De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

Transcriptie

1 De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg 3 de kwartaal 2017 INSTITUUT WEGTRANSPORT EN LOGISTIEK BELGIË vzw Archimedesstraat 5 0 Brussel http: - Tel. +32/(0) Fax +32/(0)

2 Het geheel of gedeeltelijk overnemen of verveelvoudigen van de inhoud van deze publicatie is slechts toegelaten mits uitdrukkelijke bronvermelding.

3 Voorafgaande opmerkingen 1. Opzet van het onderzoek Het Instituut wegtransport en Logistiek België (ITLB) organiseert sinds 1977 een enquête om de conjunctuurtoestand van de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg op te volgen. De basismethodologie is dezelfde als deze gehanteerd door de NBB voor hun conjunctuuronderzoek. Tot en met het jaar 2005 gebeurde dit door middel van een maandelijkse vragenlijst met de bedoeling om specifieke problemen en trends die kenmerkend zijn voor de sector vanuit de praktijk op te volgen en nader te leren kennen. Om beter te kunnen inspelen op de wijzigingen en uitdagingen van de sector, heeft dit conjunctuuronderzoek in 2006 een heuse gedaanteverandering ondergaan. In plaats van maandelijks wordt de enquête voortaan per kwartaal uitgevoerd bij een representatief staal van ondernemingen uit de sector. In de vragenlijst wordt gepeild naar hun mening over de evolutie van een aantal factoren. Zij dienen op te geven of de toestand in het betreffende kwartaal gedaald, gelijk gebleven of gestegen is ten opzichte van voorgaand kwartaal. Daarenboven wordt hun opinie gevraagd naar de oorzaken van bepaalde trends, hun indrukken en vooruitzichten niet alleen met betrekking tot de vervoeropdrachten maar tevens binnen het ruimere logistieke gebeuren. 2. Indeling van de resultaten naar grootteklasse van de ondernemingen De resultaten van dit onderzoek worden in onderhavig rapport in 5 klassen ingedeeld volgens de omvang van de deelnemende bedrijven, uitgedrukt in functie van het aantal motorvoertuigen: 1 (klasse 1) 2 (klasse 2) 3 (klasse 3) 4 (klasse 4) 5 (klasse 5) T (totaal) ondernemingen met 1 motorvoertuig; ondernemingen met 2 t.e.m. 5 motorvoertuigen; ondernemingen met 6 t.e.m. 20 motorvoertuigen; ondernemingen met 21 t.e.m. 50 motorvoertuigen; ondernemingen met meer dan 50 motorvoertuigen; extrapolatie van de gegevens voor de ganse sector volgens een dubbele verdeelsleutel: het aantal motorvoertuigen en het laadvermogen. 3. Weergave van de resultaten De resultaten betreffende de vervoeractiviteit, de personeelssituatie, de kostprijs en de vrachtprijs zijn voorgesteld in de vorm van een gewogen saldo (S) van de antwoorden van de deelnemers, d.w.z. het gewogen verschil tussen het gemiddelde percentage van de ondernemingen die een stijging (+) signaleren en het gemiddelde percentage van de ondernemingen die een daling (-) signaleren in vergelijking met de vorige maand. Om te komen tot een zo representatief mogelijk beeld van de gehele sector wordt aan de resultaten van elke deelklasse een wegingsfactor toegekend op basis van het aantal motorvoertuigen en het beschikbaar laadvermogen van de betrokken klasse. De benuttigingsgraad van de voertuigen wordt uitgedrukt in een gemiddelde afstandscoëfficiënt, die bekomen wordt door het aantal kilometers dat afgelegd is met lading te delen door het totaal aantal afgelegde kilometers (vol + leeg). Q3 / /16

