De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

Transcriptie

1 De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg 2 de kwartaal 2017 INSTITUUT WEGTRANSPORT EN LOGISTIEK BELGIË vzw Archimedesstraat 5 0 Brussel http: - Tel. +32/(0) Fax +32/(0)

2 Het geheel of gedeeltelijk overnemen of verveelvoudigen van de inhoud van deze publicatie is slechts toegelaten mits uitdrukkelijke bronvermelding.

3 Voorafgaande opmerkingen 1. Opzet van het onderzoek Het Instituut wegtransport en Logistiek België (ITLB) organiseert sinds 1977 een enquête om de conjunctuurtoestand van de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg op te volgen. De basismethodologie is dezelfde als deze gehanteerd door de NBB voor hun conjunctuuronderzoek. Tot en met het jaar 2005 gebeurde dit door middel van een maandelijkse vragenlijst met de bedoeling om specifieke problemen en trends die kenmerkend zijn voor de sector vanuit de praktijk op te volgen en nader te leren kennen. Om beter te kunnen inspelen op de wijzigingen en uitdagingen van de sector, heeft dit conjunctuuronderzoek in 2006 een heuse gedaanteverandering ondergaan. In plaats van maandelijks wordt de enquête voortaan per kwartaal uitgevoerd bij een representatief staal van ondernemingen uit de sector. In de vragenlijst wordt gepeild naar hun mening over de evolutie van een aantal factoren. Zij dienen op te geven of de toestand in het betreffende kwartaal gedaald, gelijk gebleven of gestegen is ten opzichte van voorgaand kwartaal. Daarenboven wordt hun opinie gevraagd naar de oorzaken van bepaalde trends, hun indrukken en vooruitzichten niet alleen met betrekking tot de vervoeropdrachten maar tevens binnen het ruimere logistieke gebeuren. 2. Indeling van de resultaten naar grootteklasse van de ondernemingen De resultaten van dit onderzoek worden in onderhavig rapport in 5 klassen ingedeeld volgens de omvang van de deelnemende bedrijven, uitgedrukt in functie van het aantal motorvoertuigen: 1 (klasse 1) 2 (klasse 2) 3 (klasse 3) 4 (klasse 4) 5 (klasse 5) T (totaal) ondernemingen met 1 motorvoertuig; ondernemingen met 2 t.e.m. 5 motorvoertuigen; ondernemingen met 6 t.e.m. 20 motorvoertuigen; ondernemingen met 21 t.e.m. 50 motorvoertuigen; ondernemingen met meer dan 50 motorvoertuigen; extrapolatie van de gegevens voor de ganse sector volgens een dubbele verdeelsleutel: het aantal motorvoertuigen en het laadvermogen. 3. Weergave van de resultaten De resultaten betreffende de vervoeractiviteit, de personeelssituatie, de kostprijs en de vrachtprijs zijn voorgesteld in de vorm van een gewogen saldo (S) van de antwoorden van de deelnemers, d.w.z. het gewogen verschil tussen het gemiddelde percentage van de ondernemingen die een stijging (+) signaleren en het gemiddelde percentage van de ondernemingen die een daling (-) signaleren in vergelijking met de vorige maand. Om te komen tot een zo representatief mogelijk beeld van de gehele sector wordt aan de resultaten van elke deelklasse een wegingsfactor toegekend op basis van het aantal motorvoertuigen en het beschikbaar laadvermogen van de betrokken klasse. De benuttigingsgraad van de voertuigen wordt uitgedrukt in een gemiddelde afstandscoëfficiënt, die bekomen wordt door het aantal kilometers dat afgelegd is met lading te delen door het totaal aantal afgelegde kilometers (vol + leeg). Q2 / /16

