Ontwerpdocumentatie simulatiemodel Integraal Collectief Personenvervoer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerpdocumentatie simulatiemodel Integraal Collectief Personenvervoer"

Transcriptie

1 Ontwerpdocumentatie simulatiemodel Integraal Collectief Personenvervoer Analyse en ontwerp Datum 10 mei 2008 Auteurs Dr.ir. W. Daamen Dr.ir. R. van Nes Aantal pagina's 63 Aantal bijlagen 4 Technische Universiteit Delft Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Afdeling Transport & Planning Projectnaam Transitie naar Integraal Collectief Personenvervoer (ICP) Ref: R

2 Managementsamenvatting Toelichting werking model aan de hand van een aantal voorbeelden Het project Integraal Collectief Personenvervoer (ICP) is mede mogelijk gemaakt door Transumo. Transumo (TRANsition SUstainable MObility) is een Nederlands platform van meer dan 150 bedrijven, overheden en kennisinstellingen die gezamenlijk kennis ontwikkelen op het gebied van duurzame mobiliteit. Transumo wil bijdragen aan een transitie van het huidige inefficiënte mobiliteitssysteem naar een systeem dat bijdraagt aan versterking van de economische concurrentiepositie, en daarnaast het milieu en de mens grote aandacht geeft. De onderzoeks- en kennisontwikkelingsactiviteiten zijn gestart in 2004 en lopen in ieder geval door tot en met Inmiddels worden in Transumo verband meer dan 20 onderzoeksprojecten uitgevoerd. Meer informatie is beschikbaar via In het kader van het project ICP wordt een simulatiemodel gemaakt waarmee voorstellen voor een geïntegreerd collectief vervoersysteem systematisch kunnen worden geanalyseerd. Dit rapport geeft een technische omschrijving van hoe dit simulatiemodel er uit gaat zien. Vooraf worden in deze toelichting de belangrijkste processen binnen het model toegelicht, te weten het maken van een reis door de reiziger en het maken van een rit door respectievelijk een voertuig van het lijngebonden openbaar vervoer en een voertuig van het vraagafhankelijke openbaar vervoer. In deze notitie zal aan de hand van een aantal voorbeelden de werking van het model inzichtelijk worden gemaakt. Achtereenvolgens zullen daartoe de karakteristieken van de reiziger, zijn mogelijkheden om zich te verplaatsen, de keuze daartussen en de verplaatsing zelf worden beschreven. Karakteristieken van de reiziger De basis voor het genereren (of creëren) van de reizigers zijn de gegeven herkomst-bestemmingsmatrices. Hierin staat hoeveel reizigers zich van een bepaalde herkomstzone naar een bepaalde bestemmingszone begeven. Dit is verder uitgesplitst naar periode van de dag (ochtendspits, dalperiode, avondspits, avond).

3 Sekse Leeftijd Motief reis Toegan kelijk heid criteria Beschik baar privaat vervoer Her komst Bestem ming Tijd Rege ling Combi natie mog. heden Zelf standig heid Vaste aan komst tijd M <20 Werk Geen Auto bestuur der Wijk 1 Wijk 1 6:00 Geen Ja Ja Ja V Studie Slecht ter been Auto passa gier Wijk 2 Wijk 2 8:00 WVG Nee Nee Nee Maatsch instel Rollator ling Fiets Wijk 3 Wijk 3 10:00 VA LYS >65 Med. instel ling Rolstoel Geen Stad B Wijk 1 Stad B Wijk 1 12:00 ZZV Bood schap pen Elek trische rolstoel Stad B Wijk 2 Stad B Wijk 2 14:00 AWBZ Sociaal recrea tief Dorp a Dorp a 16:00 WSW Dorp b Dorp b 18:00 REA Dorp c Dorp c 20:00 SOV Dorp d Dorp d 22:00 LLV Figuur 1: Persoonskenmerken van een reiziger. Daarnaast heeft de reiziger kenmerken die van invloed zijn op zijn reis en de te gebruiken vervoerwijze. Het gaat hierbij om kenmerken als leeftijd, geslacht, verplaatsingsmotief, toegankelijkheidscriteria, beschikbaar privaat vervoer, regeling, combinatiemogelijkheden voor ritten met anderen, zelfstandigheid van reizen (wel of niet overstappen) en het wel of niet vaststaan van de aankomsttijd (bv. bij een afspraak bij een medische instelling). Voor elk van deze kenmerken wordt gekozen uit een beperkt aantal mogelijkheden, zoals is weergegeven in Figuur 1. Voorbeelden voor twee mogelijke reizigers in het model (een dame op leeftijd die boodschappen wil doen en een jongeman in een rolstoel die naar zijn werk gaat) zijn gegeven in Figuur 2. De grijze vlakken in de figuur geven de gekozen karakteristieken voor de reiziger. ii

4 Geslacht Leeftijd Motief reis Toegan kelijk heid criteria Beschik baar privaat vervoer Her komst Bestem ming Tijd Rege ling Combi natie mogelijk heden Zelf standig heid Geslacht Leeftijd Motief reis Toegan kelijk heid criteria Beschik baar privaat vervoer Her komst Bestem ming Tijd Rege ling Combi natie mogelijk heden Zelf standig heid M <20 Werk Geen Auto bestuur der Wijk 1 Wijk 1 6:00 Geen Ja Ja M <20 Werk Geen Auto bestuur der Wijk 1 Wijk 1 6:00 Geen Ja Ja V Studie Slecht ter been Auto passa gier Wijk 2 Wijk 2 8:00 WVG Nee Nee V Studie Slecht ter been Auto passa gier Wijk 2 Wijk 2 8:00 WVG Nee Nee Maatsch. instel ling Rollator Fiets Wijk 3 Wijk 3 10:00 VA LYS Maatsch. instel ling Rollator Fiets Wijk 3 Wijk 3 10:00 VA LYS >65 Med. instel ling Rolstoel Geen Stad B Wijk 1 Stad B Wijk 1 12:00 ZZV >65 Med. instel ling Rolstoel Geen Stad B Wijk 1 Stad B Wijk 1 12:00 ZZV Bood schap pen Elek trische rolstoel Stad B Wijk 2 Stad B Wijk 2 14:00 AWBZ Bood schap pen Elek trische rolstoel Stad B Wijk 2 Stad B Wijk 2 14:00 AWBZ Sociaal recrea tief Dorp a Dorp a 16:00 WSW Sociaal recrea tief Dorp a Dorp a 16:00 WSW Dorp b Dorp b 18:00 REA Dorp b Dorp b 18:00 REA Dorp c Dorp c 20:00 SOV Dorp c Dorp c 20:00 SOV Dorp d Dorp d 22:00 LLV Dorp d Dorp d 22:00 LLV a. Dame op leeftijd doet boodschappen b. Jongeman in rolstoel naar zijn werk Figuur 2: Voorbeelden van reizigers in het model. Verplaatsingsmogelijkheden Om van herkomst naar bestemming te reizen kan de reiziger gebruik maken van verschillende vervoermodaliteiten. We maken daartoe allereerst onderscheid tussen openbaar vervoer (OV), besloten vervoer (BV) en individueel vervoer (IV). Het openbaar vervoer wordt verder verdeeld in verbindend interregionaal openbaar vervoer (VOV), lijngebonden regionaal openbaar vervoer (LOV) en vraagafhankelijk vervoer (VAV). Ook combinaties van de verschillende vervoermodaliteiten zijn mogelijk, bijvoorbeeld het gebruik maken van vraagafhankelijk vervoer voor het voortransport naar een halte van het lijngebonden openbaar vervoer. Op basis van persoonlijke kenmerken van reizigers zullen sommige alternatieven wel en andere geen optie zijn. Zo zal de dame uit het voorbeeld geen gebruik maken van het individueel vervoer (ze heeft immers noch een auto noch een fiets), terwijl de jongeman uit het voorbeeld beschikt over een eigen auto. Niet alleen de beschikbaarheid van alternatieve vervoerwijzen heeft invloed op de keuze, ook de verschillende regelingen waar de reiziger binnen valt en de fysieke kenmerken (toegankelijkheidscriteria) spelen een rol. Tabel 1 toont de invloed van regelingen waar reizigers gebruik van kunnen maken op hun keuze voor een bepaalde vervoerwijze. Zo zal iemand die onderweg is voor een behandeling bij een zorginstelling en valt onder de regeling van het zittend ziekenvervoer geen gebruik maken van het verbindend en lijngebonden openbaar vervoer. Ook is geen besloten vervoer beschikbaar voor zo n individuele afspraak. Wel heeft deze reiziger de mogelijkheid gebruik te maken van vraagafhankelijk vervoer en uiteraard individueel vervoer. De invulling van deze tabel is afhankelijk van het gekozen ontwerp voor het Integraal Collectief Personenvervoer. Tabel 1: Invloed van regeling op vervoerwijzekeuze. VOV LOV VAV BV IV Geen O O O X O WVG O X O X O VALYS X X O X O ZZV X X O X O AWBZ X X X O O iii

5 WSW X O X O O REA X X O X O SOV O O X X O LLV1 X X O O X LLV2 O O X X O X = niet beschikbaar, O = beschikbaar; LLV1 = toegankelijkheidscriteria, LLV2 = afstandsgerelateerd. Tabel 8.2 toont de effecten van toegankelijkheidseisen, mogelijkheden voor privaat vervoer en de zelfstandigheid van de reiziger op de vervoerwijzekeuze. Zo zal iemand die geen additionele toegankelijkheidseisen heeft gebruik kunnen maken van alle soorten van vervoer behalve besloten vervoer, terwijl iemand in een rolstoel geen gebruik kan maken van het lijngebonden openbaar vervoer. Tabel 2: Vervoerwijzen in de keuzeset, afhankelijk van toegankelijkheidseisen (bovenste deel), mogelijkheden voor privaat vervoer (middelste deel) en zelfstandigheid van de reiziger (onderste deel). VOV LOV VAV BV IV Geen O O O X O Slecht ter been O O O O O Rollator O O O O O Rolstoel O X O O O Elektrische rolstoel X X O O O Autobestuurder O Autopassagier O Fiets O Geen X Zelfstandig O O O X O Niet zelfstandig X X O O O = niet van toepassing, X = niet beschikbaar, O = beschikbaar. Voor de eerder genoemde personen staan in iv

