BELEIDSVISIE m.b.t. de KENNISCENTRA Onderwijs Bedrijfsleven (KBB) van MKB-Nederland en VNO-NCW
|
|
- Linda van der Pol
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BELEIDSVISIE m.b.t. de KENNISCENTRA Onderwijs Bedrijfsleven (KBB) van MKB-Nederland en VNO-NCW 1) Inleiding Het beroepsonderwijs in Nederland rust op twee pijlers, scholen en bedrijven. Bedrijven leveren een onmisbare en substantiële bijdrage aan het beroepsonderwijs. Samen met de scholen geven zij deelnemers aan het beroepsonderwijs de mogelijkheid om zich te bekwamen voor een beroep/functie. De scholen hebben het opleiden als kerntaak, hebben professionals in dienst die dat beroepshalve doen en worden daarvoor publiek bekostigd. Bedrijven en instellingen hebben het opleiden niet als kerntaak en hebben daarom ondersteuning nodig van scholen én kenniscentra. Nog vaak worden de vragen en belangen van bedrijven niet of te weinig meegenomen en meegewogen in beleidsvorming en beleidsbesluiten van de overheid en in het handelen van scholen. Het is van groot belang dat de overheid, scholen en de bestuurlijke onderwijswereld meer uitgaan van partnerschap. Binnen dat partnerschap is een belangrijke rol weggelegd voor onze intermediairs, de huidige kenniscentra ter ondersteuning van de bedrijven om de voorwaarden voor het leren op de werkvloer goed in te kunnen vullen. Vanuit werkgeverszijde geven MKB-Nederland en VNO-NCW hierbij aan welke beleidsprioriteiten wij wensen aan te brengen voor deze intermediairs, de kenniscentra die een belangrijke rol moeten spelen in het partnerschap. Meer vraag- en branchegerichtheid en een betere ondersteuning van de leerbedrijven door de kenniscentra zijn belangrijke onderdelen daarvan. 2) Kenniscentra Kenniscentra zijn actief op meerdere fronten. Zij voeren als taakorganisaties beleid van de overheid uit en spelen een belangrijke rol bij de uitvoering van MBO onderwijs- en opleidingsbeleid in een bedrijfstak. Veel kenniscentra hebben door de branche ingestelde nevenstichtingen die, onder een ander bestuur, actief zijn op diverse terreinen. Zij kunnen zich manifesteren als onderzoeker, ontwikkelaar, onderwijsaanbieder, adviseur, uitvoerder, examenleverancier, leermiddelontwikkelaar aanbieder en controleur. Het kenniscentrum is echter in de eerste plaats een intermediaire organisatie die de branche (-s) moet helpen hun vraag naar het beroepsonderwijs te expliciteren en te vertalen naar adequaat onderwijsaanbod. Ook dienen de kenniscentra de 1
2 bedrijven zodanig te ondersteunen dat zij hun rol als volwaardige partner en coproducent van opleiden optimaal kunnen vervullen. 3) De huidige kenniscentra Kenniscentra hebben voortdurend hun bestaansrecht moeten bewijzen. In die strijd hebben ze gezocht naar nieuwe mogelijkheden om bij overheid, onderwijs en bedrijfsleven een positiever beeld van zichzelf te scheppen. Daarbij hebben ze met elkaar steeds meer de samenwerking gezocht. De vraag is of die inspanningen niet ten koste zijn gegaan van hun oorspronkelijke (door de overheid bekostigde) taken. Naar onze mening is dat bij een aantal kenniscentra het geval. Kenniscentra verschillen in hetgeen zij uitvoeren. In ieder geval voeren zij de onderstaande wettelijke taken uit als intermediair tussen onderwijs en branches: ontwikkeling en actualiseren van de MBO kwalificatiestructuur; zorg voor kwantiteit en kwaliteit van leerbedrijven (werven en erkennen); ondersteuning van leerbedrijven. Naast de wettelijke taken voor het mbo vervullen de kenniscentra ook wettelijke taken voor het vmbo, met name op het terrein van stages voor leer- werktrajecten. Daarnaast zijn er vele mogelijkheden o.a.: examinering en EVC; ontwikkeling onderwijscurricula; ontwikkeling en toepassing van opleidingsinstrumenten; scholing van werkenden; arbeidsmarkt- onderzoek en advies. Taken op het terrein van het hbo, de associate degree Inmiddels is, mede onder invloed van de Governance code een duidelijker scheiding aangebracht tussen het kenniscentrum met zijn wettelijke taken en andere activiteiten. Er is onderscheid tussen de wettelijke taken als KBB, die identiek zijn voor alle kenniscentra (inclusief betere ondersteuning van de leerbedrijven in de bpv en bij het cgo) en de niet wettelijke taken die in aparte rechtsvormen zijn ondergebracht. Deze laatste zijn voor de buitenwereld niet altijd even duidelijk herkenbaar. 4) Wensen m.b.t. de kenniscentra De vraag is welke kennis en activiteiten er van de kenniscentra mogen worden verwacht. De indruk bestaat dat er meer prestaties op een groter terrein worden verricht terwijl de bekostiging afneemt, dat de gemiddelde bezoekfrequentie bij bedrijven op een bijzonder laag peil staat en de kwaliteit van consulenten/opleidingsadviseurs en hun kennis over de branche te wensen overlaat. De signalen vanuit de bedrijven in de richting van de brancheorganisaties zijn duidelijk (zie ook het onderzoek van MKB-Nederland en VNO-NCW naar de BPV van april 2009): de bedrijven weten niet goed meer wat 2
3 ze van hun kenniscentrum kunnen verwachten. Zelfs brancheorganisaties hebben dat niet altijd meer scherp op hun netvlies staan. MKB-Nederland en VNO-NCW vinden het wenselijk dat de kenniscentra zich meer branche- en vraaggericht op stellen dan nu het geval is en het georganiseerde bedrijfsleven, evenals de bedrijven, als hun klant beschouwen en bevorderen dat de scholen dat ook doen. Hierbij is er grote behoefte aan meer ondersteuning van de bedrijfslevenkant bij het al maar toenemende beroep dat door het beroepsonderwijs op de bedrijven wordt gedaan. In de loop van de tijd is bij een aantal kenniscentra relatief minder tijd en aandacht uitgegaan naar de ondersteuning van leerbedrijven. Deze ontwikkeling is versterkt door dat het macrobudget niet is meegegroeid met de forse toename van het aantal erkende leerbedrijven Daarbij is het belangrijk dat de activiteiten van het kenniscentrum aansluiten bij de activiteiten van de branche zelf. Met een duidelijker positionering, een daarbij passende houding en adequate bekostiging kunnen kenniscentra hierin voorzien waarmee hun bestaansrecht onbetwist, de kenniscentra sterker en hun taken duidelijker worden. De ondersteuning van en via de overheid voor de competentiegericht onderwijs (CGO)- ontwikkeling vindt vooral naar scholen plaats, buiten de kenniscentra om en vindt vooral in de beroepsondersteunende leerweg BOL plaats. Ondersteuning bij de invoering van CGO voor leerbedrijven is er over het algemeen niet. Maar binnen het competentiegerichte onderwijs worden de bedrijven meer en meer mede-uitvoerder van het onderwijs en medebeoordelaar van de leerling en dus coproducent. Er wordt door hen steeds meer geïnvesteerd in het onderwijs, in geld en tijd en dat geldt zowel voor individuele bedrijven als ook voor het georganiseerde bedrijfsleven (branches en hun O&O-fondsen). Het gebrek aan ondersteuning van bedrijven leidt tot problemen. De hulpvraag bij bedrijven rondom de BPV en de examinering is groot. De gebruikte terminologie, de communicatie met de school en het gebrek aan duidelijkheid met betrekking tot de taken en rol die van het bedrijf worden verwacht vormen een probleem. (zie ook het onderzoek beroepspraktijkvorming in het mbo, ervaringen van leerbedrijven van MKB-Nederland en VNO-NCW april 2009) Hier zouden de kenniscentra veel meer ondersteuning moeten bieden en dus meer dan nu het geval is in moeten investeren. Knelpunten in de relatie met en afstemming tussen kenniscentra en hun gelieerde werkgeversvertegenwoordigers treden met name op bij enkele grotere kenniscentra, waar de werkgeversorganisaties niet direct bestuurlijk zijn betrokken. Dit kan zijn omdat het kenniscentrum onder druk van schaalvergroting door fusies te breed is geworden, of omdat binnen het kenniscentrum de diverse sectoren onvoldoende specifiek worden bediend. Een oorzaak kan ook zijn dat voor beroepsgroepen wordt opgeleid die niet sectoraal gebonden zijn, zoals bv. de opleiding voor secretaresse. Hierdoor is de afstand tussen het kenniscentrum en het bedrijfsleven dat men bedient te groot geworden, voelt het kenniscentrum 3
