De bepaling van de werkelijke waarde in geval van onteigening

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De bepaling van de werkelijke waarde in geval van onteigening"

Transcriptie

1 De bepaling van de werkelijke waarde in geval van onteigening verhandeling over de werkelijke waarde van onroerende zaken in geval van onteigening aan de hand van inzichten uit de speltheorie Afstudeerscriptie MSRE opleiding David Telkamp Amsterdam 2009

2 INHOUDSOPGAVE 0 INLEIDING DE ONTEIGENING WERKELIJKE WAARDE DE ONDERSTELDE KOOP TAXATIEPROTOCOL ALTIJD ONTEIGENEN RECHTVAARDIGHEID COALITIEVORMING ONDERHANDELINGSPROBLEEM EEN EFFICIENTE EEN EERLIJKE PRIJS VERGELIJKING VERDELINGSMECHNISMEN HET OORDEEL VAN DE RECHTER EINDSPEL BIBLIOGRAFIE

3 0 INLEIDING In zekere zin kan gebiedsontwikkeling beschouwd worden als ontginningspolitiek in hernieuwde vorm. Van oudsher heeft het begrip ontginningspolitiek betrekking op het in cultuur brengen van gronden, op het investeren van geld om de waarde van de grond op den duur te verhogen. Het betreft het tot bloei brengen van onvruchtbare grond (van der Woud, 2005, p. 216). Onvruchtbare grond staat in deze metafoor voor de huidige bestaande ordening. Het tot bloei brengen voor het transformatieproces van deze gronden. Voor dit transformatieproces zijn investeringen nodig om het gestelde einddoel te bereiken. Na het bereiken van het doel kan beoordeeld worden in hoeverre de geïnvesteerde gelden rendement hebben opgeleverd voor de investeerder(s). Uitgangspunt voor deze thesis is een gemeente die een stedenbouwkundig plan wil realiseren middels een actieve grondpolitiek. Een actieve grondpolitiek houdt in dat de gemeente alle gronden in het plangebied cq complex of exploitatiegebied eerst zelf willen verwerven door onteigening. De aanname binnen de thesis is dat wanneer het plan tot uitvoering komt er sprake is van een plan met een positieve grondexploitatie; de gronden krijgen door de bestemmingswijziging een meerwaarde. Nu zijn er twee algemene zienswijzen ten aanzien van de vraag wie gerechtigd is tot deze meerwaarde die ontstaat als gevolg van het stedenbouwkundige plan dat tot uitvoer wordt gebracht. Het ene kamp stelt dat deze meerwaarde ten goede moet komen aan de individuele grondeigenaren. Het andere kamp stelt dat deze meerwaarde ten goede moet komen aan de gemeenschap. Met de gemeenschap wordt dan bedoeld dat de meerwaarde toekomt aan de overheid. Het ene kamp stelt dat de grond een verwachtingswaarde heeft en dus de meerwaarde ten goede moet komen aan de grondeigenaar. Het andere kamp stelt dat de waardestijging van de grond als gevolg van het handelen van de gemeente de grondeigenaar niet behoort te profiteren. 3

4 De laatste keer dat deze verdelingsvraag op tafel lag was eind jaren 70. Het kabinet Den Uyl struikelde uiteindelijk over dit onderwerp. Het kamp Den Uyl was van mening dat de onteigenende partij recht had op de verkeerswaarde volgens het huidige gebruik. Het kamp Van Agt was van mening dat de eigenaar van landbouwgrond recht had op de hogere marktwaarde. Dit verschil van inzicht was aanleiding voor het kabinet in demissionaire status aan te blijven tot aan de verkiezingen van 25 mei In het kabinet Van Agt I is de opvatting dat meerwaarde van de gronden ten goede moet komen aan de grondeigenaar uitgewerkt. De resultante hiervan is dat de onteigeningswet is aangepast. Volgens de huidige opvatting vormt deze hogere marktwaarde het uitgangspunt voor de bepaling van de werkelijke waarde. Nu rust de keus om de meerwaarde ten goede te laten komen aan de grondeigenaren en niet aan de gemeenschap op een politieke keuze. Het CDA wilde eenvoudigweg haar achterban tevreden houden. Het dispuut over de grondpolitiek betrof vooral de agrarische gronden die een woonbestemming kregen. Door de bestemmingswijziging van agrarische grond naar bouwgrond krijgt de grond een hogere economische waarde. Het CDA stond in deze kwestie pal voor de belangen van de boeren. De opvatting dat de meerwaarde geheel ten goede moet komen aan de grondeigenaren geeft voeding aan de gedachte dat deze verdeling niet evenwichtig is. Het andere voorstel, om de meerwaarde ten gunste van de gemeenschap te laten vallen, is evenmin evenwichtig. In beide gevallen roomt of de ene partij of de andere partij de meerwaarde, het surplus van het plan, af. Nu is het bij het actief verwerven van de gronden door de overheid van belang welke grondslag voor de verdeling van de meerwaarde wordt gehanteerd. In het ene geval krijgt de grondeigenaar de verkeerswaarde onder de veronderstelling dat de grond geen bestemmingswijziging ondergaat. In het ander geval krijgt de grondeigenaar de marktwaarde waarbij nadrukkelijk wel rekening wordt gehouden met de toekomstige bouwmogelijkheden. Een ander probleem dat speelt bij het actief kopen van de gronden door de overheid, is dat de grondeigenaar van mening is dat de kopende overheid te weinig biedt voor de grond en de kopende overheid van mening is dat de grondeigenaar teveel vraagt. 4

5 0.1 Thesis Het eerste probleem heeft betrekking op een beginselprobleem; naar welke maatstaf wordt de meerwaarde verdeeld. Het tweede probleem betreft een onderhandelingsprobleem. In alle eenvoud luidt de strijdvraag van de thesis als volgt: wat is het goed nu werkelijk waard? Op deze wijze geformuleerd is er sprake van een onbepaalde strijdvraag. Quintilianus 1 verstaat onder een onbepaalde strijdvraag die vragen die zonder invulling van personen, tijden plaatsen en dergelijke van beide kanten belicht worden, hetgeen de Grieken een thesis 2 noemen. Dit in tegenstelling tot bepaalde strijdvragen die concrete omstandigheden personen tijden en dergelijke behelzen (Quintilianus, 2001, pp ). Het onderzoek naar de werkelijke waarde geschiedt aan de hand van de speltheorie. De speltheorie is een wiskundige studie over conflict en samenwerking tussen rationele en intelligente beslissers (Myerson, 1997, p. 1). Het onderzoek naar de werkelijke waarde bespreekt een drietal deelvragen, te weten: Welke verdeling van de meerwaarde is te kwalificeren als efficiënt en eerlijk? Welke vergoeding cq schadeloosstelling ontvangt de grondeigenaar voor het verlies van de onroerende zaak in geval van onteigening? Welke spelregels zijn noodzakelijk om een efficiënte en eerlijke verdeling van de meerwaarde tussen de grondeigenaren en de gemeenschap enerzijds en de finale vergoeding aan de individuele grondeigenaar anderzijds te verzekeren? Via deze deelvragen wordt de volgende stelling verdedigd: er is een andere manier te bedenken om naar dit verdelingsvraagstuk te kijken, namelijk de meerwaarde delen. Een efficiënte en eerlijke verdeling van de meerwaarde, van het surplus is dan ieder de helft; de gemeente krijgt de ene helft van het surplus en de grondeigenaren tezamen de andere helft van het surplus. 1 Marcus Fabius Quintilianus werd omstreeks het jaar 71 na Christus de eerste van staatswege bezoldigde hoogleraar in de welsprekendheid. Eind 94 publiceerde Quintilianus zijn levenswerk Institutio Oratoria (de opleiding tot redenaar). 2 Anderen spreken over algemene maatschappelijke strijdvragen, of over filosofische strijdvragen, of delen van het twistpunt. 5

6 De grondeigenaren dienen vervolgens onderling hun gerechtvaardige deel van het surplus dat zij tezamen ontvangen verder onderling pro rato het aantal grondeigenaren te verdelen. De vergoeding voor het verlies van de zaak in geval van onteigening waar de grondeigenaar dan recht op heeft is de verkeerswaarde plus een gerechtvaardigd aandeel in het surplus. De werkelijk waarde is dan de verkeerswaarde plus een gerechtvaardigd deel van het surplus. Voor het bereiken van deze oplossing is het noodzakelijk een aantal spelregels vast te leggen die voor alle partijen bindend zijn. Zonder deze spelregels is het niet mogelijk om tot efficiënte en eerlijke prijzen cq vergoedingen te komen. Een situatie waarbij vooraf bindende regels gelden waar niet een partij zich aan kan onttrekken is de coöperatieve vorm van de speltheorie. Dit in tegenstelling tot de niet coöperatieve vorm. Het achterliggende idee van deze thesis is dan dat rechtvaardigheid niets anders is dan ieder het zijne te geven - suum cuique tribuere. Via Plato, Aristoteles, Cicero, Augustinus, Thomas van Aquino en het Romeinse recht is deze notie van rechtvaardigheid gemeengoed geworden in het denken van het Avondland, maar in onze tijd hoort men er merkwaardig genoeg weinig of niets meer over (Kinneging, 2005, p. 104). Via deze opvatting kan verdedigd worden dat rechtvaardigheid het midden is tussen het ene uiterste en het andere uiterste. De via het protocol berekende prijs voor elke grondeigenaar is dan de gerechtvaardigde prijs. Deze gerechtvaardigde prijs is dan op te vatten als de werkelijke waarde voor de onroerende zaak. Naast een speltheoretische verdediging kan de gevonden verdeling ook via deze oude klassieke opvatting verdedigd worden. 0.2 Relevantie van het taxatieprotocol Het begrip werkelijke waarde stamt uit de onteigeningswet. Inmiddels wordt ook in andere wetteksten verwezen naar dit begrip. De afdeling 6.4 grondexploitatie van de nieuwe wet ruimtelijke ordening verwijst in artikel 6.19 naar art 40b tot en met f van de onteigeningswet voor de bepaling van de inbrengwaarde van de grond in de grondexploitatie. Het taxatieprotocol kan dan ook voor de bepaling van de inbrengwaarde gehanteerd worden. Een andere verwijzing naar de werkelijke waarde is te vinden in de Wet voorkeursrecht gemeenten. Wanneer eigenaar en gemeente het niet eens kunnen worden over de prijs dan kan de verkoper B&W verzoeken om over de prijs advies te vragen aan deskundigen. Artikel 16 6