6 Tabel 3 de wel en niet beschikbare modaliteiten. v

7 Tabel 3: Beschikbare en niet beschikbare modaliteiten voor voorbeeld personen. Modaliteit Dame op leeftijd doet boodschappen Jongeman in rolstoel naar het werk Beschikbaar VOV met VAV als voortransport LOV (mits korte loopafstand) LOV met VAV als voortransport VAV VOV VOV met VAV als voortransport VAV IV (auto) Niet beschikbaar VOV BV IV LOV LOV met VAV als voortransport BV Vervolgens bepaalt het model volgens welke route de verschillende alternatieven het beste kunnen worden benut. Daarvoor is eerst een netwerkmodel van de infrastructuur gemaakt, waarin de infrastructuur voor de reeds eerder genoemde modaliteiten wordt onderscheiden. Normaliter bestaat een netwerk slechts uit fysieke infrastructuur, dat wil zeggen wegen en spoorwegen. In dit geval zijn ook diensten in het netwerk opgenomen, die het openbaar vervoer beschrijven. Bij een dienst is een link niet altijd beschikbaar, maar alleen op bepaalde tijdstippen, namelijk wanneer het voertuig rijdt. Een voorbeeld van zo n netwerk staat in Figuur 3. Het wegennetwerk is aangegeven met de doorgetrokken zwarte lijnen, waarbij de zwarte cirkels de knooppunten aangeven, waar meerdere wegen bij elkaar komen. De verschillende typen wegen (snelwegen, 80 km wegen, 50 km wegen, 30 km wegen) zijn in de figuur niet onderscheiden. Dit onderscheid komt terug bij het berekenen van de reistijd, die afhankelijk is van de afgelegde afstand en de snelheid waarmee die afstand kan worden afgelegd. De spoorweg is aangegeven met de stippellijn. Het station (grote zwarte cirkel) bevindt zich in het centrum van het stedelijke gebied aan de linkerkant van de figuur. De lijndiensten van het lijngebonden openbaar vervoer zijn tenslotte met grijs aangegeven. Hierbij zijn de haltes op de juiste locatie op de (weg)link getekend. Tussen de haltes zijn rechte lijnen getrokken. Uit de dienstregeling blijkt namelijk direct de reistijd tussen de verschillende haltes en hoeft geen gebruik gemaakt te worden van de afgelegde afstand en de snelheid. vi

8 Treinstation Eindknoop VOV Figuur 3: Netwerkstructuur gecombineerd voor alle modaliteiten. Link VOV Eindknoop LOV Knoop LOV Link LOV Eindknoop VAV / PV Knoop VAV / PV Link VAV / PV Aangezien bovenstaand netwerk (afgeleid voor een bestaande situatie) tamelijk complex is, gebruiken we voor het voorbeeld verder een abstractere situatie (zie Figuur 4), waarin een deel van de infrastructuur is weggelaten. In dit netwerk staan bovendien de herkomst en bestemming aangegeven die in het vervolg van dit voorbeeld worden gebruikt om route-alternatieven op te stellen. vii

9 Herkomst Bestemming Figuur 4: Eenvoudiger netwerk inclusief herkomst en bestemming. In dit netwerk worden de verschillende route-alternatieven per modaliteit gezocht. Aangezien zich slechts één station van het verbindend interregionaal openbaar vervoer in dit deel van het netwerk bevindt, is er geen alternatief met het verbindend openbaar vervoer. Figuur 5 toont het alternatief voor het lijngebonden openbaar vervoer. Hiervoor kunnen alleen de lichtgrijze links in het netwerk worden gebruikt. Allereerst wordt de dichtstbijzijnde halte bij de herkomst gezocht. Deze halte maakt deel uit van de buslijn richting het station in het stedelijke gebied. Op het station moet vervolgens worden overgestapt, waarbij de uitstaphalte wordt bepaald. Zowel de afstand van de herkomst naar de beginhalte van de eerste bus als de afstand van de eindhalte van de tweede bus naar de bestemming moet, afhankelijk van de af te leggen afstand en de reizigerskenmerken, ofwel met het individueel vervoer (te voet, met de fiets of met de auto) ofwel met het vraagafhankelijk vervoer worden afgelegd. Bestemming Herkomst Figuur 5: Alternatief gebruik makend van het lijngebonden openbaar vervoer. viii

10 Voor dit alternatief worden niet alleen de lijnnummers van de verschillende busdiensten gezocht, maar tevens de relevante tijdstippen voor de reis: tijdstip van het vertrek op de beginhalte, overstaptijd en tijdstip van aankomst op de eindhalte (zie Tabel 4). Tabel 4: Tijdschema alternatief lijngebonden openbaar vervoer. Gebeurtenis Tijdstip Vertrek bus beginhalte 10:10 Aankomst bus station 10:30 Vertrek bus station 10:35 Aankomst bus eindhalte 10:45 Een alternatief is het vraagafhankelijke vervoer niet te gebruiken voor het voortransport naar de beginhalte van de eerste buslijn, maar direct naar het station en daar met de tweede bus verder te gaan. Vervolgens wordt de kortste route in tijd voor het individueel vervoer bepaald. Gezien de afstand tussen herkomst en bestemming wordt hiervoor de auto gebruikt en wordt de fiets buiten beschouwing gelaten. Figuur 6 toont het gevonden alternatief. Bestemming Herkomst Figuur 6: Kortste route alternatief met individueel vervoer. Wanneer een reiziger wordt vervoerd met het vraagafhankelijke vervoer, maakt het voertuig gebruik van dezelfde infrastructuur als het individueel vervoer. Echter, de vervoerder zal proberen meerdere reizigers te combineren, waardoor niet noodzakelijkerwijs de kortste route voor elke individuele reiziger kan worden gevolgd. Om dit te compenseren wordt een omrijfactor gebruikt, waarmee de reistijd wordt vermenigvuldigd. Daarnaast wordt een opslag gehanteerd voor het feit dat de reiziger niet op elk willekeurig moment kan vertrekken, maar dat hij of zij is aangewezen op de komst van het voertuig. Verder wordt een (kans op een) beginvertraging ingebouwd, omdat de reiziger op de beginhalte moet wachten op het voertuig en afhankelijk is van de vertraging van het voertuig. Uiteraard kan deze beginvertraging zowel positief als negatief (te vroeg aankomen) zijn. Voor elk alternatief worden vervolgens een aantal karakteristieken verzameld, op basis waarvan de reiziger een keuze tussen de verschillende alternatieven zal maken. Een (voorbeeld) overzicht van deze kenmerken van de alternatieven is gegeven in Tabel 5. ix

11 Tabel 5: Karakteristieken van de verschillende alternatieven. LOV LOV met VAV VAV IV Alternatief Afstand (km) Reistijd (min) Overstappen (aantal) Voortransport (m) Natransport (m) Kosten Frequentie Op basis van de karakteristieken in Tabel 5 maakt de reiziger een keuze. Allereerst wordt gekeken over welke alternatieve modaliteiten de reiziger daadwerkelijk beschikt. Zo heeft de oudere dame uit het voorbeeld geen beschikking over individueel vervoer, terwijl de jongeman geen gebruik kan maken van het lijngebonden openbaar vervoer (zie x

12 Tabel 3). Op basis van de kenmerken van een alternatief wordt het zogenaamde disnut (hinder) van een alternatief uitgerekend door de kenmerken te vermenigvuldigen met een gewicht (de nutsfunctie). Dit gewicht geeft een beeld van de voorkeuren van een bepaalde reiziger, waardoor het éne kenmerk belangrijker is en zwaarder meeweegt dan het andere. Voor de personen en de alternatieven uit het voorbeeld leidt dit bijvoorbeeld tot het overzicht in Tabel 6. Tabel 6: Voorbeeld van totaal nut per alternatief voor twee voorbeeld reizigers. Dame op leeftijd Jongeman in rolstoel Modaliteiten LOV LOV met VAV VAV IV Dit totale disnut van een alternatief wordt vervolgens vergeleken met het totale nut van de andere alternatieven, waarna de kans op de keuze voor dit alternatief wordt berekend. Voor de eerder genoemde personen en alternatieven leidt dit tot de kansen in Tabel 7. Hoewel het disnut maximaal 10% varieert, blijkt dat het keuzemodel erg gevoelig is voor deze kleine variaties. Tabel 7: Voorbeeld van kans op een bepaalde modaliteit voor twee voorbeeld reizigers. Dame op leeftijd Jongeman in rolstoel Modaliteiten LOV 20 - LOV met VAV 30 - VAV IV - 65 Door middel van loting wordt vervolgens een modaliteit bepaald. Dit loten is te vergelijken met het gooien van een pijltje naar een dartbord. Op het bord staan de kansen op een bepaalde modaliteit met vlakken aangegeven (Figuur 7). Afhankelijk van in welk vlak het pijltje terechtkomt, krijgt de reiziger zijn modaliteit. Het kan dus voorkomen dat een reiziger niet de voor hem beste modaliteit kiest (die met het hoogste nut). Een van de redenen hiervoor is dat de reiziger onvolledige of onjuiste informatie heeft over de verschillende alternatieven. LOV + VAV LOV VAV VAV IV a. Dame op leeftijd b. Jongeman in rolstoel Figuur 7: Kansen op een modaliteit voor twee voorbeeld personen. Wanneer de keuze valt op het gebruik van individueel vervoer, wordt de verplaatsing van deze reiziger niet in het simulatiemodel opgenomen. De focus van dit simulatiemodel ligt namelijk op het gebruik van het openbaar en het vraagafhankelijke vervoer. xi

13 Verplaatsing Bij het maken van een verplaatsing wordt onderscheid gemaakt tussen een verplaatsing met het openbaar vervoer en een verplaatsing met het vraagafhankelijke vervoer Openbaar vervoer In het keuzeproces beschreven in de vorige paragraaf is reeds een overzicht gegenereerd van de reis van deze passagier (zie Tabel 4). Allereerst wordt nu de looptijd bepaald tussen de herkomst van de reiziger en de beginhalte. Aangezien zeer gedetailleerde informatie over de te voet af te leggen afstand ontbreekt, wordt uitgegaan van de hemelsbrede afstand tussen beide locaties. Deze afstand wordt vermenigvuldigd met een standaard omloopfactor (1.4 in dit voorbeeld) en gedeeld door de gemiddelde loopsnelheid (1.2 m/s) om de looptijd te berekenen. In het voorbeeld is deze looptijd = 466 seconden = 7.8 min. Zowel de omloopfactor als de 1.2 loopsnelheid zijn geen constanten, maar hangen af van de kenmerken van de reiziger en de af te leggen afstand. Verder neemt een reiziger altijd wat marge om de bus niet te missen. Deze marge wordt geloot en is afhankelijk van kenmerken van reizigers en de af te leggen verplaatsing. Wanneer deze marge wordt gesteld op 2 minuten, zal de reiziger 10 minuten voor het vertrek van de bus zijn herkomst verlaten (in het voorbeeld dus om 10:00). Op dit moment zal de reiziger in het simulatiemodel worden gegenereerd. Vervolgens gaat de reiziger op weg, zodat na 7.8 min (inclusief enige ruis vanwege mogelijke vertragingen tijdens het lopen naar de beginhalte, dus geloot uit een verdeling) arriveert de reiziger op de halte. Daar blijft de reiziger wachten totdat de gewenste bus arriveert. De bus blijft een tijdje halteren: een vaste periode plus de tijd dat de wachtende reizigers staan te wachten. Deze laatste tijd is afhankelijk van het aantal wachtende reizigers en hun toegankelijkheidscriteria, aangezien het langer duurt wanneer een slecht ter been zijnd persoon instapt dan wanneer een fit persoon instapt. Vervolgens rijdt de bus naar het station, waar de reiziger moet overstappen. De aankomsttijd van de reiziger wordt geregistreerd en de loopafstand en looptijd naar de volgende halte worden berekend. Vervolgens blijft de reiziger op de nieuwe halte wachten totdat de tweede bus arriveert. Hier stapt de reiziger weer in en rijdt mee tot de halte die het dichtst bij zijn bestemming ligt. Daarna loopt de reiziger naar zijn bestemming. Voor de hiervoor benodigde reistijd wordt dezelfde procedure gebruikt als voor het bepalen van de voortransporttijd. Wanneer ook deze natransporttijd is verstreken, worden de kenmerken van deze reiziger bewaard Vraagafhankelijk vervoer De reiziger wacht op zijn herkomst tot de aankomst van het voertuig van het vraagafhankelijke vervoer. Vervolgens stapt hij of zij in het voertuig. Afhankelijk van de toegankelijkheidscriteria van de reiziger duurt dit een bepaalde periode (iemand in een rolstoel heeft langer nodig om in te stappen dan iemand met een visuele beperking). Vervolgens rijdt het voertuig volgens zijn route (apart bepaald door de dispatcher) verder, totdat hij de uitstapplaats heeft bereikt voor deze reiziger, waarna de reiziger uitstapt. Wanneer dit ook inderdaad zijn bestemming is (het vraagafhankelijk vervoer kan immers ook worden gebruikt als voortransport naar een halte van het verbindend of lijngebonden openbaar vervoer) worden zijn kenmerken geregistreerd. Anders blijft de reiziger wachten tot het gewenste voertuig halteert. Dan stapt de reiziger weer in en rijdt mee tot de halte die het dichtst bij zijn bestemming ligt. Daarna loopt de reiziger naar zijn bestemming. Wanneer ook deze natransporttijd is verstreken, worden de kenmerken van deze reiziger bewaard. xii

