De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

Transcriptie

1 De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg 4 de kwartaal 2016 INSTITUUT WEGTRANSPORT EN LOGISTIEK BELGIË vzw Archimedesstraat 5 0 Brussel http: - Tel. +32/(0) Fax +32/(0)

2 Het geheel of gedeeltelijk overnemen of verveelvoudigen van de inhoud van deze publicatie is slechts toegelaten mits uitdrukkelijke bronvermelding.

3 Voorafgaande opmerkingen 1. Opzet van het onderzoek Het Instituut wegtransport en Logistiek België (ITLB) organiseert sinds 1977 een enquête om de conjunctuurtoestand van de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg op te volgen. De basismethodologie is dezelfde als deze gehanteerd door de NBB voor hun conjunctuuronderzoek. Tot en met het jaar 2005 gebeurde dit door middel van een maandelijkse vragenlijst met de bedoeling om specifieke problemen en trends die kenmerkend zijn voor de sector vanuit de praktijk op te volgen en nader te leren kennen. Om beter te kunnen inspelen op de wijzigingen en uitdagingen van de sector, heeft dit conjunctuuronderzoek in 2006 een heuse gedaanteverandering ondergaan. In plaats van maandelijks wordt de enquête voortaan per kwartaal uitgevoerd bij een representatief staal van ondernemingen uit de sector. In de vragenlijst wordt gepeild naar hun mening over de evolutie van een aantal factoren. Zij dienen op te geven of de toestand in het betreffende kwartaal gedaald, gelijk gebleven of gestegen is ten opzichte van voorgaand kwartaal. Daarenboven wordt hun opinie gevraagd naar de oorzaken van bepaalde trends, hun indrukken en vooruitzichten niet alleen met betrekking tot de vervoeropdrachten maar tevens binnen het ruimere logistieke gebeuren. 2. Indeling van de resultaten naar grootteklasse van de ondernemingen De resultaten van dit onderzoek worden in onderhavig rapport in 5 klassen ingedeeld volgens de omvang van de deelnemende bedrijven, uitgedrukt in functie van het aantal motorvoertuigen: 1 (klasse 1) 2 (klasse 2) 3 (klasse 3) 4 (klasse 4) 5 (klasse 5) T (totaal) ondernemingen met 1 motorvoertuig; ondernemingen met 2 t.e.m. 5 motorvoertuigen; ondernemingen met 6 t.e.m. 20 motorvoertuigen; ondernemingen met 21 t.e.m. 50 motorvoertuigen; ondernemingen met meer dan 50 motorvoertuigen; extrapolatie van de gegevens voor de ganse sector volgens een dubbele verdeelsleutel: het aantal motorvoertuigen en het laadvermogen. 3. Weergave van de resultaten De resultaten betreffende de vervoeractiviteit, de personeelssituatie, de kostprijs en de vrachtprijs zijn voorgesteld in de vorm van een gewogen saldo (S) van de antwoorden van de deelnemers, d.w.z. het gewogen verschil tussen het gemiddelde percentage van de ondernemingen die een stijging (+) signaleren en het gemiddelde percentage van de ondernemingen die een daling (-) signaleren in vergelijking met de vorige maand. Om te komen tot een zo representatief mogelijk beeld van de gehele sector wordt aan de resultaten van elke deelklasse een wegingsfactor toegekend op basis van het aantal motorvoertuigen en het beschikbaar laadvermogen van de betrokken klasse. De benuttigingsgraad van de voertuigen wordt uitgedrukt in een gemiddelde afstandscoëfficiënt, die bekomen wordt door het aantal kilometers dat afgelegd is met lading te delen door het totaal aantal afgelegde kilometers (vol + leeg). Q4 / /16