4 Kwartaal Evolutie t.o.v. voorgaand kwartaal (1) Kwartaal NATIONAAL VERVOER Evolutie van de vervoeractiviteit S + 2,8 + 1,4 Uitbesteding naar derden S + 1,3-1,3 Evolutie van de kostprijs S + 2,7 + 24,4 Evolutie van de vrachtprijs S + 0,5 + 20,3 INTERNATIONAAL VERVOER Evolutie van de vervoeractiviteit S - 0,5-0,1 Uitbesteding naar derden S + 0,5-3,4 Evolutie van de kostprijs S + 1,1 + 17,2 Evolutie van de vrachtprijs S - 0,1 + 14,2 PERSONEEL Chauffeurs S - 1,8 + 0,9 Niet-rijdende arbeiders S 0 0 Bedienden S + 0,4 + 0,3 AFSTANDSCOËFFICIËNT Gemiddelde afstandscoëfficiënt 70,5 71,6 FINANCIËLE TOESTAND Liquiditeitsmoeilijkheden 8,6 10,5 Betalingstermijn toegestaan aan klanten Aantal dagen Betalingstermijn in de praktijk Aantal dagen Gerealiseerde investeringen 33,9 29,5 S Antwoordensaldo: Het gewogen verschil tussen het aantal ondernemingen (in ) dat een stijging signaleert en het aantal ondernemingen (in ) dat een daling signaleert in vergelijking met voorgaand kwartaal. (1) Evolutie t.o.v. voorgaand kwartaal: het is de weergave van de inschatting door de deelnemers aan de enquête van de situatie in vergelijking met voorgaand kwartaal. 4/16 Q2 / 2017

5 Conjunctuursituatie in een notendop In het tweede kwartaal van het jaar lag de groei van de Belgische economie iets onder het Europese gemiddelde: in vergelijking met voorgaand kwartaal is het bbp in België met + 0,4 gestegen terwijl het met + 0,6 gegroeid is in zowel de Eurozone als in de EU28. In het nationaal vervoer kon men nog enigszins aanknopen bij de verhoogde economische bedrijvigheid maar op internationaal vlak is de vervoeractiviteit vertraagd, zij het lichtjes. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 2,8 in het nationaal vervoer en 0,5 in het internationaal vervoer. De kostprijs en de vrachtprijs zijn niet zo veel veranderd ten opzichte van voorgaand kwartaal. Het leeuwendeel van de vervoerders registreert een status-quo, maar de meeste overige bedrijven melden merendeels een kostprijsverhoging. De gewogen saldi van de antwoorden bedragen + 2,7 in het nationaal vervoer en + 1,1 in het internationaal vervoer Met betrekking tot de vrachtprijs is de situatie iets meer verdeeld. Op nationaal vlak is een kleine stijging gesignaleerd maar op internationaal vlak is een nipte daling vastgesteld. De gewogen saldi van de antwoorden bedragen respectievelijk + 0,5 en - 0,1 ). Dat de kostprijs niet zo n hoge vlucht nam in de loop van het kwartaal is in belangrijke mate te verklaren door de grotendeels dalende tendens van de brandstofprijzen gedurende deze periode. Andere aangestipte oorzaken van kostprijsstijgingen zijn de indexering van de kilometerheffing en de hoge loonkosten. Ten opzichte van voorgaand kwartaal is het personeelsbestand van de chauffeurs lichtjes gedaald, dat van de bedienden is een beetje gestegen en het aantal tewerkgestelde niet-rijdende arbeiders bleef hetzelfde. De vraag naar personeel is nochtans niet zo gering. Het aantal vacatures is over de ganse lijn omhoog gegaan. Zo verklaart gemiddeld 26,4 van de bedrijven dat ze op zoek zijn naar een chauffeur, gemiddeld 6,3 meldt een vacature voor een niet-rijdende arbeider en met betrekking tot de bedienden verklaart 35,6 van de vervoerders dat ze een vacature hebben. Gevraagd naar de grootste probleempunten, worden door veel vervoerondernemingen veelal twee knelpunten naar voren geschoven: de mobiliteitsproblematiek en de te lage instroom van jonge chauffeurs. Vooral het groeiende fileleed in en rond Antwerpen - met veel aandacht naar het verkeer van en naar de haven - speelt veel bedrijven meer en meer parten. Een neveneffect is de toenemende inzet van kleinere voertuigen die niet onderhevig zijn aan tal van voorwaarden waaraan de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg wel moet voldoen. Daarnaast baart de geleidelijke vergrijzing van het chauffeursbestand heel wat ondernemingen zorgen. De instroom van jonge chauffeurs blijft immers ondermaats. Sommige werkgevers stellen vast dat veel jongeren huizenhoog opkijken tegen de mobiliteitsproblemen en bovendien verkiezen veel jonge chauffeurs vaste werkuren tussen 8 en 17u. Net zoals in voorgaand kwartaal bedraagt de gemiddelde afstandscoëfficiënt 70,5. Gemiddeld 8,6 van de vervoerondernemingen geeft aan met liquiditeitstekorten te kampen ten opzichte van 11,6 in het kwartaal ervoor en 10,5 een jaar terug. De door de bedrijven aan hun opdrachtgevers toegestane uitstel van betaling bedraagt gemiddeld 43 dagen terwijl het in de praktijk gemiddeld oploopt tot 52 dagen. 33,9 van de vervoerders verklaart in de loop van het kwartaal een investering gerealiseerd te hebben, grotendeels vervangingsinvesteringen. Q2 / /16