14 Inhoudsopgave 1 Inleiding Interactie met gebruiker Invoer Uitvoeren simulatie Analyseren uitvoer Identificatie en beschrijving processen Reiziger Voertuig volgens dienstregeling Voertuig van vraagafhankelijk vervoer Relaties tussen processen Klassendiagram Netwerkmodellering Infrastructuur verbindend interregionaal openbaar vervoer Infrastructuur lijngebonden regionaal openbaar vervoer Infrastructuur voor vraagafhankelijk en individueel vervoer Dienstregeling Aansluitingen binnen het ICP Genereren reizigers Bepalen vervoervraag Kenmerken van reizigers Herkomst en bestemming van reizigers Keuzemodellen reizigers Samenstellen keuzeset Samenstellen alternatieven keuzeset Verbindend en lijngebonden openbaar vervoer Vraagafhankelijk vervoer Individueel vervoer Opstellen nutsfuncties...29

15 8.4 Keuze van de reiziger Elasticiteit vervoervraag Operationalisering vervoer Reizigers Uitvoering diensten verbindend en lijngebonden openbaar vervoer Bepalen rittenprogrammering vraagafhankelijk vervoer Procedureel schema Kiezen van de toe te voegen ritten Optimalisatie procedures Beperkingen bij het invoegen en verwijderen van ritten Uitvoeren van de ritten binnen het vraagafhankelijk vervoer Verdere ontwikkeling...41 Referenties...42 ANNEX A Afkortingen...43 ANNEX B Verklaring van de symbolen...44 ANNEX C Beschrijving benodigde in- en uitvoer...46 ANNEX D Algoritmes voor het opstellen van een rittenprogrammering...48 ii

16 1 Inleiding Naast het traditionele openbaar vervoer bestaan er diverse vormen van doelgroepenvervoer, ieder met zijn eigen organisatie en financiering. De financiering van deze vormen van collectief vervoer staat onder druk. Samen met het openbaar vervoer vormt dit collectief vervoer een bont geheel. Door de versnippering is er geen optimaal aanbod en is de bijdrage van collectief vervoer op het platteland aan de oplossing van de mobiliteitsproblemen beperkt. Het doel van het Transumo project Integraal Collectief Personenvervoer (ICP) is het ontwikkelen van een integraal openbaar vervoersysteem, waarin de gebruiker met één systeem wordt bediend door een op maat aangeboden combinatie van vraagafhankelijk en lijndienstgebonden (openbaar) vervoer. Voorstellen worden ontwikkeld voor een heldere organisatie waarbij de financiële en organisatorische verantwoordelijkheden zijn ingericht en aangepast aan dit systeem. Tevens zal het project de transitie richting zo n systeem helder in kaart brengen. Kernpunten in dit project zijn de vervoerkundige opzet van het ICP en de organisatorische en financiële structuur. Bij het eerste kernpunt gaat het om de vraag welke opzet van het vervoersysteem op efficiënte wijze kan voldoen aan de gevarieerde vraag. Om deze vraag te beantwoorden is een op simulatie gebaseerd analyse instrument noodzakelijk. Dit eerste deel van de ontwerpdocumentatie van het simulatiemodel bevat een analyse van de te modelleren werkelijkheid. Op basis van dit document wordt de functionaliteit van het te ontwikkelen simulatiemodel vastgelegd. Vervolgens wordt het ontwerp verder uitgewerkt, waarbij de functionaliteit verder wordt gedetailleerd en de benodigde algoritmen worden ontwikkeld. De vervoerswijzen binnen het ICP zijn het verbindend interregionale openbaar vervoer, het lijngebonden regionale openbaar vervoer, het vraagafhankelijk vervoer en het individueel vervoer. Het verbindend openbaar vervoer is gericht op de verbindingen tussen regio s, waarbij vooral gebruik gemaakt wordt van de trein. Het lijngebonden regionaal openbaar vervoer is gericht op het verbinden binnen een regio en bestaat in de provincie Gelderland vooral uit busvervoer. Het voor- of natransport voor het verbindend openbaar vervoer en het lijngebonden openbaar vervoer kan zowel plaatsvinden met individueel vervoer of met vraagafhankelijk vervoer. Het vraagafhankelijk vervoer kan gericht zijn op deur-tot-deur vervoer, maar kan ook gebruik maken van transferpunten, waar verschillende diensten samenkomen. Dit laatste vergroot de efficiëntie en de kosteneffectiviteit van het systeem, maar gaat ten koste van het serviceniveau (voor de deur afzetten). Onder individueel vervoer valt zowel de auto of de fiets als de taxi. Eén van de kenmerken van individueel vervoer is dat er van deur tot deur wordt vervoerd. Groot verschil tussen het gebruik van de taxi en individueel vervoer zijn de kosten. Het voorliggende document bestaat uit twee delen: het eerste deel (hoofdstukken 2 tot en met 5 beschrijven de analysefase, terwijl de hoofdstukken 6 tot en met 10 het gedetailleerde ontwerp bevatten. In hoofdstuk 2 wordt een overzicht gegeven van de interactie van het model met de gebruiker aan de hand van use case diagrammen (Fowler, 2004). Hoofdstuk 3 bevat vervolgens een overzicht van de processen die in het simulatiemodel worden opgenomen en een beschrijving hiervan, waarbij zoveel mogelijk de gang van zaken in de praktijk wordt beschreven. Deze processen en de relatie tussen de verschillende processen worden vervolgens in hoofdstuk 4 gevisualiseerd aan de hand van activiteitendiagrammen. Hoofdstuk 5 ten slotte bevat een klassendiagram voor het domeinmodel (de processen in de werkelijkheid), als voorloper op het uiteindelijke klassendiagram voor de objecten die in de software een rol spelen. In hoofdstuk 6 wordt de modellering van de infrastructuur voor wegen en spoorwegen verder uitgewerkt. Het genereren van de reizigers staat centraal in hoofdstuk 7, hierbij worden zowel het aantal te genereren reizigers als de reizigerskenmerken verder gedetailleerd, inclusief hun herkomst en bestemming. Deze reizigers maken verschillende keuzes, bijvoorbeeld voor een modaliteit. Hoe de verschillende alternatieven per reiziger worden 1

17 afgeleid en welke keuzemodellen nodig zijn voor het maken van de definitieve keuze is beschreven in hoofdstuk 8. Hoofdstuk 9 gaat vervolgens meer in detail in op de relatie tussen de kwaliteit van het geboden vervoerssysteem (het vervoeraanbod) en de hoeveelheid reizigers die van het vervoerssysteem gebruik maakt. Zo zal het aantal reizigers bij een kwalitatief goed vervoersproduct stijgen, terwijl een daling zal optreden bij een verslechtering van de kwaliteit. In hoofdstuk 10 wordt het operationele deel van het vervoerssysteem uitgewerkt. Het gaat hierbij niet alleen om het uitvoeren van de ritten door voertuigen van het openbaar en vraagafhankelijk vervoer, maar ook om het vaststellen van het rittenpatroon voor het vraagafhankelijk vervoer afhankelijk van de vervoervraag. Hoofdstuk 11 geeft ten slotte een vooruitblik op de verdere ontwikkeling en toepassing van het simulatiemodel. 2

18 2 Interactie met gebruiker Het gebruik van use-cases is een vorm van gebruikersgeoriënteerd werken. Het systeem wordt beschouwd als een zwarte doos en alleen de interactie tussen de gebruiker en het systeem is van belang. Gebruikersgeoriënteerd werken gaat uit van de functionele systeemeisen die aan het systeem gesteld worden en is een vorm van functionele decompositie op hoog niveau (Warmer & Kleppe, 1999). De interactie van de gebruiker met het simulatiemodel zal vooral bestaan uit het verzorgen van de invoer, het uitvoeren van de simulaties en het analyseren van de uitvoer (zie Figuur 2.1). Invoer Actor Uitvoeren simulatie Analyseren uitvoer Figuur 2.1: Interactie tussen systeem en gebruiker op het hoogste niveau 2.1 Invoer In een eerste schets van de structuur van het simulatiemodel voor het Integraal Collectief Personenvervoer (Daamen & van Nes, 2006, bijlage C) is reeds een inventarisatie gemaakt van de benodigde invoer, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen vervoervraag en vervoeraanbod. Binnen het vervoeraanbod worden verschillende soorten vervoer onderscheiden. Bovendien wordt onderscheid gemaakt tussen de invoer van het netwerk en de invoer van het rittenpatroon (volgens dienstregeling of vraagafhankelijk). De invoer kan dan ook worden onderscheiden in de volgende onderdelen: Vervoervraag. o o Herkomst-bestemmingsmatrices tussen zones Karakteristieken. Toegankelijkheid. Tarieven. Subsidies. Vervoeraanbod. o o Infrastructuur. Railinfrastructuur (treinvervoer). Weginfrastructuur (busvervoer en vraagafhankelijk vervoer). Vervoerdiensten. Dienstregeling (verbindend en lijngebonden openbaar vervoer). Dispatcher systeem (vraagafhankelijk vervoer). Karakteristieken. Toegankelijkheid. Tarieven. Subsidies. 3

