V o o r w o o r d. Veghel, 1 mei 2015

Transcriptie

1 2014 Jaarverslag

2

3 V o o r w o o r d Veghel, 1 mei 2015 Met veel genoegen bieden wij u het jaarverslag 2014 van SKIPOV aan is voor SKIPOV op zowel onderwijskundig als financieel gebied goed verlopen. Financieel werd het jaar wederom met een positief resultaat afgesloten. Helaas zet de krimp van het leerlingaantal nog steeds door. Hoewel we hier steeds tijdig op weten te anticiperen heeft deze krimp ook nadelige gevolgen wat ons uitdaagt ieder jaar weer met inventieve oplossingen te komen. De personele gevolgen van de krimp weten we nog altijd met natuurlijk verloop op te vangen maar het biedt helaas ook weinig ruimte voor nieuwe, jonge instroom. Kijkend naar de lange termijn verwachten wij pas rond 2020 het echte omslagpunt te bereiken en ruimte te krijgen voor het aantrekken van nieuw personeel. De krimp heeft ook gevolgen voor onze huisvesting waar we steeds meer leegstand zien. Ook hier wordt, overigens in goed overleg met het gemeentebestuur en de collega onderwijsinstellingen naar goede oplossingen gezocht. Per 1 augustus 2014 is een ingrijpende herstructurering van SKIPOV doorgevoerd. Om de groeiende onbalans tussen onderwijzend en overig personeel te herstellen maar ook de versnippering van kennis in met name de kleine scholen tegen te gaan is er voor gekozen om scholen de komende jaren te gaan clusteren. In 2014 zijn de eerste 2 clusters gestart. Onderwijskundig hebben we ook in 2014 weer fors geïnvesteerd met opleidingen voor ons personeel. In 2014 is daarbij de focus vooral gericht op onderwijskundig leiderschap en coaching. Het opleidingsprogramma richtte zich met name op schooldirecties en intern begeleiders. Per 1 augustus 2014 is de Wet op passend Onderwijs ingevoerd. Binnen ons samenwerkingsverband (Oss-Uden-Veghel) is gekozen voor een relatief beleidsarme invoering ten gunste van de autonomie van de aangesloten besturen. Samen met het Directieberaad en het Zorgberaad (de intern begeleiders) heeft SKIPOV een beleidsplan ontwikkeld en ingevoerd wat met name gericht is op de preventieve ondersteuning van onze leerkrachten, middels de inzet van een SKIPOV breed opererend zorgteam. Er gebeurt in een jaar ontzettend veel binnen SKIPOV. Meer dan we kwijt kunnen in dit jaarverslag. Natuurlijk vindt u alle belangrijke informatie waarin wij ons naar al onze stakeholders willen verantwoorden. Ik wens u veel plezier met het lezen van dit jaarverslag. Berry Tomas Voorzitter raad van bestuur

4 I n h o u d s o p g a v e A Jaarverslag Aanbieding Verslag raad van toezicht Structuur Activiteiten in het jaar Verslag raad van bestuur Algemene informatie Juridische structuur en organisatiestructuur Kernactiviteiten Code goed bestuur Documenten structuur Planning & Control Leerlingontwikkeling 1 oktober Onderwijsbeleid Herstructurering Opbrengsten Passend Onderwijs Nieuwe Technologie Huisvesting Klachten Medezeggenschap Personeelsbeleid De basis voor toekomstbestendig personeelsbeleid Formatieontwikkeling Actieplan leerkracht Gesprekkencyclus Ontwikkelingsbeleid Samenstelling personeelsbestand Verzuim Financiën Financieel beleid Financiën op de balansdatum Gang van zaken gedurende verslagjaar Treasury verslag Toekomstige ontwikkelingen Algemeen Leerlingaantallen en Personele bezetting... 47

5 3.5.3 Meerjarenbegroting Belangrijkste risico s en beheersmaatregelen B Jaarrekening Grondslagen Balans per Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Toelichting behorende tot de balans Niet uit de balans blijkende verplichtingen Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Overzicht verbonden partijen WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector C Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijk accountant (Voorstel) bestemming resultaat Gebeurtenissen na balansdatum D Bijlagen Gegevens over de rechtspersoon OCW-bijlagen Model G1: Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Model G2 - A: Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule aflopend per ultimo Model G2 - B: Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule doorlopend tot in

6 Er is in 2014 door het team hard gewerkt aan verschillende schoolontwikkelingen op bs. Antonius. Daarnaast heeft de school ook te maken gehad met een aantal organisatorische veranderingen. Sinds het schooljaar vormt bs. Antonius samen met bs. Sint Nicolaas en bs. De Empel een scholencluster. Uitgangspunt is van het cluster is Eenheid met behoud van Eigenheid. Dit betekent dat er met behoud van de eigen identiteit, inhoudelijk en organisatorisch actief tussen de scholen wordt samengewerkt. Samen werken en samen leren staan in de ontwikkeling van het cluster en dus de school centraal. Ontwikkelingen mbt het Onderwijs bs. Antonius In augustus is de eerste tranche van de implementatie van de methode/aanpak Taakspel in groep 5/6 gestart. Begin van 2015 zal de collega van groep 1-2 aan de tweede tranche starten. Het is de bedoeling dat zij in 2015 allen gecertificeerd zijn. Taakspel maakt de leerkracht deskundig om kinderen op een positieve manier hun taak- en werkhouding te verbeteren. Verder is er veel aandacht besteed aan het implementeren van het IGDI-model. De eerste drie fasen van dit model zijn het team aangeboden en worden zoveel als mogelijk toegepast bij de vier hoofdvakken (taal, rekenen, begrijpend- en technisch lezen). Middels observaties support (interne begeleiding) en controll (directie) worden deze fasen van het IGDI model geborgen. Ontwikkelingen mbt Personeel en Organisatie bs. Antonius Het totaal aantal leerlingen is licht gestegen. Tijdens de 1 oktobertelling van 2014 waren er 88 leerlingen aanwezig. De prognose is dat de instroom van het aantal leerlingen zal vermeerderen en het totale leerlingenaantal op termijn stabiel zal zijn. Doordat collega s gekozen hebben om minder te gaan werken is er structurele vacatureruimte ontstaan. Er is voor gekozen om deze in eerste instantie met een tijdelijk contract in te vullen. Het ouderportaal van ParnasSys is geopend. Hierdoor zijn de onderwijs resultaten van de kinderen voor de ouders goed te volgen. Bs. Antonius is sinds augustus 2014 onderdeel van een cluster. Naast de directeur is ook de intern begeleider werkzaam op drie locaties. Nieuw is de functie van locatiebegeleider. De locatiebegeleider neemt de directeur waar bij diens afwezigheid. Er is een cluster-mt gevormd bestaande uit de locatiebegeleider van bs. Antonius en de locatiebegeleider van bs. Sint Nicolaas, de twee bouwcoördinatoren van bs. De Empel, de intern begeleider en de directeur. Er zijn een aantal momenten gepland waarbij alle collega s van alle drie de locaties bijeenkomen om gezamenlijk gericht te werken aan de schoolontwikkeling.

7 A J a a r v e r s l a g 1 A a n b i e d i n g SKIPOV biedt u hierbij het rapport inzake de jaarrekening over de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 aan. Het rapport bestaat uit een balans per 31 december 2014 en een exploitatierekening over 2014, welke beide zijn voorzien van toelichtingen. Het rapport inzake de jaarrekening maakt onderdeel uit van het jaarverslag. 2 V e r s l a g r a a d v a n t o e z i c h t 2. 1 S t r u c t u u r De leiding van SKIPOV is in handen van de raad van bestuur (RvB), die daarmee tevens het Bevoegd Gezag vormt van de organisatie. Op het functioneren van de raad van bestuur wordt toegezien door een raad van toezicht (RvT). De belangrijkste taak van dit orgaan is het uitzetten van de kaders waarbinnen de raad van bestuur haar beleid verder dient te concretiseren en binnen de organisatie dient uit te dragen. Regelmatig vindt er een toetsing plaats of de uitgezette acties tot het beoogde resultaat hebben geleid. De raad van toezicht belegt hiertoe een vergadering met de raad van bestuur, die zich bij kan laten staan door bijvoorbeeld stafmedewerkers. In 2014 hebben 5 momenten van overleg plaatsgevonden. De raad van toezicht wordt momenteel gevormd door ouders van (voormalige) leerlingen van SKIPOV en bestaat per 31 december 2014 uit de volgende leden. - de heer G. Hupperetz (Voorzitter) - Mevrouw R. Hermes - Mevrouw I. Houthuizen - Mevrouw C. van Bussel - de heer E. de Gier Er is een lijst van aftreden opgesteld. Op het moment dat er zich een vacature voordoet, wordt een kandidaat gezocht waarbij de benodigde competenties vooraf zijn beschreven. De zittende leden van de raad van toezicht dragen zorg voor de invulling van de vacature. In 2014 heeft zich één wijziging voorgedaan in de raad van toezicht. De heer A. Verhoeven heeft afscheid genomen. Zijn plaats is ingenomen door mevrouw C. van Bussel A c t i v i t e i t e n i n h e t j a a r Over de volgende onderwerpen heeft de raad van bestuur verantwoording afgelegd aan de raad van toezicht. - Jaarrekening 2013 en begroting Opbrengsten onderwijs - Alle overige relevante ontwikkelingen De raad van toezicht heeft vastgesteld dat de resultaten van de organisatie, zowel qua onderwijs als financieel op het gewenste niveau liggen. De volgende aspecten zullen de komende periode aan de orde blijven komen. - Opbrengsten onderwijs - Strategisch beleidsplan - Integraal Personeels Beleid - Bezuinigingen en krimp in het Primair Onderwijs en de gevolgen voor SKIPOV - Gebouwbeheer en inkoopbeleid RvB 1 RvT

8 Samen Betrokken Eigenheid - Plezier..nog steeds een kleurrijke school met op de teldatum 226 leerlingen met verschillende culturele achtergronden (60% Nederlands; 40% anders). Onderwijs Sinds 1 augustus 2014 is de Ark een erkende Taakspelschool. Taakspel maakt de leerkracht deskundig om kinderen op een positieve manier hun taak- en werkhouding te verbeteren. Het is de bedoeling dat nieuwe collega s ook getraind gaan worden in Taakspel. Het project Singapore Next is in zijn pilotvorm afgerond. Dit project heeft o.a. als doelstelling de 21 ste Century Skills bij kinderen te bevorderen. Er wordt nu een start gemaakt om ook groep 5 bij deze vorm van onderzoekend leren (bij het vak wereldoriëntatie) te betrekken. Op inhoud wordt ook de samenwerking met de andere twee SN-scholen in Nederland gezocht. De scholing m.b.t. PBS = Positive Behavior Support (het positief ondersteunen van gedrag) is het 2 de jaar ingegaan. PBS gaat ervan uit dat je duidelijk moet maken welk gedrag je van elkaar verwacht, zodat je elkaar daarop kunt aanspreken. Als je als kind (maar ook als volwassene) niet precies weet wat er van je wordt verwacht, weet je ook niet hoe je het goed moet doen. Het gewenste gedrag wordt met de kinderen besproken en geoefend, want ook gedrag kun je leren. Ouders worden hier ook actief bij betrokken. We hebben stevig ingestoken op verbetering van ons rekenonderwijs omdat onze rekenresultaten aan de lage kant waren. Middels een gedegen Plan van Aanpak proberen we de resultaten omhoog te schroeven. Een lichte vooruitgang is zichtbaar! In het kader van de Gezonde School hebben we een start gemaakt met beleidvorming gezonde tussendoortjes en traktaties. Met betrekking tot de zorg worden zaken geïmplementeerd en geborgd (IGDI, Passend Onderwijs, Mind, ZIEN,KIJK) Personeel en Organisatie Het totaal aantal leerlingen is licht groeiend. De verhouding tussen de grote leerlingaantallen in de onderbouw en de lage leerlingaantallen in de bovenbouw is uit balans. Het maken van evenwichtige groepen met gelijke leerlingaantallen is hierdoor geen eenvoudige opgave. Vanwege het grote aantal aanmeldingen zijn we in oktober gestart met een derde kleutergroep met een nieuwe leerkracht. We werken momenteel met 10 groepen. Vanaf 1 augustus heeft er een directiewisseling plaats gevonden. De directeur is 3,5 dag per week werkzaam op de Ark. Wat betreft deskundigheidsbevordering hebben we een start gemaakt met bewustwording van elk handelen van de leerkracht. De leerkracht doet ertoe! In combinatie met de invoering van de nieuwe CAO zal dit verder vorm gaan krijgen.

9 3 V e r s l a g r a a d v a n b e s t u u r 3.1 A l g e m e n e i n f o r m a t i e J u r i d i s c h e s t r u c t u u r e n o r g a n i s a t i e s t r u c t u u r SKIPOV is een bestuur waaronder 14 scholen (op 1 augustus 2014) voor basisonderwijs ressorteren. Het betreft 13 scholen met regulier basisonderwijs en 1 school voor speciaal basisonderwijs. De scholen zijn gelegen in de gemeente Veghel. De rechtspersoon van SKIPOV is een stichtingsvorm. De stichting is opgericht op 9 november 1976 en is ontstaan uit een aantal fusies van besturen van scholen voor primair onderwijs in de gemeente Veghel. SKIPOV wordt bestuurd door de raad van bestuur. De raad van toezicht geeft hiertoe kaders (in hoofdlijnen) aan. Periodiek legt de raad van bestuur verantwoording af aan de raad van toezicht, onder andere door middel van het voorliggende jaarverslag. De raad van bestuur wordt bijgestaan door stafmedewerkers met de portefeuilles personeel, financiën en ICT. De dagelijkse leiding van de scholen ligt in handen van de schooldirecteuren. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het managementstatuut en het managementcontract. Schooldirecteuren leggen verantwoording af aan de raad van bestuur door middel van kwartaalrapportages. Rapportages worden besproken tijdens het kwartaalgesprek. Deze voortgangsgesprekken vinden plaats met zowel de directeur bedrijfsbureau (financiën), de personeelsadviseur (personeelszaken) als met de voorzitter van de raad van bestuur (onderwijs). Zo nodig kunnen tijdens deze bespreking aanvullende afspraken voor de rest van het kalenderjaar gemaakt worden. De kwartaalrapportages zijn gericht op alle beleidsterreinen K e r n a c t i v i t e i t e n SKIPOV verzorgt primair onderwijs aan 4 tot 12 jarigen in de gemeente Veghel, vanuit een katholieke en interconfessionele grondslag. De missie van de instelling luidt: Als Stichting Katholiek en Interconfessioneel Primair Onderwijs Veghel bieden wij op en om onze scholen een veilige leeromgeving, waar kinderen en hun eigen talenten en uniciteit centraal staan. De leeromgeving is gericht op ontwikkeling, voor zowel de kinderen als onze medewerkers. Vanuit een Katholieke en Interconfessionele identiteit waarborgen wij een eigen respectvolle cultuur, waarbij kinderen, ouders en de medewerkers zich betrokken voelen. De missie is vertaald naar een aantal doelstellingen op de beleidsterreinen onderwijs, personeel en planning en control. Deze doelstellingen zijn vertaald in tactische en operationele doelstellingen. Voor de scholen zijn schoolplannen opgesteld waarin de visie en missie van de scholen concreet zijn uitgewerkt. Per 1 augustus 2011 is de huidige beleidscyclus gestart. Het SKIPOV Beleidsplan vormt de kapstok waarop de aangesloten scholen hun eigen schoolplannen verder uitwerken. Dit plan is dan ook tot stand gebracht in samenwerking met het directieberaad maar ook met andere betrokkenen in en om de stichting. De adviezen en suggesties die als reactie op het concept beleidsplan uit die raadplegingen zijn voortgekomen hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit beleidsplan. In 2014 zullen de voorbereidende gesprekken plaats gaan vinden voor een nieuwe beleidsperiode. RvB 3 RvT

10 Het Schoolplan is de basis van waaruit er wordt gewerkt aan de ontwikkeling en de verbetering van het onderwijs op bs. Bernadette. In dit verslag enkele hoogtepunten uit de vele activiteiten en resultaten in Sturend Onderwijskundig Kader (SOK) bs. Bernadette: Het SOK bs Bernadette vormt de basis van waaruit wordt gewerkt met kinderen. In het SOK staan vier resultaatgebieden beschreven, te weten: 1) Een positief werk- en leefklimaat 2) Zelfstandig en verantwoordelijk gedrag van leerlingen 3) Sociaal vaardig gedrag: ruimte kunnen vragen en ruimte kunnen geven. 4) Leeropbrengsten die recht doen aan het potentieel van de leerling. Leerkrachten beschrijven voor deze 4 resultaatgebieden doelen. Hierover worden doelstellingen gesprekken gehouden en zijn er zogenaamde DOG s (doelstelling en ontwikkelgesprekken) op basis waarvan leerkrachten een persoonlijk ontwikkelplan maken. In 2014 hebben we ons hier verder in bekwaamd. Meerdere studiedagen onder leiding van een externe hebben we hierin gevolgd. Ook het managementteam heeft scholing gevolgd om het team hier in te begeleiden. In het najaar van 2014 zijn de DOG s niet gevoerd door de directiewissel. Passend Onderwijs: In het eerste halfjaar hebben we de gestelde doelen voor invoering van Passend Onderwijs gerealiseerd. Thematisch ontwerpend werken met mijlpaaldocumenten: In de kleuterbouw is de ontwikkeling ingezet om thematisch werken vorm te geven en binnen dit aanbod beredeneerde keuzes te maken ten aanzien van zorg en begeleiding. De betreffende leerkrachten worden hierin begeleid door een extern adviseur. Methodes: De nieuwe rekenmethode is bij aanvang van het schooljaar in gebruik genomen en de implementatie is in juli 2014 afgerond. In 2014 is een werkgroep Engels gestart om een methodekeuze en een advies voor te bereiden over een doorgaande lijn Engelse taal binnen onze school. Mind: Het beleidsplan Mind is afgerond en er is een start gemaakt met planmatige uitvoering ervan. Het Mindprotocol is ingezet om meer- en hoogbegaafde kinderen in beeld te brengen en ze een planmatig aanbod te geven. In het aanbieden van de stof moeten we nog een slag slaan. Dit is een actiepunt voor Rapportage: De traditionele eerste rapportage in het schooljaar is vervangen door een betrokkenheid- en welbevindingsgesprek. Daarnaast is er door een werkgroep en een denktank een nieuw rapportageformat binnen ParnasSys ontwikkeld. Het eerste rapport nieuwe stijl is inmiddels in februari 2015 gebruikt. Het ouderportaal is nog niet in gebruik genomen. Dit gebeurt in Speelplaats: Na jaren van voorbereiding en bij elkaar zoeken van voldoende financiële middelen was 2014 het uitvoeringsjaar om te komen tot een nieuw en uitdagend schoolplein. In december hebben we het plein officieel en feestelijk geopend. Ontkoppeling Taalvijver: De Taalvijver was organisatorisch en op het personele vlak onderdeel van Bs Bernadette. Met ingang van het schooljaar is hier verandering in gekomen. Zowel in de opzet als in de aansturing en locatie. De Taalvijver is verhuisd naar SBO De Wissel en staat daar sindsdien onder leiding van de directeur van Bs De Vijfmaster. Personeel: Het leerlingenaantal is stabiel gebleven. Een ontwikkeling is een daling in de gewichtenpopulatie waardoor formatiekrimp ontstaat in het schooljaar Er waren ook ontwikkelingen op het personele vlak. De collega s van de Taalvijver vallen niet meer onder onze formatie en organisatie. De directeur nam na 10 jaar afscheid en is vertrokken naar het cluster Mariaschool en Maria Ter Heide School. Opvolging is binnen het directeurenbestand gerealiseerd doordat de directeur van t Heibosch ook de Bernadette is gaan leiden. De administratieve kracht is uit onze formatie verdwenen. De werkzaamheden zijn organisatorisch bij het stafkantoor ondergebracht waarbij veel werk op afstand wordt gedaan en de administratieve kracht ons nog een halve dag per twee weken op school ondersteund. Het ziekteverzuim kende in 2014 een stijging maar blijft onder het SKIPOV-gemiddelde en het landelijk gemiddelde. 2014: was weer een bruisend jaar op bs. Bernadette. Er is doorgebouwd aan een solide basis van waaruit kinderen kunnen vliegen naar een eigen toekomst!

