Hoofdstuk 1. Een belangrijk gevolg daarvan was de toename van de bevolking. De redenen daarvoor waren:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 1. Een belangrijk gevolg daarvan was de toename van de bevolking. De redenen daarvoor waren:"

Transcriptie

1 Samenvatting door K woorden 16 juni keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk De Agrarische revolutie Vanuit Afrika trok de moderne mens - de homo sapiens - naar Azië en Europa. Het waren jagers-verzamelaars die wanneer hun leefomgeving niet meer genoeg voedsel bood, verder trokken. Nomaden noemt men deze mensen. Ze leefden in kleine groepen. De moderne mens maakte meer gespecialiseerde gereedschappen en wapens dan zijn voorgangers. Daarvan getuigen de grotschilderingen in Zuid-Europa. Geschreven bronnen van deze periode zijn er niet en daarom spreken we over de prehistorie. Hoewel er al rond voor Chr. sprake was van de beoefening van de landbouw in Abu Hurerya, in het huidige Syrië, ontstond de overgang naar het boerenbestaan pas vele duizenden jaren later. Tussen 9000 en 6000 v. Chr. ontstonden in het Midden-Oosten landbouwsamenlevingen, in het gebied dat men de Vruchtbare Halvemaan is gaan noemen. Rond 7000 v. Chr. verspreidde de landbouw zich vanuit Noord -Afrika en rond 6000 v. Chr. naar Europa. De overgang naar een boerenbestaan is een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de prehistorie geweest. De redenen waarom men overstapte naar een boerenbestaan zijn nog niet helemaal duidelijk maar deze overgang vind het eerste plaats in het Midden-Oosten. Op het einde van de Laatste IJstijd ontstond er daar door regenval een vruchtbaar gebied. Er zijn archeologen die stellen dat een nieuwe klimaatovergang de aanzet gaf tot de overgang naar landbouw. Hillman stelt dat in Abu Hureyra sprake was van een droogte waardoor, omdat de wilde granen uitstierven, men wel op zoek moest gaan naar andere soorten. Volgens een andere theorie groeide de bevolking zo snel, dat de natuur dat niet kon bij houden. Men was daarom gedwongen om zelf gewassen te verbouwen. Feit is dat ook in andere werelddelen uiteindelijk ook de landbouw werd uitgevonden. Uiteindelijk, om wat voor reden dan ook, gingen mensen zich bijna allemaal volledig op de landbouw richten. Omdat de overgang naar de landbouw zou ingrijpend was noemen we dat de agrarische revolutie. Van een nomadisch bestaan ging men zich nu permanent vestigen op een vaste plek, een sedentair bestaan. Een belangrijk gevolg daarvan was de toename van de bevolking. De redenen daarvoor waren: 1. In tegenstelling tot jagers-verzamelaars kon men nu op dezelfde oppervlakte 60 tot 100 keer zoveel mensen in leven houden. 2. Het geboortecijfer steeg doordat vrouwen sneller achter elkaar kinderen kregen. Gemiddeld één in de twee jaar, bij de jagersverzamelaars gemiddeld één in de vier jaar. 3. Rond 7500 voor Chr. ging men voor het eerst aan veeteelt doen. 4. Daarnaast stimuleerde de agrarische revolutie tot allerlei nieuwe technieken. Het Neolithicum werd nieuwe steentijd genoemd omdat men nieuwe gepolijste stenen als gereedschappen ging gebruiken. Een volgende stap was het gebruik van metaal. Eerst was brons het gebruikte materiaal in het Midden-Oosten ( vanaf 3000 v. Chr.). We onderscheiden daarom de bronstijd van de Pagina 1 van 26

2 5. ijzertijd in het Midden Oosten vanaf 1200 c. Chr. De mens ging de natuur steeds meer naar zijn hand zetten. Men paste de omgeving aan de wensen van de mens aan. Toch is volgens sommige historici de agrarische revolutie niet in alle opzichten een verbetering. a) Mensen die op landbouw overstapten waren vaak minder gezond dan jagers-verzamelaars, blijkt uit archeologisch onderzoek, ze leden aan infectieziekten, ondervoeding en misvorming. b) Ze waren vaak kleiner dan jagers en verzamelaars. c) Indianen in de VS hadden een lagere levensverwachting bij de geboorte dan de jagers -verzamelaars, daalde van 26 naar 19 jaar. d) Het voedsel was zeker in het begin zeer eenzijdig. e) Mislukte een oogst dan dreigde er hongersnood. f) Agrarische revolutie leidde tot sociale ongelijkheid. Voor het eerst ontstond er een hiërarchie. 1.2 Het ontstaan van steden De vroege steden ontstonden rond 3300 v. Chr. in Soemerië, het zuidelijk gedeelte van Mesopotamië. Enkele van die steden waren Uruk, Ajkakd, Eridu en Ur. Dat kwam door de aanwezigheid van vruchtbare grond, door de overstromingen van de Tigris en de Eufraat. Doordat de boeren gebruikt maken van irrigatie leverde de landbouw overvloedige oogsten op waardoor de bevolking, die toenam, zich niet alleen maar met de voedselvoorziening bezig hoefde te houden. Daardoor ontstonden er andere nieuwe beroepen zoals ambachtslieden. Kooplieden vormden een welvarende en invloedrijke groep en priesters hadden veel aanzien. Kortom er ontstond een stedelijke samenleving waarin niet alleen sprake was van een arbeidsverdeling, maar ook van een hiërarchie. Er ontstonden verschillende sociale lagen, die van elkaar verschilden in rijkdom en macht. De boeren stonden onder aan de sociale ladder. Door de complexere samenleving had men goede bestuurders nodig. De stadbestuurders moesten de orde handhaven, de stad beschermen en het irrigatiesysteem laten onderhouden. Dat gebeurde met behulp van ambtenaren die de administratie bijhielden, wetten opstelden en de belastingen inden. De machtige leiders werden na verloop van tijd tot koning gekroond en hun positie werd erfelijk. Na het ontstaan van steden in Mesopotamië kwam in Egypte de verstedelijking ook op gang. De omstandigheden daar waren vergelijkbaar. Tussen 2700 en 300 v. Chr. verschenen ook in andere vruchtbare gebieden in de wereld complexe stedelijke samenlevingen, in China, India, Mexico en Peru. Ze hebben zich onafhankelijk van elkaar ontwikkeld en relatief kort na elkaar. De ontwikkeling van de steden en het eerste schrift ontwikkelde zich tegelijkertijd. Steden besturen is ingewikkeld en het schrift is daar een ideaal hulpmiddel bij. Zowel de koningen als de priesters konden niet zonder een goede administratie. De koning voor de belastingheffing, de uitbetaling van het loon en het leger. De priesters want tempelcomplexen groeiden uit tot machtige organisaties met veel landbezit en personeel. De ontwikkeling van het schrift vond stapsgewijze plaats: a) Agrarische gemeenschappen gebruikten vanaf 8000 v. Chr. kleine voorwerpjes van klei om goederen te Pagina 2 van 26

3 registreren. b) Het Soemerische schrift bestond ui t het beeldschrift. c) Dit werd aangevuld met het gebruik van pictogrammen die klanken uitdrukten. d) De tekeningetjes werden vervangen door abstracte tekens. Omdat ze op spijkers leken wordt het Soemerische schrift spijkerschrift genoemd. e) De Egyptenaren gingen vanaf 3100 v. Chr. hiërogliefen gebruiken en rond 2800 v. Chr. het snellere hiëratische schrift. f) Rond 2600 v. Chr werd het spijkerschrift niet meer alleen gebruikt voor de administratie maar ook voor allerlei andere zaken en verschenen de eerste literaire, wetenschappelijke, biografische en historische teksten. Maar de beheersing van het schrift was geen makkelijke zaak en kon alleen maar gelezen worden door een kleine elite. Dit veranderde geleidelijk en het schrift werd daarmee een essentieel onderdeel van de menselijke cultuur. Het einde van de prehistorie is dus voor elk land op verschillend. In Nederland bv. rond 50 v. Chr. door de komst van de Romeinen. 1.3 Machtige rijken in het Midden-Oosten Een staat is een afgebakend gebied met een centraal bestuur. De Egyptische eenheidsstaat ontstond in 3100 v. Chr., toen koning Menes het noordelijke en zuidelijke deel van het Nijlgebied verenigde. Het was de eerste staat ter wereld. Een staat had een centraal bestuur met een rechtssysteem dat voor het hele gebied geldt. In een staat mag alleen de overheid geweld gebruiken. Dit noemen we geweldmonopolie. De farao stond aan het hoofd van de Egyptische staat. Hij moest naast de interne veiligheid ook zorgen voor de verdediging van de grenzen van de staat. De Farao had een uitgebreid ambtenarenapparaat ter beschikking om het land te besturen. Deze regelden het irrigatiesysteem, de administratie en de bouw van piramides en tempels. De hogere ambtenaren werden vorstelijk beloond en dat leidde soms tot pogingen van die ambtenaren om de plaats van de farao in te nemen. In Mesopotamië ontstond de eerste staat pas rond 2000 v. Chr. De koning van de stad Babylon stichtte toen het Babylonische Rijk, dat bijna geheel Mesopotamische besloeg. De overgang tussen woestijn en landbouwgrond was in Mesopotamië minder abrupt dan in Egypte waardoor Mesopotamië moeilijker te verdedigen was dan Egypte. Egypte kon daardoor zich als staat 3000 jaar makkelijker handhaven. De Egyptische godsdienst was polytheïstisch, wat betekent dat meerdere goden tegelijkertijd werden vereerd. Enkele voorbeelden: Osiris was de god van het dodenrijk, Horus god van de hemel, Re god van de zon en het licht. Een belangrijk kenmerk van de Egyptische godsdienst was het geloof in het leven na de dood. Had je goed geleefd dan kon je naar het hiernamaals. Werd een farao in het hiernamaals door de god Horus toegelaten dat was zijn goddelijkheid voor altijd verzekerd. De piramides geven daar nu nog blijk van. De belangrijkste taak van de farao was het handhaven van de 'Maat': de kosmische orde, de stabiliteit en de harmonie in de samenleving. Door zijn autoriteit op de juiste wijze te laten gelden en de goden tevreden te stemmen Pagina 3 van 26

