Zorgplan cbs De Zaaier

Transcriptie

1 Zorgplan cbs De Zaaier

2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Visie op zorg 4 3. Doelstelling zorg Wij zorgen voor uw kind 6 5. Zorgbepaling cognitief en sociaal emotioneel Procedure van zorg Rugzakleerling (tot ) Tweede leerlijn leerlingen Doubleren Schoolspecifieke protocollen Dossiervorming Meerjarenplanning zorg Evaluatie zorgplan schooljaar Evaluatie zorgplan schooljaar

3 INLEIDING Al onze leerlingen hebben recht op goed onderwijs. Dat is ook wat wij willen bieden. Onderwijs dat aansluit bij de basisbehoefte; van de leerlingen. Voor alle leerlingen werken we vanuit de drie basisbehoeften relatie, competentie en autonomie. Relatie: Kinderen moeten het gevoel hebben dat ze worden gewaardeerd door anderen, dat anderen met hen om willen gaan. Zonder de vervulling van deze behoefte ontstaat er geen veiligheid en volgt er geen optimaal leerproces. Er wordt aandacht besteed aan sociale vaardigheden en de emotionele ontwikkeling die noodzakelijk zijn om goede relaties aan te gaan. Competentie: Kinderen moeten van zichzelf weten dat ze iets kunnen, dat ze iets kunnen ondernemen zonder daar toestemming of hulp van andere voor nodig te hebben. Binnen de klassenorganisatie worden daar voorwaarden voor gecreëerd. Autonomie: Kinderen willen al heel jong zelfstandig zijn, waarbij geloof en plezier in eigen kunnen hun ontwikkeling stimuleert. Ze weten dat ze hun eigen leergedrag zelf kunnen sturen. Ons motto is dan ook: cbs De Zaaier leert kinderen vertrouwen in eigen kunnen! We gaan er hierbij vanuit dat alle leerlingen uniek zijn en specifieke dynamieken, talenten, leerstijlen en intelligenties hebben. In de eerste plaats zullen wij proberen om zorg te voorkomen. Dit kunnen wij doen door de sfeer binnen onze groepen zo goed mogelijk te maken zodat elk kind zich veilig en gewaardeerd voelt. Natuurlijk zullen wij ons best doen om ons vak als leerkracht zo goed mogelijk te doen door goed onderwijs te realiseren, onderwijs dat aansluit bij de basisbehoefte van de leerlingen. Voor sommige kinderen is dit niet genoeg. Zij vragen meer van ons dan helder onderwijs, zij vragen extra zorg. En hebben ook recht op onze zorg. Dit stuk beschrijft de zorg op cbs De Zaaier met ingang van het schooljaar Het is echter een meerjarenzorgplan dat geschreven is voor de schooljaren Jaren waarin we sterk rekening moeten houden met de op 28 januari 2011 door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar de Tweede Kamer gestuurde notitie Naar Passend Onderwijs. Uitgangspunt hierbij is dat men met 1 augustus 2012 toe wil naar een efficiënt en effectief stelsel van Passend Onderwijs. Dit nieuwe stelsel moet volgens de minister voldoen aan de volgende voorwaarden: Leerlingen krijgen zo goed mogelijk onderwijs. Scholen krijgen zorgplicht waardoor leerlingen een zo goed mogelijk passend onderwijsaanbod krijgen op de school van aanmelding of een andere school in de regio. Leerlingen met een beperking of extra zorgbehoefte volgen het onderwijs dat zoveel mogelijk bij hun past, zodat zij later ook een passende plek in de samenleving kunnen krijgen. Ouders/ verzorgers zijn betrokken bij hun kind op school. Zij mogen van de school verwachten dat die een zo passend mogelijke plek voor hun kind biedt of vindt. 3

4 Leerkrachten zijn voldoende toegerust om met verschillen tussen leerlingen te kunnen omgaan. Zij kunnen signaleren wanneer een leerling extra zorg nodig heeft, voorzien zelf in die behoefte of schakelen hulp in. Scholen werken samen met jeugdzorg en gemeenten. De extra ondersteuning voor leerlingen met een beperking of een extra zorgbehoefte moet goed afgestemd zijn met de ondersteuning vanuit het jeugdzorgdomein die gemeenten bieden in het kader van jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en toeleiding naar de arbeidsmarkt: één kind, één gezin, één plan. De besteding van het geld is transparant en de resultaten zijn zichtbaar in de klas. De bureaucratie is tot een minimum beperkt. In voorbereiding op het Passend Onderwijs hebben wij in het schooljaar m.b.v. Kind op de Gang van het AVS (Algemene Vereniging Schoolleiders) de grenzen van onze leerlingenzorg in beeld gebracht. Het komend schooljaar zullen we met Het onderwijszorgprofiel van Infotopics aansluitend bij IJkpunten van basiszorg in het primair onderwijs van Cor Hoffmans gaan werken. Dit heeft tot doel om als school te komen tot een eigen zorgprofiel. Dit zorgprofiel beschrijft vooral de basiszorg, maar geeft daarnaast ook aan hoe de breedteen dieptezorg georganiseerd zijn. Basiszorg: De zorg die de basisschool zelf in en om de groepen en binnen de eigen organisatie biedt aan alle leerlingen. Hieronder vallen ook de remediale hulp, de inzet van onderwijsassistenten, de begeleiding en coaching door de interne begeleider en/ of de inzet van andere deskundigen, bijv. de taal- en rekencoördinator. De basiszorg is onderdeel van het onderwijszorgprofiel en wordt vastgesteld door de samenwerkende zorgplichtige besturen. De inspectie houdt toezicht op de basiskwaliteit van het onderwijs. Basiszorg omvat in ieder geval aantoonbare leerresultaten, overeenkomstig de verwachtingen en een proces dat gekenmerkt wordt door goede kwaliteit van onderwijsop-maat en begeleiding. Breedtezorg: De zorg om de school heen. De school wil zelf verantwoordelijkheid blijven dragen voor het onderwijs, de zorg en de ontwikkeling van de leerlingen, maar heeft daarbij de hulp van buitenaf nodig. Het kan daarbij gaan om ambulante begeleiders uit het speciaal (basis)onderwijs, gespecialiseerde collega leraren/ interne begeleiders van een andere school, schoolmaatschappelijk werkster, jeugdgezondheidszorg, CJG en jeugdzorg. Dieptezorg: De zorg in gespecialiseerde voorzieningen zoals het huidige SBO en SO, settings of groepen binnen het basisonderwijs. Als het hierbij gaat om een eigenstandige voorziening, wordt de verantwoordelijkheid voor de leerling overgedragen aan deze voorziening. De breedte- en dieptezorg zijn o.a. afhankelijk van de nieuwe regionale Samenwerkingsverbanden voor Primair Onderwijs die per 1 augustus 2012 gevormd zullen worden en bestaan uit: Regulier basisonderwijs Speciaal basisonderwijs (lichte zorg) Speciale scholen en afdelingen uit clusters 3 en 4 voor speciaal onderwijs (zware zorg). Het zorgplan zoals het nu voor u ligt beschrijft de zorg zoals wij die op dit moment (augustus 2011) voor ons zien voor de schooljaren We willen in het kader van Passend Onderwijs een aantal verbeteringen doorvoeren welke in dit stuk zijn opgenomen. Maar gezien de ontwikkeling van Passend Onderwijs en het te schrijven onderwijszorgprofiel zullen we dit zorgplan met zijn doelen en planning jaarlijks evalueren en indien nodig bijstellen. 4