4 onvoldoende de behoefte van het bedrijfsleven aan en ziet het bedrijfsleven het kenniscentrum niet meer als van ons. De kleinere kenniscentra kennen allen een sectorale structuur met directe betrokkenheid van sociale partners, bv.: De relatie tussen Kenniscentrum GOC en het bedrijfsleven is door middel van een statutaire verankering heel direct. De sociale partners besturen namens het bedrijfsleven het Kenniscentrum Voor de wettelijke taken geldt een verenigingsstructuur. In die tripartite verenigingsstructuur hebben werknemers, werkgevers en het georganiseerd onderwijs ieder voor een derde de zeggenschap. Zij treden namens hun leden op, houden onder meer toezicht op de werkzaamheden van de Paritaire Commissie en besluiten over de opleidingen en alle andere onderwerpen die de vereniging betreffen. Het bedrijfsleven kan niet anders dan het GOC beschouwen als hun Kenniscentrum. Immers, invloed en zeggenschap zijn heel direct geregeld. 5) Uitgangspunten voor het optimaal functioneren van de kenniscentra a) Betrokkenheid branches Om alle kenniscentra zich meer branchegericht en vraaggericht op te kunnen laten stellen zouden we de kenniscentra graag overal als volgt ingericht willen zien: In het bestuur van het kenniscentrum hebben de landelijke branches zoveel als mogelijk en werkzaam een vertegenwoordiger. Voor die branches die geen lid zijn van het bestuur moet hun inbreng in het beleid, de taken en werkprocessen van het kenniscentrum geborgd zijn. Kenniscentra moeten aan kunnen tonen hoe zij dat invulling geven en branches kunnen hen daar ook op aanspreken. Wanneer het gaat over de bovenwettelijke taken is het onderwijs niet vertegenwoordigd in het bestuur en beslissen de sociale partners. Hiervan zijn reeds goede voorbeelden te noemen, bijvoorbeeld het kenniscentrum Savantis. Hier kan ook een aparte rechtsvorm voor worden opgericht. b) invulling en voeding van de paritaire commissie Het georganiseerde bedrijfsleven heeft als taak het afvaardigen van kwalitatief goede vertegenwoordigers in de paritaire commissie. Maar het kenniscentrum heeft de taak om deze leden van de paritaire commissie goed te informeren zodat besluiten daar genomen kunnen worden op grond van de best mogelijke informatie. Branches kunnen kenniscentra ook aanspreken op het goed invullen van deze belangrijke randvoorwaarde. Het kenniscentrum is op deze manier het verlengstuk van de branche(-s) bij het opleiden en de bovenwettelijke taken. Het kenniscentrum is dus faciliterend en een intermediair. Dat moet voorop staan en niet het hebben van een eigen identiteit en mening als kenniscentrum. 4
5 Overigens laat het bovenstaande onverlet dat voor de wettelijke taken (voldoende) publieke bekostiging beschikbaar moet zijn. c) Toereikende publieke bekostiging Gemiddeld brengen leerlingen in het mbo circa 50% van hun opleidingstijd door in de erkende leerbedrijven, BBL-ers zelfs 80%. Zoals beschreven in deze notitie is niet alleen het aantal leerbedrijven de laatste jaren sterk toegenomen, ook vragen leerbedrijven naar meer en betere ondersteuning van de kenniscentra. Helaas is het macrobudget voor de kenniscentra (112 mln. euro) niet meegegroeid en bedraagt het slechts 3% van het macrobudget voor het mbo. Op basis van onafhankelijk onderzoek heeft het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven in haar publicatie "Het macrobudget voor kenniscentra" (november 2008) aangetoond dat het huidig bekostigingsniveau van de kenniscentra ontoereikend is om hun wettelijke taken uit te kunnen uitvoeren. IOO gaat daarbij uit van 2 bezoeken per jaar aan alle actieve leerbedrijven en 1 bezoek aan de erkende leerbedrijven die tijdelijk geen leerling hebben. Kenniscentra kunnen de de ambities uit deze nota met betrekking tot hun wettelijke taken dus alleen realiseren als er ze hiervoor adequaat bekostigd worden. MKB-Nederland en VNO-NCW pleiten er daarom wederom voor dat de voorgenomen bezuinigingen bij de kenniscentra, oplopend naar 16% in 2011, alsnog worden geschrapt. Dit sluit ook aan bij de door OCW toegezegde adequate financiering in de nota "MBO, fundament onder de arbeidsmarkt" met de gemeenschappelijk agenda d) Eenheid in verscheidenheid De verschillen tussen de kenniscentra beperken zich niet alleen tot bovenstaande verschillen (het wat). Ook als ze dezelfde activiteiten verrichten, voeren ze die vaak anders uit (het hoe). In het algemeen levert dat voor bedrijven geen problemen op. Die bevinden zich meestal in dezelfde sector. Het is wel van belang om sterk oog te blijven hebben voor de kracht van het collectief en gemeenschappelijke beeldvorming. Zeker in een politiek klimaat is naast aansprekende prestaties een adequate beeldvorming een factor van betekenis. Kenniscentra zouden een nog sterker gemeenschappelijk profiel moeten hebben voor de wettelijke taken. Een aantal verschillen is op grond van de sectorale werkelijkheid begrijpelijk. Echter daar waar dezelfde activiteiten worden verricht zou er een maximale inspanning gedaan moeten worden om dat op een zo eenduidig mogelijke wijze te doen (maatwerk binnen een eenduidiger vorm). Hier zijn inmiddels wel goede voorbeelden van, zoals stagemarkt, COLO Barometer, gemeenschappelijke aanpak erkenning, beroepenoriëntatie, en regioteams. De Staatssecretaris van OCW dringt aan op resultaten en standaardisatie, ook in de richting van de scholen. Tevens heeft de Staatssecretaris in 2008 bij COLO aangegeven dat de Kenniscentra dichter naar de vraag en de behoefte van het (georganiseerde) bedrijfsleven moeten opschuiven. 5