6 Bespreking conjunctuursituatie 1. NATIONAAL VERVOER 1.1. Vervoeractiviteit Volgens de flash-raming van de Nationale Bank van België is de economische bedrijvigheid met + 0,4 gegroeid vergeleken met voorgaand kwartaal. Ten opzichte van het tweede kwartaal van het jaar ervoor is het bbp met + 1,4 toegenomen. Op nationaal vlak is een aarzelende verbetering van de vervoeractiviteit geregistreerd. Bij iets meer dan drie kwart van de vervoerders is een status-quo vastgesteld, maar bij de overige bedrijven signaleert het merendeel een verhoging: 17,9 duidt een toename aan en 6 een afname. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 2,8 in vergelijking met 3 in voorgaand kwartaal en + 1,4 in de overeenkomstige periode van het jaar ervoor ,0 75,0 66,7 50,0 50,0 25,0 25,0 16,7 16,7 10,0 0,0 0,0 0,06,3 0,0-1,0 76,1 66,7 33,3 17,9 0,0-11,1 6,0 2, T + = - S klassen/classes Figuur : de evolutie van de activiteit in het nationaal vervoer Het aantal vervoeropdrachten dat in uitbesteding aan derden is gegeven, is ook iets gestegen in vergelijking met voorgaand kwartaal. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 1,3 ten opzichte van 1,7 in het kwartaal ervoor en -1,3 in dezelfde periode van voorgaand jaar. Het fileleed en de mobiliteit in ruimere zin baren veel vervoerders in toenemende mate kopzorgen. Vooral het verkeer van en naar de haven van Antwerpen wordt hieromtrent veelvuldig aangehaald. Een vervoerder merkt op dat de vraag naar extra voertuigen weliswaar gestegen is, maar volgens zijn observaties heeft dat minder te maken met een toegenomen volume maar is men omwille van de mobiliteitsproblematiek langer onderweg terwijl de venstertijden beperkt zijn (bv. voor de belevering van de supermarkten), waardoor vaak meer voertuigen ingezet moeten worden om de juiste producten op het juiste moment op de juiste plaats te leveren. Een neveneffect hiervan is de groeiende inzet van kleinere voertuigen die niet onderhevig zijn aan tal van voorwaarden waaraan de sector van het beroepsgoederenvervoer wel moet voldoen. 6/16 Q2 / 2017

7 1.2. Kostprijs Een ruime meerderheid van de vervoerbedrijven (80,6 ) laat weten dat de kostprijs dezelfde gebleven is in vergelijking met het kwartaal ervoor, terwijl de resterende bedrijven grotendeels op een stijging wijzen: 16,7 duidt een verhoging aan en 2,7 een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 2,7 ten opzichte van + 8,3 in het kwartaal ervoor. In de overeenkomstige periode van voorgaand jaar was dat saldo een heel stuk hoger omwille van de invoering van de Belgische kilometerheffing (+ 24,4 ) ,7 84,8 80,6 72,7 66,7 60,0 40,0 36,0 27,3 23,3 14,3 16,7 12,1 10,0 7,4 4,4 0,0 2,0 3,0 1,4 0,0 0,0 2, T 2,7 + = - S klassen/classes Figuur 1: de evolutie van de kostprijs in het nationaal vervoer kostprijsstijging 23,0 Hoogstens 1 > 1, hoogstens 2 > 2, hoogstens 4 > 4 77,0 Figuur 2: marges van de kostprijsstijging Figuur 3: Diesel, zwavelarm, EUR/L (10 ppm, incl. BTW): Evolutie van de maximumprijzen (bron: Belgische Petroleum Federatie) Bij iets meer dan drie kwart van de bedrijven ging het om een beperkte kostprijsverhoging van ten hoogste 1. Het feit dat de kostprijsverhoging gering was, heeft vooral te maken met het feit dat de brandstofprijs een dalende tendens volgde in het tweede kwartaal (zie figuur 4). Vaak aangestipte oorzaken van stijgingen zijn de loonkosten alsook de indexering van de kilometerheffing Q2 / /16

