beduidend minder faillissementen

Studie. 2 september In augustus beduidend minder faillissementen Studie 2 september 2013 In augustus beduidend minder faillissementen Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL 214-1-21 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 213 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters IV. Beschrijving van de drijvende krachten en Analyse van druk en impact Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters 15 100 Aantal per ha BLO (runderen en varkens) 12 9 6

Nadere informatie

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE Bijdrage tot de welvaart België telt tienduizenden vzw s, stichtingen, sociale economiebedrijven en feitelijke verenigingen. 18.847 daarvan

Nadere informatie

NOVEMBER 2014 BAROMETER

NOVEMBER 2014 BAROMETER NOVEMBER 2014 BAROMETER In deze nieuwe editie van de barometer staan we stil bij de Census 2011 die afgelopen maand werd gepubliceerd door Statistics Belgium, onderdeel van de FOD Economie. We vertalen

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

De handelsbetrekkingen van België met Mozambique

De handelsbetrekkingen van België met Mozambique De handelsbetrekkingen van België met Mozambique Algemeen: 2010 (schattingen) BBP 9,9 miljard USD Groeipercentage van het BBP 7,0% Inflatie 13,0% Uitvoer van goederen (FOB) Invoer van goederen (FOB) Handelsbalans

Nadere informatie

Gegevens met betrekking tot Brussel Economie en Werkgelegenheid Directie Steun aan Ondernemingen Kruidtuinlaan 20 BRUSSEL

Gegevens met betrekking tot Brussel Economie en Werkgelegenheid Directie Steun aan Ondernemingen Kruidtuinlaan 20 BRUSSEL JAARVERSLAG 2014 over de toepassing van de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun voor de bevordering van de economische expansie (BS van 10/01/2008) Gegevens met betrekking tot

Nadere informatie

Eigen trafiek Brussel % % Transit % % Totaal % %

Eigen trafiek Brussel % % Transit % % Totaal % % PERSBERICHT 24 februari 2012 TRAFIEKEN IN DE BRUSSELSE HAVEN GEVEN IN 2011 EEN DUIDELIJKE GROEI AAN EN HALEN WEER HET PEIL VAN VÓÓR DE CRISIS. De watergebonden overslag in de Brusselse haven heeft voor

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste semester 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste semester 2018 Graydon studie Faillissementen Eerste semester 2018 2 juli 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017 Graydon studie Faillissementen oktober 2017 3 november 2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 De grafische sector in West-Vlaanderen Foto: : Febelgra Jens Vannieuwenhuyse sociaaleconomisch beleid, WES De grafische sector is zeer divers. Grafische bedrijven

Nadere informatie

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Juli 2012 Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Evolutie extreme groeiers periode 2004 2007 1 Vanuit een beleidsstandpunt is het verkrijgen en verankeren van meer en meer succesvolle groeiondernemingen

Nadere informatie

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd Steunpunt WAV en VIONA SSA De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarreeks 2000, Deel III: De Sociale Balans, een aal-regionale analyse. In de sociale balansen brengen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

0234/2003/N Commissie van Beroep definitieve beslissing. Weigering tot toelating tot de stage profiel van stagemeester

0234/2003/N Commissie van Beroep definitieve beslissing. Weigering tot toelating tot de stage profiel van stagemeester 0234/2003/N Commissie van Beroep definitieve beslissing Weigering tot toelating tot de stage profiel van stagemeester Een bedrijfsrevisor «X» wenste een stagiair «Y» aan te werven. De Stagecommissie had

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

STUDIE FAILLISSEMENTEN. Zomer 2015

STUDIE FAILLISSEMENTEN. Zomer 2015 STUDIE FAILLISSEMENTEN Zomer 2015 01/09/2015 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De gegevens zijn

Nadere informatie

1.TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN NOMENCLATUUR VAN DE

1.TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN NOMENCLATUUR VAN DE 1.TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN NOMENCLATUUR VAN DE ECONOMISCHE ACTIVITEITEN - NACE De ondernemingen kunnen worden beschreven aan de hand van verschillende typologieën, die elk beantwoorden aan precieze

Nadere informatie

Evaluatie van het Brusselse dienstenchequestelsel Oktober 2017

Evaluatie van het Brusselse dienstenchequestelsel Oktober 2017 Evaluatie van het Brusselse dienstenchequestelsel 2016 Oktober 2017 Context van de evaluatie Het stelsel van de dienstencheques is een tewerkstellingsmaatregel die drie doelstellingen nastreeft: De tewerkstellingsgraad

Nadere informatie

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe

Nadere informatie

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2016

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2016 217-1-23 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 216 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

RAPPORT. Groeimonitor. Hoe doen de Limburgse bedrijven het op vlak van internationalisering, samenwerking, opleiding en innovatie?