4 Kwartaal Evolutie t.o.v. voorgaand kwartaal (1) Kwartaal NATIONAAL VERVOER Evolutie van de vervoeractiviteit S + 1,8 % - 6,2 % Uitbesteding naar derden S + 1 % - 2,3 % Evolutie van de kostprijs S + 6,2 % + 4,8 % Evolutie van de vrachtprijs S + 0,8 % + 2,4 % INTERNATIONAAL VERVOER Evolutie van de vervoeractiviteit S + 2,4 % - 6,6 % Uitbesteding naar derden S + 0,6 % - 2 % Evolutie van de kostprijs S + 3 % + 1 % Evolutie van de vrachtprijs S 0 % - 0,1 % PERSONEEL Chauffeurs S - 0,7 % - 3 % Niet-rijdende arbeiders S + 0,4 % + 0,5 % Bedienden S + 0,8 % + 0,1 % AFSTANDSCOËFFICIËNT Gemiddelde afstandscoëfficiënt % 69,4 % 70,7 % FINANCIËLE TOESTAND Liquiditeitsmoeilijkheden % 6,1 % 11,9 % Betalingstermijn toegestaan aan klanten Aantal dagen 39 Betalingstermijn in de praktijk Aantal dagen Gerealiseerde investeringen % 32 % 27,8 % S Antwoordensaldo: Het gewogen verschil tussen het aantal ondernemingen (in %) dat een stijging signaleert en het aantal ondernemingen (in %) dat een daling signaleert in vergelijking met voorgaand kwartaal. (1) Evolutie t.o.v. voorgaand kwartaal: het is de weergave van de inschatting door de deelnemers aan de enquête van de situatie in vergelijking met voorgaand kwartaal. 4/16 Q3 / 2017

5 Conjunctuursituatie in een notendop Zowel in de eurozone als in de EU28 is de economie met + 0,6 % gegroeid ten opzichte van voorgaand kwartaal. De Belgische economie presteert iets onder het Europese gemiddelde met een bbp-groei van + 0,3 %. In de vervoersector weerklinkt hier en daar hoop over een oplevende economie. Inderdaad, zowel de nationale als de internationale vervoeractiviteit zijn lichtjes gestegen in vergelijking met het kwartaal ervoor. De gewogen saldi van de antwoorden bedragen respectievelijk + 1,8 % en + 2,4 %. Het merendeel van de vervoerders geeft aan dat de kostprijs en de vrachtprijs op hetzelfde niveau bleven als in voorgaand kwartaal, zowel op nationaal als op internationaal vlak. In de bedrijven waar er wel een wijziging vastgesteld is, gaat het grotendeels om een kostprijsverhoging terwijl de situatie meer verdeeld is met betrekking tot de vrachtprijs: een lichte stijging in het nationaal vervoer en een status-quo in het internationaal vervoer. De gewogen saldi van de antwoorden bedragen + 6,2 % voor de kostprijs en + 0,8 % voor de vrachtprijs op nationaal vlak en + 3 % voor de kostprijs en 0 % voor de vrachtprijs in het internationaal vervoer. De meest aangehaalde oorzaken van de kostprijsverhogingen zijn de stijgende brandstofprijzen en de loonkosten. Het personeelsbestand van de chauffeurs is lichtjes gedaald, maar zowel het aantal bedienden als het aantal nietrijdende arbeiders zijn gestegen. Desondanks is het aantal vacatures over de ganse lijn vrij hoog. Gemiddeld 8,8 % van de bedrijven is op zoek naar een niet-rijdende arbeider, gemiddeld 34 % heeft een vacature voor een chauffeur en voor de bedienden loopt dit aandeel op tot %. Indien men bij de vervoerondernemingen peilt naar de ondervonden moeilijkheden, worden vooral twee struikelblokken naar voren geschoven: de toenemende mobiliteitsproblematiek in en rond Antwerpen en Brussel en het moeilijk kunnen vinden van chauffeurs. Sommige geënquêteerden leggen uit dat er vaak wel genoeg kandidaten komen solliciteren, maar ze voldoen veelal niet aan het gewenste profiel, ze beschikken niet over de nodige kwalificaties, ze zijn de landstalen onvoldoende meester en vaak ontbreekt het zelfs gewoon aan de juiste motivatie en interesse voor het vak. Een vervoerder oppert de suggestie naar de beroepsfederaties toe om een gezamenlijk beleid uit te werken om jongeren te begeleiden naar de sector. De gemiddelde afstandscoëfficiënt blijft meestal rond 70 % hangen. Gemiddeld werd 69,4 % van de totale afstand afgelegd met een lading in vergelijking met 70,5 % in het kwartaal ervoor en 70,7 % een jaar eerder. Ook als we naar liquiditeitssituatie van de vervoerbedrijven peilen, bemerken we ook in dat opzicht signalen van een optrekkende economie: Inderdaad, het aantal bedrijven met liquiditeitsproblemen is afgenomen in vergelijking met voorgaand kwartaal: het bedraagt 6,1 % in vergelijking met 8,6 % in voorgaand kwartaal en 11,9 % een jaar eerder. De door de bedrijven aan hun opdrachtgevers toegestane uitstel van betaling bedraagt gemiddeld 39 dagen terwijl de vervoerders in de praktijk gemiddeld 11 dagen langer moeten wachten op hun geld. 32 % van de vervoerders verklaart in de loop van het kwartaal een investering gerealiseerd te hebben. De verdeling tussen vervangings- en uitbreidingsinvesteringen is nagenoeg 50 /50; het betreft vooral motorvoertuigen. Q3 / /16