8 1.3. Vrachtprijs De vrachtprijs is ei zo na verhoogd. 91,3 van de vervoerondernemingen meldt een status-quo van de vrachtprijs ten opzichte van voorgaand kwartaal, maar bij een kleine meerderheid van de andere vervoerders is een aanpassing naar boven doorgevoerd: 7,4 rapporteert een verhoging en 1,4 een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt zowel in het tweede kwartaal als in voorgaande periode + 0,5, maar in dezelfde periode van het jaar ervoor bedroeg het + 20, ,2 95,2 90,9 90,9 91,3 75,0 25,0 13,8 4,8 6,1 9,1 0,0 3,0 0,0 0,0 6,3 1,9 0,2 0,3 0,8 0,0 7,4 1, T 0,5 + = - S klassen/classes Figuur 4: de evolutie van de vrachtprijs in het nationaal vervoer vrachtprijsstijging Gevraagd naar de marges van de vrachtprijsverhogingen, zijn de resultaten verdeeld. 45,9 41,5 Bij de meeste respondenten gaat het om een verhoging van ofwel maximaal 1, ofwel een stijging van meer dan 2 en ten hoogste 4. Hoogstens 1 12,5 > 1, hoogstens 2 > 2, hoogstens 4 > 4 Figuur 5: marges van de vrachtprijsstijging 8/16 Q2 / 2017

9 2. INTERNATIONAAL VERVOER 2.1. Vervoeractiviteit Volgens de Flash ramingen van Eurostat is het bbp met + 0,6 gegroeid ten opzichte van voorgaand kwartaal, zowel in de eurozone als in de EU28. In vergelijking met het overeenkomstige kwartaal van het jaar ervoor is de economie met + 2,2 gestegen in de eurozone en met + 2,3 in de EU28. In tegenstelling tot het nationaal vervoer werd op internationaal vlak een vertraging van de vervoeractiviteit geregistreerd, al gaat het om een kleine vermindering. Bijna 77 van de bedrijven signaleert een status-quo, maar bij de andere vervoerders is het aantal dat op een afname wijst ei zo na in de meerderheid. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 0,5 in vergelijking met 5,7 in voorgaand kwartaal en 0,1 in de overeenkomstige periode van het jaar ,9 85,2 76,7 66,7 46,2 40,0 40,0 38,5 33,3 15,4 20,0 11,1 14,8 2,2 0,0 0,0 0,0 10,5 12,8-1,2-0,5-12,4-12,0-11, T + = - S klassen/classes Figuur 6: de evolutie van de activiteit in het internationaal vervoer In vergelijking met voorgaand kwartaal zijn iets meer vervoeropdrachten naar derden toe uitbesteed: 81,3, van de vervoerondernemingen stelt dat de situatie niet veranderd is maar een kleine meerderheid van de overige bedrijven duidt een verhoging aan: 10,7 registreert een toename en 7,9 een afname. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,5 ten opzichte van 4,3 in het kwartaal ervoor en -3,4 in de overeenkomstige periode van voorgaand De belangrijkste bestemmingen van het internationaal vervoer liggen in de ons omringende landen. Q2 / /16

10 2.2. Kostprijs 83,7 van de vervoerondernemingen deelt mee dat hun kostprijs ongewijzigd bleef in vergelijking met voorgaand kwartaal terwijl de meeste andere bedrijven een verhoging meedelen: 11,6 duidt een stijging aan en 4,7 een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 1,1 in vergelijking met + 6,3 in het kwartaal ervoor, maar een jaar eerder bedroeg het + 17, ,0 85,7 84,8 75,0 83, ,3 50,0 50,0 25,0 25,0 8,7 7,1 7,1 12,1 11,6 3,0 6,3 4,7 0,0 1,4 0,0 0,0 1, T + = - S klassen/classes Figuur 7: de evolutie van de kostprijs in het internationaal vervoer kostprijsstijging 2,3 Bijna alle bedrijven met een kostprijsverhoging geven aan dat het om een beperkte stijging van ten hoogste 1 gaat. Hoogstens 1 > 1, hoogstens 2 > 2, hoogstens 4 > 4 97,7 Figuur 8: marges van de kostprijsstijging 10/16 Q2 / 2017