4 Kwartaal Evolutie t.o.v. voorgaand kwartaal (1) Kwartaal NATIONAAL VERVOER Evolutie van de vervoeractiviteit S - 4,8 % - 0,8 % Uitbesteding naar derden S - 3 % - 6,2 % Evolutie van de kostprijs S + 7,6 % - 7,6 % Evolutie van de vrachtprijs S + 0,4 % - 0,7 % INTERNATIONAAL VERVOER Evolutie van de vervoeractiviteit S - 6,9 % - 8,8 % Uitbesteding naar derden S - 5,1 % - 4,9 % Evolutie van de kostprijs S + 4,3 % - 5,2 % Evolutie van de vrachtprijs S - 0,4 % - 1,9 % PERSONEEL Chauffeurs S - 0,9 % - 0,6 % Niet-rijdende arbeiders S 0 % - 0,1 % Bedienden S + 0,1 % 0 % AFSTANDSCOËFFICIËNT Gemiddelde afstandscoëfficiënt % 68 % 70 % FINANCIËLE TOESTAND Liquiditeitsmoeilijkheden % 13,1 % 10,8 % Betalingstermijn toegestaan aan klanten Aantal dagen Betalingstermijn in de praktijk Aantal dagen Gerealiseerde investeringen % 31,3 % 29,1 % S Antwoordensaldo: Het gewogen verschil tussen het aantal ondernemingen (in %) dat een stijging signaleert en het aantal ondernemingen (in %) dat een daling signaleert in vergelijking met voorgaand kwartaal. (1) Evolutie t.o.v. voorgaand kwartaal: het is de weergave van de inschatting door de deelnemers aan de enquête van de situatie in vergelijking met voorgaand kwartaal. 4/16 Q4 / 2016

5 Conjunctuursituatie in een notendop In de EU28 groeide de economische bedrijvigheid met + 0,5 % in vergelijking met voorgaand kwartaal, terwijl de bbpgroei + 0,4 % bedroeg zowel in de eurozone als in België. In de vervoersector heeft men het jaar in mineur afgesloten. Iets meer nog in het internationaal dan in het nationaal vervoer is de activiteit vertraagd ten opzichte van voorgaand kwartaal. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt - 4,8 % in het nationaal vervoer (- 6,2 % in het kwartaal ervoor) en 6,9 % in het internationaal vervoer (- 6,6 % een kwartaal eerder). Zowel de nationale als de internationale kostprijs is verhoogd. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 7,6 % in het nationaal vervoer en + 4,3 % in het internationaal vervoer. Met betrekking tot de vrachtprijs zijn de resultaten, net zoals in het kwartaal ervoor, verdeeld. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,4 % in het nationaal vervoer (+ 2,4 % in voorgaande periode) en 0,4 % in het internationaal vervoer (- 0,1 % een kwartaal eerder). De meeste vervoerders verklaren de gestegen kostprijs door te wijzen naar de brandstofprijs die opnieuw aan het stijgen is. Toen de kilometerheffing ingevoerd werd (in april 2016) kon de lagere dieselprijs de impact van de heffing enigermate verzachten, maar op het einde van het jaar worden tal van bedrijven geconfronteerd met de hogere brandstofprijs terwijl velen er nog steeds niet in slagen om de kilometerheffing volledig door te rekenen. Daarnaast doen flink wat vervoerondernemingen hun beklag over de lange wachttijden in de haven van Antwerpen, temeer daar deze in veel gevallen grotendeels onbetaald blijven. Het personeelsbestand van de chauffeurs is iets gedaald in vergelijking met voorgaand kwartaal, bij de niet-rijdende arbeiders is een status-quo gemeld en bij de bedienden is een nipte verhoging vastgesteld. Het aantal vacatures is naar het einde van het jaar toe over de hele lijn afgenomen, vooral bij de chauffeurs (een daling van 28,6 % in het derde kwartaal naar 18,8 % dit kwartaal). Gevraagd naar de ondervonden moeilijkheden in de zoektocht naar personeel, signaleert een aantal ondernemingen dat ze ondervinden dat er van overheidswege wel inspanningen geleverd worden om jonge mensen warm te maken voor het chauffeursberoep, maar de instroom op de arbeidsmarkt blijft ondermaats. Het blijft moeilijk om gemotiveerde, bekwame chauffeurs te vinden die onze landstalen voldoende beheersen en die bovendien bereid zijn om de onregelmatige werkuren te aanvaarden. Daarnaast spelen de strikte reglementering in de sector en de groeiende mobiliteitsproblemen hen parten. Gemiddeld werd 68 % van de totale afstand afgelegd met een lading in vergelijking met 70,7 % in voorgaand kwartaal. Gemiddeld 13,1 % van de vervoerondernemingen geeft aan met liquiditeitstekorten te kampen in vergelijking met 11,9 % in voorgaand kwartaal en 10,8 % een jaar eerder. De meest aangehaalde oorzaken zijn de te late betalingen van klanten, de voorfinanciering van de kilometerheffing en de stijgende brandstofprijs. De door de bedrijven aan hun opdrachtgevers toegestane uitstel van betaling bedraagt gemiddeld 41 dagen terwijl de vervoerders in de praktijk gemiddeld 10 dagen langer moeten wachten op hun geld. 31,3 % van de vervoerders verklaart in de loop van het kwartaal een investering gerealiseerd te hebben, grotendeels vervangingen van motorvoertuigen. Q4 / /16

