Omgevingsdienst Noord-Veluwe

Transcriptie

1 Nieuwsbrief ODNV Mei 2015 Omgevingsdienst Noord-Veluwe Blijf op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen, activiteiten en leuke weetjes op het gebied van vergunningverlening, toezicht, handhaving en milieuadvies in de nieuwsbrief van Omgevingsdienst Noord-Veluwe. In de editie van mei 2015: >> Peter Pfaff: Adequate inzet van het strafrecht met beter naleefgedrag en tevreden Boa s >> Een terugblik op 2014; Highlights uit het jaarverslag >> Toezicht bovengrondse opslagtanks >> Projectgroep Nalevingsstrategie >> Verankering van de kwaliteitscriteria VTH taken >> Project toezicht tankstations >> Agenda Peter Pfaff: Adequate inzet van het strafrecht met beter naleefgedrag en tevreden Boa s Vanuit mijn oude rol als regionaal handhavingscoördinator ben ik vanaf 1 april 2013 enthousiast aan de slag gegaan bij Omgevingsdienst Noord-Veluwe, als één van de drie coördinatoren. Vanuit die rol zet ik mij vooral in voor het team juridisch en administratief. Daarnaast houd ik mij bezig met de Bestuurlijke strafbeschikkingen milieu (BSBm). Wat maakt het werk voor ODNV zo boeiend? In een beginnende organisatie is hoe kan het ook anders alles nieuw en niets vanzelfsprekend. Dat is boeiend en zeker in het begin leverde dat veel onverwacht werk op. Een tandje extra bijzetten gebeurt vaker dan een stapje terug. Werken met mijn ambitievolle collega s bij ODNV is leuk én inspirerend. Tegelijkertijd is het een valkuil: de werkdruk ligt vergeleken bij de oude werksituaties hoger. Een zorgpunt dat intern gelukkig breed onderkend wordt, maar waar men zich extern niet altijd bewust van lijkt te zijn. Welke taak heeft ODNV voor het Gelders Stelsel aangaande buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa s)? Binnen het Gelders stelsel van omgevingsdiensten is in 2013 besloten dat de toetsing van de door een Boa opgemaakte Bestuurlijke strafbeschikkingen milieu en de doorgeleiding daarvan naar het CJIB, vanuit ODNV zal plaatsvinden. Dat geldt ook voor de coördinatie en aansturing van de Boa s zelf. Door deze vorm van provinciale samenwerking en centrale aansturing worden de uitvoerende taken en processen eenvoudiger, goedkoper en kwalitatief beter. Door bijscholing en kennisuitwisseling dragen wij er toe bij dat wordt voldaan aan de kwaliteitscriteria 2.1, waaraan omgevingsdiensten moeten voldoen. ODNV organiseert een praktijkdag voor alle Boa s van de Gelderse omgevingsdiensten. Ook coördineren wij de Permanente her- en bijscholing (PHB), maken we werkafspraken met externe partners zoals OM en Politie en leveren we strafrechtelijke input voor projecten. Waarom doet ODNV dat? In de Landelijke handhavingsstrategie wordt aan het strafrecht een bijzondere betekenis toegekend en dat is ten opzichte van vroeger behoorlijk vernieuwend. Naast de Boa s van ODNV werken in Gelderland nog veel meer Boa s, die het instrument van de Bestuurlijke strafbeschikkingen milieu graag toe willen passen. Bij elkaar betreft het meer dan 175 Boa s. ODNV gaat graag de mooie uitdaging aan hen te bedienen en ondersteunen. Wat levert dat op? Met het grote aantal Boa s dat in Gelderland actief is kan het niet anders dan een succes worden. Als wij de klus vlekkeloos kunnen klaren en daar gaan we voor dan wordt het strafrecht adequaat ingezet, met als resultaat beter naleefgedrag van burgers en bedrijven. En daar gaat het natuurlijk echt om.