11 C o d e g o e d b e s t u u r Goed onderwijs, goed bestuur Per 1 augustus 2010 is de Wet goed onderwijs, goed bestuur van kracht geworden. De wetswijziging kent twee pijlers: goed onderwijs én goed bestuur. De gevolgen van de wet worden hieronder kort toegelicht. Goed onderwijs: minimumeisen voor kwaliteit Goed onderwijs betekent dat iedere school verantwoordelijk is voor het geven van kwalitatief goed onderwijs. Dit begint er mee dat iedere school moet voldoen aan een wettelijk vastgesteld niveau van basiskwaliteit. Het voldoen aan deze basiskwaliteit is een voorwaarde voor de rijksbekostiging van een school. Om de basiskwaliteit van scholen in het onderwijs te garanderen, is in de wet vastgelegd welke minimumleerresultaten (eindopbrengsten) van scholen worden verwacht. Voor het basisonderwijs gaat het daarbij om de minimumresultaten op het gebied van de Nederlandse taal en het gebied van rekenen en wiskunde. De manier waarop deze resultaten voor het basisonderwijs via het toezicht van de onderwijsinspectie worden vastgesteld, gemeten en beoordeeld is verder uitgewerkt in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Goed bestuur: functiescheiding intern toezicht bestuur Goed bestuur betekent dat ieder bestuur wordt geacht te functioneren volgens algemene principes van goed bestuur. Als onderdeel daarvan stelt de wet als voorwaarde dat iedere rechtspersoon die met publieke gelden scholen in stand houdt, het interne toezicht op het bestuur goed regelt (functiescheiding tussen intern toezicht en het bestuur). De functiescheiding is een wettelijk vereiste waaraan alle schoolbesturen uiterlijk 1 augustus 2011 moesten voldoen. SKIPOV heeft op 1 augustus 2006 het raad van bestuur model ingevoerd. Daarmee is toen reeds een scheiding aangebracht tussen toezicht en bestuur. Het Toezicht wordt sinds die datum uitgevoerd door de raad van toezicht. De raad van bestuur vormt het Bevoegd Gezag van de onder haar bestuur ressorterende scholen van SKIPOV en is daarmee eindverantwoordelijk voor al hetgeen in de onder zijn gezag staande organisatie gebeurt. De raad van toezicht houdt toezicht en controle op de verwezenlijking van grondslag en doelstelling van de stichting, alsmede op naleving van het bestuur statuut en het functioneren van de raad van bestuur, het belang van het onderwijs en de algemene gang van zaken binnen de stichting. De besturingsfilosofie, het bestuur statuut en de beleidskaders zijn daartoe vastgelegd in het zogenaamde SKIPOV Manifest. SKIPOV conformeert zich daarbij aan de Code Goed Bestuur, zoals vastgesteld door de PO-raad in januari In 2011 is het SKIPOV Manifest volledig herzien en in overeenstemming gebracht met de bepalingen van deze code. Dit is zo aangepast dat het in lijn is met de (eveneens herziene) statuten en de Wet goed onderwijs, goed bestuur. Een belangrijke wijziging van het Manifest heeft betrekking op de besturingsfilosofie. We onderkennen dat het bestuur dat wordt uitgevoerd door de raad van bestuur en het toezicht door de raad van toezicht twee echt verschillende posities vertegenwoordigen. Het aanvankelijk door SKIPOV gehanteerde Policy Governance model hoort meer bij een mandaatstructuur waarbij de mandaatgever grenzen aangeeft. Daarom kan deze besturingsfilosofie wel worden toegepast in de relatie RvB-directeuren maar past deze minder goed in de relatie RvB-RvT. Na de volledige herziening van het Manifest en de statuten voldoet SKIPOV volledig aan de Code Goed Bestuur. RvB 5 RvT

12 Dit kalenderjaar hadden we op De Bunders een directiewisseling. In augustus 2014 startten 186 leerlingen aan het nieuwe schooljaar. Minèt Peters startte als nieuwe directeur. We kregen te maken met een nieuwe richting van onze toekomstige onderwijsaanpak: Het Sturend Onderwijskundig Kader (SOK). De leerkracht moet in zijn kracht worden gezet, hij doet ertoe. De directie heeft hiervoor scholing gehad o.l.v. Hans van Rijn. Basisschool de Bunders is dit schooljaar ( ) gestart met het You Are Good project. Wij zien YAG als een van de speerpunten van onze school en vinden het belangrijk om dat echt levend te maken en te houden bij leerlingen, leerkrachten, ouders en alle verdere medewerkers. Dit doen we door zoveel mogelijk activiteiten in te plannen op het lesrooster. YAG is een manier van omgaan met elkaar en moet een grondhouding worden. YAG zie je terug in de dagelijkse omgang met elkaar en daarom is het nodig dat we een zelfde taal gebruiken. Met de trainingen van de Wonderwoorden winkel hebben de leerlingen taal gekregen om elkaar aan te spreken (ik-boodschap, sorry-boodschap, trotse boodschap) etc. Deze taal wordt gebruikt om gevoelens onder woorden te brengen en om conflicten op te lossen. Wij merken dat deze aanpak effect sorteert. Taal-lezen In schooljaar is het team gestart met een traject om de leesopbrengsten te verhogen. In dat schooljaar is de focus gelegd op het technisch lezen en is de methode Estafette Nieuw geïntroduceerd. De aanpak van het technisch lezen heeft geresulteerd in hogere resultaten. Dit schooljaar was het de beurt aan begrijpend lezen. De methode Nieuwsbegrip is aangeschaft en middels twee studiemiddagen werden leerkrachten per jaargroep deskundiger gemaakt. De leerkrachten van de groepen 1 en 2 zijn intensief bezig met woordenschatonderwijs. Zij werken grondig aan de taalstimulering en worden ondersteund door de tutor: Gina Verwegen, die voor taalzwakke leerlingen een verrijkend aanbod verzorgt. De nieuwe methode taal-actief 4 is aangeschaft ( inclusief de digitale hulpmiddelen) Successen! De overlegstructuur met BJG, de zorgcoaches, directieberaad en zorgberaad werkt effectief. Wij zijn bezig met het goed vorm geven aan Passend onderwijs. Wij zijn er ook trots op dat we elk jaar een goed doel kunnen sponsoren uit de opbrengsten van een voorjaarsmarkt en sponsorloop, door alle kinderen bij elkaar gewerkt. De Koningsspelen op 25 april 2014 waren gezellig, gemoedelijk en bracht veel saamhorigheid: kortom een geslaagde dag! Meneer Sjoerd slaagde voor de opleiding middenmanagement. Juffrouw Mariska slaagde voor haar opleiding leesspecialist. We zijn er trots op dat basisschool De Bunders een nieuwe impuls krijgt door het inslaan van de nieuwe weg. De saamhorigheid en de veilige schoolomgeving beschouwen wij als een kernkwaliteit.

13 D o c u m e n t e n s t r u c t u u r Met de volledige herziening van het SKIPOV Manifest is ook een herziening doorgevoerd van onze documentenstructuur. In onderstaande afbeelding is weergegeven welke documenten SKIPOV hanteert om op ieder niveau de verantwoordelijkheden en bevoegdheden vast te leggen. Alle documenten zijn voor iedereen (die daar toe over de juiste rechten beschikt) beschikbaar in digitale vorm op SharePoint. Het SKIPOV handboek (8) is in 2014 weer verder aangevuld met de in dat jaar vastgestelde beleidsstukken en procedures. RvB 7 RvT

14 Het schooljaar zijn we weer met 6 groepen van start gegaan. De vrijwillige mobiliteit zorgde voor vacatureruimte. Het team kreeg hierdoor opnieuw een andere samenstelling. Dat brengt elk jaar wat onrust, kost energie en veerkracht om weer een team te vormen. Iedereen heeft inmiddels zijn vaste plek gevonden, de samenwerking verloopt prima, men weet elkaar te vinden. Voor het eerst sinds jaren een grotere instroom van kleuters, wat er voor zorgde dat we met twee kleutergroepen konden starten. Vanaf februari 14 zijn alle groepen van 1 t/m 8 gecombineerd. Aan het einde van het schooljaar vindt er een directeurswisseling plaats. De prognose is dat we de komende jaren nog zullen dalen in het leerlingenaantal en we in met 5 groepen gaan werken. Opnieuw is er het afgelopen jaar veel voorbij gekomen, is er weer ontzettend hard gewerkt. Leerkrachten hebben zich met ondersteuning van de intern begeleider het effectieve IGDI instructiemodel, meer eigen gemaakt. De coöperatieve werkvormen zijn opgefrist. Deze werkvormen worden in alle groepen meer en meer toegepast in verschillende lessen, afgestemd op het niveau van de kinderen. Zo is het modelen niet alleen een instructievorm bij Nieuwsbegrip geworden, maar heeft dit ook zijn plek gevonden bij andere vakgebieden. In 2014 hebben we met een tweetal teamscholingsbijeenkomsten specifiek aandacht besteed aan het analyseren van de resultaten vanuit ZIEN!, een sociaal emotioneel leerling volgsysteem. Er wordt gewerkt met de nieuwe rekenmethode Wereld In getallen (WIG) en in groep 3 is men begonnen met de nieuwe Veilig Leren Lezen (VLL). De ervaringen zijn positief. De resultaten nemen toe op verschillende vakgebieden. Spelling blijft echter een aandachtspunt. We zijn ons aan het oriënteren op een nieuwe methode Wereldoriëntatie die we m.i.v. het nieuwe schooljaar willen gaan inzetten. De digitale rapporten zijn geactualiseerd, via het ouderportaal kunnen ouders nu ook de resultaten van de niet methode gebonden toetsen inzien. In samenwerking met IB-ers van 3 andere SKIPOV scholen is het nieuwe Zorgplan tot stand gekomen. De 2 LB leerkrachten, intern begeleider en de directie vormen samen het Coördinatie-Team (CT). Zij bereiden ontwikkelingen binnen de school voor, die vervolgens in overleg met het team verder worden uitgezet. We streven naar een onderzoekende cultuur. De uitbreiding van de gesprekkencyclus vormt een van de activiteiten die hier een eerste aanzet toe geeft. Naast de gebruikelijke functionerings- of beoordelingsgesprekken is de cyclus uitgebreid met het doelstellingen-, ontwikkel- en evaluatiegesprek. De nieuwe cao zorgt voor veranderingen, met het team gaan we ons richten op het taakbeleid, de professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Het biedt kansen voor een 40-urige werkweek. Passend onderwijs, voor elk kind de juiste plek, het juiste aanbod. Met een team wat weet waar het voor staat, wat het kind centraal stelt, blijven we in ontwikkeling. Met een goed klassenmanagement, pedagogische en didactische vaardigheden en kennis zorgen we er voor dat elk kind gezien wordt en proberen we er uit te halen wat er in zit! Genoeg uitdagingen om ons blijvend professioneel te ontwikkelen!

15 P l a n n i n g & C o n t r o l Het beleid, zoals geformuleerd in het schoolplan en schooljaarplan, wordt in de Beleidsplanner ingevoerd. In dit systeem wordt het beleid vertaald naar concrete activiteiten en eventueel toegewezen aan de verantwoordelijken binnen de school. Dit systeem vormt de leidraad van de ontwikkelingen binnen de school. Binnen SKIPOV zijn een aantal controlemiddelen om de kwaliteit van het onderwijs te meten. Naast de CITOeindscores en de beoordelingen van de Onderwijsinspectie, is een webbased Dashboard ontwikkeld. Aan de hand van een 40-tal prestatie-indicatoren worden de scholen gemonitord. Het geeft niet alleen schooldirecties maar ook de raad van bestuur en de raad van toezicht veel inzicht in de ontwikkelingen van SKIPOV, zowel kwantitatief als kwalitatief. Naast de indicatoren per school zijn deze ook geconsolideerd op stichtingsniveau te volgen. Het Dashboard biedt ook uitgebreide mogelijkheden tot benchmarking. Behalve de hierboven omschreven instrumentele middelen is er intensief contact tussen directeuren enerzijds en het bestuur en de stafafdelingen anderzijds. In 2013 is het Dashboard vrijgegeven voor alle personeelsleden en medezeggenschapsorganen binnen SKIPOV. Per kwartaal vinden er met iedere directeur de zogenaamde kwartaalgesprekken plaats. Zowel de personeelsfunctionaris als de directeur bedrijfsvoering hebben, separaat, ieder kwartaal een gesprek met iedere directeur. Zij rapporteren hierover aan de raad van bestuur. Het Bestuur heeft vervolgens aansluitend ook ieder kwartaal een gesprek met iedere directeur. Hierbij worden eventuele bijzonderheden uit bovenstaande gesprekken meegenomen. De focus van deze gesprekken ligt hoofdzakelijk op de voortgang van de schoolplannen, onderwijsresultaten en het algemeen functioneren van school en directie. Daarnaast worden deze gesprekken ook gebruikt voor coaching van directies. Problemen of zorgpunten kunnen op die manier vroegtijdig worden herkend en waar nodig worden bijgestuurd. In 2014 is een onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit en werkbaarheid van het instrument de Beleidsplanner. Met de invoering van de nieuwe beleidsperiode in 2015 zal afscheid worden genomen van de beleidsplanner en zal worden overgestapt op Integraal, het kwaliteitsinstrument wat integraal onderdeel vormt van ons leerlingvolgsysteem Parnassys. RvB 9 RvT

16 Ook in 2014 is er weer hard gewerkt aan verschillende schoolontwikkelingen op bs. De Empel. Daarnaast heeft de school ook te maken gehad met een aantal organisatorische veranderingen. Sinds het schooljaar vormt bs. De Empel samen met bs. Antonius en bs. Sint Nicolaas een scholencluster. Uitgangspunt is van het cluster is Eenheid met behoud van Eigenheid. Dit betekent dat er met behoud van de eigen identiteit, inhoudelijk en organisatorisch actief tussen de scholen wordt samengewerkt. Samen werken en samen leren staan in de ontwikkeling van het cluster en dus de school centraal. Ontwikkelingen mbt het Onderwijs bs. De Empel De laatste tranche van de methode/aanpak Taakspel is gestart. Dit betekent dat alle collega s zijn nu bekend met de methodiek Taakspel. De bedoeling is dat zij in juli 2015 allen gecertificeerd zijn en daarmee is De Empel formeel een Taakspelschool. De deskundigheid van de leerkracht om kinderen op een positieve manier hun taak- en werkhouding te verbeteren is met Taakspel zichtbaar in de groepen toegenomen. Daarnaast is er in 2014 de borging van You Are Good door de werkgroep ingezet. De YAG activiteiten staan vast in het lesrooster en komen periodiek terug op de agenda van het teamoverleg. Daarnaast komt de werkgroep regelmatig bijeen. In 2014 is er een start gemaakt met de keuze van een nieuwe taalmethode en deze midden 2015 worden geïmplementeerd. Verder is er veel aandacht besteed aan het borgen van het IGDI-model. Alle fasen van dit model zijn nu bij het team bekend en worden zoveel als mogelijk toegepast bij de vier hoofdvakken (taal, rekenen, begrijpend- en technisch lezen). Middels observaties support (interne begeleiding) en controll (directie) wordt IGDI geborgen. Ontwikkelingen mbt Personeel en Organisatie bs. De Empel Het totaal aantal leerlingen is weer sterk afgenomen. Tijdens de 1 oktobertelling van 2014 waren er 216 leerlingen aanwezig, 32 minder dan het jaar daarvoor. De prognose is nog steeds dat het leerlingenaantal zal blijven dalen. Doordat een collega tijdens het schooljaar werkzaam is in de vervangingspool en een aantal collega s ouderschapsverlof op hebben genomen is er geen sprake geweest van verplichte mobiliteit. Er is gekozen om vanaf het school jaar te gaan werken met een digitaal rapport. Daarnaast is ook het ouderportaal geopend. Hierdoor zijn de onderwijs resultaten van de kinderen voor de ouders goed te volgen. De Empel is sinds augustus 2014 onderdeel van een cluster. Naast de directeur is ook de intern begeleider werkzaam op drie locaties. Er is een cluster-mt gevormd bestaande uit de twee locatiebegeleiders van de twee andere scholen, de twee bouwcoördinatoren van bs. De Empel, de intern begeleider en de directeur. Er zijn een aantal momenten gepland waarbij alle collega s van alle drie de locaties bijeenkomen om gezamenlijk gericht te werken aan de schoolontwikkeling.

17 L e e r l i n g o n t w i k k e l i n g 1 o k t o b e r De ontwikkeling van de leerlingaantallen blijft een grillig verloop kennen. Na de forse leerling daling in 2011 van 4,5%, een gematigde daling van 2,2% in 2012 en een zeer forse daling van 6,4% in 2013 kende 2014 (peildatum 1 oktober) een daling van 3,6 % (95 leerlingen). Per 1 oktober 2014 telde SKIPOV 2551 leerlingen. De grootste krimp vond plaats in Erp. De 2 scholen in Erp (de Empel en de Mariaschool) krompen respectievelijk met 32 (-13%) en 10 (-5%) leerlingen. Daarmee nemen deze 2 scholen bijna de helft van de totale krimp van SKIPOV voor hun rekening. De gemeente Veghel laat jaarlijks door een extern bureau een prognose opstellen, om daarmee de verwachte onderwijs huisvestingsbehoefte goed in te kunnen schatten. Gebleken is dat deze prognoses de afgelopen jaren te optimistisch zijn geweest. De laatste prognose is door de gemeente fors bijgesteld en laat voor de komende jaren nu een gemiddelde daling van 1,5% tot 2% per jaar zien. De economische onzekerheid en stagnatie van met name de woningbouw maken het opstellen van betrouwbare prognoses moeilijk. De 2 kleine dorpsscholen (Antonius in Keldonk en de Sint Nicolaas in Boerdonk) blijven redelijk constant qua leerlingaantal. De grootste school van SKIPOV is nog altijd t Ven, maar daar zien we dat de krimp inmiddels ook heeft ingezet. Een goede monitoring van het leerlingaantal is belangrijk om zowel qua formatie, huisvesting als op toe te passen onderwijs concepten tijdig te kunnen anticiperen. Overigens laat de meerjarige formatieplanning zien dat we de krimp van het aantal leerlingen de komende jaren (qua personele bezetting) goed kunnen opvangen. In onderstaande grafieken staan de leerlingaantallen van onze scholen per 1 oktober 2014 en van de afgelopen 3 jaar. In onderstaande grafieken is de uitstroom van groep 8 leerlingen weergegeven van schooljaar In totaal stroomden 378 leerlingen uit naar het vervolgonderwijs. De uitstroom naar type onderwijs is redelijk gelijk gebleven. Van de 378 uitstromers gingen 196 leerlingen (52%, was 52%) naar het VMBO en 162 leerlingen naar HAVO/VWO (42%, was 42%). De uitstroom naar het Praktijkonderwijs is opnieuw licht gedaald van 25 naar 18 leerlingen (van 5,4% naar 4,7%). We zien wederom een lichte daling van de uitstroom naar de Veghelse scholen. 45% ging naar het Fioretti College (was 47%) en 34% naar het Zwijssen College (was 34%). RvB 11 RvT

18 De eerste helft van dit kalenderjaar was onderwijskundig vooral gericht op de invoering van Passend Onderwijs. Daarnaast hebben we ons in april succesvol geaccrediteerd tot opleidingsschool binnen het partnerschap van Fontys Hogescholen Kind en Educatie. Vanaf augustus 2014 heeft t Heibosch een nieuwe koers ingezet als het gaat om schoolontwikkeling. Hiermee anticiperen we op het nieuw te formuleren schoolplan We maken hierin als het ware een vliegende start. Bij aanvang van het schooljaar zijn we onder begeleiding van een onderwijsadviseur begonnen met een schoolontwikkelingstraject. Zowel het team als het managementteam volgen scholing en coaching. De nadruk verschuift van het activiteiten gericht werken naar leerlinggericht werken waarbij de autonomie van de leerling een kernwaarde is. Als uitgangspunt staat een krachtig effect op het totale leren van leerlingen en leerkrachten centraal. In onze kwaliteitszorg is het zichtbaar maken van dit leren dan ook een speerpunt. Dat gaat samen met het stellen van ambitieuze, inspirerende doelen. Dit zichtbaar maken van leren gebeurt op het niveau van de leerling, de leerkracht, de leidinggevenden, de school en de bovenschoolse organisatie. Reflectie op deze groei is niet iets incidenteels maar vindt hoogfrequent plaats op basis van evalueerbare data. Het werken met onderzoeksinstrumenten is binnen deze cultuur een vanzelfsprekende zaak. We hebben eind 2014 een belangrijk besluit genomen, mede om het realiseren van de gewenste rol van leerkrachten in de genoemde schoolontwikkeling succesvol te maken. Het besluit bestaat er uit om ons concept van basisgroepen en instructiegroepen (unit-werken) los te laten met ingang van het schooljaar In 2014 hebben we ook een keuze gemaakt en voorbereidingen getroffen voor de invoering van een nieuwe rekenmethode. Bij de start van het schooljaar zijn we van groep 3 t/m 8 overgestapt op deze nieuwe methode. Op t Heibosch is het afgelopen jaar het leerlingenaantal opnieuw gedaald. Op de teldatum van 1 oktober 2014 bedroeg het aantal leerlingen 205. Een daling van 8 leerlingen ten opzichte van 1 oktober Er waren ook ontwikkelingen op het personele vlak. Een teamlid maakte gebruik van de mogelijkheid om via vrijwillige mobiliteit op een andere SKIPOV-school te gaan werken. Daar hebben wij weer een andere vrijwillig mobiele collega voor terug kunnen plaatsen. De directeur is per augustus 2014 een tweede school gaan leiden en neemt nog 0.5 FTE directieformatie in. Dit betekende dat we twee dagen ambulante tijd per week voor bouwcoördinatie hebben kunnen behouden welke anders vervallen zou zijn. We hebben ook een stukje IB-tijd ingeleverd middels natuurlijk verloop en de administratieve kracht is uit onze formatie verdwenen. De werkzaamheden zijn organisatorisch bij het stafkantoor ondergebracht waarbij veel werk op afstand wordt gedaan en de administratieve kracht ons nog een halve dag per twee weken op school ondersteund. Het ziekteverzuim kende in 2014 een stijging maar blijft onder het SKIPOV-gemiddelde en het landelijk gemiddelde. Aangaande de groepsbezetting zijn we het principe groot waar het kan en klein waar het moet blijven huldigen. Daarin wordt de groepsgrootte organisatorisch afgestemd op de mate van instructiegevoeligheid van de vakgebieden. De krimp in de formatie vraagt het komende jaar een verdere effectuering van de organisatie van onze werkzaamheden. Om dit goed op te kunnen vangen zullen we onze processen nog effectiever moeten organiseren, maar ook zullen we prioriteitskeuzes maken met betrekking tot ons aanbod van instructie en van activiteiten. Wij zien de toekomst echter met vertrouwen tegemoet en het zal onze drive om een krachtig effect op het leren van leerlingen geenszins verminderen!