7 lid 4 geeft aan dat de door de rechtbank benoemde deskundigen hun advies vaststellen met overeenkomstige toepassing van de artikelen 40b tot en met f van de onteigeningswet. 0.3 Doel van het taxatieprotocol Het doel van de thesis is een protocol te formuleren waarmee efficiënt en eerlijke prijzen berekend kunnen worden. Het biedt de deskundige een eenvoudig en helder denkkader voor de bepaling van de werkelijke waarde in geval van onteigening. De via het protocol berekende waarden vormen dan het uitgangspunt voor de onderhandelingen met de individuele grondeigenaren. 0.4 Leeswijzer Het onderzoek naar de werkelijke waarde geschiedt vanuit een speltheoretisch perspectief, waarbij het vinden van een economische waarde centraal staat. Het bestaande juridische denkkader wordt om deze reden in eerste instantie weggedacht, teneinde in volle vrijheid het probleem te bestuderen. Desalniettemin behandelt hoofdstuk 1 de leidende beginselen van de onteigeningswet. Deze wet kent een geschiedenis van ruim 150 jaar. Het maakt de lezer vertrouwd met enkele sleutelbegrippen uit de onteigeningswet. Het belangrijkste is dat de grondeigenaar in geval van onteigening recht heeft op een volledige schadeloosstelling. In het tweede hoofdstuk staat het begrip werkelijke waarde centraal. In de onteigeningswet wordt de werkelijke waarde gedefinieerd als de prijs die tot stand zou kopen in een onderstelde koop tussen redelijk handelende partijen. Uit dit hoofdstuk zal blijken dat, ondanks de definitie, een aantal dilemma s zijn te benoemen waardoor er geen eenduidige prijs is vast te stellen. Voor het vinden van de werkelijke waarde is het noodzakelijk om vooraf bindende regels vast te stellen. In het derde hoofdstuk staat het begrip onderstelde koop centraal. Het probleem richt zich op de vraag volgens welke maatstaf dient de complexwaarde te worden verdeeld. Dient de meerwaarde pro rato oppervlak, pro rato verkeerswaarde of pro rato aantal eigenaren te worden verdeeld? 7

8 De kern van de thesis is te lezen in hoofdstuk vier. Op intuïtieve wijze bespreekt dit hoofdstuk het spelmechanisme waarmee de werkelijke waarde vast gesteld kan worden. Deze gevonden werkelijke waarde is dan op te vatten als een efficiënte en eerlijke prijs voor het verlies van de zaak in geval van onteigening. In de hoofdstukken 5 tot en met 9 wordt het spelmechanisme per element uitgewerkt en afgesloten met een rekenvoorbeeld. Hoofdstuk vijf is een technisch hoofdstuk over de speltheorie en geeft een behandeling van de onteigening in een speltheoretisch denkkader. Hoofdstuk zes handelt over het begrip rechtvaardigheid en geeft invulling aan het begrip suum cuique tribuere als basis voor de verdelingsvraag. De vraag welke maatstaf geeft een eerlijke verdeling wordt in dit hoofdstuk uitgewerkt. Voor deze vraag worden een aantal verdelingsalgoritmes besproken waarmee partijen tot eerlijke verdelingen kunnen komen. Hoofdstuk zeven bespreekt de fictie dat alle grondeigenaren een coalitievormen. De coalitie verkoopt dan alle gronden in een keer aan de gemeente. Door deze voorstelling waarbij de gemeente in een koop alle gronden in het complex in een keer verwerft in plaats van een voor een elke kavel moet opkopen, maakt het mogelijk om het onderzoek naar de werkelijke waarde te bestuderen als een bilateraal onderhandelingsprobleem. Hoofdstuk acht geeft een speltheoretische uitwerking van het bilaterale onderhandelingsprobleem. In dit hoofdstuk wordt een verdeling van de meerwaarde van het stedenbouwkundige plan tussen de coalitie van grondeigenaren de kopende gemeente van ieder de helft verdedigd. De verdediging van deze verdeling van ieder de helft rust op de standaard Nash Bargaining Solution. Hoofdstuk negen gaat in op de taxatie van het surplus. Het surplus is dan niets anders dan het verschil tussen de complexwaarde en de som van de verkeerswaarden volgens het huidige gebruik van alle grondpercelen in het complex. De 1 ste verdeling van dit surplus betreft dan de verdeling van de meerwaarde tussen de coalitie van grondeigenaren en de gemeenschap. De 2 de verdeling betreft de verdeling van het deel van het surplus dat de coalitie toekomt tussen de coalitiegenoten onderling. Via een verdelingsalgoritme wordt een verdeling pro rato aantal grondeigenaren verdedigd. 8

9 Hoofdstuk tien bespreekt de uitkomsten van de verschillende opvattingen over de werkelijke waarde. Volgens de verschillende opvattingen komen sterk uiteenlopende uitkomsten tot stand. Wanneer het protocol algemeen geaccepteerd wordt dan zijn de uitkomsten volgens dit protocol het meest gematigd en gaat elke grondeigenaar ten opzichte van de andere eigenaren er in gelijke mate op vooruit. De andere systemen, alleen de verkeerswaarde of de hogere marktwaarde, geeft minder evenredige uitkomsten. Hoofdstuk 11 geeft een speltheoretische beschouwing over de vraag waarom het rationeel en intelligent is voor partijen om dit protocol te hanteren. De toepasbaarheid van het protocol rust dan op de matigingsbevoegdheid van de rechter om het onevenredige voordeel dat een grondeigenaar ontvangt te matigen. Het laatste hoofdstuk geeft een samenvatting van hetgeen besproken is, alsmede de eindconclusie. De eindconclusie is dan dat de werkelijke waarde niets anders is dan de verkeerswaarde van het perceel volgens het huidige gebruik aangevuld met een gerechtvaardigd deel in de meerwaarde. 9

10 1 DE ONTEIGENING Het onderzoek naar de werkelijke waarde in geval van onteigening speelt zich af in een juridische context; namelijk de onteigeningswet. Deze wet is inmiddels ruim 150 jaar oud. Nu geeft de wet zelf weinig inzicht op welke wijze de waarde moet worden bepaald. Voor de feitelijke uitleg zal de deskundige naast de onteigeningswet kennis moeten hebben van de jurisprudentie. In dit hoofdstuk worden de meest belangrijke zaken besproken waarmee bij gevallen van onteigening rekening gehouden moet houden. 1.1 Het onteigeningsmiddel Bij een actieve grondpolitiek kiest de gemeente ervoor alle gronden in het plangebied te willen verwerven. Vervolgens maakt de gemeente de gronden zelf bouwrijp en verkoopt deze gronden aan ontwikkelaars. De ontwikkelaars realiseren dan de nieuwe bestemming die de gronden hebben gekregen. De gemeente krijgt alle kosten en opbrengsten van het plan voor haar rekening bij onteigening. Wanneer de gemeente er niet in slaagt om de gronden langs minnelijke weg te verwerven dan kan zij via de onteigeningsprocedure de gronden langs gerechtelijke weg bemachtigen. Onteigening komt dan neer op het ontnemen van eigendom. Dit ontnemen van eigendom kan gekwalificeerd worden als een van de zwaarste inbreuken die de overheid kan maken op een grondrecht. Om deze reden wordt het wenselijk geacht dat niet de overheid zelf maar een onpartijdige rechter over de onteigening beslist (van der Feltz G., et al., 2006, p. 6). 1.2 Minnelijk verwerven door de onteigenende partij Artikel 17 onteigeningswet stelt dat de onteigenende partij tracht hetgeen onteigend moet worden bij minnelijke overeenkomst te verkrijgen. Er mag niet eerder tot onteigening te worden overgegaan dan nadat is vastgesteld dat een redelijk doch vruchteloos gebleken poging is ondernomen om het goed dat onteigend moet worden langs minnelijke weg te verkrijgen. 10