6 6) Thema's waar een gemeenschappelijke visie en werkwijze gewenst is De zorg voor voldoende leer-/werkplaatsen: Het uitgangspunt is, dat er voor iedere leerling een BPV plaats is. De minimumvariant is dat iedere leerling in staat moet worden gesteld zijn diploma te halen. De maximumvariant is dat een leerling uit een hoeveelheid kwalitatief hoogwaardige BPV plaatsen de opleidingsplaats kan kiezen die het best bij hem past. Door de economische recessie is de kwantiteit van beschikbare BPV plaatsen voor verschillende kenniscentra weer een thema. Dat verhoogt de noodzaak om op dit punt beleid te ontwikkelen. Te vaak wordt er te grofmazig gedacht over het aantal noodzakelijke opleidingsplaatsen (het totale aanbod van leerlingen in relatie tot beschikbare plaatsen). Het gaat er om voldoende plaatsen per kwalificatie, per niveau, per leerweg en per regio beschikbaar te hebben maar dan wel rekening houdend met de behoefte van de arbeidsmarkt en de mogelijkheden tot ondersteuning van het kenniscentrum. Stagemarkt.nl voorziet hier steeds meer in. Om te kunnen bepalen of er voldoende leerwerkplaatsen zijn in de diverse sectoren is het belangrijk dat er een betere afstemming komt tussen de vraag vanuit de branches en het aanbod vanuit de scholen. Goede voorlichting op grond van de gegevens die hierover beschikbaar zijn is noodzakelijk. Ook kenniscentra moeten hierover steviger het gesprek aangaan met de scholen. Als het bedrijfsleven zelf geen arbeidsmarktonderzoek doet, dan kan het kenniscentrum dit uitvoeren met mandaat en draagvlak bij de branche. Het KBB kan ook als gevolg hiervan een taak hebben om scholen te stimuleren voldoende leerlingen te leveren in relatie tot de behoefte (aantal leerwerkplekken). Daarmee wordt het aantal leerlingen meer arbeidsmarkt gericht. Kenniscentra dienen op dit punt een gemeenschappelijker beleid te ontwikkelen. Zij kunnen daarbij ook leren van elkaar. Zo zijn er bedrijfstakken die mede vanwege schommelingen in het werkaanbod samenwerkingsverbanden van opleidingsbedrijven hebben ontwikkeld. Bij schommelingen in het aantal arbeidsplaatsen binnen bedrijven (BBL) kan de BOL tijdelijk ruimte bieden om leerlingen toch een opleidingsplaats aan te bieden. Met name als het onderzoek naar arbeidsmarkt en opleidingsbehoefte aanwijst dat er op termijn meer arbeidsplaatsen te vervullen zijn. Voorwaarde is dan wel dat een zeer praktijkgerichte invulling van de BOL-opleiding wordt gevonden. Op het niveau van COLO moeten er afspraken worden gemaakt hoe dit gezamenlijk gestalte te geven. COLO kan dit proces faciliteren. Het ondersteunen van de kwaliteit van leerbedrijven Investeren in de kwaliteit van leerbedrijven vraagt om inspanning en samenwerking van bedrijven, kenniscentra en opleidingsinstituten. Bedrijven bepalen hun personeelsbeleid en maken daarbij een keuze om al dan niet als leerbedrijf te willen functioneren. Kenniscentra bieden de bedrijven praktische ondersteuning om als leerbedrijf te kunnen opereren en dragen samen met de 6
7 bedrijven zorg voor een adequate infrastructuur voor het opleiden van deelnemers in de beroepspraktijk. Opleidingsinstituten dragen zorg voor het adequaat en tijdig informeren van bedrijven over de leerling die bij het leerbedrijf komt en over het leerprogramma dat de deelnemer volgt. De opleidingsinstituten dragen ook zorg voor regelmatig contact over de vorderingen van het leerproces van de leerling met de bedrijven. De bereidheid van bedrijven om als leerbedrijf te kunnen of willen functioneren varieert. Er zijn bedrijven die op incidentele basis leerbedrijf willen zijn en er zijn bedrijven die op structurele basis leerbedrijf willen zijn. Om de totale kwaliteit van de bedrijfstak opleidingsinfrastructuur te verhogen is het wenselijk het aantal structureel opleidende bedrijven te verhogen. Daarvoor is het noodzakelijk om het leerbedrijf, veel meer dan nu het geval is, te ontlasten. Het moet duidelijk zijn wat het bedrijf van het kenniscentrum aan ondersteuning kan verwachten voor het leerbedrijf en naar de school toe. Ondersteunen bij het opleiden in het bedrijf en een optimale dienstverlening vanuit de school aan het bedrijf zijn noodzakelijk. Incidenteel opleidende bedrijven zouden zo kunnen doorschuiven naar periodiek opleidende bedrijven en periodiek opleidende bedrijven naar structureel opleidende bedrijven. Kenniscentra zouden hierop een (sectorale) ambitie, aanpak en bijpassende ondersteuning moeten ontwikkelen en ook met de school moeten onderhandelen over hun grotere structurele bijdrage. Doel is om rondom het leerbedrijf een zodanig ondersteunende structuur te organiseren, dat de opleiding optimaal vormgegeven kan worden. De kwaliteitsborging van leerbedrijven Naast de opleidingsfrequentie zijn er kwaliteitsverschillen per bedrijf. Kenniscentra zouden hun impliciete kennis over de kwaliteit van opleidingsbedrijven moeten expliciteren om zowel de markt voor gebruikers transparanter te maken als om een adequate kwaliteit stimulerende aanpak te ontwikkelen voor de branche. Nu de kenniscentra formeel onder toezicht vallen van de Onderwijsinspectie heeft deze er op aangedrongen om de kwaliteit van leerbedrijven aantoonbaar te maken. Dit zou in nauw overleg met de branches gestalte moeten krijgen. Het laagste niveau van kwaliteitsbeleid is een gemeenschappelijke erkenningsregeling en een uniforme toepassing daarvan door de kenniscentra. Dit zal de aantrekkelijkheid van het leerbedrijf verhogen. Ook de Rekenkamer heeft op dat punt gewezen. Een probleem bij de erkenning van leerbedrijven is het feit dat de erkenning nu gekoppeld wordt aan een kwalificatiedossier. Dit is lastig als een MKB-bedrijf leerlingen opleidt voor kwalificatiedossiers van verschillende kenniscentra. Met één erkenningsregeling zou dan ook één kenniscentrum de erkenning moeten kunnen verzorgen voor de verschillende kwalificatiedossiers. Als onderdeel van de erkenningsregeling zou ook één praktijkopleiderscursus voldoende moeten zijn om voor de diverse opleidingen als erkend leerbedrijf te kunnen worden aangemerkt. 7
8 Het transparant maken van de markt van leer-/werkplaatsen Met betrekking tot stagemarkt.nl hebben kenniscentra een gemeenschappelijk beleid geformuleerd. De vraag is of de uitvoering voldoende gemeenschappelijke en uniforme elementen heeft en zich in een vergelijkbaar tempo voltrekt. Het is voor de appreciatie van de wettelijke taak om voor voldoende goede leerplaatsen te zorgen en daarmee voor de waardering van de kenniscentra van groot belang, dat stagemarkt.nl, conform de ambities van de samenwerkende kenniscentra, nog dit jaar een compleet en informatief beeld geeft van de beschikbare leerplaatsen en de kwaliteiten en mogelijkheden van de leerbedrijven. Invulling, onderhoud en actualiteit van dat systeem zijn cruciaal. COLO heeft als vereniging van de kenniscentra hierbij een coördinerende en stimulerende rol. Het individuele KBB moet tegelijkertijd het sectorbelang voor ogen houden. Bij opleidingen waar van oudsher te veel leerlingen voor kiezen moet een KBB, zoals eerder gesteld, ook kunnen zeggen dat er niet voor alle leerlingen een plaats gevonden kan worden omdat de behoefte van de arbeidsmarkt kleiner is dan het aanbod van leerlingen. Ondersteuning van leerbedrijven naar behoefte Bij de proportionele ondersteuning van leerbedrijven lijken kenniscentra in een spagaat te verkeren. Aan de ene kant is het wenselijk om in structureel opleidende bedrijven te investeren die hun kwaliteit willen verhogen. Aan de andere kant moeten zwakke(re) bedrijven geholpen worden om de leerling niet de dupe te laten worden van het gebrek aan kwaliteit. Er ligt hier een duidelijke relatie met het kwaliteits- en het erkenningsbeleid. Alle actief