RAPPORT. Groeimonitor. Hoe doen de Limburgse bedrijven het op vlak van internationalisering, samenwerking, opleiding en innovatie? RAPPORT Groeimonitor Hoe doen de Limburgse bedrijven het op vlak van internationalisering, samenwerking, opleiding en innovatie? 3 juli 2014 Dit rapport is gebaseerd op de resultaten van een bevraging

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. September. Graydon Studie Barometer Faillissementen 2018

... Graydon studie. Faillissementen. September. Graydon Studie Barometer Faillissementen 2018 Graydon studie Faillissementen September 2018 01 oktober 2018 Graydon Studie Barometer Faillissementen 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze

Nadere informatie

Cijfermateriaal basisregistratie

Cijfermateriaal basisregistratie Cijfermateriaal basisregistratie 2007-2009 Mei 2010 1. Inleiding In dit rapport wordt het cijfermateriaal met betrekking tot budgethulpverlening en schuldhulpverlening gepresenteerd dat door de erkende

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2010.

Digitale (r)evolutie in België anno 2010. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 23 februari 2011 Digitale (r)evolutie in België anno 2010. De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 73% van de Belgische

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden 1 Inleiding Dankzij de gegevens afkomstig van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid konden we de evolutie nagaan van de

Nadere informatie

Eigen verkeer Brussel % Transito % Totaal %

Eigen verkeer Brussel % Transito % Totaal % PERSBERICHT 28 januari 2011 TOENAME VAN DE TRAFIEKEN IN DE BRUSSELSE HAVEN TIJDENS HET JAAR 2010 RECORDJAAR VOOR DE CONTAINERTERMINAL Het jaar 2010 noteert een duidelijke heropleving van de overslag te

Nadere informatie

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 13 september 2007 Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming Vormingsinspanningen van Belgische ondernemingen in 2005 62,5%

Nadere informatie

Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. NALYSE VAN DE SECTORALE ARBEIDSMARKT

Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. NALYSE VAN DE SECTORALE ARBEIDSMARKT Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. NALYSE VAN DE SECTORALE ARBEIDSMARKT HD/--/HD/ECO.13/2010.13/048 mei 2010 ICB Instituut voor de autocar en de

Nadere informatie

De markt voor eerlijke handel in België 2006

De markt voor eerlijke handel in België 2006 De markt voor eerlijke handel in België 26 Samenvatting studie uitgevoerd in opdracht van BTC-CTB September 27 1. Inleiding De groeiende belangstelling van de Belgische consument voor eerlijke handel is

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

Vlaams Archeologencollectief

Vlaams Archeologencollectief Vlaams Archeologencollectief Resultaten enquête verloning 7 Resultaten VLAC-enquête 7 Inhoudstafel. Algemene informatie. Verdeling respondenten. Private sector. Functie. Ervaring. Brutoloon. Contract 9.

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Nationale Bank van België (2004). De sociale balans 2003, Economisch Tijdschrift 4-2004. Voor het eerst heeft de Nationale Bank van België de sociale balansen

Nadere informatie

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE?