11 2.3. Vrachtprijs De vrachtprijs is bijna niet veranderd. Veruit de meeste bedrijven (bijna 95 ) delen mee dat de vrachtprijs niet is aangepast in vergelijking met voorgaand kwartaal en een nipte meerderheid van de overige vervoerders wijst op een daling: 1,4 duidt een verhoging aan en 3,8 een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 0,1 ten opzichte van 0,2 in voorgaande periode en +14,2 een jaar terug ,0,0,0 94,8 90,9 87,5 6,1 12,5 3,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,4-0,3-1,6-0, T + = - S klassen/classes Figuur 9: de evolutie van de vrachtprijs in het internationaal vervoer vrachtprijsdaling 16,7 41,7 Bij 83,4 van de vervoerders met een vrachtprijsaanpassing naar onder toe, gaat het om een verlaging van maximaal 2. 41,7 Hoogstens 1 > 1, hoogstens 2 > 2, hoogstens 4 > 4 Figuur 10: marges van de vrachtprijsdaling Q2 / /16

12 3. ALGEMENE PARAMETERS 3.1. Personeel Amper 3,1 van de bedrijven uit klasse 1 laat weten personeel in dienst te hebben, in klasse 2 loopt dit aandeel op tot 73,9 terwijl alle bedrijven uit de klassen 3, 4 en 5 mensen tewerk stellen. Geëxtrapoleerd naar de ganse sector toe, heeft gemiddeld 79,3 personeel. Het personeelsbestand van de chauffeurs is gedaald, dat van de niet-rijdende arbeiders bleef onveranderd en dat van de bedienden is een klein beetje gestegen ,0 82,4 82,9 81,2 66,7 45,5 36,4 33,3 18,2 17,6 14,3 9,9 14,2 0,0 0,0 2,9 4,5 0,0 0,0 0,0-3,1-2,0-1,8-11, T + = - S klassen/classes Figuur 11: het chauffeursbestand, 81,2 van de vervoerondernemingen verklaart dat het aantal tewerkgestelde chauffeurs op hetzelfde niveau gebleven is ten opzichte van voorgaand kwartaal, maar de overige bedrijven wijzen grotendeels op een verlaging: 14,2 duidt een daling aan en 4,5 een stijging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 1,8 in vergelijking met 0,3 in het kwartaal ervoor en + 0,9 een jaar eerder. Het aantal niet-rijdende arbeiders is ongewijzigd in vergelijking met het kwartaal ervoor. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt dan ook + 0, zowel in deze periode als in het kwartaal ervoor en de overeenkomstige periode van voorgaand jaar. Het aantal tewerkgestelde bedienden is wel iets toegenomen in vergelijking met voorgaand kwartaal. 91,1 van de vervoerders signaleert een status-quo, maar een kleine meerderheid van de andere bedrijven registreren een toename: 6,8 duidt een stijging aan en 2 een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,4 ten opzichte van eveneens + 0,3 in het kwartaal ervoor en eveneens + 0,3 een jaar terug. 12/16 Q2 / 2017

13 Het aantal openstaande vacatures is echter over de ganse lijn vrij hoog. Bedienden 35,6 64,4 26,4 van de ondernemingen laat weten dat ze een chauffeur willen aanwerven in vergelijking met 23,4 in voorgaand kwartaal. Nietrijdende arbeiders Chauffeurs 6,3 26,4 93,7 Figuur 12: Vacatures 73, Ja Neen 6,3 van de vervoerders laat weten op zoek te zijn naar een niet-rijdende arbeider. In het kwartaal ervoor bedroeg dat aandeel 4,2. Met betrekking tot de bedienden signaleert zo maar eventjes 35,6 een openstaande betrekking te hebben in vergelijking met 35,1 in voorgaande periode. De vraag naar personeel weerklinkt dus vrij luid in de sector, maar de zoektocht verloopt moeizaam. Heel wat bedrijven uiten hun bezorgdheid over de vergrijzing van het chauffeursbestand. De gemiddelde leeftijd van de chauffeurs stijgt, terwijl er te weinig jongeren interesse tonen voor het beroep. Eén vervoerder voegt eraan toe dat het groeiend fileprobleem veel jonge chauffeurs enorm afschrikt en bovendien verkiezen ze werk met regelmatige uren tussen 8 en 17 uur Afstandscoëficiënt Gemiddelde afstandscoëfficiënt = Beladen afgelegdekilometers Totaalafgelegdekilometers Net zoals in voorgaand kwartaal leggen de vervoerbedrijven gemiddeld 70,5 van de totale afstand af met een lading. In de overeenkomstige periode van voorgaand jaar bedroeg deze coëfficiënt 71, ,2 68,7 71,5 67,1 70,0 70, T Figuur 13: de gemiddelde afstandscoëfficiënt Q2 / /16