4 moest de farao ervoor zorgen dat er altijd Maat in het land heerste. De farao hield een strakke grip op alle onderdelen van de samenleving. Het priesterschap en de hele economie stonden onder toezicht van zijn ambtenaren. Omdat al het land eigendom was van de farao moesten de boeren het overgrote deel van hun oogst aan hem afstaan. Belangrijke ondernemingen waren eigendom van de staat en alle internationale expedities vonden in zijn opdracht plaats. Anders dan in Mesopotamië ontstond in Egypte dus geen beroepsgroep van handelaren en ontwikkelden zich geen handelssteden. In Egypte ontstonden steden rondom administratieve centra of belangrijke tempelcomplexen, deze bleven echter ondergeschikt aan de farao. De religie speelde ook in Mesopotamië een grote rol. De koningen werden echter niet als goden beschouwd, maar zouden wel door de koningen zijn uitgekozen om te regeren. De belangrijkste goden waren: Anu, god van de hemel, Enlil, god van de wind en Enki, god van het water. In tegenstelling tot Egypte verwachtte men in Mesopotamië niet zo veel van het hiernamaals. Ze lieten dus ook geen graftombes bouwen. De Mesopotamiërs geloofden dat het hiernamaals een stoffige, grijze onderwereld was. Je kon daarom maar beter genieten van het leven op aarde. De Mesopotamische koningen en priesters lieten wel tempeltorens en Ziggoerats bouwen. De Ziggoerat vormde het centrum van iedere stad en bestond uit verschillende terrassen van baksteen met daarbovenop een tempel. Mesopotamië was minder sterk gecentraliseerd dan Egypte. Hoofdstuk De Griekse democratie Griekenland bestond rond 500 v. Chr. uit zo n 800 stadstaten, poleis genoemd. De meeste stadstaten hadden maar een paar duizend inwoners, maar in Athene woonden in de 5e eeuw v. Chr. zo n mensen. Omdat Athene aan het hoofd stond van de Delisch - Attische Zeebond was Athene zeer machtig. Dat kwam vooral omdat de andere poleis geld gaven aan Athene om een oorlogsvloot te kunnen onderhouden, waar Athene het beheer over voerde. De Bond ontwikkelde zich zo tot een Atheens Imperium en zelfs in vredestijd moest men geld afdragen al of niet onder druk. Zo verwierf Athene de hegemonie rond de Egeïsche Zee. Athene werd zo sterk tegenover Sparta, de grootste concurrent, en profiteerde van belastinggelden en de handel. Athene bemoeide zich echter niet met de interne politiek van de poleis. Men ging daarbij uit van het recht van de burgers van een poleis om hun eigen stad te besturen. We noemen dit directe democratie waarbij alleen Atheners die het burgerrecht hadden hun stem mochten uitbrengen. Dat burgerrecht in de Volksvergadering kon alleen worden uitgeoefend door de volwassen, vrije mannen, arm of rijk, die van Atheense burgers afstamden. (Onze vorm van democratie is ervan afgeleid en heet indirecte democratie, een democratie via vertegenwoordigers). Voordat Athene een democratie werd kende men er Aristocratie, waarbij een groep rijke en belangrijke mannen de macht uitoefende en was ook Autocratie voorgekomen, daarbij had één man de macht uitgeoefend, een tiran genoemd. Daar kwam echter verandering in omdat tijdens de oorlogvoering de gewone burgers steeds belangrijker werden en daarom meer invloed eisten. Men zorgde er nadien wel voor dat niet meer één iemand in staat bleek te veel macht te veroveren. De belangrijkste beslissingen werden genomen in de Volksvergadering. Deze Volksvergadering koos een Raad van 500, als stadsbestuur, voor één jaar. Vanuit deze Raad werden 50 raadsleden gekozen voor het dagelijks bestuur, voor een maand. Dit rouleerde telkens. Pagina 4 van 26

5 De Atheense rechtbank was in handen van een volksjury, die door het lot werden aangewezen en ook de 10 generaals van het leger werden elk jaar opnieuw gekozen door de Volksvergadering. Dit allemaal om een tiran te voorkomen. Dreigde dit toch te gebeuren dan kon de Volksvergadering een 'schervengericht' houden. Hierbij schreven de burgers dan op een potscherf welke persoon te veel macht had. Die persoon werd dan uit de poleis verbannen. We noemen dat ostracisme. Enkele belangrijke Atheense denkers hebben zich afgevraagd of democratie nu wel het beste bestuurssysteem was. Deze denkers noemen we filosofen, mensen die allerlei aspecten van het bestaan onderzochten en stelden vragen als: hoe zit de natuur en het heelal in elkaar?, of wat is goed gedrag?, of hoe moet een poleis bestuurd worden?. Griekse onderzoekers probeerden vanaf 600 v. Chr. de natuurverschijnselen te verklaren. Ook in de wiskunde en de medische wetenschap boekte men veel vooruitgang. Dit wordt gezien als de ontwikkeling van de wetenschap, maar ze bouwden echter voort op kennis uit Mesopotamië en Egypte. Een van de belangrijkste Atheense filosofen was Socrates. Deze dwong door scherpe vragen te stellen zijn tegenstanders hun eerste bewering weer in te laten trekken (socratische methode). Uiteindelijk werd hij in 399 v. Chr. gedwongen de gifbeker te drinken. Naast Socrates werd ook Plato bekend ( v. Chr.). Deze dacht veel na over de vraag hoe je een polis het beste kon besturen. Net als Plato stelden andere filosofen de volgende vragen; Is het wel verstandig om burgers te betrekken bij besluiten over oorlog en vrede? Kun je het bestuur niet beter overlaten aan de besten? Is het wellicht toch beter als één persoon de macht heeft. Of zoek je voor het bestuur vooral wijze mensen die onpartijdig zijn en die alle belangen goed afwegen. Van dit laatste was Plato overtuigd omdat politici vaak besluiten nemen om het burgers naar de zin te maken, zich laten misleiden door handige sprekers, burgers wispelturig waren en de meerderheid niet altijd gelijk had. Een leerling van Plato, Aristoteles ( v. Chr.), stond kritisch tegenover de democratie. Iedere bestuursvorm kon goed werken, maar ook op hun eigen manier gevaarlijk konden worden. Hij was echter wel van mening dat elke burger een politieke taak had, waarbij goede afspraken moesten worden gemaakt zodat een goed en stabiel bestuur kon ontstaan. Ook kennis was een voorwaarde. Anders dan Plato richtte hij zich vooral op het verzamelen en systematisch opschrijven van kennis en nam daarbij afstand van de meer speculatieve manier van denken van eerdere filosofen. 2.2 Het Hellenisme Doordat de Griekse poleis door voortdurende onderlinge strijd ernstig verzwakt waren geraakt en nauwelijks meer in staat waren hun eigen buitenlandse politiek te voeren wist Fhillipus, koning van Macedonië heel Griekenland onder zijn heerschappij te brengen. Zijn zoon Alexander de Grote erfde het rijk van zijn vader en vatte het plan op om het hele Perzische Rijk te veroveren. Hoewel Alexander al op 33-jarige leeftijd overleed, slaagde hij wel in zijn poging het Perzische Rijk te veroveren. Het rijk dat Alexander stichtte viel na zijn dood wel uit elkaar, maar in deze gebieden zou de Griekse cultuur nog honderden jaren lang dominant zijn. Hoe had Alexander dit voor elkaar gekregen? Griekse geschiedschrijvers als Xenophon (4e. eeuw v. Chr.) en Plutachus (ca.100 n. Chr.) schreven dat allereerst toe aan een combinatie van Alexanders persoonlijke eigenschappen en militair inzicht, zijn enorm doorzettingsvermogen en een grenzeloos geloof in eigen kunnen en onvoorspelbaarheid. Een andere verklaring was dat Alexander goed inspeelde op de tradities in de landen waarover hij regeerde. In Pagina 5 van 26

