Socio-economisch belang van de bedrijven gevestigd in de Haven van Brussel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Socio-economisch belang van de bedrijven gevestigd in de Haven van Brussel"

Transcriptie

1

2 Socio-economisch belang van de bedrijven gevestigd in de Haven van Brussel April 2007 Wij danken de bedrijven die dankzij hun medewerking rechtstreeks hebben bijgedragen tot de totstandkoming van deze studie.

3

4 Het Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de Kwalificaties is opgericht in 1995 en wordt gecofinanicierd door het Europees Sociaal Fonds in het kader van Doelstelling 3. Het heeft tot doel de evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te volgen. Op basis van thematische analyses worden de vragen naar veranderingen en verschuivingen met betrekking tot jobs, beroepen en kwalificaties onderzocht. Verantwoordelijke: Stéphane THYS (fr) 02/ Medewerkers: Amandine BERTRAND (fr) 02/ Bénédicte DECKER (fr) 02/ Mourad DE VILLERS (fr) 02/ Nicolas DUJARDIN-BAZIER (fr) 02/ ndujardin@orbem.be Jérôme FRANCOIS (fr) 02/ jfrancois@orbem.be Chantal JACQUEMART (fr) 02/ cjacquemart@orbem.be Dries VANGENECHTEN (nl) 02/ dvangenechten@bgda.be Sandy VAN RECHEM (nl) 02/ svanrechem@bgda.be Secretariaat: Xavier BERCKMANS (fr) 02/ xberckmans@orbem.be Alexandra DE WIT (nl) 02/ sdewit@bgda.be Lay-out: Alexandra DE WIT/Cover: Brigitte REUMONT Anspachlaan Brussel Fax: 02/ ( studies@bgda.be - site Observatorium

5

6 Inhoudstafel Inleiding... 1 Luik 1 : Sociaaleconomisch belang van de Haven van Brussel...5 Deel 1 : Selectie van de ondervraagde bedrijven...7 Deel 2: Havenbedrijven en werkgelegenheid Directe werkgelegenheid Evolutie van de directe werkgelegenheid Indirecte werkgelegenheid...17 Deel 3 : Havenbedrijven en toegevoegde waarde Directe toegevoegde waarde Evolutie van de directe toegevoegde waarde Indirecte toegevoegde waarde Deel 4 : Belang van de Brusselse havenbedrijven Belang van de werkgelegenheid Belang van de toegevoegde waarde Luik 2 : Ondernemingen in het Brusselse havengebied Deel 1 : Methodologie Onderzoeksmethode Steekproef Beschrijvende analyse van de ondernemingen Algemene kenmerken van de ondernemingen Gebruikers van de waterweg Deel 2 : Human resources Werkgelegenheid Profiel van de loontrekkenden Geslacht Socioprofessionele categorie Leeftijd Woonplaats Kwalificatieniveau Type van beroep Evolutie van de werkgelegenheid Flexibele werkvormen Deeltijdse arbeid Uitzendwerk Aanwervingen... 62

7 2.1. Aanwervingen in het verleden Moeilijkheden op de Brusselse arbeidsmarkt Aanwervingen in de toekomst Opleiding Opleidingspraktijken Soorten opleidingen Opleidingsbehoeften Recente evoluties en vooruitzichten Deel 3 : Economische kenmerken Transportvolume Transportvolume in Evolutie van het transportvolume Omzet Investeringen Gerealiseerde investeringen Investeringsprojecten...92 Deel 4 : Vestiging in het Brussels Gewest Oppervlakte Mobiliteit in het verleden en in de toekomst Mobiliteit in het verleden Mobiliteit in de toekomst Evaluatie van de vestiging Conclusie Bibliografie Bijlage 1: Bijkomende enquête, de opleidingsbehoeften A.1 Beroepsverenigingen A.2 Logistieke bedrijven A.2.1 Opleidingen in verband met transport A.2.2 Opleidingen in verband met logistiek A.2.3 Transversale opleidingsdomeinen A.2.4 Opleidingen in verband met omkadering A.2.5 Gebrek aan plaats of opleidingsmogelijkheden? A.3 Invoerders, producenten en vrijetijdsorganisatoren A.3.1 Opleidingen in verband met transport A.3.2 Opleidingen in verband met logistiek A.3.3 Transversale opleidingsdomeinen A.3.4 Opleidingen in verband met omkadering A.3.5 Gebrek aan plaats of opleidingsmogelijkheden? A.4 Besluit Bijlage

8 Lijst met tabellen Tabel 1 : Directe werkgelegenheid in Tabel 2 : Directe werkgelegenheid in de Belgische havens in 2004 (VTE)...14 Tabel 3 : Evolutie van de directe werkgelegenheid (VTE)...15 Tabel 4 : Evolutie van de directe werkgelegenheid in de Belgische havens (VTE )...16 Tabel 5 : Indirecte werkgelegenheid in Tabel 6 : Directe toegevoegde waarde (TW) in 2004 (mio )...20 Tabel 7 : Directe toegevoegde waarde in de Belgische havens in Tabel 8 : Evolutie van de directe toegevoegde waarde...23 Tabel 9 : Evolutie van de directe toegevoegde waarde in de Belgische havens (TW )...24 Tabel 10 : Directe en indirecte toegevoegde waarde in Tabel 11 : Belang van de werkgelegenheid van de Haven van Brussel...29 Tabel 12 : Belang van de toegevoegde waarde van de haven in Tabel 13 : Bedrijven en werkgelegenheid volgens activiteitensector en bedrijfsgrootte...38 Tabel 14 : Bedrijven volgens activiteitensector en bedrijfsgrootte...38 Tabel 15 : Oprichtingsdatum...39 Tabel 16 : Juridische vorm...40 Tabel 17 : Juridische toestand...40 Tabel 18 : Bedrijven behorende tot een groep en maatschappelijke zetel...40 Tabel 19 : Afhankelijkheid ten opzichte van de waterweg...41 Tabel 20 : Waterweggebruikers volgens activiteitensector...41 Tabel 21 : Havenbedrijven en gevonden type beroep...53 Tabel 22 : Werkgelegenheid volgens type beroep, activiteitensector en bedrijfsgrootte...54 Tabel 23 : Havenbedrijven en de evolutie van de werkgelegenheid gedurende de laatste drie jaar...55 Tabel 24 : Havenbedrijven en de evolutie van de werkgelegenheid ten opzichte van Tabel 25 : Havenbedrijven en de evolutie van de werkgelegenheid ten opzichte van Tabel 26 : Havenbedrijven en deeltijdse arbeid...57 Tabel 27 : Werkgelegenheid volgens statuut en arbeidstijdregime in Tabel 28 : Deeltijdse arbeid volgens activiteitensector...58 Tabel 29 : Deeltijdse arbeid volgens bedrijfsgrootte...59 Tabel 30 : Uitzendkrachten volgens activiteitensector...60 Tabel 31 : Uitzendkrachten volgens bedrijfsgrootte...61

9 Tabel 32 : Aanwervingen gedurende de periode Tabel 33 : Gezocht type beroep gedurende de periode Tabel 34 : Gezocht type beroep gedurende de periode en moeilijkheden...64 Tabel 35 : Verklaringen betreffende de rekruteringsmoeilijkheden...65 Tabel 36 : Verklaringen van kwalitatieve aard voor de aanwervingsmoeilijkheden...66 Tabel 37 : Plannen om nieuw personeel aan te werven...67 Tabel 38 : Gezochte beroepen in de nabije toekomst...67 Tabel 39 : Aanwervingsplannen en de uitbreiding of vervanging van het personeelsbestand...68 Tabel 40 : Havenbedrijven en opleidingen...70 Tabel 41 : Havenbedrijven en opleidingen volgens bedrijfsgrootte...70 Tabel 42 : Havenbedrijven en opleidingen volgens activiteitensector...71 Tabel 43 : Havenbedrijven en soorten opleidingen...73 Tabel 44 : Havenbedrijven en formele opleidingen...74 Tabel 45 : Havenbedrijven en soort opleiding volgens socioprofessionele categorie...75 Tabel 46 : Havenbedrijven en formele opleidingen volgens socioprofessionele categorie...75 Tabel 47 : Havenbedrijven en evoluties de laatste vijf jaar...80 Tabel 48 : Evolutie van het transportvolume in 2005 ten opzichte van Tabel 49 : Ingenomen oppervlakte door de havenbedrijven...96 Tabel 50 : Plannen met de huidige installaties Tabel 51 : Evaluatie van de huidige vestigingsplaats in het havengebied Tabel 52 : Directe werkgelegenheid in 2004 volgens de bron Tabel 53 : Directe werkgelegenheid in 2003 volgens de bron Tabel 54 : Werkgelegenheid en toegevoegde waarde in de Haven van Brussel in Tabel 55 : Directe en indirecte werkgelegenheid in de Belgische havens in 2004 (VTE) Tabel 56 : Directe werkgelegenheid in de Belgische havens per sector in Tabel 57 : Directe en indirecte toegevoegde waarde in de Belgische havens in Tabel 58 : Directe toegevoegde waarde in de Belgische havens per sector in Tabel 59 : Groothandel en vervoer: rechtstreeks gegenereerde toegevoegde waarde in de Haven van Brussel in Tabel 60 : Profiel van de werkgelegenheid in de havenbedrijven per activiteitensector...137