11 In artikel 18 is het volgende te lezen: is hetgeen onteigend moet worden niet bij minnelijke overeenkomst verkregen, dan dagvaardt de onteigenende partij de bij koninklijk besluit aangewezen eigenaar voor de rechtbank in welker rechtsgebied de te onteigenen onroerende zaak is gelegen, teneinde de onteigening te horen uitspreken en het bedrag der schadeloosstelling te horen bepalen. 1.3 Recht op volledige schadeloosstelling In artikel 14 van de grondwet wordt gesteld dat onteigening enkel kan geschieden in het algemeen belang en tegen vooraf verzekerde schadeloosstelling. Dit recht op schadeloosstelling wordt in artikel 40 onteigeningswet nader uitgewerkt: de schadeloosstelling vormt een volledige vergoeding voor alle schade, die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn zaak lijdt. Een volledige schadeloosstelling houdt volgens de Hoge Raad het volgende in: dat de toe te kennen schadeloosstelling den onteigende in een financiëlen toestand zal brengen gelijkwaardig aan dien, waarin hij zich zou hebben gevonden indien de onteigening niet zou hebben plaatsgehad, hetgeen insluit, dat de vergoeding niet beneden het bedrag der als gevolg van de onteigening te lijden schade mag blijven doch in beginsel ook niet boven dat bedrag mag uitgaan. (van der Feltz G., et al., 2006, p. 85). 1.4 Componenten volledige schadeloosstelling De werkelijke waarde is een deelpost van de volledige schadeloosstelling. Naast de vermogensschade heeft de onteigende partij recht op vergoeding van de waardevermindering van het overblijvende en de bijkomende vergoedingen. Onder de vermogensschade 3 wordt verstaan de verkoopprijs, de werkelijke waarde, van de zaak. De eigenaar dient onverkort te worden gecompenseerd voor het verlies van de zaak. Voor de vaststelling van de vermogensschade zijn de artikel 40a - f van de onteigeningswet van belang. 3 Het kan voorkomen dat de overheid slechts een deel van een perceel wil onteigenen. In dat geval komt de eigenaar in aanmerking voor een vergoeding voor de waardevermindering van het overblijvende. Tezamen vormen de werkelijke waarde en de waardevermindering van het overblijvende de vermogensschade. Voor de eenvoud wordt deze schadepost verder buiten beschouwing gelaten. 11

12 Onder de bijkomende vergoedingen 4 worden verstaan: alle schadeposten buiten de werkelijke waarde en de waardevermindering van het overblijvende. In de literatuur wordt de post bijkomende vergoeding ook wel onderverdeeld in inkomensschade en eenmalige vergoedingen. De inkomensschade bestaat uit de jaarlijks terugkerende schade zoals bijvoorbeeld een hogere huisvestingslast. De eenmalige kosten hebben een eenmalig karakter; het betreft de kosten die samenhangen met de verplaatsing zoals verhuiskosten, aanloopschade, belastingschade en dergelijke. 1.5 Redelijk handelende partijen Een belangrijk element uit de definitie van de werkelijke waarde is de volgende. In geval van onteigening geldt de volgende spelopvatting: de partijen handelen redelijk. Deze grondslag is door de Hoge Raad nader uitgewerkt. HR 13 april 1960, NJ 1960, 295 (van Lynden van Sandenburg / Staat): dat daarbij verder moet worden verondersteld, dat deze koper en verkoper bij de tot stand brenging van de koopovereenkomst redelijk handelende partijen zijn, hetgeen betekent dat, enerzijds, de onteigenende partij als koper niet met het dwangmiddel der onteigening dreigt, doch bereid is om een prijs te besteden welke een redelijk handelende koper bereid zou zijn te besteden, en dat anderzijds, de eigenaar als verkoper, zonder misbruik te maken van de dwangpositie van de wederpartij, die juist zijn gronden in eigendom moet verwerven, aan de verkoop meewerkt, zodra hij een prijs heeft bedongen waarvoor een redelijk handelende eigenaar bereid zou zijn tot verkoop over te gaan (van der Feltz G., et al., 2006, p. 38). In de uitspraak van de Hoge raad van 13 april 2004, NJ 2005,151 is deze strekking nogmaals herhaald. 1.6 Matigingsbevoegheid van rechter Wanneer de overheid er niet in slaagt om langs minnelijke wijze de grond te verkrijgen dan kan zij gaan dagvaarden. In dat geval is het de rechter die de schadeloosstelling uitspreekt. De onteigeningsrechter kan volgens artikel 40e de werkelijke waarde naar eigen inzicht vermeerderen of verminderen naar gelang hem redelijk voorkomt. 4 Het vaststellen van deze bijkomende kosten wordt niet behandeld in deze thesis. In essentie komt deze schadepost neer op een vergelijking van de huidige huisvestingslast en de toekomstige nieuwe huisvestingslast. De eventuele hogere huisvestingslast vormt dan een schadepost. 12

13 Het idee is dat indien er sprake is van onredelijke bevoordeling in zeker zin baatafroming plaats kan vinden in een onteigeningsprocedure. Het bedoelde onevenredige voordeel zal in het algemeen zijn oorzaak vinden in de omslag van baten en lasten als aangegeven in artikel 40d. Er is dan sprake van meerdere eigenaren die delen in de waardestijging. De rechter zou moeten uitmaken welk deel van dit voordeel redelijkerwijs niet ten bate van de onteigende behoort te blijven. Onduidelijk is of dit artikel in die richting ooit in de praktijk is toegepast (Stuyt, 2003, p. 33). 1.7 Conclusie Voor het vinden van de werkelijke waarde geeft de onteigeningswet een aantal basisregels. De belangrijkste regel is dat de grondeigenaar recht heeft op een volledige schadeloosstelling. Deze schadeloosstelling bestaat uit twee componenten: de vermogensschade en de bijkomende kosten. De vermogensschade dient onverkort te worden vergoed. Het uitgangspunt is dat de overheid een verplichting heeft om te trachten het goed langs minnelijke weg te verwerven. Pas nadat is gebleken dat de onderhandelingen vruchteloos zijn, kan middels een onteigeningsprocedure het eigendom ontnomen worden. Via deze verplicht om via onderhandelen de grond te verwerven maakt dat het vraagstuk naar de werkelijke waarde bestudeerd kan worden als een onderhandelingsprobleem. Meer precies een onderhandelingsprobleem met bindende arbitrage. Immers, wanneer partijen er onderling niet uit kunnen komen over hetgeen een juiste schadevergoeding is, dan geeft de rechter het finale oordeel over hetgeen juist is. 13

14 2 WERKELIJKE WAARDE Het centrale thema van deze thesis is een onderzoek naar de werkelijke waarde. In geval van onteigening is voor de taxatie van de onroerende zaak niet de marktwaarde maar de werkelijke waarde van het goed van belang. In artikel 40b OW wordt het begrip werkelijke waarde gedefinieerd: de werkelijke waarde van de onteigende zaak, niet de denkbeeldige, die de zaak uitsluitend voor de persoon van de rechthebbende heeft, wordt vergoed. Bij het bepalen van de werkelijke waarde wordt uitgegaan van de prijs, tot stand gekomen bij een onderstelde koop in het vrije commerciële verkeer tussen de onteigende als redelijk handelende verkoper en de onteigenaar als redelijk handelende koper. In bijzondere gevallen wordt de werkelijke waarde naar een andere maatstaf bepaald. Voor de interpretatie van deze definitie wordt in de praktijk impliciet de werkelijke waarde gelijk gesteld aan de marktwaarde. Binnen de algemene taxatieleer raakt het volgende marktwaardebegrip meer en meer ingeburgerd: Onder de marktwaarde van een onroerende zaak wordt verstaan het geschatte bedrag waarvoor een object op de taxatiedatum zou worden overgedragen door een bereidwillige verkoper aan een bereidwillige koper in een marktconforme transactie, waarbij de partijen geïnformeerd, zorgvuldig en zonder dwang hebben gehandeld (Hordijk, 2008). De elementen van deze definitie worden als volgt uitgelegd. Onder het geschatte bedrag wordt dan verstaan de meest waarschijnlijke prijs die redelijkerwijs kan worden verkregen op de dag dat de marktwaarde wordt bepaald. Deze schatting sluit vooral een geschatte prijs uit die is beïnvloed door specifieke voorwaarden of omstandigheden. Onder vastgoed wordt niet alleen het fysieke object verstaan maar ook de aan het vastgoed verbonden rechten, zoals erfpacht. Op gepaste afstand houdt in dat partijen in geen bijzondere verhouding tot elkaar staan, zodat ongepaste invloed op de prijsvorming wordt uitgesloten. Onder de bereidwillige koper wordt verstaan een partij die gemotiveerd is om te kopen, maar daartoe niet verplicht is. De bereidwillige verkoper is gemotiveerd om het vastgoed onder de geldende marktvoorwaarden te verkopen voor de hoogst haalbare prijs op de vrije markt, wat die prijs ook zal worden(hordijk, 2008). 14