6 Egypte werd hij farao, in Perzië nam hij de bestuursstructuur over en stelde zich in Griekenland aan het hoofd van het leger om hen van de Perzische overheersing te bevrijden. Daarnaast streefde Alexander doelbewust naar een gemengde elite en een gemengd Macedonisch - inheems leger en stichtte overal in het Rijk op strategische plaatsen nieuwe steden die de naam Alexandrië kregen. In die steden mengden zich lokale bewoners met Griekse en Macedonische bewoners. Bij de dood van Alexander, was er geen erfelijke opvolger. Alexanders generaals veroverden in burgeroorlogen delen van het Rijk. Zo ontstonden in Egypte, Azië en Europa enkele grote koninkrijken onder Griekstalige heersers, diadochen genoemd. Deze bleven bestaan totdat de Romeinen ze stuk voor stuk innamen. Tijdens de heerschappij van de diadochen verspreidde de Griekse cultuur zich over het hele oude Rijk. Dit noemen we Hellenisme, naar Hellas, de Griekse benaming van Griekenland. Dit uitte zich in het bestuur en het gebruik van het Grieks als bestuurstaal. Na de dood van Alexander was het afgelopen met de meest uitgesproken vorm van democratie. De volksvergaderingen bleven wel bestaan, maar mochten alleen nog aan de heerser welgevallige besluiten nemen. In feite was de Atheense democratie veranderd in een oligarchie. Een ander aspect van het Hellenisme was dat de steden een Grieks uiterlijk kregen, vooral in Egypte en Azië, een rechthoekig stratenplan. Er kwamen theaters, gymnasia en tempels en de Griekse beeldende kunst werd verspreid. Maar niet ontkent kan worden dat de oosterse ideeën en opvattingen ook in de Griekse cultuur doordrongen. 2.3 De Romeinse Republiek Het ontstaan van het Romeinse Rijk is nooit een vooropgezet plan geweest en kwam door een aaneenschakeling van gebeurtenissen. De behoefte aan veiligheid en de wens naar macht en roem stimuleerden de opeenvolgende generaties om gebieden te veroveren. De veroveringsoorlogen: kosten veel geld vroegen om veel soldaten leverden belastinginkomsten op leverden veel landbouwgrond op leverden veel krijgsgevangenen op die tot slaaf werden gemaakt De geschiedenis van de Romeinse veroveringen beliep eeuwen. Rome was in de 5e eeuw voor Chr. nog een dorp en al in de 3e eeuw voor Chr. had Rome al een groot deel van Italië onder controle. Daarna werden ook Spanje, Griekenland, Noord Afrika, Gallië en delen van het Midden-Oosten eraan toegevoegd. Daarbij hoorden uiteindelijk ook nog delen van de Britse eilanden en Midden Europa. De Romeinen maakten bij de uitbreiding van hun rijk gebruik van diplomatie en het leger. Men sloot bondgenootschappen waarbij men in ruil voor bescherming gehoorzaamheid verlangde en levering van soldaten. Lukte dat niet dan trad men militair op. Oorspronkelijk was het Romeinse leger een leger bestaande uit boeren, maar ontwikkelde zich later tot een beroepsleger. Via goed aangelegde heerwegen kon men troepen snel verplaatsen en soldaten kregen na afloop van de dienstijd stukjes grond als beloning. Verslagen volken werden edelmoedig behandeld en kregen soms het Romeinse burgerrecht. Op die manier slaagden de Romeinen erin hun wereldrijk eeuwen bijeen te houden. In tegenstelling tot andere wereldrijken werd het Romeinse Rijk niet bestuurd door een erfelijke dynastie maar door Pagina 6 van 26

7 magistraten, mensen die tijdelijk een hoog ambt vervulden. Deze magistraten werden benoemd door vergaderingen van burgers. Deze burgers vervulden ook een rol in de wetgeving. Een Republiek dus die door burgers gemeenschappelijk werd bestuurd. De Senaat was het belangrijkste orgaan, bestaande uit 300 leden, die afkomstig waren uit de machtigste families. Uit hun midden koos men twee consuls die de vergaderingen voorzaten en de hoogste burgerlijke en militaire macht uitoefenden. De consuls konden elkaars beslissingen met een veto treffen, dit om het ontstaan van alleenheerschappij te voorkomen. Hoewel heet bestuursysteem niet democratisch was moesten wetten van de senaat aan de twee volksvergaderingen worden voorgelegd waarin iedere Romeinse burger stemrecht had. Daarnaast was er nog de volkstribuun, er waren er een tiental, dat namens het lagere volk onderzochten of besluiten voldeden aan de wet. Oorspronkelijk noemde men de bestuurders Patriciërs en de gewone burgers Plebejers. Door de groei van het Romeinse Imperium kwamen er steeds meer nieuwe rijke burgers bij die ook politieke invloed wilden. Deze verkregen uiteindelijk dezelfde rechten en zo ontstond er een nieuwe elite: de nobiles (edelen) ook wel 'optimaten' (de besten) genoemd. Dit systeem werd nog versterkt door patronage, ook wel cliëntensysteem genoemd. In ruil voor gunsten van een machtig man verkreeg men allerlei gunsten en stemde men op de patroon bij verkiezingen. Dit cliëntensysteem breidde steeds meer uit en werd een manier om los van de Senaat macht naar zich tot te trekken. Uiteindelijk overleefde de Romeinse Republiek het niet. 2.4 Het Romeinse Keizerrijk De twee laatste eeuwen v. Chr. werd Rome verscheurd door conflicten en burgeroorlogen. De burgeroorlogen bedreigden uiteindelijk de republikeinse staatsvorm. Het probleem was dat beroepslegers steeds loyaler werden aan de bevelhebbers in plaats van aan het bestuur van Rome. Een van hen Julius Caesar slaagde er in om de alleenheerschappij te bereiken, nadat hij eerst Gallië tussen 58 en 50 v. Chr. had onderworpen (midden en noorden van Frankrijk en het huidige België). Uiteindelijk liet Caesar zich uitroepen tot dictator voor het leven, daarmee werd de Senaat buitenspel gezet. Verdedigers van de Republiek besloten daarom om Caesar in 44 v. Chr. te vermoorden. Caesar had zijn aangenomen zoon Octavianus, tot diens opvolger benoemd. In de daaropvolgende burgeroorlog won Octavianus en noemde zichzelf Augustus ('de verhevene') en werd daarmee de eerste keizer van het Romeinse keizerrijk (27 v. Chr n. Chr.). De keizer trok veel macht naar zich toe: hij was de opperbevelhebber van het leger en benoemde alle belangrijke bestuurders. Vanaf keizer Augustus spreken we over de Pax Romana. Deze duurde tot de dood van keizer Marcus Aurelius (180 n. Chr.). Er waren in feite toch grensoorlogen en zeker na de dood van keizer Nero ontstond er een opvolgerstrijd. We noemen het toch 'vrede' omdat de Republiek niet in gevaar is geweest. De Romeinse elite legde zich uiteindelijk neer bij de heerschappij van één man. Dat kwam ook omdat de keizers de republikeinse instellingen en functies lieten voortbestaan, althans in naam. De keizer oefende invloed uit op de senaat en beïnvloede door het gunnen van erebaantjes de elite. Politiek maar ook cultureel was het Romeinse Rijk een eenheid. Dat was duidelijk te zien aan de bouwwerken en ook aan de toepassing van het Romeinse Rijk. Uitingen van Romeinse macht complimenteerden het geheel. Pagina 7 van 26

8 De Romeinse cultuur was duidelijk beïnvloed door de Griekse cultuur. Dat begon al toen de Grieken zich vestigden in het zuiden van Italië. De Romeinen namen Griekse goden over en bewonderden de Griekse architectuur, de beeldende kunst, literatuur en filosofie. Naast Latijn werd ook Grieks gesproken. De Grieken vonden de Romeinse gladiatorenspelen maar wreed. We zijn de Grieks -Romeinse cultuur de klassieke cultuur gaan noemen en deze spreekt nog steeds tot de verbeelding. De grote verspreiding van de Grieks -Romeinse cultuur was mogelijk door de militaire veroveringen van de Romeinen. Daar waar al hoogontwikkelde culturen bestonden was de invloed echter minder. In het westen van het Romeinse Rijk was die echter groot. Bijvoorbeeld door de invoering van het schrift, het bouwen in steen, het gebruik van glas en muntgeld. Ook de aanleg van verwarmde badhuizen en woningen maakten indruk. Daar nam men dus veel over van de Romeinen. Dit noemen we Romanisering en leidde tot verdere culturele eenwording van het Romeinse Rijk. 2.5 Joden en Christenen Het christendom was ontstaan in een Joodse omgeving. Het Jodendom werd vooral beoefend in Palestina en onderscheidde zich op drie manieren van de omringende religies. 1. Het was een monotheïstische godsdienst, in plaats van meerdere goden (polytheïsme) te vereren. De joden beschouwden zich als 'het uitverkoren volk'. 2. Joden hechten belang aan heilige boeken, een verzameling heilige teksten De christenen zouden die later overnemen in het eerste deel van de bijbel: het Oude Testament. 3. Joden hielden zich aan allerlei religieuze voorschriften. Binnen het Jodendom ontwikkelden zich verscheidene stromingen. Een van die stromingen verwachte een nieuwe Messias, een nieuwe Joodse koning. Tegen deze achtergrond ontstond er rond 30 n. Chr. een nieuwe beweging die geleid werd door Jezus. Door zijn optreden sloten velen zich bij hem aan maar de Joodse elite zagen in hem een lastpost die zich uit zou geven als de nieuwe koning der Joden. Jezus werd door Herodus, gouverneur van de Romeinen, tot de dood door kruisiging veroordeeld en terechtgesteld in 33 n. Chr.. Volgelingen waren ervan overtuigd dat Jezus zou herrijzen uit de dood. Jezus, die de Griekse bijnaam 'Christos' kreeg werd zo de stichter van het christendom. Het christendom zou de volgende eeuwen uitgroeien van een sekte tot de enig toegestane godsdienst in het Romeinse Rijk. Dat kwam vooral door de goede organisatie van de kerk. Apostel Paulus en anderen verspreiden het geloof in het Middellandse Zeegebied en stelden 'oudsten' en 'opzichters' aan. deze zouden uitgroeien tot priesters en bisschoppen. Aan het hoofd kwam uiteindelijk de Paus te staan, die regelmatig kerkvergaderingen, concilies, bij elkaar riep waar over geloofszaken werd gesproken en het Nieuwe Testament werd samengesteld. Geloofszaken leidde ook tot conflicten en zo ontstond de kerk van de Arianen die stelden dat God niet mens en God tegelijkertijd kon zijn. Het concilie van Niccaea besliste uiteindelijk dat God een 'drie-eenheid' of 'trinitas' vormt. Hij is Vader, Zoon en heilige geest ineen. Ook de manier waarop de Romeinen met het Christendom omsprongen bevorderde het christendom. Christenen werden vervolgd en gemarteld en deze martelaren werden vereerd. Het christendom groeide tegen de verdrukking in en keizer Constantijn maakte in 313 een einde aan de vervolgingen en stelde het christendom gelijk aan andere religies. Het was keizer Theodosius die uiteindelijk het christendom tot staatsgodsdienst uitriep, de officiële godsdienst van het Romeinse Rijk. 2.6 Het einde van het Romeinse Rijk Het Romeinse Rijk had in de 2e eeuw na Chr. zijn maximale omvang bereikt. Het bleek met de middelen van dat Pagina 8 van 26