14 klassen klassen 3.3. Liquiditeit T ,6,, 5,7 13, 15,6 91,4 94, ,4 Het aantal bedrijven dat aangeeft liquiditeitsproblemen te hebben, is gedaald. Gemiddeld signaleert 8,6 van de vervoerondernemingen liquiditeitstekorten in vergelijking met 11,6 in voorgaand kwartaal Ja Neen Figuur 14: Liquiditeitsproblemen De betalingstermijn toegestaan aan de opdrachtgevers bedraagt gemiddeld 43 dagen terwijl het in de praktijk oploopt tot gemiddeld 52 dagen T Toegepast door klanten (praktijk) dagen Toegestaan aan klanten Figuur 15: Uitstel van betaling 14/16 Q2 / 2017

15 klassen klassen 3.5. Investeringen T Ja Neen 0 50 Figuur 16: Gedane investeringen Figuur 17: Gedane investeringen per klasse Net zoals in voorgaand kwartaal, deelt 34 van de bedrijven mee dat hun onderneming in de loop van het kwartaal een investering doorgevoerd heeft. In dezelfde periode van het jaar ervoor bedroeg het 29,5. T ,6 66,7 72,7 62,5 75,0 66, In 67,6 van de vervoerondernemingen ging het om een vervangingsinvestering, merendeels betrof het de vervanging van een motorvoertuig Vervangingsnvesteringen Uitbreidingsinvesteringen Figuur 18: Vervangingsinvesteringen In 16,7 van de vervoerondernemingen is er rijdend materiaal van de hand gedaan zonder het te vervangen in vergelijking met 14 in voorgaand kwartaal en 11,1 een jaar terug. Q2 / /16

16 SLOTBEVINDINGEN In het tweede kwartaal van het jaar bleef de Belgische economische groei iets onder de gemiddelde Europese groei. In vergelijking met het kwartaal ervoor is het bbp met + 0,4 gegroeid in België terwijl het met + 0,6 steeg in zowel de Eurozone als in de EU28 In het nationaal vervoer kon de sector nog wel een beetje inhaken op de verhoogde economische bedrijvigheid maar op internationaal vlak is de vervoeractiviteit vertraagd, zij het lichtjes. Gevraagd naar de belangrijkste probleempunten, schuiven tal van vervoerondernemingen twee grote knelpunten naar voren: de mobiliteitsproblematiek en de te lage instroom van jonge chauffeurs in de sector. Naar aanleiding van het groeiende fileleed wordt vooral gewezen naar Antwerpen met veel aandacht voor het verkeer van en naar de haven. Daarnaast merkt een ondernemer op dat de vraag naar extra voertuigen weliswaar stijgt, maar dit is, volgens zijn waarnemingen, veelal niet noodzakelijk het gevolg is van extra volume. De toenemende files in combinatie met door het feit dat de leveringen dienen te gebeuren binnen welbepaalde venstertijden (bv. supermarkten) zien veel vervoerbedrijven zich genoodzaakt om meer voertuigen in te zetten voor vaak hetzelfde volume als voordien. Ook de vergrijzing van het chauffeursbestand bezorgt veel vervoerbedrijven flink wat kopzorgen. De gemiddelde leeftijd van de chauffeurs stijgt, terwijl de instroom van jonge chauffeurs ondermaats blijft. Een aantal vervoerders licht toe dat veel jongeren huizenhoog opzien tegen de confrontatie met de dichtslibbende wegen en bovendien verkiezen velen te werken volgens een regelmatig schema tussen 8 en 17 uur. 16/16 Q2 / 2017