6 % Bespreking conjunctuursituatie 1. NATIONAAL VERVOER 1.1. Vervoeractiviteit Volgens de flash-raming van de Nationale Bank van België is het BBP met + 0,3 % gestegen in vergelijking met voorgaand kwartaal. Op jaarbasis is de economische bedrijvigheid met + 1,7 % gegroeid. Ook in de vervoersector weerklinkt optimisme. Voor de tweede opeenvolgende periode is de nationale vervoeractiviteit lichtjes verbeterd in vergelijking met het kwartaal ervoor. 71,1 % van de bedrijven signaleert een status-quo, maar bij de andere vervoerders is het aantal dat op een verhoging wijst lichtjes in de meerderheid: 17,5 % wijst op een stijging en 11,4 % een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 1,8 % in vergelijking met + 2,8 % in voorgaand kwartaal en - 6,2 % in de overeenkomstige periode van het jaar ervoor. De verhoogde activiteit doet zich voor bij de grotere bedrijven van de klassen 3, 4 en 5. Ze maken ook gewag van een algemene verbeterde economie maar vooralsnog kunnen de vervoerbedrijven van de klassen 1 en 2 niet meesurfen op de positieve golf ,7 75,9 72,7 71,1 60,5 50,0 33,3 26,3 27,3 17,5 10,3 13,8 13,2 16,7 10,7 11,4 3,6 5,2 7,4 8,3 0,0 1,8-0,8-1, T + = - S klassen/classes Figuur 1: de evolutie van de activiteit in het nationaal vervoer Het aantal uitbestedingen naar derden toe is eveneens lichtjes toegenomen in vergelijking met voorgaand kwartaal. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 1 % ten opzichte van + 1,3 % in het kwartaal ervoor en - 2,3 % een jaar eerder. De groeiende mobiliteitsproblematiek baart heel wat vervoerondernemingen steeds meer zorgen, vooral het toenemende fileleed rondom Antwerpen en Brussel. Een vervoerder merkt bovendien op dat het bij ongevallen vaak lang duurt alvorens de weg opnieuw vrijgegeven kan worden. Daarnaast merken sommige vervoerbedrijven op dat heel wat concurrenten meer en meer lichtere bedrijfsvoertuigen inzetten, niet alleen om mobieler te zijn in de stadskernen maar ook om te kunnen ontsnappen aan een aantal plichtplegingen van het beroepsgoederenvervoer over de weg. 6/16 Q3 / 2017

7 01/01/ /01/ /03/ /04/ /05/ /06/ /06/ /07/ /07/ /09/ /09/ /10/ /11/2017 % 1.2. Kostprijs De meeste vervoerondernemingen (72,2 %) delen mee dat hun kostprijs op hetzelfde niveau bleef als in het kwartaal ervoor. Het merendeel van de andere bedrijven signaleren een verhoging: 25,1 % duidt een stijging aan en slechts 2,8 % een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 6,2 % ten opzichte van + 2,7 % in het kwartaal ervoor en + 4,8 % een jaar terug ,9 75,9 72,2 66,7 60,0 54,5 45,5,0 29,8 36,0 28,2 25,1 20,7 11,1 3,4 4,2 0,0 5,1 7,7 1,2 0,0 0,0 2, T 6,2 + = - S klassen/classes Figuur 2: de evolutie van de kostprijs in het nationaal vervoer kostprijsstijging 35,6% Hoogstens 1% > 1%, hoogstens 2% > 2%, hoogstens 4% > 4% 64,4% 1,45 1, 1,35 1,30 1,25 1,20 1,15 1,10 1,05 1,00 Figuur 3: marges van de kostprijsstijging Figuur 4: Diesel, zwavelarm, EUR/L (10 ppm, incl. BTW): Evolutie van de maximumprijzen (bron: Belgische Petroleum Federatie) 64,4 % van de vervoerbedrijven met een kostprijsverhoging laat weten dat het om een stijging van ten hoogste 1 % gaat. Gevraagd naar de oorzaken, wijzen de meeste vervoerders naar de brandstofprijsevolutie (zie figuur 3) en daarnaast worden de loonindexaanpassingen aangehaald. Q3 / /16