19 o ICP kenmerken. Karakteristieken. Toegankelijkheid. Tarieven. Subsidies. De herkomst-bestemmingsmatrices zullen worden aangeleverd in de vorm van één of meerdere tabellen zijn die waarschijnlijk vooraf zullen moeten worden bewerkt, hetzij handmatig, hetzij automatisch, om de juiste gegevens in de gewenste vorm te verkrijgen. Deze tabellen zullen vervolgens worden ingelezen in het simulatiemodel. In de tabellen zal het aantal reizigers worden gegeven tussen twee (viercijferige) postcodegebieden dan wel fijner als bijvoorbeeld via het NRM meer gedetailleerde informatie beschikbaar is. Hierbij zal onderscheid worden gemaakt naar periode van de dag, verplaatsingsmotief, leeftijdscategorie, toegankelijkheidscriteria, specifieke financieringsregelingen en beschikbare vervoersalternatieven. Voor het modelleren van de weginfrastructuur zal gebruik gemaakt worden van data van het NRM Gelderland. Per HB-zone (viercijferig postcodegebied) wordt een toegangspunt tot het netwerk gespecificeerd. Voor het invoeren van de lijnen in het railnetwerk zal geen gebruik worden gemaakt van het NRM, vanwege de minder grote nauwkeurigheid. Bovendien is het railnetwerk naar alle waarschijnlijkheid beperkt in het te modelleren gebied, zodat handmatige invoer niet al te veel extra tijd zal vergen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de weginfrastructuur om transferknopen te modelleren. Aangezien het aantal door te rekenen scenario s beperkt is, zal ook het invoeren van de dienstregelingen van het openbaar vervoer handmatig zijn. Door het afstemmen van de haltenamen uit de dienstregeling en de transferknopen in het netwerk kunnen multimodale reizen worden samengesteld in het netwerk. Wanneer de dienstregeling verschilt over de dag, zal de mogelijkheid worden geboden deze per periode van de dag op te geven. De gegevens die een dienstregeling idealiter dient te bevatten betreffen locaties van haltes, vertrektijden per halte, (verdelingen van) rijtijden tussen haltes, toegankelijkheid voor doelgroepen en tarief per reizigerstype. Bij het vraagafhankelijk vervoer is geen dienstregeling van toepassing. Ritten in het vraagafhankelijk vervoer worden in de simulatie gepland op basis van de vraag naar vraagafhankelijk vervoer. De parameters voor deze rittenplanning kunnen worden ingevoerd. Het te ontwikkelen simulatiemodel is specifiek gericht op het modelleren van Integraal Collectief Personenvervoer, dat het verbindend interregionaal openbaar vervoer, het lijngebonden regionaal openbaar vervoer en het vraaggestuurd vervoer integreert. De mate van integratie kan hierbij variëren tussen de verschillende scenario s. De kenmerken van de integratie, of anders gezegd het overkoepelende ICP, zullen dan ook apart worden ingevoerd aan de hand van parameterwaarden. Ten slotte moeten ook de karakteristieken van de verschillende vervoersystemen ingevoerd worden. Deze karakteristieken vormen de basis voor het analyseren van de simulatiestudie, zoals de tarieven en de verschillende subsidieregelingen. Andere karakteristieken, zoals de toegankelijkheid van de voertuigen, zijn ook tijdens de simulatie van belang, bijvoorbeeld voor de keuze van het vervoersysteem. Op welke manier deze kenmerken worden ingevoerd is afhankelijk van het type kenmerk. Wel wordt de te ontwikkelen interface voor het invoeren van deze karakteristieken zo gebruikersvriendelijk mogelijk. Figuur 2.2 toont het use case diagram voor de interactie tussen de gebruiker en het simulatie met betrekking tot de modelinvoer, inclusief de relaties tussen de verschillende handelingen. 4

20 Invoer Vervoervraag Weginfrastructuur netwerk OV-infrastructuur netwerk Actor Dispatching Dienstregeling ICP karakteristieken Systeem karakteristieken Figuur 2.2: Use-case diagram van interactie tussen gebruiker en simulatiemodel voor de invoer De vervoervraag is een los element in de invoer, dat het vroege stadium van het invoeren van het model nog geen relatie heeft met de overige invoer. Op basis van het wegennetwerk kan het railnetwerk worden ingevoerd, dat via transferknopen is gekoppeld aan het wegennetwerk. Op deze transferknopen kunnen reizigers overstappen tussen de verschillende vervoerssystemen. Vervolgens worden de vervoersdiensten gespecificeerd. De knopen in het openbaar vervoer infrastructuur netwerk worden gekoppeld, aan elke halte wordt een geplande aankomsttijd en een geplande halteertijd gekoppeld en voor de links tussen de haltes wordt een rijtijd opgegeven. Hierbij zullen geen vaste tijden worden aangehouden, maar verdelingen. Ten slotte zullen de kenmerken van het dispatching systeem, het ICP en de systeemkenmerken voor het openbaar vervoer opgegeven moeten worden. Het gaat hierbij om karakteristieken als toegankelijkheid, tarieven en subsidies. 2.2 Uitvoeren simulatie Het uitvoeren van een simulatie bestaat uit twee onderdelen. Allereerst zullen de parameters voor de simulatie moeten worden vastgesteld. Het gaat hierbij om welk model, hoeveel runs moeten worden gesimuleerd, welke uitvoer is nodig en waar wordt deze opgeslagen. Wanneer dat bekend is, kan de simulatie daadwerkelijk worden gestart. Figuur 2.3 toont de (eenvoudige) use case voor het uitvoeren van de simulatie. 5

21 Uitvoeren simulatie Invoeren simulatie parameters Gebruiker Starten simulatie Figuur 2.3: Use-case diagram van de interactie tussen gebruiker en simulatiemodel voor het uitvoeren van de simulatie 2.3 Analyseren uitvoer Het laatste en belangrijkste onderdeel van het uitvoeren van een simulatiestudie bestaat uit het analyseren van de simulatieresultaten. Ook voor de uitvoer is reeds een eerste inventarisatie gemaakt (Daamen & van Nes, 2006, bijlage C). Hierbij zijn drie belanghebbende partijen onderscheiden, te weten de reiziger, de vervoerder en de overheid. In feite worden de simulatieresultaten op drie verschillende manieren gerangschikt of geaggregeerd om de voor deze partijen relevante informatie te verzamelen. Afhankelijk van de opzet van het simulatiemodel zullen de resultaten in één of meerdere bestanden worden vastgelegd. Voor de gebruiker is dit echter niet relevant; het tool voor het analyseren van de resultaten zal de data automatisch op de gevraagde manier rangschikken. Of hiervoor een apart tool wordt ontwikkeld of dat dit deel zal uitmaken van het simulatiemodel zal in een later stadium worden besloten. Figuur 2.4 toont het use-case diagram voor de interactie met de gebruiker voor de uitvoer. Analyseren aspecten reiziger Aanlyseren aspecten overheid Gebruiker Analyseren aspecten vervoerder Figuur 2.4: Use-case diagram van de interactie tussen gebruiker en simulatiemodel voor de uitvoer 6

22 3 Identificatie en beschrijving processen In dit hoofdstuk worden de processen beschreven zoals die zich in werkelijkheid afspelen. Het gaat hierbij alleen om die processen die van invloed zijn op het te modelleren systeem. Deze procesbeschrijvingen dienen tevens als impliciete systeemafbakening: processen of onderdelen van processen die niet in dit hoofdstuk worden beschreven, worden ook niet in het model opgenomen. De processen worden onderverdeeld naar de belangrijkste actor in elk proces, te weten de reiziger ( 3.1), een voertuig dat rijdt volgens een dienstregeling ( 3.2) en een voertuig dat deel uitmaakt van het vraagafhankelijk vervoer ( 3.3). 3.1 Reiziger De belangrijkste activiteit van een reiziger in dit simulatiemodel is het maken van een verplaatsing. De verplaatsing van personen of goederen tussen een herkomst en bestemming noemen we vervoer. Het geheel van de behoefte aan vervoer is de vervoervraag. Deze vervoervraag kan nader worden getypeerd naar waar, wanneer, met welk motief en met welk dienstensysteem het vervoer plaatsvindt. De beschrijving van deze vervoervraag is in dit project gebaseerd op gegevens die reeds bekend zijn bij de provincie en de vervoerders en wordt aangevuld met de resultaten uit de pilotprojecten. Deze gerealiseerde vraag is een subset van de totale vervoervraag, die verder kan worden uitgesplitst naar dienstensysteem. Daarnaast is er een latente vraag, die op dit moment niet gerealiseerd wordt, maar bij wijzigen van de dienstensystemen wel kan worden verwezenlijkt. Een verplaatsing is in veel gevallen opgebouwd uit onderdelen, ritten genoemd, die met verschillende vervoerwijzen worden afgelegd. Een rit is dus een deel van een verplaatsing dat met een zelfde vervoerwijze is afgelegd. Bij achtereenvolgende ritten in de ritketen (verplaatsing) kan er sprake zijn van het gebruik van vervoermiddelen die weliswaar verschillend zijn, maar tot hetzelfde dienstensysteem behoren. Dit komt vooral voor bij het gebruik van het openbaar vervoer. Figuur 3.1 toont een aantal voorbeelden die in het ICP kunnen voorkomen, en dus ook in het simulatiemodel mogelijk zijn. Verplaatsing met deur-tot-deur vervoer Herkomst Rit met vraagafhankelijk vervoer Bestemming Verplaatsing met de auto (als bestuurder of als passagier) Herkomst Parkeerplaats Parkeerplaats Bestemming Lopen Autorit Lopen Verplaatsing met het openbaar vervoer met een overstap Herkomst Halte Halte Halte Lopen Busrit Busrit Lopen Verplaatsing met het openbaar vervoer met een overstap in het ICP Herkomst Halte Halte Bestemming Vraagafh. vervoerrit Busrit Lopen Figuur 3.1: Voorbeelden van ritketens binnen het ICP 7

23 Het maken van verplaatsingen is een uitkomst van individueel keuzegedrag. Hierbij kunnen vijf verplaatsingskeuzes worden onderscheiden, die tot elkaar in een hiërarchie staan: activiteitskeuze, bestemmingskeuze, vervoerwijzekeuze, vertrektijdstipkeuze en routekeuze. De hiërarchie houdt in dat de verplaatsingskenmerken op de lagere trap van invloed zijn op de keuze in een hogere trap. In dit project gaan we ervan uit dat de keuzes op de hoogste twee niveaus (activiteitskeuze en bestemmingskeuze) vast staan. Voor de overige drie keuzes worden modellen opgenomen in het simulatiemodel. Kenmerkend voor keuzes is dat er alternatieven zijn, waarvan er maar één tegelijkertijd kan worden gekozen. We gaan uit van rationeel keuzegedrag, bekeken vanuit het standpunt en de informatie van degene die de beslissing neemt. Dit houdt in dat de reiziger volgens eigen goeddunken beslist en probeert zijn eigen situatie te optimaliseren op basis van kenmerken van de diverse alternatieven. Deze alternatieven bevatten kenmerken van zowel het dienstensysteem als de tijd. De genoemde verplaatsingskeuzen kunnen elk als apart keuzeprobleem worden beschouwd die na elkaar worden opgelost (sequentieel keuzeproces). In veel analyses wordt echter uitgegaan van gemeenschappelijke beslissingen bij sommige keuzes, de zogenaamde simultane keuzes. Ook in dit model zullen de keuzes simultaan worden gemaakt. Allereerst wordt geen aparte vervoerwijzekeuze gemaakt, maar worden verschillende reisalternatieven (route-mogelijkheden) binnen het openbaar vervoer direct meegenomen in de keuze. Verder zijn bij minder frequente openbaar vervoerdiensten de vervoerwijzekeuze en de vertrektijdstipkeuze nauw verbonden: een reiziger kan besluiten een half uur later te vertrekken wanneer hij of zij dan gebruik kan maken van een directe verbinding in plaats van over te moeten stappen. Op basis van bovenstaande overwegingen wordt een procesbeschrijving opgesteld van het maken van een verplaatsing door een reiziger. Doordat er veel verschillende verplaatsingen mogelijk zijn, wordt de procesbeschrijving gegeven in de vorm van een stroomdiagram waarin deze alternatieven makkelijker zijn weer te geven dan in tekst (zie Figuur 3.2). Reiziger maakt verplaatsingskeuzes Wordt reiziger thuis opgehaald? nee Reiziger loopt naar halte ja Reiziger wacht op voertuig Reiziger stapt in voertuig ja Reiziger rijdt in voertuig nee Reiziger stapt uit voertuig Bestemming bereikt? ja nee Stopt volgend voertuig op deze halte? Figuur 3.2: Procesbeschrijving verplaatsing van een reiziger 8