9 moment niet meer te besturen. Na de periode van de Pax Romana begon een periode van wanorde, machtsgrepen en machtsverdelingen. In feite was het Rijk al in 285 n. Chr. min of meer opgedeeld in en oostelijke en westelijk deel. Toen keizer Theodosius in 395 overleed, liet hij zijn zoon het westelijk deel na en zijn andere zoon het oostelijke. Het Rijk zou daarna nooit meer worden verenigd. Het Griekstalige deel werd het Oost-Romeinse Rijk met als hoofdstad Constantinopel (Istanbul). Het Latijn sprekende deel werd het West-Romeinse Rijk. Dit West-Romeinse Rijk was moeilijk bij elkaar te houden door: Interne verdeeldheid aan de top. De grote druk op de buitengrenzen van het Rijk Het op drift raken van volkeren waar de keizers niet in staat waren dat te beheersen Het gevolg van een en ander was dat het West-Romeinse Rijk verbrokkelde en dat Rome de opbrengsten niet meer als belasting op kon eisen. De Germaanse huurlingen onder leiding van Odoaker kwamen in 476 in opstand en zetten keizer Romulus Augustules af. Het betekende het einde van het West-Romeinse Rijk. In tegenstelling tot het westen slaagden de keizers in het Oost-Romeinse Rijk er nog zo'n duizend jaar in het rijk bijeen te houden. Het oosten blek economisch al zo belangrijk dat keizer Constantijn al in 330 n. Chr. besloot de hoofdstad van Rome te verplaatsen naar de oude Griekse stad Byzantium, die al snel Constantinopel werd genoemd. Constantinopel moest ook de nieuwe hoofdstad van het christendom worden, met de Hagia Sophia als middelpunt. Het christendom in het oosten was wel anders dan in het westen omdat er fellere theologische discussies plaatsvonden waardoor groepen zich gingen afscheiden zoals de nestorianen en de koptische christenen. Er waren in het oosten ook meerdere kerkleiders, die elkaar in een onderlinge strijd om de macht ervan beschuldigden dat zij de christelijke leer verkeerd interpreteerden. Zo ontstonden er verschillende kerken die zich orthodox noemden, letterlijk 'volgens het ware geloof'. In 1054 keerden deze kerken zich af van Rome en zo ontstond het oosters schisma. Het Oost-Romeinse Rijk probeerde in de 6e eeuw het oude rijk in ere te herstellen, maar dat mislukte. Zelf moest het gebieden afstaan aan een nieuwe grootmacht in het oosten: het islamitische rijk van kalief Omar I. In de 9e eeuw kon men enig gebed terugveroveren. De macht van het Oost-Romeinse Rijk was gebaseerd op: Grote welvaart door het feit dat Constantinopel lag aan belangrijke handelsroutes, waardoor belastingopbrengsten toenamen. Met dit geld konden de Byzantijnse keizers een leger samenstellen, ambtenaren belasting laten innen en konden aanvallen van buitenaf worden omgekocht. Een stevige greep op de organisatie van de kerk. In 1453 kwam er een einde aan het Oost-Romeinse Rijk toen de Turkse sultan Mehmet II Constantinopel innam. Constantinopel werd nu de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk. Hoofdstuk Hofstelsel en horigheid De samenleving werd gedomineerd door de adel, een kleine elite van grootgrondbezitters. De leden van deze groep traden op als bestuurders, krijgsheren en rechters. Uit hun kringen kwamen ook de geestelijken voort. Adel en Pagina 9 van 26

10 geestelijkheid waren de twee hoogste standen in de middeleeuwse samenleving. De derde stand bestond uit de boeren. Zij woonden en werkten op de landerijen van de heren en waren in verschillende mate afhankelijk van hen. Ten eerste waren er de vrij boeren: Zij bewerkten hun eigen land en hadden de vrije beschikking over hun eigen persoon en hun goederen. Zij hadden wel de zware verplichting in oorlogstijd hun heer te volgen. Moesten voor hun eigen wapenuitrusting zorgen, wat een zware opgave was. Vrije boeren zagen daarom soms af van hun vrijheid en werden horige. Daarmee werden ze verlost van hun militaire dienst en genoten voortaan bescherming van de heer. Ten tweede waren er de horigen, de tweede groep afhankelijke boeren op het land van de heer.zij bewerkten hun eigen grond, maar mochten de landerijen van de heer niet verlaten. Ook om te trouwen had men toestemming nodig en moesten ze bepaalde diensten verrichten. De derde groep onvrijen waren de lijfeigenen. Dit waren mensen zonder bezit die als knechten werkten en volledig in de macht van de heer waren. Al deze groepen waren gebonden aan het domein, de belangrijkste sociaaleconomische eenheid in de middeleeuwen. Een domein kon het eigendom zijn van een militaire leider, een bisschop, klooster of koning. In de economie stond het domein zo centraal, dat we het economische systeem uit deze periode ook wel aanduiden als het 'domaniale stelsel' of 'hofstelsel'. Het woord 'hof' verwijst naar de hoeve (boerderij) van de heer, het centrum van een domein. Kenmerken van een domein: Driedeling van de grond Eén derde deel was bestemd voor de heer zelf, het vroonhof. Dit was soms versterkt met een muur van houten palen, de voorloper van het kasteel. Soms stond er een kerkje. Op een deel van het domein bezat de heer akkers, waarop hij lijfeigenen en horigen liet werken. Een tweede gedeelte van de grond was bestemd voor de akkers van de boeren, vrije en horige, met hun boerderijen. Vrije boeren konden grond van de heer pachten. De rest van het domein was woeste grond. Dat bestond uit ongerepte natuur en bos. Het domein was verspreid over relatief losse lappen grond, die over een uitgestrekt gebied verspreid waren. Het domein kon daardoor verschillende producten leveren. Het Hofstelsel ontwikkelde zich in het noord -westen van het voormalige West-Romeinse Rijk. De steden waren verschrompeld of verdwenen. In de Vroege Middeleeuwen was een vrijwel volledig agrarische samenleving ontstaan. Eerder tijdens het Romeinse Rijk was er sprake van een agrarische - urbane samenleving. Het Hofstelsel ontwikkelde zich in het noordwesten van het voormalige West - Romeinse Rijk. De steden waren verschrompeld of verdwenen. In de Vroege Middeleeuwen was een vrijwel volledig agrarische samenleving ontstaan. Eerder tijdens het Romeinse Rijk was er sprake van een agrarische - urbane samenleving. Deze veranderingen had een keten van oorzaken; Het uiteenvallen van het West-Romeinse Rijk ondermeer door de volksverhuizingen. Door het wegvallen van het centrale gezag gingen lokale heren oorlog met elkaar voeren over erfenissen en grondgebied. Dit leidde tot grote onveiligheid. Reizen werd gevaarlijk en de handel kromp in. Internationale handelscentra veranderden in regionale marktplaatsen. Geld als ruilmiddel verdween. De productie in de nijverheid nam af en er konden geen grondstoffen meer worden aangevoerd. Omdat de handel bijna helemaal was verdwenen, moesten de middeleeuwers in hun eigen onderhoud voorzien. Daarom zeggen we dat de boeren in het vroegmiddeleeuwse hofstelsel autarkisch (zelfvoorzienend) waren. Binnen een dorp bestond nog wel enige vorm van specialisatie en was er enige ruilhandel met gebieden buiten het dorp. Pagina 10 van 26