opleidende bedrijven zouden moeten kunnen rekenen op een gemeenschappelijk basis service pakket in de wettelijk gefinancierde taak. Daarnaast zal er naar behoefte (vraagsturing) en noodzaak (voorkomen van calamiteiten) ondersteuning geboden moeten worden. Bijvoorbeeld om een stap hoger te komen in de kwaliteit, e.e.a. hangt af van de ambitie van het leerbedrijf op het gebied van het zijn van leerbedrijf. Deskundigheidseisen voor praktijkopleiders Praktijkopleiders zijn er in allerlei soorten en maten. Bij een klein bedrijf vervult de praktijkopleider (veelal is dat dan de ondernemer zelf) alle aspecten van de taak van praktijkopleider. Bij grote bedrijven/instellingen zijn er vaak meerdere personen (specialisten) die verschillende aspecten van de taak vervullen. Soms is er een splitsing tussen begeleiding van het werk waarvoor wordt opgeleid en de meer onderwijskundige aspecten van de opleiding, zoals coaching, voortgangsbespreking en beoordeling. Het is wenselijk dat kenniscentra voor de verschillende aspecten van de taak van praktijkopleider gemeenschappelijke deskundigheidseisen formuleren, die inpassen in hun erkennings- en kwaliteitsbeleid en er een toegesneden aanbod van opleidingen en trainingen voor beschikbaar hebben. Het is belangrijk om hierbij ook uit te gaan van de wensen vanuit de praktijkopleiders zelf, dus vraaggericht te werk te gaan. Het is wenselijk dat er per kenniscentrum een register van erkende praktijkopleiders beschikbaar is. Voor assessoren en examinatoren dienen kenniscentra een gemeenschappelijk professionaliseringstraject te ontwikkelen en de assessoren en examinatoren op te nemen in een afzonderlijk register. 8
9 Randvoorwaarde is dan wel dat het beroepsonderwijs met sectorale examenstandaarden gaat werken. Examinering van de beroepscompetenties met inbreng vanuit het georganiseerde bedrijfsleven Sturing van examinering door het bedrijfsleven is van groot belang. In het verleden is ervoor gekozen de verantwoordelijkheid voor de examinering bij de scholen te leggen. Een ongelukkige keuze, vinden MKB-Nederland en VNO- NCW, omdat hier de slager zijn eigen vlees keurt. Ook de bekostigingsbonus bij slagen leidt tot belangenverstrengeling. Het opleiden gebeurt op basis van landelijke kwalificatiedossiers met een regionale inkleuring. Bij examinering is het gezamenlijk opstellen van examenprofielen in de paritaire commissies van de kenniscentra een minimumvereiste. Wat de waarde hiervan wordt bij de kwaliteitsborging van examinering is nu nog niet vast te stellen aangezien de pilots met examenprofielen nog niet zijn afgerond. MKB-Nederland en VNO-NCW vinden ten principale dat het georganiseerde bedrijfsleven als gelijkwaardige partner mee moet beslissen bij de inhoud van de examenprofielen. Het civiel effect van het diploma krijgt in het bedrijfsleven zijn beslag. Er zijn bedrijfstakken, veelal bij in volume van aantallen leerlingen kleinere opleidingen, die ervoor gekozen hebben om een eigen examenstichting in te richten, die examens aan het onderwijs aanbiedt welke gezamenlijk tussen bedrijfsleven en onderwijs zijn ontwikkeld (in een vergelijkbare structuur als bij de paritaire commissies). In de examenprofielen moet kunnen worden beschreven dat deze examens gebruikt zullen worden. Meten van tevredenheid en effectiviteit van de ondersteuning door de kenniscentra Veel kenniscentra doen al periodiek onderzoek naar de tevredenheid van hun klanten. Ook op het punt van ondersteuning van kenniscentra richting bedrijven, scholen (bijvoorbeeld arbeidsmarktadvies, kwantiteit en kwaliteit beschikbare BPV plaatsen) en leerlingen (bijvoorbeeld stagemarkt) op het gebied van praktijkleren is informatie over de tevredenheid en het effect van die ondersteuning noodzakelijk als instrument om tot verbetering te komen. Het is wenselijk dat kenniscentra een aantal gemeenschappelijke vragen formuleren om zicht krijgen op de totaliteit van waardering en effect van hun ondersteuning. Ook zou er voor uniforme meetmethoden (schriftelijke enquête, klanten panel of anderszins) gekozen moeten worden. Jeugdwerkloosheid Een nieuwe taak van COLO en de kenniscentra is de ondersteuning bij het zoveel mogelijk vóórkomen van jeugdwerkloosheid, nu in het kader van het actieplan jeugdwerkloosheid. De kenniscentra maken een vertaalslag van sectorale initiatieven van bedrijfstakken en landelijke instrumenten naar regionale actieplannen en zorgen voor actuele stage- en arbeidsmarktinformatie voor het gericht kunnen aanpakken van regionale knelpunten. Dit alles in samenwerking met het UWV werkbedrijf. De opleidingsadviseurs van de kenniscentra zorgen, 9
10 vanuit hun opgebouwde relatienetwerk voor de één op één benadering van de individuele leerbedrijven. Deze taak is nu ingegeven door de economische recessie waar Nederland zich in bevindt en wordt uitgevoerd met tijdelijke projectmiddelen. Ook als het economisch weer beter gaat blijft het belangrijk om te zorgen dat de jeugd terecht komt bij leerbedrijven en niet in zorg- en uitkeringscircuits. En ook in het kader van reïntegratie voor mensen die later werkloos worden en waarbij sprake is van laag- of niet gekwalificeerd zijn, kunnen duale trajecten prima werken om de terugkeer naar een arbeidsplaats te bevorderen. Deze taak past prima bij de mogelijkheden, het netwerk en de kennis en kunde van de kenniscentra. Om deze taak op langere termijn uit te kunnen blijven oefenen zal hier structureel extra geld voor beschikbaar moeten komen. De ondersteuning van regionale sectorale platformen Ook hebben de kenniscentra op regionaal niveau de rol om partnerschap te bevorderen. Dit gebeurt door het regionale bedrijfsleven te ondersteunen bij het gesprek over hun opleidingsbehoefte, de invulling van de kwalificatiedossiers en de programmering van het onderwijs (theorie en praktijk). Een nieuwe taak is het ondersteunen bij het opzetten van regionale sectorale samenwerkingsverbanden van bedrijven die als gesprekspartner kunnen dienen voor de scholen (hetgeen is afgesproken in bestuurlijke afspraken tussen COLO, MBO-Raad, het ministerie van OCW, MKB-Nederland en VNO-NCW in april 2009). Dergelijke samenwerkingsverbanden worden opgezet in allerlei sectoren. Vaak blijkt dat de coördinatie een probleem is en branches onvoldoende menskracht hebben om deze samenwerkingsverbanden goed in te richten en te ondersteunen. Deze taak zou kunnen worden ingevuld door het kenniscentrum. De kenniscentra kunnen ook hiermee bijdragen aan goede samenwerking tussen scholen en bedrijven. De kenniscentra kiezen bij deze taken dan wel onverkort voor steun aan de leerbedrijven. Inmiddels heeft COLO positief gereageerd op dit voorstel en is gestart met de invulling hiervan. Tenslotte In de optimale situatie fungeren Kenniscentra als verlengstuk van de branches bij het articuleren van de vraag van het bedrijfsleven naar het mbo-onderwijs toe. Momenteel hebben zij in een aantal gevallen teveel een eigen identiteit en een eigen ambitie en overlevingsdrang. Er dient een warme koppeling gemaakt te worden vanuit de branche naar het kenniscentrum om strategie en planvorming geïntegreerd te laten plaatsvinden. Activiteiten van het kenniscentrum moeten passen bij de activiteiten die de brancheorganisaties (en eventueel hun O&O-fondsen) zelf ondernemen. Overlap of zelfs tegenstrijdigheden hierin zijn onwenselijk. In de huidige overgang naar het competentiegericht onderwijs in het mbo is deze afstemming alleen maar meer van belang omdat er regionale afstemming dient plaats te vinden over opleidingen én de individuele bedrijven, naast een toenemende opleidende taak, ook een grotere rol in de examinering gaan krijgen.. 10