5 VISIE OP ZORG Veel van de keuzes die wij maken op school zijn er op gericht om te voorkomen dat er zorg ontstaat bij een leerling. Dit doen wij door: te werken met methodes die de mogelijkheid bieden om te differentiëren; binnen elke groep te werken op drie niveaus. Per vakgebied wordt gekeken op welk niveau een leerling zit. Dat kan een laag, gemiddeld of hoog niveau zijn. Op dit niveau zal de leerling uitgedaagd worden; gedurende de ochtenden horizontaal, door de hele school heen, te werken aan technisch lezen, begrijpend lezen, taal, spelling en rekenen. Hierdoor hebben we de mogelijkheid om leerlingen in een groep hoger of lager mee laten werken; zelfstandig te werken in de groepen zodat de leerkracht nog meer ruimte heeft tot het geven van extra ondersteuning aan de leerlingen die dat nodig hebben; klassenconsultaties door de directie en interne begeleider, zij geven feedback over het omgaan met verschillen binnen de groep; het houden van groepsbesprekingen met de interne begeleider en leerlingbesprekingen met het team en/of de interne begeleider; collegiale consultatie, leerkrachten leren van en met elkaar. Soms zijn deze preventieve maatregelen niet afdoende en is er extra hulp nodig. Deze extra zorg en ondersteuning bieden wij in principe binnen de eigen groep en wordt gegeven door de groepsleerkracht. De groepsleerkracht kent de leerlingen het beste en op deze manier blijven de leerlingen betrokken bij de groep. Deze hulp kan variëren van extra tijd en/ of instructie tot het werken met (groeps)handelingsplannen. We gebruiken het Cito leerlingvolgsysteem als onafhankelijk toetsinstrument om een helder beeld te krijgen van waar de leerlingen zitten in hun cognitieve ontwikkeling. Deze gegevens voeren we in ParnasSys in. Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken we vanaf augustus 2011 ZIEN! Aan de hand van deze gegevens, gecombineerd met de gegevens uit de methode gebonden toetsen, observaties en gesprekken met kinderen/ ouders wordt er gekeken hoe we zo goed mogelijk bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen aan kunnen sluiten. Voor de leerlingen die extra hulp nodig hebben is ons streven ze de kerndoelen tot en met groep 7, zoals beschreven door het ministerie van Onderwijs, te laten behalen. 5

6 DOELSTELLING ZORG Wij geven waar nodig extra ondersteuning aan leerlingen. Met deze ondersteuning willen wij er zorg voor dragen dat elke leerling op cbs De Zaaier een doorgaande ontwikkeling doormaakt die recht doet aan deze leerling. Dit betekent dat zowel kinderen met een benedengemiddelde ontwikkeling als kinderen met een bovengemiddelde ontwikkeling onze zorg hebben. We willen met onze zorg bereiken dat de kinderen in en om Teuge in hun eigen dorp naar school kunnen gaan. Het accent van de zorg zal de komende jaren komen te liggen op: leerkrachten die in staat zijn een goede effectieve instructie te geven; het goed in kaart brengen van de onderwijsbehoeften van alle leerlingen om vervolgens preventief en proactief te kunnen handelen; het verbeteren van de zorgstructuur. We gaan de zorg meer handelingsgericht inrichten en leerkrachten gaan leren werken met groepsplannen (1-Zorgroute); in de ochtenden horizontaal werken aan rekenen, taal, spelling, technisch- en begrijpend lezen om zo nog beter bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen aan te kunnen sluiten; voor leerlingen die bovengemiddeld scoren willen wij als school een duidelijk en volledig programma opzetten met als insteek het verbreden en verdiepen van de kennis. Ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs houden wij scherp in de gaten. Passend Onderwijs houdt het volgende in: in 2012 moet iedere school aan alle leerlingen een passend onderwijsarrangement bieden. Dus ook aan die leerlingen die iets anders of extra s nodig hebben. Gelukkig hoeven wij dit als school niet alleen te doen, maar zijn wij aangesloten bij een samenwerkingsverband (Regie van de Zorg). Op het moment dat onze middelen op school niet (meer) toereikend zijn maken wij gebruik van de expertise van de IJsselgroep en/ of andere instanties waarmee we dan contact zoeken. Zo kan er passende hulp geboden worden en als dat nodig mocht zijn kan de leerling verwezen worden naar een school die beter bij hem/ haar onderwijsbehoefte aansluit. 6

7 WIJ ZORGEN VOOR De leerkracht De belangrijkste taak op onze school is weggelegd voor de leerkracht. Hij/ zij is de spil van de zorg voor uw kind. Welke kwaliteiten moeten leerkrachten bij ons op school bezitten om deze zorgtaak te kunnen vervullen? De leerkracht: UW KIND zorgt ervoor dat er in zijn groep een prettig- leef en werkklimaat heerst, hij/ zij schept een vriendelijke coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand; zorgt ervoor dat de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de kinderen bevordert wordt en zij zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke personen; is goed op de hoogte van de leerlijnen in de op school gebruikte methoden en de landelijk gestelde kerndoelen; stelt duidelijke (minimum- en streef-)doelen; geeft effectieve instructie en verwerking; realiseert voldoende tijd en gelegenheid tot leren; voert een goed klassenmanagement; hanteert een flexibele klassenorganisatie; hanteert een leerlingvolgsysteem (ParnasSys, Schatkist, risicoscreening kleuters, Onderbouwd, ZIEN!); werkt samen met collega s en vraagt om hulp indien nodig; evalueert regelmatig de vorderingen van de leerlingen; signaleert een leerling die opvalt in zijn ontwikkeling en/ of leervorderingen; kan de juiste toets- en observatie instrumenten kiezen en toepassen; kan de uitkomsten van deze toets en observatie helder weergeven (verslag doen); kan een diagnose stellen; kan een handelingsplan (betreffende een individueel kind of een groep) opstellen en uitvoeren, zo gewenst in samenwerking met de interne begeleider; kan de uitvoering van dit plan evalueren; onderhoud goed contact met de ouders/ verzorgers van de kinderen en eventuele andere mensen en externe contacten die ook te maken hebben met de zorg voor de kinderen (denk aan: Peuterspeelzaal en Kinderdagverblijf); draagt zorg voor een goede overdacht aan andere collega s die betrokken zijn of gaan worden bij de groep. De onderwijsassistent Op alle ochtenden kunnen wij een onderwijsassistent inzetten. Deze wordt vooral ingezet in de groepen 1 tot en met 4. En in de maanden december en januari ook in groep 7/8, t.b.v. de voorbereiding van groep 8 op de Cito Eindtoets. De taken van de onderwijsassistent zijn: 7