6 % Bespreking conjunctuursituatie 1. NATIONAAL VERVOER 1.1. Vervoeractiviteit Volgens de flash-raming van de Nationale Bank van België neemt trok de economische activiteit in het laatste kwartaal van het jaar met + 0,4 % aan in vergelijking met het kwartaal ervoor. Op jaarbasis is het bbp met + 1,1 % gegroeid. De nationale vervoersector sluit het jaar in mineur af al is de vertraging van de vervoeractiviteit iets minder scherp dan in het kwartaal ervoor. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt - 4,8 % ten opzichte van - 6,2 % in voorgaand kwartaal en - 0,8 % een jaar terug. 69,3 % van de bedrijven signaleert een statusquo terwijl de meeste andere vervoerders een daling registreert: 7,5 % duidt een stijging aan en 23,2 % een daling ,0 18,9 8,1 77,8 66,7 22,2 8,3 0,0-2,9-4,9-5,6 50,0 25,0 25,0 25,0 20,0,0 20,0 0,0 0,0 69,3 23,2 7,5-4, T + = - S klassen/classes Figuur : de evolutie van de activiteit in het nationaal vervoer Ook de uitbesteding van opdrachten naar derden is gedaald in vergelijking met voorgaand kwartaal. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 3 % ten opzichte van 2,3 % in het kwartaal ervoor en 6,2 % een jaar eerder. 6/16 Q4 / 2016

7 01/01/ /01/ /02/ /03/ /04/ /04/ /05/ /06/ /07/ /07/ /08/ /08/ /10/ /10/ /11/ /12/2016 % 1.2. Kostprijs Bijna 66 % van de vervoerondernemingen laat weten dat hun kostprijs op hetzelfde peil bleef als in voorgaand kwartaal, maar een grote meerderheid van de andere bedrijven wijst op een stijging: 28,2 % duidt een verhoging aan en 6 % een afname. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 7,6 % ten opzichte van + 4,8 % in het kwartaal ervoor. Echter, in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar was dit saldo nog negatief: - 7,6 %, vooral omwille van de toen dalende brandstofprijs ,2 65,9 59,5 61,1 55,6 44,4 41,7 41,7 37,8 33,3 30,9 28,2 16,7 14,2 10,5 5,3 10,8 14,6 5,6 6,0 2,7 0,8 7,6 0, T + = - S klassen/classes Figuur 1: de evolutie van de kostprijs in het nationaal vervoer kostprijsstijging 1,35 1,30 41,9% 58,1% 1,25 1,20 1,15 1,10 Hoogstens 1% > 1%, hoogstens 2% > 2%, hoogstens 4% > 4% 1,05 1,00 Figuur 2: marges van de kostprijsstijging Figuur 3: Diesel, zwavelarm, EUR/L (10 ppm, incl. BTW): Evolutie van de maximumprijzen (bron: Belgische Petroleum Federatie) Bij 41,9 % van de bedrijven met een kostprijsverhoging, gaat het om een stijging van meer dan 4 %. Gevraagd naar de oorzaken van deze verhoging, wijzen veel vervoerders vooral naar de omhoog klimmende brandstofprijs (zie figuur 4). Daarnaast maakt een aantal vervoerders melding van de lange wachttijden aan de kaaien van de haven van Antwerpen. Dit zijn immers wachttijden die veelal niet doorgerekend kunnen worden. Q4 / /16