10 Lijst met grafieken Grafiek 1 : Werkgelegenheid volgens geslacht...45 Grafiek 2 : Werkgelegenheid volgens socioprofessionele categorie...46 Grafiek 3 : Werkgelegenheid volgens leeftijdscategorie...47 Grafiek 4 : Werkgelegenheid volgens woonplaats...48 Grafiek 5 : Werkgelegenheid volgens woonplaats en socioprofessionele categorie...49 Grafiek 6 : Werkgelegenheid volgens kwalificatieniveau...50 Grafiek 7 : Werkgelegenheid volgens kwalificatieniveau en socioprofessionele categorie...51 Grafiek 8 : Werkgelegenheid volgens type beroep...53 Grafiek 9 : Het gebruik van uitzendkrachten in Grafiek 10 : Onderhevig aan één of meerdere evoluties de laatste vijf jaar per sector...79 Grafiek 11 : Transportvolume in Grafiek 12 : Havenbedrijven en de evolutie van de omzet ten opzichte van Grafiek 13 : Havenbedrijven en aandeel van de omzet in het Brussels Gewest...89 Grafiek 14 : Bedrijven en gerealiseerde investeringen van 2002 tot Grafiek 15 : Type van gerealiseerde investeringen van 2002 tot Grafiek 16 : Investeringsprojecten gedurende de komende drie jaar...93 Grafiek 17 : Type van investeringsprojecten gedurende de komende drie jaar...94 Grafiek 18 : Bedrijven en behoefte aan bijkomende ruimte volgens activiteitensector...97 Grafiek 19 : Vestigingsplaats van de ondernemingen bij hun oprichting...98 Grafiek 20 :Vestigingsperiode van de havenbedrijven volgens ze zich zijn komen vestigen sinds of na hun oprichting...99 Grafiek 21 : Gevestigde havenbedrijven sinds of na hun oprichting volgens activiteitensector...99 Grafiek 22 :Bedrijven met of zonder verhuisplannen volgens activiteitensector Grafiek 23 :Tevredenheidsindex omtrent de verschillende vestigingscriteria en aandeel van de betrokken bedrijven...105

11

12 Inleiding Onderhavige studie van het Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de kwalificaties werd uitgevoerd op verzoek van de Haven van Brussel en onderzoekt het sociaaleconomisch belang van de Brusselse havenbedrijven. Deze studie omvat twee complementaire luiken. Het eerste luik, uitgevoerd in samenwerking met de Nationale Bank van België, evalueert het economische belang van het Brusselse havengebied en dit volgens de methodologie die tevens door de Nationale Bank voor de Vlaamse zeehavens en het Luikse havencomplex werd toegepast 1. Deze eerste analyse handelt dus over de bedrijven die deel uitmaken van de bedrijfstakken die een economische band hebben met de Haven van Brussel. Deze band wordt gedefinieerd op grond van zowel een functioneel als een geografisch criterium. Het functionele aspect hangt samen met de aard van de activiteit, terwijl het geografische aspect verband houdt met de gekozen perimeter van de haven. In het geval voor Brussel is dit met name de zone voor haven- en vervoersactiviteit zoals gedefinieerd in het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP). Het economische belang van de Haven van Brussel wordt aan de hand van twee variabelen geanalyseerd: de bezoldigde werkgelegenheid en de toegevoegde waarde die rechtstreeks door de bedrijven van deze zone wordt gegenereerd of onrechtstreeks door de toeleveringsbedrijven van de sector. De rechtstreekse en onrechtstreekse effecten samen zouden de globale invloed van de activiteitensector op het geheel van de nationale economie moeten weerspiegelen. Het tweede luik van de studie ligt in de lijn van de enquêtes die het Observatorium reeds in en bij de Brusselse havenbedrijven heeft uitgevoerd. Dit tweede luik geeft een overzicht van de sociaaleconomische gegevens en gegevens die verband houden met de ligging van de bedrijven. Deze informatie werd verzameld tijdens een enquête die plaatsvond tussen november 2005 en januari 2006 bij een representatieve steekproef van havenbedrijven Werden bij deze enquête betrokken, de privé- of overheidsbedrijven die zich in het havengebied of langs de waterweg op Brussels grondgebied bevinden of die binnen de perimeter voor havenactiviteiten liggen zoals die in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan Nationale Bank van België, Lagneaux F., Juni 2006, Economisch belang van de Belgische Havens : Vlaamse zeehavens en Luiks havencomplex, Verslag 2004, Working Paper, nr. 86. Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de Kwalificaties, Economisch belang van de Brusselse havenbedrijven, mei Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de Kwalificaties, Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven, enquête 2001, april

13 en het Gewestelijk Bestemmingsplan werd vastgelegd. De bedrijven beantwoorden bovendien minstens aan één van de volgende criteria: een bedrijf zijn met een concessie van de Haven van Brussel (terrein of gebouw), de waterweg gebruiken, een industrieel, logistiek of transportbedrijf zijn, een bedrijf zijn waarvan de ligging gerechtvaardigd wordt door de aanwezigheid van transportinfrastructuur, industrie of diensten met betrekking tot distributie- en vervoersactiviteiten (zoals douanediensten, cf. het Europees Centrum voor Fruit en Groenten). De enquête diende tal van vragen te beantwoorden: op het vlak van human resources: analyse van het profiel van de bezoldigde werkgelegenheid van de Brusselse havenbedrijven en de tewerkstellingsmogelijkheden voor laaggeschoolde Brusselaars; het opsporen van eventuele aanwervingsproblemen op de Brusselse arbeidsmarkt alsook de aanwervingsplannen; de opleidingspraktijken voor nieuwe en gevestigde werknemers alsook de ontbrekende opleidingsbehoeften bepalen; de tendensen inzake kwalificaties vastleggen in het licht van de recente ontwikkelingen, onder meer op het vlak van veiligheids- en hygiënenormen of in termen van nieuw aan te boren markten; vanuit economisch standpunt: het verwerken van gegevens zoals omzet, vroegere en nieuwe investeringen en transportvolumes; en ten slotte, de bespreking van een eventueel mobiliteitsproject en evaluatie van hun vestiging in de havenzone op grond van een aantal criteria zoals de kwaliteit van de omgeving, de toegang tot het kanaal en de snelheid van aan- en afvoer van goederen. De antwoorden op deze brede waaier van vragen komen ruimschoots aan bod in het tweede luik van deze studie. Eerst wordt hierin aandacht besteed aan de onderzoeksmethode, de steekproef en de algemene kenmerken van de deelnemende bedrijven. Zoals we reeds zagen, vullen de twee luiken van de studie elkaar wel degelijk aan. Enerzijds stellen de gegevens van de Nationale Bank in het eerste luik ons in staat om het sociaaleconomische belang van de Haven van Brussel in te schatten aan de hand van de directe en indirecte toegevoegde waarde van de bedrijven die in de Haven aanwezig zijn. Ze maken het eveneens mogelijk om de resultaten met betrekking tot de Haven van Brussel met de situatie in de andere Belgische havens te vergelijken. Anderzijds konden we aan de hand van de enquête (waarvan de resultaten in het tweede luik worden uiteengezet) niet alleen kwalitatieve gegevens en waarderingselementen die niet in administratieve statistische bronnen terug te vinden zijn, verzamelen en verwerken, maar eveneens kwantitatieve gegevens waarvan sommige onbestaande zijn in 2

14 de traditionele statistische bronnen. Anderzijds, wat betreft de gegevens van de Nationale Bank, beperkt de enquête zich niet enkel tot de bedrijven die hun jaarrekeningen moeten publiceren. Overheidsbedrijven en vzw s (professionele en recreatieve organisaties die gebruik maken van de waterweg) in de havenzone kregen eveneens de enquête voorgelegd. Op die manier konden we het volume van de bezoldigde werkgelegenheid afgeleid op grond van de gegevens van de Nationale Bank corrigeren. Bij de opstelling van enquête werd ook ervoor gezorgd dat de onderzochte elementen in overeenstemming zijn met die van de vorige enquêtes. Bijgevolg stelt de aldus opgestelde enquête ons in staat om bepaalde resultaten, zoals het profiel van de bezoldigde arbeid, met de eerder afgenomen enquêtes te vergelijken. 3