8 het op aanwijzing van de leerkracht ondersteunen bij eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken; het begeleiden van individuele en kleine groepjes leerlingen binnen en buiten de groep; het leveren van een praktische/ organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement; het verrichten van werkzaamheden die verband houden met de functie. De interne begeleider De interne begeleider (IB er) heeft als taak om leerkrachten te ondersteunen in het bieden van zorg. De taken van de interne begeleider zijn: Coördinerende taken m.b.t. leerlingenzorg: opstellen en bewaken van procedures voor planmatig werken binnen de school m.b.t. de leerlingenzorg; bewaken van procedures en afspraken die zijn gemaakt op school op het gebied van leerlingvolgsysteem en leerlingendossier; opstellen van de toetskalender en toezien op de uitvoering en verwerking daarvan; overleg van de IB er met de directie; administratieve afwikkeling (post, verslagen, kopieën, LVS, uitwerken gesprekken); organiseren en leiden van zorgverbredingsoverleg, groeps- en leerlingbespreking (al dan niet in de teamvergadering); afstemming en overleg van de hulpverlening door RT er, IJsselgroep. Ambulante Begeleiding en ander hulpverleners; ondersteunen directeur bij het invullen van het jaarlijks inspectierapport voor het onderdeel: leerlingenresultaten en leerlingenzorg; ondersteunen van de directeur bij het opstellen van managementrapportages m.b.t. leerlingenresultaten en leerlingenzorg; relevante informatie doorgeven aan collega s; bewaken van het uitvoeren van diagnostisch onderzoek bij kinderen, indien er geen andere specialist binnen school beschikbaar is (bijvoorbeeld RT er); IB-netwerk overleg (PCBO Voorst en WSNS); IB-intervisie overleg (PCBO Voorst); verzorgen van de aanmeldingsprocedure van zorgleerlingen bij de PCL en REC (vooral verkrijgen van eenduidige visie over het zorgkind om op juiste manier, binnen juiste schooltype te starten); overleg met voortgezet onderwijs over zorgleerlingen; zorg dragen voor het bestellen van de Cito materialen en het aanschaffen van materialen voor in de orthotheek. Begeleidende en coachende taken, met accent op begeleiding: ondersteunen bij het afnemen van toetsen t.b.v. het LOVS; beheer van de orthotheek, ondersteunen en adviseren bij gebruik van speciale hulpmiddelen, indien er geen andere specialist binnen de school beschikbaar is; ondersteunen bij verwerken van toetsgegevens in ParnasSys; interpreteren van de toetsgegevens en deze bespreken in de groepen en de teamvergadering; adviseren en begeleiden van de leerkracht in het omgaan met gedrag- en werkhoudingproblematiek; aansturen en coachen van de RT er indien deze aanwezig is; 8

9 coaching in relatie tot de realisatie van handelingsplannen en de interactie tussen leerling en leerkracht (waaronder voorbespreken, vaststellen, evalueren en eventuele reflectiegesprekken), waarbij normalerwijze de leerkracht of de RT er de handelingsplannen opstelt. Ondersteuning, advisering en begeleiding van de leerkracht in het omgaan met handelingsplannen en groepsplannen, begeleiding bij klassenmanagement, coachende taak naar leerkrachten toe, binnen de context zorgbreedte; samen met leerkrachten en eventueel directie, gesprekken voeren met ouders/ verzorgers, waarbij een externe hulpverlener aanwezig kan zijn; gesprek (algemeen voortgangsgesprek) met de orthopedagoge; gesprek(ken) met de orthopedagoog (en soms andere onderzoekers en/ of begeleiders) over specifieke zorgleerling(en); gesprekken met regulieren externe specialisten waaronder de logopediste, schoolarts en schoolverpleegkundige; optreden als vertrouwenspersoon voor kinderen, ouders of teamleden die een probleem / zorg/ bespreekpunt voor willen leggen; voeren van verdiept intakegesprek in geval van aanmelding van een potentiële zorgleerling. Innoverende taken: signaleren en analyseren van sterke en zwakke punten in het onderwijsaanbod en onderwijskundige ontwikkelingen, participeren in bijstellen onderwijskundig beleid in samenwerking met directie; begeleiden van (verandering)trajecten m.b.t. leerlingenzorg; bijhouden van actuele ontwikkelingen op het gebied van zorgverbreding; bijstellen van de zorgstructuur; volgen van scholingsdagen met een vrijwillig- en soms een verplicht karakter. De Remedial Teacher en de (Rugzak)Leerling Begeleider Onze leerlingen worden in sommige gevallen mede ondersteund door de Remedial Teacher en Leerling Begeleider. De taken zijn: het ondersteunen van de leerkracht bij het uitvoeren van het groepsplan en handelingsplannen; verslag uitbrengen naar de leerkracht van de vorderingen en evaluatie van het groepsplan en handelingsplan; het onderhouden van haar specialistische kennis van remedial teaching en preteaching. De schoolleiding De taken zijn: schept een positief (werk)klimaat voor leerlingen, leerkrachten en ouders/ verzorgers; mede op basis van groepsoverzichten (van leerlingontwikkelingen) op leerkrachtniveau bespreken tijdens de gesprekkencyclus; mede op basis van groepsoverzichten een schooloverzicht (van leerlingontwikkelingen) op teamniveau bespreken; het ondersteunen van de interne begeleider bij het maken en de analysering van een trendanalyse uit de gegevens van ParnasSys; het stellen van een schooldiagnose; 9