11 Indien alle partijen separaat blijven opereren met ieder zijn eigen bestaansrecht, doelstellingen en ambities, dan zal er nooit een optimale samenwerking en afstemming ontstaan. Deze notitie zet nog eens op een rijtje waar gezamenlijk aan gewerkt moet worden. Tevens onderstreept zij het belang van de kenniscentra voor bedrijven en branches. De bekostiging van de kenniscentra moet dan wel in de pas blijven lopen met de toename van het aantal leerbedrijven en taken en de eisen aan de invulling hiervan. Dat is nu niet het geval, integendeel er wordt op de kenniscentra bezuinigd. Graag gaan MKB-Nederland en VNO-NCW en hun branches het gesprek aan om de in deze notitie geformuleerde wensen in samenwerking met de kenniscentra en overige partijen te realiseren. 11
Visie op de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven en Colo. 9 juni 2008 publicatienr. 2/08
Visie op de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven en Colo 9 juni 2008 publicatienr. 2/08 4 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 5 2. Duurzame relaties 5 3. Taak en functie van het kenniscentrum in de relatie
Nadere informatieFNV EN BEROEPSONDERWIJS
FNV EN BEROEPSONDERWIJS SANDRA TER MAAT WAAROM IS ONDERWIJS BELANGRIJK VOOR FNV? Jongeren moeten vaardigheden en kennis kunnen opdoen voor de huidige en toekomstige arbeidsmarkt Onderwijs heeft ook een
Nadere informatieVerbinden van de oevers door gedeelde verantwoordelijkheid in het middelbaar beroepsonderwijs
Verbinden van de oevers door gedeelde verantwoordelijkheid in het middelbaar beroepsonderwijs Gemeenschappelijke intentieverklaring van georganiseerd bedrijfsleven, onderwijs en kenniscentra 10 maart 2010
Nadere informatieC O N V E N A N T & A C T I E P L A N
EMBARGO TOT 6 MAART 2006 15.00 UUR C O N V E N A N T & A C T I E P L A N Voorwoord In juni 2005 heeft MKB-Nederland een nota gepresenteerd over het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie,
Nadere informatieZoetermeer, 10 oktober 2013
Ministerie van OCW Mevrouw dr. J. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Zoetermeer, 10 oktober 2013 Betreft: advies SBB samenwerkingsmodel beroepsonderwijs bedrijfsleven Kenmerk: br13-1160bes_alg Geachte
Nadere informatieGezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van:
Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van: 2 Gezamenlijke aanpak BPV In de Verbeteragenda BPV van MKB Nederland en VNO-NCW is naar aanleiding van een onderzoek naar de ervaringen van leerbedrijven
Nadere informatieErkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening
Erkend leerbedrijf dáár wordt het vak geleerd horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening Waarom erkend leerbedrijf? Jonge mensen wegwijs maken in de sector: dat is de taak van een leerbedrijf.
Nadere informatieDe praktijk... dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening
De praktijk... dáár wordt het vak geleerd horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening Verbinding tussen bedrijfsleven en onderwijs Kenwerk is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven
Nadere informatiegezamenlijke aanpak bpv
BPVprotocol gezamenlijke aanpak bpv In de Verbeteragenda bpv van MKB Nederland en VNO-NCW is naar aanleiding van een onderzoek naar de ervaringen van leerbedrijven met de bpv: Beroepspraktijkvorming in
Nadere informatieExamenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT
Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT Sector: ESB&I Gevalideerd door: de paritaire commissie ECABO Vaststellingsdatum: 7 oktober 2014 Examenprofielnummer: EXPRO.16 1 Inleiding
Nadere informatieMiddelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)
Lijst met afkortingen voor de bloemist-winkelier m.b.t. het onderwijs Gebruikte term Toelichting MBO BOL BBL deelnemer BPV protocol Beroeps Praktijk Vorming (afgekort BPV) BPV verlener BPV-begeleider BPV-deelnemer
Nadere informatieExamenprofiel mbo Handel en MITT
16 november2014 Examenprofiel mbo Handel en MITT Sector: Handel en MITT Vastgesteld door: PCBB Handel en MITT Vaststellingsdatum: 25 november 2014 Examenprofielnummer: EXPRO.10 1 Inleiding Doel en functie
Nadere informatieInzet en betrokkenheid van de vakbonden bij het middelbaar beroepsonderwijs
Notitie Datum 12 januari 2017 Aan Deelnemers Ledencongres Van Ben Francooy Status Ter bespreking Onderwerp Inzet en betrokkenheid van vakbonden bij MBO/1701010/BF/CdK Inzet en betrokkenheid van de vakbonden
Nadere informatieAfsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg
Afsprakenkader Partners in Leren en Werken in Zorg en Welzijn Zeeland ViaZorg 2014 Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad INHOUD Inleiding 1. Hoe kunnen de opleidingen kwalitatief beter en vooral uitdagender?
Nadere informatieZienswijze in statements op positie en functies van kenniscentra. Peter Cras, maart 2005
Kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven promoten en ondersteunen het verzilveren va menselijk kapitaal in bedrijfstakken en bedrijven/organisaties. Zienswijze in statements op positie en functies van
Nadere informatieNieuwe. Handleiding Versie 2012
Nieuwe Handleiding Versie 2012 Inhoud Inleiding... 3 1. De Nieuwe Praktijkwijzer... 4 2. Doel van de Nieuwe Praktijkwijzer... 5 3. Uitgangspunten voor de (Nieuwe) Praktijkwijzer... 5 4. Instrumenten van
Nadere informatieExamenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw
Januari 2015 Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Sector: Schilderen en Onderhoud en Afbouw Vastgesteld door: Paritaire Commissie Onderhoud, Schilderen en Afbouw Savantis Vaststellingsdatum:
Nadere informatiePLAN VAN AANPAK CONVENANT LOONWERK-ONDERWIJS AOC S
PLAN VAN AANPAK CONVENANT LOONWERK-ONDERWIJS AOC S 1. Inleiding Dit plan van aanpak vormt een onlosmakelijk onderdeel van het convenant loonwerkonderwijs AOC s. In dit plan van aanpak zijn de uit te voeren
Nadere informatieNiets is moeilijk voor wie weet hoe het werkt.
Kennis in beweging eten werkt Niets is moeilijk voor wie weet hoe het werkt. Weten werkt Partner in praktijkleren en personeelsontwikkeling. Dat wil Kenniscentrum GOC zijn voor alle bedrijven en medewerkers
Nadere informatieConvenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo
Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo Den Haag, 20 december 2001 1 Werkend leren moet worden versterkt, werkend leren is ook kansen creëren. Leerwerktrajecten bieden jongeren
Nadere informatieStappenplan invoering slaag-/zakregeling keuzedelen per 1 augustus 2020 Versie: aanpassing van definitieve versie, 23 januari 2018.