15 4

16 Luik 1: Sociaaleconomisch belang van de Haven van Brussel In dit eerste luik van de studie wordt een analyse gemaakt van het economische belang van de Haven van Brussel op basis van de bezoldigde werkgelegenheid 4 in voltijdse equivalenten of in personen en op grond van de toegevoegde waarde van de havenbedrijven die tot sectoren behoren die een economische band hebben met de Haven van Brussel. De raming van het economische belang van de Haven van Brussel houdt eveneens rekening met de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde bij de toeleveringsbedrijven. Deze onrechtstreekse effecten werden berekend met behulp van de methodologie die de Nationale Bank heeft ontwikkeld. De onderzochte micro-economische gegevens hebben betrekking op het jaar Ze zijn afkomstig van de rekeningen van de Balanscentrale 5 en het Instituut voor de Nationale Rekeningen 6, dat onder meer werd aangesproken voor een raming van de impact van de aankopen die havenbedrijven bij onderaannemers verrichten. De gegevens met betrekking tot de directe werkgelegenheid komen uit de enquête voor de overheidsbedrijven en de verenigingen zonder winstoogmerk (zoals professionele en recreatieve organisaties die gebruik maken van de waterweg) die niet verplicht zijn om hun jaarrekeningen te publiceren. Eerst wordt uitgelegd hoe de Nationale Bank en het Observatorium hebben bepaald welke bedrijven tot de Haven van Brussel behoren. Nadien worden de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde cijfermatig besproken De rechtstreekse werkgelegenheid heeft enkel betrekking op de loontrekkenden, terwijl de onrechtstreekse werkgelegenheid eveneens rekening houdt met de zelfstandigen. De laatste sluiting van de rekeningen van 2004 heeft, bij de Balanscentrale, in maart 2006 plaatsgevonden. Hoewel de Belgische ondernemingen hun jaarrekeningen ten laatste zeven maanden na de afsluiting van het boekjaar bij de Balanscentrale moeten neerleggen, houden heel wat ondernemingen (vooral de kleine ondernemingen en zij die zich in problemen bevinden) zich niet altijd aan deze verplichting. Aan het begin van het volgende jaar (namelijk 2006 voor de rekeningen van 2004) daalt deze verhouding tot 5%. In maart 2006 is ze zelfs bijna helemaal verdwenen zodat de invloed op de cijfers miniem is. De publicatie van de gegevens van het Instituut voor de Nationale Rekeningen, die vereist zijn voor de inschatting van de invloed tot in 2004, gebeurt eveneens met een zekere vertraging. 5

17 6

18 Deel 1: Selectie van de ondervraagde bedrijven In vergelijking met de vorige studies van het Observatorium omtrent het sociaaleconomische gewicht van de bedrijven in de Brusselse Haven, maakt de samenwerking tussen het Observatorium en de Nationale Bank van België (NBB) het mogelijk het belang van het Brusselse havengebied te evalueren en dit volgens de methodologie die tevens door de NBB voor de Vlaamse zeehavens en het Luikse havencomplex werd toegepast. Dit belang wordt trouwens uitgedrukt in termen van de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde die rechtstreeks en onrechtstreeks door de Brusselse havenbedrijven 7 worden gegenereerd. De evaluatie van de economische impact die rechtstreeks door de havenbedrijven wordt voortgebracht, is gebaseerd op de jaarrekeningen die door elk bedrijf bij de Balanscentrale worden neergelegd. De indirecte effecten worden geschat op basis van de gegevens van het Instituut voor de Nationale Rekeningen 8. Historisch gezien gaat de eerste havenstudie van de Nationale Bank terug tot Ze had toen enkel betrekking op de Haven van Antwerpen. Nadien werden tevens de Vlaamse zeehavens en het Luikse havencomplex bestudeerd teneinde hun economisch belang te evalueren volgens een uniforme 9 methode. Elk jaar worden de gegevens bijgewerkt. Teneinde de rechtstreekse en onrechtstreekse impact van de havenactiviteiten in het kader van haar studies te meten, selecteert de Nationale Bank de referentiebevolking, met name de bedrijven van een welbepaalde havenzone en dit op grond van een zowel functioneel als geografisch selectiecriterium Deze indirecte werkgelegenheid mag niet vergeleken worden met de resultaten van vorige studies van het observatorium, omdat de berekeningsmethode anders is (zie punt 3 betreffende de indirecte werkgelegenheid). Onderhavige studie baseert zich op de methodologie ontwikkeld door de Nationale Bank van België en wordt op de verschillende Belgische havens toegepast. De meting van de rechtstreekse en onrechtstreekse impact is overigens complementair met de enquêtegegevens die ruimschoots in het tweede gedeelte aan bod komen. Terwijl de rechtstreekse impact betrekking heeft op een referentiebevolking, hebben de enquêtegegevens betrekking op een representatieve steekproef van havenbedrijven waarvan kwantitatieve gegevens werden verzameld die soms onbestaande zijn in traditionele statistieken en kwalitatieve gegevens die niet voorkomen in administratieve statistieken. Naast het aantal bezoldigde arbeidsplaatsen en hun evolutie, richtte de enquête zicht tevens op het profiel en de tendensen in termen van de kwalificaties die voortvloeien uit de meest recente evolutie van de havenbedrijven. Voor meer details, Nationale Bank van België, Lagneaux F., Juni 2006, Economisch belang van de Belgische Havens: Vlaamse zeehavens en Luiks havencomplex, Verslag 2004, Working Paper, nr

19 De functionele dimensie verwijst naar de aard van de activiteit zodat de ondernemingen geselecteerd worden op grond van hun hoofdactiviteit, bepaald door hun NACE-code 10. De activiteitensectoren die voor de studie van de Haven van Brussel in aanmerking zijn genomen, zijn dezelfde als voor de studie van de Vlaamse zeehavens en het Luikse havencomplex, zodat er gemakkelijk kan worden vergeleken. Bovendien maakt de Nationale Bank in het kader van haar havenstudies een onderscheid tussen twee clustertypes die de activiteitensectoren verzamelen die een economische band met de haven hebben 11. De eerste, de zogenaamde maritieme cluster, groepeert de activiteitensectoren die eigen zijn aan de haven en waarvan het bestaan essentieel is (beheer en onderhoud, navigatie, verscheping, laden, sluizen, bewaring, uitbaggering, ). De tweede niet-maritieme cluster omvat vier activiteitensectoren, met name de industrie 12, de handel 13, het transport over land 14 en de andere diensten 15. Hoewel deze vier segmenten geen rechtstreekse economische band met de haven hebben, vertonen ze toch een nauwe en wederzijdse vorm van afhankelijkheid met de haven omwille van de geografische nabijheid en het veelvuldig gebruik van de haveninfrastructuur. De geografische dimensie verwijst op haar beurt naar de zone die voor elke haven werd bepaald en gebaseerd is op de betrokken postnummers en straatnamen. Voor de Haven van Brussel omvat het geselecteerde territorium behalve de zone voor haven- en vervoersactiviteit (ZHVA) zoals bepaald in het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP), ook de Picardstraat omwille van de fysieke nabijheid van en voornamelijk de functionele verwantschap met het kanaal. Zodra de geografische perimeter werd vastgelegd, varieert de geografische selectie van de bedrijven echter naargelang ze tot één van de twee vastgestelde clusters behoren. De activiteiten van de bedrijven die tot de niet-maritieme cluster behoren, kunnen enkel een onrechtstreekse economische band met de haven hebben, maar moeten wel geografisch in de havenzone aanwezig zijn om in aanmerking te worden genomen. Voor De economische activiteitennomenclatuur NACE-BEL werd opgesteld in een geharmoniseerd Europees kader. Zo werd een NACE-BEL code aan de individuele ondernemingen of plaatselijke entiteiten toegekend op grond van hun hoofdactiviteit en dit naargelang de informatie die zij geven. De einddoelstelling van de NACE-BEL code bestaat erin de klassering van economische en sociale informatie te vereenvoudigen en dit hoofdzakelijk met statistische doeleinden. De NACE-BEL code toegekend aan de onderneming op basis van haar activiteitensector bepaalt in welke cluster de onderneming opgenomen wordt. Zo kan het zijn dat een onderneming behoort tot de niet-maritieme cluster hoewel ze toch havenactiviteiten verricht maar op een secundaire manier. Groepeert de voedingsindustrie, de chemie, de vervaardiging van elektrisch en elektronisch materiaal, de vervaardiging van transportmateriaal, energie en water, de bouw, alsook andere vormen van industrie (waaronder de hout-, papier en kartonindustrie en de recuperatie van recycleerbaar materiaal). Groepeert de keten van tussenpersonen van de groot- en kleinhandel die een band hebben met de haven (leveranciers, handelaars verbonden met de eerder vermelde industrieën, import-export, ). Omvat de verschillende types van goederentransport over land (weg en spoor, aangezien het transport via de waterweg tot de maritieme cluster behoort). Groepeert de bedrijven die wel een ondersteunende, maar geen specifiek maritieme dienstverlening in de havenzone bieden (coördinatiecentra, vastgoedactiviteiten van de bedrijven, verhuur van voertuigen, consultancy, onderhoudsdiensten, ). 8