10 een (aangepast) onderwijsaanbod (doen) uitvoeren en laten evalueren; bewaken van de continuïteit van het leerlingvolgsysteem en de schoolverbetering. Interne specialisten Binnen cbs De Zaaier: beschikken we al enige jaren een half dagdeel in de week over een gespecialiseerde dyslexie Remedial Teacher; vanaf het schooljaar volgt één collega de opleiding tot taalcoördinator, vanaf het schooljaar zal zij zich verder ontwikkelen als taalcoördinator; vanaf het schooljaar volgt één collega de opleiding tot rekencoördinator, vanaf het schooljaar zal hij zich verder ontwikkelen als rekencoördinator; beschikken we over twee collega s die zich hebben laten scholen tot gedragsspecialist. Binnen de Stichting PCBO Voorst: hebben enkele collega s zich laten scholen om SoVa-trainingen te kunnen geven; hebben enkele interne begeleiders zich laten scholen om School Video Interactie Begeleiding te kunnen geven; hebben enkele collega s zich laten scholen t.a.v. hoogbegaafdheid; hebben enkele collega s zich laten scholen tot gedragsspecialist. De IJsselgroep: Als een leerling vraagt om meer expertise neemt de school in overleg met ouders contact op met de orthopedagoog van de IJsselgroep. Hij/ zij kan adviseren, observeren, HGPDgesprekken voeren en/of (deel)onderzoek afnemen. We hebben per schooljaar de mogelijkheid om één onderzoek te laten doen. Daarnaast komt de orthopedagoog 2 keer per jaar voor collegiale consultatie met de interne begeleider, maar ook tussentijds kan er contact met hem/ haar opgenomen worden voor vragen. Schoolmaatschappelijk werk: School en/ of ouders/ verzorgers kunnen SMW, in de vorm van Grietje Vermeer van MDVeluwe, inschakelen als zij zich zorgen maken (of advies willen vragen) om een leerling op het gebied van gedrag, sociaal-emotionele ontwikkeling en/ of de thuissituatie. Als school een melding doet zal dit altijd in overleg met ouders gaan. SMW gaat vervolgens in gesprek met school en/ of ouders om het probleem en de te ondernemen acties helder te krijgen. Deze kunnen bestaan uit gesprekken met SMW of het begeleiden van ouders naar externe instanties. Jeugdverpleegkundige/ Schoolarts GGD Gelre-IJssel: Drie keer per jaar komt de jeugdverpleegkundige ( en/ of de schoolarts (Peter Dietzenbacher op school voor Periodiek Gezondheidsonderzoek bij groep 2, 4 en 7. Daarnaast zijn beiden altijd bereikbaar voor vragen van ouders en/of school. Als school met één van beiden contact op neemt zal dat altijd in overleg met ouders gaan. 10

11 Schoollogopediste Eens in de twee weken komt de schoollogopediste Renatie Reinten met de logomobiel op school voor logopedische screening van 5-jarigen en logopedische behandeling van enkele leerlingen. Het gaat dan om leerlingen die geen intensieve wekelijkse logopedie nodig hebben. IB-netwerk (Breed en Smal): We kennen twee soorten IB-netwerken. Het Brede Netwerk bestaande uit de interne begeleiders van PCBO Voorst en van basisschool de Enk en basisschool de Triangel uit Eerbeek. Het Smalle Netwerk bestaande uit alleen de interne begeleiders van PCBO Voorst. Beide netwerken komen een aantal keren per jaar bij elkaar. In beide netwerken kunnen individuele leerlingen ingebracht worden. Verder worden in beide netwerken problemen rondom zorg en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van zorg besproken. Zorgnetwerk gemeente Voorst Is een door de gemeente ingesteld, interdisciplinair team bestaande uit organisaties die in de zorg rond kinderen van 0-23 jaar staan. Vertegenwoordigd zijn: de gemeente Voorst in de vorm van een voorzitter en notulist, Verian (consultatiebureau), Sensire (algemeen maatschappelijk werk). GGD Gelre-IJssel, Bureau Jeugdzorg Apeldoorn. Younger at heart, de politie en de leerplichtambtenaar. Het doel is om knelpunten in de opvoedings- en ontwikkelingssituatie van individuele kinderen te signaleren en gericht aan te pakken. Peuterspeelzalen, basisscholen en het voortgezet onderwijs kunnen hier kinderen aanmelden. Alle deelnemers aan het netwerk hebben strikte geheimhouding ten aanzien van hetgeen binnen het zorgnetwerk wordt besproken. ZORGBEPALING COGNITIEF EN Hoe stellen we vast of een leerling extra zorg nodig heeft? Behalve de observaties van de leerkracht zijn er verschillende toetsen. Hierbij maken we onderscheid tussen methode afhankelijke en methode onafhankelijke toetsen en tussen toetsen die de kennis meten en toetsen die de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen volgen. SOCIAAL Methode gebonden en methode ongebonden toetsen Om de ontwikkeling van de leerlingen te kunnen volgen worden ze regelmatig getoetst middels de methodetoetsen. Dit zijn de toetsen die horen bij de lesmethode die op dat moment binnen een groep wordt gevolgd. Omdat binnen onze vorm van onderwijs gewerkt wordt met reguliere EMOTIONEEL methoden en niet-reguliere methoden, is het van groot belang te zien of het onderwijsaanbod voldoet aan wat landelijk de norm is. Daarom wordt er naast de methodetoetsen ook met toetsen gewerkt die landelijk zijn genormeerd, de zogenaamde methode onafhankelijke toetsen. Met deze toetsen krijgt de school inzicht waar een 11

12 individuele leerling staat in zijn ontwikkeling, maar ook inzicht met betrekking tot de hele groep. Bovendien krijgen we inzicht in de kwaliteit van het onderwijs op school. De toetsuitslagen van de leerlingen zijn op basis van behaalde scores in vijf niveaugroepen. En die groepen betekenen het volgende: Niveau A: Goed tot zeer goed (De kinderen horen voor dit vak bij de ± 25% hoogst scorende leerlingen.) Niveau B: Ruim voldoende tot goed (De kinderen horen bij dit vak bij de ± 25% net boven het landelijk gemiddelde scorende leerlingen.) Niveau C: Matig tot ruim voldoende (De kinderen horen bij dit vak bij de ± 25% net op of onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen.) Niveau D: Zwak tot matig (De kinderen horen bij dit vak bij de ±15% ruim onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen.) Niveau E: Zeer zwak tot zwak (De kinderen horen bij dit vak bij de ± 10% laagst scorende leerlingen.) Verder kun je met deze gegevens een groepsanalyse, trendanalyse of individuele analyse maken. Op deze manier kunnen we de leervorderingen van de leerlingen/ de groep en op schoolniveau nauwkeurig in de gaten houden. Toetskalender van de methode onafhankelijke toetsen Sept. Okt. Nov. Dec. Jan. Febr. Maart April Mei Juni Rekenen voor Kleuters Wk 3-4 M1-M2 Wk E1-E2 Taal voor Kleuters M1-M2 E1-E2 Checklist Dyslexie 1* - 2 1* - 2 Risico screening 2 2* gr. 2 VLL signaleringen herfst winter lente eind gr. 3 AVI/ DMT nieuw M3-M8 E3- E7 Begrijpend Lezen B8 M4-M7 E4 Spelling B8 M3-M7 E3-E7 Spelling w.w. B8 M7 Rekenen Wiskunde B8 M3-M8 E3-E7 12