Stappenplan invoering slaag-/zakregeling keuzedelen per 1 augustus 2020 Versie: aanpassing van definitieve versie, 23 januari 2018 Inleiding Met de herziening van de kwalificatiestructuur is een nieuw
Nadere informatieHerziening MBO voor leerbedrijven. Versie 1.0 juli 2015
Herziening MBO voor leerbedrijven Versie 1.0 juli 2015 De presentatie in het kort Het mbo-onderwijs verandert Keuzedelen, nieuw in de mbo-opleiding Kansen voor het bedrijfsleven Het mbo-onderwijs verandert
Nadere informatieOnderwijskundig jaarverslag
Onderwijskundig verslag 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Opleidingsaanbod 2013... 4 3. Uitgegeven diploma s... 4 4. Aantal studenten per lopende opleiding op 1 maart 2014... 4 5. Urenverantwoording
Nadere informatieAanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht
Aanbevelingen en Actieprogramma Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht 2 Aanbevelingen ter verbetering van (de aantrekkelijkheid van) het VMBO naar aanleiding van het VMBO
Nadere informatieKwaliteitsbeleid in branche. Uitvoering door OTIB
Kwaliteitsbeleid in branche Uitvoering door OTIB Inhoud De basis voor kwaliteitsbeleid Activiteiten OTIB BVS Vakpaspoort Rol m.b.t. eindtermen De basis voor kwaliteitsbeleid Waarom hoe - wat Waarom kwaliteitsbeleid
Nadere informatieStage Erkenning Floriade 2012. 11-10-2011, Venlo
Stage Erkenning Floriade 2012 11-10-2011, Venlo Inhoudsopgave: BPV Protocol Erkenning leerbedrijf Introductie Kenniscentra Betrokken Kenniscentra Introductie Stagebegeleiders Afsluiting BPV Protocol Waarom?
Nadere informatiePraktijkleren in de praktijk Voor iedereen een passende werkplek met een passende leerroute
Praktijkleren in de praktijk Voor iedereen een passende werkplek met een passende leerroute vergroten kansen op de arbeidsmarkt voor vso/pro/mbo, werkzoekenden en werkenden zonder startkwalificatie Personeel
Nadere informatie10 speerpunten onderwijs VHG
10 speerpunten onderwijs VHG 1. BPV bedrijf Een goed BPV bedrijf is cruciaal. De VHG is van mening dat bedrijven aan een minimum aantal eisen moet voldoen. Zo moeten goede begeleiding door een opgeleide
Nadere informatieStimulans kwaliteit BPV kinderopvang Amsterdam
Stimulans kwaliteit BPV kinderopvang Amsterdam Stimulans kwaliteit BPV kinderopvang Amsterdam Calibris richt zich vanuit haar wettelijke taken en maat schappelijke verantwoordelijkheid op de erkenning
Nadere informatieExamenprofiel mbo Groen
Examenprofiel mbo Groen Sector: Groen Gevalideerd door: de paritaire commissie van Aequor Vaststellingsdatum: 8 december 2014 Examenprofielnummer: EPRO.14 1 Inleiding Doel en functie van het examenprofiel
Nadere informatieFocus op Vakmanschap in MBO
Focus op Vakmanschap in MBO Een tussenstand en een vooruitblik Rico Vervoorn beleidsadviseur btg Communicatie en Media MBO Raad Sectoraal overleg onderwijsinstellingen Hoe is het ook alweer begonnen? Februari
Nadere informatieStichting Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven VOC. Jaarverslag 09
Stichting Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven VOC Jaarverslag 09 Bestuursverslag Het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven VOC draagt binnen de carrosseriebranche zorg voor de uitvoering
Nadere informatieHandreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo
Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo Ook in het vmbo is er sprake van onderwijsvernieuwing. De meest in het oog springende vernieuwing is de introductie van een kern, profiel en (meerdere) keuzes. De
Nadere informatieExamenprofiel mbo Reclame, Presentatie en Communicatie
Februari 2015 Eamenprofiel mbo Reclame, Presentatie en Communicatie Sector: Reclame, Presentatie en Communicatie Vastgesteld door: Paritaire Commissie Reclame, Presentatie en Communicatie Savantis Vaststellingsdatum:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 650 Subsidiebeleid Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter
Nadere informatieDuurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en
Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en samenleving Stel hogere eisen aan het arbeidsmarktperspectief Handhaaf het startkwalificatieniveau met extra aandacht aan studiekeuze mbo niveau 2 studenten. Biedt
Nadere informatieVoor vakmensen voor de toekomst
Voor vakmensen voor de toekomst D66 Gelderland wil een klimaatneutrale en toekomstbestendige provincie zijn. Dat betekent windmolens plaatsen, zonneweides aanleggen en elk huis in Gelderland energieneutraal
Nadere informatie6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven
6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven 6.1 Adviesaanvraag Voor de samenwerking tussen onderwijs en bedrijven wordt de SER advies gevraagd over de volgende passage uit de adviesaanvraag: Het instrumentarium
Nadere informatiereglement erkenning leerbedrijven 2013
reglement erkenning leerbedrijven 2013 Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: 1. Leerbedrijf Het bedrijf of de organisatie die op grond van dit reglement bevoegd is om de beroepspraktijkvorming
Nadere informatieTekst: Gofrie van Lieshout Foto's: Ken Wong
Bij onderzoeken die de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de samenwerking in kaart brengen, komt steevast de zorgsector als beste uit de bus. Sinds het bestaan van KBB, nu vier jaar, pakken
Nadere informatieExamenprofiel mbo Sector Transport en Logistiek
Examenprofiel mbo Sector Transport en Logistiek Zie ook www.kwalificatiesmbo.nl Sector: Transport en Logistiek Vastgesteld door: Paritaire commissie T&L Vaststellingsdatum: 25 november 2014 Examenprofielnummer:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 012 Leven Lang Leren Nr. 30 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie Nr. 25 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van
Nadere informatieLeven Lang Ontwikkelen. Erwin Pierik/ Rini Romme april 2017
Leven Lang Ontwikkelen Erwin Pierik/ Rini Romme april 2017 Diverse relevante trajecten Tweede Kamer: hoorzitting LLL OCW vraagt SBB certificaten aan te reiken. SER adviezen beroepsonderwijs en post- initieel
Nadere informatie7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten
7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten Opdrachtgever OCW Projectaannemer SBB Projectleider Nog te bevestigen Contactpersoon Lisette van Loon Start en einde deelproject Fase 1: juni 2012
Nadere informatieROBO-toolkit. Praktische handreiking ter ondersteuning functioneren ROBO s
ROBO-toolkit Praktische handreiking ter ondersteuning functioneren ROBO s NBOV-cluster onderwijs November 2009 Inhoudsopgave Inleiding 3 Missie, visie en doelstellingen 4 Kerntaken en rolverdeling 5 Organisatorische
Nadere informatieVisie op examinering. Visie op examinering, 21 april
Visie op examinering De Bve Raad en de AOC Raad willen met deze notitie hun visie op examinering uitdragen. De belangrijkste reden hiervoor is dat de beide organisaties in een open dialoog met relevante
Nadere informatieLeven Lang Ontwikkelen. Erwin Pierik/ Rini Romme mei 2017
Leven Lang Ontwikkelen Erwin Pierik/ Rini Romme mei 2017 Adviezen rondom LLO De Onderwijsraad adviseert de regio te benutten om aansluiting van mbo op de arbeidsmarkt te versterken. Hervorm O&O-fondsen
Nadere informatieCriteria Ontwikkelfonds Regio Zwolle
Criteria Ontwikkelfonds Regio Zwolle Regio Zwolle is de regio vol groeikansen. Met volop uitdagende banen, met uitstekend onderwijs, met een innovatieve cultuur en een geweldig woonklimaat. Om ervoor te
Nadere informatie2O1O MBO. competentiegericht onderwijs dat werkt MBO Kern van de aanpak
MBO 2O1O MBO 2010 Kern van de aanpak competentiegericht onderwijs dat werkt 1 MBO 2010 - Kern van de aanpak 1 Augustus 2010 Op 1 augustus 2010 moeten we met een gerust hart kunnen overgaan tot de verplichte
Nadere informatieHANDLEIDING MELDFORMULIER KEUZEDEEL
HANDLEIDING MELDFORMULIER KEUZEDEEL Handleiding bij Meldformulier keuzedeel bestemd voor onderwijsinstellingen, brancheorganisaties, HBO-instellingen, werkgevers en andere partijen ten behoeve van het
Nadere informatieInstructie en informatie voor de begeleider
Instructie en informatie voor de begeleider Masterplan Instructie en informatie over: - Begeleiden en Beoordelen - Startgesprek (BOL/BBL) - Ontwikkelingsgericht opleiden en beoordelen - Overgang naar de
Nadere informatieSAMENVATTING INVENTARISATIE CRISISMAATREGELEN TECHNIEKTALENT.NU
SAMENVATTING INVENTARISATIE CRISISMAATREGELEN TECHNIEKTALENT.NU INVENTARISATIE VAN DE STIMULERINGSMAATREGELEN VOOR DE INSTROOM EN HET BEHOUD VAN LEERLINGEN VOOR DE TECHNISCHE SECTOR Martijn Röfekamp Kim
Nadere informatieHerziening MBO voor leerbedrijven. Versie 1.0 september 2015
Herziening MBO voor leerbedrijven Versie 1.0 september 2015 De presentatie in het kort Het mbo-onderwijs verandert Keuzedelen, nieuw in de mbo-opleiding Kansen voor het bedrijfsleven Het mbo-onderwijs
Nadere informatieMark Hulsen en Carien van der Willigen
Mark Hulsen en Carien van der Willigen Ken je regio! 1. Hoeveel studenten die in de regio Rivierenland wonen zijn er ingeschreven bij het bekostigd onderwijs voor schooljaar 2016/2017? 7.072 in Rivierenland
Nadere informatieMinisterie van OCW Mevrouw J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart,
Ministerie van OCW Mevrouw J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG De Bilt, 8 oktober 2008 Ons kenmerk: JZIJ/MWE/95217/2008 Doorkiesnummer: 030-221 98 90 Onderwerp: Domeinen in
Nadere informatieBPV-WEGWIJZER: BASIS II KENNISCENTRUM PMLF december 2011
1 SAMENVATTING De belangrijkste werkzaamheden van het Kenniscentrum PMLF zijn: 1. onderhouden, ontwikkelen kwalificatiestructuur; 2. erkennen van leerbedrijven; 3. bevorderen van de kwaliteit van de BPV.