20 deze bedrijven, die in de meerderheid zijn, is de geografische aanwezigheid van doorslaggevende aard. De bedrijven uit de maritieme cluster daarentegen, hebben een rechtstreekse economische band met de haven, maar bevinden zich niet altijd noodzakelijk in de vastgelegde perimeter. Overeenkomstig de methodologie die voor de andere Belgische havens werd gebruikt, hanteert de Nationale Bank deze twee criteria (functionele en geografische) om te bepalen welke bedrijven tot de Brusselse havenzone behoren. Voor deze studie die rekening houdt met de specifieke kenmerken van de Haven van Brussel heeft de Nationale Bank aan deze eerste selectie echter een aantal ondernemingen toegevoegd die aan de enquête hadden deelgenomen, maar die niet noodzakelijk aan de twee voorafbepaalde criteria beantwoordden. Zo werden enkele bedrijven in beschouwing genomen waarvan het adres opgegeven voor de publicatie van de jaarrekeningen zich niet in de haven bevond, maar die een bedrijfszetel in de havenzone hebben. Dit geldt ook voor bedrijven die officieel in NACE-BEL werden opgenomen, maar die de Nationale Bank niet heeft geselecteerd, hoewel het wel degelijk ging om havenbedrijven of bedrijven die van de waterweg gebruiken. Aangaande de verzamelde gegevens is het nuttig te herhalen dat, hoewel deze hoofdzakelijk afkomstig zijn van de jaarrekeningen die door elke onderneming bij de Balanscentrale worden neergelegd, sommige bedrijven door de mazen van de automatische selectie van de Nationale Bank konden glippen ofschoon ze aan het dubbele selectiecriterium voldeden, zoals bijvoorbeeld de verenigingen zonder winstoogmerk en de instellingen van openbaar nut. Bij andere bedrijven was dit eveneens het geval, omdat ze hun rekeningen met vertraging hebben neergelegd of nog een interne kwaliteitscontrole van de Balanscentrale moeten ondergaan. Hierbij merken we op dat een dertigtal bedrijven gevestigd in het havengebied die aan de enquête hebben deelgenomen om bovenstaande redenen niet in de referentiegroep werden opgenomen. Voor deze ondernemingen zullen we de gegevens uit de enquête met betrekking tot de directe werkgelegenheid gebruiken wanneer we de directe werkgelegenheid bespreken die de bedrijven van de havenzone genereren. We tellen zo n 350 bedrijven in de havenzone, waarvan 13% industriële ondernemingen en 87% dienstenondernemingen. De referentie steekproef om het economische belang van de Haven van Brussel te evalueren bestaat uit ongeveer 320 ondernemingen 16, ten minste wat de toegevoegde waarde betreft. Wat de werkgelegenheid betreft, bestaat 16 13% van deze ondernemingen behoren tot de industrie, 87% tot de dienstensector. Op basis van de gegevens van de enquête is het niet mogelijk om de toegevoegde waarde van de overheidsbedrijven en de verenigingen zonder winstoogmerk te ramen. 9

21 de referentiegroep uit 260 bedrijven 17 omdat een aantal andere ondernemingen deze gegevens niet hebben meegedeeld, ofwel omdat ze niet gekend zijn, ofwel omdat ze geen bezoldigd personeel in de havenzone tewerkstellen, zonder een onderscheid tussen beide gevallen te kunnen maken % van deze ondernemingen behoren tot de industrie, 84% tot de dienstensector. 10

22 Deel 2 : Havenbedrijven en werkgelegenheid In een eerste fase wordt de bezoldigde arbeid bestudeerd die in 2004 door de havenbedrijven rechtstreeks werd gegenereerd. Hierbij wordt uitgegaan van het type van activiteit die de bedrijven uitoefenen. De onderverdeling van de werkgelegenheid volgens het clustertype zal worden vergeleken met de situatie in de Vlaamse zeehavens en het Luikse havencomplex. Vervolgens wordt de evolutie van de werkgelegenheid in detail bekeken, onder meer vanuit sectoraal standpunt voor de bedrijven waarvan we voor de jaren 2003 en 2004 over de tewerkstellingscijfers beschikten. Ten slotte wordt dit deel afgesloten met de studie, volgens type van activiteit, van de werkgelegenheid die de havenbedrijven induceren. 11

23 1. Directe werkgelegenheid Uitgaande van de enige gegevens van de Nationale Bank wordt de rechtstreeks door de Brusselse havenbedrijven gegenereerde bezoldigde werkgelegenheid in 2004 op ongeveer voltijdse equivalenten (VTE) geschat, wat overeenkomt op om en bij de personen. Dit laatste cijfer is evenwel een te lage schatting van de directe werkgelegenheid, aangezien het geen rekening met de werkgelegenheid van de havenbedrijven houdt, zoals de overheidsbedrijven en de verenigingen zonder winstoogmerk (zoals professionele en recreatieve organisaties die gebruik maken van de waterweg), die niet verplicht zijn hun jaarrekeningen te publiceren. Daarenboven waren de jaarrekeningen van sommige ondernemingen nog niet gepubliceerd op het ogenblik van de verwerking van de gegevens. De enquête vangt de onderschatting van de directe werkgelegenheid op dankzij de deelname van de overheidsondernemingen, de verenigingen zonder winstoogmerk en de verschillende ondernemingen wiens jaarrekeningen nog niet waren verschenen. Als we de twee soorten gegevens samen behandelen 18, blijkt dat de directe werkgelegenheid overeenstemt met voltijdse equivalenten 19 wat neerkomt op ongeveer personen De cijfergegevens met betrekking tot de bezoldigde arbeid die door de Nationale Bank worden meegedeeld, ongeacht of het gaat om rechtstreekse of indirecte werkgelegenheid, worden in voltijdse equivalenten uitgedrukt (VTE). De enquêtegegevens werden in personen uitgedrukt en worden naar VTE omgerekend door dezelfde equivalentiefactor toe te passen. Volgens deze equivalentiefactor stemt 1 arbeidsplaats in 2004 overeen met 89,72% van een voltijdse betrekking. Dit zijn de voltijdse equivalenten (VTE) uit de databank van de Nationale Bank samen met de VTE uit de enquête. Deze laatste VTE behoren trouwens tot de niet-maritieme cluster en worden met name als volgt verdeeld: 71 VTE in de industrie, 112 in de handel, 64 in het transport over land, 170 bij andere privédiensten, 654 bij openbare diensten. Voor meer gedetailleerde gegevens, zie tabel 52 in bijlage 2. Dit aandeel mag niet rechtstreeks vergeleken worden met de resultaten van de vorige studie die gerealiseerd werd door het Observatorium, de huidige berekeningsmethode is verschillend. We merken evenwel op dat het aantal relatief is stabiel gebleven. 12

24 Tabel 1 : Directe werkgelegenheid in 2004 Sector Aantal banen VTE Personen Relatief aandeel VTE/bedrijf Maritieme cluster ,2 13 Niet-maritieme cluster ,8 21 Industrie ,1 36 Handel ,6 14 Vervoer over land ,8 15 Andere diensten ,3 27 Privé diensten ,6 14 Openbare diensten ,7 218 Totaal havenzone ,0 20 Bron : Nationale Bank van België, Observatorium De resultaten 22 tonen trouwens aan dat het grootste deel van deze betrekkingen zich in de zogenaamde niet-maritieme activiteitencluster bevindt. Terwijl 9% van de arbeidsplaatsen tot de maritieme cluster behoort, zijn meer dan negen van de tien voltijdse equivalenten in de havenbedrijven tewerkgesteld door een bedrijf dat tot de niet-maritieme cluster behoort. Binnen deze niet-maritieme cluster is de sector van de handel het best vertegenwoordigd met meer dan tewerkgestelde personen, gevolgd door de industrie met meer dan personen, waaronder iets meer dan de helft in de bouw. Ten slotte merken we op dat, volgens de activiteitensegmenten, de gemiddelde omvang van de bedrijven uitgedrukt in voltijdse equivalenten varieert. Aan het ene uiteinde vinden we de industrie waar het gemiddeld aantal bezoldigde voltijdse equivalenten 36 bedraagt. Aan het andere uiteinde vinden we de transport- en handelsbedrijven waar de gemiddelde bezoldigde arbeid respectievelijk op ongeveer 15 en 14 voltijdse equivalenten per bedrijf wordt geschat. Tussen deze extremen vinden we ten slotte de andere diensten. We zien hier evenwel een groot verschil tussen de gemiddelde bedrijfsomvang van private dienstenbedrijven (14 voltijdse equivalenten per onderneming) en de openbare dienstenbedrijven (218 voltijdse equivalenten per onderneming). In vergelijking met de Vlaamse zeehavens en het Luikse havencomplex 23, vertoont de structuur van de Brusselse havenarbeid bepaalde specifieke kenmerken. Enerzijds, terwijl de directe werkgelegenheid gegenereerd door de maritieme cluster in Brussel slechts 9% bedraagt, is dit percentage (en het zal niemand verwonderen) veel De werkgelegenheidsgegevens voor de overheidsdiensten zijn uitsluitend afkomstig uit de enquête afgenomen door het Observatorium. Zie tevens tabel 55 in bijlage voor een meer gedetailleerde sectorale onderverdeling van de werkgelegenheid. Zie tevens tabel 56 en 57 in bijlage voor een meer gedetailleerde sectorale onderverdeling van de werkgelegenheid in de verschillende havens. 13