13 ZIEN! Gr. 2-7 Gr. 1 & 2*- 7* AVL Gr. 8 Cito entree Toets 7 Cito eind toets Wk 6 5,6 en 7 februari Gr. 7 Wk Toetsen groep 1 wordt alleen ingevuld als de leerling minimaal 6 maanden onderwijs genoten heeft. De ZIEN! in juni wordt alleen ingevuld voor zorgleerlingen Risicoscreening groep 2 in juni alleen bij zorgleerlingen. Afspraken m.b.t. de toetsverwerking Kleuters die korter dan 3 maanden onderwijs hebben gevolgd toetsen we niet, behalve als er n.a.v. observaties in de groep sprake is van een mogelijke verkorte kleuterperiode. Sommige kinderen krijgen een eigen leerlijn. Zij worden ook getoetst, niet op een vastgesteld moment van het jaar, maar naar aanleiding van een bepaalde vooruitgang die wordt uitgedrukt in DLE (Didactische Leeftijds Equivalent). Er wordt dan gekeken naar de individuele voortgang van dat kind. Vanuit deze gegevens wordt dan steeds gekeken in hoeverre de gestelde doelen haalbaar zijn of bijgesteld moeten worden. Leerkrachten voeren de toetsgegevens die ze in ParnasSys in kunnen voeren in. Bij de interpretatie van toetsgegevens is, naast de niveauaanduiding, vooral de ontwikkeling van de vaardigheidsscore (in ParnasSys benoemd als schaalscore) van belang. Hiermee wordt namelijk de ontwikkeling van het kind goed weergegeven. Leerlingen die scoren in niveau lage C - D - E zijn aanleiding voor nauwkeurigere analyse door de leerkracht, eventueel m.b.v. de interne begeleider. Voor hen worden de foutenanalyse formulieren van CITO ingevuld. Op grond van die analyse kan de leerkracht in overleg met de interne begeleider komen tot een bijstelling van het leerstofaanbod aan het individuele kind of aan de groep of een deel daarvan. Ook hierbij kan de Intern Begeleider helpen. Wijzigingen worden vastgelegd in het groepsplan. Er wordt binnen de vakgebieden waarin nog niet met een groepsplan gewerkt wordt, een handelingsplan gemaakt voor D en E leerlingen. Tijdens groepsbesprekingen en de zorggesprekken wordt besproken welke acties de leerkracht heeft ondernomen n.a.v. de uitslagen van de Cito-toetsen en de methode afhankelijke toetsen. 13

14 Sociaal emotionele ontwikkeling Naast de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen is de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen evenzeer van belang. Voor de sociaal emotionele vorming gebruiken wij de methode: Sociale talenten. Één keer per week geeft iedere leerkracht hier een les uit. Indien nodig zal er een extra les worden gegeven uit deze methode. Naast aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling van het individuele kind, hebben we ook aandacht voor het groepsproces. Het is een basisrecht dat elk kind op school veilig is en gewaardeerd wordt. Om de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen van groep 1 t/m 8 systematisch in kaart te brengen gebruiken we het webbased pedagogisch expertsysteem ZIEN!. ZIEN! geeft zicht op de eventuele ondersteuningsvragen van leerlingen en groepen en biedt de leerkracht concrete doelen en handelingssuggesties om een leerling of groep gericht en planmatig te ondersteunen. Deze zullen de leerkrachten in een groeps- of individueel plan verwerken. Op iedere groepsbespreking wordt de sociaal emotionele ontwikkeling van de groep en/of individuele leerlingen ook besproken. Indien nodig geven de leerkrachten, na overleg met de intern begeleider, de ouders het advies om een sociaal emotionele vaardigheidstraining te volgen met hun kind. Zeer zelden komt het voor dat een leerling zich in de klas zo onaangepast gedraagt dat de veiligheid van de leerlingen in zijn/ haar groep in het geding komt. In dat geval nemen wij het recht om deze leerling op dat moment uit de groep te plaatsen, waarna wij de ouders benaderen voor overleg. Als er sprake is van pesten bij ons op school zetten we ons pestprotocol in werking. Wij doen onze uiterste best om dit probleem te voorkomen of op te lossen. Zorgbepaling op schoolniveau Twee maal per jaar (meestal in februari en juni) vindt er een algemene evaluatie plaats met het team, interne begeleider en de directie. In deze evaluatie bekijken wij aan de hand van een datamuur en niveaugrafieken de toetsresultaten van de methode onafhankelijk toetsen van het Cito LOVS. Het doel van deze evaluatie is: kijken of wij ons onderwijsaanbod in de groep en/ of op school kunnen verbeteren; kijken of hulp aan bepaalde leerlingen nut heeft gehad; kijken of bepaalde procedures uitvoerbaar waren; en controleren of wij geen enkele leerling over het hoofd zien. Als wij een verbeterpunt tegenkomen, stellen wij ons doel voor dit onderdeel bij om onze zorg zo goed mogelijk te houden. 14

15 PROCEDURE VAN DE ZORG In het kader van Passend Onderwijs en de Zorgplicht willen we de komende jaren de 1- Zorgroute gaan toepassen, implementeren en borgen binnen onze school. Onderstaande procedures van zorg op groeps- en schoolniveau zijn hier op ingericht. We zullen daar waar nodig aangeven wat het huidige en het streefniveau van zorg is. Op groepsniveau De leerkracht vervult binnen de klas de dagelijkse zorg voor de leerlingen in de groep. Daarbinnen staan de onderwijsbehoeften van de leerlingen centraal. Bij het benoemen van de onderwijsbehoeften van een leerling geeft de leerkracht aan: wat heeft dit kind de komende periode (extra) nodig om bepaalde didactische en/ of pedagogische doelen te bereiken; hoe kan ik mijn instructie, aanpak en begeleiding afstemmen op wat dit kind nodig heeft om deze didactische en/of pedagogische doelen te bereiken. Didactische onderwijsbehoeften: De leerkracht geeft aan welke doelen hij/ zij de komende periode voor het kind nastreeft met betrekking tot een bepaald vakgebied (lezen, taal, spelling of rekenen). Vervolgens benoemt hij/ zij wat het kind (extra) nodig heeft om deze doelen te bereiken, zoals verlengde instructie, meer leertijd, extra hulpmiddelen, verdieping/ verrijking, procesgerichte feedback, meer aandacht voor het automatiseren of voor het toepassen van vaardigheden, maatregelen om de motivatie te vergroten etc. Pedagogische onderwijsbehoeften: De leerkracht geeft aan welke doelen hij/ zij de komende periode voor het kind nastreeft m.b.t. de sociale competentie, de sociaal-emotionele ontwikkeling, het gedrag, de zelfstandigheid en/ of de algemene werkhouding, taakaanpak en motivatie. Vervolgens geeft hij/ zij aan welke pedagogische aanpak het kind (extra) nodig heeft om deze doelen te bereiken, zoals maatregelen om actief leren te bevorderen, aanpassingen in de leeromgeving, gesprekken met het kind, het leren toepassen van sociale vaardigheden, het stimuleren van zelfreflectie door het kind, het creëren van succeservaringen zodat het kind zich meer competent gaat voelen, het bevorderen van zelfstandig werken en het aanleren van vaardigheden om samen te werken. Didactische en pedagogische onderwijsbehoeften van een kind zijn echter nauw met elkaar verwerven en lopen in elkaar door. 15