15 2.1 De verkeerswaarde Het begrip marktwaarde is met name gericht op transacties in een reguliere vastgoedmarkt. In een reguliere markt worden de zaken in beginsel op basis van een zogenaamde stand alone basis verhandeld. Onder een stand alone basis wordt dan verstaan een beschouwing van de waarde op basis van de individuele eigenschappen van het goed zelve. Het onderhavige goed dat onderwerp is van een transactie wordt dan verkocht aan een anonieme koper die het goed enkel en alleen waardeert op basis van financiële overwegingen en verder geen bijzondere betekenis toekent aan de zaak Verkeerswaarde volgens het huidig gebruik Onder de verkeerswaarde wordt in de Den Uyliaanse opvatting verstaan de waarde van het goed onder de veronderstelling van voortgezet gebruik van de oude bestemming. Of eenvoudig gezegd: wanneer de grond een agrarische bestemming heeft dan wordt het goed getaxeerd als agrarische grond. De eventuele toekomstige bouwmogelijkheden worden bij de verkeerswaarde expliciet buiten beschouwing gelaten. Bij het hanteren van deze opvatting dient ook de verwachtingswaarde van de grond te worden geëlimineerd Verkeerswaarde in het vrije verkeer Onder verkeerswaarde volgens de opvatting van Van Agt dient de waarde vastgesteld te worden in het vrij economische verkeer. In dat geval zal expliciet wel rekening worden gehouden met de toekomstige bouwmogelijkheden. Zolang de bestemmingswijziging niet rond is maar er wel verwachtingen zijn dat deze bestemmingswijziging er op enig moment komt dan geeft dit een aparte dynamiek aan de prijsvorming. De prijzen die dan in het vrije verkeer gerealiseerd worden in de literatuur ook wel verwachtingswaarde genoemd. Een andere term die veelvuldig wordt gebruikt is warme grond of de waarde van ruwe bouwgrond Het taxatieprobleem bij de verkeerswaarde Wanneer een perceel grond op basis van een stand alone basis moet worden getaxeerd, op prijs moet worden geschat, dan speelt de vraag wat mag volgens het bestemmingsplan gerealiseerd worden op het perceel een belangrijke rol bij de taxatie. Wanneer er geen enkel vooruitzicht is op een bestemmingswijziging dan kan binnen een geaccepteerde marge een uitspraak gedaan worden over de marktwaarde van het goed. 15

16 Complexer ligt de vraag wat het goed in de markt waard is wanneer er wel vooruitzicht is op een bestemmingswijziging. Stel dat het zeker is dat morgen het nieuwe bestemmingsplan onherroepelijk wordt vastgesteld en dat op het individuele perceel grond een hoogwaardige bestemming mag worden gerealiseerd. In dat geval zal dicteert niet de laagwaardige bestemming maar de hoogwaardige bestemming de waarde. Door de wijziging van de bestemming maakt de grond een waardesprong. Stel dat de laagwaardige bestemming, bijvoorbeeld een paardenwei, een waarde heeft van en de hoogwaardige bestemming een residuele grondwaarde van dan is op het moment dat de hoogwaardige bestemming gerealiseerd mag worden volgens het bestemmingsplan de juiste basis voor de prijs. Een grondeigenaar kan immers eenzijdig deze bestemming nu zelf realiseren. Alle lusten en lasten van de herbestemming komen dan voor rekening van de grondeigenaar. Wanneer nu onzeker is of de bestemming wel of niet wijzigt wordt de taxatievraag wat is het goed waard extra lastig. Dit geeft dan voeding aan de verwachtingswaarde. Voor het berekenen van deze verwachtingswaarde kan dan gebruik gemaakt worden van een kansberekening. Wanneer hij mag gaan bouwen na een bestemmingswijziging dan is de grond waard, wijzigt de bestemming niet dan blijft de grond waard. De ontwikkelaar schat in dat de kans op een bestemmingswijziging p = 50% is. De kans dat de bestemming niet wijzigt is dan (1 p) = 50%. De verwachtingswaarde is dan te weten: * 50% * 50% geeft In strikte zin is hij bereid om voor de paardenwei ,= te betalen en een speculatiepremie van Deze speculatiepremie is de inzet van de speculant om te zien of de bestemming wel of niet wijzigt. Wijzigt de bestemming dan verdien hij bovenop zijn investering een bedrag van ; namelijk de waarde van de grond van minus de initiële investering van waard. Wijzigt de bestemming niet dan is hij de premie van ,= kwijt en blijft hij achter met een paardenwei ter waarde van ,=. Het verlies in dat geval bedraagt ( / = -/ verlies). 16

17 Behalve de vraag of de bestemming wel of niet wijzigt is van belang op welk tijdstip in de toekomst de bestemming. Wijzigt de bestemming morgen dan zal de verwachtingswaarde nagenoeg gelijk zijn aan de marktwaarde. Wijzigt de bestemmingswaarde pas over 100 jaar dan zal het effect op de huidige marktwaarde bij de huidige bestemming nihil zijn; immers de contante waarde van een bedrag dat pas over 100 jaar vrijvalt is verwaarloosbaar op de prijs van vandaag. 2.2 Complexwaarde Een ander aspect is dat het standaard begrip marktwaarde uitgaat van het verhandelen van het perceel grond op basis van een stand alone basis. Een typisch aspect van gebiedsontwikkeling is dat er meerdere percelen grond nodig zijn voor de realisatie van het ruimtelijke plan. Deze gronden vormen tezamen een complex. Voor de realisatie van het plan is veelal sprake van een herverkaveling, waarbij bestaande eigendomsgrenzen ophouden te bestaan. Het bestaande perceel houdt op te bestaan en gaat, geheel of gedeeltelijk, op in een ander nieuw perceel. Het bestaande perceel heeft in de nieuwe situatie geen zelfstandige betekenis meer. Nu is in een gebied waar door de gemeente bestemmingplannen zijn gemaakt voor het herbestemmen van de gronden, geen sprake meer van een reguliere markt. Uitgaande van een actieve grondpolitiek waarbij de gemeente alle gronden binnen het exploitatiegebied wil verwerven om de vastgestelde ruimtelijke opgave te realiseren, spelen naast financiële overwegingen ook andere overwegingen om de gronden te kopen, namelijk de realisatie van het plan. Er is in dit geval sprake van een koper die bekend is, namelijk de gemeente, en deze koper kent een strategische waarde toe aan deze gronden Strategische waarde De wetenschap dat de koper bekend is en dat de koper de gronden in het exploitatiegebied nodig heeft voor de realisatie van het ruimtelijk plan geeft een eigen dynamiek aan de prijsvorming voor de onroerende zaken. Dit verschijnsel staat in de taxatieleer ook bekend als buurman s erf is slechts eenmaal te koop. De strategische waarde komt pas vrij te vallen op het moment dat de koper alle gronden die nodig zijn voor de realisatie van het plan in haar handen zijn. Ontbreekt een perceel uit het gehele complex van gronden dat nodig is, dan kan het plan niet tot uitvoer worden gebracht. De meerwaarde kan dan niet verzilverd worden. 17

18 Deze strategische waarde van de grond voor de kopende overheid komt tot uitdrukking in de complexwaarde. Via een exploitatieberekening waarbij alle kosten en opbrengsten van het plan worden opgenomen, kan vastgesteld worden welke bedrag de kopende partij maximaal kan besteden voor het verkrijgen van de gronden in het complex. Deze waarde wordt in de onteigening de complexwaarde genoemd. In deze benadering worden de toekomstige bouwmogelijkheden expliciet in de waardering betrokken; met de invloed van het bestemmingsplan wordt nadrukkelijk rekening gehouden. Dit in tegenstelling tot de verkeerswaarde volgens het huidige gebruik. In artikel 40d OW wordt de egalisatieregel gedefinieerd; ook wel aangeduid met complexwaarde. Bij het bepalen van de prijs van een onroerende zaak wordt rekening gehouden: a. met ter plaatse geldende voorschriften en gebruiken betreffende lasten en baten, welke uit de exploitatie van de zaak of van een complex, waarvan zij deel uitmaakt, naar verwachting zullen voortvloeien en betreffende de omslag daarvan, voor zover een redelijk handelend verkoper en koper hiermee rekening plegen te houden; b. met alle bestemmingen die gelden voor zaken, die deel uitmaken van het complex, in dier voege dat elke bestemming van een zaak de waardering van alle zaken binnen het complex beïnvloedt. Lid 2: Onder een complex wordt verstaan de als één geheel in exploitatie gebrachte of te brengen zaken. De betekenis die aan de complexwaarde moet worden toegekend is de volgende. In Telders, nieuw voor oud is hierover onder meer te lezen dat onteigening van toekomstige bouwgrond roept ingewikkelde vragen op. Een agrarisch perceel, dat aan de rand van de stedelijke bebouwing gelegen is, ontleent aan zijn ligging een deel van zijn waarde als toekomstige bouwgrond. Die eigenschap komt niet alleen toe aan het te onteigenen perceel, maar ook aan daaraan grenzende percelen, aan een complex van percelen. In die zin is het te onteigenen perceel deel van een complex (van der Feltz G., et al., 2006, p. 75). Met het oog hierop is door de wetgever de egalisatieregel ingevoerd zoals verwoord in artikel 40d. In Telders, nieuw voor oud is hierover te lezen de wetgever begon op zeker moment onder ogen te zien, dat het niet redelijk was dat een onteigende op wiens grond( toevallig ) een nieuwe onrendabele bestemming werd gelegd, genoegen zou moeten nemen met de agrarische waarde in een situatie waarin zijn buurman (op wiens grond juist een zeer lucratieve bestemming zou worden gerealiseerd een veel hogere onteigeningsprijs zou ontvangen. Om daar een einde aan te maken is de egalisatieregel (ookwel: complexbenadering) ingevoerd. Dat is de regel dat aan een deel van een complex alle functies 18