11 Het verdwijnen van de handel en de steden, en het ontstaan van het hofstelsel kende een reeks van oorzaken; 1) Het uiteenvallen van het West-Romeinse Rijk ondermeer door de volksverhuizingen. 2) Door het wegvallen van het centrale gezag gingen lokale heren oorlog met elkaar voeren over erfenissen en grondgebied. 3) Dit leidde tot grote onveiligheid. 4) Reizen werd gevaarlijk en de handel kromp in. 5) Internationale handelscentra veranderden in regionale marktplaatsen. 6) Geld als ruilmiddel verdween. 7) De productie in de nijverheid nam af en er konden geen grondstoffen meer worden aangevoerd. Omdat de handel bijna helemaal was verdwenen, moesten de middeleeuwers in hun eigen onderhoud voorzien. Daarom zeggen we dat de boeren in het vroegmiddeleeuwse hofstelsel autarkisch (zelfvoorzienend) waren. Binnen een dorp bestond nog wel enige vorm van specialisatie en was er enige ruilhandel met gebieden buiten het dorp. De nieuwe verhoudingen hadden hun weerslag op de bestuurlijke organisatie. Door het schaarser worden van geld werd het voor een koning moeilijker een uitgebreid ambtenarenapparaat te bekostigen. Vroegmiddeleeuwse koninkrijken waren daardoor in feite een soort privé - bezit en de inwoners onderdanen die afhankelijk waren van hun koning. Dit stond haaks op opvattingen in de oudheid waar men er van uit ging dat burgers zelf een staat bestuurden. In de Germaanse koninkrijken was het idee van een Res Publica helemaal verdwenen. De opkomst van de Germanen en andere koninkrijken ging bovendien gepaard met een vergaande militarisering van de samenleving. Koningen werden daarin bijgestaan door aristocraten die sterk gericht waren op oorlogvoering. Ook sommige boeren hadden militaire verplichtingen. De administratieve taken werden steeds meer overgelaten aan een kleine groep hoge geestelijken, de enige groep op den duur die enigszins geletterd was. 3.2 Europa wordt christelijk Toen de Romeinen aan het einde van de 4e eeuw het christendom tot staatsgodsdienst maakten betekende dat nog niet dat iedereen christen werd. Men bleef vaak toch de eigen goden aanbidden. In de eeuwen daarna veranderde dat beeld en steeds meer mensen werden gekerstend, bekeerden zich tot het christendom. Toen koning Clovis, rond 500 na Chr. de beslissing had genomen zich te bekeren deed hij dat ook uit politieke motieven. Samenwerking met de Kerk was gunstig, omdat zij bij het bestuur gebruik konden maken van ervaren bestuurders als de bisschoppen en konden ze rekenen, via de paus, op de zegen van God. De Kerk had er baat bij omdat de Franken militaire steun konden verlenen aan de kerk in haar gebied in Italië. De Franken ontwikkelden zich zo tot het machtigste volk in Noordwest-Europa. In Nederland ging dit proces geleidelijk. De Frankische koning Dagobert stichtte omstreeks 635 een kerk in Utrecht. Het duurde echter tot het einde van de 7e eeuw voordat het kersteningproces vanuit Utrecht op gang kwam. Bij de komst van de monnik Willibrord in 690 uit Engeland gebeurde dat pas. Vanuit Utrecht werden door de Franken gesteunde christelijke gemeenschappen uitgezet. De Franken stonden borg voor de fysieke veiligheid van de Pagina 11 van 26

12 missionarissen. Een van de bekendste missionaris was Bonifatius, tijdgenoot en opvolger van Willibrord. Deze werd echter in 754 door de Friezen vermoord. Het duurde nog lang voordat het christendom in die streken echt wortel zou schieten. Er waren in de middeleeuwen twee soorten geestelijken: de reguliere geestelijken, die in kloosters leefden, en de seculiere geestelijken, die 'in de wereld' leefden, tussen de gewone mensen. Reguliere geestelijken leefden in een klooster onder leiding van een abt. Zij brachten de dag door met bidden werken en leefden volgens kloosterregels. De bekendste regels zijn die van Benedictus Van Nursia (ca. 480-ca. 547). Drie hoofdregels: Gehoorzaamheid aan de abt, in armoede leven en in onthouding leven(geen seks). Het klooster moest zo veel mogelijk in de eigen behoeften voorzien. Ze hadden ook een taak in de kerstening. Het kloosterleven oefende grote aantrekkingskracht uit op mensen uit de hogere klasse in de samenleving. Schonken land en grote sommen geld en lieten hun zonen en dochters intreden. Zo verwierven kloosters vele grond en ontwikkelden zich tot grootgrondbezitters. Daarnaast verzorgden ze ook de zieken, schreven oude handschriften over en gaven onderwijs. Ze speelden dus een belangrijke rol bij het doorgeven van het culturele erfgoed. De tweede groep geestelijken, bestond uit priesters, mannen die leiding gaven aan de uitvoering van de kerkelijke rituelen. Ook deze mensen moesten beloven niet te trouwen en een gewijd leven te leiden. De seculiere geestelijkheid kende verschillende rangen. Op de laatste trede van de kerkelijke hiërarchie ( de kerkelijke rangorde) stonden de pastoors. Zij zorgden op het niveau van de parochie (kerkelijke gemeente) voor de gelovigen. Daarboven stond de bisschop, die leider was van een bisdom (kerkelijke provincie). Boven de Bisschop stond de Paus als leider van de Kerk. De Paus en de bisschoppen zorgden samen met de Frankische heersers voor de uitbreiding van het christendom. 3.3 Het bestuur wordt feodaal Het Latijnse woord 'feodum' betekent 'leen' en daarom spreken we ook wel over leenstelsel. Hierbij delen leenheren gebieden uit aan leenmannen. Men sloot een contract. Bij afsluiting ervan legde de leenman en eed van trouw af waarbij hij zijn heer beloofde een aantal diensten te verrichten. In ruil hiervoor verleende de heer bescherming en gaf een deel van zijn grondbezit in leen aan de leenman. Dor deze contracten waren in het leenstelsel de bovenste lagen van de samenleving met elkaar verbonden in een onderlinge afhankelijkheid en hiërarchie. De bestuurlijke organisatie van de samenleving lijkt op een piramide. Aan de top van de piramide in het Frankische Rijk stond de koning. Hij was de hoogste leenheer. Zijn land was verdeeld in 'gouwen'(graafschappen), die elk werden bestuurd door een graaf. Wanneer een gouw erg groot was had de bestuurder de titel van hertog en heette zijn gebied hertogdom. Hij mocht de opbrengsten van zijn leen voor zichzelf en voor het bestuur gebruiken. In ruil voor het leen betaalde de leenman eenmalig een grote geldsom en beloofde hij zijn heer militair bij te staan. Tot de taken van een leenman behoorde ook het bestuur en de rechtspraak in zijn gebied. Omdat de graaf of hertog dit allemaal niet alleen kon, gaf hij delen van zijn gebied in leen aan belangrijke volgelingen. In feite dus aan achterleenmannen. Die op hun beurt ook weer lenen verstrekten aan achter-achterleenmannen. Als iemand zijn verplichtingen niet nakwam mocht de leenheer het leen in principe weer afnemen. De band tussen leenheer en leenman was dus gebaseerd op een vrij zakelijke ruil: geld en diensten in ruil voor land en bescherming. In de praktijk echter behoorden verraad en rebellie tegen de eigen heer tot de orde van de dag. Pagina 12 van 26

13 Het feodale stelsel ontstond na 700 in het Frankische Rijk. Het stelsel is geleidelijk tot ontwikkeling gekomen en bleef tot na de Middeleeuwen bestaan. De Frankische koning Karel Martel had strijders nodig maar had geen geld. Hij kwam toen op het idee om zijn vazallen een aantal boerderijen in leen te geven als beloning. Door deze combinatie van vazalliteit - een vazal beloofde zijn heer militair te steunen en legden en eed van trouw af - en leen zette hij de belangrijkste stap in de ontwikkeling van feodale verhoudingen. Karel de Grote ( ), kleinzoon van Karel Martel, zette een tweede belangrijke stap: hij koppelde het leenstelsel aan het bestuur. Hij maakte niet alleen soldaten, maar ook hoge bestuurders tot leenmannen. Het leen viel samen met het gebied dat zij al bestuurden. Problemen van het leenstelsel; Leenmannen zagen de lenen al snel als hun eigendom. Lenen werden erfelijk en gingen over van vader op zoon. Leenmannen hadden vaak meerdere leenheren. Dat leidde tot problemen in oorlogstijd. 3.4 De verbreiding van de Islam Van de 7e tot en met de 9e eeuw slaagden Arabieren er in een groot deel van het Midden-Oosten en Noord - Afrika te veroveren. Ze stichtten er een nieuw islamitisch rijk. Vanuit Mekka had de Islam vorm gekregen op het Arabisch schiereiland. Dat was een centrale plaats, waar handelswegen elkaar kruisten en koplieden uit alle windstreken met elkaar in contact kwamen. De stichter van de Islam, Mohammed, bouwde voort op ideeën en geschriften van joden, christenen en lokale religies. Ook hij ging uit van het monotheïsme. Alle teksten van Mohammed werden opgenomen in een heilig boek : de Koran. In de Islam staan de vijf zogenaamde zuilen centraal; In het openbaar het geloof te belijden in de ene ware God Allah en zijn profeet Mohammed te belijden. Vijfmaal per dag te bidden met het gelaat gericht naar Mekka. Aalmoezen te geven aan de armen. Tijdens de negende maand te vasten, de Ramadan, van zonsopgang tot zonsondergang. Minimaal één maal in zijn leven op pelgrimstocht te gaan naar Mekka. De Islam verspreidde zich snel op het Arabisch schiereiland door een combinatie van religieuze inspiratie, militaire strijd en diplomatie. Na zijn dood in 632 werd Mohammed opgevold door zijn schoonvader, Aboe Bakr. Men noemde hem 'kalief', opvolger van de profeet. Aboe-Bakr en zijn opvolgers breiden het islamitisch gebied verder uit. De expansie na 632 verliep in fasen; Eerst werd heel Arabië onder controle gebracht. Vervolgens werden Syrië, Palestina en het land van de Eufraat en de Tigris en daarna het Perzische Rijk en Egypte bedwongen. In 661 trad een nieuwe dynastie aan, van de Omajjaden en begin 720 werd Noord - Afrika en Spanje veroverd en een gebied dat reikte tot Tours en Poitiers in Frankrijk. In Poitiers werden de moslims verslagen door de Frankische machthebber Karel Martel. Deze verwierf daarmee onder de christenen eeuwige roem omdat hij de opmars van de islamitische wereld tegenhield. In de nieuwe fase van veroveringen werd de functie van het kalifaat overerfbaar. De Omajjaden verhuisden het regeringscentrum van Medina naar Damascus, omdat dat centraler lag binnen de grenzen van het nieuwe rijk. Hoe kon deze omvangrijke en snelle gebiedsuitbreiding worden verklaard?; 1. De tegenstanders waren relatief zwak. 2. In de veroverde gebieden zuchtte men onder zware belastingen van de Perzische en Byzantijnse machthebbers. 3. De Islam bevorderde het saamhorigheidsgevoel van de Arabische nomadische stammen. Pagina 13 van 26