25 hoger in Zeebrugge (42%), Antwerpen (38%) en Oostende (28%). In Gent daarentegen is het percentage even hoog (7%) en in het Luikse havencomplex zelfs lager (3%) aangezien dit twee industriële havens bij uitstek zijn. Anderzijds merken we tevens op dat in de andere havens, in vergelijking met de Brusselse havenzone, de industriële werkgelegenheid in de niet-maritieme cluster in verhouding sterker vertegenwoordigd is. Zeebrugge vormt hierop evenwel een uitzondering, aangezien de industriële werkgelegenheid in Brussel en Zeebrugge ongeveer gelijk is. In Brussel is de tertiaire sector door de handel en de andere diensten opmerkelijk meer vertegenwoordigd. We vestigen de aandacht erop dat de haven van Brussel een stedelijke bevoorradingshaven is. Dit verklaart de sterke aanwezigheid van de handelaars zoals importeurs en de aanwezigheid van de zware tertiaire sector (logistieke en transportactiviteiten). Wat de bedrijven uit de privé diensten betreft, zien we uitgaande van hun hoofdactiviteit dat het voornamelijk gaat om recyclingbedrijven, verenigingen zonder winstoogmerk (zoals professionele en recreatieve organisaties die gebruik maken van de waterweg) en dienstverleners in het transport en de distributie. We wijzen er evenwel op dat daarnaast ook andere diensten aan bedrijven in de niet-maritieme cluster werden geselecteerd, zodat de vergelijking met andere Belgische havens mogelijk is. Tabel 2 : Directe werkgelegenheid in de Belgische havens in 2004 (VTE) Sector Antwerpen Gent Oostende Zeebrugge Luik Brussel Maritieme cluster 38,1 6,8 28,0 42,4 2,9 9,2 Niet-maritieme cluster 61,9 93,2 72,0 57,6 97,1 90,8 Industrie 42,4 74,6 39,4 27,4 86,4 27,1 Handel 4,5 9,6 7,2 9,3 5,4 33,6 Vervoer over land 5,6 3,5 7,4 11,5 1,3 4,8 Andere diensten 9,4 5,5 18,0 9,5 3,9 25,3 Privé diensten 6,1 4,6 6,4 6,4 3,9 12,6 Openbare diensten 24 3,3 0,9 11,5 3,0 n.b. 12,7 Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Bron : Nationale Bank van België 25, Observatorium In tegenstelling tot de Vlaamse zeehavens en de Haven van Brussel, worden de gegevens met betrekking tot de openbare sector niet voor de Haven van Luik vermeld. Nationale Bank van België, Lagneaux F., Juni 2006, Economisch belang van de Belgische havens: Vlaamse zeehavens en Luiks havencomplex, Verslag 2004, Working Paper, nr

26 2. Evolutie van de directe werkgelegenheid Wat betreft de evolutie van de directe werkgelegenheid tussen 2003 en werd gegenereerd, noteren we een lichte stijging die op 0,6% 27 wordt geraamd, of 30 voltijdse equivalenten wat naar schatting met 34 personen overeenkomt. Deze stijging is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de diensten, zowel privé als publiek, evenals aan de industrie, in het bijzonder de energiesector, terwijl de werkgelegenheid in de transportsector in absolute cijfers vrij stabiel is gebleven, in tegenstelling tot de handel waar ongeveer 80 voltijdse equivalenten verloren zijn gegaan. Tabel 3 : Evolutie van de directe werkgelegenheid (VTE) Sector VTE 2003 VTE 2004 Evolutie Aantal % Maritieme cluster ,4 Niet-maritieme cluster ,4 Industrie ,4 Handel ,6 Vervoer over land ,1 Andere diensten ,2 Privé diensten ,0 Openbare diensten ,6 Totaal havenzone ,6 Bron : Nationale Bank van België, Observatorium Hoewel het om een beperkte groei gaat, is de groei van de Brusselse havenondernemingen iets groter dan die van de bedrijven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Volgens het Instituut voor Nationale Rekeningen zou die groei 0,4% 28 bedragen Ter herinnering: op het ogenblik van de analyse van de resultaten, lieten de gegevens van de Nationale Bank van België nog niet toe de evolutie van de werkgelegenheid na 2004 te bespreken (zie voetnoot blz. 4). We merken echter op dat, uitgaande van de resultaten van de enquête, de werkgelegenheid in 2005 zou blijven stijgen ten opzichte van 2004 (zie deel 2, hoofdstuk 2, punt 1.2). Teneinde deze evolutie in te schatten, hebben we een vergelijking gemaakt tussen de rechtstreekse werkgelegenheid berekend op basis van twee types gegevens (enerzijds van de NBB en anderzijds van de enquête) en dit enkel voor de bedrijven waarvan we voor de jaren 2003 en 2004 gegevens hadden (hetzij 92% van de bedrijven die in 2004 voor 96% van de werkgelegenheid zorgden). Reden hiervoor ligt ofwel in het feit dat sommige ondernemingen voor een bepaald jaar hun werkgelegenheid niet kenden of omdat de gegevens van de NBB om verschillende redenen van het ene op het andere jaar kunnen ontbreken zonder dat dit noodzakelijkerwijs zichtbaar is (vertragingen, vergetelheid, kwaliteitscriteria van niet-behaalde streefcijfers, wijziging van adres of activiteit, stopzetting of opstarting van activiteit). Dit betekent dus dat voor de evaluatie van de evolutie van de bezoldigde arbeid het Observatorium geen rekening heeft gehouden met de ondernemingen die hun activiteiten in de havenzone in 2003 hebben stopgezet of in 2004 hebben opgestart. Indien we alle gegevens in aanmerking zouden hebben genomen, zouden we een evolutie in stijgende lijn hebben opgetekend. De evolutie van de rechtstreekse werkgelegenheid (inbegrepen de gegevens met betrekking tot de werkgelegenheid van de enquête) zou dan immers 1,8% bedragen (zie tabel 52 en 53). 15

27 De groei van de directe werkgelegenheid in de haven van Brussel is vergelijkbaar met die van 2004 in alle Vlaamse zeehavens samen (+0,6%). In vergelijking met de andere Belgische havens is de situatie van de Haven van Brussel nog niet zo slecht. In vergelijking met 2003 kende de Haven van Gent (+2,0%) in 2004 de sterkste groei van de directe werkgelegenheid, met name dankzij de aanwervingen in de automobielsector. Ook in de Haven van Antwerpen is er een kleine groei van 0,5%, goed voor bijna drie op de vijf betrekkingen in de Vlaamse zeehavens. Voor dezelfde periode, stellen we echter een daling van de werkgelegenheid vast in de andere haven, voornamelijk te wijten aan de afdankingen in de industrie in Oostende, in de industrie en in de maritieme cluster in Zeebrugge, in de Luikse metaal- en de bouwsector (het gaat om een vermindering van de directe werkgelegenheid van respectievelijk -1,6%, -1,8% et -8,1%). Tabel 4 : Evolutie van de directe werkgelegenheid in de Belgische havens (VTE ) Antwerpen Gent Oostende Zeebrugge Luik Brussel Maritieme cluster +2,3 +4,9 +1,5-1,5 +0,0-6,4 Niet-maritieme cluster -0,6 +1,8-2,8-1,9-8,3 +1,4 Industrie -2,1 +1,7-3,3-5,3-9,2 +4,4 Handel -0,9 +1,3-5,0-3,8-4,6-4,6 Vervoer over land +4,5 +1,7 +6,1 +4,5 +4,5 +1,1 Andere diensten +3,4 +4,8-4,0 +3,1 +5,4 +8,2 Privé diensten +5,2 +6,4-2,0 +6,9 +5,4 +14,0 Openbare diensten +0,3-2,2-5,0-4,1 n.d. +4,6 Totaal +0,5 +2,0-1,6-1,8-8,1 +0,6 Bron : Nationale Bank van België, Observatorium % 28 Bron: Nationale Bank van België, Instituut voor Nationale Rekeningen, 2006, Regionale jaarrekeningen We merken op dat de resultaten voor het jaar 2004 in deze publicatie volgens de voorlopige methode werden verkregen. En moeten dus nog worden herzien. 16