19 van het complex (naar rato van hun onderlinge grootte) moesten worden toegerekend. En voorts, dan zal de rechter niettemin het te onteigenen goed moeten waarderen als onderdeel van het complex, dus als een stuk grond dat niet door zijn eigen bestemming maar met alle andere in het plan begrepen gronden tezamen door alle bestemmingen gelijkelijk is beïnvloed (van der Feltz G., et al., 2006, p. 76) Het taxatieprobleem bij de complexwaarde In tegenstelling tot de vaststelling van individueel verhandelbare goederen ontlenen de gronden gelegen in het plangebied de meerwaarde aan toekomstige bouwmogelijkheden. In tegenstelling tot de verkeerswaarde op stand alone basis komt de waarde als onderdeel van een complex, als onderdeel van een samenstel van percelen grond, pas vrij wanneer alle gronden die nodig zijn voor het realiseren van het stedenbouwkundige plan in de handen is van een enkele partij. Ontbreekt een perceel grond uit het complex dan kan de (nieuwe) grondeigenaar het stedenbouwkundige plan niet tot uitvoer brengen. In dat geval verkrijgt de grond, ondanks de gewijzigde bestemming geen meerwaarde omdat het plan niet tot uitvoer komt Verdeling van de complexwaarde De waarde van het complex is via een exploitatieberekening te benaderen. Het saldo van dit exploitatieplan geeft dan aan welke prijs de kopende partij maximaal kan besteden voor het verkrijgen van alle gronden in het plangebied. Stel dat de overheid bereid is de maximale prijs te betalen voor alle gronden in het complex dan komt het volgende probleem aan de orde; hoe dient deze prijs verdeeld te worden over alle grondeigenaren? Op dit punt aangekomen, volgens welke maatstaf moet de complexwaarde uitbetaald worden aan de betrokken grondeigenaren blijft de wetgever in gebreke. Er is geen eenduidige maatstaf benoemd. Een in de praktijk gehanteerd beginsel is pro rato kavelgrootte van het verkochte perceel. Op deze gemiddelde grondprijs mag echter weer verrekend worden voor bijzondere omstandigheden zoals een gunstigere ligging. Aan sommige kavels worden dan weer hogere waarden toegekend; er zijn echter geen eenduidige criteria in de wet of jurisprudentie die een spelregel geven voor de verdeling van de meerwaarde tussen de grondeigenaren. Behalve een 19

20 verdeling pro rato het kaveloppervlak, kan ook een verdeling pro rato de verkeerswaarde verdedigd worden. Een andere maatstaf is die gehanteerd kan worden is een verdeling pro rato het aantal grondeigenaren. Het probleem bij het vaststellen van de werkelijke waarde op basis van de complexbenadering ligt met name volgens welke verdeelsleutel de complexwaarde aan de grondeigenaren moet worden toebedeeld. Een grondeigenaar met een verhoudingsgewijs groot perceel zal een voorkeur hebben pro rato oppervlak, een eigenaar met in hoge verkeerswaarde een voorkeur pro rato verkeerswaarde en een eigenaar met een klein perceel en/of lage verkeerswaarde een voorkeur pro rato het aantal eigenaren. 2.3 Invloed van het bestemmingsplan Zowel bij de verkeerswaarde als bij de complexwaarde heeft de wijziging van het bestemmingsplan invloed op de prijs. De waarde wordt mede gedicteerd door de (on)mogelijkheden binnen het bestemmingsplan. Nu is het bestemmingsplan weliswaar een noodzakelijke voorwaarde maar tevens een onvoldoende voorwaarde voor het realiseren van het stedenbouwkundige plan Bestemmingsplanwijziging is een noodzakelijke voorwaarde De wijziging van het bestemmingsplan is om twee redenen een noodzakelijke voorwaarde. In de eerste plaats omdat er geen bestemming gerealiseerd mag worden in strijd met het bestemmingsplan. Wanneer een bouwaanvraag in strijd is met het bestemmingsplan dan wordt de bouwvergunning eenvoudigweg niet afgegeven. Voor het realiseren van een andere ruimtelijke ordening zal het bestemmingsplan moeten worden gewijzigd. In geval van onteigening komt daarbij dat voor het verkrijgen van de onteigeningstitel een onherroepelijk goedgekeurd bestemmingsplan noodzakelijk is. Zonder een goedgekeurd bestemmingsplan kan de gemeente geen onteigeningsprocedure volgen Bestemmingsplanwijziging is een onvoldoende voorwaarde Wanneer nu het bestemmingsplan is gewijzigd van een laagwaardige bestemming naar een hoogwaardige bestemming dan kan niet gesteld worden dat deze bestemming daadwerkelijk wordt gerealiseerd. 20

Onteigening. Hoofdstuk 1

Onteigening. Hoofdstuk 1 13 Hoofdstuk 1 Onteigening Onteigeningswet (OW) Het onteigeningsrecht heeft haar grondwettelijke basis in artikel 14 van de Grondwet. Daar valt te lezen dat onteigening alleen kan geschieden in het algemeen

Nadere informatie

Schadeloosstelling onteigening Is de gang naar de rechtbank lonend? Dr. Ir. S.M. Holtslag-Broekhof

Schadeloosstelling onteigening Is de gang naar de rechtbank lonend? Dr. Ir. S.M. Holtslag-Broekhof Schadeloosstelling onteigening Is de gang naar de rechtbank lonend? Dr. Ir. S.M. Holtslag-Broekhof Sanne Holtslag-Broekhof 2 Over 40 minuten Heeft u de laatste kennis over het onderzoek dat ik (heb) uitgevoer(d)

Nadere informatie

Grondverwerving; een introductie

Grondverwerving; een introductie Grondverwerving; een introductie Inleiding De provincie Zuid-Holland heeft als taak het provinciaal- /rijksbeleid uit te voeren. Zij doet er alles aan om dit goed en zorgvuldig te doen. Soms is het nodig

Nadere informatie

Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel.

Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel. Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel. Inleiding Op 13 juli 2017 hebben burgemeester en wethouders het voorkeursrecht gevestigd op basis van de Wvg op het plangebied Centrum Boekel.

Nadere informatie

Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure

Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure 19 september 2017 Carola van Andel Onderhandelen Onderhandelingsplicht Artikel 17 Onteigeningswet De onteigenende partij tracht hetgeen onteigend

Nadere informatie

Elimineren bestemmingsplan waarvoor onteigend wordt. Taxatieaspecten

Elimineren bestemmingsplan waarvoor onteigend wordt. Taxatieaspecten Elimineren bestemmingsplan waarvoor onteigend wordt Taxatieaspecten Mr. H.J.A. (René) van Hoogmoed RT, rentmeester NVR VvOR / VOA 9 oktober 2014 1 Taxatieleer algemeen Planologische mogelijkheden wegen

Nadere informatie

Adviesnota voor het college. Burg. Weth L. Weth Z. Weth B. Weth P. Secr. Vertrouwelijkheid: Niet openbaar

Adviesnota voor het college. Burg. Weth L. Weth Z. Weth B. Weth P. Secr. Vertrouwelijkheid: Niet openbaar Adviesnota voor het college Primaat team: Vastgoed Steller: Franca Diels Portefeuillehouder: G. van Leeuwen Mede-adviseur: Ingekomen d.d. Nr. poststuk Nr. BBV 402632 Conf. Bespr. Aantekeningen Burg Weth

Nadere informatie

Eliminatie na 15 januari 2016: antwoorden en vragen. mr. J.S. (Jelmer) Procee

Eliminatie na 15 januari 2016: antwoorden en vragen. mr. J.S. (Jelmer) Procee Eliminatie na 15 januari 2016: antwoorden en vragen mr. J.S. (Jelmer) Procee 18-2-2016 Onderwerpen Hoe zat het ook alweer? De feiten en de conclusies van A-G Van Oven De arresten Consequenties en vragen

Nadere informatie

Grondprijzenbrief 2015

Grondprijzenbrief 2015 Grondprijzenbrief 2015 Inleiding De grondprijzenbrief 2015 geeft de door de gemeente Ede te hanteren prijzen weer voor gronden die in Ede door de gemeente worden uitgegeven met verschillende bestemmingen.

Nadere informatie

Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen

Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen Aanleg van een nieuwe spoorlijn of aanpassingen van een bestaande spoorlijn buiten de

Nadere informatie

Wet voorkeursrecht gemeenten

Wet voorkeursrecht gemeenten Wet voorkeursrecht gemeenten Wat is de Wet voorkeursrecht gemeenten? De gemeente Boxmeer ontwikkelt allerlei plannen op het gebied van woningbouw, bedrijvigheid, zorg, cultuur en recreatie. Een aantal

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: OOP Parkeren bij bedrijven 2013

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: OOP Parkeren bij bedrijven 2013 Collegevoorstel Inleiding In de regel moeten bedrijven zorgen dat parkeren op eigen terrein plaatsvindt. De afgelopen periode heeft een aantal bedrijven aangegeven in de knel te zitten met hun parkeercapaciteit.

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1335005 Datum: 22 november 2016 Afdeling / Team: SVB / ADT Portefeuillehouder: H. Krieger Behandeld door: A. Ordeman/J.Cohen Onderwerp: Project Klein

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs

Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs ARTIKEL 1 DEFINITIES 1. In deze algemene voorwaarden worden de hierna volgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.

Nadere informatie

Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1

Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1 Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1 Het verschil tussen de reële waarde en het nominale bedrag van de tegenprestatie wordt over de periode tot de verwachte ontvangst als rentebate verwerkt.