14 4. Omdat het een van de plichten was te strijden voor God, de 'Jihad', kon dit worden uitgelegd als de plicht nieuwe gebieden voor de islam te veroveren. De snelle verovering van het islamitische wereldrijk leidde tot de vraag hoe men de macht kon vasthouden. In de nieuwe gebieden vormde men een minderheid en koos men voor deze gebieden te besturen vanuit aparte militair versterkte kampen. de kampen werden gefinancierd door de belasting die de Arabieren oplegden. De bevelhebbers (gouverneurs) waren een soort plaatsvervangers van de kalief. Zij fungeerden als politieke bestuurders, maar ook als religieuze leiders en rechters. Zo vormden de Arabische veroveraars een volkomen op de islam geënte sociale, politieke en militaire toplaag in de nieuwe regio's. Deze toplaag deed geen actieve poging de lokale bevolking tot de Islam te bekeren. Ze waren tolerant ten opzichte van andere godsdiensten, Vooral tegen de christenen en Joden, die ook in één god geloofden. Niet-moslims moesten wel extra belasting betalen en waren uitgesloten van bestuurlijke functies en voor de bekeerde inheemse bevolking bleef de status laag. De Omajjaden moedigden bekeringen niet aan. Een niet-bekeerde moslim betaalde immers veel meer belastingen. De religieuze eenheid die Mohammed had bepleit, hield niet lang stand. De opvolging van Mohammed was namelijk niet onomstreden. Het ging erom wie er uiteindelijk van Mohammed afstamde. Dat leidde uiteindelijk tot een scheuring binnen de Islam in het Soennisme (de grootste stroming) en het Sjiisme. Het Sjiisme wijkt op bepaalde theologische standpunten af van het Soennisme en komt vooral voor in Iran,Irak, India en pakistan, Libanon, Jemen, Syrië en Afghanistan. Vanaf de periode kwam het islamitische karakter van de samenleving steeds meer naar voren; Er werd een islamitische munt ingevoerd. Het Arabisch werd geïntroduceerd als taal van bestuur en wetenschap. Het Grieks raakte in onbruik. Er ontwikkelde zich een nieuw stelsel van rechtsregels die waren gebaseerd op het woord van Allah, de Sharia. Er kwamen steeds meer monumentale islamitische publieke gebouwen.. Het islamitische Rijk zou iet lang een bestuurlijke eenheid blijven: in d e 9e eeuw maakten gouverneurs van verschillende gebieden zich los van het centrale gezag. Spanje maakte zich al eerder los van het Rijk. In 750 werd Spanje een onafhankelijke moslimstaat. In cultureel en wetenschappelijk opzicht bereikten de islamitische rijken een hoog niveau. Het werk van Griekse wetenschappers werd door Arabische geleerden vertaald en voortgezet en hebben invloed gehad op het West- Europees denken in de Late Middeleeuwen. Hoofdstuk De late Middeleeuwen Vanaf de 11e eeuw nam de handel in Europa weer toe, nadat deze in de vroege middeleeuwen bijna geheel was verdwenen. Dat kwam vooral door toenemende opbrengsten van de landbouw. Daar zijn drie oorzaken voor te noemen; Van het tweeslagstelsel ging men over op het drieslagstelsel. In plaats van de helft van het land braak te laten liggen, liet men nu 1/3 braak liggen. Daardoor nam de opbrengst van het land toe. Woeste gronden werden ontgonnen en toegevoegd aan de landbouwgrond. Boeren gingen ijzeren ploegen gebruiken die de plaggen niet alleen losscheurden, maar ook omkeerden. De gevolgen van het toenemen van het voedsel waren: Pagina 14 van 26

15 a) De bevolking kon groeien. b) De handel nam toe. Er ontstonden op strategische punten lokale markten en er ontstonden grote jaarmarkten. Zo ontstond een opleving van de langeafstandshandel zoals de Italiaanse steden die handel dreven met het Byzantijnse Rijk en het Midden- Oosten. Ook liep vanaf Italië een handelsroute via Frankrijk en Vlaanderen naar Engeland. Ook het noorden van Europa, Scandinavië en het Oostzeegebied, was aangesloten op dit netwerk. De opbloei van de handel leidde ertoe dat steden gingen samenwerken. Zo ontstond in de 12 e eeuw de Hanze, een samenwerkingsverbond van handelssteden in Noord-Europa. In Nederland waren steden als Deventer, Kampen en Zwolle onderdeel van dit samenwerkingsverbond. Naast de samenwerking van de steden gingen ook de landsheren zich actief met de handel bemoeien. Ter bevordering van de welvaart zorgden ze voor meer veiligheid en stelden rechtbanken in om conflicten tussen handelaren op te lossen. De handel zorgde ook voor een groeiende vraag naar geld. Plaatselijk waren kleine zilveren munten in gebruik. Maar vanaf de 13 e eeuw werden er weer gouden munten geslagen, waardoor de geldeconomie en de geldhandel tot ontwikkeling kwamen. Elke stad sloeg zijn eigen munt zodat geldwisselaars belangrijk werden. Toen deze ook geld gingen uitlenen ontstonden in Italië de eerste banken. Door de toenemende handel nam ook het aantal steden toe rondom strategisch gelegen plaatsen, bij doorwaadbare rivieren, bij handelswegen die elkaar kruisten, bij kastelen of kloosters. Deze handelsgemeenschappen trokken ambachtslieden aan. De in omvang groeiende steden, begonnen met hun heer te onderhandelen over meer privileges, zoals het recht om een jaarmarkt te houden of de eigen rechtspraak te regelen, tolvrijheid en het recht om een verdedigingsmuur op te richten. Kortom men onderhandelde over stadsrechten. Landsheren waren daartoe bereid omdat hen dat belastingen en militaire steun opleverde. In een middeleeuwse stad werd onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen bewoners. De voornaamste burgers hadden burgerrecht en kwamen in aanmerking voor bestuursambten. Mensen met burgerrecht vormden samen de burgerij. Binnen deze groep ontstond een groep die Patriciërs werden genoemd, omdat ze de belangrijkste bestuursfuncties vervulden. In eerste instantie waren dat vooral kooplieden, later maakten ook ambachtslieden er deel van uit. Daarnaast waren er ook inwoners zonder burgerrecht. Veelal waren dat mensen die van het platteland naar de stad waren getrokken op zoek naar werk. Om de toenemende concurrentie het hoofd te bieden stichtten handelaren en ambachtslieden verenigingen op, die hun belangen behartigden. Deze verenigingen werden gilden genoemd. Alleen mensen met hetzelfde beroep konden er deel van uit maken. Gilden hielden de concurrentie klein door zelf leden op te leiden en stelden voorwaarden aan de te produceren producten. Door de groeiende zelfstandigheid van de steden verzwakten de feodale verhoudingen. Burgers in de stad konden zichzelf beschermen en kochten hun vrijheid door belasting aan hun landsheer te betalen. Maar er was niet alleen sprake van groei. Tussen het begin van de 14e eeuw en het midden van de 15e eeuw nam de bevolkingsgroei dramatisch af door de Zwarte Dood, de pest. Een derde van de Europese bevolking kwam er door om. Hierdoor ontstond er een crisis in de landbouw omdat door een daling van de vraag naar voedsel sprake was van een daling van de opbrengstprijzen. De keerzijde was dat de algehele levensstandaard steeg omdat er minder Pagina 15 van 26

Samenvatting door Daniëlle 1946 woorden 24 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 2 De Klassieke Oudheid. 2.1 De Griekse democratie

Samenvatting door Daniëlle 1946 woorden 24 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 2 De Klassieke Oudheid. 2.1 De Griekse democratie Samenvatting door Daniëlle 1946 woorden 24 april 2017 1 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 2 De Klassieke Oudheid 2.1 De Griekse democratie De Atheense democratie in de 5e eeuw voor Chr. In Athene

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H3: de vroege middeleeuwen

Samenvatting Geschiedenis H3: de vroege middeleeuwen Samenvatting Geschiedenis H3: de vroege midd Samenvatting door D. 2179 woorden 24 april 2017 4,5 4 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Vroege Midd 3.1 Hofstelsel en horigheid Op het domein

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door B. 1191 woorden 7 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Tijdvak 3 Tijd van monniken en ridders De vroege middeleeuwen 500-1000 https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-3-98166

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren

Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren Samenvatting door B. 771 woorden 7 oktober 2016 2,9 8 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Tijdvak 1 Tijd van jagers en boeren Jagers en boeren -3000 v. Chr. Pagina

Nadere informatie

- Er zijn archeologen die stellen dat een nieuwe klimaatovergang de aanzet gaf tot de overgang

- Er zijn archeologen die stellen dat een nieuwe klimaatovergang de aanzet gaf tot de overgang HOOFDSTUK 1: JAGERS EN BOEREN 1.1: De agrarische revolutie 1.2: Het ontstaan van steden 1.3: Machtige rijken in het Midden-Oosten 1.1: De agrarische revolutie Jagers-verzamelaars (de moderne mens ofwel

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door Anna 4721 woorden 12 november 2017 7 13 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo HOOFDSTUK 1: JAGERS EN BOEREN 1.1: De agrarische revolutie

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen Tijdvak 3 Toetsvragen 1 Op veel afbeeldingen wordt de Romeinse keizer Constantijn als een heilige afgebeeld met een stralenkrans om zijn hoofd. Welke reden was er om Constantijn als christelijke heilige

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

[Download het bestand voor de bijgevoegde schema's en afbeeldingen]

[Download het bestand voor de bijgevoegde schema's en afbeeldingen] Samenvatting door een scholier 1620 woorden 26 februari 2014 3,9 3 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 2. De klassieke oudheid [Download het bestand voor de bijgevoegde schema's en afbeeldingen] Athene in