16 De cyclus handelingsgericht werken: Op groepsniveau staat de cyclus handelingsgericht werken centraal, in deze cyclus voert de leerkracht de volgende stappen uit: 1. het verzamelen van gegevens van leerlingen in een groepsoverzicht en het op basis hiervan evalueren van het vorig groepsplan;. 2. (preventief en proactief) signaleren van leerlingen die de komende periode extra aandacht nodig hebben; 3. benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen met in het bijzonder aandacht voor de leerlingen die in stap 2 gesignaleerd zijn; 4. clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften op een wijze dat zij van en met elkaar leren; 5. opstellen van een groepsplan; 6. uitvoeren van een groepsplan. Op basis van de onderwijsbehoeften van de leerlingen ontwerpt de groepsleerkracht het onderwijsaanbod voor respectievelijk de hele groep, subgroepen en/ of individuele leerlingen. Duo-leerkracht stellen samen het groepsplan op. Het groepsoverzicht en het groepsplan vormen een geheel dat in de klassenmap wordt bewaard. Omdat het werken met groepsplannen voor de meeste leerkrachten van cbs De Zaaier nog nieuw is zullen we in het schooljaar starten met het leren schrijven van een groepsplan t.a.v. spelling. Voor de overige vakgebieden blijft zolang de regel bestaan dat D/ E leerlingen een handelingsplan krijgen. Gedurende de periode zullen we steeds meer groepsplannen gaan maken. Op schoolniveau De groepsbespreking Wanneer? Op schoolniveau vinden drie maal per jaar de groepsbesprekingen tussen leerkracht en intern begeleider plaats. Deze worden door de interne begeleider in het zorgrooster ingepland in september, februari & juni. Elke cyclus van handelingsgericht werken wordt afgerond met een groepsbespreking. Deze bespreking is tevens het begin van de nieuwe cyclus. Over het algemeen duurt een groepsbespreking één uur. Vooraf? Voorafgaand aan de groepsbespreking ontvangt de interne begeleider van de leerkracht het ingevulde groepsoverzicht. In dit groepsoverzicht staan actuele toetsresultaten en gegevens uit observaties en gesprekken met kinderen en ouders/ verzorgers. Eveneens heeft de leerkracht op het groepsoverzicht aangekruist welke leerlingen de komende periode extra aandacht nodig hebben en wat de onderwijsbehoeften van de leerlingen zijn. Tijdens? In de groepsbespreking wordt het vorige groepsplan geëvalueerd, het groepsplan besproken, de onderwijsbehoeften van bepaalde leerlingen aangescherpt en bekeken hoe in de groep leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften op een haalbare manier geclusterd kunnen worden. Tevens worden er binnen deze besprekingen handvatten verzameld voor 16

17 het opstellen van het nieuwe groepsplan en kan de leerkracht aangeven waarbij hij of zij begeleiding wenst van de interne begeleider. De groepsbespreking van juni dient ook als voorbereiding op de overdrachtsbespreking. Waarom werken met groepsplannen? Al jaren werken we met individuele handelingsplannen. Hierbij hadden we de afspraak dat D/ E leerlingen een handelingsplan moesten hebben. Maar door het gestaag groeiende aantal individuele handelingsplannen kwam de uitvoering en evaluatie van ieder plan in de knel. Door de afspraak dat D/ E leerlingen een handelingsplan moesten krijgen verloren we de A/ B leerlingen wat uit het oog. Hier willen we de komende jaren verandering in brengen door te gaan werken met groepsplannen. Met het werken met groepsplannen willen we het volgende bereiken: effectief omgaan met verschillen in onderwijsbehoeften; doelgericht werken; doelmatig klassenmanagement en organisatie; reflectie en evaluatie op ons onderwijsaanbod; protocolleren wat we aanbieden en met welk resultaat; bevorderen van overdracht; impulsen geven aan kwaliteitsverbetering en schoolontwikkeling. Met het werken met groepsplannen hebben we een middel in handen dat: de onderwijsbehoeften van de leerlingen centraal stelt; pro-actief denken en preventief handelen van de leerkracht verlangt; flexibel is, de reflectie van de leerkracht is leidend voor de vervolgstappen. De leerlingbespreking In de groepsbespreking wordt het besluit genomen om een leerling aan te melden voor de leerlingbespreking. Redenen om een leerling aan te melden voor de leerlingbespreking zijn: een leerling profiteert bij herhaling onvoldoende van het groepsplan; de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling blijven onduidelijk; het (lange termijn) ontwikkelingsperspectief van de leerling blijft onduidelijk; er zijn sterke aanwijzingen of vermoedens voor een ernstige problematiek of stoornis. Centraal staat de begeleidingsvraag van de leerkracht, in samenspraak met ouders/ verzorgers. In het schooljaar hebben we kennis gemaakt met de leerlingbespreking op teamniveau en hebben we als team besloten dit in het Zorgplan op te nemen als vaste procedure van zorg. Wanneer? Op het zorgrooster staan per groep twee leerlingbesprekingen gepland. Deze vinden plaats binnen het team, in de teamvergadering, onder leiding van de interne begeleider met behulp van de (verkorte) incidentmethode. Vooraf? Het team is bekend met HandelingsGerichteProcesDiagnostiek (HGPD). HGPD is een model voor diagnostiek en advisering bij onderwijs-, leer- en opvoedingsproblemen. HGPD verbind de vraag welke speciale onderwijsbehoeften heeft de leerling (diagnostiek) met de vraag hoe kan ik als leerkracht op korte termijn hiermee aan de slag (handelingsgerichte diagnostiek). Daarbij staat het cyclische leerproces centraal. 17