24 3.2 Voertuig volgens dienstregeling Zoals al eerder is aangegeven ( 2.1) wordt onderscheid gemaakt tussen interregionaal en lijngebonden regionaal openbaar vervoer en vraagafhankelijk vervoer. Kenmerken van zowel het verbindend als het lijngebonden openbaar vervoer zijn de gebondenheid qua halte (vaste halteplaatsen), de gebondenheid qua lijn (lijnsgewijze exploitatie) en de binding aan de tijd door een vaste dienstregeling. Een dienstregeling kan worden omschreven als een verzameling van geplande aankomst- en vertrekmomenten van vervoereenheden op haltes; in de dienstregeling staat welke schakels en voedingspunten tijdens welke ritten op welke momenten of met welke frequenties zullen worden aangedaan. Een belangrijk onderdeel van de dienstregeling is de omlooptijd, dat wil zeggen de tijd die nodig is voor de dienstuitvoering vanaf het ene vertrekmoment op de beginhalte tot het volgende vertrekmoment op deze halte. Deze omlooptijd is opgebouwd uit verschillende elementen, zoals de feitelijke rijtijden, halteertijden voor het in- en uitstappen van reizigers, stilstandstijden in verband met de hinder van ander verkeer (onder andere verkeerslichten bij kruispunten) en standplaatstijden. De rijtijden worden afgeleid uit de geplande rijtijden in de dienstregeling. De halteertijden zijn afhankelijk van de in- en uitstapfaciliteiten van het materieel en de haltes en het aantal in- en uitstappers. In dit model wordt uitgegaan van een basishalteertijd (verdeling), die aangevuld wordt met een extra halteertijd indien er instappers zijn met bepaalde kenmerken die een langere halteertijd nodig hebben, zoals reizigers in een rolstoel. In het model wordt aangenomen dat de buffertijden in de dienstregeling voldoende zijn om de opgelopen vertragingen op te vangen. Ditzelfde geldt voor aansluitingen, zodat geen wachttijden of vertragingen ontstaan omdat bussen op elkaar moeten wachten. De bijsturing wordt op dit niveau dan ook niet meegenomen in het model. Op basis van bovenstaande beschouwingen kan voor een voertuig dat volgens een dienstregeling rijdt een procesbeschrijving worden opgesteld. Net als voor de reiziger wordt hiervoor de vorm van een stroomdiagram gekozen (Figuur 3.3). Voertuig wacht tot vertrekmoment Voertuig rijdt naar volgende halte Zijn er in- of uitstappers? ja Reizigers stappen in- en uit nee nee Eindhalte? ja Figuur 3.3: Procesbeschrijving voertuigrit in het openbaar vervoer 3.3 Voertuig van vraagafhankelijk vervoer Vraagafhankelijke vervoerssystemen zijn gericht op individueel vervoer, waarbij een vrije exploitatie (geen lijnen, geen vaste halteplaatsen) wordt gehanteerd met, zoals de naam al zegt, een dienstregeling die afhankelijk 9

25 is van de vervoervraag. Een principieel onderdeel van een vraagafhankelijk systeem is de regeling van de vervoerdienst vanuit de centrale post, waarvoor goede communicatieverbindingen tussen voertuigen en de centrale post noodzakelijk zijn. Reizigers melden hun verplaatsing tot een uur van tevoren aan bij de centrale (dispatcher). Op basis van deze aanvragen wordt bepaald hoeveel voertuigen nodig zijn en welke ritten deze voertuigen moeten uitvoeren. We gaan hierbij uit van de filosofie dat als een extra voertuig nodig is, dit beschikbaar is en daadwerkelijk wordt ingezet. Het proces voor een voertuig van vraagafhankelijk vervoer komt in grote mate overeen met het proces voor een voertuig dat rijdt volgens een vaste dienstregeling (zie Figuur 3.4). De wijze waarop de ritten zijn samengesteld zijn weliswaar anders (zowel de tijden als de halteplaatsen), maar de basis van het rijden tussen haltes en het inen uitstappen van passagiers is gelijk. Voertuig rijdt naar eerstvolgende adres Reizigers stappen in- of uit ja Volgend adres beschikbaar? nee Einde dienst? nee Voertuig wacht tot nieuw adres beschikbaar ja Figuur 3.4: Procesbeschrijving voertuigrit in het vraagafhankelijk vervoer De dispatcher is niet alleen verantwoordelijk voor het toedelen van de ritten, ook de bijsturing in het operationele proces behoort tot zijn taken. Hieronder valt ook de afstemming tussen het vraagafhankelijk vervoer en het lijngebonden openbaar vervoer geregeld in het kader van het Integraal Collectief Personenvervoer. Strategie hierbij is dat een voertuig van het vraagafhankelijk vervoer wel zal wachten op een voertuig van het lijngebonden openbaar vervoer, of andersom dat het vraagafhankelijk vervoer de vertrektijd van het lijngebonden vervoer als een harde randvoorwaarde hanteert. 10

26 4 Relaties tussen processen In de eerste schets voor de structuur van het simulatiemodel is reeds een stroomdiagram getekend voor het verloop van een volledig proces (Daamen & van Nes, 2006). Dit diagram is nogmaals weergegeven in Figuur 4.1. Vervoeraanbod Vervoervraag Genereren vervoervraag Genereren reismogelijkheden Genereren reizigers Kiezen van reizigers voor reismogelijkheid Uitvoeren van voertuigritten Vastleggen van resultaten Reiskarakteristieken Systeemkarakteristieken Figuur 4.1: Procesbeschrijving volledige simulatierun De in het vorige hoofdstuk onderscheiden processen (verplaatsing van een reiziger, voertuigrit in het openbaar vervoer en voertuigrit in het vraagafhankelijk vervoer) maken deel uit van het proces Uitvoeren van voertuigritten. Daarnaast is het keuzeproces van de reiziger (onderdeel van het proces Verplaatsing van een reiziger ) opgenomen als apart proces. 11

27 5 Klassendiagram Op basis van de procesbeschrijvingen in het hoofdstuk 3 kan een klassendiagram worden opgesteld (zie Figuur 5.1). Dit diagram is onder andere gebaseerd op een standaard objectmodel dat is ontwikkeld voor het modelleren van (openbaar) vervoer (Nielsen et al., 2001). Transferhalte WegKnoop * 1 1..* Halte WegLink OVLink 2 2..* * * 1 * * 1 * * 1 * * Dispatcher Rittenpatroon Dienstregel * 1 * 1 HBmatrix Voertuig OVRit * * 1 * Eigen vervoer * 1 * Reiziger 0..* * KeuzeSet 1..* * 1 Dienstregeling * 1 * Figuur 5.1: Klassendiagram. Dit diagram bevat zowel de infrastructuurnetwerken, het (openbaar) vervoer, het overstappen tussen de verschillende modaliteiten, de HB-matrix die de vervraag beschrijft en de reizigers en voertuigen die de verplaatsingen maken. 12

28 De basis voor het infrastructuurnetwerk wordt gevormd door het wegennet, dat bestaat uit knooppunten (WegKnoop). Wanneer twee knooppunten direct met elkaar zijn verbonden, wordt een link tussen deze twee knooppunten gelegd (WegLink), die ook de rijtijd tussen de twee knooppunten beschrijft. Op een deel van de weglinks zullen haltes zijn gesitueerd. Alleen op haltes waar een overstap mogelijk is naar andere modaliteiten (Transferhalte) wordt een directe koppeling gelegd met het wegennetwerk. De ritten van het openbaar vervoer (zowel lijngebonden als verbindend) vinden niet plaats op het wegennetwerk, maar op een abstract netwerk, dat alleen bestaat uit haltes. Een OVLink geeft het deel van de route tussen twee opvolgende haltes aan, met de daarbij behorende kenmerken, zoals rijtijden. Een dienstregel voegt een begintijdstip toe aan dit deel van de route. Opvolgende routesegmenten worden vervolgens gekoppeld tot een volledige OVRit, die een rit van een voertuig beschrijft vanaf de beginhalte tot de eindhalte. Het totaal van diensten resulteert in de dienstregeling. De voertuigen van het vraagafhankelijke vervoer maken gebruik van het wegennetwerk. Essentieel onderdeel van dit vraagafhankelijke vervoer is de dispatcher. De dispatcher heeft twee rollen in het systeem: allereerst zorgt deze voor het rittenpatroon voor de verschillende voertuigen. Daarnaast is ook de operationele controle in handen van de dispatcher, waarbij gezorgd wordt voor de aansluitingen tussen de verschillende voertuigen volgens de richtlijnen voor het Integraal Collectief Personenvervoer. Voor het vaststellen van het rittenpatroon maakt de dispatcher gebruik van de HB-matrix, waaruit het aantal reizigers voor een bepaalde tijdsperiode is af te leiden, en de netwerkgegevens (rijtijden). Op basis van de HB-matrix worden reizigers gegenereerd, die allereerst een keuze maken voor een modaliteit. Hiervoor wordt een keuzeset samengesteld, waarin alternatieven met het vraagafhankelijk vervoer, het openbaar vervoer en het eigen vervoer zijn opgenomen. De alternatieven met het vraagafhankelijk vervoer zijn afhankelijk van het rittenpatroon, de alternatieven met het openbaar vervoer zijn afhankelijk van de dienstregeling en het alternatief met het eigen vervoer wordt onder andere bepaald door het wel of niet beschikbaar zijn van een mogelijkheid (kenmerk van de reiziger). Vervolgens kunnen de verplaatsingen daadwerkelijk plaatsvinden: de voertuigen rijden volgens hun dienst langs de haltes, de reizigers verplaatsen zich tussen de haltes en op de haltes kunnen reizigers in- en uitstappen. 13

Extra oefenopgaven Deel 1

Extra oefenopgaven Deel 1 1 BEREIKBAARHEID EN RUIMTELIJKE INTERACTIE Bereikbaarheid 1.1 De ooit geplande Rijksweg A3 Onderstaand schema geeft de Randstad weer met enkele kernen. In het originele Rijkswegenplan uit 1927 was ook

Nadere informatie

CT2710 Transport & Planning Keuzen en keuzemodellering

CT2710 Transport & Planning Keuzen en keuzemodellering CT2710 Transport & Planning Keuzen en keuzemodellering Rob van Nes, Transport & Planning 9-5-2012 Delft University of Technology Challenge the future 1. Modellering transportsysteem 2 Beschrijvend model:

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2018

Nationaal verkeerskundecongres 2018 Nationaal verkeerskundecongres 2018 Pilot LoVie in Brabantstad Onno Pruis (Auteur is werkzaam bij Movin Vervoeradvies) Ronald Ruchti (Auteur 2 is werkzaam bij MoVie) Telefoonnummer indiener (Auteur 1 is

Nadere informatie

Resultaten enquête Uithoornlijn

Resultaten enquête Uithoornlijn Resultaten enquête Uithoornlijn Juni 2015 Resultaten enquête Uithoornlijn Inleiding De gemeente Uithoorn en de Stadsregio Amsterdam willen graag weten wat inwoners van Uithoorn belangrijk vinden aan het

Nadere informatie

Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV

Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV Prof. dr. Henk Meurs MuConsult / Radboud Universiteit Nijmegen 20 juni 2013 - s Hertogenbosch Agenda Ontwikkelingen doelgroepenvervoer 2030

Nadere informatie

Schiedam op weg naar toekomstvast lokaal openbaar vervoer (?)