Nadere informatie

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart 2013 5,1 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Paragraaf 1 De Romeinen trekken zich terug. 1. Welke

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H1 & H2

Samenvatting Geschiedenis H1 & H2 Samenvatting Geschiedenis H1 & H2 0 Samenvatting door F. 2500 woorden keer beoordeeld 31 oktober 2015 Vak Geschiedenis Methode Memo Jagers en boeren. Tussen 9000 en 6000 v.c. ontstonden in het Midden-Oosten

Nadere informatie

G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3

G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3 G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3 HOOFDSTUK 1 PARAGRAAF 1 Weg van de mensheid: - Staat in Afrika - Van daaruit Verspreiding over de rest van de wereld - Mens behoort tot de

Nadere informatie

6.5. Boekverslag door J woorden 17 december keer beoordeeld. Geschiedenis. 1 De Griekse Democratie

6.5. Boekverslag door J woorden 17 december keer beoordeeld. Geschiedenis. 1 De Griekse Democratie Boekverslag door J. 2640 woorden 17 december 2013 6.5 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1 De Griekse Democratie Rond 500 v. Christus was het Griekse rijk verdeeld in verschillende poleis.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting door Sophie 1766 woorden 27 februari 2013 6,2 24 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Romeinse Koninkrijk 753-509 (500) voor Chr.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis handboek H1 t/m 4

Samenvatting Geschiedenis handboek H1 t/m 4 Samenvatting Geschiedenis handboek H1 t/m 4 Samenvatting door M. 4704 woorden 30 januari 2017 5,5 7 keer beoordeeld Vak Geschiedenis HOOFDSTUK 1 JAGERS EN BOEREN 1.1 DE AGRARISCHE REVOLUTIE HET LEVEN VAN

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.1 Leenheren en leenmannen (500 100) (500 100) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.1 Leenheren en leenmannen (500 100) (500 100) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw 3.1 Leenheren en nen 3.1 Leenheren en nen Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw 3.1 Leenheren en nen 3.1 Leenheren en nen Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting door Lotte 2036 woorden 19 juni 2017 5,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.2 Hofstelsel en horigen. (500 100)

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.2 Hofstelsel en horigen. (500 100) Gevolgen ineenstorting van het West Romeinse rijk in West Europa: 1. de eenheid van bestuur verdwijnt 2. de geldeconomie verdwijnt grotendeels. 3. steden raken in verval en verschrompelen tot kleine nederzettingen

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen *

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen * Vanaf Vaste activiteiten PERIODE 1 34 19/8 di: start lessen Leerdoelen hoe tijd voor geschiedenis werkt en kunnen er zelf mee aan de slag 35 26/8 de belangrijkste gebeurtenissen in het tijdvak van jagers

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door een scholier 209 woorden 7 november 2013 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 1.1 Wanneer de leefomgeving van de jagers-verzamelaars niet meer

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa + 3.4 de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen Samenvatting door een scholier 1733 woorden 11 december 2017 5,6 19 keer beoordeeld Vak Methode

Nadere informatie

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen 1. De verbreiding van het christendom in Europa 481: Clovis werd koning van één vd Frankische stammen, hij liet de Franken christenen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4 Samenvatting door S. 1091 woorden 19 juni 2016 8 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Tijd van jagers en boeren 1.1 De jagers-verzamelaars leefden een nomadisch(ze

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Romeinen, Het Romeinse Rijk

Samenvatting Geschiedenis Romeinen, Het Romeinse Rijk Samenvatting Geschiedenis Romeinen, Het Romeinse Rijk Samenvatting door een scholier 1951 woorden 29 januari 2006 6,3 340 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Het Romeinse Rijk. 1)

Nadere informatie

Tijdvak 1. Prehistorie

Tijdvak 1. Prehistorie Samenvatting door I. 1974 woorden 1 maart 2015 4,9 14 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 5: Prehistorie, oudheid en middeleeuwen Tijdvak 1. Prehistorie De levenswijze van jagers-verzamelaars Jagen

Nadere informatie

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047 Geschiedenis Tijdvak 02 01 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 10 mei 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/101047 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Verspreiding christendom vmbo12

Verspreiding christendom vmbo12 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 12 july 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/62161 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

4.9. Samenvatting door een scholier 5574 woorden 3 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 1 Jagers en boeren.

4.9. Samenvatting door een scholier 5574 woorden 3 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 1 Jagers en boeren. Samenvatting door een scholier 5574 woorden 3 november 2014 4.9 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 1 Jagers en boeren. 1 De agrarische revolutie. Tussen 9000 en 6000 v.c. ontstonden

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Tijdvakken Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid K.A. * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat * klassieke vormentaal

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis De Romeinen Samenvatting Geschiedenis De Romeinen Samenvatting door Esmee 1641 woorden 18 februari 217 6,5 68 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 2 De verovering van

Nadere informatie

Verspreiding christendom vmbo12

Verspreiding christendom vmbo12 banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 19 juni 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62161 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 t/m 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 t/m 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 t/m 4 Samenvatting door L. 6247 woorden 8 december 2013 7,4 46 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo H2 Paragraaf 1: Directe democratie: de burgers kiezen

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 1000 n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

Tijd van monniken en ridders (500 1000 n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam. 570 n Chr Profeet Mohammed geboren in Mekka 610 n Chr Openbaringen Allah via de aartsengel Gabriël, De woorden worden opgeschreven in de Koran 622 n Chr Vlucht Mohammed naar Medina, begin islamitische

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2 Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2 Samenvatting door een scholier 1189 woorden 13 oktober 2014 6,6 30 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat De ontwikkeling

Nadere informatie

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN e-book Deze serie bestaat uit... 978-94-6175-209-3 (HB) 978-94-6175-153-9 (HB) 978-94-6175-963-4 (e-book) 978-94-6175-967-2 (e-book) 978-94-6175-210-9 (HB) 978-94-6175-155-3 (HB) 978-94-6175-154-6 (HB)

Nadere informatie

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen: Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november 2012 5,8 118 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Begrippen: Atheense democratie: een vorm waarbij het bestuur het volk (demos) via stemming

Nadere informatie

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd Samenvatting door M. 1059 woorden 9 december 2013 6 13 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 3.2 Waardoor de handel herleeft in de hoge middeleeuwen 1. Handelaren gingen zicht weer organiseren en gingen samenwerken

Nadere informatie

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Rilana Kuiters Laatst gewijzigd 09 May 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/73905 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Info plus Het leenstelsel

Info plus Het leenstelsel Project Middeleeuwen F- verrijking week 1 Info plus Het leenstelsel Inleiding De Middeleeuwen betekent letterlijk de tussentijd. Deze naam is pas later aan deze periode in de geschiedenis gegeven. De naam

Nadere informatie

Het Rijk wordt in tweeën gesplitst om de volgende reden, waardoor het verval intrad:

Het Rijk wordt in tweeën gesplitst om de volgende reden, waardoor het verval intrad: Samenvatting door A. 1923 woorden 27 mei 2015 7.1 81 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Middeleeuwen De val van het West-Romeinse Rijk was in 476 dus lieten historici de middeleeuwen in 500

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld

Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld Samenvatting door een scholier 2160 woorden 7 januari 2010 6,8 13 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 2, De Grieks-Romeinse

Nadere informatie

Uiteenzetting Geschiedenis Aantekeningen Hoofdstuk 3

Uiteenzetting Geschiedenis Aantekeningen Hoofdstuk 3 Uiteenzetting Geschiedenis Aantekeningen Hoofdstuk 3 Uiteenzetting door een scholier 1283 woorden 24 januari 2011 6 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis aantekeningen hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting door Anisha 1170 woorden 23 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100 n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Tijd van monniken en ridders (500 100 n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa. 391 n Chr Onder keizer Theodosius wordt het christendom de staatsgodsdienst in Romeinse Rijk 496 n Chr De Frankische koning Clovis en vele andere Franken bekeren zich tot het christendom Wat waren de belangrijkste

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De middeleeuwen

Samenvatting Geschiedenis De middeleeuwen Samenvatting Geschiedenis De middeleeuwen Samenvatting door een scholier 2856 woorden 29 juni 2011 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden { Geschiedenis } { De Middeleeuwen }

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en antwoorden

Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en antwoorden Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en a Verslag door een scholier 2804 woorden 3 mei 2012 5,6 13 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden P1: De verspreiding van het christendom

Nadere informatie

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders prehistorie 32 oudheid 3000 v. Chr. 2500 v. Chr. 2000 v. Chr. 1500 v. Chr. Monniken en Ridders Het Frankische rijk Jos staat in een hoek van de kringloopwinkel in een grote doos te grabbelen. Hij rommelt

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 t/m 12 en 14

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 t/m 12 en 14 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 t/m 12 en 14 Samenvatting door een scholier 2846 woorden 6 september 2016 4,5 6 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis H1 en 2 Paragraaf 1 1. levenswijze

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen Samenvatting door een scholier 2171 woorden 14 juni 2016 7,9 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Tussen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? Toestanden, instellingen die gedurende een lange tijd min of meer onveranderd hebben bestaan, een verschijnsel

Nadere informatie

Landbouwrevolutie: ingrijpende verandering waarbij mensen overgaan van een samenleving van jagen en verzamelen naar een landbouwsamenleving.

Landbouwrevolutie: ingrijpende verandering waarbij mensen overgaan van een samenleving van jagen en verzamelen naar een landbouwsamenleving. Begrippenlijst door B. 947 woorden 23 december 2013 6,1 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats H1 De tijd van jagers en boeren. Agrarisch: heeft te maken met landbouw. Cultuur: denken en

Nadere informatie

Cultuur: alles wat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken voortbrengt, zoals taal, godsdienst, kunst, normen en waarden.