28 3. Indirecte werkgelegenheid Naast de directe werkgelegenheid genereren de Brusselse havenbedrijven tevens indirecte werkgelegenheid en dit door hun aankopen bij onderaannemers. Hieraan dient toegevoegd dat, terwijl de directe werkgelegenheid wel degelijk in het Brussels Gewest is gelokaliseerd, de indirecte werkgelegenheid het gewestelijk grondgebied overschrijdt. Om de indirecte werkgelegenheid die voortvloeit uit de toeleveringsbedrijven die verband houden met de Brusselse havenactiviteit te kunnen inschatten op de Belgische economie, via de prestaties die de onderaannemers van de havenbedrijven verrichten, maakt de Nationale Bank gebruik van de cijfers van het Instituut voor de Nationale Rekeningen. en past op deze gegevens dezelfde berekeningsmethode toe als in de studie van de andere Belgische havens 29. In 2004 wordt de door de Brusselse havenbedrijven indirecte werkgelegenheid op ongeveer voltijdse equivalenten geraamd, wat met zo n personen overeenstemt. Dit hoge volume is toe te schrijven aan het overwicht aan commerciële activiteiten en aan de aanwezigheid van andere diensten en de voedingsindustrie in de Haven van Brussel, sectoren die veelvuldig een beroep doen op onderaanneming. Deze activiteitenstructuur zorgt dus voor een vrij hoge verhouding (1,7) tussen de directe en indirecte werkgelegenheid 30. In vergelijking met de andere Belgische havens ligt deze verhouding hoger: die varieert namelijk tussen 0,9 voor de haven van Zeebrugge en 1,4 voor het Luikse havencomplex In de vorige studies van het Observatorium werden de geïnduceerde werkgelegenheid gegenereerd door de Brusselse havenactiviteit eveneens geraamd. De berekeningsmethode verschilde evenwel van die van de Nationale Bank van België, waardoor de indirecte werkgelegenheid van toen niet met de gegevens van deze studie kan worden vergeleken. De gehanteerde methodologie bij de vroegere studies was gebaseerd op een studie die voor de Port Autonome de Paris werd gerealiseerd en maakte het mogelijk de geïnduceerde werkgelegenheid bij afnemers te berekenen alsook een schatting te maken van de geïnduceerde werkgelegenheid bij leveranciers. Ter herinnering : de reeds vermelde rechtstreekse werkgelegenheid (met name de voltijdse equivalenten, zie punt 1) is een som van de rechtstreekse werkgelegenheid berekend aan de hand van de methode ontwikkeld door de Nationale Bank (4.081 VTE, zie ook tabel 52 in bijlage 2) en de rechtstreekse werkgelegenheid afgeleid uit de enquête (1.070 VTE zie ook tabel 52 in bijlage 2) op voorwaarde dat deze gegevens niet in de jaarrekeningen waren verschenen. Aangezien de methode van de Nationale Bank de indirecte werkgelegenheid berekent zonder de directe werkgelegenheid van de enquête in aanmerking te nemen, wordt de ratio indirecte/directe werkgelegenheid eveneens berekend zonder deze werkgelegenheid in de noemer op te nemen. De ratio 1,7 wordt m.a.w. verkregen door de onrechtstreekse VTE met de rechtstreekse VTE in verband te brengen. 17

29 Tabel 5 : Indirecte werkgelegenheid in 2004 Sector Indirecte werkgelegenheid VTE Personen Relatief aandeel Indirecte werkgel./directe werkgel. 31 Maritieme cluster ,0 1,9 Niet-maritieme cluster ,0 1,7 Industrie ,2 1,4 Handel ,4 1,8 Vervoer over land ,1 0,8 Andere diensten ,2 2,3 Privé diensten ,2 2,3 Openbare diensten n.b. 32 n.b. n.b. n.b. Totaal havenzone ,0 1,7 Bron : Nationale Bank van België, Observatorium Om deze verhouding te berekenen, worden de geïndiceerde werkgelegenheid gerelateerd aan de rechtstreekse werkgelegenheid zoals die in de jaarrekeningen vermeld staan. "n.b." = cijfers niet beschikbaar. 18

30 Deel 3 : Havenbedrijven en toegevoegde waarde Zoals dit het geval was voor de werkgelegenheid, bestuderen we in een eerste fase de toegevoegde waarde die in 2004 rechtstreeks door de havenbedrijven wordt gegenereerd volgens activiteitstype. Deze zal bovendien vergeleken worden met het sectoraal profiel dat we in de andere havens terugvinden. Vervolgens volgt een beschrijving van de evolutie van de toegevoegde waarde voor de havenbedrijven voor 2003 en We besluiten met de studie van de indirecte toegevoegde waarde die uit de activiteit van de havenbedrijven voortvloeit. 19

31 1. Directe toegevoegde waarde In 2004 bedraagt de directe toegevoegde waarde van de Brusselse havenbedrijven 569,1 miljoen euro 33. Drie vijfde van deze toegevoegde waarde gerealiseerd in de Haven van Brussel is afkomstig uit de industrie, waarbij de energiesector het leeuwendeel voor haar rekening neemt (80% van de toegevoegde waarde van de industrie), terwijl bijna een vierde door de handel 34 wordt gerealiseerd. Tabel 6 : Directe toegevoegde waarde (TW) in 2004 (mio ) Sector TW Mio % Maritieme cluster 31,8 5,6 Niet-maritieme cluster 537,3 94,4 Industrie 345,4 60,7 Handel 134,6 23,6 Vervoer over land 11,9 2,1 Andere diensten 45,3 8,0 Privé diensten 45,3 8,0 Openbare diensten 35 n.b. n.b. Totaal 569,1 100,0 Bron : Nationale Bank van België In tegenstelling tot de rechtstreekse werkgelegenheid waar de enquêtegegevens ons in staat stelden de rechtstreekse werkgelegenheid zo goed mogelijk te benaderen door ze aan de gegevens van de Nationale Bank toe te voegen, zijn de resultaten met betrekking tot de toegevoegde waarde uitsluitend gebaseerd op de gegevens van de Nationale Bank. Zie eveneens voetnoot 35 onderaan de pagina. Zie tevens tabel 55 in bijlage voor een meer gedetailleerde sectorale onderverdeling van de toegevoegde waarde. Voor de openbare bedrijven waarvoor geen jaarrekening bij de Balanscentrale beschikbaar was, werden de gegevens van de Vlaamse havens door middel van een enquête verzameld. Dit was met name het geval voor het aantal voltijdse equivalenten en de personeelskosten. De toegevoegde waarde van deze ondernemingen werd vervolgens berekend op basis van de personeelskosten en door een correctiefactor toe te passen. De enquêtegegevens stelden ons echter niet in staat om de toegevoegde waarde van de overheidsbedrijven in het Brusselse havengebied te becijferen. 20

32 In vergelijking met het sectorale profiel van de andere Belgische havens 36, vertoont de Haven van Brussel bepaalde specifieke kenmerken die ook al in het deel over de werkgelegenheid voorkwamen. Enerzijds wijzen we nogmaals op het relatieve overwicht aan niet-maritieme activiteiten in de Haven van Brussel (het is immers een stedelijke bevoorradingshaven), net zoals in Gent en Luik trouwens, twee industriële havens. Anderzijds noteren we dat in Brussel, binnen de niet-maritieme cluster, ongeveer drie vijfde van de toegevoegde waarde door de industrie wordt gerealiseerd, een niveau dat hoger ligt dan dat van Zeebrugge, Oostende en Antwerpen maar lager dan de twee andere havens. Ten opzichte van deze drie laatste, benadrukken we het belang van de petrochemische sector in Antwerpen en de automobielsector en de metaalnijverheid in de haven van Gent. Terwijl de industriele concentratie in het Luikse havengebied gedomineerd wordt door de metaalnijverheid gevolgd door de bouw, de energie en de chemie. We wijzen er evenwel op dat in de Haven van Brussel de energiesector ruimschoots bijdraagt tot de toegevoegde waarde die door de industrie wordt gegenereerd. Deze sector is immers verantwoordelijk voor 48,5% van het totaal van de toegevoegde waarde, terwijl andere vertegenwoordigde industriële sectoren 12,2% voor hun rekening nemen. De energiesector speelt met een vijfde van de toegevoegde waarde ook een rol in Luik, in tegenstelling tot de Vlaamse zeehavens waar de sector minder vertegenwoordigd is. Het aandeel van de energiesector gaat van 0,1% in Oostende, 2,1% in Antwerpen tot zo n 4,5% in Zeebrugge en Gent. Tot slot, als we bovendien geen rekening houden met de energiesector in Brussel, stijgt het belang van de tertiaire sector. Het aandeel van de toegevoegde waarde gegenereerd door de handel gaat aldus van 25% naar 46% en dat van de diensten van 8% naar 15%. 36 Zie tevens tabellen 56 en 57 in bijlage 2 voor een meer gedetailleerde sectorale onderverdeling van de werkgelegenheid in de verschillende havens. 21

33 Tabel 7 : Directe toegevoegde waarde in de Belgische havens in 2004 Antwerpen Gent Oostende Zeebrugge Luik Brussel Maritieme cluster 27,5 5,8 25,2 39,5 2,0 5,6 Niet-maritieme cluster 72,5 94,2 74,8 60,5 98,0 94,4 Industrie 53,7 67,5 45,3 34,2 85,4 60,7 Handel 10,3 21,0 6,2 9,0 8,2 23,6 Vervoer over land 2,5 2,0 6,8 9,5 0,7 2,1 Andere diensten 37 6,0 3,7 16,4 7,9 3,6 8,0 Privé diensten 4,9 3,3 10,6 5,5 3,6 8,0 Openbare diensten 1,1 0,3 5,9 2,3 n.b. n.b. Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Bron : Nationale Bank van België In tegenstelling tot de Vlaamse zeehavens, werd de toegevoegde waarde in de openbare sector niet opgenomen in de totale toegevoegde waarde van de havens van Luik en Brussel. Als we de rechtstreekse toegevoegde waarde van de openbare sector niet in aanmerking nemen, wordt het aandeel van de diensten in de toegevoegde waarde van de nietmaritieme cluster teruggebracht tot 7% in Antwerpen, 4% in Gent, 15% in Oostende en 10% in Zeebrugge. Deze verschillende percentages moeten met die van Luik (4%) en Brussel (8%) worden vergeleken. Nationale Bank van België, Lagneaux F., Juni 2006, Economisch belang van de Belgische havens: Vlaamse zeehavens en Luiks havencomplex, Verslag 2004, Working Paper, n

Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven

Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven Socio-economisch Anspachlaan 65 1000 Brussel www.actiris.be D/2010/57.47/6 Verantwoordelijke uitgever : Emiel Meert, Anspachlaan 65, 1000 Brussel Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL 214-1-21 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 213 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2016

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2016 217-1-23 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 216 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2015

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2015 216-1-26 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 215 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL 215-1-19 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 214 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL. Maritieme cluster 1 Niet-maritieme cluster Totaal

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL. Maritieme cluster 1 Niet-maritieme cluster Totaal 213-1-14 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 212 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Het sociaaleconomisch belang van de bedrijven in de Brusselse havencluster Mei 2016

Het sociaaleconomisch belang van de bedrijven in de Brusselse havencluster Mei 2016 Het sociaaleconomisch belang van de bedrijven in de Brusselse havencluster Mei 2016 Met de steun van het Europees sociaal fonds Het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, een dienst binnen Actiris,

Nadere informatie

TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 2017

TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 2017 218-1-8 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 217 TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 217 Brussel 8 oktober 218 - De in de Belgische havens geproduceerde

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL. Maritieme cluster 1 Niet-maritieme cluster Totaal

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL. Maritieme cluster 1 Niet-maritieme cluster Totaal 212-1-22 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 211 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd Steunpunt WAV en VIONA SSA De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarreeks 2000, Deel III: De Sociale Balans, een aal-regionale analyse. In de sociale balansen brengen

Nadere informatie

Es gibt keine Tatsachen, es gibt nur Interpretationen.

Es gibt keine Tatsachen, es gibt nur Interpretationen. 15 de maritiem symposium: Werkgelegenheid in de Vlaamse havens Gent, 25 mei 211 George van Gastel Hoofd Micro-economische Analyse Werkgelegenheid in de Vlaamse havens Es gibt keine Tatsachen, es gibt nur

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

6. Zee- en luchthavens: poorten op Europa en de wereld

6. Zee- en luchthavens: poorten op Europa en de wereld 6. Zee- en luchthavens: poorten op Europa en de wereld De totale toegevoegde waarde van de Vlaamse zeehavens en luchthavens nam in 2006 toe. De directe toegevoegde waarde van de zeehavens nam af, maar

Nadere informatie

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE Bijdrage tot de welvaart België telt tienduizenden vzw s, stichtingen, sociale economiebedrijven en feitelijke verenigingen. 18.847 daarvan

Nadere informatie

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 De grafische sector in West-Vlaanderen Foto: : Febelgra Jens Vannieuwenhuyse sociaaleconomisch beleid, WES De grafische sector is zeer divers. Grafische bedrijven

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Oktober 2011 De arbeidsongevallen in de uitzendarbeidsector in 2010 1 Inleiding De arbeidsongevallen van de uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd op basis van drie selectiecriteria

Nadere informatie

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied Brussels Observatorium voor de Oktober 2013 FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied De arbeidsmarkten van de 3 gewesten in België zijn erg verschillend en hebben elk hun eigen specificiteit,

Nadere informatie

Een goed 2015, een aarzelend

Een goed 2015, een aarzelend Een goed 2015, een aarzelend 2016 Conjunctuurenquête Expeditiesector 1e kwartaal 2016 Een goed 2015, een aarzelend 2016 Conjunctuurenquête Expeditiesector 1e kwartaal 2016 De 3-maandelijkse conjunctuurenquête

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken Structurele ondernemingsstatistieken 1 Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2016 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Sectorfoto PSC

Sectorfoto PSC Sectorfoto 2009-2013 PSC 149.01 Elektriciens: Installatie en Distributie 2014 Vormelek vzw Marlylaan 15/8 b2 1120 Brussel Tel.: 02/476.16.76 Fax: 02/476.17.76 Geen enkel gedeelte van dit werk mag gereproduceerd

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012 De arbeidsongevallen in de uitzendsector in 2011 1 Inleiding De arbeidsongevallen van uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd aan de hand van 3 selectiecriteria

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2014 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen September 2016 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2015 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen April 2017 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus 3551-3000

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2016 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen Katleen Pasgang April 2018 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Juli 2014 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2013 - Privésector 1 Aanpassing van de formule van de gevolgen van arbeidsongevallen 1.1 EVOLUTIE IN DE OVERDRACHT

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/212 ADVIES NR. 16/52 VAN 4 OKTOBER 2016 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS UIT HET

Nadere informatie

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 13 september 2007 Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming Vormingsinspanningen van Belgische ondernemingen in 2005 62,5%

Nadere informatie

ECONOMISCH BELANG VAN DE HAVENS

ECONOMISCH BELANG VAN DE HAVENS ECONOMISCH BELANG VAN DE HAVENS Laatst gewijzigd op 22 november 2005 1 Indicatoromschrijving 1.1 Naam 1.2 Definitie 1.3 Meeteenheid 1.4 Plaatsing in het DPSIR kader 1.5 Referentie 2 Beleidsrelevantie 2.1

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 6 september 2004;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 6 september 2004; SCSZ/04/105 BERAADSLAGING NR 04/034 VAN 5 OKTOBER 2004 M.B.T. DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK VAN DE SOCIALE ZEKERHEID AAN HET FOREM MET HET OOG OP DE EVALUATIE VAN HET PLAN FORMATION-INSERTION

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

Gegevens met betrekking tot Brussel Economie en Werkgelegenheid Directie Steun aan Ondernemingen Kruidtuinlaan 20 BRUSSEL

Gegevens met betrekking tot Brussel Economie en Werkgelegenheid Directie Steun aan Ondernemingen Kruidtuinlaan 20 BRUSSEL JAARVERSLAG 2014 over de toepassing van de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun voor de bevordering van de economische expansie (BS van 10/01/2008) Gegevens met betrekking tot

Nadere informatie

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016 DECEMBER 2016 01/12/2016 Boordtabellen Horeca Synthese: De omzetgroei in de horeca blijft positief, maar zwakt af. Dit is een gevolg van een dalende omzet bij de logies. Ook het prijsverloop in de horeca

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/14/194 BERAADSLAGING NR. 14/022 VAN 4 MAART 2014, GEWIJZIGD OP 4 NOVEMBER 2014, INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

1) die zich vóór 2 oktober 2017 op een site van citydev.brussels gevestigd heeft;

1) die zich vóór 2 oktober 2017 op een site van citydev.brussels gevestigd heeft; Reglement voor de toekenning van steunmaatregelen voor de tewerkstelling van Brusselaars aan de ondernemingen die gevestigd zijn op de sites van citydev.brussels Het Brussels gewest en citydev.brussels

Nadere informatie

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN 1 DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 1.1. DE WERKZOEKENDE VOLLEDIG WERKLOZE IN STRIKTE ZIN... 3 1.2. BREDERE DEFINITIE VAN WERKLOOSHEID... 4 2. DE CIJFERS VAN DE

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/12/275 BERAADSLAGING NR. 12/074 VAN 4 SEPTEMBER 2012 INZAKE DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter

Nadere informatie

DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT:

DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT: Didier Gosuin Brussels minister van Economie en Tewerkstelling DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT: DE WAARHEID OVER DE CIJFERS Voorgaande studies. Voorgaande studies. 1. SERV (De Sociaaleconomische

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen mei 2016

STUDIE Faillissementen mei 2016 STUDIE Faillissementen mei 2016 Maand mei: faillissementen stijgen +4,1%. Stijging vooral binnen de horeca Cumul 2016: -12,3% Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. NALYSE VAN DE SECTORALE ARBEIDSMARKT

Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. NALYSE VAN DE SECTORALE ARBEIDSMARKT Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. NALYSE VAN DE SECTORALE ARBEIDSMARKT HD/--/HD/ECO.13/2010.13/048 mei 2010 ICB Instituut voor de autocar en de

Nadere informatie

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) «Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) Tweede deel In de vorige Stat info ging de studie globaal (ttz. alle statuten bijeengevoegd) over het verband

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZ/14/210 BERAADSLAGING NR. 14/112 VAN 2 DECEMBER 2014 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE De data over de arbeidsmarkt zijn afkomstig van de Vlaamse Arbeidsrekening, d.i. een raamwerk waarin arbeidsmarktstatistieken die zowel de vraag- als aanbodzijde van de arbeidsmarkt beschrijven worden

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2015 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

1algemeen overzicht deel van het anpcb

1algemeen overzicht deel van het anpcb 1algemeen overzicht deel van het anpcb inhoud Inhoudstafel Inhoudstafel udstafel Inleiding 9 Inleiding...9 Methodologisch 10 Methodologisch...10 Deel 1 Algemeen overzicht van het aantal ondernemingen en

Nadere informatie

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Verenigingen en stichtingen in België in cijfers (2013-2017) Structuur van het landschap van verenigingen en stichtingen Aantal Aantal met jaarrekeningen

Nadere informatie

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Inleiding Bij de pensioenhervorming van 1996 werd besloten de pensioenleeftijd van vrouwen in

Nadere informatie

INLICHTINGENBLAD (voor de werkgevers behalve de administraties)

INLICHTINGENBLAD (voor de werkgevers behalve de administraties) ACTIRIS Terug te sturen naar : ACTIRIS Dienst GECO Anspachlaan 65 1000 BRUSSEL AANVRAAGFORMULIER VOOR GESUBSIDIEERDE CONTRACTUELEN (GECO) PROGRAMMAWET VAN 30.12.1988 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie

Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven

Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven Socio-economisch belang van de Brusselse havenbedrijven April 2002 Paul CLERBAUX Patricia VROMAN We danken de bedrijven die door hun medewerking rechtstreeks hebben bijgedragen tot het tot stand komen

Nadere informatie

Fiche 3: tewerkstelling

Fiche 3: tewerkstelling ECONOMISCHE POSITIONERING VAN DE FARMACEUTISCHE INDUSTRIE Fiche 3: tewerkstelling In de sector werken meer dan 29.400 personen; het volume van de tewerkstelling stijgt met een constant ritme van 3,7 %,

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen januari 2017

STUDIE. Faillissementen januari 2017 STUDIE Faillissementen januari 2017 01/02/2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De gegevens zijn

Nadere informatie

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI 2016 16/02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese:

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI 2016 16/02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese: FEBRUARI 2016 16/02/2016 Boordtabellen Horeca Synthese: De omzetgroei in de horeca zet door en is het sterkst in restaurants en logies. De horeca inflatie blijft op een hoog niveau. Het aantal arbeidsplaatsen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/14/044 BERAADSLAGING NR. 14/022 VAN 4 MAART 2014 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Nationale Bank van België (2004). De sociale balans 2003, Economisch Tijdschrift 4-2004. Voor het eerst heeft de Nationale Bank van België de sociale balansen

Nadere informatie

Empirisch bewijs van impact op lange termijn van TV-reclame

Empirisch bewijs van impact op lange termijn van TV-reclame Empirisch bewijs van impact op lange termijn van TV-reclame Over het gunstig effect van tv-reclame voor nationale merken, of het nu op korte of lange termijn is, werd in veel landen geschreven. Hoe zit

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018 Graydon studie Faillissementen Oktober 2018 5 november 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

Matige groei, grote bezorgdheid

Matige groei, grote bezorgdheid Matige groei, grote bezorgdheid Conjunctuurenquête Expeditiesector 2e kwartaal 2016 Matige groei, grote bezorgdheid Conjunctuurenquête Expeditiesector 2e kwartaal 2016 De 3-maandelijkse conjunctuurenquête

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Januari 2012 De arbeidsongevallen in de sector van de bouwnijverheid in 2010 Inleiding De dienst Gegevensbank van het Fonds voor arbeidsongevallen doet elk jaar een statistische

Nadere informatie

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Juli 2012 Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Evolutie extreme groeiers periode 2004 2007 1 Vanuit een beleidsstandpunt is het verkrijgen en verankeren van meer en meer succesvolle groeiondernemingen

Nadere informatie

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en

Nadere informatie

AANVRAAGDOSSIER TOT ERKENNING EN/OF FINANCIERING

AANVRAAGDOSSIER TOT ERKENNING EN/OF FINANCIERING MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST B.E.W. Directie Werkgelegenheidsbeleid en Meerwaardeneconomie AANVRAAGDOSSIER TOT ERKENNING EN/OF FINANCIERING in het kader van de ordonnantie van 18 maart

Nadere informatie

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters IV. Beschrijving van de drijvende krachten en Analyse van druk en impact Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters 15 100 Aantal per ha BLO (runderen en varkens) 12 9 6

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. STUDIE Faillissementen 1 december 2016 Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen februari 2017

STUDIE. Faillissementen februari 2017 STUDIE Faillissementen februari 2017 01/03/2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De gegevens zijn

Nadere informatie

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017 07/03/2017 SYNTHESE: Er is een opmerkelijke versnelling van de omzetgroei in het derde kwartaal bij restaurants en drinkgelegenheden. Hotels en catering kennen nog steeds een dalende omzet. De horecaprijzen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/10/107 BERAADSLAGING NR. 09/054 VAN 1 SEPTEMBER 2009, GEWIJZIGD OP 3 NOVEMBER 2009 EN OP 7 SEPTEMBER 2010,

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2 ANNEX 4 MACRO-ECONOMISCHE ONDERBOUWING VAN HET BAU-SCENARIO Auteur: J. Duerinck INHOUD 1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2 1.1 Analyse trendmatige evoluties toegevoegde waarde 2 1.2 Methode voor

Nadere informatie

PASO-flits 2 Een last ontlast? Ploegenarbeid in Vlaanderen

PASO-flits 2 Een last ontlast? Ploegenarbeid in Vlaanderen PASO-flits 2 Een last ontlast? Ploegenarbeid in Vlaanderen Vooral in de jaren 80 werd ploegenarbeid sterk gestimuleerd in een poging om de competitiviteit van de Belgische economie te vrijwaren. Door gebruik

Nadere informatie

PUBLIEKE SECTOR. Bedrijfsschade Aangegeven bedrag Eenvoudige Risico s. Specifieke bepalingen

PUBLIEKE SECTOR. Bedrijfsschade Aangegeven bedrag Eenvoudige Risico s. Specifieke bepalingen PUBLIEKE SECTOR Bedrijfsschade Aangegeven bedrag Specifieke bepalingen De inleiding en voorstelling van het verzekeringsplan Publieke Sector De gemeenschappelijke bepalingen De woordenlijst zijn eveneens

Nadere informatie

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse.

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Ondernemingen Samenvatting Aantal BTW-plichtige ondernemingen blijft stijgen (periode 2003-2013)

Nadere informatie

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. 2012 In samenwerking met 1 547.259 uitzendkrachten 547.259 motieven 2 Inhoudstafel 1. Uitzendarbeid vandaag 2. Doel van het onderzoek 3. De enquête 4. De verschillende

Nadere informatie

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens Het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid heeft als missie om de evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid in het Brusselse Gewest in

Nadere informatie

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

POLSSLAG VLAAMSE HORECA 13/06/2017 SYNTHESE: De omzetgroei vertraagt in het laatste kwartaal van 2016 bij restaurants en drinkgelegenheden. De omzetdaling bij hotels loopt ten einde. De horecaprijzen stijgen minder snel dan vorige

Nadere informatie

Sectoren / paritaire comités Methodologie

Sectoren / paritaire comités Methodologie Sectoren / paritaire comités Methodologie Wouter Vanderbiesen Mei 2014 Methodologie Steunpunt Werk en Sociale Economie Parkstraat 45 bus 5303-3000 Leuven T:+32 (0)16 32 32 39 steunpuntwse@kuleuven.be www.steunpuntwse.be

Nadere informatie

DE AUDIOVISUELE SECTOR CIJFERS OPLEIDINGSINSPANNINGEN

DE AUDIOVISUELE SECTOR CIJFERS OPLEIDINGSINSPANNINGEN DE AUDIOVISUELE SECTOR CIJFERS 2013 OPLEIDINGSINSPANNINGEN INHOUDSOPGAVE I. INLEIDING... 2 II. SOCIALE BALANS... 3 III. ANALYSE VAN DE OPLEIDINGSINSPANNINGEN BINNEN HET PC 227... 5 1. REPRESENTATIVITEIT...

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/165 ADVIES NR. 13/71 VAN 2 JULI 2013 INZAKE DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/17/128 BERAADSLAGING NR. 17/058 VAN 4 JULI 2017 MET BETREKKING TOT DE MEDEWERKING VAN DE KRUISPUNTBANK VAN

Nadere informatie

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden 20 000 Brusselse werkzoekenden minder op 4 jaar tijd Brussel telt 91.877 werkzoekenden, voor een werkloosheidsgraad van 16,5%. Daarmee daalt de werkloosheid voor de 39 e maand op rij: in vergelijking met

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 11/12/2007

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 11/12/2007 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 11/12/2007 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen in 2006 1 Inleiding De arbeidsongevallenaangifte vormt de basis voor de verzameling van de gegevens met betrekking tot

Nadere informatie

Het economisch belang van de Vlaamse zeehavens doorgelicht

Het economisch belang van de Vlaamse zeehavens doorgelicht Economie en onderneming Het economisch belang van de Vlaamse zeehavens doorgelicht Brussel: Na- Lagneaux, F. (2004). tionale Bank van België (Working Paper Research 56). Met deze onderzoekspaper evalueert

Nadere informatie

Verslag van de raad van bestuur in het kader van de bepalingen van de artikelen 583, 596 juncto 603 en 598 van het wetboek vennootschappen

Verslag van de raad van bestuur in het kader van de bepalingen van de artikelen 583, 596 juncto 603 en 598 van het wetboek vennootschappen Verslag van de raad van bestuur in het kader van de bepalingen van de artikelen 583, 596 juncto 603 en 598 van het wetboek vennootschappen Gebruik makend van haar prerogatieven in het kader van het toegestane

Nadere informatie

Tewerkstelling. pharma.be vzw asbl

Tewerkstelling. pharma.be vzw asbl Tewerkstelling In 2012e werkten in de sector meer dan 32.500 personen. Dat is 6,7 % van de totale tewerkstelling in de verwerkende industrie en 1,2 % van de totale tewerkstelling in de private sector.

Nadere informatie