19 3.2 O n d e r w i j s b e l e i d H e r s t r u c t u r e r i n g Op 1 augustus 2014 heeft een ingrijpende herstructurering van SKIPOV plaats gevonden, onder de titel Naar een betere kwaliteit door een betere balans. Onderwijs in Nederland heeft al een aantal jaren last van krimpende leerlingaantallen en bezuinigingen vanuit de overheid. Dit zet druk op onze leerkrachten en is daarmee een directe bedreiging voor de kwaliteit van ons onderwijs. Krimp van het leerlingaantal maakt scholen en schoolteams steeds kleiner terwijl de druk vanuit met name de kleine kernen groot is om de scholen, vanuit leefbaarheid argumenten te behouden. Hoewel wij niet direct verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid in de kleine kernen willen wij waar mogelijk daaraan wel een bijdrage leveren. Onze primaire verantwoordelijkheid zal echter altijd de kwaliteit van het onderwijs zijn. Wij zien ons dan ook voor een belangrijke uitdaging geplaatst. Waar we door bezuinigingen al meer met minder mensen moeten doen veroorzaakt de krimp van de leerlingaantallen dat de werkomgeving in met name de kleine scholen steeds armer wordt als het gaat om mogelijkheden tot kennisdeling tussen teamleden en zien we een toenemende mate van versnippering van kennis. Mogelijkheden tot benodigde specialisatie en verdeling van taken wordt in kleine teams steeds lastiger. Naast deze kennis problemen zien we nog een ander groeiend probleem. De laatste jaren hebben we de krimp en bezuinigingen steeds op kunnen vangen door met name kritisch te zijn op de inzet van onderwijzend personeel (OP). Dat is immers de grootste groep personeel (194 medewerkers = 130 FTE = 80%) en relatief makkelijker in evenwicht te houden met leerlingaantal en inkomsten. We zien daardoor de laatste jaren een groeiende onbalans tussen Onderwijzend personeel en overig personeel (directie en ondersteunend personeel). In een krimpende school is het immers lastig om solitaire functies (zoals een directeur) ieder jaar bij te stellen op de omvang (en daarmee inkomsten) van de school. Bovenstaande argumenten hebben een herstructurering van SKIPOV noodzakelijk gemaakt, waarbij we de steeds kleiner wordende scholen/teams nieuwe impulsen willen geven alsmede de onbalans tussen OP en overig personeel willen herstellen. Daarmee bieden de krimp en bezuinigingen ons juist een mogelijkheid tot nieuwe kwaliteitsimpulsen; naar een betere kwaliteit door een betere balans! Om de werkomgeving van met name de kleinere school teams rijker te maken en daarmee tevens de versnippering van kennis tegen te gaan, gaan we deze scholen de komende jaren gefaseerd clusteren met collega scholen. De kleine kernen blijven daarmee verzekerd van kwalitatief goed onderwijs in hun dorp (thuisnabij onderwijs). De teams worden echter groter waardoor er veel meer mogelijkheden ontstaan voor intervisie en (effectieve) kennisdeling, uitbouw van specialismen (zoals bijvoorbeeld interne begeleiding en ICT ers), het tegengaan van versnippering en het beter verdelen (door bundeling) van allerlei schoolse taken. Met name de scholen in Keldonk, Boerdonk en Mariaheide hebben inmiddels een omvang bereikt waarbij zelfs het in stand houden van 4 (gemengde) groepen moeilijk wordt. Op termijn zullen ook de scholen in Zijtaart en Eerde onder de 100 leerlingen uitkomen. De druk op de teamleden wordt daarmee steeds groter. In de eerste fase, op 1 augustus 2014 uitgevoerd, zijn twee clusters gevormd. De Antonius in Keldonk en de Sint Nicolaas in Boerdonk zijn gekoppeld aan de Empel in Erp. De Maria ter Heide school vormt sinds 1 augustus 2014 een cluster met de Mariaschool in Erp. In een later stadium (naar verwachting per 1 augustus 2016) zullen de scholen in Eerde (Petrus en Paulus) en Zijtaart (Edith Stein) volgen. De scholen binnen een cluster behouden hun eigenheid en locatie. Kinderen blijven de mogelijkheid houden voor thuisnabij onderwijs. De voordelen zullen vooral liggen in de bundeling van ondersteunende functies, het delen van kennis (meer directe collega s), het effectiever organiseren van teamvergaderingen en studiedagen etc. Behalve de vorming van clusters wilden we ook de balans herstellen tussen Onderwijzend personeel en overig personeel, met name de schoolleiding. Praktisch gezien betekende dit dat we onze 14 locaties met minder schoolleiders zijn gaan aansturen. Vanaf 1 augustus 2014 worden de 2 nieuw gevormde clusters geleid door één directeur. Daarmee wordt een belangrijk deel van de onbalans hersteld. Door onze goede financiële positie hebben wij de mogelijkheid om het terugbrengen van de schoolleiding gefaseerd door te voeren. Daardoor kunnen we deze afbouw ook volledig opvangen middels natuurlijk verloop. Met de invoering van het beleidsplan directieontwikkeling in november 2011 is ook verplichte mobiliteit voor schoolleiders binnen SKIPOV ingevoerd. We ervaren het als verfrissend dat directeuren binnen een termijn RvB 13 RvT

20 Scholencluster bs. Maria en bs. Maria ter Heide Sinds het schooljaar werken bs. Maria en bs. Maria ter Heide als organisatorische eenheid samen in een scholencluster. Met behoud van eigen identiteit wordt er ook inhoudelijk samengewerkt in schoolontwikkeling. Beide scholen staan voor een vergelijkbare, uitdagende opdracht; vanuit verscherpt toezicht door de inspectie van het onderwijs terugkeren in een basisarrangement en vervolgens doorgroeien naar excellent onderwijs voor de kinderen in Erp en Mariaheide. En we maken grote sprongen voorwaarts vanuit het SOK (Sturend Onderwijskundig Kader) scholencluster bs Maria en bs Maria ter Heide. Samen werken en samen leren staan centraal. Bs. Maria (Erp) Het jaar 2014 stond voor bs Maria in het teken van afscheid en een nieuwe start. Er werd afscheid genomen van de directeur, enkele collega s en de IB-er. Onder leiding van een nieuwe directeur en een nieuwe intern begeleider (IB-er) is er in het schooljaar gestart met een schoolverbeterplan, waarin werken vanuit een gezamenlijke visie en passie voor de essentie van het vak centraal staan. Niet meer trekken aan het gras om het te laten groeien, maar het creëren van een voedingsrijke bodem en een groeizaam klimaat. Terug naar de essentie, terug naar het kind! Zorg verbeterplan Er is een start gemaakt met het verbeteren van de zorg en de zorgstructuur. Leerkrachten zijn de spin in het web van de zorg en ze worden daarbij voelbaar en zichtbaar ondersteund. In de uitvoering van de zorg wordt gezorgd voor helderheid in verwachtingen. Ook is er extra aandacht voor de planmatige uitvoering van de zorg in de klas. De IB-er brengt daarbij expertise en coaching voor de leerkrachten. Nieuwe taalmethode Bij aanvang van het nieuwe schooljaar is er gestart met de nieuwe methode Taal Actief 4. Op basis van een implementatieplan en de ervaringen met de invoering van deze methode op bs. Maria ter Heide wordt er systematisch gewerkt aan het verbeteren van de resultaten op het talige vlak. Kleuterplein Er is een start gemaakt met het implementeren van de methode Kleuterplein. De methode zorgt voor een planmatig en beredeneerd aanbod in de groepen 1 en 2.

21 van 4 tot maximaal 8 jaar van school wisselen. Het biedt tevens mogelijkheden aan directies nieuwe carrière stappen te maken en zich verder door te ontwikkelen. Scholen lopen niet vast in patronen maar krijgen ook steeds weer nieuwe inzichten en impulsen. Deze verplichte mobiliteit en de hierboven beschreven herstructurering brengt met zich mee dat een aantal directeuren per 1 augustus 2014 van school zijn gewisseld. Per 1 augustus 2014 zijn 2 zittende directeuren met pensioen gegaan (Jan Mommersteeg en Loek Ariaans) en is Minet Peters vanuit de kweekvijver ingestroomd in het directieberaad. Bij de toewijzing van directeuren aan scholen (en schoolclusters) per 1 augustus 2014 hebben een aantal (persoon specifieke) factoren een rol gespeeld, zoals ervaring, span of control en ambitie. Ook de betrekkingsomvang (parttime factor) is meegewogen. Uiteindelijk dient er ook hier een balans te ontstaan waarbij iedere school (en schoolcluster) de juiste directeur krijgt. Gekeken is dan ook niet alleen naar de persoonlijke factoren maar ook naar het profiel en de kwalitatieve staat van de school. In de visie van SKIPOV zijn onze schoolleiders vooral onderwijskundige leiders. Hun belangrijkste verantwoordelijkheid is het aansturen van het personeel in de ruimste zin van het woord. Goed onderwijs wordt immers hoofdzakelijk bepaald door goed personeel. In de praktijk worden zij nog te veel en te vaak afgeleid door allerlei randzaken. Bovendien hebben scholen niet of nauwelijks de financiële ruimte om hier ondersteunend personeel op in te zetten. Een werkgroep uit het Directieberaad heeft daarom alle werkzaamheden van de schoolleiding geïnventariseerd en beoordeeld welke werkzaamheden effectiever kunnen worden georganiseerd door ze centraal uit te voeren. SKIPOV beschikt over een hoogwaardige technische infrastructuur (ICT en telefonie) die het mogelijk maakt om een aantal schoolse werkzaamheden centraal gebundeld en daarmee veel effectiever uit te kunnen voeren. Per 1 augustus 2014 zijn de volgende werkzaamheden ondergebracht bij de centrale staf: Leerling administratie Optimaliseren workflow inkoopfacturen Beheer kleine kas op scholen Personele administratie (mutaties, aktes van benoeming etc.) ARBO gerelateerde zaken (RIE s, ontruimingsplannen etc.) Secretariële ondersteuning (waaronder telefoonverkeer indien nodig afvangen) Gebouwbeheer Om bovenstaande mogelijk te maken is de verdere uitrol van onze VOIP centrale versneld doorgevoerd (alle scholen op 1 centrale), en is er een soort vliegende administratieve brigade ingesteld om een aantal van bovengenoemde werkzaamheden op locatie uit te voeren. Door directeuren op bovenstaande wijze te ont-zorgen ontstond er voor hen meer ruimte en focus om zich verder door te ontwikkelen als onderwijskundig leider. Met de hier boven beschreven herstructurering kunnen wij de krimp en bezuinigingen niet alleen goed opvangen, we geven onze medewerkers meer ruimte om zich goed te ontwikkelen en hen beter dan nu in staat te stellen goed te functioneren met de focus op goed onderwijs. We creëren rijkere omgevingen en organiseren ons werk effectiever (en daardoor beter en goedkoper). We zijn daarbij goed in staat om ook de onderwijsvoorzieningen in de kleine kernen te waarborgen. We passen niet alleen onze organisatie aan, aan de veranderde omstandigheden, maar gebruiken de krimp en bezuinigingen als een uitdaging voor kwaliteitsbehoud en verbetering om daarmee kwalitatief goed basisonderwijs in de gehele gemeente Veghel voor de komende jaren te waarborgen. RvB 15 RvT

22 Scholencluster bs. Maria en bs. Maria ter Heide Sinds het schooljaar werken bs. Maria en bs. Maria ter Heide als organisatorische eenheid samen in een scholencluster. Met behoud van eigen identiteit wordt er ook inhoudelijk samengewerkt in schoolontwikkeling. Beide scholen staan voor een vergelijkbare, uitdagende opdracht; vanuit verscherpt toezicht door de inspectie van het onderwijs terugkeren in een basisarrangement en vervolgens doorgroeien naar excellent onderwijs voor de kinderen in Erp en Mariaheide. En we maken grote sprongen voorwaarts vanuit het SOK (Sturend Onderwijskundig Kader) scholencluster bs Maria en bs Maria ter Heide. Samen werken en samen leren staan centraal. Bs. Maria ter Heide (Mariaheide) Op basisschool Maria ter Heide is het eerste jaar van het onderwijs verbetertraject afgesloten en wordt er doorgebouwd op de behaalde resultaten. In de school is een zichtbaar en voelbaar verbeterd leer- en leefklimaat. Er wordt gekeken naar en gestuurd op de betrokkenheid en het eigenaarschap van de leerlingen. En dat zorgt voor significant betere opbrengsten. Helaas waren de eindopbrengsten in 2014 nog onder de ondergrens van de inspectie. Ook constateerde de inspectie nog aandachtspunten in de zorg aan de kinderen, waardoor er in oktober 2014 nog geen basisarrangement kon worden toegekend. Na deze teleurstelling te hebben verwerkt, is het team met extra motivatie en vol energie doorgegaan op de ingeslagen weg van het SOK samen met alle collega s binnen het cluster. Nieuwe rekenmethode Hoewel de rekenresultaten over het geheel genomen van een voldoende niveau waren, heeft het team besloten te gaan werken aan de verbetering van de kwaliteit van het rekenonderwijs. De nieuwe methode Pluspunt vormt de basis voor dit verbetertraject. Een binnen het cluster geformeerde rekenwerkgroep, onder leiding van de rekencoördinator, verzorgt de implementatie van deze methode. KindVolgModel (KVM) De leerkracht van groep ½ heeft samen met de IB-er een scholingstraject rondom het observatiesysteem KVM gevolgd. Met het KVM worden de kleuters in hun ontwikkeling gevolgd en op basis daarvan wordt er een beredeneerd aanbod gerealiseerd. De focus ligt daarbij op ontwikkeling middels spel en in hoeken. Het scholencluster bs. Maria en bs. Maria ter Heide is in beweging en in ontwikkeling. De teams ( het team ) gaan ervoor en dat zorgt voor een voedingsrijke bodem en een groeizaam klimaat op beide scholen!

23 O p b r e n g s t e n In 2014 is de CITO eindtoets nog in februari gemaakt, zodat de uitslagen nog mee wogen bij de advisering voor het voortgezet onderwijs. De bedoeling was om dat in 2014 te veranderen, maar inmiddels is duidelijk geworden dat voor het eerst in 2015 de CITO eindtoets verschuift naar april/mei en niet meer mee zal wegen in het schooladvies. Achtergrond hierbij is dat de minister de CITO eindtoets niet meer mee wil laten wegen bij de schoolkeuze voor het vervolgonderwijs maar hier het advies van de basisschool leidend in te laten zijn. Een ontwikkeling die wij in Veghel zeer toejuichen en al jaren naar toe aan het werken zijn. CITO eindtoetsen blijven een momentopname, waarvan de uitslag door vele factoren nadelig beïnvloed kan worden. Ook bij SKIPOV zien we een erg wisselend beeld over de jaren, terwijl ons leerlingvolgsysteem een veel gedetailleerder en consistent beeld geeft. De onderwijsinspectie zal de CITO eindtoets wel blijven gebruiken als primaire indicator voor de kwaliteit. De CITO eindtoets 2014 geeft een wisselend beeld. Naar verwachting zat één school, de Maria ter Heide school, in de gevarenzone. Dit was al langer bekend en inmiddels is er stevig ingegrepen in het team. Zowel de directeur als de IB er zijn per 1 augustus 2013 vervangen. Hoewel er sprake is van een duidelijke verbetering van de tussenresultaten blijft de CITO eindscore nog enigszins achter. Bij de meerderheid van de scholen is de CITO eindscore goed tot zeer goed. Vier scholen scoren (nog) net onder de ondergrens. In deze scores zijn de uitsluitingen niet opgenomen. Kinderen die op basis van het schooladvies een advies praktijkonderwijs krijgen, of kinderen die een aantoonbare eigen leerlijn volgen mogen immers uitgesloten worden van het schoolgemiddelde. Uit de spreidingsgrafieken per school blijkt dat iedere school enkele van deze kinderen heeft. Bij uitsluiting van deze kinderen is de score van de meeste scholen (met uitzondering van de Maria ter Heideschool) uitgekomen op voldoende. Op 29 augustus 2014 heeft het jaarlijkse gesprek met de onderwijsinspectie plaats gevonden. Het toezicht op scholen is de afgelopen jaren verlegd naar het zogenaamde bestuurstoezicht. Het bestuur wordt verantwoordelijk gehouden voor de kwaliteit van het onderwijs op haar scholen en wordt geacht hier ook voldoende toelichting op te kunnen geven. Alleen als er aanleiding toe is zal een school door de inspectie worden bezocht. Tijdens het gesprek is een toelichting gegeven op de organisatorische veranderingen binnen SKIPOV en is uitgebreid gesproken over de wijze waarop SKIPOV invulling geeft aan Passend Onderwijs. De inspectie heeft een korte toelichting gegeven op het geïntegreerd bestuurstoezicht. De risicoanalyse van de inspectie is gericht op de onderwijskwaliteit van de scholen en op de financiële gegevens van het bestuur (jaarverslag en jaarrekening). Uit deze analyse kwamen geen financiële risico s naar voren op de onderzochte kengetallen. De inspectie heeft tevens een korte toelichting gegeven op de ontwikkeling van gedifferentieerd toezicht. De achterliggende intentie hiervan is om álle scholen via het toezicht te stimuleren tot ontwikkeling, niet alleen risicoscholen. De verbetercultuur binnen scholen en bij het bestuur zal een belangrijkere plaats in gaan nemen. Daarnaast zal er ook meer differentiatie in de oordelen over de kwaliteit van een school komen. Er wordt onderscheid gemaakt in zeer zwak, zwak, voldoende, goed en excellent. Bovendien krijgen de scholen breder feedback. In dit kader wordt gewerkt aan een nieuw waarderings- en toezichtkader. In januari tot mei 2015 worden, op scholen die in aanmerking komen voor een bezoek, pilots met het nieuwe waarderingskader uitgevoerd. RvB 17 RvT

24 Begin 2014 werd het plan Naar een betere kwaliteit, door een betere balans omarmt door het directieberaad en de verschillende scholen. Centraal in dit plan stond de clustering van scholen, de herverdeling van directeuren en het ontzorgen van directies. Voor de Petrus en Paulus betekende dat heel concreet dat we op het einde van schooljaar afscheid namen van directeur Silvy Arts. Naast Silvy namen we ook afscheid van een aantal leerkrachten en de conciërge door vrijwillige mobiliteit, pensioen en het stoppen van tijdelijke contracten. Schooljaar startten we met maar liefst 5 nieuwe gezichten op onze school, bijna de helft van ons team. Een bijzondere situatie voor het team, maar zeker ook de ouders en kinderen. Dankzij de inzet van zowel de blijvende teamleden als de nieuwe teamleden, voelt deze samenstelling inmiddels heel vertrouwd en dat stralen we ook uit richting anderen. Een groot thema in 2014 was het implementeren van Zien!, een webbased programma waarmee we de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen in kaart kunnen brengen. Onze school heeft er bewust voor gekozen om bij de implementatie verder te gaan dan alleen het invullen van dit instrument. Er is nadruk gelegd op de samenhang tussen het pedagogisch en didactisch klimaat en we streven naar hoge betrokkenheid bij alle kinderen. Welbevinden en een positief pedagogisch klimaat zijn voorwaardelijk voor leren en ontwikkeling. Om er voor te zorgen dat we ook in de nieuwe teamsamenstelling wat dit betreft allemaal de neuzen dezelfde kant op hebben staan, volgden we in de 2 e helft van 2014 opnieuw de Fidestraining. Ook was er veel aandacht voor coöperatief leren en hebben we ons georiënteerd op het vernieuwen van ons pestprotocol. In 2015 willen we tot een gefundeerd plan van aanpak komen als het gaat om het voorkomen van pesten en het bewerkstelligen van een goed pedagogisch klimaat.