Schiedam op weg naar toekomstvast lokaal openbaar vervoer (?) Schiedam op weg naar toekomstvast lokaal openbaar vervoer (?) Struikelblokken en valkuilen Lex Boersma, strategisch beleidsadviseur mobiliteit Openbaar vervoer in Schiedam 1990 inzet op hoogwaardig OV

Nadere informatie

Verkenning kwaliteitsverbetering OV met multimodale OV-chipkaartdata

Verkenning kwaliteitsverbetering OV met multimodale OV-chipkaartdata Verkenning kwaliteitsverbetering OV met multimodale OV-chipkaartdata Sandra Nijënstein Nederlandse Spoorwegen Sandra.Nijenstein@NS.NL Bas Bussink HTM Personenvervoer N.V. b.bussink@htm.nl Bijdrage aan

Nadere informatie

Optimalisatieplatform

Optimalisatieplatform Personenvervoer Consultancy: analyses voor overheden en vervoerbedrijven Doelgroepenvervoer - Openbaar Vervoer Optimaliseren van bezettingsgraden en routes Anticiperen op verkeerssituatie; reistijdvoorspellingen

Nadere informatie

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland - Voor de OV Visie - Voor de OV-Concessie Zuid-Holland Noord Fred van der Blij 14 februari 2018 OV Visie is gezamenlijk proces Vanuit 19 gemeenten afspraak om OV

Nadere informatie

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland Integratie doelgroepenvervoer en Openbaar Vervoer Fred van der Blij 14 maart 2018 Waarom OV en Doelgroepenvervoer integreren? Demografische en maatschappelijke

Nadere informatie

COLLECTIEF VERVOER. Wat verstaan we eronder, wat is het probleem en wat is de kracht ervan?

COLLECTIEF VERVOER. Wat verstaan we eronder, wat is het probleem en wat is de kracht ervan? COLLECTIEF VERVOER Wat verstaan we eronder, wat is het probleem en wat is de kracht ervan? OPZET PRESENTATIE Wat verstaan we onder collectief vervoer? Wat is het probleem? -> uitdagingen Wat is de kracht

Nadere informatie

OV taxi. Makkelijk van deur tot deur

OV taxi. Makkelijk van deur tot deur OV taxi Makkelijk van deur tot deur VOOr wie is de OV-Taxi? Iedereen kan gebruik maken van deze vorm van openbaar vervoer, van deur tot deur. De OV-Taxi is met name zeer geschikt voor mensen die moeilijk

Nadere informatie

(Bijdragenr. 82) Dynamisch voetgangersmodel

(Bijdragenr. 82) Dynamisch voetgangersmodel (Bijdragenr. 82) Dynamisch voetgangersmodel Willem J. Mak Teun Immerman (Vialis bv) 1. Waarom voetgangersmodellen Door de komst van de microsimulatiemodellen is het al een aantal jaren mogelijk om complexe

Nadere informatie

Doelgroepenvervoer op de kaart

Doelgroepenvervoer op de kaart Doelgroepenvervoer op de kaart Optimaliseren van vervoersstromen door middel van geo-informatie Lennart Homan Gerlof de Haan Martin van der Beek LH/16/0751/dgv Kennis van (Geo-) informatiemanagement en

Nadere informatie

CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2

CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2 CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2 Rob van Nes, Transport & Planning 11-5-2012 Delft University of Technology Challenge the future Tentamenvorm Elektronisch tentamen (Etude) Open rekenvragen

Nadere informatie

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands

Nadere informatie

Nationale DenkTank 2014 Flexibus

Nationale DenkTank 2014 Flexibus Flexibus Achtergrond en uitwerking Aanbod en vraag van het openbaar vervoer sluiten niet optimaal op elkaar aan, zowel in de stad als in de regio In drukke steden zijn er veel opstoppingen door verkeersdrukte

Nadere informatie

Betrouwbaarheid van OV in verkeersmodellen

Betrouwbaarheid van OV in verkeersmodellen Betrouwbaarheid van OV in verkeersmodellen PLATOS maart 2013 Niels van Oort Robert van Leusden Erik de Romph Ties Brands 2 Inhoud Betrouwbaarheid van OV Relatie met verkeersmodellen Case VRU model Conclusies

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Contactpersoon

Nadere informatie

oktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

oktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Ruimtelijk economische effecten corridor Den Haag Rotterdam Eindrapport oktober 2009 Titel Datum Versie Kenmerk Opdrachtgever Uitvoering Colofon Programma Hoogfrequent

Nadere informatie

Bovengemeentelijk lokaal openbaar vervoer

Bovengemeentelijk lokaal openbaar vervoer Bovengemeentelijk lokaal openbaar vervoer Platteland en bereikbaarheid OV Bewoners vaak aangewezen op gespecialiseerde zorg/voorzieningen elders: periferie, stad of gecentraliseerd op het platteland Voorzieningen

Nadere informatie

Openbaar vervoer concessie

Openbaar vervoer concessie Openbaar vervoer concessie Gemeenteraad Jordy van Slooten, fysiekdomein@regiogv.nl Januari 2019 1 2 3 Opgave en inzet Gooi en Vechtstreek MIRT Bereikbaarheid per weg en spoor staat onder druk. OV is onvoldoende

Nadere informatie

Notitie Wat kost RegioTaxiPlus

Notitie Wat kost RegioTaxiPlus Aan : Het college Van : Robrecht Lentink, afdeling samenleving Betreft : Notitie Wat kost RegioTaxiPlus Datum : 5 april 2012 Notitie Wat kost RegioTaxiPlus ( in relatie tot het Tweede besluit voorzieningen

Nadere informatie

Samenvatting reizigersconsultatie 2018 Maxim Meijers Syntus Utrecht

Samenvatting reizigersconsultatie 2018 Maxim Meijers Syntus Utrecht Maxim Meijers Syntus Utrecht 07-05-2018 Inleiding In 2018 heeft Syntus Utrecht voorafgaand aan het schrijven van het vervoerplan de Utrechtse reizigers en inwoners gevraagd om mee te denken over het OV

Nadere informatie

OV taxi. Makkelijk VERVOER van deur tot deur

OV taxi. Makkelijk VERVOER van deur tot deur OV taxi Makkelijk VERVOER van deur tot deur GELDIG vanaf 1 maart 2014 VOOr wie is de OV-Taxi? Iedereen kan gebruikmaken van deze vorm van openbaar vervoer. De OV-taxi is met name geschikt als u moeilijk

Nadere informatie

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling Dick Middelkoop 2 december 2010 Master of Business in Rail systems - 7 mei 2009 Dienstregelingsontwerp en Treindienstsimulatie Agenda Introductie

Nadere informatie

Theorie naar Praktijk

Theorie naar Praktijk Dia 1 Theorie naar Praktijk Lesmodule Mobiliteit en Locatie Deze lesmodule is op gebouwd uit verschillende Transumo projecten. Meer informatie over de projecten kunt u lezen op www.transumo.nl en transumofootprint.nl

Nadere informatie

Verkeer en vervoer. Omnibus 2011

Verkeer en vervoer. Omnibus 2011 Verkeer en vervoer Omnibus Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2012 2 Samenvatting In het najaar van is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch een omnibusonderzoek

Nadere informatie

Wijzigingen in de dienstregeling Gemeente Echt-Susteren

Wijzigingen in de dienstregeling Gemeente Echt-Susteren Wijzigingen in de dienstregeling Gemeente Echt-Susteren Vanaf 11 december gaat onder de naam Limburgnet de nieuwe dienstregeling voor het openbaar vervoer in Limburg van start. In deze brief informeren

Nadere informatie

Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek.

Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek. Vragen nr. 34 Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 7 mei 2013 Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek.

Nadere informatie

Nota van uitgangspunten. voor regionale samenwerking op het gebied van. Basismobiliteit

Nota van uitgangspunten. voor regionale samenwerking op het gebied van. Basismobiliteit Nota van uitgangspunten voor regionale samenwerking op het gebied van Basismobiliteit 1. Inleiding In opdracht van de provinciale bestuurlijke Adviesgroep Regiotaxi, waarin alle Gelderse regio's bestuurlijk

Nadere informatie

Simulatie dynamisch busstation

Simulatie dynamisch busstation (Bijdragenr. 45) Simulatie dynamisch busstation Diana Pikkert van de Weijenberg AGV-Movares Marc Stanescu AGV-Movares 1 1. Inleiding Als onderdeel van het project IJsei wordt aan de IJ-zijde van Amsterdam

Nadere informatie

Examen H111 Verkeerskunde Basis

Examen H111 Verkeerskunde Basis pagina 1 van 5 Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 30 augustus 2001 Tijd: 8u30 11u30 Instructies: Er zijn 5 vragen; start de

Nadere informatie

Onderzoek lijnvoering Oss Eindrapport

Onderzoek lijnvoering Oss Eindrapport Onderzoek lijnvoering Eindrapport Onderzoek lijnvoering Eindrapport in opdracht van Provincie Noord-Brabant 10 januari 2012 rapportnummer: 4397-R-E02 auteurs: M.T. Te Wierik en H.J. Zoer Tanthofdreef

Nadere informatie

Behoefte van de reiziger centraal

Behoefte van de reiziger centraal GVB Vervoerplan 2019 voor de dienstregeling van het jaar 2019 Behoefte van de reiziger centraal De start van de Noord/Zuidlijn is 22 juli 2018. We realiseren ons dat op moment van het uitbrengen van Vervoerplan

Nadere informatie

SMART MOBILITY: INNOVATIES IN STEDELIJKE MOBILITEIT. ir. Bart Vuijk

SMART MOBILITY: INNOVATIES IN STEDELIJKE MOBILITEIT. ir. Bart Vuijk SMART MOBILITY: INNOVATIES IN STEDELIJKE MOBILITEIT ir. Bart Vuijk TNO: MISSIE TNO verbindt mensen en kennis om innovaties te creëren die de concurrentiekracht van bedrijven en het welzijn van de samenleving

Nadere informatie

Antonin- een model voor de regio Parijs 5 maart 2014

Antonin- een model voor de regio Parijs 5 maart 2014 Antonin- een model voor de regio Parijs 5 maart 2014 Platos Colloquium - Jan Gerrit Tuinenga Antonin ANTONIN = ANalyse des Transports et de l Organisation des Nouvelles INfrastructures Multimodaal verkeersmodel

Nadere informatie

Juni 2015 0900-5495490. (lokaal tarief) Uw vervoer op maat!