Nadere informatie

Joost Loeffen raad januari 2010

Joost Loeffen raad januari 2010 7 Joost Loeffen 040-2083405 jlo@valkenswaard.nl Wet voorkeursrecht gemeenten Venbergseweg e.o. 09raad00862 28 januari 2010 Gronden, in de omgeving van de Venbergseweg welke in de toekomst benodigd zijn

Nadere informatie

Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures

Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures Het land beschermen tegen overstromingen. Aanleg, reconstructie en onderhoud van rijkswegen. Het bevorderen

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8.4 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART 2013 Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg Voorstel: 1. De Kroon conform het onteigeningsplan en de conceptbrief verzoeken om ten name

Nadere informatie

Broederenplein. Stedelijke herverkaveling: theorie. Inleiding

Broederenplein. Stedelijke herverkaveling: theorie. Inleiding Broederenplein Leegstand Stedelijke herverkaveling Mr. G. van Moorsel Aukema, jur adviseur gebiedsontwikkeling Grote Overstraat Stadshof Inleiding Nog geen wetgeving Theorie stedelijke herverkaveling 3

Nadere informatie

2015D22099 LIJST VAN VRAGEN

2015D22099 LIJST VAN VRAGEN 2015D22099 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Wonen en Rijksdienst heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst over Erfpacht Waddeneilanden Staatsbosbeheer en Rijksvastgoedbedrijf

Nadere informatie

GROND, GRONDPRIJZEN EN GRONDPOLITIEK

GROND, GRONDPRIJZEN EN GRONDPOLITIEK GROND, GRONDPRIJZEN EN GRONDPOLITIEK Departement Hoeksche Waard 29 oktober 2009 P.S.A. (Peter) Overwater Kerkstraat 54 Postbus 5715 3290 AA Strijen Tel. 078 674 94 94 Fax 078 674 94 00 www.overwater.nl

Nadere informatie

DESKUNDIGENADVIES. Ondergetekende:

DESKUNDIGENADVIES. Ondergetekende: 1380.64-D3/gbr/i DESKUNDIGENADVIES Ondergetekende: ing. J.P.A.M. Broekmans RT RMT, registermakelaar-taxateur, verbonden aan Gloudemans, gevestigd Hintham 117c, 5246 AE Rosmalen, Postbus 455, 5240 AL Rosmalen

Nadere informatie

De derde-belanghebbende in het algemeen, inclusief. aandacht voor de huurder. Monique Rus-van der Velde. Presentatie VVOR 15 september 2015

De derde-belanghebbende in het algemeen, inclusief. aandacht voor de huurder. Monique Rus-van der Velde. Presentatie VVOR 15 september 2015 De derde-belanghebbende in het algemeen, inclusief aandacht voor de huurder Monique Rus-van der Velde Presentatie VVOR 15 september 2015 16-10-2015 Plan van aanpak Wie? Processuele positie derde-belanghebbenden

Nadere informatie

Taxatie-instructie Koopstart

Taxatie-instructie Koopstart Taxatie-instructie Koopstart 1 december 2018 1. Inleiding Deze instructie is bestemd voor de situatie dat de woningcorporatie of projectontwikkelaar eigenaar is van de grond en ten behoeve van Koopstart

Nadere informatie

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE Blad 1 INHOUD Art. 1. Art. 2. Art. 3. Art. 4. Art. 5. Art. 6. Art. 7. Art. 8. Art. 9. Art. 10. Art. 11. Art. 12. Art. 13. Art.

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Lebon op basis van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een

gemeente Eindhoven Lebon op basis van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een gemeente Eindhoven Dienst Algemene en Publiekszaken Raadsbijlage nummer 157 Inboeknummer OOP002772 Beslisdatum eie b.b. 16 maart 2000 Dossiernummer 034.402 Raadsbijlage Advies over de bezwaren van de heer

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: 642268 Datum: 9 januari 2012 Behandeld door: P.N.M. de Lange Afdeling/Team: Ruimtelijke Ontwikkeling/Team Projecten Onderwerp: Onteigeningsplan Weidevenne:

Nadere informatie

Taxatie-instructie Koopgarant

Taxatie-instructie Koopgarant Taxatie-instructie Koopgarant 1 december 2018 Inleiding Deze taxatie-instructie is met name afgestemd op de situatie dat de woningcorporatie of ontwikkelaar eigenaar is van de grond en ten behoeve van

Nadere informatie

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Verkoopvoorwaarden bloot eigendom: Vastgesteld door burgemeester en wethouders van s-gravenhage

Nadere informatie

Huiseigenaren Vereniging Meerzicht Bergwijk

Huiseigenaren Vereniging Meerzicht Bergwijk Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Toetsingscriteria... 2 A. Redelijk... 2 B. Consistent... 2 C. Eenvoud... 2 3. Verdeelsleutels... 2 Verdeelsleutel 1: Huidig... 3 Verdeelsleutel 2: 50/50... 3 Verdeelsleutel

Nadere informatie

UITVOERINGSREGELS GROND

UITVOERINGSREGELS GROND UITVOERINGSREGELS GROND Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Bevoegdheden 4 2.1 Inleiding 4 2.2 Rechtmatigheid 4 2.3 Uitvoering 4 3 Uitvoeringsregels 5 3.1 Grondstrategie 5 3.2 Marktconform 5 3.3 Onteigening

Nadere informatie

Conform uw verzoek heb ik dit standpunt toegelicht in een aparte bijlage.

Conform uw verzoek heb ik dit standpunt toegelicht in een aparte bijlage. Grondontwikkeling Nederland B.V. t.a.v de heer S.R Kooij Robijnstraat 48 1812 RB Alkmaar Datum 23 oktober 2013 Onze ref 20130001 Inzake Grondontwikkeling Nederland B.V. - Wft M. Kupperman, advocaat T +31

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013 Zaaknummer: 00359858 Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013 Collegevoorstel Feitelijke informatie In de loop van 1995 is het pand op het perceel Wijksestraat 3 in de vesting Heusden (kadastraal

Nadere informatie

Nota Kostenverhaal Gemeente Drimmelen. Conceptt

Nota Kostenverhaal Gemeente Drimmelen. Conceptt Nota Kostenverhaal 2016-2020 Gemeente Drimmelen 1. Inleiding Aanleiding Met de komst van de Wro (1 juli 2008) hebben gemeenten meer mogelijkheden gekregen om te sturen op de ontwikkeling van ruimtelijke

Nadere informatie

Notitie: zienswijzenbehandeling ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen

Notitie: zienswijzenbehandeling ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen Notitie: zienswijzenbehandeling ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen Het ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen heeft in overeenstemming met de voorgeschreven wettelijke procedure volgens de Wet

Nadere informatie

Verwervingsbeleid spoedaankopen

Verwervingsbeleid spoedaankopen Verwervingsbeleid spoedaankopen Gebleken is dat er behoefte is aan duidelijkheid over de taakverdeling inzake de aankoop van grond en gebouwen (onroerende zaken) door de gemeente. Dit probleem speelt met

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten Advies van 7 november 2012 I. Onderwerp van het advies 1. In het artikel 31, 1 van de Vierde Europese Richtlijn

Nadere informatie

1.1. Deze richtlijn biedt aanwijzingen en bespreekt richtlijnen voor leden met betrekking tot de begrippen Executiewaarde en Gedwongen verkoopwaarde.

1.1. Deze richtlijn biedt aanwijzingen en bespreekt richtlijnen voor leden met betrekking tot de begrippen Executiewaarde en Gedwongen verkoopwaarde. RL Executiewaarde en Gedwongen verkoop verkoopwaarde 1. Inleiding 1.1. Deze richtlijn biedt aanwijzingen en bespreekt richtlijnen voor leden met betrekking tot de begrippen Executiewaarde en Gedwongen

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Grondverwerving. Hans van Vonderen Dienst Landelijk Gebied (DLG)

Grondverwerving. Hans van Vonderen Dienst Landelijk Gebied (DLG) Grondverwerving Hans van Vonderen Dienst Landelijk Gebied (DLG) Opbouw van de presentatie - Introductie - Stand van zaken verwerving - Toelichting tijdspad - Onderhandelingen - Voorbeeldberekening Introductie

Nadere informatie

Beleidsnotitie Uitgangspunten voor uitgifte reststroken

Beleidsnotitie Uitgangspunten voor uitgifte reststroken Beleidsnotitie Uitgangspunten voor uitgifte reststroken 1. Algemeen Voor de uitoefening van de gemeentelijke taak bezit de gemeente gronden die openbaar toegankelijk zijn en waar iedereen gebruik van mag

Nadere informatie

Onteigeningswet Wet voorkeursrecht gemeenten

Onteigeningswet Wet voorkeursrecht gemeenten Onteigeningswet Wet voorkeursrecht gemeenten Onteigeningswet Wet voorkeursrecht gemeenten Editie 2012 Afsluitdatum: 5 juni 2012 2012, Jongbloed juridische boekhandel ISBN 978 90 7006 262 0 NUR 823 Niets

Nadere informatie

Raadsfractie t.a.v. mevrouw Van der Smagt en de heer Garretsen

Raadsfractie t.a.v. mevrouw Van der Smagt en de heer Garretsen Gemeente Haarlem Haarlem Retouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem Raadsfractie t.a.v. mevrouw Van der Smagt en de heer Garretsen Datum 13 januari 2015 Onskenmerk Contactpersoon J. Kippersluis Doorkiesnummer