Nadere informatie0 1 0 be o.p~ond.rwij,
0 1 0 be o.p~ond.rwij, v~~~n~ging kennk~.nt,~ Algemene Rekenkamer Mevrouw S.J. Stuiveling Boris Pasternaklaan 4 Postbus 20015 Postbus 7259 2500 EA DEN HAAG 2701 AG Zoetermeer Datum Zoetermeer, 15 november
Nadere informatieServicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige
Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Titel : Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Project/Werkgroep : Voor vragen kunt
Nadere informatieReactie BVMBO op Internetconsultatie lerarenregister
Reactie BVMBO op Internetconsultatie lerarenregister s-hertogenbosch, 5 februari 2015 De Beroepsvereniging Docenten MBO is opgericht om als beroepsgroep invloed uit te oefenen op ons vak en onze beroepsuitoefening.
Nadere informatiebewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018
bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel
Nadere informatieMbo & Stages. Nieuwegein, 10 februari 2015
Mbo & Stages Nieuwegein, 10 februari 2015 Doel bijeenkomst Informeren over ontwikkelingen in mbo onderwijs Inventariseren gebruik stagiaires (niveau en soort) Inventariseren wensen ten aanzien van stagiaires
Nadere informatieUw brief van. 31 maart 2008
logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 13 juni 2008 BVE/I&I/21221 Uw brief van 31 maart 2008 Uw kenmerk 2070815960 Onderwerp Vragen
Nadere informatieTOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO
TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo 01-11-2013 Pagina 1 van 9 1. Inleiding 1.1. Formele kaders In de WEB zijn bepalingen opgenomen over de ontwikkeling en
Nadere informatieexaminering 2006-2007 Een overzicht van het eerste jaar Actieplan Examinering
ACTIEPLAN examinering 2006-2007 Een overzicht van het eerste jaar Actieplan Examinering Inleiding In november 2006 hebben de AOC s naar aanleiding van de teleurstellende bevindingen van KCE en op verzoek
Nadere informatieKansrijk in de praktijk f p1. Kansrijk in de praktijk
Kansrijk in de praktijk f p1 Kansrijk in de praktijk Kansrijk in de praktijk f p3 1. Inleiding Het kabinet heeft op de werktop met werkgevers en werknemers afspraken gemaakt over de bevordering van economische
Nadere informatieVan doelgroepenbeleid naar groepen met een doel. Limburgse arbeidsmarktdag 24 mei 2018 Monique Mol en Tom Heltzel
Van doelgroepenbeleid naar groepen met een doel Limburgse arbeidsmarktdag 24 mei 2018 Monique Mol en Tom Heltzel Casus: Leerling Praktijkonderwijs IQ 55 80 Leerachterstand 3 jaar of meer Vaak instabiele
Nadere informatieBijlage 1. Concept convenant leerlingbouwplaatsen.
Bijlage 1 Concept convenant leerlingbouwplaatsen. Opmerkingen: 1. Tekst voorwaarden leerlingbouwplaats (bijlagen 1 en 3 convenant) wordt nog kortgesloten met Fundeon. 2. Definitieve tekst geschiktheidtoets
Nadere informatieWerkdocument Feiten en cijfers voor de mbo-instellingen en sectoren
Werkdocument Feiten en cijfers voor de mbo-instellingen en sectoren Advies van stichting SBB aan minister van OCW Zoetermeer, 19 november 2012 rb12-1500lvd/bes_alg Totaal aantal pagina's: 10 rb12-1500lvd/bes_alg
Nadere informatieOntwikkeling gproeven van bekwaamheid door STeAG
Ontwikkeling gproeven van bekwaamheid door STeAG Ontstaan STeAG In 2001 toekenning subsidieaanvraag t.b.v. examinering. Stichting Examinering AG is in het leven geroepen voor het beheer. Vertegenwoordigers
Nadere informatieDe chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven; een natuurlijk bondgenootschap
De chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven; een natuurlijk bondgenootschap Kwaliteitscentrum Examinering (KCE) Het Kwaliteitscentrum Examinering beoordeelt de kwaliteit van de examens van alle beroepsopleidingen
Nadere informatieInstructie en informatie voor de begeleider installatie
Instructie en informatie voor de begeleider installatie Masterplan Dit is een product van het project Masterplan Zuid- Holland. Hierin werken de volgende organisaties samen: - de ROC s Albeda College,
Nadere informatieMeer Jongeren op een Leerbaan! Een handleiding in negen stappen. MKB Leerbanenplan & Taskforce Jeugdwerkloosheid
MKB Leerbanenplan & Taskforce Jeugdwerkloosheid In negen stappen meer jongeren op een leerbaan Stappenplan voor effectieve samenwerking om meer jongeren aan een leerbaan te helpen Elk jaar moeten vele
Nadere informatieSamenwerkingsovereenkomst ROCKO
Samenwerkingsovereenkomst ROCKO Partijen: Summa College, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw T. van Hoogstraten, Korein, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P. Notten, Kinderopvanggroep,
Nadere informatieRCEC 19 nov. 08. Proeven van bekwaamheid in het groene onderwijs
RCEC 19 nov. 08 Proeven van bekwaamheid in het groene onderwijs Helicon Opleidingen Helicon Opleidingen Agrarisch OpleidingsCentrum (AOC) 8 MBO scholen + 6.500 deelnemers 4 VMBO scholen Examensecretaris
Nadere informatieExamenprofiel mbo. Entreeopleiding
Eamenprofiel mbo Entreeopleiding Sector: Entreeopleiding Vastgesteld door: bestuur SBB Vaststellingsdatum: 24 maart 2016 Eamenprofielnummer: EXPRO.18 Eamenprofiel Entreeopleiding, versie maart 2016 1 Inleiding
Nadere informatieGEZAMENLIJKE AFSPRAKEN LEER-WERKTRAJECTEN VMBO DEN HAAG, 20 DECEMBER Gezamenlijke afspraken leer-werktrajecten vmbo
GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN LEER-WERKTRAJECTEN VMBO DEN HAAG, 20 DECEMBER 2001 Gezamenlijke afspraken leer-werktrajecten vmbo 1 De onderstaande partijen: 1. Enerzijds de Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd
Nadere informatieBoris-Stappenplan. N.A.W. gegevens. Gegevens leerling. Gegevens school. Boris-leerlingnummer: Voornaam, achternaam: Adres: Telefoon: Email: Hulpvraag:
Boris-Stappenplan N.A.W. gegevens Gegevens leerling Boris-leerlingnummer: Voornaam, achternaam: Adres: Telefoon: Email: Hulpvraag: Bijzonderheden: Gegevens school Naam school: Adres school: Telefoon school:
Nadere informatieCompetentiegericht opleiden
Communicatie De groene standaard en Het Groene LAB Competentiegericht opleiden de nieuwe vorm van opleiden - De groene standaard - Het Groene LAB Competentiegericht opleiden 1 Competentiegericht opleiden:
Nadere informatie8 Aanbevelingen op een rij
8 Aanbevelingen op een rij 8.1 Verstevigen infrastructuur voor postinitiële ontwikkeling Flexibel en praktijkrelevant aanbod voor maatwerk De regelgeving wordt aangepast om bekostigde en niet-bekostigde
Nadere informatieSnel en eenvoudig besparen bij BPV. Ad Geluk; Colo Frans Bergmans; ROC Eindhoven Xaverius van Hien; ROC Eindhoven
Snel en eenvoudig besparen bij BPV Ad Geluk; Colo Frans Bergmans; ROC Eindhoven Xaverius van Hien; ROC Eindhoven Introductie Spreker Ad Geluk is bij Colo, (samenwerkende kenniscentra voor beroepsonderwijs
Nadere informatieJAARVERSLAG. Stichting Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven VOC
JAARVERSLAG Stichting Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven VOC Jaarverslag Doel Het doel van de Stichting Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Vakopleiding Carrosseriebedrijf en de Aanverwante
Nadere informatieBijlage 2. Human Capital Agenda s
Bijlage 2 Capital s De topsectoren gaan een human (onderwijs en scholing) voor de langere termijn opstellen en zullen onderwijsinstellingen hierbij betrekken. De s bevatten o.a. een analyse van de behoefte
Nadere informatieProductplan Leerwijzer.info
Productplan Leerwijzer.info Inhoud Inleiding:... 3 Missie:... 3 Visie:... 3 Juridische vorm:... 4 Partnership:... 4 De concurrentie de baas blijven.... 4 Borging kwaliteit en continuïteit.... 5 Financieel....
Nadere informatieUw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer. Onderwerp Datum Contactpersoon
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap T.a.v. staatssecretaris B.J. Bruins Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer PDTJ/06/64323 070-3334740 Onderwerp Datum Contactpersoon
Nadere informatieSamenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland
BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland Pagina 1: Effecten bij leerlingen Effecten bedrijven - onderwijs Toelichting: De percentages onder het kopje Nul zijn de uitersten
Nadere informatieInleiding. In deze rapportage staan de belangrijkste uitkomsten uit de landelijke BPV Monitor 2018.
Uitkomsten BPV Monitor 2018 LANDELIJKE RAPPORTAGE Inleiding Iedere mbo- volgt een deel van de beroepsopleiding in één van de 250.000 erkende leerbedrijven. Dit leren in de praktijk via stages en leerbanen
Nadere informatieSectoraal Examenprofiel. Economisch-Administratieve beroepen, Sociaal-Juridische dienstverlening, Beveiliging & ICT
Sectoraal Eamenprofiel Economisch-Administratieve beroepen, Sociaal-Juridische dienstverlening, Beveiliging & ICT Sector: ESB&I Status: Vastgesteld Vaststellingsdatum: 21 juni 2011 Het onderstaande sectorale
Nadere informatieNOTA COMPETENTIEGERICHT BEROEPSONDERWIJS
Bezuidenhoutseweg 60 postbus 90405 2509 LK Den Haag tel. 070-3499 577 fax 070-3499 796 e-mail: c.lambregts@stvda.nl NOTA COMPETENTIEGERICHT BEROEPSONDERWIJS 4 juni 2007 2 1. Vooraf Dat werkgevers, werknemers
Nadere informatieStuurgroep Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Betreft: Actieplan mbo 2011-2015 Focus op vakmanschap Zoetermeer, 12 april 2011 Kenmerk:
Nadere informatieInstructie en informatie voor de begeleider metaal en precisie
Instructie en informatie voor de begeleider metaal en precisie Masterplan Instructie en informatie over: - Begeleiden en Beoordelen - Startgesprek (BOL / BBL) Logo s weghalen is niet netjes - Ontwikkelingsgericht
Nadere informatieOnderzoek naar ervaringen met ingekochte examens in het mbo
Onderzoek naar ervaringen met ingekochte examens in het mbo Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Wat zijn de ervaringen van mbo-scholen en examenleveranciers met ingekochte beroepsgerichte examens
Nadere informatieMobiliteitscentra. Rob Schwillens projectleider Mobiliteitscentra. Januari 2009: nieuwsflits Arbeidsmarkt. Instroom, uitstroom en stand nww. mei.
Mobiliteitscentra Rob Schwillens projectleider Mobiliteitscentra Januari 2009: nieuwsflits Arbeidsmarkt Instroom, uitstroom en stand nww instroom/uitstroom 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000
Nadere informatieInvoering entreeopleiding
Invoering entreeopleiding Inleiding De entreeopleiding is geïntroduceerd in het kader van het actieplan Focus op Vakmanschap. Focus op Vakmanschap kent een tweetal pijlers: doelmatige leerwegen en modernisering
Nadere informatieVoorwaardelijk voor de erkenning is dat de leerplaats aantoonbaar voldoet aan de wettelijke eisen voor veiligheid. 3
Reglement erkenning leerbedrijven SBB Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van SBB d.d. 30 juni 2017 Artikel 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: 1. SBB: het bestuur van de samenwerkingsorganisatie
Nadere informatieBPV-WEGWIJZER: BASIS III BEROEPSONDERWIJS september 2010
1 SAMENVATTING Het VMBO, MBO en HBO vormen samen de beroepskolom Het MBO wordt ingedeeld in vier niveaus: assistentenopleiding; beroepsopleiding; vakopleiding; middenkaderopleiding of specialistenopleiding.
Nadere informatieUitkomsten BPV Monitor 2017
Uitkomsten BPV Monitor 2017 Landelijke rapportage Publicatie maart 2018 SBB, Zoetermeer Inleiding Iedere mbo-student volgt een deel van de beroepsopleiding in één van de 250.000 erkende leerbedrijven.
Nadere informatieKeuzedelen een plus op het mbo-diploma. Innovatie in de regio en kansen op de arbeidsmarkt
Keuzedelen een plus op het mbo-diploma Innovatie in de regio en kansen op de arbeidsmarkt Nieuwe kwalificatiedossiers én keuzedelen Keuze a Keuze b Keuze c Keuze d Profiel 1 Profiel 2 Profiel 3 Het mbo
Nadere informatieServicedocument. Urenverantwoording opleiding Mbo-Verpleegkundige
Servicedocument Urenverantwoording opleiding Mbo-Verpleegkundige Plaats: Bunnik Datum: 13-10-2014 Calibris, 2014 kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport Postbus 131 3980 CC Bunnik
Nadere informatieHet vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!
Het vmbo van de toekomst Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Voorstellen Mirjam Bosch, plv. directeur CSV Veenendaal Dennis Heijnens, adviseur bij Actis Advies Programma deelsessie
Nadere informatie