8 % 1.3. Vrachtprijs Bij 80,5 % van de vervoerbedrijven is de vrachtprijs gelijk gebleven in vergelijking met voorgaand kwartaal terwijl een nipte meerderheid van de andere vervoerders een aanpassing naar boven toe signaleert: 10,7 % duidt een stijging aan en 8,8 % een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,4 % ten opzichte van + 2,4 % in het kwartaal ervoor en 0,7 % een jaar eerder ,0 82,4 77,8 80,5 63,6 66,7 33,3 19,4 18,2 18,2 10,0 11,8 2,8 5,9 11,1 10,7 8,8 3,7 5,0 0,8 0,0 0, T 0,4 + = - S klassen/classes Figuur 4: de evolutie van de vrachtprijs in het nationaal vervoer vrachtprijsstijging 22,4% 28,8% Hoogstens 1% > 1%, hoogstens 2% > 2%, hoogstens 4% > 4% 25,5% 23,3% Op de vraag naar de mate waarin de vrachtprijs verhoogd is, wordt verdeeld gereageerd. Nog steeds slaagt een flink aantal vervoerondernemingen er niet in om de volledige kilometerheffing door te rekenen maar in het voorjaar van 2016 lag de brandstofprijs een stuk lager. Nu dat de dieselprijs opnieuw aan het stijgen is, staat de vrachtprijs extra onder druk. Figuur 5: marges van de vrachtprijsstijging 8/16 Q4 / 2016

9 % 2. INTERNATIONAAL VERVOER 2.1. Vervoeractiviteit Volgens de Flash ramingen van Eurostat is het bbp met + 0,4 % gestegen in de eurozone ten opzichte van voorgaand kwartaal en met + 0,5 % in de EU28. In vergelijking met de overeenkomstige periode van het jaar ervoor is de economie met + 1,7 % gegroeid in de eurozone en met + 1,8 % in de EU28. In het internationaal vervoer blijft men achteruit trappen. De vervoeractiviteit is immers gedaald in vergelijking met voorgaand kwartaal. 62,7 % van de vervoerders meldt een status-quo, maar een grote meerderheid van de andere bedrijven signaleert een vertraging van de activiteit: 9,4 % registreert een verhoging en 27,9 % een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 6,9 % ten opzichte van -6,6 % in voorgaand kwartaal en 8,8 % een jaar eerder ,9 47,1 35,3 17,6 0,0 11,1 9,1-9,3-1,2 59,1 57,1,0 62,7 31,8 28,6 27,9 20,0 14,3 20,0 0,0 9,4-9,3-6,9-24, T + = - S klassen/classes Figuur 6: de evolutie van de activiteit in het internationaal vervoer De uitbesteding van opdrachten naar derden is eveneens gedaald in vergelijking met voorgaand kwartaal: 72,8 %, signaleert een status-quo terwijl de meeste andere vervoerders een daling aanduiden: 4,1 % wijst op een verhoging en 23,1 % op een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 5,1 % ten opzichte van - 2 % in het kwartaal ervoor en - 4,9 % in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar. De meeste vervoerders blijven in de ons omringende landen voor het uitvoeren van internationale vervoeropdrachten met als belangrijkste bestemmingsland Frankrijk. Q4 / /16

10 % 2.2. Kostprijs Een ruime meerderheid van de vervoerders (67,8 %) deelt mee dat de kostprijs op hetzelfde niveau bleef als in voorgaand kwartaal, maar het merendeel van de overige bedrijven signaleert een verhoging: 22,8 % meldt een stijging en 9,4 % een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 4,3 % in vergelijking met + 1 % in het kwartaal ervoor, maar in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar was dit saldo negatief (- 5,2 %) ,0 75,0 64,7 67,8 62,5 50,0 37,5 37,5 26,5 21,4 22,8 12,5 12,5 8,8 12,5 12,5 14,1 9,4 3,6 4,5 0,0 6,2 0,0 4, T + = - S klassen/classes Figuur 7: de evolutie van de kostprijs in het internationaal vervoer kostprijsstijging 13,5% 3,3% 5,1% Het leeuwendeel van de vervoerondernemingen waarvan de kostprijs gestegen is, geeft aan dat het om een geringe stijging gaat van ten hoogste 1 %. Hoogstens 1% > 1%, hoogstens 2% > 2%, hoogstens 4% > 4% 78,0% Figuur 8: marges van de kostprijsstijging 10/16 Q4 / 2016