Juni 2015 0900-5495490. (lokaal tarief) Uw vervoer op maat! Juni 2015 0900-5495490 (lokaal tarief) Uw vervoer op maat! Regiotaxi s-hertogenbosch: vervoer voor iedereen Regiotaxi s-hertogenbosch is er voor iedereen die geen gebruik kan maken van het reguliere openbaar

Nadere informatie

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen Inleiding De FOD Mobiliteit en Vervoer en het Vias-instituut hebben een grote enquête georganiseerd om de mobiliteitsgewoonten

Nadere informatie

KURT VERLINDEN WAT BETEKENT EEN MULTIMODAAL MODEL OP LOKAAL NIVEAU? Verkeersdata en -software Mobiliteitsacademie 2 juni 2014

KURT VERLINDEN WAT BETEKENT EEN MULTIMODAAL MODEL OP LOKAAL NIVEAU? Verkeersdata en -software Mobiliteitsacademie 2 juni 2014 KURT VERLINDEN WAT BETEKENT EEN MULTIMODAAL MODEL OP LOKAAL NIVEAU? Verkeersdata en -software Mobiliteitsacademie 2 juni 2014 MINT NV MEI 2014 Een multimodaal model op lokaal niveau Wat is een verkeersmodel?

Nadere informatie

Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting

Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting Aart de Koning, april 2010 De aanleiding: de concurrentiepositie van de haven van Rotterdam staat onder druk De haven van Rotterdam is altijd sterk verankerd geweest

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2015

Nationaal verkeerskundecongres 2015 Nationaal verkeerskundecongres 2015 Moet het OV zich meer richten op senioren? En hoe dan? ing. Peter Kors (Auteur is werkzaam als adviseur bij Movares Mobiliteit) Samenvatting De economische crisis dwingt

Nadere informatie

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig flexibiliteit genoeg geraken gezondheid goed goede goedkoop grote BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT Grafische voorstelling open antwoorden andere belangrijke zaken bij verplaatsingen aankomen aansluiting

Nadere informatie

Regiotaxi Veenweide, vervoer voor iedereen.

Regiotaxi Veenweide, vervoer voor iedereen. Regiotaxi Veenweide, vervoer voor iedereen. Regiotaxi Veenweide is een vorm van openbaar vervoer voor iedereen in de gemeenten Abcoude, Breukelen, Loenen, Lopik, Montfoort, Oudewater en Woerden. Met Regiotaxi

Nadere informatie

Matching public transport networks to land-use patterns

Matching public transport networks to land-use patterns Matching public transport networks to land-use patterns Promotie onderzoek Kasper Kerkman Bijeenkomst Breng Kennisnetwerk, 21 september 2016 Kasper Kerkman Henk Meurs Karel Martens Overzicht van onderdelen

Nadere informatie

OV taxi. Makkelijk VERVOER van deur tot deur

OV taxi. Makkelijk VERVOER van deur tot deur OV taxi Makkelijk VERVOER van deur tot deur GELDIG vanaf 1 januari 2016 VOOr wie is de OV-Taxi? De meeste buslijnen in de regio zijn gewoon toegankelijk voor iedereen, ook als u een beperking heeft. De

Nadere informatie

25/02/2016. STAP 2 Distributie. STAP 1 Ritgeneratie (en tijdstipkeuze) STAP 3 Vervoerwijzekeuze. STAP 4 Toedeling. Resultaten.

25/02/2016. STAP 2 Distributie. STAP 1 Ritgeneratie (en tijdstipkeuze) STAP 3 Vervoerwijzekeuze. STAP 4 Toedeling. Resultaten. STAP 1 (en tijdstip) Hoeveel mensen zullen er vertrekken en aankomen in een bepaalde periode (spitsuur) Aantal vertrekken (productie) = aantal aankomsten (attractie) per motief STAP 2 Bepalen van aantal

Nadere informatie

1 SAMENHANG RUIMTELIJK SYSTEEM EN VERVOERSSYSTEEM

1 SAMENHANG RUIMTELIJK SYSTEEM EN VERVOERSSYSTEEM CTB1420 Oefenopgaven Deel 1 - Antwoorden De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 SAMENHANG RUIMTELIJK SYSTEEM EN VERVOERSSYSTEEM 1. Cirkel van Wegener a)

Nadere informatie

Rondetafelgesprek Andere mobiliteit

Rondetafelgesprek Andere mobiliteit Rondetafelgesprek Andere mobiliteit Maikel Bracun Ontwikkelmanager Oost Nederland Arriva Nederland 5-sep 2018 Inleiding De OV-visies die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld in de provincies Flevoland,

Nadere informatie

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Justin Hogenberg Nederlandse Spoorwegen justin.hogenberg@ns.nl Roswitha van de Kamer Nederlandse Spoorwegen roswitha.vandekamer@ns.nl Thijs

Nadere informatie

CT2710 Transport & Planning Netwerken

CT2710 Transport & Planning Netwerken CT2710 Transport & Planning Netwerken Rob van Nes, Transport & Planning 5-4-2012 Delft University of Technology Challenge the future Kritiekpunten Tracénota A4 creëert congestie in Beneluxtunnel Problemen

Nadere informatie

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten Tussentijdse evaluatie gratis openbaar vervoer 65-plussers Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten 10 februari 2010 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Inleiding...

Nadere informatie

1 SAMENHANG RUIMTELIJK SYSTEEM EN VERVOERSSYSTEEM

1 SAMENHANG RUIMTELIJK SYSTEEM EN VERVOERSSYSTEEM CTB1420 Oefenopgaven Deel 1 De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 SAMENHANG RUIMTELIJK SYSTEEM EN VERVOERSSYSTEEM 1.1 Cirkel van Wegener a) Wat geeft de

Nadere informatie

vanuit... Klundert REISWIJZER

vanuit... Klundert REISWIJZER vanuit... Klundert REISWIJZER BUS NAAR BREDA / FIJNAART Bus 117 naar Breda via Zevenbergen, Langeweg, Zevenbergschen Hoek, Wagenberg en naar Fijnaart. In de ochtendspits schoolliner 617 Wanneer Naar Breda

Nadere informatie

Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel.

Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel. Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel. Henk Tromp Hans Voerknecht Dirk Bussche (Henk Tromp en Dirk Bussche zijn werkzaam bij Goudappel Coffeng,

Nadere informatie

Radiuz deelname aan de Prijsvraag ideemobiel 2012 Verbeter de Knooppunten in de ketenmobiliteit. RADIUZ KNOOPPUNTEN onderweg van A naar B

Radiuz deelname aan de Prijsvraag ideemobiel 2012 Verbeter de Knooppunten in de ketenmobiliteit. RADIUZ KNOOPPUNTEN onderweg van A naar B Radiuz deelname aan de Prijsvraag ideemobiel 2012 Verbeter de Knooppunten in de ketenmobiliteit RADIUZ KNOOPPUNTEN onderweg van A naar B Wat is Radiuz? Radiuz is hét mobiliteitssysteem voor zakelijk Nederland.

Nadere informatie

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid,

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid, Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid, 2004-2009 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model.

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model. Samenvatting In dit proefschrift worden planningsproblemen op het gebied van routering en roostering bestudeerd met behulp van wiskundige modellen en (numerieke) optimalisatie. Kenmerkend voor de bestudeerde

Nadere informatie

Concessie(busvervoer(Almere(2018!2027"

Concessie(busvervoer(Almere(2018!2027 Concessie(busvervoer(Almere(20182027" OntwerpProgrammavaneisen VastgestelddoorB&WvanAlmereop15december2015 OntwerpPvEBusvervoerAlmerev3.421.docx ConcessiebusvervoerAlmere2018F2027 OntwerpProgrammavanEisen

Nadere informatie

Regiotaxi Eemland-Heuvelrug

Regiotaxi Eemland-Heuvelrug 3 Regiotaxi Eemland-Heuvelrug Openbaar vervoer van deur tot deur Dagelijks tussen 06:00 en 0:00 uur Reserveren? Bel 0900-11 22 445 of online via www.rteh.nl Wat is Regiotaxi Eemland-Heuvelrug? Regiotaxi

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus 123 2000 MD Haarlem Haarlem, 2 mei 2016. Onderwerp: Regionaal openbaar vervoer & inter-concessie stroomlijnen Geachte

Nadere informatie

Busbehoefte op basis van OV-chipkaartdata

Busbehoefte op basis van OV-chipkaartdata Busbehoefte op basis van OV-chipkaartdata M.W. Smit MSc m.w.smit@alumnus.utwente.nl Ing. K.M. van Zuilekom Universiteit Twente k.m.vanzuilekom@utwente.nl Ing. C. Doeser Grontmij Cees.doeser@grontmij.nl

Nadere informatie

Bruggen bouwen voor het spoor van de toekomst 29 januari 2013

Bruggen bouwen voor het spoor van de toekomst 29 januari 2013 Bruggen bouwen voor het spoor van de toekomst 29 januari 2013 Joke van Veen Manager Business Development NS Reizigers Dimitri Kruik Manager Veranderprogramma 2012-2015 ProRail De NS strategie De NS strategie

Nadere informatie

Dataverzameling ten behoeve van bereikbaarheidskaart: eerste ideeën

Dataverzameling ten behoeve van bereikbaarheidskaart: eerste ideeën Dataverzameling ten behoeve van bereikbaarheidskaart: eerste ideeën Door: Ilona Bos 1 Aanleiding Goudappel Coffeng heeft in het kader van het Transumo project Stations, Vastgoedwaarde en Bereikbaarheid

Nadere informatie

Aan : ROCOV Van : Robert van Leusden Onderwerp : onderbouwing adviesaanvraag Niet terugbrengen halte Vredenburg Utrecht Datum : 7 oktober 2011

Aan : ROCOV Van : Robert van Leusden Onderwerp : onderbouwing adviesaanvraag Niet terugbrengen halte Vredenburg Utrecht Datum : 7 oktober 2011 MEMO Aan : ROCOV Van : Robert van Leusden Onderwerp : onderbouwing adviesaanvraag Niet terugbrengen halte Vredenburg Utrecht Datum : 7 oktober 2011 Inleiding De gemeente Utrecht is voornemens om na realisatie

Nadere informatie

Connexxion Internetpanel Zuid-Holland 2004

Connexxion Internetpanel Zuid-Holland 2004 Connexxion Internetpanel Zuid-Holland 2004 Samenvatting van de resultaten Connexxion Afdeling Marketing & Verkoop December 2004 1. Inleiding In het voorjaar van 2004 konden busreizigers in Zuid-Holland

Nadere informatie

Bereikbaarheid als maatstaf voor beleid!

Bereikbaarheid als maatstaf voor beleid! De wereld wordt kleiner door HOV! Bereikbaarheid als maatstaf voor beleid! Een toepassing van de Movares Verbindingswijzer* * Powered by conveyal De wereld wordt kleiner door HOV Een toepassing van de

Nadere informatie

Openbaar vervoer vanuit en naar Schijndel, speciaal met betrekking tot bereikbaarheid van zieken-, zorg- en verpleeghuizen.