18 Voorafgaand aan de leerlingbespreking vult de leerkracht het HGPD formulier (voorkant en binnenkant) in en doet dit toekomen aan de andere collega s. Zo brengt de leerkracht de volgende zaken vast in beeld: korte beschrijving en vragen; van wie zijn de vragen; wat is er al ondernomen en met welk resultaat; wanneer is dit gesprek voor jou geslaagd; risico s en belemmerende factoren voor de leerling, binnen en buiten school; beschermende en compenserende factoren voor de leerling, binnen en buiten school. Tijdens? Binnen de groep van leerkrachten worden de onderwijsbehoeften van de leerling verhelderd en besproken hoe de leerkracht aan deze onderwijsbehoeften tegemoet kan komen en dit kan beschrijven een in groepsplan of individueel handelingsplan. Het individueel handelingsplan Een individueel handelingsplan wordt opgesteld als uit de leerlingbespreking blijkt dat de leerling onvoldoende profiteert van het groepsplan of als de aanpak van een leerling onvoldoende gespecificeerd kan worden in het groepsplan. Het handelingsplan is een verbijzonderingen van het groepsplan, datgene beschrijvend wat van het groepsplan afwijkt. Het handelingsplan is een onderdeel van het groepsplan. Het is van tijdelijke aard en erop gericht dat de leerling weer gaat profiteren van het groepsplan. Ouders/ verzorgers worden bij het opstellen van een individueel handelingsplan altijd betrokken in het proces, zij zijn een waardevolle informatiebron. Zij hebben inspraak op datgene wat er in het handelingsplan komt te staan. Het individuele handelingsplan wordt na het opstellen, ter instemming, ondertekend door de ouders/ verzorgers. Bij de evaluatie worden ouders/ verzorgers ook betrokken, zij worden op de hoogte gehouden van de opbrengsten. Voor de vakgebieden waar we geen groepsplan voor schrijven zullen D/ E leerlingen altijd een individueel handelingsplan krijgen. Afgesproken in een groepsbespreking, leerlingbespreking of zorggesprek. Het zorggesprek Individuele zorgleerlingen worden structureel vier keer per jaar besproken. Deze gesprekken vinden plaats, na schooltijd, tussen de interne begeleider en de leerkracht. Het gaat hierbij om leerlingen waarbij we afstemmingsproblemen ondervinden, waardoor de ontwikkeling zich beneden het niveau bevindt dat we mogen verwachten op grond van handelingsgerichte observaties, toetsen en gestelde doelen. Het gesprek wordt gebruikt om overzicht en inzicht te krijgen in het probleem en uitzicht te krijgen op een praktische handreiking. We onderzoeken samen naar (handelings-)-mogelijkheden en kansen voor leerkracht en leerling. De interne begeleider draagt zorg voor de verslaglegging per kind in ParnasSys. Op verzoek van de leerkracht of de interne begeleider kan daarbij ook de orthopedagoog van de IJsselgroep aanwezig zijn. Bij aanwezigheid van de orthopedagoog vult de leerkracht voorafgaand aan het gesprek ook het HGPD formulier (voorkant en binnenkant) in. 18

19 Overgangsvergadering In maart wordt er een vergadering gepland waarin op teamverband besproken wordt welke leerlingen op welke gronden doubleren of juist versnelt door gaan. Overdrachtsbespreking Aan het einde van ieder schooljaar, na de laatste groepsbespreking en voor de start van het nieuwe schooljaar, plannen de huidige leerkracht en de aankomende leerkracht een overdrachtsbespreking. Middels een van te voren ingevuld formulier wordt de volgende informatie overgedragen (de interne begeleider ontvangt een kopie van deze formulieren): leerresultaten; handelingsplannen; is er externe hulp geboden; onderzoeksgegevens; problematische thuissituatie waarvan melding is gemaakt bij de school; relevante oudergesprekken worden vermeld; medische problemen; de sociale vaardigheid wordt vermeld wanneer van belang; de werkhouding wordt vermeld wanneer van belang. Daarnaast krijgt de aankomende leerkracht een kopie van het laatste rapport, de voorbereiding en het verslag van de laatste groepsbespreking en de datamuur met handelingssuggesties voor de eerste 6 weken t.a.v. de A/ B, C en D/ E leerlingen. Voorafgaand aan de overdrachtsbespreking zorgt de huidige leerkracht ervoor dat alle gegevens in ParnasSys zijn bijgewerkt en zorgt de aankomende leerkracht ervoor dat hij/ zij zich heeft ingelezen in ParnasSys. Overdracht PO-VO In de eerste week na de kerstvakantie vindt er op teamniveau een vergadering plaats waarin voor de leerlingen van groep 8 op basis van de gegevens van het leerlingvolgsysteem, de Entreetoets groep 7 en observaties van de leerkracht groep 7/8 een advies voor het vervolgonderwijs wordt opgesteld. De leerkracht van groep 7/8 en de directeur zullen dit advies een week later in de vorm van adviesgesprekken met de ouders/ verzorgers en leerlingen van groep 8 delen. Gesprekken met ouders Wij zien ouders/ verzorgers als partners in de zorg. We streven naar een actieve rol van de ouders/ verzorgers. Daarom is een goed en regelmatig contact met ouders/ verzorgers belangrijk. Op het moment dat leerlingen extra zorg krijgen, moeten ouders/ verzorgers en school afstemmen en tot overeenstemming komen t.a.v. de aanpak thuis en op school. Structureel voor alle leerlingen: om een goede communicatie tussen ouders/ verzorgers en leerkrachten te waarborgen, houden wij 3 maal per jaar 10-minutengesprekken met ouders/ 19

20 verzorgers. De gesprekken in oktober en januari zijn verplicht voor alle ouders/ verzorgers. Hierin wordt in ieder geval het groepsplan geëvalueerd; adviesgesprek groep 8; intakegesprek voor nieuwe (kleuter)leerlingen. Structureel voor zorgleerlingen: ouders/ verzorgers van zorgleerlingen worden bij het opstellen van een individueel handelingsplan altijd betrokken in het proces, zij zijn een waardevolle informatiebron. Zij hebben inspraak op hetgeen in het handelingsplan komt te staan, tekenen het handelingsplan, worden op de hoogte gehouden van de opbrengsten en worden betrokken bij de evaluatie. Hiervoor nodigen leerkracht en/ of intern begeleider de ouders/ verzorgers uit. Incidenteel: gesprekjes tussendoor aan de deur bij het brengen en halen; of op afspraak en in overleg met de leerkracht. Zorgoverleg directie interne begeleider De interne begeleider en directeur hebben maandelijks een Management Team vergadering (MT). In dit gesprek heeft de zorg altijd een vast plek. Na de Cito toetsen in januari en juni bespreken de interne begeleider en de directeur samen alle resultaten. Dit als voorbereiding op de groepsbespreking die de interne begeleider heeft met de leerkrachten. Voortgangsgesprekken met ondersteuners De interne begeleider heeft regelmatig overleg met onderwijsassistenten, remedial teachers en ambulante begeleiders om de stand van zaken en voortgang t.a.v. individuele of groepjes leerlingen te bespreken. Klassenbezoeken Voorafgaand aan de groepsbesprekingen komt de interne begeleider op klassenbezoek om de sfeer in de groep te proeven. De leerkracht kan hierna desgewenst om feedback vragen. Ook kunnen leerkrachten op andere momenten de interne begeleider vragen om een klassenbezoek af te leggen in het kader van: observeren van een individuele leerling; observeren van de groep; observeren van leerkrachtvaardigheden. Hierbij kan ook gebruik gemaakt worden van School Video Interactie Begeleiding. Dit kan aangevraagd worden via de interne begeleider. Deze zal na overleg met de directeur een verzoek neerleggen bij de bovenschoolse interne begeleider (Dieneke Stoker). 20