Cultuur: alles wat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken voortbrengt, zoals taal, godsdienst, kunst, normen en waarden. GS tijdvak 1 Lennart van der Molen Begrippen Agrarisch: wat betrekking heeft op landbouw. Cultuur: alles wat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken voortbrengt, zoals taal, godsdienst, kunst,

Nadere informatie

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62228 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

5,3. Samenvatting door een scholier 2990 woorden 9 november keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

5,3. Samenvatting door een scholier 2990 woorden 9 november keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting door een scholier 2990 woorden 9 november 2011 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Geschiedenis Samenvatting H2 en H3 H2 2.6 Rome verovert heel Italië - Rond 800

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door S. 1924 woorden 26 januari 2015 6,1 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 4.1 De steden komen weer tot bloei De opkomst van de handel In

Nadere informatie

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvak 1: Tijd van Jagers en Boeren. Periode: Prehistorie 1 De levenswijze van jagers-verzamelaars (Hoe zag deze samenleving eruit?) 2 Het ontstaan van landbouw en

Nadere informatie

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4 GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4 1. Leg uit wat een sofist was. score: 2. Welke rol speelden de sofisten in de Atheense democratie? 3. Waarom is het niet juist te spreken van Griekenland in de tijd

Nadere informatie

Kenmerkend aspect 13: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven een agrarischurbane

Kenmerkend aspect 13: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven een agrarischurbane Samenvatting door C. 1708 woorden 28 mei 2016 4,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Tijdvak IV: tijd van steden en staten (1000-1500, late middeleeuwen) Kenmerkend aspect 13: de opkomst

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten Pax Romana = Romeinse vrede, in 3 e eeuw n. Chr. onder druk door: 1. Invallen door Germaanse stammen 2. Conflicten

Nadere informatie

GG - Godsdienst en Steden-Nieuw

GG - Godsdienst en Steden-Nieuw Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Kristel Brekelmans 11 January 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/70270 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe (2013-2014)

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe (2013-2014) GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID Inhoudstafel 1 Inleiding: p. 23-46 I. INLEIDING 1. Bronnen en chronologie Bronnen Geschreven bronnen Ongeschreven bronnen Brongebruik Chronologie Relatieve en absolute

Nadere informatie

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,

Nadere informatie

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. De Tien Tijdvakken Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. KA1: De levenswijze van jagersverzamelaars KA2: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen KA3: Het ontstaan van de eerste stedelijke

Nadere informatie

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Rond 1080 bedreigen de minder tolerante Seldjoeken Constantinopel. Het werd voor christelijke pelgrims steeds moeilijker

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt)

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt) Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt) Samenvatting door S. 850 woorden 25 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 01 De levenswijze van jagers-verzamelaars Het

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen Tijdvak 1 Toetsvragen 1 De meeste kennis over de periode waarin de eerste mensen leefden, komt van archeologen. Wat houdt het werk van archeologen in? A Zij bestuderen de verschillende theorieën over de

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis De Grieken

Verslag Geschiedenis De Grieken Verslag Geschiedenis De Grieken Verslag door een scholier 902 woorden 3 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De Grieken Annabel van der Geer H1B Voorwoord Ik ga vertellen over de cultuur, politiek

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 2051 woorden 3 oktober 2012 7,6 20 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats HOOFDSTUK 3 De wereld in de tijd van monniken

Nadere informatie

1 Belangrijk in deze periode

1 Belangrijk in deze periode 1 Belangrijk in deze periode De Romeinen en de Grieken zijn in hun tijd twee machtige volkeren. Ze hebben beiden zaken bedacht en uitgevoerd die ook nu voor ons eigen, hedendaagse leven belangrijk zijn.

Nadere informatie

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC Week 1ABC: Algemeen Info: Prehistorie De geschiedenis in Nederland begint al heel lang geleden. Lang voordat de Romeinen in Nederland kwamen, waren er al mensen.

Nadere informatie

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Van de oogst van hun land en van hun dieren Jagers & boeren Wat

Nadere informatie

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1 Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Floris Sieffers 07 October 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/65623 Dit

Nadere informatie

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 25 June 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62228 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? Toestanden, instellingen die gedurende een lange tijd min of meer onveranderd hebben bestaan, een verschijnsel

Nadere informatie

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK THEMA 4 Eindredactie: Monique Goris Leerlijnen: Hans Bulthuis Auteurs: Juul Lelieveld, Frederike Pals, Jacques van der Pijl Controle historische

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen Pax Romana = Romeinse vrede, in 3 e eeuw n. Chr. onder druk door: 1. Invallen door Germaanse stammen 2. Conflicten om de macht (235 284 meer dan 50 soldatenkeizers ) 3. Waardevermindering van het geld

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen Samenvatting door A. 2356 woorden 5 november 2014 6 17 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 2 Tijd

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen Pax Romana = Romeinse vrede, in 3 e eeuw n. Chr. onder druk door: 1. Invallen door Germaanse stammen 2. Conflicten om de macht (235 284 meer dan 50 soldatenkeizers ) 3. Waardevermindering van het geld

Nadere informatie

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin Examen Geschiedenis Geef de 7 tijdsvakken: Prehistorie :... 3500 v.c Stroomculturen : 3500 v.c 800 v.c Klassieke Oudheid : 800 v.c 500 n.c Middeleeuwen : 500 n.c 1450 n.c Nieuwe tijd : 1450 n.c 1750 n.c

Nadere informatie

6,5. Samenvatting door J woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. Samenvatting geschiedenis 2: hoofdstuk 2

6,5. Samenvatting door J woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. Samenvatting geschiedenis 2: hoofdstuk 2 Samenvatting door J. 2064 woorden 9 januari 2003 6,5 28 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting geschiedenis 2: hoofdstuk 2 De Middeleeuwen (500-1500) De middeleeuwen kreeg

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

vchr; Homo Sapiens (moderne mens) = was slimmer, maakte meer gespecialiseerde gereedschappen/wapens.

vchr; Homo Sapiens (moderne mens) = was slimmer, maakte meer gespecialiseerde gereedschappen/wapens. Samenvatting door S. 6479 woorden 29 juni 2015 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 1. Jagers en Boeren Paragraaf 1. De agrarische revolutie Het leven van

Nadere informatie

Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/ Klassieke oudheid/ Klassieke beschavingen

Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/ Klassieke oudheid/ Klassieke beschavingen Samenvatting door F. 1532 woorden 19 juni 2016 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden SV GS H2 Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

Dit tijdvak eindigde rond 3000 v.c. toen in het Midden-Oosten het schrift ontstond.

Dit tijdvak eindigde rond 3000 v.c. toen in het Midden-Oosten het schrift ontstond. Samenvatting door S. 1355 woorden 4 oktober 2014 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hst 1 paragraaf 1. Deze paragraaf gaat over het kenmerkend aspect: de leefwijze van jager-verzamelaars.

Nadere informatie

Geschiedenis hoofdstuk 3

Geschiedenis hoofdstuk 3 Geschiedenis hoofdstuk 3 Romeinse rijk 500 v Christus 500 na Christus Rome de eeuwige stad : deze stad bestaat al eeuwenlang. De tijdlijn Het Romeinse rijk begint 500v Chr. En eindigt 500 na Christus.

Nadere informatie

1.3. Boekverslag door F woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Kenmerkend aspect #1: Levenswijze van jagers-verzamelaars.

1.3. Boekverslag door F woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Kenmerkend aspect #1: Levenswijze van jagers-verzamelaars. Boekverslag door F. 1883 woorden 2 november 2014 1.3 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Kenmerkend aspect #1: Levenswijze van jagers-verzamelaars. Uitleg: De periode waarin de jagers-verzamelaars

Nadere informatie

6.7. Samenvatting door een scholier 2437 woorden 5 november keer beoordeeld. Geschiedenis

6.7. Samenvatting door een scholier 2437 woorden 5 november keer beoordeeld. Geschiedenis Samenvatting door een scholier 2437 woorden 5 november 2009 6.7 74 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Jagers & Verzamelaars: Woonden in groepen van 10 tot 25 personen in tenten en eenvoudige

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 + Jaartellingen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 + Jaartellingen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 + Jaartell Samenvatting door een scholier 3612 woorden 28 november 2010 5,8 37 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Tijd van monniken en ridders 500-1000

Nadere informatie

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12.

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12. Inhoud Thema 5.1 Jagers en boeren 3 Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6 Thema 5.3 Monniken en ridders 9 Thema 5.4 Steden en staten 12 Eigentijds Eigentijds Toets Thema 5.1 Jagers en boeren 1. Rondtrekken 3.

Nadere informatie

Tijd van steden en staten

Tijd van steden en staten Tijd van steden en staten Hoge en Late Middeleeuwen 1000 n. Chr. 1500 n. Chr. Kenmerkende aspecten Kenmerkend aspect uitleggen aan de hand van voorbeeld: Hoofdzaken (gebeurtenissen, veranderingsprocessen,

Nadere informatie

- vruchtbaarheidsgodin - Ongeschreven en primaire bronnen (primaire: - uit de hand - uit de tijd zelf) - Prehistorie = voor de geschiedenis

- vruchtbaarheidsgodin - Ongeschreven en primaire bronnen (primaire: - uit de hand - uit de tijd zelf) - Prehistorie = voor de geschiedenis Kenmerkende aspecten tijdvak 1, Jagers en Boeren: - De levenswijze Jagers-verzamelaars - Ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen - Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen Kenmerkende

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 593 woorden 10 november 2017 5,9 22 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Geschiedeniswerkplaats 1hv 3.1 De Griekse wereld

Nadere informatie