2 Een terugblik op 2014; Highlights uit het jaarverslag voor de opdrachtgevers 2014 werd gekenmerkt door het verder opbouwen van ODNV. Er is veel energie gestoken in het op orde krijgen van de productie, wat zijn vruchten afgeworpen heeft. In de vergadering op 27 november 2014 heeft het algemeen bestuur besloten dat ODNV zelfstandig doorgaat. Wel zal er worden ingezet op een intensieve samenwerking met Omgevingsdienst Veluwe-IJssel op de milieutaken en worden de acht deelnemende gemeenten dringend gevraagd alle milieutaken op te dragen aan ODNV. Daarnaast hebben we 2014 kunnen afsluiten met een positief resultaat Download Jaarverslag > Een overzicht van behaalde resultaten en activiteiten: Toezicht en handhaving 110% van het programma gerealiseerd Achterstand programma 2013 ingehaald Ketenprojecten: asbest, autodemontage, covergisting en bodem Vergunningverlening 310 milieumeldingen afgehandeld 89 milieuadviezen (Wabo-procedures) 85% van de zaken binnen afgesproken termijn afgehandeld Advies 750 uur meer op zaken gewerkt dan gepland Adviseurs Geluid over volle breedte inzetbaar Adviseurs Bodem start inrichting Squit ibis EV per 1 januari 2015 door OVIJ Organisatie Verbeterd samenwerkingsproces met de gemeentelijke partners Handhaving 2015 gebaseerd op risicoanalyse en nalevingsgedrag Milieumeldingen onder mandaat voor vijf gemeenten Onderzoek samenwerking OVIJ-ODNV Start e-portfolio-traject Afstemming tussen VV en HH Projecten Meten en registreren door afvalverwerkers Vuurwerkbedrijven Landelijke werkgroep autodemontage Energiebesparing MKB Geuroverlast Keizerswoert Putten Gasdistributiestations Nunspeet (Gasunie) Toezicht bovengrondse opslagtanks Agrarische bedrijven, garages en transportbedrijven beschikken vaak over een eigen bovengrondse tank voor de opslag van vloeibare brandstof, met name dieselolie. Per 1 januari 2015 moeten bovengrondse tanks KIWA-gekeurd zijn. Opslagtanks die niet te keuren zijn moeten per genoemde datum buiten werking worden gesteld. Deze verplichte KIWA keuring vloeit voort uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Projectmatige aanpak De hoofden handhaving van de Gelderse omgevingsdiensten gaven de opdracht een aanpak te schrijven hoe de omgevingsdiensten met toezicht en handhaving omtrent bovengrondse opslagtanks om moeten gaan. Belangrijkste doelstelling van het project zorg te dragen voor de sanering van oude bovengrondse opslagtanks volgens de wettelijke eisen. Daarbij staat een uniforme aanpak voorop. Een nevendoel is het inzichtelijk maken van het naleefgedrag. In april zijn de toezichthouders van ODNV gestart met controles. In een periode van drie maanden wordt binnen onze regio een aantal bedrijven met een bovengrondse opslagtank gecontroleerd. De bevindingen en resultaten worden geïnventariseerd en vormen input voor de toezicht op de opslagtanks, als onderdeel van het reguliere werk.

3 Contactpersoon: Edwin de Jonge, telefoon: , mail: Projectgroep Nalevingsstrategie De basis voor het uitvoeren van toezicht en handhaving wordt voor alle Gelderse omgevingsdiensten gevormd door de nalevingstrategie. De 7 Gelderse omgevingsdiensten werken nu ieder nog met een eigen strategie, gebaseerd op de eigen strategieën van de partners. De projectgroep naleefstrategie inventariseert alle door de Gelderse gemeenten vastgestelde naleefstrategieën. Doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in mogelijkheden voor actualisatie en uniformering. De projectgroep heeft in de afgelopen periode het beleid van de verschillende partners geïnventariseerd. Uit de analyse is gebleken dat er wel verschillen zijn, maar dat deze niet onoverbrugbaar lijken. Ook heeft de projectgroep op donderdag 15 januari 2015 een voorlichtingsbijeenkomst Nalevingsstrategie georganiseerd voor de betrokken gemeentenambtenaren. De landelijke en regionale ontwikkelingen zijn toegelicht en er waren groepssessies om de inhoud verder te verkennen. Met de informatie die hieruit is voortgekomen, samen met de landelijke kaders en gebruikte standaarden, is de projectgroep verder gegaan met het opstellen van een mogelijke Gelderland brede naleefstrategie. Deze nieuwe nalevingsstrategie in wording bestaat uit een aantal deelstrategieën, namelijk; de probleem- en risicoanalyse, de toezichtstrategie, de sanctiestrategie, de gedoogstrategie en de preventiestrategie. Voor de sanctiestrategie is de Landelijke handhavingstrategie leidend geweest, voor de gedoogstrategie het landelijk gedoogkader. De Gelderse Omgevingsdiensten willen hiermee de gemeenten ondersteunen, alles vanuit de wetenschap dat het uiteraard de bevoegde gezagen zijn die een dergelijke strategie moeten vaststellen. Verankering van de kwaliteitscriteria VTH taken Op 19 december jl. heeft Staatssecretaris Mansveld het voorstel tot wijziging van de Wabo (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) aangeboden aan de Tweede Kamer. Voorheen was dit voorstel bekend als het Wetsvoorstel VTH. In dit voorstel zijn bepalingen opgenomen t.a.v. het verankeren van de kwaliteitscriteria in de Wabo. Wat vooraf ging Op basis van de onderzoekrapportages van met name de commissie Mans zijn criteria opgesteld voor het organiseren van voldoende menskracht en deskundigheid, om de kwaliteit van toezicht en handhaving te verbeteren. Op basis hiervan is de Package Deal gesloten waarbij kwaliteitscriteria het fundament van het nieuwe VTH-stelsel vormen. Ze hebben met name betrekking op de uitvoering van Wabo-taken. Daarbij is afgesproken dat in ieder geval de meest complexe taken in het land dekkende netwerk van RUD s (later omgevingsdiensten genoemd) worden belegd. Eerste wetsvoorstel begin 2014 In het eerste wetsvoorstel heeft de staatssecretaris aangegeven veel waarde te hechten aan de kwaliteitsborging bij de VTH-taakuitvoering. In het voorstel waren, naast de reeds in de Wabo verplicht gestelde procescriteria voor toezicht en handhaving, ook criteria opgenomen qua deskundigheid en beschikbaarheid voor de volledige uitvoering van vergunningverlening in het kader van de Wabo. Hieronder vielen ook milieu- en bouwspecialisaties voor zover betrokken bij Wabo-vergunningverlening. Ook bevatte het voorstel de verplichting om het handhavingsproces voor de basistaken op regionaal niveau in te richten. De kwaliteitseisen zouden niet alleen gaan gelden voor de omgevingsdiensten maar ook voor de achtergebleven taken bij gemeenten en provincies. VNG en IPO hebben in het voorjaar van 2014 hun reactie ingezonden op dit wetsvoorstel. Hun kritiek was dat er meer tijd gegund moest worden aan het ingezette bottom-up proces om voor alle taken aan de kwaliteitscriteria te voldoen. Naar aanleiding van de reacties van VNG en IPO en na oplevering van het onderzoeksrapport van Commissie Wolfsen, is in het daarop volgende bestuurlijke overleg draagvlak gevonden voor een aantal aanpassingen van het wetsvoorstel.

4 Wetsvoorstel 19 december 2014 In het nieuwe wetsvoorstel zijn o.a. de volgende bepalingen opgenomen: Niet-basistaken Basistaken Verder De proceseisen voor de handhaving (Wabo hoofdstuk 7) blijven gelden; De kwaliteitscriteria voor kritieke massa voor vergunningverlening worden niet wettelijk verankerd; Het bevoegd gezag is zelf verantwoordelijk voor het borgen van de kritieke massa als geheel (basistaken en niet-basistaken) en van het vergunningproces bij de niet-basistaken (zorgplicht). Bevoegde gezagen bepalen zelf de invulling van deze zorgplicht en de gemeenteraad ontvangt de bevoegdheid om hierover een verordening op te stellen (geen verplichting). Als achteraf blijkt dat onvoldoende invulling is gegeven, dan kan de staatssecretaris alsnog de kwaliteitscriteria wettelijk verankeren via een AMvB De afbakening van het basistakenpakket en de plicht om deze basistaken onder te brengen in de omgevingsdienst wordt in de wet verankerd; Samenwerking bij en informatie-uitwisseling over basistaken is niet meer vrijblijvend; Dit geldt onder andere voor gemeentegrensoverschrijdende handhaving (ketentoezicht, grondstromen, asbest). Aansluiting van omgevingsdiensten op Inspectieview wordt verplicht; Iedere gemeente dient door haar raad een verordening te laten vaststellen met de kwaliteitsafspraken voor de vergunningverlening, toezicht en handhaving van de basistaken. Ook provinciale staten stellen een dergelijke verordening vast; Binnen iedere omgevingsdienstregio dienen de verordeningen op elkaar afgestemd te worden. Dit om uiteenlopende eisen te voorkomen; Gemeenteraden en provinciale staten zijn vrij om te bepalen welke criteria zij opnemen in de verordening. Dit kunnen bijvoorbeeld alleen outcome -criteria zijn; De VNG stelt een modelverordening op waarin kwaliteitseisen voor de basistaken zijn opgenomen. Van dit model mag afgeweken worden (op omgevingsdienstniveau). Het bij de provincie onderbrengen van de BRZO-bedrijven en RIE categorie 4 bedrijven die nu nog onder gemeentelijke bevoegdheid vallen. De rol van de provincie als regisseur van de kwaliteitsverbeteringsprocessen bij gemeenten komt te vervallen. De rol van de provincie als interbestuurlijk toezichthouder op de gemeenten gaat veranderen. Omdat geen wettelijke verankering plaatsvindt, zal worden toegezien vanuit een meer algemeen wettelijk kader, blijven de proceseisen uit het BOR bestaan en kan vanuit IBT getoetst worden op de aanwezigheid van een verordening voor de basistaken. Omgevingsdiensten moeten worden ingesteld als openbaar lichaam in het kader van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het nieuwe wetsvoorstel is besproken op 5 februari 2015 in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu in de Tweede kamer bestaande uit de bestuursvoorzitters van IPO, VNG en de Unie van Waterschappen. Vervolg Op basis van de bespreking hebben VNG, samen met het IPO toegezegd te werken aan een modelverordening kwaliteit VTH welke door hen nog voor de zomer wordt gevast gesteld. Op deze manier is het mogelijk voor gemeenten en provincie om in de tweede helft van 2015 de verordening zelf vast te stellen voor de eigen taken en taken die zij bij een omgevingsdienst hebben belegd.

5 Project toezicht tankstations Uit landelijke resultaten blijkt dat tijdens milieucontroles bij tankstations nog veel overtredingen worden geconstateerd. Dit beeld zien we ook terug op de Noord-Veluwe. ODNV sluit aan bij het landelijk Project Tankstations, welke in 2012 door DCMR milieudienst Rijnmond is geïnitieerd, en zal in 2015 alle tankstations in het werkgebied controleren. Het gaat bij ons om 63 tankstations, waarvan 33 met LPG, die door 5 toezichthouders worden gecontroleerd. De planning is om voor het eind van 2015 alle controles te hebben afgerond, inclusief hercontroles en eventuele handhaving. Doel van de controles: vaststellen en, zo nodig, verbeteren van het naleven van regels voor keuringen, onderhoud van de installaties, registratieverplichtingen en meldingen; beoordelen of de melding/vergunning overeenkomt met de huidige bedrijfssituatie en bij LPG-tankstations ook de veiligheidsafstanden naar kwetsbare objecten; ontwikkelen en toepassen van nieuwe verbeterde toezichtsmiddelen zoals bv. een bonus/malusregeling. Alle tankstations hebben voor de start van het project een brief gekregen waarin dit project, de doelstellingen en de gevolgen ervan zijn aangekondigd. AGENDA Data voor in de agenda: Nu al Eenvoudig Beter Café Oldebroek Hoe gemeente Oldebroek zich voorbereid op de Omgevingswet Landelijke Asbest Praktijkdag BOA-Praktijkdag Gelders Stelsel 09/06/2015 Opdrachtgeversoverleg 16/06/2015 Vergadering Dagelijks Bestuur 02/07/2015 Vergadering Algemeen Bestuur Bonus/malusregeling De inrichtingen waar geen overtredingen geconstateerd worden, kunnen in 2016 als bonus in aanmerking komen voor verminderd toezicht. Mogelijkheden hiervoor zijn digitaal-administratief toezicht zonder bedrijfsbezoek of een verminderde controlefrequentie. Bij tankstations die niet voldoen aan de wet- en regelgeving zal de controlefrequentie en intensiteit juist opgevoerd worden, malus. Stand van zaken Bij de tot nu toe uitgevoerde controles komt vooral het niet tijdig laten keuren en niet tijdig laten onderhouden van de verschillende installatieonderdelen naar voren als overtredingen. De intervallen voor deze verplichtingen lopen uiteen van 6 maandelijks, jaarlijks, 2 jaarlijks, 3 jaarlijks tot eens per 15 jaar. Intensiever toezicht hierop is goed mogelijk, omdat hiervan certificaten en bewijzen door de ondernemer getoond moeten worden. ODNV wil alle keuringen, onderhoudsverplichtingen en termijnen per locatie registreren en daar een controle aan koppelen. De ondernemer zal na het verlopen van de termijn het bewijs moeten tonen dat de verplichting is uitgevoerd. Gebeurt dat niet, dan kan ODNV meteen handhaven en waar mogelijk de bestuurlijke strafbeschikking inzetten. Omgevingsdienst Noord-Veluwe Oosteinde DR Harderwijk info@odnv.nl >> <<