Openbaar vervoer vanuit en naar Schijndel, speciaal met betrekking tot bereikbaarheid van zieken-, zorg- en verpleeghuizen. Openbaar vervoer vanuit en naar Schijndel, speciaal met betrekking tot bereikbaarheid van zieken-, zorg- en verpleeghuizen. Uitgave Stichting Seniorenraad Schijndel Onderzoek van de Themagroep Welzijn

Nadere informatie

PM.05.011. Transitie naar een Integraal Collectief Personenvervoer. Jaarrapportage 2005

PM.05.011. Transitie naar een Integraal Collectief Personenvervoer. Jaarrapportage 2005 PM.05.011 Transitie naar een Integraal Collectief Personenvervoer Jaarrapportage 2005 Jaarrapportage Jaar Projectnummer Projectnaam Datum Penvoerder Projectleider 2005 IP.05.011 Transitie naar een Integraal

Nadere informatie

Behoefte van de reiziger centraal

Behoefte van de reiziger centraal GVB Vervoerplan 2019 voor de dienstregeling van het jaar 2019 Behoefte van de reiziger centraal Het nieuwe Noord/Zuidlijn netwerk rijdt pas enkele maanden. We realiseren ons dat op moment van het uitbrengen

Nadere informatie

Nadere onderbouwing noodzaak HOV in t Gooi

Nadere onderbouwing noodzaak HOV in t Gooi Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Basismobiliteit: Inleiding. Inhoud Introductie Waarom basismobiliteit? Wat gaat er veranderen? Rol van adviesraden

Basismobiliteit: Inleiding. Inhoud Introductie Waarom basismobiliteit? Wat gaat er veranderen? Rol van adviesraden Basismobiliteit: Inleiding Inhoud Introductie Waarom basismobiliteit? Wat gaat er veranderen? Rol van adviesraden Basismobiliteit: Introductie Wat is Basismobiliteit? De mogelijkheid voor inwoners om zich

Nadere informatie

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Augustus 2014 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het

Nadere informatie

TEN effecten in Den Haag, Duurzaam Dynamisch Verkeersmanagement door integrale afweging van Traffic, Emissie en Noise (TEN) bij inzet van scenario s

TEN effecten in Den Haag, Duurzaam Dynamisch Verkeersmanagement door integrale afweging van Traffic, Emissie en Noise (TEN) bij inzet van scenario s TEN effecten in Den Haag, Duurzaam Dynamisch Verkeersmanagement door integrale afweging van Traffic, Emissie en Noise (TEN) bij inzet van scenario s Tanja Vonk (TNO) Arjen Reijneveld (Gemeente Den Haag)

Nadere informatie

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer Buurt- en dorpsenquête 2009 Openbaar vervoer Buurt- en dorpsenquête 2009 Openbaar vervoer In juni 2009 hebben 7.250 inwoners van 18 jaar en ouder een uitgebreide vragenlijst ontvangen in het kader van

Nadere informatie

Bedrijfsvervoersplan voor de industrieterreinen Genk-Zuid en Genk-Noord

Bedrijfsvervoersplan voor de industrieterreinen Genk-Zuid en Genk-Noord Bedrijfsvervoersplan voor de industrieterreinen Genk-Zuid en Genk-Noord Infovergadering bedrijven 9 maart 2010: toelichting BVP www.traject.be BVP Genk-Zuid en Genk-Noord 01/04/2010 page 1 Agenda Probleemstelling

Nadere informatie

Jj,. provincie groningen

Jj,. provincie groningen Jj,. provincie groningen bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen telefoonnr: 050 316 49 li www.provinciegroningen.nl info@proyinciegroningen.nl

Nadere informatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016 LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2016 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid De tabel op de volgende pagina toont de belangrijkste uitkomsten van de Gedragsmeting 2016, een landelijk mobiliteitsonderzoek

Nadere informatie

Potentie multimodaal vervoer in stedelijke regio s

Potentie multimodaal vervoer in stedelijke regio s Potentie multimodaal vervoer in stedelijke regio s Rob van Nes, Ingo Hansen (TU Delft) i.s.m. Constance Winnips (SRA) April 2014 In de Amsterdamse regio wordt er ingezet op de optimale benutting van regionale

Nadere informatie

Kompas Informatiehuishouding. Handleiding voor het indienen van een informatieverzoek

Kompas Informatiehuishouding. Handleiding voor het indienen van een informatieverzoek Kompas Informatiehuishouding Handleiding voor het indienen van een informatieverzoek kompas voor informatieverzoeken v1.0 april 2019 Inleiding Help! Je wilt bij het loket van de informatiehuishouding bij

Nadere informatie

Een eenvoudig, robuust en duurzaam spoorsysteem. Jan Koning, 6 november 2013, KIVI NIRIA Jaarcongres, TU Eindhoven

Een eenvoudig, robuust en duurzaam spoorsysteem. Jan Koning, 6 november 2013, KIVI NIRIA Jaarcongres, TU Eindhoven Een eenvoudig, robuust en duurzaam spoorsysteem Jan Koning, 6 november 2013, KIVI NIRIA Jaarcongres, TU Eindhoven Spoor als ruggengraat voor duurzaam transport Mooie groeikansen voor spoor Ondanks crisis

Nadere informatie

CTB Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 1 en 2

CTB Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 1 en 2 CTB1420-14 Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 1 en 2 Rob van Nes, Transport & Planning 7-3-2019 Delft University of Technology Challenge the future 1. OpgavenDelen1 en 2 2 Overzicht vragen

Nadere informatie

Effecten. Zuidvleugel

Effecten. Zuidvleugel 4 Effecten Zuidvleugel 19 Invloedsgebieden De reistijden van verplaatsingen van of naar een locatie bepalen de grootte van het invloedsgebied van een locatie. In dit hoofdstuk richten wij ons op hoeveel

Nadere informatie

IS HET EIGENLIJK ALTIJD DRUK. WE KOMEN ELKAAR DAN OOK ELKE DAG IN GROTE GETALE TEGEN : I N DE SUPERMARKT, OP SCHOOL, OP

IS HET EIGENLIJK ALTIJD DRUK. WE KOMEN ELKAAR DAN OOK ELKE DAG IN GROTE GETALE TEGEN : I N DE SUPERMARKT, OP SCHOOL, OP HET NIEUWE WERKEN......NIEUWE MOBILITEIT? I N N EDERLAND IS HET EIGENLIJK ALTIJD DRUK. WE KOMEN ELKAAR DAN OOK ELKE DAG IN GROTE GETALE TEGEN : I N DE SUPERMARKT, OP SCHOOL, OP KANTOOR EN NATUURLIJK OP

Nadere informatie

Vervoer voor iedereen Een beter openbaar vervoer in de provincie Groningen

Vervoer voor iedereen Een beter openbaar vervoer in de provincie Groningen Vervoer voor iedereen Een beter openbaar vervoer in de provincie Groningen Het openbaar vervoer in de provincie Groningen wordt steeds minder dicht vertakt. Daarnaast schort het aan toegankelijkheid en

Nadere informatie

De stad van de Toekomst MaaS: Mobility as a Service. Prof. Dr. Henk Meurs, Radboud Universiteit Nijmegen/ MuConsult Amersfoort

De stad van de Toekomst MaaS: Mobility as a Service. Prof. Dr. Henk Meurs, Radboud Universiteit Nijmegen/ MuConsult Amersfoort De stad van de Toekomst MaaS: Mobility as a Service Prof. Dr. Henk Meurs, Radboud Universiteit Nijmegen/ MuConsult Amersfoort Doel en inhoud presentatie Wat zijn mobiliteitsdiensten in vorm van MaaS (

Nadere informatie

Mobiliteitsscan Infosessie Donderdag 12 december Harderwijk

Mobiliteitsscan Infosessie Donderdag 12 december Harderwijk Donderdag 12 december 2013 - Harderwijk Infosessie interactief informeren Over Ontwikkelingen, ervaringen, kansen op het gebied van bereikbaarheid, mobiliteit Mobiliteitsscan, Samenwerken, oplossing voor

Nadere informatie

Informatie over de Regiotaxi-Oosterschelde

Informatie over de Regiotaxi-Oosterschelde Informatie over de Regiotaxi-Oosterschelde Wat is Regiotaxi-Oosterschelde? Reisgebied en kosten van de Regiotaxi Regiotaxi-Oosterschelde is een vervoersvoorziening voor mensen die op grond van de Wet Maatschappelijke

Nadere informatie

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Ketenanalyse 1 Inleiding Eis: Aantoonbaar inzicht in de meest materiele emissies uit scope 3 middels 2 ketenanalyses. Voor het in kaart brengen van scope III

Nadere informatie

3. De bereikbaarheidsindicator

3. De bereikbaarheidsindicator 3. De bereikbaarheidsindicator Achtergrond Het begrip bereikbaarheid leidt nogal eens tot verwarring. Dit komt doordat onderzoekers, beleidsambtenaren en politici het begrip vanuit verschillende invalshoeken

Nadere informatie

Raadsvragen van het raadslid Eric Leltz, ingevolge artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede.

Raadsvragen van het raadslid Eric Leltz, ingevolge artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede. 2010/17 Raadsvragen van het raadslid Eric Leltz, ingevolge artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede. Ingezonden: 29 mei 2010 Onderwerp: Verkeersstromen rond station Ede-Wageningen

Nadere informatie

'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom

'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom Foto bereikbaarheid 2016 hoe, wat en waarom pagina 1 Foto Bereikbaarheid 2016 Algemeen over aanleiding en aanpak Bronnen Resultaat verder ingezoomd Voorbeelden Hoe verder pagina 2 Algemeen In BB1 stond

Nadere informatie

Bachelorproef. Analyseverslag Glen Van Haver

Bachelorproef. Analyseverslag Glen Van Haver Bachelorproef Analyseverslag Glen Van Haver Inhoudsopgave Inleiding... 4 Behoefteanalyse... 5 Analyse van de inhoud van de applicatie... 5 Principes... 5 Concreet... 5 Gebruikte toestellen... 5 Gebruikers...

Nadere informatie

a) Omschrijf in woorden tot welke algemene effecten de introductie van nieuwe transportvoorzieningen leidt. U behoeft het diagram niet te geven.

a) Omschrijf in woorden tot welke algemene effecten de introductie van nieuwe transportvoorzieningen leidt. U behoeft het diagram niet te geven. Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 5 september 2002 Tijd: 9.00 12.00 uur Instructies: Er zijn 5 vragen; start de beantwoording

Nadere informatie

CT2710 Transport & Planning Oefening

CT2710 Transport & Planning Oefening CT2710 Transport & Planning Oefening Rob van Nes, Transport & Planning 5-4-2012 Delft University of Technology Challenge the future 1. Introductie 2 Oefening CT2710 Doel Oefenen en toepassen Uitdaging

Nadere informatie

B e r e k e n i n g v e r k e e r s t o e d e l i n g e n p a r k e e r b e h o e f t e W e- r e l d b a z a r t e W i n s c h o t e n

B e r e k e n i n g v e r k e e r s t o e d e l i n g e n p a r k e e r b e h o e f t e W e- r e l d b a z a r t e W i n s c h o t e n B e r e k e n i n g v e r k e e r s t o e d e l i n g e n p a r k e e r b e h o e f t e W e- r e l d b a z a r t e W i n s c h o t e n figuur 1 f i g u u r 2 V e r k e e r s t o e d e l i n g I n l e i

Nadere informatie

Resultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009

Resultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009 Resultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en doel 3 2. Uitvoeringsverantwoording 5 3. Resultaten 8 4. Conclusies 47 Klanttevredenheid Regiotaxi Utrecht najaar 2009 2 Aanleiding

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen.

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Vervoerskundig effect tijdelijk eindpunt centrum Maastricht

Vervoerskundig effect tijdelijk eindpunt centrum Maastricht Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

COLLECTIEF VERVOER. Koen Bekking (CROW-KpVV) 11 november 2015

COLLECTIEF VERVOER. Koen Bekking (CROW-KpVV) 11 november 2015 COLLECTIEF VERVOER Koen Bekking (CROW-KpVV) 11 november 2015 CROW-KPVV IN HET KORT Slimme en praktische oplossingen voor vraagstukken over infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer CROW CROW-KpVV

Nadere informatie