21 Extern niveau Handelingsgerichte diagnostiek, consultatie of begeleiding Twee keer per jaar ontvangen wij begeleiding vanuit de IJsselgroep (de schoolbegeleidingsdienst) in de vorm van gesprekken tussen de interne begeleider en de orthopedagoog (Collegiale Consultatie). Leerlingen met een hulpvraag vanuit de leerlingbespreking worden, met toestemming van ouders/ verzorgers, met de orthopedagoog besproken indien deze niet al via het HGPD-model met de orthopedagoog zijn besproken. De orthopedagoog geeft adviezen en/ of bepaalt welke onderzoeken er afgenomen moeten worden. Van de afspraken die er gemaakt worden maakt de IB er een verslag in het dossier van het kind en draagt er zorg voor dat de groepsleerkrachten en ouders/ verzorgers op de hoogte worden gesteld. In het geval van medische of psychosociale problematiek kan ten behoeve van het kind de ouders/ verzorgers geadviseerd worden extern diagnostiek, zorg of opvoedingsondersteuning te vragen bij een zorginstelling. Ouders/ verzorgers tekenen bij inschrijving van hun kind op cbs De Zaaier voor medewerking als zij zo n advies krijgen. Naar aanleiding van de uitslag van het onderzoek wordt, in overleg met de externe instantie, de interne begeleider, leerkracht en ouders/ verzorgers een plan van aanpak gemaakt. Hulpverlening rondom de school Naast de orthopedagoog van de IJsselgroep kunnen we ook gebruik maken van de volgende mogelijkheden van hulpverlening rondom de school: 1. preventieve ambulante begeleiding (PAB); aanvragen bij een REC; 2. Zorgnetwerk gemeente Voorst; een door de gemeente ingesteld, interdisciplinair team (vertegenwoordigd zijn: gemeente Voorst in de vorm van een voorzitter en notulist, Verian consultatiebureau, Sensire algemeen maatschappelijk werk. GGD Gelre-IJssel, Bureau Jeugdzorg Apeldoorn. Younger at heart, politie, leerplichtambtenaar); 3. Schoolgericht maatschappelijk werk van MD Veluwe, contactpersoon van onze school is Grietje Vermeer; 4. Reguliere jeugdhulpverlening. Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen moeten ouders zich aanmelden bij BJZ (IQ van het kind boven de 80) of MEE Veluwe (IQ van het kind onder de 80). Deze instanties geven een beschikking af, zodat bij één van de aanbieders het vervolg/ uitvoering kan plaats vinden; 5. Persoons gebonden budget voor in de thuissituatie; dat kan dan lopen via BJZ, MEE Veluwe of het CIZ; 6. Particuliere praktijken; 7. Advies vragen aan de PCL van het eigen samenwerkingsverband. Verwijzing naar andere basisschool, de PCL (SBO) en/ of CVI (SO) De bedoeling en opzet van de bestaande zorgstructuur in de school en buiten de school is, om kinderen zo lang mogelijk Passend Onderwijs te bieden op de eigen school. Als het onderwijs en daarbij de zorgstructuur niet het gewenste resultaat qua welbevinden, gedrag en/ of leerprestaties voor de eigen school (en thuis) oplevert, kan overwogen worden om naar een andere basisschool, met een ander zorgprofiel, over te stappen. 21

22 Het kan voorkomen dat de mogelijkheden binnen het voortraject verkend en benut zijn, maar niet leiden tot een voor het kind zo optimaal mogelijke ontwikkeling. Dan hebben de school en de ouders/ verzorgers de mogelijkheid om via de PCL van het eigen SWV een beschikking voor SBO aan te vragen. Indien een school (i.s.m. ouders/ verzorgers) kiest voor aanmelding bij de PCL, moet voorafgaand afstemming plaats gevonden hebben met de eigen orthopedagoog. Bij ernstige/ specifieke leer-/ gedragsproblemen hebben de school en de ouders/ verzorgers de mogelijkheid een rugzakaanvraag te doen bij het REC van een school voor Speciaal Onderwijs. RUGZAKLEERLING Doelstelling van cbs De Zaaier is om leerlingen met een lichamelijke en/ of verstandelijke beperking zo lang mogelijk de gelegenheid te bieden regulier onderwijs te volgen. Deze leerlingen kunnen ondersteund worden door een rugzakfinanciering. De rugzakfinanciering is een andere naam voor de wet op Leerling Gebonden Financiering (LGF) in werking getreden. Ouders/ verzorgers kunnen hun kind bij een Commissie van Indicatiestelling (CVI) van een Regionaal Expertisecentrum (REC) aanmelden voor een indicatiestelling voor een bepaalde groep (cluster) waarbinnen de beperking van het kind valt. Er zijn 4 verschillende clusters: cluster 1: voor kinderen met visuele beperkingen (blinde of slechtziende kinderen); cluster 2: voor kinderen met communicatieve beperkingen (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen); cluster 3: voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking; cluster 4: voor kinderen met een psychiatrische- of gedragsstoornis (bijvoorbeeld autisme). Deze commissie stelt vervolgens vast of er sprake is van een beperking waaraan het recht op LGF kan worden ontleend. Is dat inderdaad het geval, dan kunnen de ouders/ verzorgers het kind aanmelden bij een school voor speciaal basisonderwijs of bij een reguliere basisschool. De reguliere basisschool ontvangt financiële steun voor ambulante begeleiding, remedial teaching en specifieke materialen. Deze ambulante begeleider, school en de ouders/ verzorgers schrijven samen een plan van aanpak (handelingsplan). Een rugzak leerling in de klas hoeft geen belemmering op te leveren voor de andere leerlingen binnen de groep. Toch menen wij als team dat voor elke rugzakleerling individueel moet worden bekeken of plaatsing binnen de groep wenselijk is voor zowel de rugzakleerling als de andere leerlingen in de groep. 22