Nadere informatie

Taxatie-instructie Koopgarant

Taxatie-instructie Koopgarant Taxatie-instructie Koopgarant 1 juni 2019 Inleiding Deze taxatie-instructie is met name afgestemd op de situatie dat de woningcorporatie of projectontwikkelaar eigenaar is van de grond en ten behoeve van

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 7

Aan de raad AGENDAPUNT 7 Aan de raad AGENDAPUNT 7 Aldus besloten 12 november 2009 Onteigening bestemmingsplan Het Loo 2007 Doetinchem, 2 november 2009 Voorstel: 1. Ten aanzien van de ingediende zienswijzen: a. de zienswijze van

Nadere informatie

Taxatie-aspecten onteigening aan de hand van Lambeck / Hoogezand-Sappemeer

Taxatie-aspecten onteigening aan de hand van Lambeck / Hoogezand-Sappemeer Taxatie-aspecten onteigening aan de hand van Lambeck / Hoogezand-Sappemeer NVR-cursustweedaagse maart 2013 mr. H.J.A. (René) van Hoogmoed RT www.hoogstate.nl Lambeck / Hoogezand-Sappemeer HR 16-04-2004

Nadere informatie

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-340 d.d. 12 december 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting Consument heeft met ingang van

Nadere informatie

Onteigening in crisistijd

Onteigening in crisistijd Onteigening in crisistijd VERENIGING VOOR ONTEIGENINGSRECHT (VVOR) Seminar: het effect van de crisis op grondzaken 12 september 2013 Amersfoort Mr. W.J. (Willem) Bosma, Van der Feltz advocaten 1 Onteigening

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 Inleiding / Algemeen / Het voorland / Opzet / Leeswijzer / 4. HOOFDSTUK 2 Plaatsbepaling /7

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 Inleiding / Algemeen / Het voorland / Opzet / Leeswijzer / 4. HOOFDSTUK 2 Plaatsbepaling /7 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 1.1 Algemeen / 1 1.2 Het voorland / 2 1.3 Opzet / 3 1.4 Leeswijzer / 4 HOOFDSTUK 2 Plaatsbepaling /7 2.1 Inleiding / 7 2.2 Historie / 7 2.3 Raakvlakken / 9 2.3.1

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij

Nadere informatie

Indieners zienswijzen exploitatieplan. 4 adressanten hebben een zienswijze ingediend.

Indieners zienswijzen exploitatieplan. 4 adressanten hebben een zienswijze ingediend. Indieners zienswijzen exploitatieplan. 4 adressanten hebben een zienswijze ingediend. Ontvankelijkheid. Het ontwerp-exploitatieplan heeft, gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan en milieueffectrapport,

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

Collegebesluit. Onderwerp Vaststellingsovereenkomst DSK II

Collegebesluit. Onderwerp Vaststellingsovereenkomst DSK II Collegebesluit Onderwerp Vaststellingsovereenkomst DSK II Nummer 2018/140691 Portefeuillehouder Spijk, J.K.N. van Programma/beleidsveld 4.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling Afdeling PCM Auteur Hage, J.

Nadere informatie

VORM Ontwikkeling B.V., HW Wonen. datum

VORM Ontwikkeling B.V., HW Wonen. datum A f s p r a k e n k a d e r voor College B&W kopie VORM Ontwikkeling B.V., HW Wonen registratienummer Z09/04776 van gewenste actie Projectgroep VORM ter informatie Ontwikkeling, HW Wonen, gemeente Binnenmaas

Nadere informatie

UIT speltheorie

UIT speltheorie Speltheorie. Wat is de speltheorie (gametheorie). De speltheorie beschouwt situaties in de echte wereld waarin twee (of meerdere) partijen aan elkaar verbonden zijn via hun acties. Als de ene partij een

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Opdracht tot dienstverlening en de Algemene Consumentenvoorwaarden

Opdracht tot dienstverlening en de Algemene Consumentenvoorwaarden 1. Kan de makelaar de opdracht teruggeven? Op basis van artikel 6 lid 4 van de Algemene NVM 2010 is het voor een NVM-makelaar mogelijk om op basis van gewichtige redenen de opdracht terug te geven. Als

Nadere informatie

1 e Herziening Exploitatieplan Waterrijk-West DEEL 2: TOELICHTING d.d. 02-06-2014

1 e Herziening Exploitatieplan Waterrijk-West DEEL 2: TOELICHTING d.d. 02-06-2014 1 e Herziening Exploitatieplan Waterrijk-West DEEL 2: TOELICHTING d.d. 02-06-2014 Exploitatieplan Waterrijk-West 1 e herziening Exploitatieplan Waterrijk-West 1 e herziening Inhoud DEEL 1 Exploitatieplan

Nadere informatie

1.2 De toepasselijkheid van de door de opdrachtgever gehanteerde algemene voorwaarden wordt uitdrukkelijk uitgesloten.

1.2 De toepasselijkheid van de door de opdrachtgever gehanteerde algemene voorwaarden wordt uitdrukkelijk uitgesloten. Algemene voorwaarden J&S Diensten 1. Algemeen 1.1 Al onze aanbiedingen, overeenkomsten en uitvoering daarvan, worden uitsluitend beheerst door de onderhavige voorwaarden. Afwijkingen dienen uitdrukkelijk

Nadere informatie

Voorwaarden. Watersport Cliëntenobjecten FGD

Voorwaarden. Watersport Cliëntenobjecten FGD Voorwaarden Watersport Cliëntenobjecten FGD 2013-01 Inhoudsopgave Algemene voorwaarden 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 3 Artikel 2 Verzekeringsgebied 4 Artikel 3 Omschrijving van de dekking 4 Artikel

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. ONDERWERP: Algemene gronduitgiftevoorwaarden gemeente Terneuzen 2010

COLLEGEVOORSTEL. ONDERWERP: Algemene gronduitgiftevoorwaarden gemeente Terneuzen 2010 Lijst Agendapunten nummer: Kenmerk: 9221 Afdeling: Omgeving & Economie Portefeuillehouder: J.M. van Schaik COLLEGEVOORSTEL 13a DATUM: 1 juni 2010 ONDERWERP: Algemene gronduitgiftevoorwaarden gemeente Terneuzen

Nadere informatie

FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC. Inleiding

FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC. Inleiding FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC Inleiding Om een solide financiële basis onder het Multifunctioneel Centrum (hierna: MFC) te realiseren is gezocht naar aanvullende partners. Inmiddels zijn de deelnemende

Nadere informatie

Exploitatieplan De Afhang

Exploitatieplan De Afhang Exploitatieplan De Afhang Herziening 2016-2 Op structurele onderdelen Toelichting en Regels 1 Datum: 20 juni 2016 Eerste vaststelling exploitatieplan: 14 december 2010 Datum onherroepelijk: 19 oktober

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg'

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg' ~Q~ ~"~ Gemeente Breda Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 43874] Aantal bijlagen: - 2 - Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg' Voorgesteld

Nadere informatie

Actualisatie globaal exploitatieplan Driessen

Actualisatie globaal exploitatieplan Driessen Actualisatie globaal exploitatieplan Driessen 2017 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Aanleiding voor de actualisatie van het globaal exploitatieplan 2. Plangebied en ruimtegebruik 3. Kosten exploitatiegebied

Nadere informatie

Kees van der Lee Sinds 1996 werkzaam voor de SAOZ, vanaf 2001 als adjunctdirecteur.

Kees van der Lee Sinds 1996 werkzaam voor de SAOZ, vanaf 2001 als adjunctdirecteur. Spreker: Kees van der Lee Sinds 1996 werkzaam voor de SAOZ, vanaf 2001 als adjunctdirecteur. De SAOZ adviseert overheden inzake o.a. planschade- en nadeelcompensatieclaims van burgers en bedrijven (objectief

Nadere informatie

Anterieure exploitatieovereenkomst zoals bedoeld in artikel 6.24 Wet ruimtelijke ordening

Anterieure exploitatieovereenkomst zoals bedoeld in artikel 6.24 Wet ruimtelijke ordening Anterieure exploitatieovereenkomst zoals bedoeld in artikel 6.24 Wet ruimtelijke ordening De partijen: I. De gemeente Asten, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester,

Nadere informatie

VRAAG EN ANTWOORD PROEF OPKOOPREGELING

VRAAG EN ANTWOORD PROEF OPKOOPREGELING VRAAG EN ANTWOORD PROEF OPKOOPREGELING 1. Waarom is er geen Koopinstrument voor alle woningen die te koop staan? De koopregeling is een proef. Deze proef geldt voor huizen van eigenaarbewoners en biedt

Nadere informatie

Onderwerp Zevende wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV

Onderwerp Zevende wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV Besluit Onderwerp Zevende wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV Algemene vergadering van aandeelhouders van Groen Ontwikkelfonds Brabant BV; Gelet op artikel 4:81 van

Nadere informatie

3. Het onderzoek door deskundigen; de procedure in de onteigeningswet

3. Het onderzoek door deskundigen; de procedure in de onteigeningswet [ARTIKEL 6] De rol van deskundigen in de onteigeningsprocedure M.W. Scheltema en E.J. Storm 1 1. Inleiding In deze bijdrage komt de rol van deskundigen in de onteigeningsprocedure aan de orde. De deskundigen

Nadere informatie

2.2 Het feitelijk beginnen met het uitvoeren van de overeenkomst geldt zijdens opdrachtgever als aanvaarding van deze algemene voorwaarden.