8 % 1.3. Vrachtprijs Ook de vrachtprijs is verhoogd ten opzichte van voorgaand kwartaal. 88,3% van de bedrijven registreren een status-quo, terwijl de rest grotendeels op een stijging wijst: 9,2 % meldt een stijging en 2,4 % een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,8 % in vergelijking met + 0,5 % in het kwartaal ervoor en + 2,4 %, in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar ,3 87,2 88,3 78,6 81,8 85,7 17,9 10,3 14,3 9,1 9,1 3,6 3,1 3,7 2,6 9,2 2,4 0,0 0,1 1,0 0,0 0,0 2,0 0, T + = - S klassen/classes Figuur 5: de evolutie van de vrachtprijs in het nationaal vervoer vrachtprijsstijging 34,5% 48,3% Bijna de helft van de bedrijven met een vrachtprijsaanpassing naar boven toe, laat weten dat het om een beperkte toename van hoogstens 1 % gaat. Hoogstens 1% 17,2% > 1%, hoogstens 2% > 2%, hoogstens 4% > 4% Figuur 6: marges van de vrachtprijsstijging 8/16 Q3 / 2017

9 % 2. INTERNATIONAAL VERVOER 2.1. Vervoeractiviteit Volgens de Flash ramingen van Eurostat is de economische bedrijvigheid met + 0,6 % toegenomen ten opzichte van voorgaand kwartaal, zowel in de eurozone als in de EU28. Op jaarbasis is het bbp met + 2,5 % gestegen. In het tweede kwartaal rapporteerde de sector nog een daling van de internationale vervoeractiviteit. Voor dit kwartaal kan men een groei in vergelijking met voorgaand kwartaal optekenen. 75,2 % signaleert weliswaar een status-quo maar de meeste ander vervoerders melden een activiteitverhoging: 17,2 % meldt een toename en 7,6 % een afname. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 2,4 % in vergelijking met 0,5 % in voorgaand kwartaal en 6,6 % een jaar terug ,0 72,2 20,0 16,7 11,1 1,5 0,0-4,0,0 68,2 66,7 75,2 31,8 33,3 11,1 17,2 10,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 7,6 2, T + = - S klassen/classes Figuur 7: de evolutie van de activiteit in het internationaal vervoer Het aantal vervoeropdrachten in uitbesteding gegeven aan derden, is eveneens lichtjes verhoogd in vergelijking met voorgaand kwartaal: 76,6 van de vervoerders signaleren een status-quo, 13 % rapporteert een stijging en bij 10,4 % gaat het om een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,6 % ten opzichte van + 0,5 % in het kwartaal ervoor en - 2 % in de overeenkomstige periode van voorgaand Gevraagd naar de bestemmingslanden van de vervoerondernemingen komen tal van landen aan bod, waaronder Zwitserland, Spanje, Italië, het Verenigd Koninkrijk. Echter, meestal zoekt men het dichterbij in onze buurlanden. Q3 / /16

10 % 2.2. Kostprijs 82,3 % van de vervoerbedrijven laat weten dat hun kostprijs op hetzelfde niveau bleef ten opzichte van voorgaand kwartaal. Het merendeel van de andere vervoerders registreert een stijging: 17,2 % duidt een verhoging aan en amper 0,5 % een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 3 % in vergelijking met + 1,1 % in het kwartaal ervoor en + 1 % in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar ,6 93,8 74,3 85,7 60,0 82, ,4 25,7 14,3 20,0 20,0 17,2 6,3 0,0 2,4 0,0 0,4 0,0 6,6 0,02,0 0,0 0,5 3, T + = - S klassen/classes Figuur 8: de evolutie van de kostprijs in het internationaal vervoer kostprijsstijging 30,8% Bij iets meer dan de helft van de bedrijven met een kostprijsverhoging gaat het om een beperkte stijging van maximaal 1 %. 53,7% 15,5% Hoogstens 1% > 1%, hoogstens 2% > 2%, hoogstens 4% > 4% Figuur 9: marges van de kostprijsstijging 10/16 Q3 / 2017