11 % 2.3. Vrachtprijs Bij 85,3 % van de vervoerondernemingen bleef de vrachtprijs ongewijzigd in vergelijking met voorgaand kwartaal. Bij de bedrijven die wel een verandering doorvoerden, is het aantal dat op een daling wijst lichtjes in de meerderheid: 5,8 % signaleert een verhoging en 8,9 % een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 0,4 % ten opzichte van 0,1 % in voorgaande periode en 1,9 % een jaar terug ,3 85,2 87,9 85,3 66,7 50,0 33,3 25,0 25,0 9,1 11,1 3,7 6,7 11,1 8,9 3,0 5,8 1,1 0,0 0,0 0,0-0,4-0,7-0, T + = - S klassen/classes Figuur 9: de evolutie van de vrachtprijs in het internationaal vervoer vrachtprijsdaling 33,3% 4,6% 15,3% Bij de bedrijven met een vrachtaanpassing naar onder toe gaat het in bijna de helft van de gevallen (46,8 %) om een daling van meer dan 1 % en hoogstens 2 %. 46,8% Hoogstens 1% > 1%, hoogstens 2% > 2%, hoogstens 4% > 4% Figuur 10: marges van de vrachtprijsdaling Q4 / /16

12 % 3. ALGEMENE PARAMETERS 3.1. Personeel In klasse 1 verklaart 5,1 % van de vervoerondernemingen over personeel te beschikken, in klasse 2 loop het op tot 68,2 % terwijl alle bedrijven van de overige klassen signaleert werknemers te hebben. Het personeelsbestand van de chauffeurs is lichtjes verminderd, dat van de niet-rijdende arbeiders is niet veranderd en dat van de bedienden is nipt gestegen ,0 93,3 82,6 76,3 58,3,0,0 25,0 15,8 16,7 16,0 7,9 6,0 11,4 0,0 0,0 0,0 6,7 0,0 0,0-0,4-1,9-3,5-0, T + = - S klassen/classes Figuur 11: het chauffeursbestand 82,6 % van de bedrijven wijst op een status-quo van het aantal tewerkgestelde chauffeurs in vergelijking met voorgaand kwartaal. Bij de resterende vervoerders duidt het merendeel een verlaging aan: 6 % registreert een verhoging en 11,4 % een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 0,9 % in vergelijking met - 3 % in het kwartaal ervoor en - 0,6 % een jaar eerder. Het aantal niet-rijdende arbeiders is onveranderd gebleven ten opzichte van het kwartaal ervoor. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt dan ook + 0 % ten opzichte van + 0,5 % in voorgaande periode en - 0,1 % in het laatste kwartaal van het jaar ervoor. Het aantal tewerkgestelde bedienden is nauwelijks gestegen: bij 96,5 % van de vervoerbedrijven is het bestand niet veranderd in vergelijking met voorgaand kwartaal terwijl de rest op een stijging wijst. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,1 % ten opzichte van eveneens + 0,1 % in het kwartaal ervoor maar in het laatste kwartaal van 2016 is voor dit bestand een status-quo opgetekend. 12/16 Q4 / 2016

13 % Het aantal openstaande vacatures is naar het einde van het jaar toe over de hele lijn afgenomen. Bedienden 31,6 68,4 18,8 % van de bedrijven bevestigt dat een vacante betrekking hebben voor een chauffeur in vergelijking met 28,6 % in voorgaande periode. Nietrijdende arbeiders Chauffeurs 2,0 18,8 98,0 Figuur 12: Vacatures 81,2 0% 20% % % 80% % Ja Neen 2 % van de vervoerders signaleert dat ze op zoek zijn naar een niet-rijdende arbeider terwijl dat in het kwartaal ervoor nog 5 % bedroeg. 31,6 % van de ondernemingen deelt mee dat ze een vacature hebben voor een bediende. Dat is een lichte daling in vergelijking met voorgaand kwartaal (toen bedroeg het 33 %). Gevraagd naar de moeilijkheden in hun zoektocht naar personeel, leggen sommige vervoerondernemingen uit dat ze ondervinden dat er van overheidswege wel moeite gedaan wordt om jonge mensen warm te maken voor een chauffeursbestaan, maar de instroom op de arbeidsmarkt blijft te laag. Het ontbreekt veel kandidaat-chauffeurs aan de nodige motivatie. Niet alleen is het moeilijk om chauffeurs te vinden die de landstalen voldoende beheersen en die daarenboven bereid zijn om onregelmatige werkuren te aanvaarden, maar de strikte regelgeving en de groeiende mobiliteitsproblematiek (vooral rond Brussel en Antwerpen) schrikken velen af Afstandscoëficiënt Gemiddelde afstandscoëfficiënt = Beladen afgelegdekilometers Totaalafgelegdekilometers Gemiddeld leggen de vervoerbedrijven 68 % van de totale afstand af met een lading in vergelijking met 70,7 % in het kwartaal ervoor en 70 % in dezelfde periode van voorgaand jaar ,2 68,9 66,5 65,2 70,0 68, T Figuur 13: de gemiddelde afstandscoëfficiënt Q4 / /16

14 klassen klassen 3.3. Liquiditeit T 5 4,, 13,1 86,9 Gemiddeld meldt 13,1 % van de vervoerondernemingen liquiditeitsproblemen te kampen in vergelijking met 11,9 % in het kwartaal ervoor. 3 18,4 81,6 2 13,6 86,4 1 5,1 94,9 0% 20% % % 80% % Ja Neen Figuur 14: Liquiditeitsproblemen De betalingstermijn toegestaan aan de opdrachtgevers bedraagt gemiddeld 41 dagen maar in de praktijk moet men gemiddeld 10 dagen langer moeten wachten op de betaling. T Toegepast door klanten (praktijk) Toegestaan aan klanten Figuur 15: Uitstel van betaling Door de intense concurrentiestrijd blijft het uiterst moeilijk om klanten te overtuigen tijdig hun betalingsverplichtingen te voldoen. Een overstap naar een ander vervoerbedrijf is immers vlug gezet. Bijkomende moeilijkheden in dit laatste kwartaal van het jaar is de stijgende brandstofprijs alsook de voorfinanciering van de kilometerheffing. dagen 14/16 Q4 / 2016

15 klassen 3.5. Investeringen 69% 31% T Ja Neen 0 50 % Figuur 16: Gedane investeringen Figuur 17: Gedane investeringen per klasse 31 % van de bedrijven laat weten dat hun onderneming in de loop van het kwartaal een investering doorgevoerd heeft in vergelijking met 28 % in voorgaand kwartaal en 29,1 % een jaar eerder. Vervangingsinvesteringen 26% 6% In 68 % van de bedrijven betrof het een vervangingsinvestering, merendeels (eveneens 68 %) betreft het de vervanging van een motorvoertuig. 68% Motorvoertuigen Getrokken voertuigen Andere Figuur 18: Vervangingsinvesteringen In 7,3 % van de vervoerondernemingen is er rijdend materiaal van de hand gedaan zonder het te vervangen. In voorgaand kwartaal bedroeg het 17,2 % en een jaar eerder bedroeg het 8,3 %. Q4 / /16

16 SLOTBEVINDINGEN Het bbp is met + 0,5 % gegroeid in de EU28, terwijl het met + 0,4 % is toegenomen in zowel de eurozone als België. In de vervoersector is het jaar in mineur afgesloten. Iets meer nog op internationaal vlak is de vervoeractiviteit achteruit gegaan. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 4,8 % in het nationaal vervoer en 6,9 % in het internationaal vervoer. De kostprijs van zowel het nationaal als het internationaal vervoer is gestegen, maar de resultaten zijn verdeeld met betrekking tot de vrachtprijs. In het nationaal vervoer kon men nog een lichte verhoging registreren, maar in het internationaal vervoer is een nipte daling gesignaleerd. Toen de kilometerheffing in april 2016 ingevoerd werd, kon de relatief lage brandstofprijs nog enig soelaas bieden, maar nu de dieselprijs opnieuw de hoogte in evolueert, is de druk op de liquiditeitssituatie van tal van vervoerbedrijven een stuk hoger. Temeer daar veel vervoerders er nog steeds niet in slagen hun opdrachtgevers tijdig te laten betalen, waardoor de voorfinanciering van de heffing nog dieper snijdt. Op de arbeidsmarkt is de instroom van chauffeurs te laag. Een aantal vervoerondernemingen deelt mee dat ze weliswaar merken dat van overheidswege inspanningen geleverd worden om jonge mensen warm te maken voor het beroep van chauffeur, maar in de realiteit blijft het vinden van bekwame, gemotiveerde en voldoende taalvaardige chauffeurs moeilijk. Vooral de strenge reglementering die van toepassing is in de sector alsook de groeiende mobiliteitsproblemen (vooral rond Brussel en Antwerpen) speelt veel kandidaat-chauffeurs flink parten. 16/16 Q4 / 2016