2.2 Het feitelijk beginnen met het uitvoeren van de overeenkomst geldt zijdens opdrachtgever als aanvaarding van deze algemene voorwaarden. ALGEMENE VOORWAARDEN Intelgration B.V., gevestigd te 1343AE Almere, Wielewaallaan 10, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 30163962. 1 Algemeen In deze algemene voorwaarden worden

Nadere informatie

VVOR De pachter als derdebelanghebbende. 15 september 2015 Gert-Jan de Jager

VVOR De pachter als derdebelanghebbende. 15 september 2015 Gert-Jan de Jager VVOR De pachter als derdebelanghebbende 15 september 2015 Gert-Jan de Jager Onderwerpen Pacht sinds 1 september 2007 (Akkoord van Spelderholt?) Pachter en onderpachter als derde-belanghebbenden Welke pachtvormen

Nadere informatie

Gloudemans BETREFFENDE: Inbrengwaarde bestemmingsplan Lage Heide UITGEBRACHT AAN:

Gloudemans BETREFFENDE: Inbrengwaarde bestemmingsplan Lage Heide UITGEBRACHT AAN: Gloudemans O BETREFFENDE: Inbrengwaarde bestemmingsplan Lage eide UITGEBRACT AAN: et college van burgemeester en wethouders der gemeente Postbus 000 5550 GA VALKENSWAARD 450.59-T/jv/i Gloudemans < > 2-2-200

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten Ontwerpadvies van 9 september 2015 In het kader van een individuele vraagstelling omtrent

Nadere informatie

Grondprijzenbrief 2015 Gemeente Stichtse Vecht

Grondprijzenbrief 2015 Gemeente Stichtse Vecht Grondprijzenbrief 2015 Gemeente Stichtse Vecht 28 mei 2015 Inleiding Deze grondprijzenbrief geeft uitvoering aan de Nota Grondbeleid 2013 waarin het grondbeleid en de te hanteren instrumenten zijn vastgelegd.

Nadere informatie

: ir. F.C.L.G. Schavemaker en ir. T.A. te Winkel

: ir. F.C.L.G. Schavemaker en ir. T.A. te Winkel NOTITIE versie 20-9-2018 Aan Betreft: Opgesteld door : De heer mr. T.E.P.A. Lam : Gevolgen uitspraak 11 juli 2018 voor de taxatie inbrengwaarde Bedrijvenpark Ambachtsezoom : ir. F.C.L.G. Schavemaker en

Nadere informatie

Wat en hoe. druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland

Wat en hoe. druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland Wat en hoe PLANSCHADE druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland 2008 afdeling Bestuursondersteuning / COM-EJ-102008 2 11 Als de nieuwe wet en de twee procentregel van toepassing is op het voorbeeld dan

Nadere informatie

Agrarische verkeerswaarde Sarsven en de Banen

Agrarische verkeerswaarde Sarsven en de Banen Agrarische verkeerswaarde Sarsven en de Banen Versie 2 Datum 23 mei 2013 Status Definitief Colofon Projectnaam Sarsven en de Banen Versienummer 2 Locatie T:\DLG\team midden\programma's - projecten\sarsven_de

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

Bancaire richtlijn financierbaarheid erfpachtrechten (te vestigen) vanaf 1-1-2013

Bancaire richtlijn financierbaarheid erfpachtrechten (te vestigen) vanaf 1-1-2013 Bancaire richtlijn financierbaarheid erfpachtrechten (te vestigen) vanaf 1-1-2013 Voorblad Dit document bevat de bancaire richtlijn voor de hypothecaire financiering van woningen voor zover deze particuliere

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

Gemeente Utrecht De heer O. van Schaick Postbus 16200 3500 CE UTRECHT. Onderwerp: planschaderisicoanalyse/ Catharijnesingel Noord

Gemeente Utrecht De heer O. van Schaick Postbus 16200 3500 CE UTRECHT. Onderwerp: planschaderisicoanalyse/ Catharijnesingel Noord Gemeente Utrecht De heer O. van Schaick Postbus 16200 3500 CE UTRECHT Onderwerp: planschaderisicoanalyse/ Catharijnesingel Noord Geachte heer Van Schaick, Hierbij ontvangt u een planschaderisicoanalyse

Nadere informatie

Bouwrecht in gemeente Hollands Kroon Adres Omschrijving Vraagprijs Status

Bouwrecht in gemeente Hollands Kroon Adres Omschrijving Vraagprijs Status Bouwrecht in gemeente Hollands Kroon Adres Omschrijving Vraagprijs Status Ontstaan op Grasweg 17, 1761 LG Anna paulowna Bouwrecht t.b.v. creëren bouwkavel op een onbebouwd perceel grond De helft van de

Nadere informatie

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 Algemeen 1. Inleiding Op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel c van de Wet werk en bijstand (WWB) dient de gemeenteraad een verordening

Nadere informatie

MARKTWAARDE EN BIJZONDERE UITGANGSPUNTEN

MARKTWAARDE EN BIJZONDERE UITGANGSPUNTEN MARKTWAARDE EN BIJZONDERE UITGANGSPUNTEN De komst van de EVS en de introductie van de nieuwe taxatiemodellen vragen om aandacht voor het gebruik van de begrippen marktwaarde en marktwaarde met bijzondere

Nadere informatie

Samenvatting. Kort overzicht. Kartels

Samenvatting. Kort overzicht. Kartels Samenvatting Kort overzicht Dit proefschrift gaat over de economische theorie van kartels. Er is sprake van een kartel wanneer een aantal bedrijven, expliciet of stilzwijgend, afspreekt om de prijs te

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN TRAININGEN

ALGEMENE VOORWAARDEN TRAININGEN ALGEMENE VOORWAARDEN TRAININGEN 1 Algemene voorwaarden Trainingen Artikel 1 Algemeen 1.1 In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: a - Studio Zuidas BV: Het management, medewerkers en freelance

Nadere informatie

In deze brief gaan we ten eerste in op de voorgeschiedenis van deze zaak, waarna we verder ingaan op de uitspraak van de Afdeling van 10 mei 2012.

In deze brief gaan we ten eerste in op de voorgeschiedenis van deze zaak, waarna we verder ingaan op de uitspraak van de Afdeling van 10 mei 2012. V G E M E E N T E V A L K E N S W A A R D de Hofnar 15 Postbus 10100 5550 GA Aan de raad van de gemeente Valkenswaard Valkenswaard Telefoon (040) 208 34 44 Telefax (040) 204 58 90 e-mail Kenmerk: 12uit03516

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel

Nadere informatie

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel inzake het verzoek van Pisa Beheer B.V.,

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel inzake het verzoek van Pisa Beheer B.V., gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke ontwikkeling en Beheer Raadsnummer 07.R2209.OOI Inboeknummer o7bstors48 Beslisdatum B%W t7 juli 2007 Dossiernummer 729 353 OplegvelRaadsvoorstel inzake het verzoek

Nadere informatie

Taxatie-instructie Koopstart

Taxatie-instructie Koopstart Taxatie-instructie Koopstart 25 september 2017 1. Inleiding Deze instructie is bestemd voor de situatie dat de woningcorporatie of projectontwikkelaar eigenaar is van de grond en ten behoeve van Koopstart

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:3351. Uitspraak. Datum uitspraak 21 11 2014 Datum publicatie 21 11 2014 Zaaknummer 13/04422 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1744, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:3351. Uitspraak. Datum uitspraak 21 11 2014 Datum publicatie 21 11 2014 Zaaknummer 13/04422 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1744, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:3351 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21 11 2014 Datum publicatie 21 11 2014 Zaaknummer 13/04422 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1744, Gevolgd Civiel recht

Nadere informatie

Toelichting behorende bij het Exploitatieplan Centrum Vlijmen 1 e herziening

Toelichting behorende bij het Exploitatieplan Centrum Vlijmen 1 e herziening pagina 1 van 5 Toelichting behorende bij het Exploitatieplan Centrum Vlijmen 1 e herziening 1. Aanleiding Op 18 juni 2013 is het Exploitatieplan Centrum Vlijmen, gemeente Heusden door de gemeenteraad vastgesteld.

Nadere informatie

A. Definities. B. Algemene bepalingen

A. Definities. B. Algemene bepalingen ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR REGISTERMAKELAARS EN REGISTERTAXATEURS IN ROERENDE ZAKEN, LEDEN VAN DE FEDERATIE VAN TAXATEURS, MAKELAARS EN VEILINGHOUDERS IN ROERENDE ZAKEN, WELKE VOORWAARDEN ZIJN GEDEPONEERD

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. De Bedrijfsmakelaar.nl

ALGEMENE VOORWAARDEN. De Bedrijfsmakelaar.nl ALGEMENE VOORWAARDEN De Bedrijfsmakelaar.nl Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de toegang en het gebruik van de website van De Bedrijfsmakelaar.nl. Deel I. Algemeen Artikel 1 Definities en

Nadere informatie

Sturen op grondtransacties op basis van inzichten uit onderzoek

Sturen op grondtransacties op basis van inzichten uit onderzoek Sturen op grondtransacties op basis van inzichten uit onderzoek December 10, 2018 Fred Hobma Urban Development Management TU Delft 1 Vermelding onderdeel organisatie Grondexploitatiemodellen Publiek Joint

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-239 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 februari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Gemeente Achtkarspelen Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Dienst Werk en Inkomen De Wâlden November 2011 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie