Functieprofiel bestuurder

Transcriptie

1 Geschiktheidseisen Kandidaten voor de verkiezingen van vertegenwoordiger van pensioengerechtigden in het algemeen bestuur PME 2018 dienen te voldoen aan de volgende geschiktheidseisen: I. Het functieprofielbestuurder PME (versie 1 januari 2017), op de onderdelen: 1. Algemene kenmerken bestuur PME 2. Algemeen profiel bestuurslid PME 3. Niet-uitvoerende bestuurders 6. Bestuurscommissies II. Deskundigheidsmatrix PME, de minimale niveaus voor het lidmaatschap van ten minste een van de volgende commissies: Commissie Pensioenbeleid en -communicatie (PB&C) Commissie Balans- en vermogensbeheer (BV) Audit, Risk en Compliance commissie (ARC)

2 Functieprofiel bestuurder Uitvoerend en niet-uitvoerend bestuur Schiphol, 15 december 2016 Versie: 1 januari /6

3 1 Algemene kenmerken bestuur PME Pensioenfonds van de Metalektro (PME) verzorgt de pensioenregeling voor de bedrijfstak Metalektro. In totaal zijn bijna werkgevers aangesloten bij PME en hebben we deelnemers. Het bestuur van het fonds PME kent een omgekeerd gemengd bestuursmodel. Het algemeen bestuur van PME heeft twaalf leden inclusief één onafhankelijk voorzitter (zonder stemrecht). Het algemeen bestuur bestaat naast de onafhankelijk voorzitter uit tien niet uitvoerende bestuursleden en drie uitvoerende bestuursleden. Het niet-uitvoerend bestuur en de voorzitter, zijn belast met het intern toezicht op het algemeen bestuur. Het niet-uitvoerend bestuur wordt in haar toezichtstaak ondersteund door de auditcommissie. De uitvoerende bestuursleden zijn in dienst van PME en dragen zorg voor de dagelijkse aansturing van PME. Zij zijn, met inachtneming van principes van afstemming en raadpleging binnen het algemeen bestuur, belast met de dagelijkse gang van zaken binnen het fonds en zij geven leiding aan het bestuursbureau van het fonds. Het verantwoordingsorgaan oordeelt of het algemeen bestuur evenwichtig heeft gehandeld en voldoende rekening heeft gehouden met het belang van alle belanghebbenden en adviseert het algemeen bestuur. Het verantwoordingsorgaan heeft kennis van de eigen bedrijfstak, de cultuur en de arbeidsvoorwaardelijke achtergrond van het fonds. Benoeming Van de 8 niet-uitvoerende bestuurders worden: 6 bestuurders benoemd door de ROM, op voordracht van de werkgevers- en werknemersorganisaties: 4 leden namens de werkgeversorganisaties 2 leden namens de werknemersorganisaties 2 bestuurders gekozen namens de (organisaties van) pensioengerechtigden Bij de benoeming wordt rekening gehouden met het geldende diversiteitsbeleid. De 3 uitvoerende bestuursleden en de onafhankelijke voorzitter worden benoemd door de nietuitvoerende bestuurders. Bestuursleden worden voor vier jaar benoemd en kunnen twee maal worden herbenoemd met dien verstande dat deze beperking niet geldt voor uitvoerend bestuursleden. Zij kunnen alleen voor herbenoeming in aanmerking komen als het niet-uitvoerend bestuur dit unaniem besluit. Voor de bestuursleden geldt een algemeen profiel bestuurslid PME met specifieke aanvullingen voor de niet-uitvoerende bestuurders, de uitvoerende bestuurders en de voorzitter. Deze aanvullingen zijn tevens afhankelijk van het lidmaatschap van het bestuurslid van de bestuurscommissies. 2/6

4 Missie en strategie van het fonds De missie van PME is om de pensioenregeling van de Metalektro op een goede, evenwichtige en kosteneffectieve wijze uit te voeren. Hiermee wil PME een zo goed mogelijk pensioen realiseren voor haar deelnemers, tegen zo scherp mogelijke kosten en administratief gemak voor alle betrokkenen. Het vergroten van het vertrouwen en de klanttevredenheid van de (ex-)deelnemers, gepensioneerden en werkgevers is leidend in de strategie. Dit vraagt meer aandacht voor en vernieuwing van de dienstverlening en communicatie. Hierbij staan meer maatwerk, meer aansluiting op de kenmerken en beleving van de deelnemer en een realistische verwachting scheppen ten aanzien van zijn/haar pensioen centraal. Vergoedingen De voor bestuursleden geldende vergoedingen zijn vastgelegd in het vergoedingenreglement van PME. 2 Algemeen profiel bestuurslid Het bestuur is als collectief onder andere verantwoordelijk voor: alle (beleids)zaken die betrekking hebben op de besturing van PME; een goede uitvoering van de pensioenregeling, waarbij de belangen van alle betrokkenen evenwichtig worden behartigd; zorgvuldig en in het belang van alle belanghebbenden beleggen van het pensioenvermogen; het nemen van maatregelen van algemene strekking; het sluiten, wijzigen of beëindigen van uitvoeringsovereenkomst(en); het beleid inzake beloningen; het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure; en het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid. Taken het bestuur is er voor verantwoordelijk dat wordt voldaan aan wet- en regelgeving; het bestuur delegeert taken aan het bestuursbureau en initieert beleidswijzigingen; het bestuur is verantwoordelijk voor het intern toezicht. Deskundigheden / algemene kennisgebieden De bestuurders zijn allen deskundig op de volgende gebieden: het besturen van een organisatie; relevante wet- en regelgeving; pensioenregelingen en pensioensoorten; financieel technische en actuariële aspecten, waaronder financiering, beleggingen, actuariële principes en herverzekering administratieve organisatie en interne controle; communicatie; en uitbesteding. 3/6

5 Ieder bestuurslid dient (ook direct bij benoeming) op bovengenoemde kennisgebieden deskundig te zijn op niveau A, zoals vastgelegd in de Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur versie februari 2014 (Handreiking). Het bestuur als geheel dient op deze gebieden te beschikken over deskundigheid op niveau B. Bij PME geldt op elk deskundigheidsgebied minimaal drie bestuursleden deskundig zijn op niveau B. Deze geschiktheidsniveaus zijn beschreven in bijlage 7 van de Handreiking. De niet-uitvoerend bestuurder die zitting heeft in een commissie van het fonds of een specifiek aandachtsgebied binnen het algemeen bestuur of in de vergadering van de NUB heeft, dient op dat (taak)gebied niveau B te hebben. Geschiktheidsniveau C geldt voor de onafhankelijk voorzitter voor wat betreft het besturen van een organisatie, voor de uitvoerend bestuurders op het specifieke aandachtsgebied als beleidsbepaler en, in bepaalde gevallen, voor externe commissieleden op de betreffende aandachtsgebieden.. De deskundigheidseisen op de diverse gebieden voor alle bestuurders en leden van de bestuurscommissies is weergegeven in de geschiktheidsmatrix. Naast bovenstaande deskundigheidseisen dient een individueel bestuurslid aantoonbaar te beschikken over onderstaande competenties en professioneel gedrag te vertonen. Competenties Reflecterend vermogen: handelt in het bewustzijn van de professionele taak en van de eigen positie, kennis en vaardigheden. Kan het eigen denken en handelen en dat van het bestuur kritisch bezien en beoordelen. Multidisciplinair denken: ziet dwarsverbanden en de samenhang en communiceert tussen de verschillende domeinen/deskundigheidsgebieden. Probleem analyseren en oordeel vormen: is effectief in het onderkennen en oplossen van problemen. Kan een vraagstelling ontleden, verbanden leggen en logische conclusies trekken en tot een realistische beoordeling komen. Integer handelen: is behulpzaam, open en eerlijk naar anderen en zichzelf en is betrouwbaar in het nakomen van afspraken. Gaat correct om met gevoelige informatie. Staat open en heeft respect voor andere zienswijzen, culturen en kwaliteiten. Voorkomt belangenverstrengeling en gaat confrontaties niet uit de weg. Draagt algemeen aanvaarde sociale en ethische normen uit in de activiteiten die met de uitoefening van de functie te maken hebben en handhaaft deze. Organisatie- en omgevingsbewustzijn hebben: weet en begrijpt hoe een pensioenfonds en zijn omgeving (toezichthouders, verantwoordingsorgaan, sociale partners, uitvoerders) werkt en weet hoe daarbinnen te acteren om de gestelde doelen te bereiken. Samenwerken: richt samen met anderen de activiteiten op een gemeenschappelijk doel. Stelt het gezamenlijke resultaat op de eerste plaats. Bevordert een goede onderlinge sfeer. Onafhankelijk: staat voor de eigen opvattingen en principes en is bereid anderen met meer macht en invloed hiermee te confronteren. Neemt en draagt verantwoordelijkheid voor eigen doen en laten. Kritisch: durft tegen te spreken en zaken aan de orde te stellen. Besluitvaardig: neemt weloverwogen beslissingen door het ondernemen van acties of legt zich vast door het uitspreken van meningen, zelfs als belangrijke informatie ontbreekt of onvolledig is. naast alle genoemde competenties is het belangrijk dat een bestuurslid voldoende tijd heeft voor de vervulling van zijn of haar taak. 4/6

6 3 Niet-uitvoerende bestuurders Aanvullende taken en verantwoordelijkheden De niet-uitvoerende bestuurders: houden toezicht op: o de risicobeheersing; o het beleggingsbeleid; o de financiële informatieverschaffing door het fonds. houden toezicht op de uitvoerende bestuurders; dragen bij aan het effectief en slagvaardig functioneren van het fonds en aan een beheerste en integere bedrijfsvoering door het fonds; vullen de wijze van toezicht houden in door in hun jaarplan strategische toezichtdossiers vast te stellen verkrijgen door de dialoog met het uitvoerend bestuur inzicht in het beleid, de besluitvormingsprocedures, de besluiten en de realisatie van het beleid. De NUB verkrijgt dit inzicht in dialoog met de UB; leggen verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid dat het voert, de gerealiseerde uitkomsten van dit beleid en de beleidskeuzes die het eventueel voor de toekomst maakt; zijn in staat de input en voorstellen van adviseurs te beoordelen en neemt de benodigde beleidsbesluiten. Het niet-uitvoerend bestuur richt zich met name op de grote en strategische besluiten en op het toezichthouden op het uitvoerend bestuur door zich te manifesteren als countervailing power. 4 Uitvoerende bestuurders Aanvullende taken en verantwoordelijkheden De uitvoerende bestuursleden: zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van het fonds en zijn, met inachtneming van principes van afstemming en raadpleging binnen het gehele bestuur, belast met het dagelijks bestuur; geven leiding aan en zijn verantwoordelijk voor het functioneren van het bestuursbureau; vervullen een regiefunctie in de vergadercyclus; vervullen een regiefunctie richting strategische partners 5 Onafhankelijk voorzitter Aanvullende taken en verantwoordelijkheden De voorzitter ziet toe op een goede samenstelling en het goed functioneren van het bestuur en is namens het bestuur eerste aanspreekpunt voor het verantwoordingsorgaan over het functioneren van het bestuur. De voorzitter heeft de volgende kennis, competenties en persoonskenmerken: heeft een goede naam en reputatie, een integere en vertrouwenwekkende persoonlijkheid met overtuiging, uitstraling en een rijke ervaring. 5/6

7 heeft kennis van en gevoel voor de financiële wereld, meer in het bijzonder van en voor het gedachtegoed van de pensioenfondsen en voor de cultuur en omgeving waarin PME opereert. heeft een onafhankelijke opstelling ten aanzien van andere belangrijke partijen in de financiële wereld en de wereld van het openbaar bestuur. heeft voldoende gewicht en kennis om het bestuur te ondersteunen bij en mede invulling te geven aan het behartigen van de belangen van PME en zo nodig PME naar buiten toe te vertegenwoordigen. is een stevige, taakgerichte en doelbewuste bestuurder met strategisch inzicht en overzicht en de eigenschap zich evenwichtige oordelen te vormen. heeft inzicht in en/of ervaring met grote bedrijfs- en beleidsmatige processen. heeft ervaring met samenwerking tussen werkgevers en werknemers in een paritair bestuur. oefent invloed in de vergaderingen uit door middel van actieve participatie in de discussie, gericht op een positief verloop van het proces van besluitvorming. is kundig in het tijdig onderkennen van en omgaan met verschillen in beleid, opvattingen en houdingen tussen en in bestuursdelegaties en bestuursleden. heeft gevoel voor de spanning tussen opdrachtgeverschap en (mede)aandeelhouderschap in de relatie tussen PME en uitvoeringsorganisatie MN. is gericht op voortvarende besluitvorming van hoge kwaliteit, die in de regel alleen door consensus kan worden bereikt. 6 Bestuurscommissies Het bestuur van PME kent de volgende bestuurscommissies: 1. Commissie Pensioenbeleid en communicatie (PB&C); 2. Commissie Balans- en Vermogensbeheer (BV); 3. Audit, Risk en Compliance Commissie (ARC); en 4. HR-commissie (HR). Aan leden van de diverse commissies gelden, naast de eisen uit het algemene functieprofiel, de deskundigheidseisen gesteld zoals opgenomen in de deskundigheidsmatrix. 6/6

8 BIJLAGE: DESKUNDIGHEIDSMATRIX PME Orgaan / Deskundigheidsgebied of competentie Deskundigheidsniveau collectief Deskundigheidsniveau individueel AB (UB+ NUB) UB NUB 1 VZ AB Commissie Pensioenbeleid en - communicatie (PB&C) 2 Commissie Balans- en Vermogensbehe er (BV) 3 Audit, Risk en Compliance Commissie (ARC) 4 HRcommissie (HR) VO BB 5 B B B B B B B A 6 C A B/C 7 B A A A A A Minimaal vereist niveau per deskundigheidsgebied 8 Besturen organisatie B A C A A A B Relevante wet- en regelgeving B A A B A A A Pensioenregelingen en B A A B A A A soorten Balans- en vermogensbeheer B A A A B A A (financiering en beleggingen) Actuariële principes en B A A B A B A herverzekeringen Administratieve organisatie en B A A A B B A interne controle Communicatie B A A B A A A Uitbesteding B A A B A B A 1 Per deskundigheidsgebied dienen ten minste twee niet uitvoerend bestuurders over deskundigheidsniveau B te beschikken. 2 Een eventuele externe deskundige die lid is van deze commissie beschikt over niveau C op die gebieden waar voor een NUB-er niveau B geldt in deze commissie. 3 Een eventuele externe deskundige die lid is van deze commissie beschikt over niveau C op die gebieden waar voor een NUB-er niveau B geldt in deze commissie. 4 Een eventuele externe deskundige die lid is van deze commissie beschikt minimaal niveau B op die gebieden waar voor een NUB-er ook niveau B geldt in deze commissie. 5 Inclusief ingehuurde deskundigen, waaronder deskundigen vanuit MN 6 De wet stelt geen eisen aan het deskundigheidsniveau van leden van het verantwoordingsorgaan. Dit is aan het fonds. PME streeft er naar dat de leden van het VO collectief voldoen aan deskundigheidsniveau A. Dit is dus een gewenst niveau; geen vereist niveau. 7 De wet kent deskundigheidsniveau A en B. PME heeft masterniveau C wordt toegevoegd. Dit deskundigheidniveau geldt voor het specifieke aandachtsgebied voor ieder van de uitvoerend bestuursleden en voor een externe deskundige die lid is van een commissie. 8 Waar in de matrix twee uitkomsten mogelijk kunnen zijn, geldt het zwaarste deskundigheidsniveau. Daarnaast is het aandachtsgebied financieel-technische en actuariële aspecten, waaronder financiering, beleggingen, actuariële principes en herverzekering gesplitst in Balans- en vermogensbeheer (financiering en beleggingen) en Actuariële principes en herverzekeringen.