11 % 2.3. Vrachtprijs De vrachtprijs bleef op hetzelfde peil ten opzichte van voorgaand kwartaal. Bijna 93 % van de vervoerondernemingen rapporteert een status-quo terwijl het aantal bedrijven dat een stijging aanduidt nagenoeg in evenwicht is met het aantal dat een daling aanwijst. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt dan ook 0 % ten opzichte van 0,1 % zowel in de voorgaande periode als in de overeenkomstige periode een jaar eerder ,0,0,0,0 86,1 92,7 8,0 8,3 5,6 0,00,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,5 3,7-0,4 0, T + = - S klassen/classes Figuur 10: de evolutie van de vrachtprijs in het internationaal vervoer Dat de vrachtprijs onder druk staat omwille van de intense concurrentie vanuit lageloonlanden, is niet nieuw. De vrachtprijsonderhandelingen zijn voor veel vervoerders dan ook éénrichtingsverkeer: de opdrachtgevers bepalen de prijs, zo niet geeft men de vervoeropdracht aan een concurrent. Een aantal bedrijven merkt daarnaast op dat het moeilijk is om terugvrachten aan goede vrachttarieven te vinden vanuit Frankrijk. Q3 / /16

12 % 3. ALGEMENE PARAMETERS 3.1. Personeel De bedrijven van klasse 1 zeggen geen personeel te hebben, in klasse 2 stelt 68 % mensen tewerk, in klasse 3 loopt dat aandeel op tot 97 % terwijl alle ondernemingen van de klassen 4 en 5 over personeel beschikken. Geëxtrapoleerd naar de ganse sector toe heeft gemiddeld 76 % personeel. Het personeelsbestand van de chauffeurs is lichtjes gedaald, maar de bestanden van de niet-rijdende arbeiders en de bedienden zijn wel een klein beetje gestegen ,0,0 77,0 63,2 50,0 45,5 45,5 33,3 26,3 19,8 22,2 10,5 9,1 16,7 10,0 13,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0-0,7-5, T + = - S klassen/classes Figuur 11: het chauffeursbestand, Bij 77 % van de vervoerbedrijven is het aantal tewerkgestelde chauffeurs niet veranderd ten opzichte van voorgaand kwartaal, terwijl bij de rest een nipte meerderheid op een daling wijst: 13 % wijst op een afname en 10 % op een stijging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 0,7 % ten opzichte van 1,8 % voorgaand kwartaal en - 3 % een jaar terug. Het aantal niet-rijdende arbeiders is iets omhoog gegaan in vergelijking met voorgaand kwartaal. 79,6 % signaleert een status-quo, 6,3 % duidt een toename aan en 1,1 % een afname. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,4 %, in het kwartaal ervoor is de situatie niets veranderd maar in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar was dat saldo eveneens lichtjes positief (+ 0,5 %). Het aantal tewerkgestelde bedienden is lichtjes verhoogd in vergelijking met voorgaand kwartaal. 76,3 % van de vervoerders geeft aan dat de situatie niet veranderd is, maar het merendeel van de andere bedrijven stelt een stijging vast: 8,8 % meldt een verlaging en 1,8 % een verhoging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,8 % ten opzichte van eveneens + 0,4 % in het kwartaal ervoor en + 0,1 % een jaar terug. 12/16 Q3 / 2017

13 % Het aantal openstaande vacatures is toegenomen, zowel voor de chauffeurs als de bedienden en de nietrijdende arbeiders. Bedienden 39,5 60,4 34 % van de vervoerders meldt dat het bedrijf een chauffeur wenst aan te werven. Dit behelst een vrij stevige verhoging ten opzichte van voorgaand kwartaal: toen bedroeg het 26,4 %. Nietrijdende arbeiders Chauffeurs 8,7 34,0 91,2 66,0 8,7 % van de bedrijven verklaart een vacature te hebben voor een niet-rijdende arbeider in vergelijking met 6,3 % in het kwartaal ervoor. 0% 20% % 60% 80% % Ja Neen Figuur 12: Vacatures Bijna % van de vervoerondernemingen signaleert een openstaande betrekking voor een bediende in vergelijking met 35,6 % in voorgaande periode. Gevraagd naar de ondervonden moeilijkheden tijdens hun zoektocht naar personeel, gaan de antwoorden vooral over de chauffeurs. Zo meldt een vervoerder dat er op zich vaak wel voldoende kandidaten opdagen, maar veelal niet met het juiste profiel of de juiste motivatie. Chauffeurs met een goede kennis van de landstalen zijn niet zo gemakkelijk te vinden, zo blijkt uit de reacties van veel bedrijven. Daarenboven staan veel sollicitanten weigerachtig tegenover de flexibele werktijden van een beroepschauffeur. Een vervoeronderneming pleit voor een gezamenlijk beleid van de beroepsfederaties om jonge mensen naar het beroep te begeleiden Afstandscoëficiënt Gemiddelde afstandscoëfficiënt = Beladen afgelegdekilometers Totaalafgelegdekilometers Gemiddeld leggen de 69,4 % van de totale afstand af met een lading. In de overeenkomstige periode van voorgaand jaar bedroeg deze coëfficiënt 70,7 % ,8 71,3 71,2 70,1 69,4 65, T Figuur 13: de gemiddelde afstandscoëfficiënt Q3 / /16