25 Uiteraard zijn de alle scholen ook individueel besproken. Daar waar nodig is een toelichting gegeven op de verschillende ontwikkelingen. Uit onze eigen analyse kwamen twee scholen naar boven waar de resultaten niet op het gewenste niveau liggen; de Mariaschool en de Maria ter Heide school. Deze analyse kwam overeen met de bevindingen van de inspectie. Op beide scholen zijn overigens al de nodige maatregelen genomen om het tij te keren. Beide scholen zullen door de inspectie worden bezocht. Alle overige scholen hebben wederom het basis arrangement toegewezen gekregen. Opleidingsprogramma directie en Intern Begeleiders In 2014 zijn we gestart met een groot opleidingsprogramma voor Directies en Intern Begeleiders (gedeeltelijk gecombineerd). Vanuit het bewustzijn dat sterk onderwijskundig leiderschap van doorslaggevend belang is in het realiseren van duurzaam sterke resultaten hebben we onze organisatie geherstructureerd. Binnen deze nieuwe structuur zijn interne begeleiders/directeuren (leidinggevenden) betrokken bij meerdere scholen en wordt doelgericht ingezet op samenwerking tussen schoolteams. Realisatie van de Professionele Leergemeenschap (PLG) is daarbij uitgangspunt. Het nu ingezette opleidingsprogramma gaat in essentie om een ontwikkeltraject dat vanuit betekenisvolle inhouden insteekt op: 1. vergroting van de bekwaamheidsontwikkeling van leidinggevenden met focus op de leidinggevende als onderzoeker, ontwerper (strateeg), cultuurbouwer en coach; 2. realisatie van een professionele leergemeenschap op het niveau van de leidinggevenden. Zowel interne begeleiders als schoolleiders: - geven leiding aan het leren van leraren (onderwijskundig coach); - dragen bij aan het bouwen aan een professionele leergemeenschap; - geven vorm en inhoud aan kwaliteitszorg op basis van gedegen onderzoek. Rollen en verantwoordelijkheden verschillen daarentegen. Ten aanzien van de bekwaamheidsontwikkeling lopen behoeften tussen directeuren en interne begeleiders in de praktijk daarom uiteen. In dit traject trekken directeuren en interne begeleiders daarom samen op bij thema s die voldoende generiek zijn en vindt differentiatie plaats ten aanzien van functiegebonden thematieken. Dyslexie In de definitie van basisondersteuning zoals wij die binnen ons samenwerkingsverband hanteren is onder andere opgenomen dat wij een aanbod hebben voor leerlingen met dyslexie (conform de protocollen). Hoewel wij al jaren een Dyslexie protocol hanteren is er geen sprake van een éénduidige aanpak. Het is daarom aan ouders dan ook niet eenvoudig uit te leggen wat zij van school mogen verwachten. Daarom is gelijk met deze invulling van de Basisondersteuning het Beleidsplan Dyslexie ontwikkelt, wat voorziet in een éénduidige definitie én aanpak van kinderen met Dyslexie. Onderdeel van dit beleidsplan is onder andere dat wij alle leerlingen met EED (ca. 100 leerlingen) vanaf groep 6 bij de start van schooljaar hebben voorzien van een eigen laptop met speciale software om geschreven teksten auditief aan te bieden. Dit vergde een investering van ca en paste binnen ons meerjaren investeringsplan. Taalvijver Zoals bekend zijn wij drie jaar geleden gestart met de Taalvijver, een voorziening voor onaanspreekbare nieuwkomers, volledig gefinancierd door de onderwijsachterstandsmiddelen van de gemeente en uitgevoerd door SKIPOV. Afgelopen januari hebben wij de Taalvijver uit kunnen breiden met ook de 4-6 jarigen. 1 augustus 2014 is de Taalvijver nieuwe stijl verhuisd naar een lege vleugel in de Wissel, en kent een sterke groei (met name nieuwkomers uit Polen, Roemenië en Syrië). Op dit moment kent de Taalvijver ca. 30 leerlingen. Met de verhuizing en uitbreiding met de kleuterafdeling zijn we ook overgestapt op de zogenaamde deeltijd variant. Na ca. 3 maanden fulltime, stromen de kinderen gedurende 2 dagen per week in, in de school van hun keuze. Zij blijven dan nog ca. 9 maanden gedurende 3 dagen op de Taalvijver. RvB 19 RvT

26 Op bs. Sint Nicolaas is er in 2014 door de teamleden hard gewerkt aan verschillende schoolontwikkelingen. Daarnaast heeft de school ook te maken gehad met een aantal organisatorische veranderingen. Sinds het schooljaar vormt bs. Sint Nicolaas samen met bs. Antonius en bs. De Empel een scholencluster. Uitgangspunt is van het cluster is Eenheid met behoud van Eigenheid. Dit betekent dat er met behoud van de eigen identiteit, inhoudelijk en organisatorisch actief tussen de scholen wordt samengewerkt. Samen werken en samen leren staan in de ontwikkeling van het cluster en dus de school centraal. Ontwikkelingen m.b.t. het Onderwijs bs. Sint Nicolaas In augustus is de eerste tranche van de implementatie van de methode/aanpak Taakspel in groep 5/6 gestart. Begin van 2015 zullen de collega s van groep 1-2 aan de tweede tranche starten. Het is de bedoeling dat zij in 2015 allen gecertificeerd zijn. Taakspel maakt de leerkracht deskundig om kinderen op een positieve manier hun taak- en werkhouding te verbeteren. Einde schooljaar is de nieuwe taalmethode Taalactief aangeschaft. Helaas was er geen implementatietraject en heeft het de collega s veel inspanning gekost om begin schooljaar te starten. Verder is er veel aandacht besteed aan het implementeren van het IGDI-model. De eerste drie fasen van dit model zijn het team aangeboden en worden zoveel als mogelijk toegepast bij de vier hoofdvakken (taal, rekenen, begrijpend- en technisch lezen). Middels observaties support (interne begeleiding) en controll (directie) worden deze fasen van het IGDI model geborgen. Ontwikkelingen m.b.t. Personeel en Organisatie bs. Sint Nicolaas Het totaal aantal leerlingen is stabiel gebleven. Tijdens de 1 oktobertelling van 2014 waren er 94 leerlingen aanwezig. De prognose is dat de instroom zal verminderen en het leerlingenaantal op termijn zal dalen. Door de keuze van vrijwillige mobiliteit en een vaststellingsovereenkomst is er structurele vacatureruimte ontstaan. Er is voor gekozen om deze in eerste instantie met een tijdelijk contract in te vullen. Bs. Sint Nicolaas is sinds augustus 2014 onderdeel van een cluster. Naast de directeur is ook de intern begeleider werkzaam op drie locaties. Nieuw is de functie van locatiebegeleider. De locatiebegeleider neemt de directeur waar bij diens afwezigheid. Er is een cluster-mt gevormd bestaande uit de locatiebegeleider van Sint Nicolaas en de locatiebegeleider van bs. Antonius, de twee bouwcoördinatoren van bs. De Empel, de intern begeleider en de directeur. Er zijn een aantal momenten gepland waarbij alle collega s van alle drie de locaties bijeenkomen om gezamenlijk gericht te werken aan de schoolontwikkeling.

27 P a s s e n d O n d e r w i j s Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. We willen niet langer denken in beperkingen van kinderen maar in hun mogelijkheden. Met passend onderwijs kunnen zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs volgen. Vanaf 1 augustus 2014 hebben scholen een zorgplicht. Voor een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, moet de school een passende plek zoeken. Dit kan op: de eigen school, eventueel met extra ondersteuning in de klas; een andere reguliere school in de regio; plaatsing op een school voor Speciaal(Basis) Onderwijs Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, zijn scholen gaan samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. SKIPOV vormt, samen met basisscholen uit de regio Oss, Uden en Veghel samenwerkingsverband Dit samenwerkingsverband omvat ca. 100 scholen voor Basisonderwijs, 3 scholen voor Speciaal Basisonderwijs en 4 scholen voor Speciaal Onderwijs en verzorgt onderwijs voor ca kinderen. (zie voor meer informatie Na het verschijnen van het Ondersteuningsplan (OP) van ons samenwerkingsverband zijn op de gezamenlijke studiedag van Directieberaad (DB) en Zorgberaad (ZB) op 22 april 2014 de contouren geschetst op welke wijze wij binnen SKIPOV invulling willen geven aan de basisondersteuning binnen onze 13 reguliere scholen. Het OP van ons samenwerkingsverband is vrij procedureel van aard en geeft niet veel aanknopingspunten. Er is weliswaar een definitie opgenomen van wat we verstaan onder de basisondersteuning op de reguliere basisschool maar deze is vrij summier. Je zou kunnen zeggen dat er op dit moment sprake is van een relatief beleidsarme invoering van passend Onderwijs in onze regio (Oss-Uden-Veghel). Duidelijk is wel dat de verwijzingspercentages naar S(BO) en inzet van rugzakken naar beneden moet. Procedureel is in het OP min of meer vastgelegd op welke wijze en wanneer de reguliere basisschool een beroep kan doen op het samenwerkingsverband voor extra ondersteuning dan wel verwijzing naar S(B)O. Deze ondersteuning is in principe altijd tijdelijk van aard en zal worden aangeboden in de vorm van arrangementen. Er is echter geen eenduidige definitie van criteria waarmee aanspraak gemaakt kan worden op de extra ondersteuning door Het is aan de aangesloten stichtingen zelf om te bepalen of en hoe de extra ondersteuning er uit moet zien. Dit heeft als risico dat de middelen van ons samenwerkingsverband mogelijk eerder uitgeput raken dan gewenst. Dit zal dan vermoedelijk alsnog leiden tot het vaststellen van criteria. Op welke wijze heeft SKIPOV nu haar basisondersteuning vorm gegeven? Uitgangspunt is dat we maximaal gebruik willen maken van alle binnen SKIPOV aanwezige expertise door deze te bundelen in het op 1 augustus 2014 opgerichte Zorgteam. Dit Zorgteam is aangevuld met specifieke (aanvullende) expertise uit het Cluster 3 (leerproblemen), Cluster 4 (gedragsproblemen) en expertise in de verbinding tussen school en omgeving (thuissituatie). Deze volledig ambulante deskundigen in het Zorgteam hebben de functie van Zorgcoach. Kern van onze aanpak is dat we ons vooral richten op de preventieve ondersteuning aan onze leerkrachten. De kracht van onze aanpak moet vooral gezocht worden in de wijze waarop wij de leerkracht op de werkvloer kunnen ondersteunen. Feitelijk dient het handelingsrepertoire van de leerkracht in de betreffende casus (al dan niet tijdelijk) te worden aangevuld. We doen dit middels de inzet van het zogenaamde Zorgteam. Dit zorgteam bestaat uit 2 lagen ; een groepje ambulante specialisten op diverse terreinen ( Zorgcoaches ) met daarbij nog een tweede groep met daarin alle expertise die we binnen SKIPOV beschikbaar hebben. Het verschil is dat de eerste groep ook werkelijk ambulant en op afroep beschikbaar is en de tweede groep meer gezien wordt als specialisten die beschikbaar zijn voor collegiale consultatie. Het Zorgteam kan worden ingezet voor observatie, analyseren van de problematiek, advisering maar ook daadwerkelijke begeleiding van leerling en/of leerkracht. Van groot belang is het ook dat ouders in alle stappen van het proces participeren. Ouders zullen in veel gevallen boos, verdrietig of teleurgesteld zijn. De ontwikkeling van hun kind verloopt immers niet zoals zij gehoopt hadden. RvB 21 RvT

28 Het jaar 2014 is voor basisschool t Ven een jaar geweest met veranderingen in de schoolleiding. Tot augustus 2014 had de school een managementteam met twee teamleiders, twee intern begeleiders en een directeur. Om voorbereid te zijn op de toekomst is dit omgezet naar een coördinatieteam met twee bouwcoördinatoren, twee intern begeleiders en een directeur. De teamleider van de bovenbouw nam afscheid en werd directeur op basisschool de Bunders. Directeur Christel Ermers ging een nieuwe uitdaging aan als personeelsadviseur binnen SKIPOV. Zij is vanaf 1 augustus opgevolgd door Silvy Arts. De borging van de ontwikkelingen op taal-leesgebied en de sociaal-emotionele ontwikkeling waren de belangrijkste speerpunten in de eerste helft van De bevordering van de leesopbrengsten op het gebied van technisch en begrijpend lezen werden gemonitord en daar waar nodig werden interventies ingezet. Er wordt een doorgaande lijn aangebracht in de dyslexieprotocollen van groep 1 t/m 8 om ze in 2015 te kunnen implementeren. In het kader van sociaal-emotionele ontwikkeling worden de observatielijsten van ZIEN! twee keer per jaar ingevuld en besproken in de groepsbesprekingen. Om ervoor te zorgen dat de ZIEN!-begrippen betekenisvol verbonden zijn met de praktijk, is schooljaar van start gegaan met een studiebijeenkomst. Het team heeft meer inhoudelijke kennis opgebouwd over de ZIEN!-begrippen, heeft geoefend met het invullen van de stellingen en het analyseren van de groeps- en leerlingprofielen. Aan de hand hiervan is een begin gemaakt met een inspirerend leerproces, waarin een groepsfocus gekozen is en geoefend is met oudercommunicatie aan de hand van de ZIEN!-begrippen. In alle groepen is bewust ingezet op de betrokkenheid van de leerlingen bij het lesdoel. De interventies om de betrokkenheid te stimuleren, zijn onderling uitgewisseld, geobserveerd en besproken. Waar ZIEN! een instrument is om de onderwijsbehoeften op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling te verbinden met de cognitieve ontwikkeling, is FIDES daaraan gekoppeld om leerlingen taal te geven aan sociaalemotionele ontwikkeling. Na de FIDES teamscholing zijn de ouders in een ouderavond geïnformeerd over de symbolen. De symbolen zijn schoolbreed geborgd en worden in alle groepen dagelijks gebruikt om gedrag en gevoelens bespreekbaar te maken. Bij de hoofdingang zijn de FIDES symbolen uitgestald in een vitrinekast en valt direct de wall of fame op waarop te zien is wie wij zijn en waar we trots op zijn. Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht geworden met als uitgangspunt dat elk kind recht heeft op goed onderwijs, ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. De intern begeleiders hebben een belangrijke rol in het zorgbeleid en de uitvoering daarvan. Binnen SKIPOV zijn twee zorgcoaches aangesteld, die hulp en advies bieden aan de teams bij het realiseren van passend onderwijs. Zowel op sociaal-emotioneel als cognitief vlak ligt de focus van basisschool t Ven op leren en ontwikkeling. Door een structureel uitgevoerde analyse en signalering kunnen interventies planmatig afgestemd worden op de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. In een lerende organisatie proberen we leren zichtbaar te maken op elk niveau. Daarbij is samenwerking belangrijk met het oog op feedback, intervisie, samen leren en elkaar inspireren en motiveren. Tenslotte hebben we onze jaarlijkse informatieavond volledig vernieuwd. We verzorgen workshops over verschillende inhoudelijke onderwerpen om nieuwe ouders op een activerende, betrokkenheid-verhogende wijze te informeren over het onderwijs op onze school. Want basisschool t Ven biedt een veilige haven waar iedereen de kans krijgt om te leren. En daar zijn we trots op. RvB 22 RvT

29 In een zo vroeg mogelijk stadium zal de situatie van het kind worden besproken. Dit kan, afhankelijk van de zwaarte en ernst van de problematiek in wisselende samenstellingen, maar altijd met de leerkracht en de ouders. Behalve het kind moeten zij immers ook geholpen worden. De leerkracht kan in zijn dagelijkse praktijk een beroep doen op leden van het Zorgteam (feitelijk op de werkvloer of in de vorm van collegiale consultatie). Van deze directe hulp op de werkvloer zal voor de leerkracht ook een lerend effect uit gaan. In deze fase van ondersteuning zullen ook de hulpplannen beschreven worden en een OPP worden opgesteld. Mocht blijken, dat ondanks alle ondersteuning de school toch handelingsverlegen wordt kan er een beroep worden gedaan op het samenwerkingsverband. In de oude terminologie hebben we het dan over een verwijzing naar het S(B)O of hulp in de vorm van een rugzak. Procedureel (en dit is nieuw in passend Onderwijs) is de verantwoording voor het aanvragen van extra ondersteuning bij het samenwerkingsverband neergelegd bij het bestuur van SKIPOV (in de vorm van het MDO). In ons model ligt de kracht echter op het niveau van het ondersteuningsteam op school en kan het MDO alleen nog maar een formele afronding van het intern doorlopen traject zijn. Op het niveau van MDO wordt geen extra inhoudelijke hulp meer geboden. Feitelijk wordt hier in overleg met ouders, direct betrokkenen van de school, mogelijk een betrokken lid van het zorgteam en het bestuur vastgesteld dat er een aanvraag gedaan gaat worden voor een zorg-arrangement bij het samenwerkingsverband. Ook hier is het van groot belang dat het voor ouders een logisch en verklaarbaar sluitstuk is van een zorgvuldig doorlopen traject (en opschaling) van geboden hulp. Mochten er tijdens een MDO toch nog nieuwe inzichten ontstaan over mogelijkheden binnen SKIPOV dan kunnen deze natuurlijk ook in dit stadium nog worden ingezet, waarna deze na verloop van tijd opnieuw kunnen worden geëvalueerd. Voor het bestuur heeft het MDO nog een tweede functie. Door de directe betrokkenheid kan het bestuur zicht krijgen (en een beoordeling doen) op het doorlopen traject. Het geeft het bestuur de mogelijkheid mogelijke knelpunten in het model tijdig te onderkennen en daar op bij te sturen. Dit laatste staat dan overigens geheel los van de betreffende casus, maar is meer bedoeld om de kwaliteit van de zorgstructuur verder te optimaliseren. Zoals eerder gesteld ontbreekt het (nog) aan duidelijke criteria hoe ver de basiszorg van het regulier basis onderwijs kan of moet gaan. Ook is nog niet duidelijk hoe ver wij kunnen komen met het hierboven beschreven model. Feit is wel dat wij op deze manier de binnen SKIPOV aanwezige kennis maximaal gaan benutten en dus meer kinderen thuisnabij onderwijs kunnen bieden. De kracht van het model moet vooral gaan zitten in hele directe en praktische ondersteuning van de leerkracht op de werkvloer. De eerste effecten van onze aanpak zullen in het jaarverslag 2015 gepresenteerd kunnen worden. RvB 23 RvT

30 En hoe gaat het op De Vijfmaster? Waar zijn we trots op en waar willen zeker nog naar toe groeien? Dat willen we graag met jullie delen. We hebben gewerkt aan: Een vervolg van PBS Het sociaal emotioneel volgsysteem Zien! is alweer verder ingevoerd en wij hebben daarbij ingezet in verdieping van kennis bij de leerkrachten. Maar ook het betrekken van de ouders bij de input van het welbevindingsgesprek. Wij zijn ervan overtuigd dat ouders hun kind(eren) het beste kennen en ook samen met de leerkracht aan kunnen geven wat de talenten zijn en hoe we die op de beste manier aan kunnen spreken. De ervaringen bij de leerkrachten en ouders waren alom positief, er ontstonden prettige gesprekken waarbij ouders het gevoel hadden samen verantwoordelijk te zijn voor het welbevinden van hun kind(eren). Daar gaan we absoluut mee door, ondertussen ons afvragend of we in dit gesprek ook de kinderen van de bovenbouw zullen gaan betrekken. Deze vraag is meegenomen naar de leerlingenraad en de kinderen kunnen hierop nog niet volmondig een ja antwoorden. Misschien op dit moment nog te hoog gegrepen? Wat we merken is dat de sfeer op school positief groeit; de samenwerking met klassen onderling maakt dat we elkaar beter leren kennen. Daardoor groeien we in het samen spelen en het samen leren en willen we verder kijken dan alleen in de eigen groep. Het vormgeven van een nieuwe school Wat een geweldige klus om te mogen bouwen aan een gebouw waarin we laten zien hoe we willen samenwerken met jong en oud. Onze ideeën, onze dromen, onze ontmoetingen gaan we echt verwezenlijken in een prachtige nieuwe omgeving. Het nadenken over, het brainstormen met, en al die zaken meer geeft een flinke dosis energie waar we straks van kunnen gaan genieten. En wanneer dat moment precies zal zijn is nog erg onduidelijk, wellicht in het schooljaar Maar we hebben geduld. We kijken er naar uit en zullen met veel plezier nog een tijdje dromen over dat wat ons te wachten staat. Groei in resultaten Waar we steeds enthousiaster van worden is dat we zien dat het er toe doet wat je als leerkracht doet. We groeien in de resultaten al is het stap voor stap, we gaan zeker de goede richting op. Nu nog de vertaling maken naar kinderen (en leerkrachten) om ze in het standje nieuwsgierig te zetten, want zeker weten dat dat nog meer leerplezier gaat brengen bij iedereen!

31 N i e u w e T e c h n o l o g i e Nieuwe technologie is niet meer weg te denken in het onderwijs, zowel in het onderwijskundige proces als in de bedrijfsvoering. Een goed professioneel beheer is daarom van cruciaal belang. Voor de afdeling ICT was 2014 een jaar waarin naast het dagelijkse beheer van de ICT infrastructuur ook diverse projecten zijn uitgevoerd. Om een beeld te geven zijn de betreffende onderdelen nader uitgewerkt. Dagelijks beheer ICT Infrastructuur Ondanks dat SKIPOV momenteel een goede ICT infrastructuur en voorzieningen heeft, komt het toch voor dat zaken niet correct functioneren conform de verwachting van de eindgebruiker. De eindgebruiker kan in geval van niet correct functioneren, zelfstandig een incident (=call) aanmaken. De servicedesk wordt geadministreerd met behulp van een op Internet gebaseerd registratie systeem waarin de incidenten gemeld en gemonitord worden. Kerncijfers servicedesk registratie systeem: Beoordeling Servicedesk Meldingen per oplostijd Aantal meldingen : 1161 Aantal openstaande meldingen : 97 Aantal afgehandelde meldingen : 1064 Aantal beoordelingen : 265 Gemiddelde beoordeling : 9,3 Binnen 1 uur : 1 Binnen 1 dag : 72 Binnen 2 dagen : 365 Binnen 1 week : 345 Binnen 2 weken : 77 Binnen 1 maand : 145 Groter dan 1 maand : 59! Ongecodeerd, open : 97 Totaal : 1161 Meldingen per maand Januari : 91 Februari : 140 Maart : 83 April : 81 Mei : 61 Juni : 101 Juli : 30 Augustus : 86 September : 188 Oktober : 160 November : 95 December : 45 Totaal : 1161 Meldingen per categorie Uit te voeren Taak : 354 Storingsmelding : 283 Gebruikersvraag : 109 Verzoek hulp op afstand : 58 Beamer vervangen : 40 Digibord Hardware : 50 Algemene informatie : 67 Installatieverzoek : 50 Programmafout : 21 Bestelopdracht : 56 Archiveringsfunctie : 10 Digibord Software : 26 Beamerlamp vervangen : 3 Onderzoektaak : 17 Schoolbezoek : 16 Consultancy opdracht : 1 Totaal : 1161 RvB 25 RvT

32 Op onderwijskundig gebied is het team actief geweest op de volgende onderdelen: de rekenmethode Wizwijs en de leesmethode Nieuwsbegrip is ingevoerd de methode Taaltrapeze is geëvalueerd, Veilig Stap voor Stap is ingevoerd de schrijfmethode Pennenstreken is ingevoerd het dyslexieprotocol wordt gebruikt het hanteren van leerlijnen is geïmplementeerd in de stuurgroep is een oriëntatie op Leren leren geweest er is in een aantal groepen een pilot geweest met een nieuwe methode wereldoriëntatie de OPP s (ontwikkelingsperspectieven) hebben in de 1-zorgroute verder vorm gekregen het werken met de PH meter (Pedagogisch Handelen) wordt structureel ingezet er is een studiedag Zien georganiseerd i.v.m. het verbeteren van het technisch lezen van kinderen (in de groepen 3-4) met ernstige leesproblemen, heeft een aantal collega s heeft een training gevolgd voor het computerprogramma Bouw! Vervolgens is het ingevoerd in de school. 1 Augustus 2014 is in Nederland Passend Onderwijs ingevoerd. Dit betekent dat zoveel mogelijk leerlingen binnen het reguliere onderwijs (voor zover als mogelijk) opgevangen gaan worden. De PCL, de commissie die zich voorheen boog over aangemelde leerlingen is opgeheven en er is een Commissie van Toelating in het leven geroepen. Rondom de toelating heeft de SBO vooraf contact met trajectbegeleiders en/of extern deskundigen van de verschillende basisscholen. Hierbij is de mogelijkheid gecreëerd vooraf advies over leerlingen gevraagd en gegeven kan worden. Binnen de school hebben diverse werkgroepen zich gebogen over diverse onderwerpen op het gebied van taal en lezen. Zo is de werkgroep taal/lezen bezig zich te oriënteren op een nieuwe taalmethode. Diverse methodes zijn op zicht gevraagd en worden nu uitgeprobeerd. Het team heeft een intensieve nascholing gevolgd in het kader van de veranderde populatie. Hierbij zijn collega s getraind om beter om te gaan met (ernstige) gedragsproblematiek van leerlingen (DGD). V.w.b. betreft personele zaken hebben we het afgelopen jaar opnieuw afscheid genomen van diverse collega s door verplichte mobiliteit, pensionering en een baanwisseling naar het voortgezet onderwijs. Hierdoor heeft er een herschikking plaats gevonden van taken en verantwoordelijkheden. Eén collega heeft dit jaar de masteropleiding voor taalspecialist afgerond. Op financieel vlak hebben we dit jaar opnieuw positief kunnen afsluiten. Door daling van het leerlingaantal en een grote uitstroom van schoolverlaters, hebben we op school te maken met leegstand. Door verhuur van lokalen kunnen de exploitatiekosten worden gedrukt. Zo hebben we dit jaar de Taalvijver in ons gebouw kunnen verwelkomen. Wij kijken opnieuw terug op een waardevol en opbrengstgericht jaar.

33 Uitvoer Projecten Beamervervanging fase III Een Digibord opstelling is in het hedendaagse onderwijs niet meer weg te denken. De beamer is het meest kwetsbare onderdeel bij een Digibord opstelling. De nog niet uitontwikkelde Hitachi beamers en het onjuiste gebruik, hebben de levensduur van de beamer aanzienlijk verkort. Daarom zijn in 2014 de laatste 38 beamers vervangen van de eerste lichting. De lichtopbrengst van de nieuwe beamers is 10% hoger en is nu 2200 lumen, ook hebben de nieuwe beamers geen spiegelklep meer, waardoor defecte spiegelkleppen tot het verleden behoren. Vervangen Multifunctionals - Copier / Printer / Scanner De Multifunctionals van Ricoh zijn als gevolg van einde contract vervangen door nieuwe Canon Multifunctionals. De Canon Multifunctionals zijn door middel van een aanbestedingstraject met een contractduur van 4 jaar op iedere school en stafbureau geplaatst. Het contract met Canon heeft een aanzienlijke kosten besparing opgeleverd voor het printen en kopiëren. Om eenduidigheid en stabiliteit te creëren is een speciale Windows Server geïnstalleerd die al het print en scan verkeer beheert, routeert en uitvoert. Plaatsen Flatpanels Fase III In 2012 is gestart met het vervangen van de oude 17 CRT monitoren. Het vervangen van de 450 CRT monitoren is verdeeld over de jaren 2012 en De ruimte besparing die dit opleverde heeft geresulteerd in een professioneel en ordelijk aanzicht waarbij alle kabels netjes zijn weggewerkt. Het aantal 19 Flatpanels die in 2014 zijn geplaatst is : 80 De oude CRT monitoren zijn in eigen beheer milieuvriendelijk afgevoerd. Migratie Windows XP naar Windows 7 Als gevolg van het feit dat Microsoft de ondersteuning op Windows XP per 12 april 2014 heeft beëindigd, zijn de leerling PC s op alle scholen voorzien van een Windows 7 installatie. Het ging hierbij in totaal om 106 PCs, die samen met de Ncomputing oplossing 400 leerling werkplekken omvat. De migratie naar Windows 7 is goed verlopen. Een storing die optrad onder Windows 7 was dat het geluid van de PC en Ncomputing Unit niet uit de juiste koptelefoon werd weergegeven. In samenwerking met de supportafdeling van Ncomputing is dit probleem snel verholpen. De Digibord PC s zijn in 2013 al voorzien van Windows 7. Migratie naar VOIP Als gevolg van een financiële meevaller in 2013 is in 2014 besloten om alle overige schoollocaties ook te migreren naar telefonie via VOIP. Na een goede voorbereiding zijn alle telefoonnummers van KPN naar Ziggo verhuisd. Op de scholen zijn nieuwe toestellen / switches en repeaters geplaatst en de daarbij behorende werkzaamheden uitgevoerd. Tevens is een compleet nieuw nummerplan gemaakt waardoor het nu mogelijk is om elk intern toestel te bellen zonder dat daar kosten tegenover staan. Onderzoek toekomstvisie ICT In verband met het afgeschreven serverpark en om juiste keuzes te maken naar de toekomst toe is in samenwerking met het bedrijf ITON een toekomstvisie ICT voor SKIPOV ontwikkeld. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen, zijn medewerkers op Directie / Staf en schoolniveau geïnterviewd en is het bestaande serverpark in kaart gebracht. Uitkomst van het onderzoek is: Alles wat in de Cloud geplaatst kan worden, ook daadwerkelijk in de Cloud te plaatsen. SKIPOV gaat dit advies in fases uitvoeren, waarbij de eerste Cloud functionaliteit gaat worden: de E- mail functionaliteit van Office365. In 2015 zal dit worden uitgevoerd. RvB 27 RvT

34 Dyslexie ClaroRead Om kinderen met een Dyslexie diagnose beter en passend onderwijs te kunnen bieden, is een project gestart om voor deze groep kinderen de leerboeken en toetsen te digitaliseren. Doordat deze boeken gedigitaliseerd zijn, kunnen deze kinderen met behulp van een computer de teksten voorgelezen krijgen. Gekozen is voor de totaal oplossing van het bedrijf WoordHelder. WoordHelder heeft de software ClaroRead in combinatie met 100 Tablet-PC s geleverd. Het project is zo opgezet dat via een Internet oplossing de gedigitaliseerde boeken: voorgelezen, bewerkt en opgeslagen worden. Een leerling hoeft geen extra handelingen uit te voeren en beschikt altijd over alle ter beschikking gestelde digitale leerboeken en toetsen. Om alle leerboeken / toetsen te digitaliseren is extra tijdelijk personeel ingezet. De verwachting is dat in de zomer van 2015 alle boeken digitaal beschikbaar zijn. ProActive Digitale factuurstroom Om het proces van de ontvangen facturen te verbeteren is gekozen om dit proces van inscannen, accorderen en administreren te gaan digitaliseren. Hierbij is SKIPOV als gevolg van de werking met de Exact Software terecht gekomen bij het bedrijf ProActive. Samen met ProActive is na intensieve samenwerking een volledig digitaal factuurproces ingevoerd. De gebruikers die moeten accorderen kunnen zonder opnieuw te hoeven inloggen de van toepassing zijnde facturen accorderen, waarbij het eindresultaat is de terugboeking van de journaalpost in Exact. De gebruikte technologieën die zijn toegepast zijn: ADFS en.net Nieuwe raamovereenkomst glasvezel Internet Per 1 januari 2015 zou het contract voor de Internet glasvezel na 6 jaar eindigen. Via intensief contact tussen Ziggo en de leden van het SSOG II project is een nieuw contract voor 3 jaar bedongen met een gunstiger tarief en een verhoging van de data snelheid met 10%. SKIPOV Werkplek Als gevolg van het succes van de SKIPOV werkplek zijn 2 extra host servers geplaatst die met name tijdens piekuren de huidige 5 host servers moeten ontlasten om de gebruiker de juiste Desktop experience te kunnen blijven garanderen. Storingen Het serverpark van SKIPOV is 6 jaar en economisch afgeschreven. In 2014 is een onderzoek uitgevoerd, met daarbij als belangrijkste conclusie: SKIPOV gaat het eigen beheer uitfaseren en daar waar mogelijk te kiezen voor een Cloud oplossing. Investeringen in het Serverpark worden daarom niet uitgevoerd. De kans op uitval is helaas ook groter. In 2014 zijn 3 storingen opgetreden: 1. 2 maal een defecte harddisk van de SAN Storage 2. Defecte Airco Unit Serverruimte 3. Defecte voeding Avaya VOIP Server Storing 1: beide defecte harddisks zijn in eigen beheer vervangen. Storing 2: in september is de Airco in de serverruimte defect gegaan. Reparatie bleek niet meer rendabel te zijn. Daarom is door derden een nieuwe Airco Unit met een grotere koelcapaciteit geplaatst. Beide storingen hadden geen downtime of verlies van data tot gevolg. Storing 3: In december is de voeding van de Avaya VOIP server defect geraakt. Telefoonverkeer was als gevolg hiervan onmogelijk. Een noodplan was opgezet waardoor het telefoonverkeer naar een mobiel toestel werd omgeleid. 3 dagen na de storing is de defecte voeding vervangen en was de storing voor alle scholen verholpen. Als gevolg van het moeilijk verkrijgen van reserve onderdelen is daarom eenzelfde exemplaar Avaya VOIP Server aangeschaft. In geval van een toekomstige grote storing kan dan de reserve Avaya VOIP Server ingezet worden. Een uitwijktest / rampenplan scenario zal verder worden uitgewerkt en gedocumenteerd om de impact van een dergelijke storing te minimaliseren. RvB 28 RvT

35 H u i s v e s t i n g Zoals bekend zijn wij momenteel bezig met de ontwikkeling van 2 nieuwe scholen; de Vijfmaster in Veghel Zuid en de Maria ter Heide school in Mariaheide. Omdat het in eerste instantie om stand-alone scholen ging zijn wij zelf bouwheer. Voor de begeleiding hebben wij een externe projectmanager aangesteld. Planning was dat beide projecten eind 2014 aanbesteed zouden kunnen worden, met een geplande oplevering van respectievelijk 1 januari 2016 (Vijfmaster) en 1 augustus 2015 (Maria ter Heide). In Mariaheide is het project ernstig vertraagd door de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen in de bestaande school. Omdat de nieuwbouw op de bestaande schoollocatie plaatsvind moet eerst de oude school gesloopt worden. Naar verwachting zal de aanwezigheid van vleermuizen een vertraging opleveren van één jaar. In Veghel Zuid is er ook een nieuwe ontwikkeling (ontstaan tijdens de voorlopige ontwerpfase). De gemeente wilde tijdens deze ontwerpfase toch serieus overwegen om behalve de school en een nieuwe gymzaal ook het wijkcentrum (De Golfstroom) in de nieuwbouw op te nemen. Daarmee zou het bouwheerschap mogelijk ook overgenomen worden door de gemeente. Omdat zij hier echter geen capaciteit voor hebben heeft onze projectmanager een rechtstreekse opdracht van de gemeente gekregen om de ontwikkeling van deze uitbreiding mee te nemen. De regie blijft dus volledig in handen van SKIPOV. Eind november heeft de gemeenteraad inderdaad het aanvullende krediet voor integratie van de Golfstroom goedgekeurd. De integratie van het wijkcentrum veranderd ook de eigendomsverhouding. Waar we in het verleden gekozen hebben voor MFA s (eigendom gemeente) opteren we nu beiden voor een VVE, waarbij alle gebouwdelen volledig van elkaar gescheiden en zelfvoorzienend zijn. Een definitief besluit hierover moet nog worden genomen. Naar verwachting zal dit project halverwege 2015 kunnen worden aanbesteed, waarna gekoerst word op oplevering 1 augustus Voor 2014 stonden geen grote onderhoud projecten gepland. De verantwoording voor het buitenonderhoud zal per 1 januari 2015 worden overgeheveld van de gemeente naar schoolbesturen. SKIPOV heeft keuzes gemaakt in de wijze waarop zij haar (momenteel 11) schoolgebouwen onderhoud en dit in 2014 in een beleidsnota vastgelegd. Voor de 3 scholen die onderdeel uitmaken van een MFA(C) worden de MI bedragen zoals die in de lumpsumbekostiging aan ons worden verstrekt overgedragen aan de gemeente (zie voor details de begroting). Voor de overige 11 scholen gelden de volgende keuzes: 1. Onderhoud is een verantwoordelijkheid (en bevoegdheid) op stichtingsniveau. 2. Schoolgebouwen worden tweejaarlijks geschouwd door een externe, daartoe gekwalificeerde partij. Resultaten worden vastgelegd in een meerjaren onderhoudsplanning. 3. De kwaliteit van onze gebouwen stelt ons in staat om de kosten van het binnen onderhoud te beperken tot de MI bedragen zoals die in de lumpsumbekostiging aan ons worden verstrekt (ten behoeve van het binnen onderhoud). Dit is inclusief de kosten van schouwing en beheer van de meerjaren onderhoudsplanning. 4. Van het beschikbare budget (van binnen onderhoud) wordt 5% toegekend aan de schoolbegrotingen ten behoeve van klein onderhoud. 5. Periodiek onderhoud (W en E installaties, brand meldinstallaties, blusmiddelen, daken) is middels onderhandse aanbestedingen ondergebracht bij diverse leveranciers (contracten met een looptijd van 3 jaar). 6. Uit de meerjaren onderhoudsplanning blijkt dat wij meer middelen krijgen voor buitenonderhoud dan we nodig hebben. Deze overtollige middelen (begroting 2015 ca ) worden ingezet voor duurzame investeringen in onze gebouwen om onderhoudskosten op termijn te verminderen. 7. De baten en lasten voor het binnen onderhoud worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. Ten behoeve van het buitenonderhoud wordt gewerkt met voorzieningen (baten worden jaarlijks toegevoegd aan deze voorziening). Ons leerlingaantal laat al jaren een gestage krimp zien. Dit heeft uiteraard ook effect op onze huisvesting (overcapaciteit). Dit is ook periodiek onderwerp van gesprek met de gemeente. Daar waar mogelijk geven wij ruimte terug aan de gemeente. Dit gebeurt dan uitsluitend in min of meer zelfstandige verhuurbare eenheden. Deze ruimtes worden dan immers blijvend aan de onderwijsbestemming onttrokken. Indien op scholen sprake is van overcapaciteit die (nog) niet kan worden terug gegeven aan de gemeente worden deze wel zo veel als mogelijk is onttrokken aan het dagelijks gebruik (om daarmee exploitatie en onderhoudskosten te besparen). Tijdens de jaarlijkse begrotingsbehandeling (november) wordt beoordeeld welke gebouwelijke ontwikkelingen RvB 29 RvT

36

37 we willen doorvoeren. Wijzigingen in het gebruik (teruggave aan gemeente of onttrekken aan dagelijks gebruik) is altijd per start nieuwe schooljaar. In 2014 zijn er geen onttrekkingen geweest. Voor 2015 (per 1 september) zijn de volgende onttrekkingen gepland: Kleutervleugel Antoniusschool Keldonk afstoten Empel Erp, volledige vleugel met 5 lokalen afstoten Ark, Bunders en Ven delen van het buitenterrein afstoten en restant onderhoudsvriendelijker inrichten K l a c h t e n In 2014 zijn geen formele klachten ingediend. Wel heeft het bestuur in enkele gevallen bemiddeld tussen ouders en schooldirecties waarbij oplossingen in der minne zijn gevonden M e d e z e g g e n s c h a p De Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR) van SKIPOV is een zelfstandig opererend orgaan (zonder directe binding met de scholen). De GMR bestaat uit 10 leden (5 uit de werknemersgeleding en 5 uit de oudergeleding). In 2014 hebben 6 overleg vergaderingen plaats gevonden tussen de GMR en raad van bestuur. De vergaderingen werden goed bezocht en de betrokkenheid van de GMR leden was tijdens deze bijeenkomsten groot. Daarbij was er een positieve en constructieve samenwerking met het Bestuur. De volgende onderwerpen zijn daarbij besproken en voorgelegd voor instemming of advies: - Jaarverslag Begroting Voortgang SKIPOV beleidsplan Voortgang Passend Onderwijs - Beleidsplan Dyslexie - Herstructurering en clustering scholen - Aanpassingen IPB beleid - Aanpassingen gedragscodes personeel, leerlingen en ouders - Aanpassingen medisch handelingsprotocol - Vakantierooster Nieuwbouw en huisvesting In 2014 is afscheid genomen van 3 leden van de oudergeleding en 1 lid van de personeelsgeleding. In alle vacatures is middels uitgeschreven verkiezingen voorzien. RvB 31 RvT

38 3. 3 P e r s o n e e l s b e l e i d D e b a s i s v o o r t o e k o m s t b e s t e n d i g p e r s o n e e l s b e l e i d In 2014 heeft het directieberaad zich tijdens diverse studiedagen gebogen over het strategische beleid voor de aankomende jaren. De geformuleerde kernwaarden vormen uitgangspunt voor het integraal personeelsbeleidsplan. Dit, samen met de komst van de nieuwe cao op primair onderwijs, was aanleiding voor herformulering van een aantal paragrafen uit het personeelsbeleidsplan. Hiermee is in 2014 een start gemaakt. In samenstelling wisselende werkgroepen, bestaande uit directeuren en personeelsleden van de GMR hebben samen met de personeelsadviseur een start gemaakt met het formuleren van beleid rondom actuele thema s op personeelsgebied: Professionalisering, Werkdruk en Duurzame inzetbaarheid. Vanuit de missie en visie van SKIPOV worden met het personeelsbeleidsplan de volgende zaken beoogd: Ambitie Leerkrachten die een krachtig effect hebben op het leren van leerlingen. Leren gaat daarbij over de totale vorming van het kind. Hiermee wordt bedoeld: De leerkracht is met stip het meest van invloed op de kwaliteit van het onderwijs. Teveel werd de leerkracht echter nog als uitvoerder gezien. Wanneer we vinden dat de leerkracht ertoe doet, dient nadrukkelijker ingezet te worden op vergroting van autonomie van de leerkracht. Goed onderwijs wordt bepaald door een leerkracht die: - nieuwsgierig in zijn vak en groepspraktijk staat - deze praktijk onderzoek matig benadert - vanuit deze vragen initiatieven ontwikkelt om deze praktijk te verbeteren - in dit proces zijn handelingsrepertoire uitbreidt - zijn invloed op het leren van leerlingen evalueert - bewijzen verzamelt voor zijn invloed op het leren van leerlingen Wat is de strategische koers? 1. Wij vergroten analysevaardigheden van leerkrachten. 2. Wij vergroten doelgericht werken op basis van ambitieuze doelen. 3. Wij vergroten het pedagogisch-didactisch handelingsrepertoire van de leerkracht. 4. Wij bevorderen uitbreiding van kennis over leerlijnen, orthodidactische materialen en de integratie van ict binnen het curriculum 5. We bouwen aan een infrastructuur waarin leraren voortdurend werken aan hun bekwaamheidsontwikkeling F o r m a t i e o n t w i k k e l i n g In 2014 werd door de voorzitter raad van bestuur de notitie geschreven: Naar een betere kwaliteit door een betere balans. Hierin staat beschreven dat vanuit krimp van scholen de behoefte aan kennisdeling tussen teams is toegenomen en dat daarnaast een groeiende onbalans tussen onderwijzend en overig personeel werd geconstateerd. Een herstructurering middels clustering van scholen vond plaats en dit had uiteraard gevolgen voor de invulling van de directie op de (clusters) van scholen. Het aantal directeuren is in verhouding tot het aantal leerlingen van SKIPOV. In augustus 2014 namen twee directeuren afscheid en deze vacatures werden niet ingevuld. Door zorgvuldige matching werden de zittende directeuren gekoppeld aan de (clusters van) scholen waardoor middels mobiliteit van de directeuren alle directiefuncties bemand werden. De totale uitstroom in 2014 was groot genoeg om de begrote krimp van ons personeelsbestand te realiseren en daarnaast nog te voldoen aan de herplaatsingsverplichting. Door medewerkers in eerste instantie via vrijwillige mobiliteit en in tweede instantie via verplichte mobiliteit middels het afspiegelingsbeginsel te herplaatsen, is SKIPOV in staat geweest de krimp op de ene school op te vangen met herplaatsing op de andere school waardoor werkgelegenheid gewaarborgd werd. RvB RvT 32 Acc

39 A c t i e p l a n l e e r k r a c h t Met Actieplan Leerkracht zouden in 2020 de onderstaande vier doelen moeten zijn gerealiseerd: 1. Werken in het onderwijs is zeer gewild. Er is sprake van een sterk HRM- en kwaliteitsbeleid, van professionele ruimte voor leraren en ruime carrière mogelijkheden. 2. Het opleidingsniveau van de leraren is substantieel verhoogd, bij voorkeur tot masterniveau. 3. Werknemers registreren zich als bekwame leraar. Zij nemen activiteiten om die registratie te behouden. 4. Scholen maken structureel gebruik van het zogenaamde peer review. Professionals van verschillende scholen kijken bij elkaar en spreken elkaar aan op kwaliteit en de verbetering daarvan. Vanaf 2010 is er al een begin gemaakt met de invoering van functiedifferentiatie en zijn de eerste benoemingen in de LB functies gedaan. In 2014 is, mede naar aanleiding van de nieuwe cao, besloten de paragraaf professionalisering uit het IPB plan te gaan herschrijven waarin zal worden opgenomen dat het hebben of halen van een Master of Bachelor opleiding gestimuleerd wordt. Op peildatum is 30,9 % van alle leerkrachten binnen het reguliere basisonderwijs benoemd in de LB functie. Op peildatum is 14 % van alle leerkrachten binnen het Speciaal Basisonderwijs benoemd in de LC functie. Verdeling BO leerkrachten naar functie Verdeling SBO Verdeling leerkrachten SBO leerkrachten naar functie naar functie ,04% 30,90% LA LB SBO 69,09% LB BO 85,96% LC SBO Voor de invulling van de LB vacatures in het Basisonderwijs en de LC vacatures in het Speciaal Basisonderwijs is gekozen voor een procedure waarbij elke school haar vacature(s) stichting breed open stelt voor interne kandidaten, dus niet alleen op de eigen school. Na een eerste gespreksronde met de directeur van de betreffende school wordt er ook een tweede gespreksronde met twee andere directeuren ingezet (second opinion), waarna de eventuele benoeming plaats vindt. Opvallend is dat de mobiliteit onder LB leerkrachten hoger is dan onder LA leerkrachten maar dat er weinig doorstroom is van LA naar LB functies. Desondanks is het percentage LB (respectievelijk LC) gestegen vanwege natuurlijke uitstroom van LA leerkrachten. Verdeling leerkrachten naar functie 10% 1% LA BO 61% LB BO 27% LB SBO LC SBO RvB RvT 33 Acc

40 G e s p r e k k e n c y c l u s Conform de afspraken die zijn gemaakt rondom het bekwaamheidsdossier, waarover elke leerkracht in 2015 dient te beschikken, dient er jaarlijks minimaal één formeel (beoordelings- of functioneringsgesprek) plaats te vinden waarin concrete afspraken worden gemaakt over bekwaamheidsonderhoud en loopbaanontwikkeling van de leerkracht. In deze gesprekscyclus is het van belang duidelijke doelen te stellen en deze doelstellingen vervolgens te evalueren. SKIPOV heeft deze gesprekken op haar scholen uitgerold en de leidinggevenden hebben met hun mensen een of meerdere gesprekken gevoerd. Personeelsgesprekken vinden steeds meer plaats gerelateerd aan de onderwijskundige ontwikkelingen en resultaten. Klassenbezoeken vinden frequenter plaats en dienen als input voor de personeelsgesprekken. Hiervoor worden diverse kijkwijzers ingezet om de competenties van leerkrachten in beeld te brengen. In 2015 zal in kwartaalgesprekken in kaart gebracht worden waar scholen staan in de gesprekkencyclus O n t w i k k e l i n g s b e l e i d Als gevolg van het eerder genoemde Actieplan Leerkracht zijn er ook in 2014 vacatures op LB niveau uitgezet en dit proces zal zich de komende jaren voortzetten. Om te kunnen bepalen welke vacatures er uitgezet moeten worden op LB niveau hebben de scholen in 2010 een start gemaakt met het in kaart brengen van de behoefte aan expertise binnen hun school. Om te kunnen reageren op een vacature LB is het voor de medewerker noodzakelijk dat hij/zij een opleidingsniveau heeft op HBO+ niveau. In 2014 is aan een intensief scholingstraject voor directeuren en intern begeleiders uitvoering gegeven: Vanuit het bewustzijn dat sterk onderwijskundig leiderschap van doorslaggevend belang is in het realiseren van duurzaam sterke resultaten heeft SKIPOV haar organisatie geherstructureerd. Realisatie van de Professionele Leergemeenschap (PLG) is daarbij uitgangspunt. Het ontwikkeltraject steekt in op: 1. vergroting van de bekwaamheidsontwikkeling van leidinggevenden met focus op de leidinggevende als onderzoeker, ontwerper (strateeg), cultuurbouwer en coach; 2. realisatie van een professionele leergemeenschap op het niveau van de leidinggevenden. Zowel interne begeleiders als schoolleiders: - geven leiding aan het leren van leraren (onderwijskundig coach); - dragen bij aan het bouwen aan een professionele leergemeenschap; - geven vorm en inhoud aan kwaliteitszorg op basis van gedegen onderzoek. Rollen en verantwoordelijkheden verschillen daarentegen. Ten aanzien van de bekwaamheidsontwikkeling lopen behoeften tussen directeuren en interne begeleiders in de praktijk daarom uiteen. In dit traject trekken directeuren en interne begeleiders daarom samen op bij thema s die voldoende generiek zijn en vindt differentiatie plaats ten aanzien van functie gebonden thematieken. In ons voorstel maken wij duidelijk welke thema s/inhouden generiek zijn en welke thema s/inhouden functie gebonden zijn S a m e n s t e l l i n g p e r s o n e e l s b e s t a n d In de grafieken in deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de cijfers en de trends ten aanzien van het personeel van SKIPOV. Hiertoe is onderscheid gemaakt in de volgende groepen: onderwijzend personeel (OP), onderwijsondersteunend personeel, inclusief in- en doorstromers (OOP) en directie (DIR). Vervangers zijn in deze cijfers buiten beschouwing gelaten. RvB RvT 34 Acc

41 FTE medewerkers per medewerkersgroep Aantal medewerkers per medewerkersgroep OOP 23,72 OOP 38 OP 123,29 OP 182 DIREC TIE 12,78 DIR 16 Het aantal medewerkers op 1 oktober 2014 bedraagt 236 ten opzichte van 256 in In de grafiek is de verdeling naar functiecategorie te zien. Evenals in de voorgaande jaren is het overgrote deel vertegenwoordigd in de groep onderwijzend personeel. De daling van het aantal personeelsleden vindt in alle drie de categorieën plaats, maar de daling binnen de directie is het sterkst. Dit wordt veroorzaakt door het intern invullen van de twee ontstane directie vacatures. Deze medewerkers zijn allemaal middels natuurlijk verloop uitgestroomd, het gaat hierbij met name om pensionering, verlagen van de betrekkingsomvang of het opzeggen van het dienstverband op verzoek van de werknemer. In de onderstaande grafiek is het personeelsbestand van SKIPOV onderverdeeld naar het geslacht. Ten opzichte van de voorgaande jaren is hier nauwelijks een verschuiving op te merken. Wel is de verwachting dat binnen tien jaar het aandeel vrouwen ten opzichte mannen aanmerkelijk zal toenemen. Dit heeft te maken met het gegeven dat startende leerkrachten voornamelijk vrouw zijn maar voornamelijk dat de mannelijke leerkrachten in de hoogste leeftijdscategorie zitten en zullen uitstromen i.v.m. pensionering. Verdeling man/vrouw OP personeel 16,94% 83,05% MAN VROUW De verdeling tussen parttime medewerkers en fulltime medewerkers is af te lezen in grafiek, op de volgende pagina. Van de 236 medewerkers die bij SKIPOV in dienst zijn, werken er 182 parttime. Parttime houdt in minder dan WTF 1,00. Zowel het aantal fulltimers als parttimers is gedaald, het aantal fulltimers is relatief sterker gedaald (vorig jaar waren er nog 71 fulltimers). Dit wordt veroorzaakt doordat er in de hogere leeftijdscategorieën meer fulltimers zitten en deze mensen gaan met pensioen, daarnaast gaan medewerkers in de lagere leeftijdscategorieën minder werken, bijvoorbeeld als gevolg van zwangerschap. Als gevolg van de krimp is er al enige jaren geen instroom van nieuwe fulltime medewerkers. RvB RvT 35 Acc

42 Type dienstverband in fte 182,00 54,00 Fulltime Parttime Binnen het personeelsbeleid van SKIPOV streven wij ernaar om aan wensen van medewerkers tegemoet te komen ten aanzien van werkdagen en werktijdfactoren. Tegelijkertijd vraagt de organisatie naar een evenwichtige verdeling van fulltime/parttime medewerkers. Dit betekent dat de fulltime/parttime verhouding een punt van aandacht blijft binnen SKIPOV. Binnen zowel de rubriek fulltimers als parttimers komen medewerkers voor die gebruik maken van de senioren regeling Duurzame Inzetbaarheid ten behoeve van verlof (voorheen heette deze regeling Bapo). Wanneer een medewerker gebruikt maakt van deze regeling ontstaat recht op extra vrije tijd waarvoor een medewerker slechts een beperkt deel salaris. Een effect hiervan is wel dat als een fulltimer gebruik maakt van deze regeling er op die momenten een andere leerkracht voor de groep moet staan. Als gevolg hiervan is het aantal fulltimers wat echt een hele groep draait lager dan hierboven weergegeven. Aantal medewerkers en fte per leeftijdscategorie 47 34, ,41 39, ,68 0 0,00 2 1,38 < < < < < > aantallen FTE De bovenstaande grafiek geeft inzicht in de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand. Deze grafiek, waarin de leeftijdscategorieën uiteen worden gezet, wordt zowel in fte s als in absolute aantallen weergegeven. Ten opzichte van voorgaande jaren is hier wederom een lichte daling waarneembaar naar de groepen 35 -< 35, 45 - < 55 en 55-< 65. De daling in de groep 55 -< 65 is het sterkst. De leeftijdscategorieën tussen de 25 en 65 zijn nu mooi opgebouwd. Wat daarnaast opvalt, is dat er helemaal geen medewerkers onder 25 meer in dienst zijn. Deze daling wordt veroorzaakt doordat SKIPOV door de krimp en bezuinigingen de laatste jaren geen medewerkers kan aannemen. Voor het eerst zien we dat er twee medewerkers in dienst zijn met een leeftijd hoger dan 65 jaar. De verwachting is dat de gemiddelde leeftijd waarop men met pensioen gaat steeds hoger wordt. Daarnaast wordt de AOW leeftijd ook steeds verder verhoogd, dit zal ook tot gevolg hebben dat medewerkers eerder geneigd zullen zijn langer door te werken. RvB RvT 36 Acc

43 V e r z u i m In 2014 is het percentage marginaal gestegen naar 4,36%. De frequentie is in de afgelopen jaren steeds stabiel tussen de 0,7 en 0,8. In 2014 is het percentage gedaald naar 0,63. In 2014 is het zogenaamde gedragsmodel geïntroduceerd. Directeuren hebben trainingen gevolgd en in het najaar van 2014 zijn werknemersbijeenkomsten georganiseerd over de gedragsmatige visie op verzuim.. In deze gedragsmatige visie gaan leidinggevende en werknemer in overleg over de te maken keuzes v.w.b. aanwezigheid en arbeidsmogelijkheden. Directeuren worden bij het omgaan met verzuim ondersteund door de personeelsadviseur. Verzuimpercentage over de afgelopen jaren 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% ,5 Meldingsfrequentie over de afgelopen jaren 2 1,5 1 0, RvB RvT 37 Acc

44 In de onderstaande grafiek zijn de ziekteverzuimpercentages uiteengezet per maand. Opvallend is dat het patroon van de afgelopen jaren ook terug te zien is in Het verzuimverloop over 2014 is wel grilliger te noemen dan in de jaren ervoor vanwege een hogere piek in februari en juni. Het verzuim in april en mei was juist lager dan in voorgaande jaren. 8% Verzuimpercentage per maand 6% 4% 2% 0% Wanneer we het verzuimpercentage afzetten tegen de leeftijdsgroepen dan valt op dat: - Het verzuim binnen de groep weer genormaliseerd is; - Het verzuim in de groep nog verder gedaald is; - Het verzuim in de groep gestegen is, voornamelijk als gevolg van langdurig verzuim. Grafiektitel Verzuimpercentage per leeftijdsgroep 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% < RvB RvT 38 Acc

45 Vergelijking met landelijke cijfers De landelijke verzuimcijfers (PO) worden jaarlijks rond de zomervakantie het jaar erna gepubliceerd door het Vervangingsfonds en zijn derhalve over 2014 nu nog niet beschikbaar. Om toch enig vergelijk mogelijk te maken kan gekeken worden naar de landelijke verzuimcijfers PO over de voorgaande jaren. Deze zijn als volgt: Verzuimpercentage Meldingsfrequentie Landelijk PO SKIPOV Landelijk PO SKIPOV ,51% 5,06% ,03 0, ,50% 4,73% ,07 0, ,60% 4,22% ,20 0, ,34% ,62 De verwachting is dat SKIPOV in 2014 wederom een lager verzuim zal hebben dan het landelijk gemiddelde. In 2015 wordt beoordeeld op welk moment SKIPOV haar eigen risico gaat dragen en dus niet meer aangesloten zal zijn bij het vervangingsfonds. Om het zicht op verzuim verder te vergroten en zodoende nog beter regie te kunnen voeren is het directieberaad is in 2013 gestart met scholing rondom het gedragsmodel. In deze gedragsmatige visie gaan leidinggevende en werknemer in overleg over de te maken keuzes v.w.b. aanwezigheid en arbeidsmogelijkheden. RvB RvT 39 Acc

46 3.4 F i n a n c i ë n F i n a n c i e e l b e l e i d Het afgelopen jaar is de trend van aanhoudende bezuinigen op het onderwijs gekeerd. Voornamelijk als gevolg van het Nationaal Onderwijsakkoord en het Herfstakkoord is er een grote hoeveelheid extra geld richting het primair onderwijs gekomen. Eind 2013 werd deze trendbreuk voor het eerst zichtbaar toen er in de maand december op de valreep nog ruim aan incidentele middelen werd toegekend voor schooljaar 2013/2014. Bekend was dat er ook structureel extra geld beschikbaar zou komen voor het primair onderwijs maar in welke vorm en onder welke voorwaarden was nog niet bekend. Na de publicatie van het bestuursakkoord (juli 2014) en het sluiten van de cao primair onderwijs (december 2014) werd dit duidelijk. Deze relatief lange periode van onduidelijkheid over de exacte omvang van de extra middelen en de bestedingsverplichtingen die al dan niet verbonden waren aan deze middelen hebben er voor gezorgd dat de besteding van deze gelden nog niet opgenomen is in onze meerjarenplannen. Voor 2014 is gekozen om met name in te zetten op scholing, zowel op schoolniveau als op niveau van directies en intern begeleiders. Daarnaast is deze ruimte gebruikt om de invoering van passend onderwijs vorm te geven binnen de organisatie middels het zorgteam en een impuls op het gebied van dyslexie. Tenslotte is een deel ingezet personeel via de payroll. Bij het opstellen van het nieuwe strategische beleidsplan worden deze gelden meegenomen bij het ontwikkelen van plannen en vervolgens opgenomen in de formatieplanning en meerjareninvesteringsplanning Ondanks de kansen die deze extra middelen ons bieden blijft grip houden op de financiën en anticiperen op ontwikkelingen om ons heen belangrijk. Met name de voortdurende krimp van het leerlingenaantal is een ontwikkeling die veel impact heeft op de organisatie. Op basis van onze eigen korte termijn prognoses gaan we voor de komende jaren uit van een krimp tussen de 3% en de 4% per jaar. Deze krimp resulteert direct in lagere rijksbijdragen. Het gevolg hiervan is onder andere dat we minder personeel in kunnen zetten, dat scholen hun onderwijs anders gaan organiseren, dat er leegstand ontstaat in gebouwen. Door bovenop deze ontwikkelingen te zitten en tijdig te signaleren en bij te sturen hebben we ze tijdig kunnen vertalen naar beleid waardoor SKIPOV hier op een goede manier mee kan gaan. Te denken valt hierbij aan het beleidsstuk Naar een betere kwaliteit door een betere balans waar clustervorming van scholen onderdeel van uit maakt, beleid met betrekking tot flexibiliteit in de formatie, het huisvestingsbeleid of het steeds meer benutten van ons schaalvoordeel op het gebied van inkoop en aanbestedingstrajecten. Als gevolg van de doordecentralisatie van het buitenonderhoud van de schoolgebouwen heeft SKIPOV meer mogelijkheden gekregen om het onderhoud integraal te benaderen en zo efficiencyslagen te maken. De opbouw van onze gebouwen is redelijk evenwichtig te noemen en de staat van het onderhoud is over het algemeen goed. Dit zorgt er voor dat de doorcentralisatie van het onderhoud volgend de integrale meerjarenonderhoudsplanning niet tot financiële problemen leidt. Door tijdig te anticiperen op leegstand en met de gemeente in overleg te gaan over het onttrekken van delen van onze gebouwen aan de onderwijsbestemming houden we onze gebouwen aan de maat F i n a n c i ë n o p d e b a l a n s d a t u m Net als in de voorgaande jaren is er ook in 2014 een positief resultaat gerealiseerd, het afgelopen jaar ging het om ruim , het begrote positieve resultaat voor 2014 bedroeg Dit positieve resultaat bevat enkele incidentele posten die het beeld aanzienlijk beïnvloeden. De grootste posten worden hieronder kort toegelicht: Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten 13/ positief Aanpassing personele bekostiging obv akkoorden 14/ positief Per saldo wordt ruim van het positieve resultaat veroorzaakt door deze incidentele zaken. Wanneer we deze incidentele gebeurtenissen buiten beschouwing zouden laten komt het positieve resultaat over 2014 uit op Wanneer we begroting en realisatie tegen elkaar afzetten zien we dat er op een groot aantal posten verschillen waarneembaar zijn. RvB RvT 40 Acc

47 Zoals ook in de voorgaande jaren ontstaan er verschillen tussen de begrote baten en lasten als gevolg van specifieke projecten waar zowel baten als lasten tegenover staan (budgetneutraal) en derhalve niet worden meegenomen in de begroting. Deze verschillen hebben dan ook geen invloed op het behaalde resultaat. Deze posten zijn expliciet zichtbaar in de toelichting op de winst en verlies rekening. Een uitgebreidere verklaring van deze afwijkingen ten opzichte van de begroting en het voorgaande jaar is terug te vinden in de paragraaf Gang van zaken gedurende verslagjaar. Leerlingaantallen lln aantal mut tov t mut % -2,7% -4,4% -2,4% -6,9% -3,6% Het leerlingaantal is op 1 oktober 2014 met 95 leerlingen gedaald (-/- 3,6%), deze daling is minder sterk dan de gemiddelde daling van de afgelopen 5 jaar en het voorgaande jaar is het 10e jaar op rij dat het aantal leerlingen daalt, waarbij opvalt dat het tempo van de daling in de laatste jaren toe neemt met een absolute piek in In 2014 vond krimp plaats op 10 van de 14 scholen, de krimp doet zich zowel in de kern Veghel voor als in de kerkdorpen. Op de scholen waar geen krimp plaatsvond stabiliseerde het leerlingaantal of was er sprake van beperkte groei. De sterkste krimp vond in 2013 nog plaats op de SBO school -/- 18%, in 2014 normaliseerde de krimp op de SBO school en kwam uit op ruim 5%. Wanneer we de krimp van de SBO buiten beschouwing laten zien we een krimp van 3,4% op de reguliere basisscholen. De scholen in de kerkdorpen krompen gemiddeld 5,5%, het grootste deel van deze krimp werd veroorzaakt door de scholen in Erp. De scholen in de kern Veghel zijn met gemiddeld 1,9% gekrompen. Naar onze eigen inschatting zal het leerlingaantal de komende jaren verder afnemen als gevolg van de demografische ontwikkelingen. Voor de komende 3 jaar verwachten we een krimp van tussen de 3% en 4%, daarbij zijn mogelijke effecten van passend onderwijs op de SBO school moeilijk te prognosticeren. Een belangrijke indicator om groei of krimp te voorspellen is de verhouding tussen het aantal onderbouw en bovenbouw leerlingen. Deze staan in onderstaande tabel weergegeven OB % 47,1% 45,9% 46,3% 46,9% 47,4% BB % 52,9% 54,1% 53,7% 53,1% 52,6% Het aandeel van de onderbouwleerlingen in het totaal leerlingaantal neemt weer toe, dit betekent dat ondanks dat we de komende jaren blijven krimpen de krimp wel af zal gaan zwakken. Wanneer we een nieuw evenwicht bereiken is nog niet aan te geven. Dit is ook afhankelijk van in welke mate de woningmarkt aantrekt nu de economie zich lijkt te herstellen en of er weer nieuwbouwprojecten zullen worden gerealiseerd. Personele bezetting in fte s Directie 23,3 22,7 18,7 16,6 12,8 OP 168,8 158,7 144,0 133,2 123,3 OOP 24,9 24,9 25,4 21,7 23,7 Totaal FTE 217,0 206,3 188,1 171,4 159,8 Het aantal fte s per 1 oktober wat in dienst is bij SKIPOV is in 2014 met 11,6 fte gedaald ten opzichte van 2013, het betreft een daling van 6,7%. De omvang van de daling is minder sterk dan het voorgaande jaar en is lager dan het gemiddelde van de afgelopen jaren. RvB RvT 41 Acc

48 De afname van het aantal fte medewerkers is met name terug te zien binnen de rubriek directie (-/- 22,9%). Deze daling is het directe gevolg van de invoering van het beleid zoals beschreven in het stuk naar een betere kwaliteit door een betere balans. Het onderwijzend personeel kromp onderwijzend met 7,5%, dit komt overeen met de afname van de afgelopen jaren en de daling van het leerlingaantal. Het aantal fte OOP is gestegen met 9,5%, deze stijging is het directe gevolg van het inrichten van het zorgteam in verband met passend onderwijs. De verhouding tussen de diverse functiegroepen over de afgelopen jaren geeft inzicht in de wijze waarop de daling van het personeelsbestand is vertaald naar de verschillende functiegroepen. De laatste jaren wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van onderwijzend personeel ingezet via de payroll. Om een juist beeld te geven van de verhoudingen tussen de functiegroepen nemen we deze personen mee in de vergelijking Directie % 10,7% 10,9% 9,9% 9,5% 7,5% OP + payroll % 77,8% 77,1% 76,7% 78,1% 78,5% OOP % 11,5% 12,0% 13,4% 12,4% 14,0% Deze tabel laat zien dat na verschillende jaren waarin het aandeel OP in het personeelsbestand afnam deze trend gekeerd is. Nadat in 2012 de bodem bereikt is stijgt het aandeel van het OP in de jaren erna door tot zelfs boven het niveau van Zoals eerder genoemd is dit het gevolg van de invoering van het beleid zoals beschreven in het stuk naar een betere kwaliteit door een betere balans. Financiële positie: In het verleden had de maatschappelijke discussie rondom de vermogenspositie van besturen in het primair onderwijs met name betrekking op de vraag wanneer een schoolbestuur te rijk is. De afgelopen jaren is deze discussie 180 graden gedraaid, er werd steeds meer gesproken over het effect van krimp, bezuinigingen en niet gecompenseerde stijging van werkgeverslasten (stille bezuinigingen). Als gevolg van deze discussie is er eind 2013 besloten om structureel extra geld toe te kennen aan het onderwijs. De wijze waarop dit geld richting het onderwijs zal komen is eind 2014 duidelijk geworden. Deze lange periode van onduidelijkheid heeft bij SKIPOV geleid tot het relatief hoge positieve resultaat in 2013 en 2014, dit zelfde geldt voor het primair onderwijs in het algemeen. Een gevolg van de toevoeging van deze resultaten aan het algemene reserve is dat schoolbesturen weer rijker zijn geworden. Dit kan tot nieuwe maatschappelijke discussies leiden. De wijze waarop SKIPOV met deze extra gelden om gaat zal worden omschreven in het strategische beleidsplan wat in 2015 zal worden afgerond. Wij gebruiken het beoordelingskader van de commissie Don voor de toetsing van de financiële positie van de Organisatie. De commissie Don heeft in zijn rapport over het financieel beleid van onderwijsinstellingen gepleit voor het toepassen van een samenhangend kader voor het beoordelen van kapitaals- en vermogensposities. Dit kader reikt kengetallen en signaleringsgrenzen aan die houvast bieden bij het beoordelen van die posities. Hieronder een overzicht met de relevante kengetallen ter beoordeling van de financiële positie RvB RvT 42 Acc

49 Vermogensbeheer: Het eerste kengetal waarnaar we kijken is de kapitalisatiefactor ((totaal vermogen gebouwen en terreinen) / totale baten). Dit kengetal signaleert in hoeverre budgetten efficiënt zijn ingezet, gegeven de grootte van het schoolbestuur. De veronderstelling hierbij is, dat als een schoolbestuur veel kapitaal heeft in relatie tot de jaarlijkse baten, een deel van dat kapitaal wellicht niet echt nodig is en deze bezittingen beter kunnen worden afgebouwd. De schoolorganisatie zou met minder bezittingen dezelfde diensten moeten kunnen leveren, of met hetzelfde bezittingen meer diensten. De kapitalisatiefactor wordt daarmee dus een maat voor hoe de omvang van de bezittingen zich verhoudt tot de omvang van de instelling. De signaleringsgrens voor organisaties met de omvang van SKIPOV bedraagt eveneens 36%. Deze waarde laat zien dat de budgetten binnen SKIPOV goed worden ingezet en dat er niet onnodig geld wordt opgepot. Er bestaat geen noodzaak dit getal verder te laten oplopen. Als gevolg van de aanhoudende krimp dalen de totale baten, wanneer het totaal vermogen zou stabiliseren stijgt de kapitalisatiefactor. Bij het opstellen van het nieuwe meerjarenbeleidsplan kan deze ruimte meegenomen worden en ten goede komen aan het onderwijs. Vervolgens kijken we naar de solvabiliteit 1 (eigen vermogen / totale passiva * 100%). We zien een verdere stijging van deze waarde, met name veroorzaakt door het positieve exploitatieresultaat over 2014 waardoor het eigen vermogen gestegen is. Daarnaast is de totale passiva gedaald deze ontwikkelingen versterken elkaar bij de bepaling van de solvabiliteit, dit verklaart de sterke stijging. Bij de solvabiliteit 2 worden de voorzieningen meegenomen in de berekening. Aangezien de voorzieningen de laatste jaren zijn afgebouwd neemt het verschil tussen beide berekeningen ook af. Voor solvabiliteit wordt door het ministerie een signaleringsgrens gehanteerd van minimaal 30%. In 2014 zitten we hier, even als de voorgaande jaren, ruim boven. Deze waarde zegt iets over de mate waarin een organisatie afhankelijk is van schuldeisers en in welke mate voldaan kan worden aan langere termijn verplichtingen. In een sector als het primair onderwijs waarin de gemeente verantwoordelijk is voor de financiering van nieuwbouw van schoolgebouwen en economisch eigenaar is van de schoolgebouwen, is er maar in zeer beperkte mate sprake van externe financiering. Dit kengetal geeft dus slechts in beperkte mate inzicht in de financiële positie van een organisatie. Om het beeld rondom de vermogenspositie van SKIPOV compleet te maken kijken we naar het kengetal voor het weerstandsvermogen PO. In 2014 is het weerstandsvermogen verder gestegen voornamelijk als gevolg van de stijging van de algemene reserve en de daling van de waarde van de materiele vaste activa. Het ministerie hanteert een ondergrens van 5% en een bovengrens van 20%, vanaf 2012 valt SKIPOV binnen deze bandbreedte. Op basis van de meerjarenbegroting zal het weerstandsvermogen de komende 3 jaar tussen de 13 en de 18% bewegen, dit komt overeen met streefwaarden van de organisatie. De beperkte stijging de komende jaren komt niet doordat de algemene reserve substantieel stijgt maar doordat de baten zullen dalen als gevolg van de doorzettende krimp. Tot op heden streeft SKIPOV op jaarbasis en meerjarig naar een evenwicht tussen het bedrag van investeringen en afschrijvingen waardoor de waardoor de afschrijvingskosten redelijk stabiel blijven. Daarnaast maakt dit mogelijk om de financiering van ons investeringsprogramma zo efficiënt mogelijk te kunnen organiseren. In de actuele meerjarige investeringsbegroting is dit streven ook tot uitvoering gebracht. Het gevolg hiervan is dat de financieringsfunctie van het eigen vermogen slechts incidenteel moet worden aangesproken waardoor er meer ruimte over blijft om eventuele tegenvallers of risico s op te vangen Gebruik financieringsfunctie eigen vermogen Afschrijving Investeringen RvB RvT 43 Acc

50 Budgetbeheer: Het tweede aspect wat we belichten is het budgetbeheer, hierbij kijken we naar de liquiditeit en de rentabiliteit. De liquiditeit (vlottende activa / kortlopende schulden) is gestegen van 2,0 in 2013 naar 2,3 in De kortlopende schulden zijn gedaald, dit terwijl de vlottende activa gestegen zijn. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door een stijging van de liquide middelen als gevolg van het positieve resultaat. De komende jaren streven we er naar om de liquiditeit niet verder op te laten lopen. Gezien de meerjarenbegroting en het meerjareninvesteringsplan is dit mogelijk. Daarnaast kijken we naar de rentabiliteit (exploitatie resultaat / totale baten), de rentabiliteit zegt iets over de winstgevendheid van de organisatie. Aangezien het weerstandsvermogen de afgelopen jaren relatief laag was hebben we gestreefd naar een positieve rentabiliteit. Zoals in het overzicht op pagina 41 te zien is, is dit ook gerealiseerd. Nu het de vermogenspositie op orde is, streven we de komende jaren naar een minimale positieve rentabiliteit tussen de 0 en de 1% G a n g v a n z a k e n g e d u r e n d e v e r s l a g j a a r Zoals eerder aangegeven zijn er op diverse posten van de begroting voor 2014 afwijkingen geconstateerd in de realisatie, daarnaast zijn er ook verschillen ten opzicht van In deze paragraaf wordt daar verder op ingegaan. In onderstaand overzicht zijn de verschillende verhoudingsgetallen te zien over de afgelopen drie jaar, deze gegevens kunnen ook afgezet worden tegen het landelijk gemiddelde over 2013 (zie benchmark). Rijksbijdragen / totale baten: De afgelopen jaren is het aandeel van de rijksbijdragen in de totale baten toegenomen. In 2014 wordt dit veroorzaakt door de invoering van passend onderwijs. De baten die we van het nieuwe samenwerkingsverband ontvangen moeten verantwoord worden onder de rijksbijdragen, voor de invoering van passend onderwijs werden de baten die wij van het oude samenwerkingsverband ontvingen verantwoord onder de overige baten. Wanneer we naar de afgelopen jaren kijken zien we dat dit aandeel vooral gestegen door een daling van de andere baten. Dat SKIPOV boven het landelijk gemiddelde zit komt met name doordat er weinig overige overheidsbijdragen worden ontvangen, van bijvoorbeeld de gemeente. Overige overheidsbijdragen / totale baten: Opvallend is dat de afgelopen jaren de overige overheidsbijdragen sterk onder het landelijke gemiddelde liggen, dit betekent dat wij relatief weinig gelden ontvangen van provincie en gemeente. Het aandeel van de overige overheidsbijdragen is het afgelopen jaar gestegen, dit wordt met name veroorzaakt door de uitbereiding van de Schakelklas die wordt gefinancierd uit een gemeentelijke subsidie. Overige baten / totale baten: Het aandeel van de overige baten in de totale baten is de afgelopen jaren afgenomen. De daling in 2014 wordt voornamelijk veroorzaakt door de invoering van passend onderwijs waarover hierboven al is gesproken. Opvallend is ook dat de overige baten de afgelopen jaren steeds hoger zijn de het landelijk gemiddelde, dit wordt met name veroorzaakt doordat wij relatief veel baten genereren via verhuur en detachering. Door de stelselwijziging rondom passend onderwijs zal het landelijk gemiddelde over 2014 ook gaan dalen naar verwachting. RvB RvT 44 Acc

51 Personele lasten / totale baten: De afgelopen jaren is SKIPOV in staat geweest om een relatief groot deel van de totale baten aan personeel uit te geven. Dit aandeel is groter dan het landelijk gemiddelde, ondanks het positieve resultaat van de afgelopen jaren. Deze hogere inzet is deels noodzakelijk gezien de opbouw van ons personeelsbestand, bijvoorbeeld omdat er relatief veel medewerkers zitten in de leeftijden boven de 57 jaar en hun duurzame inzetbaarheid uren inzetten voor verlof en dus vervangen moeten worden. Daarnaast hebben we in 2014 ook personeel ingezet via de payroll, deze constructie biedt aan de ene kant flexibiliteit maar aan de andere kant werkt het ook kostenverhogend. Als gevolg van onder andere inkoopbeleid en aanbestedingsprocedures is er meer ruimte gekomen in de begroting, hierdoor is het aandeel van de personeelskosten in de totale baten verder gestegen. Personele lasten / rijksbijdragen: Het overgrote deel van de rijksbijdragen wordt uitgegeven aan personeel, bij SKIPOV ligt dit percentage hoger dan het landelijk gemiddelde. Zoals hierboven al aangegeven komt dat grotendeels door onze personeelsopbouw. De stijging van dit percentage in 2014 wordt veroorzaakt doordat de incidentele middelen die we aan het eind 2013 ontvingen weg vielen in Materiële lasten / rijksbijdragen: SKIPOV besteedt ruim 16% van de rijksbijdragen aan materiële zaken, dit is aanzienlijk minder dan het landelijk gemiddelde. In de eerste jaren waarin SKIPOV met krimp en bezuinigingen werd geconfronteerd lag de focus vooral op de personele kosten. De afgelopen 3 jaar hebben we steeds meer aandacht besteed aan het materiële deel, dit heeft geresulteerd in daling van circa 20% in 2009 naar een kleine 17% in Deze daling is onder andere tot stand gekomen door meer grip te krijgen op de onderhoudskosten en het contract onderhoud te centraliseren. Ook zijn leegstaande lokalen onttrokken aan de onderwijs bestemming. Daarnaast hebben we in de afgelopen een Europese aanbesteding gedaan voor energie en wordt aanwezige activa steeds vaker vervangen op basis van technische levensduur in de plaats van economische. Voor de komende jaren verwachten we geen substantiële verdere daling van dit kengetal. Totale lasten / rijksbijdragen: Als gevolg van de eenmalige middelen, toegekend in 2013, is dit kengetal dat jaar gedaald. Door het wegvallen van deze middelen in 2014 loopt deze waarde weer iets op. Ten opzichte van de landelijke norm zien we dat SKIPOV lager zit. Dit wordt veroorzaakt doordat SKIPOV relatief weinig baten naast de rijksbijdragen genereerd T r e a s u r y v e r s l a g Instellingen in het onderwijs zijn in toenemende mate zelf verantwoordelijk voor hun financiën. Zo heeft de PO raad in 2014 meer ruimte gekregen bij de CAO onderhandelingen en wordt het buitenonderhoud gedecentraliseerd in Schoolbesturen krijgen jaarlijks een bedrag waaruit alle kosten moeten worden gedekt en waarmee waarborging voor de 'bedrijfsvoering' op langere termijn geschapen moet worden. Op basis van het voor een onderwijsinstelling geldende risicoprofiel ligt het voor de hand dat reserves en voorzieningen worden opgebouwd. Het ministerie van OC & W wijst in haar Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek in artikel 3 lid 2 de stichtingen op de verplichtingen bij beleggen en belenen. SKIPOV heeft per 1 januari 2007 een treasurystatuut opgesteld waarin de afspraken en het te voeren beleid zijn vastgesteld. Evenals het voorgaande jaar heeft SKIPOV zich in 2014 beperkt tot het overhevelen van tijdelijk overtollige liquide middelen naar een spaarrekening. Alle liquide middelen zijn op dit moment ondergebracht bij de Rabobank, dit brengt een zeker risico met zich mee. Hiervan zijn we ons bewust, dit is een jaarlijks onderwerp van gesprek. RvB RvT 45 Acc

52 3.5 T o e k o m s t i g e o n t w i k k e l i n g e n A l g e m e e n Primair onderwijs is meer dan ooit in beweging. We zien volop uitdagingen als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen en nieuwe inzichten: de toenemende diversiteit onder leerlingen, van wie er steeds meer blijk geven van problemen in de opvoedingssfeer; groeiende mogelijkheden om externe leerbronnen en leeromgevingen binnen het bereik van kinderen en professionals te brengen als gevolg van steeds weer nieuwe technologische ontwikkelingen en mogelijkheden; herijking van de relatie met de ouders die in hun opstelling richting school eveneens een groeiende diversiteit laten zien; de maatschappelijke druk om meer te investeren in opvoeding en socialisatie (onder wisselende noemers als: meer investeren in waarden en normen, veiligheid, verantwoord burgerschap, integratie etc.); de ontwikkeling van de school als onderdeel van een sluitende pedagogische keten en de daarmee gepaard gaande samenwerking met steeds meer instanties uit de pedagogische infrastructuur. Denk daarbij enerzijds aan de vorming van IKC s maar ook aan de grote transities jeugdzorg en Passend Onderwijs van het afgelopen jaar. De ontwikkeling van de arbeidsrelaties in het onderwijs, die onder invloed van nieuwe cao s meer ruimte geven aan de autonomie van de professionals. Deze ontwikkelingen bieden ons nieuwe kansen en mogelijkheden om vanuit nieuwe opvattingen en keuzen met die uitdagingen aan de slag te gaan, inventief en creatief. We worden weer spelbepaler in plaats van speelbal van allerlei maatschappelijke krachten. De verdere ontgroening en daarmee krimp van ons leerlingaantal blijft een voortdurend aandachtspunt. Onze primaire verantwoording blijft de kwaliteit van ons onderwijs en zal altijd leidend blijven in onze besluiten. Met de clustering van scholen, zoals in 2014 is ingezet is een eerste stap gezet om deze kwaliteit ook in de kleine kernen te waarborgen. RvB RvT 46 Acc

53 L e e r l i n g a a n t a l l e n e n P e r s o n e l e b e z e t t i n g In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het aantal leerlingen en FTE personeel per functiegroep weergegeven over de afgelopen jaren. Daarnaast wordt een prognose gemaakt voor de komende jaren. Leerlingaantallen: De prognose van de leerlingaantallen is opgesteld door gebruik te maken van 3 verschillende bronnen. Om te beginnen onze eigen cijfers met betrekking tot de verdeling van leerlingen over de diverse leerjaren. Door deze cijfers te combineren met verwachte instroomcijfers kan de nabije toekomst redelijk nauwkeurig worden verspeld. Daarnaast maken we gebruik van de het scenariomodel primair onderwijs van het Arbeidsmarkt platform primair onderwijs. Dit model laat voor de komende 5 jaar geen krimp zien van gemiddeld 3,4% per jaar waarbij de eerste jaren zich wat meer krimp voordoet dan de laatste jaren. Tenslotte maken we gebruik van de gemeentelijke prognoses (exclusief nieuwbouw). Dit model laat een krimp zien van gemiddeld 2% per jaar over de komende 5 jaar. Wanneer we deze gegevens combineren komen we een prognose van bovenstaande leerlingaantallen met een gemiddelde krimp van 2,9% per jaar waarbij we de eerste jaren wat harder krimpen dan de laatste jaren. Personele bezetting Als gevolg van de daling van het leerlingaantal zal de personele bezetting de komende jaren ook afnemen. In het bovenstaande model is weergegeven hoe deze afname verdeeld is over de diverse jaren en functie groepen. Deze verdeling is tot stand gekomen door rekening te houden met de geraamde leerlingaantallen, het beleidsstuk naar een betere kwaliteit door een beter balans en de ontwikkeling om bij natuurlijk verloop van conciërges en schoonmaaksters dit in te vullen middels externe dienstverlening in de plaats van vast personeel. De vervolgstap is om te bezien of we deze personele bezetting ook kunnen realiseren middels natuurlijk verloop. Gezien de opbouw van ons medewerkersbestand en de huidige arbeidsmarkt is (deeltijd) pensionering een van de belangrijkste oorzaken van natuurlijk verloop. In onderstaande grafiek is de opbouw van ons personeelsbestand weergegeven: Als gevolg van het ophogen van de AOW leeftijd verwachten we dat mensen eerder geneigd zullen zijn om langer dan voorheen door te willen werken. Uitgaande van een gemiddelde pensioenleeftijd van 64 jaar zien we dat de komende 5 jaar circa 33 medewerkers met pensioen zullen gaan. Op het totaal van 236 fte betekent dit gemiddeld 2,8% per jaar. Naast pensionering zijn er andere vormen van natuurlijk verloof, zoals parttime gaan werken, ontslag nemen enz. Daarnaast is vullen we tijdelijke banen in via de Payroll waardoor we wat flexibiliteit inbouwen. Door de combinatie van deze factoren verwachten we ook de komende jaren de krimp van leerlingen te kunnen opvangen middels natuurlijk verloop. RvB RvT 47 Acc

54 M e e r j a r e n b e g r o t i n g De ontwikkeling van het leerlingaantal en de personele bezetting vormen de belangrijkste input voor het opstellen van de meerjarenbegroting. Daarnaast zijn ook de beleidsstukken meegenomen bij het opstellen van de meerjarenbegroting: Meerjarig investeringsplan Meerjarig onderhoudsplan, inclusief doordecentralisatie buitenonderhoud Beleidsstuk naar een betere kwaliteit door een betere balans Inkoopbeleid Nota basisondersteuning SKIPOV, beleid rondom passend onderwijs Integraalpersoneelsbeleid aangepast aan cao primair onderwijs 2014/2015 Naast de reeds opgestelde beleidsstukken heeft SKIPOV ook te maken met externe ontwikkelingen, de volgende ontwikkelingen zijn meegenomen bij het opstellen van de meerjarenbegroting: Financiële uitwerking herfstakkoord en nationaal onderwijsakkoord in lumpsum en prestatiebox Financiële uitwerking van bestuursakkoord in lumpsum en prestatiebox Indexering van de personele bekostiging met 1,2% als gevolg van de cao stijging uit 2014 De volgende externe ontwikkelingen zijn nog niet meegenomen aangezien hier nog geen duidelijkheid over is: Implementatie van de Wet Werk en Zekerheid Eventuele eigen risico dragerschap vervangingsfonds Inhoudelijke invulling herfstakkoord, nationaal onderwijsakkoord en bestuursakkoord in lumpsum en prestatie box. Dit wordt meegenomen bij het opstellen van het nieuwe strategische beleidsplan Dit tezamen leidt tot de volgende meerjarenbegroting. RvB RvT 48 Acc

55 Hierbij hoort de volgende meerjarige balans: Analyse van deze gegevens levert de volgende kengetallen voor de toekomst op: RvB RvT 49 Acc

56 De financiële kengetallen bewegen zich met uitzondering van de rentabiliteit, in een licht opgaande lijn. Aangezien de vermogenspositie van SKIPOV op orde is, is het niet noodzakelijk om substantiële positieve resultaten te begroten. Dit leidt tot een daling van de rentabiliteit. De meeste waarden blijven binnen de gestelde signaleringsgrenzen, een uitzondering hierop is de kapitalisatiefactor. Omdat het totaal aan activa min of meer gelijk blijft en de totale baten als gevolg van krimp dalen stijgt dit kengetal. Dit betekent dat we op basis van een risico analyse ervoor kunnen kiezen om gedurende de periode van krimp wat hogere reserves aan te houden of dat we meer investeringsruimte hebben om het nieuwe strategische beleidsplan ten uitvoering te brengen. De exploitatie kengetallen laten een stabiel beeld zien. Opvallend is de verhouding tussen personele en materiele lasten en de rijksbijdragen. Deze verhouding verschuift de komende jaren richting de materiele lasten, zonder dat hier inhoudelijke keuzes aan ten grondslag liggen. De voornaamste oorzaak hiervan is dat krimp van leerlingen zich vrij lineair laat vertalen naar het aantal groepen en personeelsleden. De vertaling naar bijvoorbeeld huisvestingskosten is veel minder direct. Hier zullen we in de toekomst verder beleid op moeten ontwikkelen zodat inhoudelijke keuzes leidend blijven en niet de omstandigheden waarmee we geconfronteerd worden. De gevolgen van bovenstaande zaken vertaald zich in de leerling-fte ratio s. Op totaalniveau blijft deze ratio ongeveer stabiel maar binnen de diverse functiegroepen zijn wel verschuivingen waarneembaar. Als gevolg van het beleidsstuk naar een betere kwaliteit door een betere balans stijgt de leerling-directie ratio, hierdoor wordt ruimte gecreëerd voor OP. De leerling-op ratio daalt de eerste jaren licht waarna weer een stijging is te zien. Deze stijging wordt veroorzaakt doordat het onderwijs ondersteunend personeel, met name op SBO de Wissel, niet mee krimpt met het leerlingaantal op deze school. Dit resulteert in een stijging van de leerling-oop ratio vanaf De komende tijd zal gekeken moeten worden of deze ontwikkeling wenselijk is en zo niet zal er beleid ontwikkeld worden. RvB RvT 50 Acc

57 B e l a n g r i j k s t e r i s i c o s e n b e h e e r s m a a t r e g e l e n RvB RvT 51 Acc

58 RvB RvT 52 Acc

59 Jaarrekening 2014 B Jaarr e k e n i n g G r o n d s l a g e n RvB 53 RvT

60 Jaarrekening 2014 B a l a n s p e r ACTIVA Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa 1.5 Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa TOTAAL ACTIVA PASSIVA 2.1 Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden TOTAAL PASSIVA RvB 54 RvT

61 Jaarrekening 2014 S t a a t v a n b a t e n e n l a s t e n Realisatie 2014 Begroting 2014 Realisatie BATEN 3.1 Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten Totaal baten LASTEN 4.1 Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten FINANCIËLE BATEN EN LASTEN Resultaat Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Netto resultaat Buitengewoon resultaat Totaal resultaat RvB 55 RvT

62 Jaarrekening 2014 K a s s t r o o m o v e r z i c h t Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: - vorderingen (-/-) schulden Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest (-/-) Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa (-/-) Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden (-/-) Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen RvB 56 RvT

63 Jaarrekening 2014 T o e l i c h t i n g b e h o r e n d e t o t d e b a l a n s 1 ACTIVA Aanschafprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Aanschafprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen Totaal materiële vaste activa Het gehanteerde afschrijvingspercentage voor gebouwen en terreinen bedraagt 2,5% a 3%. In 2014 is versneld afgeschreven op 2 schoolgebouwen ivm aanstaande nieuwbouw Het gehanteerde afschrijvingspercentage voor inventaris en apparatuur bedraagt 5% a 20%. Het gehanteerde afschrijvingspercentage voor andere vaste bedrijfsmiddelen bedraagt 10%. RvB 57 RvT

64 Jaarrekening 2014 Vervolg Toelichting behorende tot de balans 1 ACTIVA 1.5 Vorderingen Debiteuren OCW / LNV Overige overheden - Verkeerssubsidie Teruggaaf WAO WIA Overige Totaal overige overheden Overige vorderingen - Rente Premie differentiatie VF Overige Totaal overige vorderingen Overlopende activa - Vooruitbetaalde kosten Declaratie vervangingsfonds dec Nog te ontvangen subsidies speelplaats Bernadette Te veel betaalde premie VF PF Overige overlopende activa Totaal overlopende activa Totaal vorderingen Liquide middelen Kasmiddelen Tegoeden op bank- en girorekeningen Totaal liquide middelen RvB 58 RvT

65 Jaarrekening 2014 Vervolg Toelichting behorende tot de balans Stand per Resultaat Overige mutaties Stand per PASSIVA 2.1 Eigen vermogen Algemene reserve Totaal eigen vermogen Stand per Dotaties Onttrekkingen Vrijval Rente mutatie (bij contante waarde) Stand per Voorzieningen Personeelsvoorzieningen Totaal voorzieningen Voorzieningen Kortlopend deel < 1 jaar Langlopend deel > 1 jaar Personeelsvoorzieningen Stand per Aangegane leningen 2014 Aflossingen 2014 Stand per Langlopende schulden Kredietinstellingen Totaal langlopende schulden Langlopende schulden Looptijd > 1 jaar Looptijd > 5 jaar Rentevoet % Kredietinstellingen - - 5,75% - - RvB 59 RvT

66 Jaarrekening 2014 Vervolg Toelichting behorende tot de balans Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren OCW/EL&I Belastingen en premies sociale verzekeringen - Loonheffing Premie Participatiefonds Premie Risicofonds Premie Vervangingsfonds Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige kortlopende schulden - Salarissen 13e mnd Totaal overige kortlopende schulden De overlopende passiva - Vooruitontvangen subsidies OCW/EL&I niet geoormerkt Vooruitontvangen ouderbijdragen Vooruitontvangen activiteiten gelden Vooruitontvangen TSO gelden Vooruitontvangen participanten mfc's Vooruitontvangen subsidies mfc's Vooruitontvangen huisvestingsgelden nieuwbouw Vooruitontvangen subsidie techniek project Nog te betalen huisvestingskosten Nog te betalen kosten Vooruit ontvangen subsidie speelplaats Bernadette Vakantiegeld Kortlopend deel spaarverlof voorziening Kortlopend deel directie voorziening Externe deskundigen aanbestedingstrajecten Overige Totaal overlopende passiva Totaal kortlopende schulden RvB 60 RvT

67 Jaarrekening 2014 N i e t u i t d e b a l a n s b l i j k e n d e v e r p l i c h t i n g e n Meerjarige financiële verplichtingen Huurovereenkomst: 1. Door Skipov is een huurovereenkomst afgesloten ten behoeve van kantoorruimte van het stafkantoor die loopt tot en met december De jaarlijkse verplichting bedraagt afgerond ,-- per jaar. 2. Door Skipov is een huurovereenkomst afgesloten met de heer B. Tomas ten behoeve van een werkplaats die loopt tot 1 maart De jaarlijkse verplichting bedraagt afgerond ,-- per jaar. 3. Door Skipov is een huurovereenkomst afgesloten met de heer B. Tomas ten behoeve van opslagruimte die loopt tot 15 augustus De jaarlijkse verplichting bedraagt afgerond 9.632,-- per jaar. Leaseverplichtingen: 1. Door Skipov is een leaseovereenkomst afgesloten voor kopieerapparatuur, De overeenkomst loopt tot 30 juni 2019 en de kosten bedragen ,-- per jaar. Het werkelijke verbruik wordt obv nacalculatie afgerekend. RvB 61 RvT

68 Jaarrekening 2014 T o e l i c h t i n g b e h o r e n d e t o t d e s t a a t v a n b a t e n e n l a s t e n 3 BATEN 3.1 Rijksbijdragen 2014 Begroting Rijksbijdragen OCW/EZ - Vergoeding personele bekostiging Vergoeding personeel en arbeidsmartkt be Vergoeding leerlinggebonden financiering Vergoeding prestatiebox Materiele instandhouding Overige Rijksbijdragen Totaal rijksbijdragen OCW/EZ Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV - Vergoeding SWV lichte ond. algemeen Vergoeding SWV lichte ond. SBO Vergoeding SWV zware ond. BAO Totaal doorbetalingen rijksbijdrage SWV Totaal rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2014 Begroting Overige overheidsbijdragen en -subsidies - Gemeentelijke bijdrage GOA Gemeentelijke bijdrage Schoolzwemmen Bijdrage ID banen Gemeentelijke bijdrage Schakelklas Gemeentelijke bijdrage Schoolbegeleiding Gemeentelijke bijdrage Verkeer Gemeentelijke bijdrage overig Totaal overige overheidsbijdragen Totaal overige overheidsbijdragen en -subsidies RvB 62 RvT

69 Jaarrekening 2014 Vervolg Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 2014 Begroting Overige baten Verhuur Detachering personeel Sponsoring Ouderbijdragen Overige - Samenwerkingsverband WSNS Tussenschoolse opvang Overige baten Totaal overige Totaal overige baten RvB 63 RvT

70 Jaarrekening 2014 Vervolg Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 2014 Begroting LASTEN 4.1 Personeelslasten Lonen en salarissen - Brutolonen en salarissen regulier Sociale lasten regulier Pensioenpremies regulier Totaal lonen en salarissen regulier Brutolonen en salarissen vervangingen Sociale lasten vervangingen Pensioenpremies vervangingen totaal vervangingen Brutolonen en salarissen project Sociale lasten project Pensioenpremies project totaal project Totaal lonen en salarissen Overige personele lasten - Dotaties personele voorzieningen Vrijval personele voorzieningen Extern personeel Extern personeel lgf Extern personeel payroll bedrijfsgezondheidszorg Nascholing Teruggaaf premies belastingdienst Reis en verblijf kosten Overige personeelskosten Personeelskosten projecten Totaal overige personele lasten Af: uitkeringen Totaal personele lasten RvB 64 RvT

71 Jaarrekening 2014 Vervolg Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 2014 Begroting Afschrijvingen Materiële vaste activa Totaal afschrijvingen Begroting Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Onderhoud - Onderhoud gebouwen eigendom SKIPOV Onderhoud gebouwen eigendom Gemeen Contract onderhoud Externe deskundigheid Incidentele projecten Energie en water Schoonmaakkosten - Contract schoonmaak Regiewerk Glasbewassing Overige schoonmaakkosten Heffingen Overige Totaal huisvestingslasten RvB 65 RvT

72 Jaarrekening 2014 Vervolg Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 2014 Begroting Overige instellingslasten Administratie- en beheerslasten - Accountant onderzoek jaarrrekening Contributie Kopieerkosten Telefoonkosten Portikosten Overige beheers en bestuurskosten Inventaris, apparatuur en leermiddelen - Overige ICT kosten Software licentie kosten Kleine aanschaffingen Leermiddelen Software licenties leermiddelen Leermiddelen projecten Testen en toetsen Culturele vorming Vieringen en schoolreis Schoolzwemmen Overige Overige - Deskundigen advies Abonnementen en vakliteratuur PR en representatie Overige instellingslasten projecten Overige instellingslasten Totaal overige instellingslasten RvB 66 RvT

73 Jaarrekening 2014 Vervolg Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 5 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 2014 Begroting Rentebaten Rentelasten (-/-) Totaal financiële baten en lasten RvB 67 RvT

74 Jaarrekening 2014 O v e r z i c h t v e r b o n d e n p a r t i j e n N.V.T. W N T : W e t n o r m e r i n g b e z o l d i g i n g t o p f u n c t i o n a r i s s e n p u b l i e k e e n s e m i p u b l i e k e s e c t o r Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking Functie of functies Voorzitters- Naam Ingangsdatum Einddatum Omvang Beloning Belastbare vaste en Voorzieningen Uitkeringen wegens clausule van dienstverband dienstverband dienstverband variabele onkosten- beloning betaalbaar beëindiging van het toepassing (J/N) in FTE vergoedingen op termijn dienstverband Voorzitter RvB B.J.D.M. Tomas , ,16 Vermelding alle toezichthouders Functie of functies Voorzitter Naam Ingangsdatum Einddatum Beloning Belastbare vaste en Voorzieningen Uitkeringen wegens of lid (J/N) dienstverband dienstverband variabele onkosten- beloning betaalbaar beëindiging van het vergoedingen op termijn dienstverband Voorzitter RvT G.F.J. Hupperetz Lid RvT E.A.C. de Gier Lid RvT F.A.M. Hermes Lid RvT I. Houthuijzen - Waterloo Lid RvT C.J.H.M. van Bussel Lid RvT A.F.G. Verhoeven RvB 68 RvT

75 Overige gegevens 2014 C O v e r i g e g e g e v e n s C o n t r o l e v e r k l a r i n g v a n d e o n a f h a n k e l i j k a c c o u n t a n t RvB 69 RvT