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE? Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale ASBL Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest VZW GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Studie (BRUGEL-STUDIE-20171208-25) Betreffende de OBERVATORIUM VAN DE PRIJZEN PROFESSIONELE KLANTEN 2009-2016-Executive summary Opgesteld

Nadere informatie

Zorgwekkende terugval in productiesector en bij grootste bedrijven

Zorgwekkende terugval in productiesector en bij grootste bedrijven Ieder kwartaal peilen VKW Limburg en UNIZO Limburg naar het aanvoelen van de Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders over de economische gang van zaken in de bedrijven. De resultaten van deze bevraging

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 Structuuronderzoek 23 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Opleidings- en begeleidingscheques

Opleidings- en begeleidingscheques Opleidings- en begeleidingscheques De Maatregel Om werknemers ertoe aan te zetten een leven lang te leren, draagt de Vlaamse overheid financieel een steentje bij. Sinds september 2003 1 kunnen werknemers

Nadere informatie

Matige groei, grote bezorgdheid

Matige groei, grote bezorgdheid Matige groei, grote bezorgdheid Conjunctuurenquête Expeditiesector 2e kwartaal 2016 Matige groei, grote bezorgdheid Conjunctuurenquête Expeditiesector 2e kwartaal 2016 De 3-maandelijkse conjunctuurenquête

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren Frederik Verplancke onder leiding van Prof. dr. Gerrit

Nadere informatie

memorandum CRB Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie

memorandum CRB Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie memorandum CRB 2019-1099 Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie CRB 2019-1099 Memorandum Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie Brussel 6.06.2019 2 CRB 2019-1099 1

Nadere informatie

ADVIES. Strategische uitvoerbaarheidsstudie betreffende de vestiging van een biomethanisatie-eenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

ADVIES. Strategische uitvoerbaarheidsstudie betreffende de vestiging van een biomethanisatie-eenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ADVIES Strategische uitvoerbaarheidsstudie betreffende de vestiging van een biomethanisatie-eenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 21 februari 2019 Economische en Sociale Raad voor het Brussels

Nadere informatie

DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT:

DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT: Didier Gosuin Brussels minister van Economie en Tewerkstelling DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT: DE WAARHEID OVER DE CIJFERS Voorgaande studies. Voorgaande studies. 1. SERV (De Sociaaleconomische

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende Brusselse werkloosheid blijft dalen Juni 2018: van de 102 000 jonge Brusselaars zijn nu minder dan 8 000 werkzoekende Er wonen 102.460 jongeren (18-24 jaar) in Brussel. Van hen zijn er vandaag minder dan

Nadere informatie

Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland. Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader

Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland. Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader Inhoudsopgave 1. Inleiding 3. Analyse 3 3. Inzicht in Noord-Nederlandse

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheidgraad blijft hoog Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2014 67% van de 20- tot 64-jarigen was aan het werk. Dat percentage blijft nagenoeg

Nadere informatie

Studie over uitvoerpotentieel agrovoedingssector

Studie over uitvoerpotentieel agrovoedingssector Studie over uitvoerpotentieel agrovoedingssector Brussel, 20 januari 2016 Uit een studie van de FOD Economie over de Belgische agrovoedingsindustrie blijkt dat de handel tussen 2000 en 2014 binnen de Europese

Nadere informatie

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Inleiding In 2014 heeft de AHK deelgenomen aan het jaarlijkse landelijke onderzoek onder recent afgestudeerden: de Kunsten-Monitor. Alle bachelor en master afgestudeerden

Nadere informatie

Emissielekken in België

Emissielekken in België Milieu-economische analyses voor België, de Gewesten en Europa 13 september 2012 Emissielekken in België Guy Vandille Federaal Planbureau Wat is een emissielek? Emissielek = verschil tussen : emissies

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Uitbreidingstraat 84-b1 tel : 03 280 88 55 2600 Berchem mob : 0495 71 02 36 www.graydon.be

Uitbreidingstraat 84-b1 tel : 03 280 88 55 2600 Berchem mob : 0495 71 02 36 www.graydon.be Persbericht 3 december 2012 gelieve als bron Graydon Belgium te vermelden Graydon Belgium nv contact: Eric Van den Broele Uitbreidingstraat 84-b1 tel : 03 280 88 55 2600 Berchem mob : 0495 71 02 36 www.graydon.be

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste trimester 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste trimester 2018 Graydon studie Faillissementen Eerste trimester 2018 Publicatie: 3 april 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie

Nadere informatie

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. 2012 In samenwerking met 1 547.259 uitzendkrachten 547.259 motieven 2 Inhoudstafel 1. Uitzendarbeid vandaag 2. Doel van het onderzoek 3. De enquête 4. De verschillende

Nadere informatie