14 klassen klassen 3.3. Liquiditeit T 6,1 93, ,7 92,3 2 3,2 96,8 1 12,9 87,1 0% 20% % 60% 80% % Het aantal vervoerondernemingen dat liquiditeitsmoeilijkheden signaleert, is opnieuw gedaald. Gemiddeld meldt 6,1 % van de vervoerondernemingen liquiditeitstekorten in vergelijking met 8,6 % in voorgaand kwartaal en 11,9 % in de overeenkomstige periode een jaar terug. Ja Neen Figuur 14: Liquiditeitsproblemen De betalingstermijn toegestaan aan de opdrachtgevers bedraagt gemiddeld 39 dagen terwijl het in de praktijk oploopt tot gemiddeld 50 dagen T Toegepast door klanten (praktijk) dagen Toegestaan aan klanten Figuur 15: Uitstel van betaling 14/16 Q3 / 2017

15 klassen klassen 3.5. Investeringen 68% 32% T Ja Neen % Figuur 16: Gedane investeringen Figuur 17: Gedane investeringen per klasse 32 % van de vervoerders deelt mee dat hun bedrijf in de loop van het kwartaal een investering gerealiseerd hebben, in vergelijking met 34 % in voorgaand kwartaal en 28 % in de overeenkomstige periode een jaar eerder. T % 60% 56% 53% 25% 33% 50% % 44% 47% 75% 67% De verhouding van het aantal vervangings- en het aantal uitbreidingsinvesteringen bedraagt 50/50, maar in beide gevallen gaat het merendeels om investeringen in motorvoertuigen. 0% 50% % Vervangingsnvesteringen Uitbreidingsinvesteringen Figuur 18: Vervangings- of uitbreidingsinvesteringen In 13,1 % van de vervoerondernemingen is er rijdend materiaal van de hand gedaan zonder het te vervangen in vergelijking met 16,7 % in voorgaand kwartaal en 17,2 % een jaar terug. Q3 / /16

16 SLOTBEVINDINGEN Zowel in de eurozone als in de EU28 is de economische bedrijvigheid met + 0,6 % gegroeid in vergelijking met het voorgaand kwartaal. De Belgische economie presteerde iets onder het Europese gemiddelde met een bbp-groei van + 0,3 %. Ook in de vervoersector maken veel bedrijven gewag van een goed draaiende economie. Inderdaad, de nationale en de internationale vervoeractiviteit zijn iets omhoog gegaan in vergelijking met het kwartaal ervoor. De meeste vervoerders laten weten dat de kostprijs en de vrachtprijs zowel het nationaal als in het internationaal vervoer onveranderd bleven ten opzichte van voorgaand kwartaal. In de bedrijven waar er wel een verandering gerapporteerd is, gaat het merendeels om een verhoging van de kostprijs terwijl de situatie iets meer verdeeld is met betrekking tot de vrachtprijs (een lichte stijging op nationaal vlak maar een status-quo op internationaal vlak). Gevraagd naar de probleempunten van de vervoerondernemingen worden vooral twee thema s steeds naar voren geschoven: de groeiende mobiliteitsproblematiek (vooral in en rond Antwerpen en Brussel) en het moeilijk kunnen vinden van chauffeurs. Sommige vervoerders merken op dat er zich wel voldoende kandidaten aanbieden, maar velen voldoen niet aan het profiel, ze bezitten niet over de nodige kwalificaties, ze zijn de landstalen onvoldoende meester of ze tonen onvoldoende motivatie en interesse voor het vak. Een bedrijf oppert de suggestie naar de beroepsfederaties toe om een gezamenlijk beleid uit te werken om jongeren naar de sector te begeleiden. 16/16 Q3 / 2017